GEMEENTE OLDEBROEK Informatie van het college aan de raad Onderwerp: Notitie opzet algemene voorziening schoon en leefbaar huis/inzet huishoudelijke hulp toelage (HHT). Portefeuillehouder: E.G. Vos-van de Weg
Kenmerk: 218029 / 218664
Behandelend ambtenaar: L. van Beek Aanleiding om te informeren Via de notitie Uitgangspunten inkoop Wmo 2015 is door de colleges in de regio besloten dat we Hulp bij het huishouden (HbH) transformeren tot een algemene voorziening. De reden hiervoor is de forse daling (40%) van het rijksbudget voor de hulp bij het huishouden. Daarnaast heeft het kabinet voor 2015 en 2016 extra middelen (de Huishoudelijke Hulptoelage, kortweg HHT) beschikbaar gesteld voor het stimuleren van de vraag naar huishoudelijke hulp, waarbij het ook mogelijk is een regeling te treffen voor een bredere doelgroep en/of een bredere dienstverlening dan bij een maatwerkvoorziening. Omdat niet duidelijk is of de HHT na 2016 verlengd wordt en zo ja in welke vorm, wordt op dit moment niet voor een brede regeling gekozen. In bijgaande notitie wordt aangegeven hoe de RNV-gemeenten en Zeewolde vorm willen geven aan de algemene voorziening en de uitvoering van het ingediende plan HHT. In deze notitie is een 10-tal beslispunten geformuleerd die zijn samengevat op blz. 1 en 2 van de notitie. De gemeenten Putten, Ermelo, Harderwijk en Zeewolde hebben aangegeven op een later moment te willen instromen. Wij hebben ingestemd met: 1. Deze notitie en het daarin geformuleerde voorstel en de beslispunten. 2. De reactie op het gezamenlijk advies van de Advies-/Wmo-raden. 3. Het extern laten uitvoeren van de keukentafelgesprekken en de kosten daarvan tot een bedrag van € 55.000 ten laste van het Wmo-budget (reserve) te brengen.
T:\Oldebroek\Griffie\raadstukken\raad 15 oktober 2015\notitie huishoudelijke hulp\College-informatie raad 15 oktober 2015 notitie opzet algemene voorziening huishoudelijke hulp ikv Wmo.docx
-2-
Toelichting 1. Inleiding/historie Via de notitie Uitgangspunten inkoop Wmo 2015 is door de colleges in de regio besloten dat we Hulp bij het huishouden (HbH) transformeren tot een algemene voorziening. In verband daarmee is in de offerteaanvraag voor de aanbesteding van de (nieuwe) Wmo-taken door de deelnemende gemeenten aangegeven, dat de gemeenten een algemene voorziening als pilot kunnen organiseren met als doel in de loop van de opdracht over te stappen naar een algemene voorziening voor schoonmaakondersteuning. Ook is aangegeven dat de gemeenten de intentie hebben dat belanghebbenden gebruik kunnen blijven maken van de algemene voorziening en dat de verwachting bestaat dat het huidig product hulp bij het huishouden (categorie 1) een significante daling van het volume zal laten zien. Het kabinet heeft voor 2015 en 2016 extra middelen (de Huishoudelijke Hulptoelage, kortweg HHT) beschikbaar gesteld voor het stimuleren van de vraag naar huishoudelijke hulp. Om in aanmerking te komen voor deze extra middelen moesten gemeenten in overleg met ten minste één thuiszorginstelling een plan voor de besteding van deze de HHT indienen. Dit plan moet er toe leiden dat ‘volwaardige werkgelegenheid’ wordt behouden. Met volwaardige werkgelegenheid wordt bedoeld parttime of fulltime banen in loondienst, zonder dat er sprake is van de inzet van alfahulpconstructies of PGB. Op 1 oktober 2014 is door de RNV-gemeenten en Zeewolde een (gezamenlijke) aanvraag voor de HHT ingediend, die op 18 november 2014 is gehonoreerd. Hierbij is aan onze gemeente een bedrag van € 277.624 toekend voor 2015 en hetzelfde bedrag voor 2016. 2. Wettelijk kader Algemene voorziening In artikel 2.2.3 van de Wmo 2015 is vastgelegd dat het college algemene voorzieningen ter bevordering van de zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang, die noodzakelijk zijn ter uitvoering van het plan, bedoeld in artikel 2.1.2, tweede lid moet bevorderen en treffen. Daarnaast zijn er nog bepalingen in dezelfde wet opgenomen over het verschuldigd zijn van een eigen bijdrage. In de Verordening maatschappelijk ondersteuning gemeente Oldebroek 2015 zijn regels vastgelegd ter uitvoering van het beleidsplan en het verschuldigd zijn van een eigen bijdrage. Huishoudelijke hulp toelage (HHT) De regeling is gebaseerd op de brief van 7 juli 2014 van de Staatssecretaris aan de Tweede Kamer. Bij brief van 22 juli 2014 heeft de Staatssecretaris aan de wethouders en zorgaanbieders mededeling gedaan van de afspraken die hij met de gemeenten en de zorgaanbieders heeft gemaakt. In deze brief zijn de voorwaarden omschreven om in aanmerking te komen voor de HHT. Bij de brief is een informatiekaart bijgevoegd met daarin de voorwaarden. 3. Voorbereidings-/invoeringstraject Omdat de gemeenten in de Regio Noord Veluwe en Zeewolde intensief samenwerken op het terrein van de Wmo en ook de inkoop gezamenlijk hebben vormgegeven en uitgevoerd, is de voorbereiding van bijgaande notitie ook in datzelfde verband gedaan. Alle gemeenten hebben aangegeven deel te nemen aan de opzet van een algemene voorziening schoon en leefbaar huis. De gemeenten Nunspeet, Elburg en Oldebroek gaan de algemene voorziening zo snel mogelijk starten. De gemeenten Putten, Ermelo, Harderwijk en Zeewolde willen op een later tijdstip instromen. 4. Raadsvoorstel/-besluit nodig? Op grond van artikel 2.2.3 is het college verantwoordelijk voor het bevorderen en treffen algemene voorzieningen. Het betreft ook uitvoering van het beleid zoals dat door de raad is vastgelegd in de verordening. Het is daarom niet nodig dat uw raad hierover een besluit neemt. Maar omdat dit onderwerp nogal wat gevolgen heeft voor de samenleving en dit in de media volop aandacht krijgt T:\Oldebroek\Griffie\raadstukken\raad 15 oktober 2015\notitie huishoudelijke hulp\College-informatie raad 15 oktober 2015 notitie opzet algemene voorziening huishoudelijke hulp ikv Wmo.docx
-3-
door de diverse gerechtelijke uitspraken, vinden wij het belangrijk u hierover zorgvuldig te informeren. 5. Toelichting / uitwerking situatie / overwegingen Voor dit traject is het belangrijk de uitwerking op te splitsen in twee onderdelen: 1. De opzet van een algemene voorziening. 2. De inzet van de HHT. De HHT is namelijk alleen toegekend voor de jaren 2015 en 2016. De opzet van een algemene voorziening is bedoeld voor langere termijn. Hierbij wordt uiteraard bezien in hoeverre de HHT gecombineerd kan worden met de algemene voorziening. Algemene voorziening schoon en leefbaar huis. Doel en opzet algemene voorziening schoon en leefbaar huis. Met het opzetten van een algemene voorziening geven we uitvoering aan onze wettelijke opdracht om algemene voorzieningen te bevorderen. Hierbij willen we de verantwoordelijkheid voor het regelen van een schoon en leefbaar huis meer neerleggen bij de burger, door een laagdrempelige voorziening daarvoor te treffen. Daarnaast moet dit bijdragen aan ons streven om de regeling budgettair neutraal uit te voeren. Kenmerkend voor een algemene voorziening is dat het gaat om in beginsel vrij toegankelijke (dat wil zeggen: zonder dat eerst een diepgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers) diensten, activiteiten of zaken, gericht op zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang. Het is uiteraard ook mogelijk dat iemand die een aanvraag om een maatwerkvoorziening doet, nadat zijn behoefte aan ondersteuning is onderzocht, naar een algemene voorziening wordt verwezen. De diensten, activiteiten of zaken kunnen toegankelijk zijn voor specifieke groepen of soms ook voor de gehele bevolking. Belangrijk bij een algemene voorziening is het feit dat geen enkele burger uitgesloten mag worden van het doen van een aanvraag voor een maatwerkvoorziening. De burger heeft altijd recht om een aanvraag voor een maatwerkvoorziening in te dienen, als hij van mening is dat een algemene voorziening geen of onvoldoende oplossing biedt voor zijn probleem. Uitgangspunt is het te behalen resultaat. In een belangrijk aantal gemeenten is voor huishoudelijk hulp categorie 1 (HH-1) een algemene voorziening opgezet of is de HH-1 zelfs helemaal afgeschaft, onder de motivering dat deze hulp als algemeen gebruikelijk moet worden gezien. Uit recente uitspraken van verschillende rechters kan worden afgeleid dat dit onder de nieuwe Wmo in principe wel mogelijk is, mits de gemeente een zorgvuldig onderzoek naar de individuele situatie instelt en zo nodig een vangnet biedt. Op dit moment kiezen wij niet voor het volledig afschaffen van de HH-1, omdat een individuele benadering voorop staat. Bij de nieuwe opzet van de algemene voorziening worden de volgende uitganspunten gehanteerd: 1. Het betreft een algemene voorziening voor schoonmaakondersteuning voor maximaal 2,5 uur per week, per huishouden, waarvoor in samenspraak met de aanbieders een uitvoeringsprotocol wordt opgesteld (zie hoofdstuk 3.1.8.). 2. De algemene voorziening/eigen betaling is vastgelegd in de verordening c.q. het besluit. 3. Uitvoering door één of meerdere aanbieders, waarbij in ieder geval de gecontracteerde aanbieders worden betrokken. 4. Ondertekening van een nog op te stellen convenant is voorwaarde om mee te doen, waarin een paragraaf is opgenomen hoe wordt omgegaan met de huidige inkoopeisen. 5. De aanbieders naast de algemene voorziening voor 1-1-2017 ook een commerciële tak te laten ontwikkelen voor het bieden van ondersteuning bij het huishouden, waarbij iedere inwoner deze diensten kan inkopen (zonder bijdrage van de gemeente). T:\Oldebroek\Griffie\raadstukken\raad 15 oktober 2015\notitie huishoudelijke hulp\College-informatie raad 15 oktober 2015 notitie opzet algemene voorziening huishoudelijke hulp ikv Wmo.docx
-4-
6. De hulp wordt niet meer verleend vanuit een benadering dat bepaalde taken moeten worden gedaan (zoals ramen lappen, was verzorgen e.d.), maar dat in overleg met de cliënt een bepaald resultaat moet worden behaald (bijv. schoon en leefbaar huis). 7. De cliënt meldt zich rechtstreeks bij de aanbieder(s) of via een centraal punt zoals het Landelijk Platform Dienstenvouchers (LPD). 8. De aanbieder of het centraalpunt zoals het LPD voert een beperkte toegangstoets uit. 9. De eigen betaling wordt geïnd via de systematiek van het Landelijk Platform Dienstenvouchers. 10. De tariefstelling is gelijk aan het tarief dat geldt bij de gecontracteerde zorg in natura voor hulp bij het huishouden categorie 1 (prijspeil 1-1-2015 € 20,49 per uur). 11. De aanbieder krijgt de ruimte om uren per 4 weken flexibel in te zetten. 12. De aanbieder wordt geprikkeld om efficiënt en vernieuwend te werken (mits men het resultaat maar bereikt). 13. Als de aanbieder signaleert dat de algemene voorziening in het individuele geval niet toereikend is, zij een melding bij de gemeente initieert. Dit wordt procedureel dan in zijn geheel als maatwerkvoorziening behandeld. 14. Voor de huidige cliënten met een langlopende indicatie wordt een overgangsregeling van tenminste een half jaar geboden, zodat cliënten kunnen wennen aan de wijzigingen en/of middels een onderzoek duidelijk wordt of een algemene voorziening in de individuele situatie toereikend is. 15. Aan de dienstverlening worden dezelfde kwaliteitseisen gesteld als bij de gecontracteerde maatwerkvoorziening HH-1 (zie bijlage 3). Algemene voorziening niet toereikend Er kunnen zich situaties voordoen waarbij 2,5 uur per week onvoldoende is in omvang, zonder dat opgeschaald zou hoeven te worden naar HH-2. Voor wat betreft de vraag of aanvulling in uren kan plaatsvinden vanuit de maatwerkvoorziening kiezen wij er voor om dit niet te doen. Als blijkt dat in de individuele situatie de algemene voorziening niet toereikend is, kiezen wij er voor om in dat geval de gehele hulpvraag als een maatwerkvoorziening te beschouwen. Weliswaar blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Noord Nederland (voorzieningenrechter) dat de systematiek van aanvulling niet wordt verworpen, maar wij denken dat de uitvoering daarvan voor alle betrokkenen, zowel voor de cliënt als de gemeente, te onduidelijk en ingewikkeld wordt. In die situatie zou de cliënt bijv. te maken krijgen met een eigen betaling over de algemene voorziening die inkomensonafhankelijk is, en daarnaast zou dan over de aanvullende maatwerkvoorziening een inkomensafhankelijke eigen bijdrage betaald moeten worden. Bovendien is dan onduidelijk welk deel van de werkzaamheden onder de algemene voorziening vallen en welke onder de maatwerkvoorziening. Toegang Op het moment dat de hulp bij het huishouden via een algemene voorziening wordt georganiseerd, kan de toegang op een andere manier geregeld worden. Bij een algemene voorziening is er geen sprake van een indicatiestelling maar van een lichte toegangstoets. Deze toets wordt verricht door de aanbieder van de algemene voorziening, zonder inmenging van de gemeente. In dat geval is er geen sprake van een indicatietermijn, geen medisch onderzoek en geen beschikking en dus ook geen mogelijkheid tot het indienen van bezwaar en beroep. De toegangstoets houdt in dat inzet vanuit de algemene voorziening schoon en leefbaar huis mogelijk is als: Er sprake is van een beperking bij de persoon die om toegang heeft gevraagd; De persoon die om toegang heeft gevraagd de beperkingen in het uitvoeren van één of meer huishoudelijke werkzaamheden niet zelf of met behulp van zijn omgeving kan oplossen; De persoon die om toegang heeft verzocht zijn hoofdverblijf binnen de gemeente heeft. Overgang huidige cliënten Uit recente uitspraken van verschillende (voorzieningen)rechters kan worden afgeleid dat onder de nieuwe Wmo het mogelijk is om de bestaande maatwerkvoorziening voor HH-1 te beëindigen, T:\Oldebroek\Griffie\raadstukken\raad 15 oktober 2015\notitie huishoudelijke hulp\College-informatie raad 15 oktober 2015 notitie opzet algemene voorziening huishoudelijke hulp ikv Wmo.docx
-5-
mits de gemeente een zorgvuldig onderzoek naar de individuele situatie instelt en zo nodig een vangnet biedt. Hierbij moet een overgangsregeling van tenminste een halfjaar worden gehanteerd. Het is daarom belangrijk dat cliënten zodra de algemene voorziening is gerealiseerd hierover geinformeerd worden. Bij de overgangsregeling willen we ook het uitgangspunt van een zachte landing hanteren door een overgangsregeling te treffen vergelijkbaar met de overgang van AWBZcliënten naar de Wmo, met dien verstande dat cliënten hun maatwerkvoorziening houden tot uiterlijk 6 maanden na de inwerkingtreding van de algemene voorziening, tenzij hun indicatie eerder afloopt. Om recht te doen aan een individuele benadering (zoals in diverse rechterlijke uitspraken naar voren komt) zou met iedere cliënt een keukentafelgesprek gevoerd moeten worden. Dit vraagt veel ambtelijke inzet. Het is een gemeentelijke keuze of de gemeente: 1. met iedereen een individueel gesprek voert en de overgang daarmee gefaseerd invoert, of 2. iedereen die minder dan 2,5 uur hulp per week heeft in één keer overzet naar de algemene voorziening, of 3. eerst een brief stuurt met daarin het nieuwe aanbod en de cliënt de gelegenheid geeft om aan te geven of men akkoord is met de geboden voorziening of eerst een gesprek wil. Bij elke keuze is het van groot belang dat de gemeente tijdig en helder naar de inwoners/cliënten communiceert wat er gaat gebeuren. Uit efficiency oogpunt is er veel voor te zeggen om te kiezen voor optie 3. In dat geval bestaat de verwachting dat met een deel van de huidige cliënten geen keukentafelgesprek hoeft plaats te vinden, waardoor minder ambtelijke inzet nodig is. Omdat we een zorgvuldig traject willen gaan, wordt, ondanks het feit dat dit een arbeidsintensief traject is, voorgesteld om toch met iedereen een keukentafelgesprek te voeren. Bijkomend voordeel is dat na het gesprek van iedereen een actuele situatie bekend is en iedereen met toepassing van de nieuwe criteria, waarbij de eigen kracht voorop staat, is beoordeeld. Huishoudelijke hulp toelage (HHT) Het kabinet heeft voor 2015 en 2016 aan onze gemeente een bedrag van € 277.624 beschikbaar gesteld voor het stimuleren van de vraag naar huishoudelijke hulp. Dit moet er toe leiden dat ‘volwaardige werkgelegenheid’ wordt behouden. Met volwaardige werkgelegenheid wordt bedoeld parttime of fulltime banen in loondienst, zonder dat er sprake is van de inzet van alfahulpconstructies of PGB. Met de inzet van de HHT willen we het volgende bereiken: • De effecten van de bezuinigingen op de huishoudelijke hulp, met de invoering van Wmo 2015, voor specifieke doelgroepen gebruikers op te vangen. • De effecten van de bezuinigingen (40%) op de huishoudelijke hulp voor werknemers in de thuiszorg op vangen. De inzet van de HHT moet leiden tot behoud van werkgelegenheid voor hulpen in loondienst. Om dit te realiseren zijn er twee opties: 1. De HHT inzetten voor (de financiering van) de algemene voorziening. 2. Een aparte (brede) HHT-regeling maken voor een brede doelgroep. De HHT is (voor zover nu bekend) een tijdelijke regeling, die vooral in het leven is geroepen om de werkgelegenheid in de thuiszorg te behouden. De staatssecretaris heeft weliswaar aangegeven dat er structurele middelen beschikbaar zijn, maar dat deze na 2016 wel lager zijn dan het huidige budget. In dat licht gezien is het niet verstandig een nieuwe uitgebreidere regeling te gaan invoeren, waarvan we nu niet weten of er na 2016 geld voor beschikbaar is/komt. Door de HHT in te zetten voor een algemene voorziening schoon en leefbaar huis, ontvangen de aanbieders een reëel tarief, waarmee zij hun personeel kunnen blijven inzetten. Dit past in de geest van de wet / regeling. Daarom wordt voorgesteld om de HHT in te zetten voor de algemene voorziening schoon en leefbaar huis en geen nieuwe (brede) HHT-regeling voor een brede doelgroep op te zetten. T:\Oldebroek\Griffie\raadstukken\raad 15 oktober 2015\notitie huishoudelijke hulp\College-informatie raad 15 oktober 2015 notitie opzet algemene voorziening huishoudelijke hulp ikv Wmo.docx
-6-
De HHT inzetten voor de algemene voorziening. De belangrijkste doelstelling van de HHT is het behoud van volwaardige werkgelegenheid in de thuiszorg. In een belangrijk aantal gemeenten is voor huishoudelijk hulp categorie 1(HH-1) een algemene voorziening opgezet of is de HH-1 zelfs helemaal afgeschaft onder de motivering dat deze hulp als algemeen gebruikelijk moet worden gezien. Uitspraken van verschillende (voorzieningen)rechters hebben inmiddels duidelijk gemaakt dat dit onder de nieuwe Wmo in principe wel mogelijk is, mits de gemeente een zorgvuldig onderzoek naar de individuele situatie instelt en zo nodig een vangnet biedt. Door de opzet van een algemene voorziening, zoals hiervoor is aangegeven, in combinatie met de uitvoering van een individuele benadering van de overgangscliënten wordt voldaan aan de uitkomsten van de rechterlijke uitspraken. Eigen betaling/Hoogte HHT Bij een algemene voorziening kan de gemeente op grond van artikel 2.1.4. van de Wmo 2015 bepalen dat een cliënt een bijdrage in de kosten moet betalen (eigen betaling). Naar schatting wordt op de zwarte markt nu € 10,- tot € 15,- betaald voor huishoudelijke hulp. Met de aanbieders van hulp bij het huishouden, categorie 1 is een prijs overeengekomen van € 20,49 per uur. In het bij het Ministerie ingediende plan zijn we uitgegaan van een door de inwoner te betalen bijdrage van € 12,50 per uur, waarbij de gemeente dan € 7,99 (inmiddels maximaal € 17,50 toegestaan) vanuit de HHT benut. Om de inzet van de algemene voorziening te stimuleren, moet de bijdrage die de inwoner moet betalen zodanig zijn dat het aantrekkelijk is om een beroep te doen op de algemene voorziening. Gelet op de prijzen die op de zwarte markt en bij alphaconstructies gelden, willen we de te betalen bijdrage (vooralsnog) stellen op € 5,00 per uur, waardoor de gemeente € 15,49 per uur benut uit het HHT-budget. Wel wordt hierbij nadrukkelijk opgemerkt dat het op dit moment nog niet duidelijk is of het is toegestaan om ook in 2016 een maximumbedrag van € 17,50 per uur uit de HHT te benutten of dat het maximum voor 2016 weer op het oorspronkelijke bedrag van € 12,50 per uur wordt gesteld. In dit laatste geval willen we de te betalen bijdrage voor 2016 toch handhaven op € 5,00 per uur, omdat de cliënt voor een langere periode zekerheid moet hebben wat zijn/haar verplichting wordt. Voor nieuwe cliënten treedt de regeling pas eind dit jaar in werking, waardoor er dan slechts een korte periode zou resteren waarvoor de bijdrage van € 5,00 geldt. Het bedrag dat dan niet uit de HHT kan worden gefinancierd, komt dan ten laste van het reguliere budget. Door het overgangsrecht wordt voor bestaande cliënten de te betalen bijdrage pas in de loop van 2016 van kracht. Per 1-1-2017 kan de te betalen bijdrage verhoogd worden, als blijkt dat het wettelijk niet is toegestaan om deze verruimde mogelijkheid vanaf 1-1-2016 toe te passen, dan wel de rijksbudgetten verder dalen. Lage inkomensgroepen Met de HHT-toeslag wordt het reguliere tarief voor huishoudelijk hulp met € 15,49 per uur verlaagd tot € 5,00 per uur. Voor huishoudens met een laag inkomen is een tarief van € 5,00 per uur voor hulp in de huishouding nog steeds vrij hoog. Overwogen zou kunnen worden om aanvullend op de HHT een korting te verlenen voor de in dit bestedingsplan genoemde doelgroepen met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum. Dit is gelijk aan de inkomensgrens die onze gemeente hanteert voor het minimabeleid. In de Wmo 2015 heeft zowel de eigen kracht als de algemene voorziening een sterkere positie gekregen. De eigen kracht mag echter nog steeds niet in samenhang met het inkomen en vermogen van een cliënt worden gezien. Anders dan onder de Wmo 2007 kan de gemeente nu voor het gebruik van een algemene voorziening een bijdrage in de kosten vragen. Deze bijdrage (ook wel eigen betaling genoemd) is in tegenstelling tot de eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening niet inkomensafhankelijk. De hoogte van de bijdrage voor een algemene voorziening kan de gemeente zelf bepalen. Uit de Memorie van Toelichting op de Wmo 2015 blijkt dat de gemeente een korting kan geven op de eigen bijdrage voor een algemene voorziening voor personen die T:\Oldebroek\Griffie\raadstukken\raad 15 oktober 2015\notitie huishoudelijke hulp\College-informatie raad 15 oktober 2015 notitie opzet algemene voorziening huishoudelijke hulp ikv Wmo.docx
-7-
behoren tot daarbij aan te wijzen groepen. Hierbij kan worden gedacht aan personen die op grond van het gemeentelijk beleid in het bezit zijn gesteld van een kortingspas voor bepaalde maatschappelijke activiteiten of voorzieningen. De wetgever heeft bewust de bijdrage voor algemene voorzieningen niet inkomensafhankelijk gemaakt. Het zou daarom vreemd zijn als het wel mogelijk zou zijn om de korting op de bijdrage te koppelen aan inkomensgrenzen. De gemeente mag echter wel bepaalde groepen formuleren en voor verschillende groepen kortingstarieven hanteren. In onze gemeente kennen we diverse regelingen, waarbij bepaalde groepen in aanmerking komen voor kortingen of tegemoetkomingen voor bepaalde maatschappelijke activiteiten. Zo kan een bepaalde groep inwoners van onze gemeente in aanmerking komen voor: 1. Een bijdrage op grond van de beleidsregel activiteiten bijdrage 2015 gemeente Oldebroek; 2. Compensatie op grond van de beleidsregel compensatie meerkosten chronisch zieken en gehandicapten 2015; 3. Compensatie op grond van de verordening individuele inkomenstoeslag 2015. 4. Kwijtschelding gemeentelijke belastingen. Daarom hebben we bovenstaande groepen (in het verlengde van in de MvT genoemde minimapas), aangewezen voor een korting op de eigen bijdrage voor deze algemene voorziening. Toepassing kortingsregel: De wet (en de MvT) gaat uit van de systematiek dat gemeenten een korting kunnen verlenen op de eigen bijdrage voor een algemene voorziening. De gemeente is vrij in de bepaling van de hoogte daarvan. Deze korting kan dus ook op 100% gesteld worden. Als een gemeente daarvoor zou kiezen, zou overwogen kunnen worden om deze groep inwoners niet door te verwijzen naar de algemene voorziening maar deze onder de maatwerkvoorziening te houden. Vanuit het oogpunt van integraliteit zou hier wat voor te zeggen zijn, want bovenstaande groepen zijn immers al bij ons bekend. Qua totale uurprijs maakt dit ook geen verschil. Uitvoeringstechnisch gezien echter wel, want ingeval van een maatwerkvoorziening moet de gemeente het gehele meldings- en toekenningstraject met de cliënt doorlopen. Dit brengt dus uitvoeringskosten met zich mee. Daarnaast bestaat het risico dat de gemeente door de rechter teruggefloten wordt op grond van het gelijkheidsbeginsel/strijd met de wet. Immers door groepen uit te zonderen wordt afgeweken van het uitgangspunt van de wet en het door ons uitgedragen beleid dat de eigen kracht en in het verlengde daarvan het een beroep kunnen doen op een algemene voorziening voorop staat. Bovendien blijkt deze opbouw ook duidelijk uit de wetssystematiek. Zo wordt er gesproken over een korting op de eigen bijdrage. Op grond van het vorenstaande hebben we er voor gekozen om op grond van de verordening in het Besluit maatschappelijke ondersteuning de doelgroepen en de korting vast te leggen en de doelgroepen niet onder de maatwerkvoorziening te brengen. Hoogte korting Wanneer een inwoner van onze gemeente in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening is hij een eigen bijdrage verschuldigd afhankelijk van de hoogte van zijn/haar inkomen. De minimale eigen bijdrage die iemand moet betalen bedraagt voor: 1. Een alleenstaande € 19,40 per 4 weken; 2. Een meerpersoonshuishouden € 27,60 per 4 weken. Deze bedragen zijn opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, zoals dat door de Minister van VWS (jaarlijks) wordt aangepast. Voor de berekening van de korting sluiten we aan bij deze minimum bedragen. Uitgaande van het maximale aantal uren van 2,5 per week betekent dit dat de te betalen eigen bijdrage voor de algemene voorziening wordt vastgesteld op: 1. € 1,94 per uur voor een alleenstaande, en 2. € 2,76 per uur voor een meerpersoonshuishouden. De korting wordt dan: T:\Oldebroek\Griffie\raadstukken\raad 15 oktober 2015\notitie huishoudelijke hulp\College-informatie raad 15 oktober 2015 notitie opzet algemene voorziening huishoudelijke hulp ikv Wmo.docx
-8-
1. voor een alleenstaande € 3,06 (€ 5,00 -/- € 1,94) per uur; 2. voor een meerpersoonshuishouden € 2,24 (€ 5,00 -/- € 2,76) per uur. Op grond van het vorenstaande hebben wij besloten de korting te bepalen 1/10e van de minimumbedragen, zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. Samengevat betekent deze keuze het volgende: 1. We handhaven de werkgelegenheid. 2. De cliënt betaalt een bedrag van € 5,00 per uur. 3. Cliënten die tot de genoemde doelgroepen behoren, krijgen een korting op de eigen bijdrage van € 3,06 voor een alleenstaande, respectievelijk € 2,24 voor een meerpersoonshuishouden. 4. De gemeente betaalt tot 1-1-2017 uit de HHT een bedrag gelijk aan het tarief zorg in natura categorie 1, verminderd met het bedrag van de eigen betaling (€ 20,49 -/- € 5,00 = € 15,49 per uur). 5. De samenleving kan tot 1 januari 2017 aan de nieuwe systematiek/transformatie wennen en toegroeien naar de eigen verantwoordelijkheid. 6. Aanbieders hebben meer tijd een bedrijfsvoering aan te passen aan de transformatie. 7. Gemeenten kunnen op basis van de ervaringen een weloverwogen beleid opzetten voor de situatie na 1 januari 2017 (er van uit gaande dat de HHT dan vervalt). Uitvoering Voor de uitvoering van de algemene voorziening schoon en leefbaar huis willen we een contract/convenant sluiten met de gecontracteerde aanbieders van hulp bij het huishouden. Het streven is om dit zo eenvoudig mogelijk in te richten, waarbij de toegang tot de voorziening laagdrempelig is, de administratieve rompslomp tot een minimum wordt beperkt en de inzet van huishoudelijke hulp rechtstreeks tot stand komt tussen cliënt en aanbieder. Gemeenten en aanbieders maken nadere afspraken over productontwikkeling, informatievoorziening, toegang en administratieve afhandeling van de HHT en de koppeling met andere administratieve systemen voor de Wmo-voorzieningen Hulp bij het Huishouden en Begeleiding. Een nieuwe ontwikkeling in Nederland is echter het Landelijk Platform Dienstenvouchers (LPD). De dienstenvoucher is een digitale oplossing voor gemeenten, die de uitvoering van ondersteuning vereenvoudigt, besparingen behaalt ten opzichte van een papieren voucher en toegesneden kan worden op de behoefte van de inwoners. Het is een digitaal platform dat zowel de kassiersfunctie als de bemiddelingsfunctie kan vervullen. Het werkt volgens een efficiënt ingericht proces, geeft inzicht in het gebruik en borgt een rechtmatig proces. Het kan per gemeente anders ingericht worden, hetgeen een belangrijk voordeel is vanwege de gewenste gefaseerde invoer van de algemene voorziening Huishoudelijke hulp in onze regio. Ter informatie is de presentatie Landelijk Platform Dienstenvouchers bijgevoegd. Databyte, Wmo kantoor en BMC hebben gezamenlijk een goed initiatief opgezet onder de naam Zorg-Lokaal. Dit benutten we graag voor het opstarten van de algemene voorziening schoon en leefbaar huis. Het verdient aanbeveling omdat de cliënt zelf kan beslissen hoeveel ondersteuningsuren hij koopt (binnen het maximum). Na de transactie levert de aanbieder de hulp, waardoor de aanbieder geen risico meer loopt en nauwelijks nog administratieve lasten heeft. De kosten van dit systeem bedragen excl. btw € 0,67 per voucher (1 voucher = 1 uur) en € 7.500 voor eenmalige implementatiekosten. Omdat het om een volledig digitaal systeem gaat, vindt de betaling van het eigen aandeel plaats via iDeal. Cliënten die geen toegang hebben tot iDeal kunnen gebruik maken van een automatische incasso (€ 0,82 per voucher), zodat zij toch gebruik te kunnen maken van de diensten van de aanbieder. Dit laatste is nog punt van overleg met Zorg-Lokaal en is nog niet besproken met alle aanbieders. 6. Risico’s T:\Oldebroek\Griffie\raadstukken\raad 15 oktober 2015\notitie huishoudelijke hulp\College-informatie raad 15 oktober 2015 notitie opzet algemene voorziening huishoudelijke hulp ikv Wmo.docx
-9-
Tot nu toe zijn er nog nauwelijks uitspraken van rechtbanken in bodemprocedures en wordt het nieuws beheerst door uitspraken van voornamelijk voorzieningenrechters. Ook de CRvB heeft nog geen uitspraken gedaan. Er bestaat daarom een risico dat de jurisprudentie zich zodanig gaat ontwikkelen dat het beleid en het opzetten van een algemene voorziening schoon en leefbaar huis heroverwogen moet worden. Hoe groot die risico is, valt op dit moment moeilijk in te schatten. In dit voorstel is zoveel mogelijk rekening gehouden met de uitkomsten van de uitspraken die er tot nu toe op dit gebied zijn geweest. Deze uitspraken gingen allemaal over overgangscliënten en niet over nieuwe cliënten. Hierbij is een individuele boordeling cruciaal. Verder zijn de voorwaarden m.b.t. de inzet van de HHT-middelen niet absoluut duidelijk en hoe de verantwoording daarvan aan het ministerie moet plaatsvinden. Het betreft weliswaar een decentralisatie uitkering waarbij de verantwoording aan de gemeenteraad moet plaatsvinden, maar er verschijnen nog regelmatig publicaties waaruit kan worden afgeleid dat e.e.a. nog steeds in beweging is. Tenslotte zijn er nog financiële risico’s in die zin dat niet helder is hoeveel de totale besparing van de opzet van een algemene voorziening zal zijn. Dit wordt pas duidelijk nadat de voorziening is gerealiseerd en alle cliënten opnieuw geïndiceerd zijn. Op grond van de aannames is echter al wel duidelijk dat het onvoldoende zal zijn om de totale daling van het budget (€ 697.260) op te vangen. 7. Communicatie en burgerparticipatie Op 23 juni 2015 is tijdens een gezamenlijke bijeenkomst van de Wmo-/Adviesraden van bovengenoemde gemeenten een toelichting gegeven op de notitie inzet HHT/opzet algemene voorziening schoonmaakondersteuning en vervolgens advies gevraagd over de notitie. Naar aanleiding daarvan hebben de Wmo-/Adviesraden op 3 juli advies uitgebracht. Uit het advies blijkt dat de Wmo-/Adviesraden kunnen instemmen met het voornemen een algemene voorziening schoonmaakondersteuning te ontwikkelen en de inzet van de HHT daarbij. Wel heeft men daarbij enkele aandachtspunten/vragen geformuleerd, welke (alsnog) zijn verwerkt in bijgaande notitie. Het advies en reactie daarop zijn bijgevoegd. Verder zal er na instemming van de diverse colleges en contractering van de aanbieders een communicatieplan worden opgesteld. Hierbij worden twee sporen bewandeld, t.w. a. de communicatie met onze huidige cliënten, zowel schriftelijk als persoonlijk via de keukentafelgesprekken, en b. de communicatie naar alle inwoners via de algemene media. 8. Uitvoeringsaspecten Wanneer we er voor kiezen om met iedere cliënt een keukentafelgesprek te voeren, betekent dit een behoorlijke personele inzet. Op dit moment (stand 1 juli 2015) hebben we 336 (ZIN 288, PGB 48) cliënten die HH-1 ontvangen. Het voeren van een keukentafelgesprek, incl. de administratieve afhandeling daarvan, vraagt gemiddeld 4 uur. Dit betekent dat dit proces van herindicaties circa 1350 uur vraagt. Omdat elk jaar een aantal indicaties afloopt, kan naar verwachting 350 uur opgevangen worden vanuit de reguliere werkzaamheden, zodat een extra inzet wordt gevraagd van 1000 uur á € 55,00 = € 55.000 excl. btw. Aan de andere kant levert de opzet van een algemene voorziening op termijn een besparing op, omdat inwoners zich rechtstreeks kunnen wenden tot de aanbieders en in die situaties dan geen keukentafelgesprek of aanvraagbehandeling hoeft plaats te vinden. Over 2014 zijn 80 aanvragen HH behandeld en 66 herindicaties uitgevoerd. Ervan uitgaande dat 50% daarvan niet meer bij ons aanklopt, betekent dit een besparing van circa 292 uur per jaar. 9. Financiën In bijlage 4 bij bijgaande notitie is een prognose opgenomen van de consequenties van dit voorstel. Naar verwachting levert dit op termijn een besparing van circa € 250.000. De afgelopen jaren T:\Oldebroek\Griffie\raadstukken\raad 15 oktober 2015\notitie huishoudelijke hulp\College-informatie raad 15 oktober 2015 notitie opzet algemene voorziening huishoudelijke hulp ikv Wmo.docx
- 10 -
werden steeds afgesloten met een overschot op het budget, wat telkens is toegevoegd aan de Wmo-reserve. In 2014 was dat circa € 200.000. Dit betekent dat er nog een tekort is van circa € 250.000 (697.260 – 250.000 – 200.000). Daarnaast zijn er eenmalige kosten voor de inhuur van extra formatie voor de uitvoering van de herindicaties (zie onder 8) waardoor de besparing eenmalig € 55.000 lager zal zijn. Vooralsnog kan dit opgevangen worden via een onttrekking aan de reserve. Bijlagen: 1. Notitie opzet algemene voorziening schoon en leefbaar huis/inzet HHT. 2. Advies en onze reactie daarop, van de gezamenlijke Advies-/Wmo-raden. 3. Presentatie Landelijke platform dienstenvouchers (LPD). Oldebroek, 1 september 2015. Burgemeester en wethouders van Oldebroek, , secretaris drs. B. Brand MCM,
, burgemeester mr. A. Hoogendoorn.
T:\Oldebroek\Griffie\raadstukken\raad 15 oktober 2015\notitie huishoudelijke hulp\College-informatie raad 15 oktober 2015 notitie opzet algemene voorziening huishoudelijke hulp ikv Wmo.docx