-besparingsplan 2012 Orcem

Uitgifte: CO2-besparingsplan 2012 I 16-01-2012 I v1

CO2-besparingsplan 2012 Orcem Energiebesparingsmaatregelen

2

1.1

2

Productieproces

1.1.1 Maatregel 1: Vochthuishouding Hoogovengranulaat

2

1.1.2 Maatregel 2: Gebruik van maalhulpstoffen

3

1.1.3 Maatregel 3: Verbeteren primaire maalproces

3

1.1.4 Maatregel 4: Groene stroom

4

1.1.5 Maatregel 5: CO2-uitstoot geleased materieel

4

1.2

5

Wagenpark

1.2.1 Maatregel 6: CO2-uitstoot leaseauto’s

5

1.3

6

Elektriciteitsverbruik kantoor

1.3.1 Maatregel 7: Groene inkoop nieuwe apparaten en materieel

6

1.3.2 Maatregel 8: ICT-systemen aanpassen (standby reductie)

6

1.3.3 Maatregel 9: Verlichting aanpassen

7

1.3.4 Maatregel 10: Verwarming aanpassen

7

1.3.5 Maatregel 11: Nieuw kantoor

8

1.4

8

Overzicht besparingen 2012 t.o.v. referentiejaar 2009

Orcem BV - Voor meer informatie kunt u bellen naar: +31(0)168 382 324 of e-mail aan [email protected]

1

CO2-besparingsplan 2012 Orcem

Energiebesparingsmaatregelen De onderstaande energiebesparende maatregelen zijn voor een groot deel gericht op korte termijn verbeteringen. De maatregelen zijn in het algemeen tegen beperkte kosten uit te voeren. Daarnaast zijn maatregelen benoemd die met verder onderzoek tot substantiële CO2-besparingen leiden. De beleidsdoelstelling van Orcem is om de CO2-uitstoot in 2012 met minimaal 10% te verminderen t.o.v. het referentie jaar 2009. Daarmee wordt ook reductiedoelstelling voor 2014 gerealiseerd. Bij het behalen van deze doelstelling zal In de loop van 2012 een nieuwe en scherpere doelstelling voor 2014 worden geformuleerd. Voor maatregelen onder 1.1 Productieproces wordt de CO2-uitstoot bijna uitsluitend beïnvloed door de hoeveelheid gereed product. De CO2-reductiedoelstellingen voor 1.1 gelden per ton gereed product. De maatregelen onder 1.2 Wagenpark en 1.3 Elektriciteitsverbruik kantoor zijn niet direct gerelateerd aan de hoeveelheid gereed product. De reductiedoelstellingen gelden hier in een meer absolute zin.

Energiebesparingsmaatregelen 2012 1.1

Productieproces

Het grootste deel van de CO2-uitstoot bij Orcem zit in het productieproces. Orcem heeft eind 2010 een tussenmeter geplaatst waardoor het elektriciteitsverbruik van de productie (fabriek) en het kantoor (overhead) gescheiden is. Op basis hiervan zijn de werkelijke verbruiksgegevens vastgesteld. Hieruit blijkt dat 99% van de CO2-uitstoot voorkomt uit het productieproces.

1.1.1 Maatregel 1: Vochthuishouding Hoogovengranulaat Gesmolten Hoogovenslak wordt bij de Hoogovens afgetapt en met hoge druk waterjets versneld afgekoeld. Door de snelle afkoeling ontstaat een scherp zandachtig hydraulisch materiaal. De versnelde afkoeling met water is noodzakelijk om een hoog glasgehalte en daarmee goede hydraulische eigenschappen van het Hoogovengranulaat te krijgen. Het vochtgehalte van het aangevoerde Hoogovengranulaat ligt tussen 8-12 % [m/m]. Het Hoogovengranulaat wordt buiten opgeslagen en is blootgesteld aan weer en wind. Voordat het Hoogovengranulaat op de molen wordt gedoseerd wordt het gedroogd in een gasgestookte brander. Het totale gasverbruik is gerelateerd aan het drogen van het Hoogovengranulaat. Het doel is om in 2012 de vochthuishouding van het Hoogovengranulaat beter te beheersen. Maatregelen zijn: - Het verminderen van de weersinvloeden op het Hoogovengranulaat door middel van een waterafstotende korstvormer. 1.1.1.1 Investering Het beschermen tegen weersinvloeden op het tasveld zal kosten met zich meebrengen. De geschatte kosten zijn €30.000,-. 1.1.1.2 Opbrengst Het verbruik van 5% minder gas levert een besparing op van € 28.000,-. 1.1.1.3 CO2-reductie Doel 2012 t.o.v. referentiejaar 2009 No.


1

Deelproces

Productie

Maatregel

Vochthuishouding Hoogovengranulaat

Scope

Brandstofverbruik Productie

Ref 2009 kg/ton

kg/ton

14,0

-0,7

Besparing 2011 scope footprint 5.0%

2,0%

1.1.1.4 Start- en looptijd Start 2011. Begin 2012 start met proeven voor de bescherming tegen weersinvloeden door een waterafstotende korstvormer. Betreft doorlopende maatregel.


2


1.1.2 Maatregel 2: Gebruik van maalhulpstoffen Na het drogen wordt het Hoogovengranulaat in een kogelmolen fijn gemalen. In een separator (windzeef) wordt het gemalen Hoogovengranulaat met de juiste fijnheid gescheiden van de nog te grove delen. Het gemalen Hoogovengranulaat met de juiste fijnheid (circa 1/3 deel) wordt afgevoerd naar de voorraadsilo. Het overige materiaal (circa 2/3) wordt met nieuw Hoogovengranulaat (circa 1/3 deel) opnieuw in de molen gemalen. Door gebruik van maalhulpstoffen (grinding aids) kan met minder energie de juiste fijnheid worden bereikt en wordt coagulatie van de fijne delen voorkomen zodat de separator effectiever kan scheiden. 1.1.2.1 Investering Voor het toevoegen van maalhulpstoffen is een investering voor opslag en doseren nodig. Tevens zijn er kosten verbonden aan de maalhulpstof. Investering materieel € 3500,- en kosten maalhulpstoffen € 50.000,-. 1.1.2.2 Opbrengst Het verbruik van 4% minder elektriciteit levert een besparing op van € 42.000,-. 1.1.2.3 CO2-reductie Doel 2012 t.o.v. referentiejaar 2009 No.

2

Deelproces

Productie

Maatregel

Gebruik van maalhulpstoffen

Scope

Elektriciteitsverbruik Productie

Ref 2009 kg/ton

kg/ton

20,2

-0,9


2,5%

1.1.2.4 Start- en looptijd Start 2011. Nieuwe productieproeven begin 2012. Tijdstip van productieproeven is afhankelijk van andere verbeteringen aan het primaire maalproces (zie maatregel 3). Volledige introductie afhankelijk van resultaten gepland medio 2012. Betreft een doorlopende maatregel.

1.1.3 Maatregel 3: Verbeteren primaire maalproces Uit analyse van het primaire maalproces blijkt dat er een aantal flessenhalzen in het maalproces zitten. Door het wegnemen van deze flessenhalzen kan er efficiënter en energiezuiniger worden geproduceerd. Beoogd wordt een zo hoog mogelijke productie te combineren met een zo efficiënt mogelijk energieverbruik. 1.1.3.1 Investering De kosten voor het verbeteren van de het primaire maalproces bedragen €20.000,- en wordt in eigen beheer uitgevoerd. 1.1.3.2 Opbrengst Het verbruik van 2% minder elektriciteit levert een besparing op van € 21.000,-. 1.1.3.3 CO2-reductie Doel 2012 t.o.v. referentiejaar 2009 No.


3

Deelproces

Productie

Maatregel

Verbeteren maalproces

Scope


Ref 2009 kg/ton

kg/ton

20,2

-0,4


1,2%

1.1.3.4 Start- en looptijd Maatregel is deels reeds gestart medio 2011. Begin 2012 zullen de noodzakelijke aanpassingen zijn doorgevoerd. Betreft een doorlopende maatregel.


3


1.1.4 Maatregel 4: Groene stroom Veel groene stroom wordt geïmporteerd uit het buitenland. Het betreft veelal stroom die is opgewekt uit oudere waterkrachtcentrales. Waardoor deze stroom feitelijk geen bijdrage levert aan het reduceren van de CO2-emissies. Tot 1 juli 2011 gebruikte Orcem groene stroom op basis van buitenlandse waterkracht met een CO2-conversiefactor van 300 g CO2/kWh. Vanaf 1 juli 2011 is deze vorm van groene stroom gelijkgesteld aan grijze stroom met een CO2-conversiefactor van 455 g CO2/kWh. Orcem gaat vanaf 2012 minimaal 50% groene stroom ‘B’ windkracht van Nederlandse oorsprong gebruiken met een conversiefactor van 15 g CO2/kWh. Het doel hiervan is tweeledig: - Compensatie van het gelijkstellen van de conversiefactor van groene stroom uit buitenlandse waterkracht aan grijze stroom; - Het bovenmatig deel gebruiken om de CO2-emissie per ton gereed product te reduceren. Let op! De maatregel van het inkopen van groene stroom ‘’B’ windkracht van Nederlandse oorsprong beïnvloed het effect van een aantal andere maatregelen negatief. De werkelijke besparing van de maatregelen 2, 3, 4, 7, 8, 9, 10 is hierdoor kleiner dan de som van de maatregelen. 1.1.4.1 Investering De aankoop en redemen van GvO’s van Nederlandse windkracht voor 50% van het totale elektriciteitsverbruik bedraagt ongeveer €20.000,- . 1.1.4.2 Opbrengst Er is geen opbrengst. 1.1.4.3 CO2-reductie Doel 2012 t.o.v. referentiejaar 2009 No.

4

Deelproces

Productie

Maatregel

Windkracht Ned. oorsprong

Scope


Ref 2009 kg/ton

Besparing 2011 kg/ton scope

footprint

15,8

-4,4

12,4%

27.8%

1.1.4.4 Start- en looptijd De aankoop van GvO’s van Nederlandse windkracht start in 2012 . Betreft een doorlopende maatregel.

1.1.5 Maatregel 5: CO2-uitstoot geleased materieel Opslag en overslag van het Hoogovengranulaat gebeurt met een hydraulische kraan en een shovel. Jaarlijks (referentie: 2009) stoot dit materieel gezamenlijk ruim 395 ton CO2 uit. Alleen het totale brandstofverbruik van dit materieel is bekend. Begin 2012 wordt de shovel vervangen door een energiezuinigere versie 1.1.5.1 Investering De meerkosten voor de energiezuiniger shovel is € 10.000,-. 1.1.5.2 Opbrengst Het verbruik is 30% minder per draaiuur. Bij een verhouding van het dieselverbruik hydraulische kraan:shovel van 1:1 is de besparing 15% en bedraagt de opbrengst € 20.000,-.


1.1.5.3 CO2-reductie Doel 2012 t.o.v. referentiejaar 2009 No.

5

Deelproces

Productie

Maatregel

Zuiniger shovel

Scope

Brandstofverbruik eigen materieel

Ref 2009 kg/ton

kg/ton

1,3

-0,2

Besparing 2011 scope footprint 15%

0,6%

1.1.5.4 Start- en looptijd Maatregel start begin 2012 en het betreft een doorlopende maatregel.


4


1.2

Wagenpark Orcem heeft op het moment 4 personenauto’s in het leasewagenpark. Jaarlijks (referentie: 2009) stoten deze auto’s gezamenlijk ruim 44 ton CO2 uit. Dit is 39% van de geschatte directe en indirecte CO2-uitstoot buiten het productieproces van Orcem. Conclusies zijn getrokken op basis van een analyse van het huidige wagenpark.

1.2.1 Maatregel 6: CO2-uitstoot leaseauto’s Orcem kiest bij de aanschaf van leaseauto’s bewust niet voor energielabelkeuze. Reden hiervoor is dat het energielabel slechts het verbruik vergelijkt van auto’s van ongeveer gelijke afmetingen. Hierbij is het mogelijk om in een grote auto te rijden met een hoge CO2-uitstoot maar met een B-label. Beleid CO2-uitstoot bij aanschaf leaseauto’s Jaartal

Maximale CO2-uitstoot

2008 2010

160g CO2/km 140g CO2/km

Het beleid van Orcem is progressief. Bij nieuwe ontwikkelingen zal de maximale CO2-uitstoot per km worden aangepast. Hierdoor blijft deze maatregel courant en het wagenpark in absolute zin zuinig. 1.2.1.1 Investering Aangezien deze maatregel om specifiek beleid gaat, zijn de investeringen nihil. 1.2.1.2 Opbrengst Door deze maatregel zijn indirect opbrengsten te behalen. De lagere CO2-uitstoot staat gelijk aan een lager brandstof verbruik. Het verbruik van 10% minder brandstof levert een besparing op van €1.700,1.2.1.3 CO2-reductie Doel 2012 t.o.v. referentiejaar 2009

Auto 1 Auto 2 Auto 3 Auto 4

2009

2010

2011

2012

2013

2014

159 154 128 124

159 154 128 114

159/119 154 128 114

119 154 128 114

119 -

119 -

Doel 2012 t.o.v. referentiejaar 2009 No.

Deelproces

Maatregel

Scope

Ref 2009 tonnen

Besparing 2011 tonnen scope footprint

6

Wagenpark

CO2-uitstoot leaseauto’s

Brandstofverbruik leaseauto’s

43,6

-4,0

9%

0,03%


1.2.1.4 Start- en looptijd Het minimaliseren van de CO2-uitstoot van leaseauto’s is bestaand beleid en is een doorlopende maatregel.


5


1.3

Elektriciteitsverbruik kantoor Orcem heeft eind 2010 een tussenmeter geplaatst waardoor het elektriciteitsverbruik van de productie (fabriek) en het kantoor (overhead) gescheiden is. Op basis hiervan zijn de werkelijke verbruiksgegevens vastgesteld. Van het totale elektriciteitsverbruik komt 0,4% voor rekening van het kantoor.

1.3.1 Maatregel 7: Groene inkoop nieuwe apparaten en materieel Door energieprestatie-eisen te stellen bij de inkoop van apparatuur en materieel zijn reële reducties mogelijk. In 2009 heeft Orcem de stationaire schroefcompressor vervangen door een frequentie geregelde schroefcompressor. Hiermee is een besparing van 60 MWh elektriciteit gerealiseerd. 1.3.1.1 Investering Beleid is dat bij aankoop van nieuwe apparaten of materieel het elektriciteitsverbruik een onderdeel van de inkoopprocedure is. Regel hierbij is dat meerkosten van de aanschaf zichzelf binnen 4 jaar terugbetalen door lagere energiekosten. Het exact vaststellen van de investering is op voorhand niet mogelijk. 1.3.1.2 Opbrengst Aan de hand van algemene kengetallen is vastgesteld dat er een CO2-besparing van 2 procent per jaar mogelijk is door de verminderde vraag naar elektriciteit. Een besparing van 2% op elektriciteit van het kantoorverbruik levert jaarlijks een kostenbesparing van €200,-. 1.3.1.3 CO2-reductie Doel 2012 t.o.v. referentiejaar 2009 No.

Deelproces

Maatregel

Scope

Ref 2009 tonnen


7

Kantoor

Groene inkoop

Elektriciteitsverbruik Kantoor

50,2

-1,0

2%

0,01%

*1 geschatte referentie op basis van H1 2011. 1.3.1.4 Start- en looptijd Het groen inkopen van nieuwe apparatuur en materieel kan direct worden gestart en is een doorlopende maatregel.

1.3.2 Maatregel 8: ICT-systemen aanpassen (standby reductie) Van het totale elektriciteitsverbruik van een gemiddeld kantoor bestaat 36% uit ICT-apparatuur (AgentschapNL). Voor zover mogelijk worden computers, printers en netwerkapparatuur zo geprogrammeerd dat ze eerder in de slaapstand springen. Randapparatuur wordt indien mogelijk aangesloten op een masterslave-controller. Hierdoor blijft deze niet onnodig aanstaan. Door computers, printers en netwerkapparatuur te programmeren om eerder in de slaapstand te springen en aan te sluiten op een masterslave-controller kan het totale elektriciteitverbruik van het kantoor gemiddeld 3% verminderd worden. 1.3.2.1 Investering Het aanpassen van de slaapstand is kostenneutraal. De maatregel masterslave-controllers vraagt een investering van €300,-. Tevens wordt op de werkplek door affiches aandacht gevraagd om alert te zijn op onnodig gebruik van ICT- en randapparatuur.


1.3.2.2 Opbrengst Aan de hand van algemene kengetallen is vastgesteld dat er een CO2-besparing van 3 procent per jaar mogelijk is door de verminderde vraag naar elektriciteit. Een besparing van 3% op elektriciteit levert jaarlijks een kostenbesparing van €300,-. 1.3.2.3 CO2-reductie Doel 2012 t.o.v. referentiejaar 2009 No.

Deelproces

Maatregel

Scope

Ref 2009 tonnen


8

Kantoor

ICT-systemen Standby reductie


50,2

-1,5

3%

0,015%

*1 geschatte referentie op basis van H1 2011.


6


1.3.2.4 Start- en looptijd Het aanpassen van ICT-systemen kan direct worden gestart en is een doorlopende maatregel. Er moet goed gelet worden op de beheersing

1.3.3 Maatregel 9: Verlichting aanpassen Van het totale elektriciteitsverbruik van een gemiddeld kantoor bestaat 39% uit verlichting(AgentschapNL). Gespecialiseerde bedrijven kunnen besparingen tot 30% hierop realiseren door het installeren van betere armaturen, bewegingsensoren en spaarlampen. Het doel is om in 2012 een besparing van 10% te realiseren. Dit is een besparing van 4% van het elektriciteitsverbruik van het kantoor. 1.3.3.1 Investering In verband met geplande nieuwbouw van het kantoor wordt gekozen voor maatregelen die beperkte kosten met zich meebrengen. De maatregelen bestaan uit uitdraaien van overbodige lampen in armaturen. Tevens wordt op de werkplek door affiches aandacht gevraagd om alert te zijn op onnodig gebruik van verlichting. 1.3.3.2 Opbrengst Een besparing van 4% op elektriciteitsverbruik levert jaarlijks een kostenbesparing van €400,-. 1.3.3.3 CO2-reductie Doel 2012 t.o.v. referentiejaar 2009 No.

9

Deelproces

Kantoor

Maatregel

Verlichting aanpassen

Scope


Ref 2009 kg/ton

kg/ton

50,2

-2,0


0,02%

*1 geschatte referentie op basis van H1 2011. 1.3.3.4 Start- en looptijd Het aanpassen van de verlichting kan direct worden gestart en is een doorlopende maatregel.

1.3.4 Maatregel 10: Verwarming aanpassen Het kantoor van Orcem wordt verwarmd door middel van elektrische radiatoren. De radiatoren kunnen alleen manueel aan en uit worden gezet. Het doel is een 4% te besparen op het elektriciteitsverbruik van het kantoor. 1.3.4.1 Investering In verband met geplande nieuwbouw van het kantoor wordt gekozen voor maatregelen die beperkte kosten met zich meebrengen. De maatregel bestaat uit installeren van een tijdschakelaar op iedere radiator, een investering van €600,-. Tevens wordt op de werkplek door affiches aandacht gevraagd om alert te zijn op onnodig gebruik van de radiator 1.3.4.2 Opbrengst Een besparing van 4% op elektriciteitsverbruik levert jaarlijks een kostenbesparing van €400,-. 1.3.4.3 CO2-reductie Doel 2012 t.o.v. referentiejaar 2009


No.

10

Deelproces

Kantoor

Maatregel

Verwarming aanpassen

Scope


Ref 2009 kg/ton

kg/ton

50,2

-2,0


0,02%

*1 geschatte referentie op basis van H1 2011. 1.3.4.4 Start- en looptijd Het aanpassen van de verwarming kan direct worden gestart en is een doorlopende maatregel.


7


1.3.5 Maatregel 11: Nieuw kantoor Tweede helft van 2012 wordt gestart met de bouw van een nieuw kantoor. Bij de bouw van dit kantoor worden uitdrukkelijk eisen gesteld aan de CO2-prestaties. Eind van 2012 zullen de te behalen besparingen en investeringen worden geconcretiseerd en aan het besparingsplan van 2013 worden toegevoegd. De besparingen moeten substantieel hoger liggen dan van de maatregelen 7, 8, 9 en 10.

1.4

Overzicht besparingen 2012 t.o.v. referentiejaar 2009 Doel 2012 t.o.v. referentiejaar 2009 No.

Deelproces

Maatregel

Scope

Ref 2009 kg/ton

kg/ton

Besparing 2011 scope footprint

1

Productie

Vochthuishouding Hoogovengranulaat

Brandstofverbruik Productie

14,0

-0,7

5.0%

2,0%

2

Productie

Gebruik van maalhulpstoffen


20,2

-0,9

4.0%

2,5%

3

Productie

Verbeteren maalproces


20,2

-0,4

2.0%

1,2%

4

Productie

Windkracht Ned. oorsprong


15,8

-4,4

27.8%

12,4%

5

Productie

Zuiniger shovel

Brandstofverbruik eigen materieel

1,3

-0,2

15%

0,6%

No.

Deelproces

Maatregel

Scope

Ref 2009 tonnen


6

Wagenpark

CO2-uitstoot leaseauto’s

Brandstofverbruik leaseauto’s

43,6

-4,0

9%

0,03%

7

Kantoor

Groene inkoop


50,2

-1,0

2%

0,01%

8

Kantoor

ICT-systemen Standby reductie


50,2

-1,5

3%

0,015%

9

Kantoor

Verlichting aanpassen


50,2

-2,0

4%

0,02%

10

Kantoor

Verwarming aanpassen


50,2

-2,0

4%

0,02%


Dit CO2-besparingsplan is vastgesteld op 16 januari 2012.

R. Buiter Managing Director


8

-besparingsplan 2012 Orcem

Recommend Documents