*15.024333*15.024333omgevingsvergunningomgevingsvergunning OMGEVINGSVERGUNNING nr. 230117 uitgebreide procedure
Het College van burgemeester en wethouders heeft op 8 januari 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het brandveilig gebruik van noodlokalen t.b.v. basisscholen De Brinck en Jan Bluyssen. De aanvraag gaat over Runmolen 102 in Uden, kadastraal bekend als gemeente Uden, sectie I, nummer 3577. De aanvraag is geregistreerd onder nummer 230117. Besluit Het College van burgemeester en wethouders besluit, gelet op artikel 2.1, 2.2 en 2.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning te verlenen. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten: - Het in gebruik nemen van een bouwwerk zoals op de gewaarmerkte situatietekening is aangegeven. Procedure Wij hebben de besluitvormingsprocedure uitgevoerd volgens artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Wij hebben de aanvraag voor de activiteit in gebruik nemen van een bouwwerk getoetst aan artikel 2.1, eerste lid onder d van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Ook hebben wij uw aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriele regeling omgevingsrecht. Uw aanvraag voldoet aan de voorschriften en daarom verlenen wij u de gevraagde omgevingsvergunning. Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken. Beroepsclausule U en andere belanghebbenden kunnen tegen het besluit binnen zes weken na bekendmaking (publicatie) van dit besluit beroep aantekenen. Het beroepschrift moet worden ondertekend en bevat tenminste naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep zich richt en de gronden van het beroep. Het beroepsschrift moet in tweevoud worden ingediend bij de Rechtbank Oost-Brabant, t.a.v. de sector Bestuursrecht, Postbus 90125, 5200 MA ’sHertogenbosch. Het indienen van een beroepschrift betekent niet dat de werking van het besluit wordt uitgesteld. Indien gelet op uw belangen onverwijlde spoed is vereist bestaat de mogelijkheid om na indiening van een beroepschrift een voorlopige voorziening aan te vragen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, Postbus 90125, 5200 MA ’s-Hertogenbosch.
1
Inwerkingtreding Tegen het besluit kan binnen zes weken na bekendmaking (publicatie) een beroepschrift worden ingediend. De beschikking treedt in werking na het verstrijken van deze termijn. Het indienen van een beroepschrift schorst de werking van het besluit niet. Wanneer u of andere belanghebbenden van mening zijn dat het besluit niet in werking mag treden gelet op de diverse belangen, kan een voorlopige voorziening worden gevraagd. Wanneer een voorlopige voorziening wordt aangevraagd treedt de beschikking pas in werking nadat hierover een beslissing is genomen. Uden, 19 februari 2015 Namens Burgemeester en wethouders van Uden
mevr. mr. C.J.F. Mutsaars-van Es wnd. hoofd afdeling Bouwen en Milieu
2
Inhoudsopgave De volgende onderdelen horen bij en maken deel uit van de omgevingsvergunning voor het brandveilig gebruik van noodlokalen t.b.v. basisscholen De Brinck en Jan Bluyssen op Runmolen 102 in Uden. Procedureel
4
Voorschriften
5
Overwegingen
7
Vergunningsdocumenten
8
3
Procedureel Gegevens aanvrager Op 8 januari 2015 ontvingen wij een aanvraag voor een omgevingsvergunning zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het gaat om een verzoek van: Gemeente Uden T.a.v. Jan van den Hurk Markt 145, 5401 EJ Uden. Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: brandveilig gebruiken van noodlokalen t.b.v. basisscholen De Brinck en Jan Bluyssen Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven omgevingsaspecten: - Het in gebruik nemen van een bouwwerk Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage zijn wij het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle relevante aspecten aan de orde komen over de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten over bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. Ontvankelijkheid Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag voor een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en bescheiden die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden gesteld om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeling is uitgewerkt in paragraaf 4.2 van het Bor, met een nadere uitwerking in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Ter inzage legging Tussen 15 januari 2015 en 18 februari 2015 heeft een ontwerp van de deze beschikking ter inzage gelegen. We hebben gebruik gemaakt van de bevoegdheid de termijn voor de terinzagelegging te verkorten tot vijf weken. Deze termijn wordt verkort om ervoor te zorgen dat de leerlingen en leraren per 23 februari 2015 weer onderdak hebben op één locatie, zodat het normale lesprogramma vervolgd kan worden. De termijn wordt minimaal verkort, een terinzagelegging van vijf weken in plaats van zes weken, om zo min mogelijk belangen te schaden en toch tot het gewenste resultaat te komen Belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen tijdens de termijn van terinzagelegging. Hiervan is geen gebruik gemaakt.
4
Voorschriften Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden: Het gebruiken van een bouwwerk of ander object en brandveiligheid 1.
Uiterlijk 3 weken voor gebruik van de ruimten dient een plattegrondtekening te zijn ingediend waarop de navolgende gegevens zijn aangegeven:
Het maximaal aantal personen binnen de inrichting;
De brandweeringang;
Sluitwerk van deuren als bedoeld in artikel 6.25 lid 6 bouwbesluit (panieksluiting, Ps).
Bij ruimten voor meer dan 25 personen:
De hoogste bezetting van die ruimte;
Opstelling van inventaris en inrichtingselementen als bedoeld in artikel 7.13 en 7.14 van het bouwbesluit 2012;
2. Het gebruik moet voldoen aan de artikelen uit het bouwbesluit 2012. 3. De omvang van bewaking van de brandmeldinstallatie moet bepaald worden door een brandbeveiligings bedrijf. Een Programma van Eisen zal hiervoor nog opgesteld moeten worden. 4. Een gebruiksfunctie met een brandmeldinstallatie heeft een ontruimingsplan. Dit moet nog opgesteld worden. 5. Een deur waarop bij het vluchten meer dan 100 personen zijn aangewezen kan worden geopend door: a.
een lichte druk tegen de deur, of
b.
een lichte druk tegen een op circa 1 m boven de vloer over de volle breedte van de deur aangebrachte panieksluiting die voldoet aan NEN-EN 1125.
Van het sluitmechanisme moet nog informatie worden overgelegd. 6. Voor elke persoon met zitplaats is er tenminste 0.5 m2 vloeroppervlakte beschikbaar, wanneer de inventaris kan omvallen of verschuiven. Dit geldt met name voor de aula. Hiervoor zal nog een opstellingsplan opgesteld moeten worden. Aan de hand daarvan kan definitief een berekening van het maximaal aantal personen gemaakt worden. 7. Zitplaatsen moeten worden gekoppeld of aan de vloer bevestigd worden indien er meer dan 100 zitplaatsen zijn in meer dan 4 rijen en meer dan 4 stoelen. Dit geldt voor de stoelen in de aula indien de aula gebruikt wordt als opstelling zoals hierboven omschreven. 8. Tussen in rijen opgestelde zitplaatsen is een ruimte aanwezig met een breedte van minimaal 0,4 m. Dit geldt voor de aula indien deze gebruikt wordt in een opstelling waarin zitplaatsen in rijen aanwezig zijn. 9. Om voldoende snel te kunnen vluchten zijn er eisen aan de breedte van vrije doorgang van de gangpaden. Een rij zitplaatsen die aan beide einden op een gangpad of uitgang uitkomt, heeft ten hoogste: a.
16 zitplaatsen indien de vrije ruimte, bedoeld in het derde lid, niet groter is dan 0,45 m en de breedte van de vrije doorgang van het gangpad of van de uitgang ten minste 0,6 m is;
b.
32 zitplaatsen indien de vrije ruimte, bedoeld in het derde lid, groter is dan 0,45 m en de breedte van de vrije doorgang van het gangpad of van de uitgang ten minste 0,6 m is;
c.
50 zitplaatsen indien de vrije ruimte, bedoeld in het derde lid, groter is dan 0,45 m en de breedte van de vrije doorgang van het gangpad of van de uitgang ten minste 1,1 m is.
Dit geldt alleen indien de aula gebruikt wordt waarin bovenstaande opstelling gebruikt wordt.
5
10. Om voldoende snel te kunnen vluchten zijn er eisen aan de breedte van vrije doorgang van de gangpaden. De vrije ruimte tussen inrichtingselementen moet minimaal 1,1 meter zijn. Dit geldt alleen voor de aula indien de aula ingericht wordt met stands, kramen, schappen en/of podia. 11. Aankleding in een besloten ruimte mag geen brandgevaar opleveren. Dit gevaar is niet aanwezig indien de aankleding: a.
een ondergeschikte bijdrage aan het brandgevaar levert;
b.
onbrandbaar is, bepaald volgens NEN 6064;
c.
voldoet aan brandklasse A1 als bedoeld in NEN-EN 13501-1;
d.
voldoet aan de eisen voor constructieonderdelen als bedoeld in afdeling 2.9, of
e.
een navlamduur heeft van ten hoogste 15 seconden en een nagloeiduur van ten hoogste 60 seconden.
12. Bij een besloten ruimte voor het verblijven of vluchten van meer dan 50 personen is het eerste lid, onderdeel e, niet van toepassing, indien de aankleding: a.
zich bevindt boven een gedeelte van de vloer waar zich personen kunnen bevinden;
b.
de verticale vrije ruimte tussen de vloer en de aankleding minder dan 2,5 m is, en
c.
niet direct op de vloer, trap of hellingbaan is aangebracht.
6
Overwegingen Aan het besluit liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag: Het gebruiken van een bouwwerk of ander object en brandveiligheid Een aanvraag om Omgevingsvergunning voor het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk met het oog op brandveiligheid is getoetst aan het bouwbesluit 2012, artikel 4.4 van het Besluit omgevingsrecht en artikel 3.3 van de regeling omgevingsrecht.
7
Vergunningsdocumenten De volgende documenten maken onderdeel uit van de vergunning. Het gebruiken van een bouwwerk of ander object en brandveiligheid
Aanvraag (15.002594);
Plattegrondtekening: (15.002595);
Aanvullende plattegrondtekening (15.003009);
Situatieschets (15.002600).
8