a C
m
@
4
o
c
TNO Industrie
Corrosiepreventie en Aangroeiwering Ambacfitsweg &, Postbus 57, 1780 AB, Den Helder
Tel. Fax
TNO/Tauw-rapport
nr. CN96.9939 23 januari 1997
0223638850 0223430687
Evaluatie van alternatieven voor aangroeiwering op het onderwatergedeelte van recreatievaartuigen (Fase I) Taak 3: Plan van aanpak
Auteur(s)
: Dr.lr. E.P.M. van Westing Ing. S.C.M. Haverkamp (Tauw Milieu B.V.)
Projectnummer
: 4416.6.0364
Opdrachtgever
: Prov. Noord-Holland D.M.W. T.a.v. M. Tromp Postbus 3038 2001 DB Haarlem.
Aantal pagina's Aantal bijlagen
: 38 : 1
Alle rechten e n v Niets uit d u e uitgave mag v " vermenigvuldigd eWof openbaar worden gemaakt door middel van druk, fatoke pie. m&lm of op wdke andetb mjze dan ook. zonder voorafgaande toestem ming van TNO Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht. woedt voor de rechten en verplichtmgen van opdrachtgeven verwazen naar de 'Algamene Voonnaarden voor ondenoeksopdrachten aan TNO, dan wel de gesloten overeenkomst Het ter inzage geven van hst TN(I rapport aan directe belanghebbenden is toegestaan
Q TNO
Nederlandse organisabe voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderroek
Op opdrachten aan TNO zijn van toepassing de Algema ne voorwasrden voor ondetzoeksopdrachten aan TNO. zoals gedepomerd bil de Ammdisyementsrechtbank en de Karner van Koophandel te .s Gravenhage
TNOTTauw-rapport TNO CA196.993923 januari 1997 T a w R3526402
2 van 38
VOORWOORD De toepassing van aangroeiwerende verven (antifoulings) is een bron van aanzienlijke emissies van milieubelastende stoffen naar het oppervlaktewater. Ook de recreatievaart draagt hiertoe bij. In dit segment zijn vooral de emissies van koper(verbindingen) een bron van zorg. Op verzoek van de provincie Noord-Holland (coördinator) wordt een onderzoek uitgevoerd om uiteindelijk te komen tot een pian van aanpak om in de recreatievaart alternatieve, minder milieubelastende technieken, te propageren. Het onderzoek is verdeeld in drie taken: Inventarisatie en evaluatie van altematieven 1) 2) Afweging van altematieven 3) Opstelling plan van aanpak. Dit rapport van Taak 3 betreft het plan van aanpak. Hierin worden de keuzen voor de variabelen van de praktijkproef gegeven met de bijbehorende motivatie. Tevens wordt het draaiboek voor de proeven en een kostenraming met twee varianten (variant 1 = kosten van alles zonder rekening te houden van mogelijke bijdragen van o.m. coatingfabrikanten en betrokken deelnemers; variant 2 = Bijdrage van coatingfabrikanten en uitgebreide betrokkenheid van projectorganisatie) gegeven. In grote lijnen is de keuze voor de variabelen als volgt: - 2 alternatieve antifoulingconcepten + referentie - 3 representatieve havens - 3 categoriën boten (motorboten, zeiljachten en zwaarboten) Ten slotte is ook een aanzet gegeven tot de structuur van de benodigde organisatie en de noodzakelijke informatie van het projekt (publiciteit).
BEGELEIDING dhr. J. Graansma dhr. L.J. Hooijkaas
dhr. P. Meertens mw. L.Meijer dhr. W.Stuurman dhr. M. Tromp dhr. P.H.M. Vermij
Rijkswaterstaat Dir. Noord-Holland Waterschap Friesland (voorzitter) Zuiveringschap Amstel- en Gooiland (agendalid) Waterpakt Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen Provincie Noord-Holland (coördinatie) Rijkswaterstaat R E A
UITVOERING
dhr. G.M. Ferrari dhr. E.P.M. van Westing mw. S.C.M. Haverkamp mw. M. van der Horst dhr. M.H. Nijboer
TNO Industrie TNO Industrie Tauw Milieu Tauw Milieu Tauw Milieu
TNOTTauw-rapport TNO CAf96.993923 januari 1997 T a w R3526402
3 van 38
pagina 1
INLEIDING
4
2 2.1 2.2
OPZET ONDERZOEK Tijdspad Onderzoeksvarianten
6 6 6
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
TECHNISCH INHOUDELIJKE ONDERZOEKSASPECTEN Locaties, randvoowaarden Vaartuigen Reinigen Onderzoeksgegevens Registratie Onderzoekopzet per locatie
8 8 9 10 12 13 13
4 4.1 4.2 4.3 4.4
FASERING VAN HET PROJECT Inleiding Fase Ha: Voorbereiding Fase Ilb: Uitvoering Fase I k : Afronding en rapportage
16 16 17 21 22
5 5.1 5.2 5.3
ORGANISAT1E E N COMMUNI CATIE Organisatie Interne communicatie Externe communicatie
24 24 25 26
6
PLANNING
28
7 7.1 7.2 7.3
KOSTEN Technische kosten Project gebonden kosten Locatie gebonden kosten
29 29 31 31
8
LITERATUUR
35
Bijlage: Gantt en Pertdiagrammen van de planning van Fase li van het project
TNO CN96.993923 januari 1997 Tauw R3526402
1
4 van 38
INLEIDING
De afgelopen decennia hebben waterkwaliteitsbeheerders een succesvolle aanpak gerealiseerd inzake het tegengaan van de belasting van het oppervlaktewater met verontreinigende stoffen vanuit puntbronnen. Momenteel wordt het aandeel van de diffuse bronnen bij de belasting van het oppervlaktewater steeds belangrijker. De aanpak hiervan wordt binnen het waterkwaliteitsbeheer een steeds belangrijker ondewerp. Een van de diffuse bronnen is de aangroeiwerende scheepsverf. Verschillende overheidsinstellingen zetten zich in voor de aanpak van de verontreiniging van het oppervlaktewater door aangroeiwerende scheepsverven. Dit zijn RIZA, R I K , DGM, DGSM en binnen de de provincie Noord-Holland de Projectorganisatie Diffuse Bronnen -Werkgroep Scheepvaart. Deze werkgroep heeft naast de Provincie Noord-Holland, de waterkwaliteitsbeheerders en Rijkswaterstaat als kernleden. Hiernaast zijn nog diverse andere instanties actief op dit gebied, ondermeer Waterpakt zet zich in door middel van projecten waarbij gezocht wordt naar alternatieven. De provincie Noord-Holland heeft de combinatie TNO Industrie en Tauw Milieu de opdracht gegeven tot het opstellen van een inventarisatie en een plan van aanpak voor het opzetten van een pilotstudie voor de evaluatie van alternatieven voor koperhoudende antifoulings voor recreatievaartuigen. Dit project is mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van de Provincie NoordHolland (Projectorganisatie Diffuse Bronnen), het Waterschap Friesland, de Rijkwaterstaatl Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RIZA) Het totale project bestaat uit twee fasen: - Fase I: Vooronderzoek: een inventarisatie resulterend in een plan van aanpawdraaiboek voor een praktijkproef [ 11; - Fase II: Uitvoering praktijkproef. Dit rapport betreft Taak 3 van Fase I, namelijk het plan van aanpak (draaiboek) voor de uitvoering van een praktijkproef in Fase li. Uit de inventarisatie (Taak 1 ) (21en de evaluatie van de hieruit naar voren gekomen alternatieven, zijn middels een Multi-Criteria-Analyse (MCA) (Taak 2) [3] de meest kansrijke alternatieven voor het project (Fase II) geselecteerd. Doel van de praktijkproef is primair het aantonen van de praktische haalbaarheid van alternatieven voor koperhoudende antifoulings, waaronder alternatieve aangroeiwerende verven (non-stick) en het mechanische reiniging van recreatievaartuigen en daarmee het creëren van een draagvlak voor het gebruik hiervan. Aan de hand van de resultaten van de praktijkproef zal de doelgroep een goed inzicht moeten verkrijgen in de bruikbaarheid van de alternatieven voor koperhoudende antifoulings. Dit betekent voor de praktijkproef dat: - de hiaten in kennis ingevuld moeten worden; de toepasbaarheid, de duurzaamheid en de kosten van de alternatieven voor de doelgroep vastgesteld moeten worden; - het milieurendement van de alternatieve methoden vastgesteld moet worden; - de acceptatie door de doelgroep gerealiseerd moeten worden.
TNOTTaw-rapport TNO CAl96.993923 januari 1997 T a w R3526402
5 van 38
Het toepassen van "conventionele" antifoulings (AF),zoals door de meeste eigenaren van recreatievaartuigen wordt gedaan, berust vaak op de macht de gewoonte, behoudendheid, gebrek aan kennis [4]. Het is dan ook zaak om de betrokkenen met praktijkproeven te overtuigen dat het meestal niet nodig is om de meest effectieve middelen (b.v. meest effectieve antifoulings) te gebruiken om aangroei tegen te gaan. Deze proeven moeten wel uitgevoerd worden in de voor hen vertrouwde omstandigheden. Tevens zullen bij de evaluatie van deze proeven ook andere parameters, zoals kosten van onderhoud, gebruiksgemak en milieueffecten moeten worden meegenomen. Niet zo zeer de technische oplossing voor het alternatief maar het aantonen van de toepasbaarheid en geschiktheid van alternatieven is belangrijk om de benodigde mentaliteitsverandering te bewerkstelligen Uit de inventarisatie en de MCA zijn mechanisch reinigen en non-stick coatings als meest kansrijke en thans realiseerbare alternatieven naar voren gekomen. Non-stick coatings dienen hierbij ook in combinatie met mechanisch reinigen te worden onderzocht. Binnen de variant mechanisch reinigen zijn de verschillende concepten (handmatig en mechanisch borstelen, afspuiten/hoge drukwaterstralen en schrapen) niet apart beschouwd. Deze zullen in de praktijkproef wel nader bekeken moeten worden in combinatie met non-stick coatings. De verwachting is wel dat de toepassing van de verschillende reinigingstechnieken zal afhangen van het type boot, de vaargewoonten, het vaargebeid en de bereidwilligheid van de eigenaar. Bij de praktijkproef zal hiermee rekening moeten worden gehouden.
TNOlTaw-rapport TNO CA/96.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
2
6 van 38
OPZET ONDERZOEK
Bij alternatieven is in de inventarisatie ingegaan op de reeds bestaande ervaringen in andere landen. Bij de opzet van de praktijkproef wordt zoveel mogelijk van deze ervaringen gebruik gemaakt. 2.1
Tijdspad
Het plan van aanpak heeft betrekking op de tweede fase van het onderzoek naar alternatieven voor koperhoudende antifouling, namelijk de uitvoering van de praktijkproef. De praktijkproef is ingedeeld in drie fasen: Fase Ila: Voorbereiding
Om de praktijkproef in het vaarseizoen 1998 uit te voeren, zal in 1997 reeds met de voorbereidingsactiviteiten aangevangen moeten worden. Het vaarseizoen hangt samen met de openingsperiode van de jachthavens. Het seizoen loopt voor de meeste jachthavens van begin april tot eind oktober. Gedurende de winterperiode worden de meeste recreatievaartuigen op het droge in de winterstalling gezet. In deze periode (voorjaar 1997) zal een aanvang moeten worden gemaakt met het zoeken van deelnemende jachthavens/-wervenen booteigenaren. Een aantal variabelen zullen reeds in de voorbereidingsfase worden onderzocht door het gebruik van proefplaten. Fase Ilb: Uitvoering
Voordat de vaartuigen te water gaan zullen deze van de benodigde (beschermende/antifouling) coatings voorzien moeten worden. Deze werkzaamheden dienen plaats te vinden tijdens de winterstallingsperiode in de winter 1997/1998. In april/mei 1998 worden de vaartuigen te water gelaten. Vanaf dit tijdstip tot aan het einde van het vaarseizoen zullen onderzoeksgegevens verzameld moeten worden. Fase I k : Afronding en rapportage
Na sluiting van het vaarseizoen (oktober 1998) zullen de onderzoeksgegevens geïnterpreteerd, geëvalueerd en in een eindrapport verwerkt moeten worden. Tevens dienen de schepen weer in de oorspronkelijke staat te worden teruggebracht. Eventueel kan het project verlengd worden met een derde fase in het vaarseizoen 1999 (Fase 111). In de volgende hoofdstukken zullen de beschreven onderdelen van Fase II (Uitvoering van de praktijkproef) nader worden uitgewerkt, waarbij tevens een tijdsplanning en een kostenraming wordt toegevoegd.
2.2
Onderzoeksvarianten
Als resultaat van de Taken 1 en 2 van dit project en in overleg met de begeleidingscommissieis gekozen om de volgende antifouling concepten te testen in Fase II van het project: 1 ) Standaard koperhoudende antifouling (referentie) 2) Non-stick coating
TNOTTauw-rapport TNO CA196.993923 januari 1997 T a w R3526402
7 van 38
a) Afborstelen in het water b) Automatisch reinigen: Borstelbaan 3) Geen antifouling a) Afborstelen in het water b) Afspuiten op de kant b) Automatisch reinigen: Borstelbaan Deze onderzoeksvarianten zullen als variabelen in de testopzet ingebracht worden. Tevens wordt -door middel van proefplaten- nagegaan hoe de aangroei zal zijn zonder antifouling en zonder reinigen, om de aangroeidruk te bepalen en om de effectiviteit van de alternatieven te onderzoeken. Toelichting bij de coatings
Ter bescherming van het materiaal van het onderwaterschip (tegengaan van corrosie van staal of van osmose bij polyester (de gelcoat)) wordt een coating aangebracht. Nagegaan zal moeten worden of de te testen verf (b.v. non-stick coating) hierop aangebracht kan worden. Soms kan worden volstaan met een enkele laag, maar het kan ook zijn dat er meerdere lagen aangebracht moeten worden van een bepaald product. Bij de variant zonder antifouling is de beschermende coating tevens de buitenste coating. Een absolute voorwaarde voor een adequate milieuvriendelijke mechanische reiniging is een hiervoor geschikte coating op het onderwaterschip; met andere woorden de coating dient bestand te zijn tegen mechanisch reinigen. Coatings die bekend staan als harde, mechanisch sterke en gladde coatings zijn chloorrubberverven, epoxyharsen en polyurethaan. Een alternatief voor aangroeiwerende verven zijn non-stick coatings, gebaseerd op siliconenpolymeren of teflon. Het principe van aangroeiwering is erop gebaseerd dat de hechting van organismen door verlaging van de oppervlakte-energie wordt bemoeilijkt. Ook door de gladheid van de coating wordt de binding van het organisme aan het substraat zwakker. Non-stick coatings werken niet preventief, maar de aangroei is makkelijk te verwijderen. Problematisch van deze verf zijn de moeilijke applicatie, de matige slijtvastheid en de hogere onderhoudskosten. Bij hogedrukreiniging van met drukken groter dan zo'n 200 bar raakt de nonstick laag beschadigd. De exacte grens is niet bekend.
TNOTTauw-rapport
TNO CAl96.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
3
8 van 38
TECHNISCH INHOUDELIJKE ONDERZOEKSASPECTEN
De samenstelling en mate van aangroei wordt bepaald door milieufactoren zoals zoetkout, de oppervlaktegesteldheid van het object, trofie, helderheid van het water (hoeveelheid licht op de scheepswand), temperatuur, [2].De laatste drie variabelen zijn vooral van invloed op de plaatselijke ontwikkeling van de aangroei. Binnen zowel zoete als zoute wateren in dezelfde regio kan de mate van aangroei hierdoor aanzienlijk verschillen. In de projectopzet en -uitvoering zal hiermee zoveel mogelijk rekening worden gehouden. Omdat variatie van alle parameters op schepen praktisch niet mogelijk is, zullen naast de proeven met schepen ook proefplaten uitgezet worden om een betrouwbare en zo breed mogelijke evaluatie van de resultaten mogelijk te maken.
3.1
Locaties, randvoorwaarden
De locatiekeuze wordt primair bepaald door de omgevingsfactoren zoals: . zoet water met weinig aangroei (oligotroof); . zoet water met veel aangroei (eutroof); . zoetkout water; . zout water. Omdat de Nederlandse vaarwateren in het algemeen voedselrijk (eutroof) zijn, wordt een oligotroof water voor de praktijkproef niet representatief geacht. Daarnaast is bij de locatiekeuze rekening gehouden met het soort vaartuigen in de regio. De grotere motor- en zeiljachten zijn vooral te vinden in de jachthavens aan de Noordzee, bij de grotere meren en Waddenzee. De kleinere vaartuigen zijn vooral te vinden in de kleinere regionale wateren. Bij de specifieke keuze van de locatie spelen vooral de aanwezigheid van faciliteiten een rol. Zo dient er een botenlift of hefkraan aanwezig te zijn waarmee liftentheffen met staande mast mogelijk is en dient het bij voorkeur een locatie te zijn waar ook applicatie van coatings kan plaatsvinden en er moet een afspuitplaats zijn. Voor het aantal jachthavens/locaties wordt er vooral vanuit gegaan dat de praktijkproef beheersbaar blijft; per locatie/regio1 jachthaven. De praktijkproef zal op drie locaties worden uitgevoerd:
reaio
locatie
omgevingsfactoren
categorie vaartuigen
Noord-Holland
UitgeestlAlkmaardermeer, b.v.
zoet
kleinere motor-Izeiljach-
Jachthaven Zwaansmeerpolder Friesland
LauwersmeerMladdenzee, b.v.
ten zoet en zoetkout
grotere motor-keiljachten
zout
alle cateaorieën
Lauwersoog Jachthaven Noordergat Zeeland
nog vast te stellen
TNOITaw-rapport
TNO C1W6.9939 23 januari 1997
9 van 38
T a w R3526402
Voor de regio Zeeland zijn een aantal mogelijke locaties om het project uit te voeren. Dit zijn jachthavens aan de Grevelingen (Bruinisse en Brouwershaven)en Yerseke aan de Oosterschelde. Ook voor Noord-Holland zou een haven in het Blauwe Netwerk in het Groene Hart een alternatieve locatie kunnen zijn. Ook daar zullen dezelfde typen havens en schepen kunnen worden gevonden als de Jachthaven Zwaansmeerpolder
3.2
Vaartuigen
De experimenten zullen zowel op schepen als op proefplaten worden uitgevoerd. Het onderzoek richt zich op schepen die permanent in het water liggen. Het eventueel trailerbaar zijn vergemakkelijkt de mogelijkheden tot reinigen, daar deze schepen in het algemeen ondiepe of ophaalbare kielen, zwaarden en roeren hebben. De mogelijkheden van de thans beschikare borstelbaan bepalen de geschikheid van de boten, de rompvorm is hierbij belangrijk (platte of v-bodem en kiel tot 50 cm), het bouwmateriaal speelt een ondergeschikte rol. De schepen worden onderverdeeld in de volgende categoriën: Motorkruisers Hierbij wordt onderscheid gemaakt in vlakke, ronde en V-bodems en schepen met kielen. De kielboten zijn in het algemeen ongeschikt om op een borstelbaan gereinigd te kunnen worden. Schepen met een externe koeling of (kwetsbare) ondewaterapparatuur vallen ook af in de test, omdat deze lastig te reinigen en niet te borstelen zijn. Schepen met ronde bodems zijn slechts geschikt voor de evaluatie van het afspuiten op de wal en het handmatig afborstelen. Zeilboten (open en met kaiuit) Ook hier moet onderscheid worden gemaakt naar de aard van de bodem en de kiel. Schepen met kimkielen en diepstekende (high aspect ratio) kielenIroeren kunnen niet op een borstelbaan, terwijl dit met ondiepe kielen en ophaalbare kielen, zwaarden, en roeren wel mogelijk is. Het reinigen van schepen met ronde bodems op de borstelbaan zal echter lastig zijn en deze schepen zullen daarvoor in eerste instantie niet ingezet worden. Per locatie zullen de schepen verschillen. Op grote meren en op buitenwateren wordt met grotere schepen gevaren dan op plassen en vaarten. Bij de selectie van de boten dient rekening te worden gehouden met de lengte en het gewicht. Dit vanwege de hanteerbaarheid en de kostprijs van de schepen. Het is namelijk niet zinvol om een groot schip te nemen als een bepaalde variant met een kleiner schip (goedkoper en minder grote risico's!) ook geëvalueerd kan worden. De keuze moet echter wel representatief zijn in verband met de voorbeeldfunctie. Voor een betrouwbare evaluatie van de resultaten is het nodig bepaalde variabelen op proefplaten te testen, omdat dit bij een boot te hinderlijk is. Het gaat hier voornamelijk om de bepaling van de aangroeidruk gedurende het seizoen. Hierbij mag er niet gereinigd worden, of moet er op vaste tijden gereinigd worden. Voor een booteigenaar zal dit in het algemeen ontoelaatbaar zijn. Hiertoe zullen proefplaten van gecoat staal en van polyester op de locaties geplaatst worden. Ook het aanbrengen van proefvlakken wordt als onwenselijk beschouwd, daar de schepen in het algemeen te klein zijn om betrouwbaar verschillen te kunnen waarnemen. Hierbij speelt vooral de lichtinval en het stromingsprofiel langs de boot een belangrijke rol.
TNOKauw-rapport TNO C~W6.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
10 van 38
Het aantal vaartuigen zal worden beperkt om de proef qua kosten en organisatie beheersbaar te houden. Voor een betrouwbare evaluatie zal meer nadruk gelegd moeten worden op een nauwkeurige uitvoering van de proef, dan op een statistische beschouwing van de resultaten. Er hoeft niet gestreeft worden naar een evenredige deelname van diverse bootcategorien in een regio aan de test. Voorwaarden waaraan vaartuigen moeten voldoen
Uiteraard dienen de vaartuigen bij aanvang van de proef vrij van antifoulings te zijn. Mogelijk kan dit betekenen dat aanwezige antifoulinglagen vewijderd moeten worden. Het corrosiebeschermende coatingsysteem dient in goede conditie te zijn. Deelnemers
Bij recreatievaartuigen valt te denken aan verhuurbedrijven en boten van watersporters in het algemeen. Deels kunnen dit watersporters zijn die zijn aangesloten bij een milieuvereniging (bv. één van de Waterpaktorganisaties), maar in verband met het creëren van een draagvlak onder booteigenaren, is het wenselijk dat ook andere (evt. georganiseerde) watersporters deelnemen. Van belang zijnde uitgangspuntenvoor de deelnemende vaartuigen zijn: aan deelname zijn voor de watersporter geen kosten verbonden; na afloop van de praktijkproef zal de staat van het vaartuig in de uitgangssituatie hersteld worden. Alleen indien de deelnemer dit wenst, kan in overleg de voor de praktijkproef opgebrachte coating gehandhaafd blijven; de deelnemer zal tijdens de proef zo weinig mogelijk hinder van de reinigingsactiviteiten moeten ondervinden. Voor een betrouwbare evaluatie zullen de werkzaamheden deels door medewerkers van jachthavens en -werven uitgevoerd moeten worden. Het aspect van het gebruiksgemak mag hierbij niet vergeten worden.
3.3
Rein¡gen
De te beschouwen reinigingstechnieken zijn aangegeven in 5 2.2. Dit zijn reeds bestaande methoden. Niet zozeer de technische aspecten van de technieken dienen onderzocht te worden, maar wat belangrijk is, is hoe deze technieken in de praktijk toegepast kunnen worden. Geavanceerdere in ontwikkeling zijnde technieken zoals een borstelbaan zijn nieuw voor de Nederlandse situatie. In het onderzoek zal tevens moeten worden bekeken of verdere ontwikkeling hiervan wenselijk is. Aandachtspunten voor de praktijkproefzijn: 1. frequentie van reinigen; 2. tijdstip van reinigen; 3. gebruiksgemak; 4. wie voert de reiniging uit; 5. wat te doen met vrijkomend materiaal bij reiniging; 6. wie is verantwoordeiijk; 7. kosten van reinigen.
TNO/Taw-rapport
TNO CAl96.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
ad 1 en 2.
11 van 38
Frequentie en tudstip van reinigen
Als uitgangspunt kan worden gekozen tussen een variabele reinigingsfrequentie en een vooraf vastgestelde frequentie. Uitgangspunt in de praktijkproef zal in eerste instantie zijn, dat op met vaste frequentie van 1 maal per 2 maanden gereinigd zal worden. Uitgaande van een vaarseizoen van april tot oktober, zal reiniging plaatsvinden rond: eind mei, eind juli en eind oktober (of voordat het vaartuig in de winterstalling geplaatst wordt). Hierbij dienen de vakantieperioden in acht genomen te worden. Wanneer tijdens de praktijkproef blijkt dat de reinigingsfrequentie te hoog of the laag is, kan en zal deze tussentijds bijgesteld worden. ad 3.
Gebruiksgemak
Dit is een subjectief onderdeel, iedere watersporter zal dit op een eigen manier ervaren. Objectieve factoren die dit kader gemeten kunnen worden zijn bijvoorbeeld extra benodigde tijd voor onderhoud, applicatie, schoonmaken, vaargenot enz. Er zal zoveel mogelijk moeten worden geprobeerd hier op objectieve wijze mee om te gaan. Hiervoor is het nodig een regelmatige evaluatie van de stand van zaken uit te voeren vanuit de projectcoördinatie en tevens dient een deel van de werkzaamheden door haven- en jachtwerfmedewerkers uitgevoerd te worden. Dit maakt een eenduidiger evaluatie mogelijk. ad 4.
Wie voert de reiniging uit
Mechanische reiniging (afspuiten of borstelbaan) zal deels door personeel van de plaatselijke jachthaven of jachtwerf uitgevoerd moeten worden. In principe kan handmatig borstelen in het water door de booteigenaar zelf worden gedaan. Echter, omwille van de objectiviteit van de waarnemingen en mede omdat bij de reinigingsactiviteiten metingen verricht moeten worden, heeft het de voorkeur om & reinigingsactiviteiten onder toezicht van of door de jachthaven of jachtwerf te laten verrichten. Deze werkwijze heeft een aantal voordelen: per locatie kan de coördinatie van de werkzaamheden door één kontaktpersoon gedaan worden; de werkzaamheden waarbij gemeten dient te worden kunnen op 'werkdagen' (maandag t/m vrijdag) plaatsvinden. Dit is van belang voor de planning van de werkzaamheden voor zowel de jachtwerf als de metende instantie (supervisie, reinigen en meten dienen goed afgestemd te worden!); de deelnemende watersporter ondervindt weinig hinder van de proef en zal geen extra 'kostbare' vrije tijd verliezen doordat de metende instantie een en ander in detail moet vastleggen. Hierbij moet echter wel in het oog worden gehouden dat de booteigenaar de werkzaamheden ook zelf zou moeten kunnen en willen uitvoeren. Voorafgaand aan de praktijkproef zullen hierover tussen de booteigenaar en de jachthaven goede afspraken gemaakt moeten worden. Dit mede in verband met aansprakelijkheid bij beschadigingen tijdens de verplaatsing van de boot. Deze dienen in een schriftelijke overeenkomst worden vastgelegd. ad 5.
Vrijkomend materiaal bij reinigen
Bij afspuiten op de kant, wordt het spuitwater (met aangroei) tegenwoordig in de meeste jachthavens opgevangen in een Rezinkbassin. In principe zal het bezinksel bestaan uit organisch materiaal. In dat geval zou het bezinksel op eenvoudige wijze volgens de geldende procedures afgevoerd kunnen worden.
TNOITauw-rapport
TNO CN96.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
12 van 38
Bij borstelen in het water komt de afgeborstelde aangroei in het oppervlaktewater terecht. Bij kleine hoeveelheden hoeft zal dit geen probleem voor het watermilieu vormen. Echter, wat de effecten bij grotere hoeveelheden zijn, zal in de praktijkproef onderzocht moeten worden. Ook zal in dit geval bekeken moeten worden in hoeverre verfdeeltjes bij het borstelen vrijkomen. Dit betekent tevens dat nauwkeurig moet worden nagegaan of een bepaalde coating geschikt is voor deze vorm van mechanische reiniging. ad 6. Verantwoordelijkheid en risico's
De verantwoordelijkheid voor de werkzaamheden en de uitvoering van de proef moet primair liggen bij de opdrachtgever van het project. Deze verantwoordelijkheid kan vervolgens voor wat betreft schade ontstaan door onzorgvuldig uitgevoerde werkzaamheden worden verhaald op de eventuele uitvoerders. Voor wat betreft de aantasting van de schepen door aangroei of het herstellen van de oorspronkelijke situatie ligt de veranwoordelijkheid bij de opdrachtgever van het project. Het is derhalve noodzakelijk om selectief te zijn in de schepen die bij de proef worden betrokken met betrekking tot de kostprijs van het schip. Er zal wel onderscheid gemaakt moeten worden tussen aan de opdrachtgever van het project verwijtbare en niet verwijtbare schade.
3.4
Onderzoeksgegevens
Als argument voor gebruik van (koperhoudende) antifoulings wordt veelal het hogere brandstofverbruik en de afname van vaarsnelheid genoemd. Daarnaast spelen cosmetische aspecten een belangrijke rol, met name bij zeilboten. Een aangegroeid onderwaterschip dat onder helling zichtbaar is ziet er niet zo mooi uit (niet voor het oog van de buurman en ook niet voor de fotocamera).
Metingen van vaarsnelheid en brandstofverbruik zijn met bestaande vaartuigen in de praktijksituatie nauwelijks uitvoerbaar. Er zijn echter publicaties, o.a. over de relatie tussen ruwheid en toename wrijving [o.a.5], deze kunnen als indicatie hiervoor worden gebruikt. Metingen die wel in in de praktijkproef verricht moeten (en kunnen) worden zijn: soorten aanaroei en hoeveelheid: door middel van determinatie, visuele bepaling van bedekkingsgraad en lengte van de aangroei, foto's; effect reiniaen OD coatinas (bestendiaheid coatinas): visuele inspectie van de coating op de scheepshuid, vastleggen op foto's; aard en omvana schrobsel: bij afspuiten: bepaling van het restvolume (m3) na bezinking en bepaling gehalte aan droge stof; bij borstelen in het water: monstername van oppervlaktewater vlak voor en na reinigen; visuele waarnemingen van verontreiniging in het oppervlaktewater. benodiade fvsieke inspannina voor reiniainq: tijdsduur van reinigen, benodigde waterdruk bij afspuiten, bij handmatige reiniging, benodigde fysieke inspanning (= subjectief oordeel, hechtingssterkte van o.m. zeepokken kan wel gemeten worden);
TNO CAB6.993923 januari 1997 T a w R3526402
13 van 38
milieuvariabelen die de mate van aanaroei beïnvloeden: pH oppervlaktewater, watertemperatuur, doorzicht, trofie-graad (N en P). Een goed beeld over het vaarseizoen wordt verkregen bij maandelijkse metingen. kosten (zie ook hoofdstuk 7) Op dit moment kunnen slechts indicaties worden gegeven van de kosten van reiniging. De kosten van de coatings en de applicatie kunnen reeds van te voren nauwkeurig ingeschat worden. Op basis van de ervaringen in het project kan een schatting gemaakt worden voor de kosten van reiniging in de praktijk.
3.5
Registratie
Tijdens de praktijkproef zullen de relevante onderzoeksgegevens zodanig geregistreerd moeten worden dat deze gedurende en na afloop van het vaarseizoen geïnterpreteerd en geëvalueerd kunnen worden. Dit betekent dat de gegevens van de verschillende locaties, voor zover mogelijk, onderling vergelijkbaar moeten zijn. Hiertoe zullen voorafgaand aan de praktijkproef registratieformulieren opgesteld moeten worden. Gegevens zullen door verschillende partijen worden geregistreerd: metende instantie, jachtwerf/jachthavenen booteigenaar (schipper). Schipper: registratieformulier voor vaarbewegingen (wanneer (in dagen), waar (welke regio, bijzonderhe den) en uitgevoerde reinigingsactiviteiten(logboek); - tijdens de proef en einde van het vaarseizoen: enquête (opmerkingen, suggesties voor verbeteringen); Metende instantie: - de metingen tijdens de reinigingsactiviteitenzullen bij voorkeur door een extern bureau uitgevoerd worden. Bemonstering van oppervlaktewater en de chemische analyses zal plaatsvinden volgens de geldende NEN-normen en dienen Sterlab gecertificeerd te zijn. Jachthaven/jachtwerf: - m.b.t. de reinigingsactiviteitenworden middels een registratieformulier onder andere de volgende punten genoteerd: naam schip, boottype, afmetingen, coating, wanneer en waar, reinigingsmethode, tijdsduur reiniging, spuitdruk, bijzonderheden etc. Foto's zijn hierbij een handig hulpmiddel. Bij supervisie zal de uitvoeringsorganisatie een en ander uiteraard m.b.v. foto's vastleggen.
-
3.6
Onderzoeksopzet per locatie
Op basis van de te onderzoeken antifouling concepten (zie § 2.2) is in tabel 1 een samenvatting gegeven van de opzet van het onderzoek.
TNO/Tauw-rapport
14 van 38
TNO CA/96.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
Tabel 1 :
Onderzoeksopzet van het project.
I
I
zout
I
ZoeVzout
zoet
I
Opmerkingen
I
Locatie
- naam - lift - kraan
Lauwenmeer,
Uitgeestermeer,
Jachth. Noordergat
Jachth.Zwaansmeerpolder
?
17 ton staande mast
14 ton staande mast
?
?
600 kg
Boten
- motorkruisers - zeiljachtjes - open zeilboten
tot 12 m.
tot 12 m.
tot 12 m.
idem tot 6m
tot 6m
Panelen
- reinigen
Doel: bepalen 1 keer/maand
1 keerlmaand
- niet reinigen
1 keerlmaand
foulingdruk en
?
effectiviteit reinigen
CU-AF
- handmatig borstelen - afspuiten
nee
nee
nee
nee
- borstelbaan
nee
nee
Non-stick
- handmatig borstelen - afspuiten
- borstelbaan
ja
ja
nee
nee
ia
ia
Geen AF
- handmatig borstelen - afspuiten - borstelbaan
Opmerkingen - Voor zoet water kunnen de Westeinder Plassen een alternatief zijn. Hierover is geen verder informatie bekend (idee M.Tromp). - Voor zout water is de locatie nog niet vastgesteld. mogelijkheden zijn: Yerseke, Jachthaven Prins Willem Alexanderhaven Faciliteiten W Yerseke 10 ton (staande mast) Hefkraan Oude Vissershaven Bruhisse, Jachthaven Bruinisse B.V. Faciliteiten Hefkraan 17 ton (2,5meter diepgang) Tarief op aanvraag Brouwershaven Faciliteiten Diverse, alleen voor leden Particulier Jachtwerf Kesteioo Hefkraan 9 ton, tot 13 m.
TNOITauw-rapport TNO CAB6.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
15 van 38
Vanaf f230,= (staande maast) Gebr. van Ost Hefkraan tot 34 ton (staande mast, tarief op aanvraag) Veerse Meer, geen nadere informatie In principe l x per twee maanden reinigen (gerelateerd aan vaarseizoen en vakanties). Indien echter wegens hevige aangroeidruk noodzakelijk, dan frequenter. Beoordeling hiervan door eigenaar, beslissing in overleg. Het reinigen of borstelen dient onder toezicht te gebeuren om de situatie voor en na eenduidig vast te stellen. Dit kan eventueel door een medewerker van de jachthaven of -werf onder begeleiding worden uitgevoerd. Voor de borstelbaan dienen de boten een vlakke of V-bodem te hebben. Er mogen geen kimmen of andere uitsteeksels aanwezig zijn. Een kleine ondiepe kiel is toegestaan.
TNOITauw-rapport TNO CN96.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
4
FASERING VAN HET PROJECT
4.1
Inleiding
16 van 38
Ter voorbereiding en uitvoering van Fase II van het project dienen de volgende stappen afgewerkt te worden (zie de bijlage voor een schematisch overzicht): Fase /la: Voorbereiding (week 4-35 1997):
1
Initiatie en Manaaement Oprichting projectgroep en taakgroepen (week 4-5, 1997); 1 a) Uitvoeringsorganisatie opzetten (week 5-9, 1997) 1 b) Verfindustrie benaderen (week 10-1 1 , 1997); 1 c) Aansprakelijkheden inventariseren (week 10-24, 1997); Id)
2
Locat¡es Za) 2b) 2d) Ze)
Kiezen locaties (week 6); Overleg met werven en/ofhavens (week 7-8, 1997); Locaties vaststellen (week 9, 1997); Maken van afspraken met werven en/ofhavens (week 35, 1997); Proefpanelen en evaluatie aangroei in 1997 (week 10-41, 1997);
Schepen 3a) 3b) 3c) 3d)
Selecteren van schepen (week 10-1 2, 1997); Overleggen met scheepseigenaren (week 13-1 7, 1997); Vaststellen scheepskeuze (week 18, 1997); Maken van afspraken met scheepseigenaren (week 35, 1997);
2c)
3
4
WerkDlan maken Werkplan in detail uitwerken (week 19-20, 1997); 4a) Werkplan vaststellen (week 21, 1997); 4b) Offertes aanvragen bij werven enlof havens (week 22-24,1997); 4c) Offerte aanvragen voor borstelbanen (week 22-24, 1997); 4d) Offerte aanvragen voor aanleg borstelsteigers (week 22-24, I997); 4e) Offerte aanvragen voor bemonstering en analyses (week 22-24, 1997); 4f) Offerte aanvragen voor evaluatie AF (week 22-24, 1997); 49)
5
Veraunninaen Inventarisatie noodzakelijke vergunningen (week 10-1 1 , 1997); 5a) Beslissen over vergunningaanvraag (week 12, 1997); 5b) Vergunningen aanvragen (week 12, 1997); 5c) 5d) Vergunningverlening (week 38, 1997)
6
Voorbereiden aeaevensreaistratie Gegevensregistratie voorbereiden (week 30-35, 1997); sa)
TNO/Tauw-rapport
TNO CN96.9939 23 januari 1997
lauw R3526402
17 van 38
Fase Ilb: Uitvoenngsfase (week 36, 7 997-week 40, 7 998):
7
Aanlea infrastructuur Aanleg van borstelbanen (week 41, 1997- week 1 O, 1998); 7a) Aanpassing van afspuitplaatsen (week 41, 1997- week 1 O, 1998); 7b) Aanleg borstelsteigers (week 41, 1997- week 10, 1998); 7c)
8
Applicatie van coatinas Applicatie van coatings op schepen (week 36, 1997- week 14, 1998); Ba) Fabricage proefpanelen, bouw opstellingen (week 6-1 2, 1998) 8b) Plaatsing proefpanelen (week 14, 1998); 8c)
9
Uitvoerina van de Droef Meten van aangroeidruk (week 14-40, 1998); 9a) Meten van effectiviteit reinigen (week 14-40, 1998); 9b) Meten van evt. vervuiling (week 14-40, 1998); 9c)
10
Communicatie Communicatie naar deelnemers (week 36, 1997-week 52, 1998): 1 Oa) Communicatie naar belanghebbenden (week 36, 1997-week 52, 1998): 1 Ob) Overleg tussen PG, TG's en U0 (week 36, 1997-week 52, 1998): 1 Oc)
Fase lic: Afronding en Rapportage (week 39-52, 7998): 11 Afronding
Ila) Ilb) 1 IC) 1 Id)
Enquete onder deelnemers (week 39-42, 1998); Herstel van coatingsysteem op schepen (week 41-52, 1998); Evaluatie van resultaten (MCA) (week 4 3 4 , 1998) Rapportage (week 45-50,1998);
De hier vermelde stappen zijn zoveel mogelijk in een logische tijdsvolgorde opgesomd, maar sommigen zullen tegelijk starten. In het onderstaande zullen de verschillende stappen nader worden toegelicht.
4.2
Fase Ila: Voorbereiding
In deze paragraaf zullen de verschillende stappen in de voorbereiding nader worden uitgewerkt. Hierbij worden tevens de tijdsduur en de uitvoerenden van de verschillende taken aangegeven. Voor een overzicht van de organisatie wordt vewezen naar hoofdstuk 5. Initiatie en Manaaement Oprichting projectgroep en taakgroepen (week 4-5, 1997/PG,TG's) 1 a) Om het project op te starten zullen een overkoepelende projectgroep (PG) en regionale taakgroepen (TG's) moeten worden opgericht. In de P G zullen zitting moeten hebben: vertegenwoordigers van de deelnemende organisaties en vertegenwoordigers vanuit de TG's. Tevens is de participatie van (vertegenwoordigers van) 1
TNO/Tauw-rapport TNO CAl96.993923 januari 1997 T a w R3526402
18 van 38
watersporters van groot belang. Deze vertegenwoordigers zullen mogelijk ook in de TG's moeten participeren, maar in ieder geval in de PG. Het KNWV is inmiddels over het project geïnformeerd, maar ook andere belangengroepen als de ANWB dienen betrokken te worden. Uitvoeringsorganisatie opzetten (week 5-9, 1997/PG) Ten behoeve van de uitvoering en het dagelijks management van het project zal een uitvoeringsorganisatie (UO)in het leven moeten worden geroepen. Hiervoor zullen offertes moeten worden aangevraagd. Dit plan van aanpak dient hiervoor als basis. 1b)
Verfindustrie benaderen (week 10-11, 1997/PG); 1 c) De gekozen antifoulingvarianten en de later op te stellen lijst van deelnemende schepen dienen als basis bij de benadering van de verfindustrie als deelnemer (sponsor) in het project. Indien zij deelnemen zouden zij een deel van de applicatiekosten van de coatingsystemen voor hun rekening kunnen nemen. De eerste contacten in dit kader zijn reeds gelegd en door fabrikanten is interesse uitgesproken. Aansprakelijkheden inventariseren (week 10-24, 1997, PG, TG's, UO); Ten behoeve van het werken met schepen van particulieren is het noodzakelijk na te gaan in hoeverre de PG en de TG's aansprakelijk zijn voor eventuele schade. In deze taak zal dit worden onderzocht, in samenwerking met de juridische afdelingen van de deelnemers in de PG en TG's. 1d)
2 Locaties Kiezen locaties (week 6, 1997/PG, TG's) 24 In dit plan van aanpak zijn een aantal mogelijke locaties aangedragen, met de randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden. Hieruit zal een definitieve keuze gemaakt moeten worden, waarbij de mogelijkheden voor additionele financiering meegewogen kan worden.
Overleg met werven en/ofhavens (week 7-8, 1997/TG's) 2b) Na de keuze voor de locatie zal bij de havens enlof werven moeten worden nagegaan of deze bereid zijn medewerking aan het project te verlenen en of gewenste typen schepen daar aanwezig zijn. De tarieven voor het verrichten van diverse handelingen dienen te worden vastgelegd. Deze afspraken en gegevens vormen de basis voor de detailuitwerking van het plan van aanpak onder 4). De definitieve keuze kan pas bepaald worden als aan de voorwaarden met betrekking tot de medewerking van havens en/ofwewen voldaan is. Locaties vaststellen (week 9, 1997/PG,TG's) 2c) Op basis van de verkregen informatie uit Taak 2b) kan de keuze voor de locaties definitief worden vastgesteld. Maken van afspraken met werven en/ofhavens (week 35, 1997/UO) 2d) Naar aanleiding van de te verrichten werkzaamheden te formuleren in het werkplan (Offerte Taak 4c) kunnen definitieve afspraken worden gemaakt met havens en/ofwerven.
TNO/Tauw-rapport
TNO CN96.9939 23 januan 1997 T a w R3526402
19 van 38
Proefpanelen en evaluatie aangroei in 1997 (week 10-41, 1997/UO) Ze) Ten behoeve van het valideren van de testresultaten is het noodzakelijk inzicht te krijgen in de aangroeidruk op de diverse locaties gedurende het vaar- en aangroeiseizoen. Hiertoe dienen proefpanelen te worden geplaatst, waarop ondermeer de antifoulingvrije variant getest wordt. Tevens dienen een aantal platen geborsteld te worden. De proefpanelen dienen eind maart, als het aangroeiseizoen begint, geplaatst te zijn. Vervolgens zullen maandelijkse inspecties van de proefpanelen uitgevoerd moeten worden. Aan het einde van het aangroeiseizoen zal dit gerapporteerd worden. 3 Schepen Selecteren van schepen (week 10-12, 1997/UO) 3a) Na de vaststelling van de locatiekeuze kan de U 0 aanvangen met de selectie van de schepen. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de bouwaard (materiaal, rompvorm), de staat van onderhoud en de aard van de reeds aanwezige coatings. Dit kan gebeuren met behulp van de jachthavenbeheerders, havenmeester enlof watersportverenigingen. Overleggen met scheepseigenaren (week 13-17, 1997/TG's, UO) 3b) Na de selectie van de schepen zal overlegd moeten worden met de eigenaars over wat van hen wordt verwacht en of zij bereid zijn hieraan te voldoen. Vaststellen scheepskeuze (week 18, 1997/TG's, UO) 3c) Aan de hand van de resultaten van Taak 3b) kan een definitieve keuze gemaakt worden met betrekking tot de deelnemende schepen. 3d) Maken van afspraken met scheepseigenaren (week 35, 1997) Naar aanleiding van de te verrichten werkzaamheden te formuleren in het werkplan 4b) kunnen definitieve afspraken worden gemaakt met de deelnemende scheepseigenaren. Met de deelnemers zullen concrete afspraken gemaakt moeten over zaken als risico-aansprakelijkheid bij schade, kosten, aan te brengen coatings, oorspronkelijke staat van onderhoud, vaargedrag etc. De afspraken zullen bij voorkeur schriftelijk in een overeenkomst vastgelegd moeten worden. Een ontwerp van de overeenkomst zal bij voorkeur in samenspraak met de K N W worden opgesteld. Schade als gevolg van activiteiten in verband met de praktijkproef, vallen in het algemeen niet binnen de verzekering van de booteigenaar of de jachtwerf. Deze risico's zullen apart verzekerd moeten worden, wellicht door de projectorganisatie of als aanvullende verzekering bij jachthavens/-werven.Inschakeling van juridisch specialisten is hierbij van groot belang. 4 Werkplan maken Werkplan in detail uitwerken (week 19-20, 1997/TG's, UO) 4a) Nadat de keuze voor wat betreft de locaties, deelnemende schepen en havens en/of werven definitief zijn vastgesteld kan het werkplan in detail worden uitgewerkt. Het plan van aanpak dient hiervoor als basis. Het werkplan geeft een nauwkeurige beschrijving van alle werkzameheden die moeten worden uitgevoerd in het project (Fase Ilb en c). Op basis hiervan kunnen offertes aangevraagd worden bij de diverse uitvoerders (jachthavens en werven).
TNOTTauw-rapport TNO CN96.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
20 van 38
Werkplan vaststellen (week 21, 1997/PG,TG's) 4b) Nadat het werkplan is uitgewerkt dient het door de P G en de TG's te worden vastgesteld. Offertes aanvragen bij werven en/ofhavens (week 22-24, 1997/TG's, UO) 4c) Op basis van de in het werkplan beschreven werkzaamheden kunnen offertes aangevraagd worden bij de werven en/ofhavens. Offerte aanvragen voor borstelbanen (week 22-24, 1997/PG,TG's, UO) 4d) Op basis van de gemaakte keuzes in het werkplan kunnen de benodigde borstelbanen besteld worden. De eerste contacten met de Finse fabrikant zijn reeds gelegd. Offerte aanvragen voor aanleg borstelsteigers (week 22-24, 1997RG's, UO) 4e) Ten behoeve van het handmatig borstelen van de schepen zijn lage (aangepaste) steigers nodig. Deze dienen door externe aannemers te worden aangelegdlaangepast. Hiervoor wordt in deze taak offerte aangevraagd. 4f) Offerte aanvragen voor bemonstering en analyses (week 22-24, 1997/TG's, UO) Ten behoeve van de bepaling van de eventuele vervuiling dienen bemonsteringen van het afvalwater en analyse ervan uitgevoerd te worden. In deze taak wordt hiervoor offerte aangevraagd.
Offerte aanvragen voor evaluatie AF (week 22-24, 1997/TG's, UO) 49) Voor de evaluatie van de effectiviteit van de aangroeiwerende maatregelen en de bepaling van de foulingdruk zullen ter plaatse inspecties moeten worden uitgevoerd. Hierbij dient tevens de fabrikage en de plaatsing van de proefpanelen te worden geoffreerd. Bij voorkeur dienen deze werkzaamheden door de uitvoeringsorganisatie uitgevoerd te worden 5 Veraunninaen Inventarisatie noodzakelijke vergunningen (week 10-1 1 , 1997/PG,TG's, UO) 5a) Nadat is vastgesteld welke werkzaamheden op welke locaties worden uitgevoerd, kan worden nagegaan in hoeverre deze werkzaamheden vergunningsplichtig zijn. Hogedruk reiniging op de kant valt binnen de activiteiten van de jachthaven/-werfals inrichting conform de Wet Miiieubeheer. Melding is dus niet nodig. Reiniging in het water is in principe W o plichtig. In beginsel is het volgens deze wet namelijk verboden om zonder vergunning afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen, in welke vorm dan ook, te brengen in oppervlaktewateren. Als het alleen gaat om van nature in het watersysteem aanwezige stoffen (zeepokken, algen en wieren) zou een Wo-vergunning niet van toepassing zijn. Echter, gezien het in dit geval eigenlijk gaat om het concentreren van organisch materiaal op één plaats, iets wat als zodanig een belasting voor het watermilieu kan zijn, kunnen de reinigingsactiviteitenals lozing beschouwd worden en zijn derhalve Wo-piichtig.
Beslissen over vergunningaanvraag (week 12, 1997/TG's, UO) 5b) Aan de hand van de resultaten van de inventarisatie van de benodigde vergunningen zal een beslissing moeten worden genomen over welke vergunningen moeten worden aangevraagd.
TNO/Tauw-rapport
TNÖ CAS6.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
21 van 38
Vergunningen aanvragen (week l2,1997RG's, UO) 5c) In deze taak worden de benodigde vergunningen aangevraagd om de geplande werkzaamheden te mogen uitvoeren. Vergunningverlening (week 38, 1997/PG,TG's, UO) 5d) De verlening van de benodigde vergunningen voor de uit te voeren werkzaamheden is een mijlpaal voor de voortgang van het project. Voorbereiden aeaevens reaistratie 6 Gegevensregistratievoorbereiden (week 30-35, 1 997) 6a) O m een eenduidige gegevensregistratie te vemvezenlijken moeten registratieformulieren worden ontworpen. Tevens dienen voor de uitvoerders van reinigingsactiviteiten richtlijnen opgesteld te worden volgens welke de werkzaamheden en registratie uitgevoerd moeten worden.
4.3
Fase Ilb: Uitvoering
In deze paragraaf zullen de verschillende stappen in de uitvoeringsfase nader worden uitgewerkt. Hierbij worden tevens de tijdsduur en de uitvoerenden van de verschillende taken aangegeven. 7 Aanlea infrastructuur 7a) Aanleg van borstelbanen (week 41, 1997- week 10, 1998, TG, UO) In overleg met de eigenaars of beheerders van jachthavens/-wervenzal op de vastgestelde plaats moeten worden aangevangen met de installatie van de reinigingsapparatuur.
Aanleg borstelsteigers (week 41, 1997- week I O , 1998, TG, UO) 7b) Het borstelen in het water dient bij voorkeur plaatsvinden vanaf een steiger of walkant met een niveau vlak boven de waterspiegel. Mogelijk moet hiervoor een steiger worden aangepast of geplaatst. Applicatie van coatinas Applicatie van coatings op schepen (week 36,1997- week 14, 1998, UO) 8a) Ten behoeve van de proefnemingen zullen van een aantal schepen de coatingssystemen dienen te worden aangepast. Hierbij valt te denken aan het verwijderen van oude antifoulinglagen en het aanbrengen van hechtlagen. Deze werkzaamheden dienen in het winterseizoen te worden uitgevoerd. 8
Fabricage proefpanelen, bouw opstellingen (week 6-1 2, 1998, UO) Ten behoeve van het valideren van de testresultaten is het noodzakelijk een aantal variabelen op proefpanelen te testen (zie ook taak 2e). De proefpanelen dienen eind maart, als het aangroeiseizoen en de proef beginnen, geplaatst te zijn. 8b)
Plaatsing proefpanelen (week 14, 1998, UO) 8c) De proefpanelen dienen eind maart, als het aangroeiseizoen en de proef beginnen, geplaatst te zijn.
TNOmauw-rapport TNO CAl96.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
22 van 38
Uitvoerina van de proef Meten van aangroeidruk (week 14-40, 1998, UO); 9a) Ten behoeve van een betrouwbare evaluatie van de effectiviteit van de aangroeiwerende maatregelen en het reinigen, is het nodig dat de aangroeidruk gedurende het seizoen bepaald wordt. Hiertoe zullen maandelijkse inspecties van de proefpanelen uitgevoerd moeten worden. 9
Meten van effectiviteit reinigen (week 14-40, 1998, UO); 9b) De effectiviteit van het reinigen zal regelmatig geëvalueerd moeten worden. De uitvoerders van de reinigingswerkzaamheden en scheepseigenaren zullen hiertoe rapporteren aan de uitvoeringsorganisatie en de TG's. Op basis van deze gegevens kan eventuele bijsturing van het project plaatsvinden en tevens kunnen deze tussentijdse resultaten worden gebruikt in de communicatie naar de deelnemers en belanghebbenden. Meten van evt. vervuiling (week 14-40, 1998, UO); 9c) Gedurende het project zal regelmatig moeten worden nagegaan of er vervuiling optreedt ten gevolge van de reinigingswerkzaamheden.Zie hiervoor ook 53.4. 10 Commun¡catie Communicatie naar deelnemers (week 36, 1997-week 52, 1998, PG, TG, UO): loa) Ten behoeve van het creeëren van een draagvlak voor de alternatieven voor koperhoudende antifouling is het noodzakelijk de deelnemers en de belanghebbenden regelmatig te informeren. Een communicatieplan is in hoofdstuk 5 nader uitgewerkt.
lob) Communicatie naar belanghebbenden (week 36,1997-week 52,1998, TG, UO): Ook zal er richting de pers de nodige informatie moeten gaan om de aandacht op het project te vestigen. Een communicatieplan is in hoofdstuk 5 nader uitgewerkt.
4.3
Fase I k : Afronding en rapportage
11 Afrondinq 1 1 a) Enquete onder deelnemers (week 39-42, 1998/UO) Aan het einde van het seizoen zal onder de deelnemers (scheepseigenaren) een enquete worden uitgevoerd om hun bevindingen in beeld te krijgen. Hierbij is het belangrijk na te gaan in hoeverre zij eventuele nadelen van de alternatieven ervaren en of zij daadwerkelijk bereid zijn om af te zien van de toepassing van koperhoudende antifouling. 1 1 b) Herstel van coatingsysteem op schepen (week 41 -52, 1998, UO) Voor zover gewenst door de scheepseigenaar zal de oorspronkelijke situatie voor wat betreft de toegepaste coatings moeten worden hersteld. Deze werkzaamheden dienen in de winterperiode na het vaarseizoen 1998 te worden uitgevoerd.
Evaluatie van resultaten (MCA) (week 43-44, 1998/UO) 1 1 c) Naar aanleiding van de resultaten van de proefnemingen zal een nieuwe Multi Criteria Analyse (MCA) moeten worden uitgevoerd om met gemeten getallen als invoer een afweging van de alternatieven te kunnen uitvoeren.
TNO/Taw-rapport
TNO CAB6.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
23 van 38
Rapportage (week 45-50,1998/UO) Als alle gegevens verzameld zijn en de nieuwe afweging is uitgevoerd kan een rapportage worden gemaakt. Hierin zullen de resultaten van de bepaling van de aangroei gedurende het seizoen, de effectiviteit van de schoonmaakactiviteiten, de bruikbaarheid van de non-stick coating en de ervaringen zonder antifouling en de ervaringen van de deelnemers worden beschreven. Deze rapportage dient als uitgangspunt voor de communicatie naar de deelnemers en de belanghebbenden, zoals in hoofdstuk 5 nader wordt beschreven. 1 1 d)
TNOTTauw-rapport TNO CA196.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
5
24 van 38
ORGANISATlE EN COMMUNICATIE
In dit hoofdstuk wordt een voorstel gegeven voor de projectstructuur. Hierbij wordt invulling gegeven aan de doelstellingen en uitgangspunten van de praktijkproef. De projectstructuur dient zodanig te zijn dat op adequate wijze uitvoering aan de omschreven activiteiten gegeven kan worden. Voor een goede voortgang van de praktijkproef en om problemen tijdig te signaleren en naar aanleiding daarvan te kunnen bijsturen, is goede interne communicatie van essentieel belang. Externe communicatie en publiciteit is van cruciaal belang voor de werving van deelnemers en voor het creëren van een draagvlak bij de watersporters.
5.1
Organisatie
De huidige begeleidingscommissie die bestaat uit vertegenwoordigers van waterkwaliteitsbeheerders uit de provincie Noord Holland, provincie Friesland, Waterpakt en REA, zal met andere partneddeelnemers (uitvoeringsorganisatie, watersportberaad) moeten worden uitgebreid tot een (overkoepelende) projectgroep (PG), die zich voomamelijk beleidsmatig met het project zal bezighouden. Bij voorkeur zal ook het KNWV, als vertegenwoordiger van de watersporters, hierin met een adviserende rol deelnemen. Of ook voor andere belangenorganisaties als de ANWB en de HISWA een rol is weggelegd zal moeten worden nagegaan. Concreet betekent dit dat de PG zal bestaan uit: voorzitters van de regionale TG's (kan waterkwaliteitsbeheerder zijn) en vertegenwoordigers van de uitvoeringsorganisatie, RIZA, Waterpakt en het watersportberaad (CMP). De regionale coördinatie en uitvoering en het contact met de deelnemers wordt neergelegd bij (regionale) Taakgroepen (TG's). De personele invulling hiervan is afhankelijk van de betrokken instanties. De TG is in eerste instantie het aanspreekpunt voor de deelnemende watersporters en jachthavens/-werven. De TG's worden geleid door teamleiders, deze legt verantwoording af aan de PG t.a.v. de voortgang van de activiteiten. De dagelijkse begeleiding en het management van de uit te voeren werkzaamheden en eventueel het secretariaat van de PG en de TG's (ondersteunend) zal bij voorkeur door een externe organisatie gevoerd worden: de uitvoeringsorganisatie (UO). Het is tevens wenselijk dat dit dezelfde instantie is die ook als metende instantie bij de reinigingsactiviteiten betrokken is. In figuur 1 is een organisatiediagram opgenomen van de voorgestelde projectorganisatie. O m het project goed te kunnen sturen en de stroom van gegevens en andere informatie goed te laten lopen is het wenselijk dat de uitvoeringsorganisatie hierbij als centraal punt fungeert. Hierdoor bestaat bij de uitvoeringsorganisatie volledig inzicht in de gang van zaken in het project en daardoor kan deze organisatie tevens adequaat advies uitbrengen aan de projectgroep en de taakgroepen indien bijsturing van het project nodig is.
TNOlTauw-rapport TNO CAlB6.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
25 van 38
I '
1
I
& I
Taakgroep 1 Friesland
'
I
~
I
I
--+ Werven I
, j
I
Havens
I
Q
boteigenaren
~
j
Taakgroep Zeeland
I
l
A
I
+
Werven
~
I
A I
!--&
Werven
I
1 i
~
Taakgroep 1 I Noord-Holland
i
¡
4
I
I
l
-& Booteigenareni +Booteigenaren '
i
I
~
l
i
I
l
l
Figuur 1 :
5.2
Organisatiediagram van de voorgestelde projectorganisatie ten behoeve van de sturing van het project.
Interne communicatie
Om tijdig problemen te signaleren en adequaat te kunnen sturen is een goede interne communicatie van essentieel belang. Vergaderfrequentie Projectgroep en Taakgroepen
Naar schatting zal de overkoepelende Projectgroep gemiddeld eens per 2 maanden en indien nodig op ad-hoc basis bijeenkomen, waarbij terugkoppeling vanuit de regionale Taakgroepen zal plaatsvinden. Hierbij zal de uitvoeringsorganisatie die het management en het secretariaat voor het project uitvoert aanwezig zijn. De Taakgroepen die de regionale organisatie uitvoeren, zullen tijdens de praktijkproef gemiddeld eens per 1 à 2 maanden overleggen, afhankelijk van de activiteiten die op dat moment verricht worden. De uitvoeringsorganisatie kan hierbij aanwezig zijn.
TNO/Tauw-rapport TNO CN96.9939 23 januari 1997 T a w R352W2
26 van 38
Deelnemers Voor de interne communicatie naar de deelnemers zal een nieuwsbrief in het leven geroepen kunnen worden. Deze nieuwsbrief bevat rapportages over de voortgang, wetenswaardigheden en achtergronden van het project. De redactie hiervan zal namens de overkoepelende Projectgroep door de Uitvoeringsorganisatie gevoerd kunnen worden. Bij aanvang van het project zal voor de deelnemers een informatiepakket samengesteld worden.
5.3
Externe communicatie
O m een draagvlak bij de doelgroep te creëren is het belangrijk dat de doelgroepen correct en tijdig worden geïnformeerd over de achtergronden en de doelstellingen van het project en het uiteindelijke resultaat. In principe moet worden gestreefd naar open communicatie met de doelgroepen in een zo vroeg mogelijk stadium. Hierbij valt te denken aan: Benaderen van lokale watersportverenigingen met teksten voor clubbladen, publicatieborden en folders over de achtergrond, de gemaakte keuzes en plan van aanpak (informatiepakket); - Ook kunnen landelijke bladen benaderd worden, bijvoorbeeld Waterkampioen (ANWB), Watersport (KNWV), Zeilen, Wedstrijdzeilen etc. en landelijke en regionale watersportorganisaties; - D.m.v. persberichten kunnen ook media als lokale dag- en weekbladen, regionale en landelijke radio en tv benaderd worden; - Instelling van een informatie- en meldpunt voor vragen en reacties vanuit de doelgroep.
-
Bij de organisatie van externe communicatie is het raadzaam om te streven naar een centraal punt voor de in- en uitgaande informatie. Dit kan hetzelfde orgaan zijn dat de communicatie met de deelnemers verzorgt. Verder kan het zinvol zijn om enkele personen binnen de projectorganisat ie aan te wijzen als communicatie-co6rdinatoren. De informatieverstrekking dient continui'teit te hebben, zodat de doelgroep op de hoogte gehouden worden. Concreet kan gedacht worden aan: 1 Voor de start van het onderzoek (mrt 1997): WatersDorters: Wervend artikel voor clubbladen en landelijke watersportbladen over het op stapel staande project (achtergronden, doel, aanpak, organisatie, etc.). Hierbij dient de belangstelling van deelnemers gewekt te worden. Werven van deelnemers loopt bij voorkeur via watersportorganisaties, havens etc. Voor de deelnemers zal een informatiepakket beschikbaar moeten zijn. Jachthavens en botenverhuurbedrijven: artikel in vakbladen met dezelfde inhoudelijke informatie als voor watersporters; Bij medewerking van de ANWB en het KNWV kan ook op de HISWA tentoonstelling (maart 1997) informatie naar de doelgroepen overgedragen worden. hiertoe kunnen via de stands van deze organisaties informatiebrochures verspreid worden. 2 Voorjaar 1998, voor de start van het watersportseizoen: artikelen in watersportbladen, clubbiaden etc, met specifiekere informatie over de uitvoering van het project (welke locaties, deelnemers, wat wordt onderzocht, hoe, etc);
TNO/Tauw-rapport
TNO C M . 9 9 3 9 23 januari 1997 T a w R3526402
27 van 38
3 Tijdens de loop van het project: tussentijdse verslaggeving omtrent de voortgang onderzoek aan de deelnemers, betrokken watersportverenigingen en jachthavens/-wervenvia de nieuwsbrief en landelijke bladen via persberichten; 4 Na afronding van het proefproject: presentatie van de resultaten onderzoek en aangeven wat de mogelijke gevolgen voor de toekomst kunnen zijn in nieuwsbrief voor belanghebbenden en in een persbericht voor de media. Naast communicatie met de doelgroep dient er afstemming plaats te vinden met regionale waterkwaliteitsbeheerders en met het rijk. Verder zal ook de watersportbranche in uitgebreide zin over het project gei'nformeerd dienen te worden.
TNOTTauw-rapport TNO CAl96.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
26 van 38
6 In bijlage 1 wordt een overzicht van de te verrichten activiteiten gegeven met daarbij een tijdspad. en de verantwoordlijke instantie. Zowel een PERT als een Gantt-diagram worden gegeven. De balken in deze diagrammen geven de (tijdsduur van) de taken aan. Een driehoek is een beslispunt. De pijlen geven de onderlinge relatie tussen de taken aan.
TNO/Taw-rapport TNO CAt96.993923 januari 1997 T a w R3526402
7
29 van 38
KOSTEN
O m de kosten voor de uitvoering van de praktijkproef inzichtelijk te maken kunnen deze worden opgesplitst in technische kosten, die direct verbonden zijn aan de technisch inhoudelijke uitvoering van de proef, en algemene kosten zoals voor management, secretariaat en projectbegeleiding, communicatie en publiciteit. In dit hoofdstuk zal dit nader worden uitgewerkt en er zal tevens een overzicht worden gegeven waarbij rekening wordt gehouden met de planning van het project. Tenzij anders vermeld, zijn de in dit hoofdstuk genoemde prijzen exclusief BTW.
7.1
Technische kosten
In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de technische kosten in het project. Schepen De schepen dienen te worden voorzien van de coatingsystemen die in het project zullen worden geëvalueerd. Dit zijn de referentie koperhoudende antifouling, de non-stick coating enlof een goed borstelbaar coatingsysteem. Voor het aanbrengen van antifoulings hanteert men in het algemeen vaste tarieven per strekkende meter. Dit kan variëren van ca. f 300,=bij lengte 5-6 meter en f 825,=bij een lengte van 10-11 meter. Voor het aanbrengen van nieuwe laag epoxyhars of een non-stick coating zijn geen vaste tarieven. Dit is onder andere afhankelijk van het romptype en bij voorkeur wordt de toestand van het vaartuig bekeken waarna een prijsopgave gemaakt kan worden. Om toch tot richtprijzen te komen worden vooralsnog uitgegaan van tarieven die voor een osmosebehandeling gelden: voor polyester jachten (schuren, interprotectlaag, schuren en plamuren, aanbreng van in totaal 5 lagen): richtprijs ca. f 250,=/m2.Uitgaande van een gemiddeld jacht met een te behandelen onderwateroppervlak van ca. 20 m2 bedragen de totale kosten per jacht maximaal ca. f 5.000,=.Een non-stickcoating kan alleen door een gespecialiseerde werf aangebracht worden. Hierbij dient tevens rekening te worden gehouden met contaminatie van de apparatuur, die daarna niet meer bruikbaar is voor andere niet siliconen gebaseerde coatings.
In de praktijkproef kunnen de kosten beheersbaar worden gehouden door schepen te selecteren met een goede staat van onderhoud en een coatingsysteem dat geschikt is voor de te testen coating of variabele. Hierdoor zal kunnen worden volstaan met het afspuiten van de oude antifouling en -indien nodig- het aanbrengen van een nieuwe laag. In een aantal gevallen kunnen naderhand kosten ontstaan i.v.m. het verwijderen van een non-stick coating. Vooralsnog wordt voor een raming van de kosten uitgegaan van een gemiddelde prijs van f 1.000,= per schip als er een antifouling moet worden aangebracht, f5000,=bij een non-stick coating en f400,=als de AF alleen moet worden verwijderd. Met betrekking tot de coatingactiviteiten zal een goede afstemming met de coatingfabrikanten noodzakelijk zijn. Richtprijzen voor aanschaf van verschillende verfsystemen worden vermeld in tabel 2.
TNOTTauw-rapport
TNO CAM.993923 januari 1997 T a w R3526402
30 van 38
Richtprijzen van diverse relevante coatingproducten.
Tabel 2:
prijzen (exclusief BTW) per liter
per m2
gemiddeld per vaartuig (20 m2)
sealing
f 24,95
f 4,30
f 86,=
non-stick * (International Paint)
f 200,=
f 41,60
f 832,=
epoxycoating
f 50,=
f 4950
f go,=
koperhoudende AF
f go,=
f IO,=
f 200,=
De kosten bij de non-stick coating zullen voornamelijk liggen bij de applicatie die door gespecialiseerde werven dient te worden uitgevoerd. Aanschaf reinigingsapparatuur
De prijs van een Stark Boat Washer bedraagt zo'n kFI 41 ,= (FIM 110.000,=, bij een koers van Er zijn contacten gelegd met de fabrikant met betrekking tot alternatieve mogelijkheden om een dergelijk apparaat beschikbaar te krijgen. De leverancier heeft aangegeven dat bij de aanschaf van meerdere apparaten een korting zal worden gegeven en er tevens mogelijkheden tot leasen van de apparatuur zijn. Vooralsnog moet per locatie van bovenvermeld bedrag uitgegaan worden. f 36,90 per FIM 1 OO,=) zonder plaatsings- en montagekosten en BTW.
Aanpassing steigers
O m schepen in het water te kunnen borstelen kunnen in een aantal gevallen aanpassingen aan een steiger nodig zijn. Verder wordt ervan uitgegaan dat er geen verdere aanloopkosten met het afspuiten van schepen gemoeid gaan, daar dit type inrichtingen aan specifieke milieueisen moet voldoen. Fabrikage proefpanelen
Ter verificatie van proefresultaten en ter bepaling van ondermeer de aangroei gedurende het seizoen dienen proefplaten gemaakt te worden. Per locatie zal dit een bedrag tussen de kFI 3,= en kFI 5,= bedragen, afhankelijk van aantallen panelen en variabelen. Reinigen
a)
b) c)
Heffen of liften f 60,= tot f 340,=(gemiddeld f 200,=) Hogedruk waterstralen ca. f 220,= TOTAAL gemiddeld per schoonmaakbeurt f 420,= Handmatig borstelen (1 à 2 uur per vaartuig) f 220,= Borstelen op Boat Washer (tot. 30 min) ca. f60,=
Bij deze kostenspecificatie is ervan uitgegaan dat de werkzaamheden door personeel van een haven of een werf worden uitgevoerd. Bepaling vrijkomend materiaal f metingen + monsternarne:
TNOnauw-rapport
TNO CAB6.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
31 wan 38
gemiddeld per locatie/dag(4 vaartuigenldag) ca f 880,= + chemische analyses oppervlaktewater (bij borstelen in het water): ca f 212,= per keer (vaartuig)
-
Maandelijkse bepaling milieuvariabelen oppervlaktewater + per locatie keer (= per maand+ gemiddeld) f 500,=
-
Herstellen van de oorspronkelijke staat van het vaartuig afschuren van verflaag en bijwerken ondergrond en nieuwe epoxylaag f 250,=/m2 aanbrengen antifouIing f 300,=bij lengte 5-6 meter; f 825,=bij lengte 10-11 meter. Naar verwachting zal het herstel gemiddeld zo’n 25% van de oorspronkelijke aanbrengkosten beslaan (nu geen non-stick coating meer aanbrengen!).
7.2
Project gebonden kosten
Projectmanagement en -secretariaat en overall rapportage De uitvoeringsorganisatie vervult een belangrijke taak bij de coördinatie van het project. Deze organisatie heeft het overzicht over het verloop van het project en verleent diensten zowel aan de Projectgroep als aan de Taakgroepen. Voor de Projectgroep zullen deze werkzaamheden bestaan uit het rapporteren van de voorgang van het werk in de diverse regio’s, het overall projectmanagement en -secretariaat. Tevens zal uit de rapporten van de Taakgroepen een overall rapportage en evaluatie (Multi Criteria Analyse) worden gemaakt ten behoeve van de Projectgroep. De kosten voor juridische ondersteuning zijn in deze begroting niet opgenomen. Communicatie en publiciteit Ten behoeve van de communicatie naar de deelnemers en de media zullen ondermeer een nieuwsbrief en diverse persberichten en redactionele teksten moeten worden geproduceerd. Het lijkt het meest efficiënt de uitvoering hiervan over te laten aan de instantie die ook het projectmanagament verzorgt, want alle informatie wordt daar verzameld. De externe communicatie zal geschieden onder verantwoordelijkheid en eindredactie van de Projectgroep en de Taakgroepen. de kosten hiervoor zijn in de volgende paragraaf nader uitgewerkt.
7.3
Locatie gebonden kosten
De kosten per locatie kunnen worden ingeschat door een optelsom te maken van de technische kosten en de algemene organisatiekosten, waarbij rekening wordt gehouden met het aantal schepen. O m de kostenstructuur beter inzichtelijk te maken wordt de indeling van de planning gevolgd. In de kostenbegroting zijn twee scenario’s uitgewerkt. In scenario 1 wordt het project volledig door de opdrachtgevers gefinancieerd en geeft de uitvoeringsorganisatie secretariële ondersteuning aan de Projectgroep en aan de Taakgroepen. In scenario 2 is de (secretariële) ondersteu-
TNO/Tauw-rapport TNO CA196.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
Tabel 4:
33 van 38
Kostenoverzicht voor de uitvoering van Fase 2 volgens scenario 2 (Excl. BTW).
SCENARIO 2
a Vaxborddinq.fau
al 1o00.00 1o00.00 aak2
lo00.00
Moo00
400000 1Moo00
Moo.00 Moo.00 3400.00
zoo000 4ooo00 3ooo00
4ooo00
6ooo.00 Moo.00
600000 Moo00
1o00.00
lo0000
lo0000
1o00.00
1m00
1m00
aak3
aak 4
Moo00
4ooo00 1Moo00
Moo.00 Moo.00
lo0000
lo0000
lo0000
Moo00
Moo00
Moo00
340000 so0000
Moo00
mak 5
~
k
6
3400.00
sooao.00 1o00.00
3ooo.00
500#)00 lo0000
500.00 2500.00 Mo.00
Moo00 35OOO00 280000 Moo00
Moo00 17% 00
1MooW ?OW00 14ooo00 888600 8OOO00 400000 17W 00 340000
3500.00 172000
Moo00 lo0000
21250
50000
I
soDoO00 1o00.00 2Ooo.00
35OOO.00 280000 Moo.00 lMoo00 ?OW00 14ooow 688000 8Ooo.00 4ooo00 170000
12o0000 Too000 1400000 888600 8OOO00 4ooo00 170000 JO0000
340000
340000 750 00
340000 400000
340000 750 00 340000
4ooo.00
1 Enquae 1 MCA
onvmuen 10%
TOTAAL PER LOCAllE TOTAAL VOOR GEHELE PROJECT (3 be.)
750 400000
-
w
3400W
6ooooo
lam00 1 HUStdrondc
3OOOW
19875 00
lMooW
lam00
ljooooo
1987500
19875 W
lLoa00
-17 688866.so
lMooW
lso0000
353333 l a 6 7 3888667 134526.33
SU2083 5622917
1130383 I2434217 173OZS.O
Opmerkinaen: - Bij de berekening is de mogelijkheid van leasing van de Boat Washer niet opgenomen. Dit is alleen mogelijk via een Nederlandse leasing firma en daarvoor moet het project zich in een verder stadium bevinden. Eveneens is geen bedrag opgenomen voor de opbrangst bij de eventuele verkoop van de Boat Washer. - Bij het delen van de Boat Washer (scenario 2) zijn extra kosten opgenomen bij het reinigen voor het vervoeren van de apparatuur naar de reinigingslocatie (flQQO,= per keer). - Het zwaartepunt van de uitgaven ligt in de winterperiode 1997-1998 wanneer ondermeer de coatings op de schepen aangebracht moeten worden en de Boatwasher aangeschaft moet worden. - Eventuele verzekeringsgelden ten behoeve van het dekken van aansprakelijkheden zijn niet in de begroting opgenomen.
TNOTTauw-rapport
TNO CA196.993923 januari 1997 T a w R3526402
32 van 38
ning aan de PG en de TG's gering en geeft de uitvoeringsorganisatie ook geen aandacht aan de communicatie en publiciteit, dit dient dan door de PG en TG's uitgvoerd te worden. Wel worden de benodigde gegevens aangeleverd. De Boat Washer wordt gedeeld door de drie locaties. Het apparaat wordt naar de locatie gereden waar op dat moment gereinigd gaat worden. Bovendien nemen de coatingfabrikanten hier de helft van de kosten voor de coatings en de applicatie voor hun rekening. Tabel 3:
Kostenoverzicht voor de uitvoering van Fase 2 volgens scenario 1 (Excl. BTW).
SCENARIO 1 I
aak 1
aak2
aak3
Voorberetdingsfase Inen management ~WCQrOCP Taakgroep Locabes Keuzc/Overkg Roefpanebn Evaluabe aangroei Rapportage evaluabe aangroei
anta1 Eenhetd
1 Besprekingen 1 Eerprekingen
2000.00 2000.00
Besprekmgen Roefpaden Mebng Rapport
2000.00
2 24 6 1
Schepen Sebcbe en inspecbe
Keuzc/Overleg Overeenkomsten aak 4
R pereenh Totaal
2lmo.00 2000.00
2000.00 2000.00
su=abegebonden :aselIl0 Fosellb wb cub
2000.00 2000.00 3000.00
2000.00 4000.00
3o00.00
3000.00 6000 O0
Vergunningen Lsges
1 Vergunningen
1000.00
1000.00
aak 6
Voorkratden gegevensregutram Vragen bonnulterene
1 Gegevensbrmulteren
3OOO.00
3000.00
D
UWoenngsfase A m k g infrasbwhrur Borstelbaan Borstetstegers
1 Bontelbaan 1 Aanpassing
5oooO.00 1000.00
50000.00 1000.00
5oooO00 loo000
Schapen Schepen Schapen Panebn
1000.00
4oO000
5000.00
7 m O0 5800.00 4000.00
4000 00 7oooO00 5800 00 4000 00
6 4 4 4 4 4 6 6
Mebng Mebng Mebng+tnspecbe Mebng Inspacberonde Monstemame+meten Monsteemameweten mebngcn
2000.00 1750.00 3500.00 720.00 2000.00 1000.00 212.50 500.00
12m.00 7000.00 14000.00 2880.00
6 3 4 6
Ntelmabneven Panbenchten besprekmgen besprekingen
1500.00 1000.00 2000.00 2000.00
8000.00 3000.00 8000 00 12000.00
1 EnqlMcA 1 (bak.ppMt 1 ovbnllrapport
600000 1200000 1700000 1400000 18875 O0
6ooo00 1200000 1700000 14OOO00 18875 00
aak 9
UWoenng van de proef Aangroetdmk Reintgen Alb in water (4'6 schepen) Reintgen Afsp op kant (4'8 schepen) Reintgen Borst Boat Washer (4'12 schapen) Reintgen Supervtsn Vervuiling Meten bil afborstelen Vervuiling Meten bil Boat Washer Bepaling var opp water bij Boat Wesher
4 14 14 24
400.00
Fase Ik sub
2000.00 4oO0.00
6000.00 2000.00 2000.00 2000.00 2000.00
Appltcsbe van coabngs CU-AF Non-sbck Geen AF Roefpanekn + plaatsing
Fasellb sub
4000.00 4000.00 4000.00 4000.00 12000.00 12000.00 2000.00 2000.00
8000.00 2000.00 2000.00
aak 8
asella ub
2000.00
1 Werkplan 1 Olfertesaanvmgen 1 Besprekingen
aak 7
-wge-n
2000.00
Werkplan maken Werkplan in detail uttwerken Olkrtes aanvragen Overleg
aak 5
Fasulk 8ub
aooo.oo
4000.00 1700.00 3000.00
1000.00
3000.00
1200000 7000 00 14000 00 2880 00 8OOO 00 4000 O0 1700 00 300000
12000 O0 7000 00 14000 00 2880 00 8000 O0 4000 00 1700 00 3000 O0
aak10 Communmbe Ntembnf Medu Dtverse besprekingen+ secretanaat PG D w e m besprekingen+ secretanaat T G Afronding en rapportage aak 11 Enquete Evaluabe d m v MCA Rapportage + besprekingT G Overall rapportogc + bespreking FG Herstel schepen (25% "al) Subtotaai Ropctgebonden Onvoonlsn 10% TOTAAL PERL o c A m TOTAAL VOOR HELE PROJECT (3 kc.)
:
i nentb)rwde
1 Locale
9ooo.W 3OOO.W 8ooooc
9000.00 3000.00 8000.00 12000 00
35000.00 189180 O0 4860.67 0666.67 3988.67 20584.67 32s760.m a3833.33 226431.33 980281.so
12000 00
8ooo.00 12000.CN 17000.CN 19875 OC 42875.0C 8868.61 5154.17 58895.82
12000.w 17o00.00
14000.0(
14000.W
14000 O0 20000 O0 28000 O( 12278.83 135067.17 406201 .w
TNO/Tauw-rapport
TNO CAB6.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
34 van 38
Er kan een keuze gemaakt worden voor bepaalde aspecten uit beide scenario's, waardoor er bijvoorbeeld gekozen kan worden voor de combinatie secretariële ondersteuning door de uitvoeringsorganisatie in combinatie met een gedeelde Boat Washer voor de drie locaties, etc. Voor de eventuele voortzetting van het project in 1999 (Fase 111) is het benodigde bedrag geschat door de bedragen bij de Taken 9, 10 en 1 1 op te tellen. De dubbeltelling voor het herstel van de coatingsystemen zal worden gecompenseerd door onderhoudskosten aan de coatingsystemen die dan zullen optreden.
TNOlTaw-rapport TNO CAM.9939 23 januari 1997 T a w R3526402
35 van 38
LITERATUUR
Projectvoorstel (Herziene Versie) Pilotproject alternatieve reiniging van recreatievaartuigen als vervanging voor aangroeiwerende verven (Fase 1 ), TNO Industrie CN96.9931 (1996).
Van Westing & Ferrari, "Evaluatie van alternatieven voor de aangroeiwering op het Onderwatergedeelte van recreatievaartuigen (Fase 1), Taak 1: Inventarisatie en evaluatie", TNO Industrie CA96.9934 (1996). Nijboer & Van Westing, "Evaluatie van alternatieven voor de aangroeiwering op het onderwatergedeelte van recreatievaartuigen (Fase 1), Taak 2: Afweging alternatieven", TNO Industrie CA96.9938 (1 996). E. Kortland, P.J. Schneider, naar een schoon onderwaterschip, Inventarisatie van milieuproblematiek door antifoulings- en teergebruik in de recreatievaart, Waterpakt (1996). A. Milne, "Roughness and drag from the marine paint chemist's viewpoint", International workshop on Marine Roughness and Drag, 29 March 1990 London.
AF recreatie
I
I
I I
I
109.00dl
11120197
Oprichten propktgroepen ta
1/20/97
1O.W
1O.W 1/31/97
2O.W
20.004 2/24/97
Uihroeringrorganiaatie opzet
1/27/97
Verfindustrie benaderen
3/3/97
5.W
Aansprakdijkheden inventari
3/3/97
74.00d
2 Locaties
2/4/97
Locaties kiezen
2/4/97
Overleg met werven/hwena
2/13/97
166.00d
5.006 3/7/97
175.00d IOll O197 5.0Od 2/10/97
1O.OOd
10.00d 2/27/97 od 3/6/97
3/6/97
Maken afspraken wervenlha
8/25/97
2.00d
2.006 8/26/97
Evaluatie aangroei
110/6/97
311Om7
143.m
143.00d 9/29/97
3 Schepen
1347197 l
Schepen relecteren Overleggen scheepaelgenar
I
Scheeprkeure vaststellen Maken afspraken met achw
4 Werkplan maken W in detail uitwerken
I
I
I
5.0Od
5.W 10/10/97
42.00dl
121.00dl8/26197
3/7/97
15.W
1 5 . W 3/27/97
14/1/97
25.W
2 5 . W 5/5/97
5/2/97
Od
Od 5/2/87
15/5/97
I
5/5/97
22.00dl
2O.OOd16/2/97
1O.W
10.00d 5/16/97
W vaststellen
5/20/97
Od
Offertes wervenlhavena
5/27/97
5.00d
Offerte bontelbanen
15/27/97
1.00dl
Offerte bonteiateigen
5/27/97
z.OW
15/27/87
2.00dl
2.00dl5/26/97
5/27/97
2.W
2.W 5/28/97
4/14/97
9.00d
4114/97
5.00d
5.W 4/18/97
4.00d 5/22/97
"te
bemonateringen anal(
Offerte evaluatie AF
5 Vergunningen Inventarisatievergunningen Beatisren vergunningen
I
5/19/97
4.00d
Vergunning verlening
9115/97
Od
Gegevenaregiatratie
Fase I l b Uitvoering 7 Aanlea infrastructuur
I
2 . W 5/28/97
5.0Od
5.00d 8115/97
811 1/97
5.0W
5.00d 8/15/97
19/2/97 110/6/97
I
20.00d~10/31/97
10/6/97
20.W
20.00d 10/31/97
8 Applicatie van coatings
9/2/97
165.00d
149.00d 4/3/98
Appl. coatings op achepen
9/2/97
140.00d
140.W 3/23/98
Fabricage proefpanelenen o
2/2/98
2o.m
2O.W 3/2/98
Plaatsing proefpanelen
3/30/88
9 Uitvoering proef
110/8/97
I I
5.W
3/30/98
360.00d
4/6/98
12O.OOd
120.00d 9/23/98
3/30/98
12O.W
120.00d 9/16/98
Meten evt. vervuiling
3/30/98
12O.OOd
120.00d 9/16/98
670.00dl
335.00dl12/29/98
335.00d
335.006 12/29/98
335.00d
335.00d 12129/98
115.00d
70.0Od 12/30/98
Comm. naar deelnemers
19/2/97 9/2/97
Comm naar belanghebbende
Fase Ik: Afronding en Rapp
9/2/97
9/21/98
I
9/21/98
20.00d
2O.OOd 10/16/98
Evaluatie resultaten (MCA)
1O l l 9/98
10.00d
10.00d 10/30/98
Rapportage
11/2/98
25.00d
25.00d 12/8/98
Enquete Herstel schepen
Printed: 1/21/97 Page 1
I
I
I+---
- -I- - - - I I I
I I
I L
I
5.00d 4/3/88
Meten aangroeidruk
I
I
12S.OOd 9/23/98
Meten effectiviteit reinigen
IO Communicatie
I
Od 9/15/97
8111/97
20.00dl
Aanleg bontelsteigen
I
107.00d 9115/97
335.00dl12/29/98 20.00d/10/31/97
Aanleg bontelbanen
I
Od 5/20/97 5.006 8/2/97
1,235.00dl 40.00dl
I I
I
14/18/97
Vergunningen aanvragen
6 Voorbereiden gegeven
I
7 4 . W 6/13/97
Locatie8 vaatatellen
Fbpportnge aangroei
I
103.00dl6/13/97
5.W
Od
I
I
I Initiatie en Management1
I
I
1
-
_.
.
...........
...........
-
......................
......................................
_ I
.
-
._ _ "
. . . .
.....
.
.
.
.....
__.-
..
.
.-
....
.
.-
.
.
.
.I_._
.
.
.._..
-
-.
.
.
-
.......
...
...
.I_.
.--_.
. . . . . . . . . .
..
.
.-
. .-
.
..
..
.
I
-