Zuid-Spanje 2011-2012 De queeste naar de iberische lynx De laatste winters brengen we elk jaar een bezoek aan siërra Morena in Zuid-Spanje op zoek naar de mythische iberische lynx, de zeldzaamste kattensoort ter wereld. Nog maar 8 jaar geleden (110 dieren) stond de iberische lynx op het punt van uitsterven. Nu lopen er (dankzij tal van maatregelen) weer zo’n 300 dieren rond, de meeste in siërra de Andújar, het middengedeelte van de siërra Morena. Op het eerste jaar na, lukt het ons nu elke winter om de dieren op te sporen. We beginnen deze reis in het uiterste zuidoosten van Spanje, het enige deel van Europa dat een woestijnklimaat heeft.
Loes ontdekte in 2010 dit prachtige wijfje nog vóór de Spaanse lynxspecialisten We rijden naar de vuurtoren van Cabo de Gata voor een ultieme poging voor woestijnvinken. Cabo de Gata is de uiterste zuidoostpunt van Spanje. Er valt hier minder dan 200 mm regen per jaar. We parkeren de camper onder de vuurtoren. We zien grijze gorzen, thekla leeuweriken, blauwe rotslijster, provençaalse grasmus, zwarte tapuiten en (boven zee) jan van genten en grote sterns. Op de vlakte achter de toren is het prijs. We zien we 15-tal foeragerende woestijnvinken waarvan 2 pal naast het grindpad. Op weg naar Andújar doen we leuke waarnemingen op de “Canada de las Norias” en de “Salinas van Roquetes de Mar” met witkopeenden (enkele 100den), krooneenden (100den), geoorde futen, pijlstaarten, smienten, kwakken (slechts 15 dit jaar), lepelaars, flamingo’s, bruine kieken, 1 blauwe kiek, zilverreigers, dunbekmeeuwen, audouinsmeeuwen, vale pijlstormvogels, jan van genten, alken (100den), kleine kortteenleeuweriken, kleine strandlopers, bonte strandlopers, bontbekplevieren, kemphanen, grutto’s, rosse grutto’s zwarte ruiters, wulpen, tureluurs, watersnippen, zilverplevieren, strandplevieren, drieteenstrandlopers en steenlopers.
Vooral de omgeving van de vuurtoren van Punta Sabinar is indrukwekkend, een van de meest ongerepte stukken kust die ik in Spanje gezien heb, met een fikse oppervlakte aan ongerepte zandduinen en zoutsteppe met nauwelijks mensen. Boven zee een formidabel schouwspel: op nog geen dertig meter uit het strand vissende grote sterns (een 100-tal), jan van genten, alken (zeker 100) en vale pijlstormvogels. Jan van genten en vale pijlen dobberen zelfs op het water. Ik zie de pijlen regelmatig onder water verdwijnen. Verbazingwekkend hoe gemakkelijk ze zich door de straffe wind uit het water laten optillen. In de aanrollende golven zie ik de alken hun vleugelslagen onder water maken. Krijsende grote sterns duiken samen met de genten loodrecht in het water, een fantastisch gezicht.
Audouinsmeeuwen laten zich in zuidoost Spanje goed bekijken Dan wordt het tijd voor ons grote avontuur. Op maandag 16 januari rijden we naar siërra de Andújar, het koninkrijk van de iberische lynx. Zoals altijd bekruipt ons een zekere spanning. Gaan we deze prachtige kat ook dit jaar zien? In Las Viňas de Penallana worden we verwelkomd door baas Ramon. Net als vorig jaar krijgen we, achter de poort van het appartementencomplex, een mooi, rustig plekje voor de camper, inclusief stroom en internet. Het complex bestaat uit een uitstekend, gezellig restaurant met een druk bezochte bar. Hierachter liggen enkele aan elkaar geschakelde huisjes. In deze tijd van het jaar voor het overgrote deel bezet door lynxwatchers, veelal Spanjaarden maar ook Engelsen, Schotten en Nederlanders. Om 14.00 uur arriveren Vital en Riet van Gorp. We hebben voor hen een kamer gereserveerd. (€ 35,- voor een 2-persoonskamer).
We brengen 5 mooie, zonnige dagen door in Siërra de Andújar. Tijdens ons bezoek zal blijken dat lynxen zich dit jaar moeilijk laten zien. De reden is onbekend. Sommigen denken dat de paartijd verlaat is. We komen groepjes natuurliefhebbers tegen die tijdens hun bezoek de lynx niet of nauwelijks in het vizier kregen. De slechte weg naar La Lancha is ferm verbeterd en we hebben elke dag fantastisch weer. Op dinsdagmorgen zitten we om 7.50 uur alle vier in Vitals huurauto. Het is koud (-1) en het schemert nog. Langzaam overbruggen we de 20 km naar La Lancha waar het core lynxgebied is. Op 2,5 km voor Embalse de Jandula algehele paniek in de auto. Voor ons steekt een adulte lynx de weg over. We stappen heel voorzichtig uit en zien hem op 30 meter de heuvel opwandelen. Eénmaal draait hij zijn machtige kop naar ons en kijkt ons enkele seconden aan. We hebben de prachtige bebaarde kop vol in de kijker. Zelfs tijdens het typen krijg ik nog kippenvel. Twee Engelsen hadden op dezelfde plaats (enkele minuten vóór ons) 2 lynxen. Zij slaagden erin om een mooie foto te maken (zie hieronder).
Iberische lynx even voordat hij voor ons de weg oversteekt Op dezelfde dag zien we ook op de terugweg een lynx de weg oversteken. Deze keer krijgen we hem niet terug gevonden. Op de laatste dag zie ik een lynx niet ver van het boerderijtje onze richting uitkomen. Hij verdwijnt achter een heuveltje. Ik waarschuw iedereen maar de lynx blijft achter het heuveltje liggen waar hij wel heel lang bekeken wordt door een ranger vanuit de auto (het gebied is voor ons ontoegankelijk). Drie verschillende lynxen is niet gek. De meesten zagen minder. De twee (sympathieke) Engelsen zagen meer. Zij hadden zelfs een konijn besluipende lynx in de avondschemering. Het weer is elke dag briljant. ’s Morgens is het rond het vriespunt maar, naarmate het zonnetje doorkomt, is het afpellen geblazen. We hebben geen last van mist die hier soms hardnekkig kan zijn. Als het warm wordt, kijken we vanuit de stoeltjes naar (roepende) steenuiltjes, hop, klapekster, grote lijsters (ook zingend), (roepende) iberische groene spechten, appelvinken en
rode patrijzen. Pal onder en voor ons scharrelen grijze gorzen, kleine zwartkoppen, zwartkoppen, roodborsttapuiten, provençaalse grasmussen en tjiftjafs.
Terwijl wij lynxen zochten, wist Loes deze grijze gors te fotograferen Vanaf 11.30 uur kijken we niet meer omlaag maar omhoog. In de thermiekbellen verzamelen zich keizerarenden, vale en monniksgieren. Keizerarenden zie je nergens zo goed als hier. Elke dag horen we het “auk, auk, auk” van roepende keizerarenden. Door de kijker zien we de arenden baltsen; tijdens de duikvlucht met de vleugels tegen het lichaam gevouwen en op het laatste moment weer uitspreidend waarbij het wit op de voorvleugels lijkt op te lichten. We zien minstens 5 vogels w.o. een subadult ex. Ook beneden bij de Jandularivier hadden we roepende keizerarenden. De laatste dag zelfs een roepend ex boven Las Viňas. Bij het stuwmeer zien we blauwe rotslijster en een watervleermuis (?) in een tunneltje.
Even dacht ik dat ik door een mitrailleur beschoten werd maar het was Vital die deze panoramafoto maakte. Om het niet te saai te maken voor de dames maken we op woensdag een autotochtje die 200 km lang door de mooie gebieden van de hoge Siërra Morena en de vallei van Alcudia voert.
We doen leuke waarnemingen; 100den gieren (w.o. regelmatig monniks-), steenarend, bruine kiek, kraanvogels (enkele 100den), zdl klapeksters, ijsvogels, grote gele kwikken, één grote trap, kuif-, veld- en kalanderleeuweriken en grauwe gorzen. Elke avond eten we heerlijk (menu del dia voor € 9,50) in het gezellige restaurant. We worden bediend door vriendelijke obers die we al jaren kennen. Na elke maaltijd zetten ze ons een (gratis !!) likeurtje voor. Op dinsdagavond (na de twee lynxen) maken we er iets te gretig gebruik van. Who cares?: Ook dit jaar is de jacht op de iberische lynx geslaagd.
De iberische lynx Hieronder nog wat gegevens die ik in de loop van de jaren verzameld heb over het wel en wee van de iberische lynx: De iberische lynx is de zeldzaamste kattensoort ter wereld. Volgens de laatste cijfers leven er in Andalusië 275 - 300 iberische lynxen in het wild: minstens 75 in de Coto Doňana en minstens 200 in de Siërra Morena. Er is geen genetische uitwisseling tussen beide populaties. Voor de Doňana-populatie is inteelt een reële bedreiging. De iberische lynxpopulatie heeft zich de laatste 8 jaar opmerkelijk hersteld. Op het dieptepunt in 2004 waren er nog maar 120 lynxen: 42 in de Doňana en 78 in de Siërra Morena. Uitsterven leek toen onafwendbaar. De toename heeft alles te maken met de verbeterde konijnenstand. Zowel in Andújar als in de Doňana zie je overal fysieke ingrepen om de konijnenstand op te krikken. Overleg met grondeigenaars (vergroting draagvlak, aanleg kunstmatige konijnenburchten) en infrastructurele voorzieningen om het aantal verkeersslachtoffers terug te dringen, hebben gunstig gewerkt. In Andújar zijn nu alle beschikbare territoria bezet. De omliggende siërra’s bieden nauwelijks uitwijkmogelijkheden omdat er geen konijnen zitten. Rangers vertellen dat er steeds meer gevechten losbreken tussen mannetjes met vaak dodelijke afloop. De levenscyclus van de iberische lynx is dus onlosmakelijk gebonden aan dat van het konijn. Geen konijnen, geen lynxen. Rode patrijzen, muizen etc. dienen vooral als alternatieve voedselbron, als de konijnenstand laag is. Omdat Andújar nog altijd ’s werelds enige levensvatbare populatie van de iberische lynx herbergt, hangt het voorbestaan van de lynx nog altijd aan een zijden draadje. Besmettelijke konijnenziektes kunnen de konijnenstand in een mum van tijd decimeren en daarmee het voortbestaan van de iberische lynx onzeker maken. In december 2009 heeft men 4 wijfjes en 3 mannetjes uitgezet in Guadalmellato bij Córdoba. Een van de wijfjes zou al jongen hebben. Een ander (8 maanden oud) wijfje is gesneuveld als verkeersslachtoffer. In december 2010 is men aan het tweede uitzetproject begonnen in de Guarizzas River valley bij Jaen. Men is nu bezig om lynxen te herintroduceren in gebieden waaruit ze de laatste tientallen jaren verdwenen zijn: Montes de Toledo, de Extremadura (Monfragüe) en het zuiden van Portugal (aan de westkant van de Guadiana). Men is nu de gebieden aan het ‘voorbereiden’. Behalve infrastructurele werken houdt dit vooral in het verbeteren van de konijnenstand. Gelukkig kan dat laatste met relatief eenvoudige ingrepen. Ook keizer- en steenarend profiteren van de verbeterde konijnenstand. In Andújar neemt het aantal broedpaartjes van de zeldzame Spaanse keizerarend spectaculair toe. De toestand in Doňana blijft zorgwekkend. Het gebied rond het Park is een ecologische woestijn. De dieren kunnen het gebied niet uit. In ‘Plan Doňana 2005’, een natura 2000project, is een corridor van 60 km lang en één km breed voorzien tussen de al bestaande Corridor Verde en de uitlopers van de siërra Morena. Helaas moet men nog altijd met de aanleg ervan beginnen. Enrique Ales, een van de Doňana-rangers, hoopt dat ook wolven
via deze corridor de Doňana zullen ontdekken. Men hoeft dan de (grote) dam- en edelhertenpopulatie van de Doňana niet meer kunstmatig te beheren.
Onze laatste lynx verborg zich achter het heuveltje (met de solitaire boom), iets links voor het verlaten boerderijtje Men heeft zeer onlangs 4 bovengrondse ecoducten aangelegd over de dramatische A-494 (El Rocio – Matalascanas en Matalascanas - Huelva) waar alleen al in 2010 4 lynxen zijn doodgereden waaronder een drachtig wijfje. Er zijn nu ondergrondse oversteekplaatsen maar die lopen in de winter onder water. De lynx doet het ook goed in de diverse breeding centers, hoewel veel lynxen 2 jaar geleden het loodje legden door een geheimzinnige nierziekte. De lynxen die hier geboren worden, worden gebruikt voor de diverse herintroductieprojecten. Als je verhalen leest over de iberische lynx, denk je al gauw aan een gestrest dier dat schichtig door de siërra’s struint. Niets is minder waar. De iberische lynx is een uiterst relaxed roofdier en niet bang voor de mens. Als hij zich gezien weet door mensen, zal hij zijn gedrag nauwelijks veranderen. Hoewel je ’s ochtends en ’s avonds de meeste kans hebt, kunnen lynxen (vooral in de winter) heel de dag gezien worden. Als het ’s ochtend koud is, zijn het zonaanbidders. Ze warmen zich graag op en kiezen dan vaak rotsen uit als zonnebank. Beide populaties leven al lang gescheiden van elkaar. Hoewel er geen sprake is van ondersoorten is de Andújar-lynx forser van bouw dan de Doňana-lynx. Ook het gedrag zou anders zijn. De laatste jaren zijn er twee mannetjes en 1 wijfje Andújar lynx in de Doňanapopulatie uitgezet om dreigende inteelt te voorkomen. Een van deze mannetjes (“ Baja”) konden Vital en ik twee jaar geleden op 30 meter afstand langdurig bewonderen. De beste tijd om lynxen waar te nemen is de tweede helft van december en januari. Het is dan paartijd. De dieren roepen en bewegen dan veel.
Het leefgebied van de iberische lynx, op elk plekje kan op elk moment een lynx opduiken Johan en Loes Schaerlaeckens,
[email protected] Zij die het volledige verslag willen, moeten ons even een mailtje sturen.