Zolder schatten Ze vertellen het verhaal van een intens beleefde liefde of van een leven dat voorbij is: oude brieven. Met een lint erom of opgeborgen in een sigarendoosje zijn het gekoesterde zolderschatten. Michelle Hendrikx (31) was 17 toen ze in Amerika ging studeren. Ze schreef brieven met haar ernstig zieke oma. Michelle: “Oma’s brieven bewaar ik in een groot blik, samen met wat spulletjes van haar en een trui die ze voor me heeft gebreid. Mijn eigen brieven zitten er ook bij, want die kreeg ik na haar dood terug. We wisten dat we elkaar waarschijnlijk niet meer zouden zien toen ik voor een jaar naar Amerika ging. Ik moest weg, want ik zat thuis en op school niet lekker in mijn vel en wilde de wereld ontdekken. Oma begreep dat. We begonnen al snel te schrijven. Lange brieven, van vier
158 _
Winterboek
Post_Zolderschatten_01C2.indd 8-9
tot zes kantjes, waarin ik vertel over mijn gastgezin en school en zij over wat ze thuis meemaakt. Haar ziekte komt niet veel ter sprake, maar schemert wel door de brieven heen. Ze vertelt dat mijn kleine zusje voor de deur staat met een pleister om oma beter te maken. En soms zegt ze dat ze moet stoppen met schrijven, omdat haar hand te veel trilt. ‘Hou je taai, dat doe ik ook,’ zegt ze ergens. Voor mij begon het volwassen leven, voor haar was het bijna afgelopen. Daar-
in steunden we elkaar. Eind januari kreeg ik haar laatste brief. Het lijkt wel of ze gevoeld heeft dat het de laatste was, want haar woorden klinken als een afscheid: ‘Ik hoop voor jou een prachtige toekomst. Nu wil ik je toch eerst maar eens bedanken voor alle brieven en de aandacht die je mij geschonken hebt. Ik was met iedere brief verrukt, maar had het ook nodig, hoor.’ Kort daarna is ze overleden, ik weet niet eens zeker of ze mijn antwoord nog heeft gelezen. Ik vind het fijn om de brieven af en toe te lezen en haar handschrift te zien. Dan is het net of ze er weer een beetje is.”
_ 159 15-10-12 10:08
‘Ik schreef stapels blauwe luchtpost naar Japan, Australië en Amerika’
Als kind zat Marlies Slegers (46) op een inter nationale school in Indonesië. Ze hield er veel buitenlandse (pen)vrienden en stapels luchtpost aan over. Marlies: “Brieven waren van jongs af aan belangrijk voor mij. Vanaf mijn vierde werkte mijn vader al in Indonesië, wij verhuisden er pas heen toen ik acht was. Van papa hoorde ik vooral via de post. Hij stuurde kaarten met Balinese danseressen, tempels of papegaaien en die plakte ik in een schrift. ‘Aan Marliesje’ staat erop en: ‘Zul je lief zijn voor mama?’ Toen ik zelf eenmaal in Indonesië op een internationale school zat, schreef ik met mijn vriendinnen in Nederland. Ik hoorde ze uit over wat er in de top 40 stond, want ik wilde niet achterlopen als ik in de zomervakantie terug in Nederland was. Tijdens die zomers miste ik weer mijn klasgenoten uit Indonesië, die vaak ook even terug waren naar hun eigen land. Ik schreef stapels blauwe luchtpost naar Japan, Libanon, de Filippijnen, Australië, Amerika en
160 _
Winterboek
Post_Zolderschatten_01C2.indd 10-11
noem maar op. ‘Ik mis je zo en ik mis school,’ schreef ik vaak. We herkenden veel in elkaars brieven. Dat we het moeilijk vonden dat we er in ons eigen land niet meer helemaal bij hoorden, bijvoorbeeld. Later schreef ik ook wel met jongens op wie ik verliefd was. Soms was dat wederzijds, maar iedereen was voorzichtig met verkering, omdat we maar tijdelijk in Indonesië woonden. Vlak voor mijn achttiende keerde ik definitief terug naar Nederland, maar nog steeds heb ik met veel van mijn klasgenoten contact. Vooral per e-mail, al is dat wel minder leuk dan echte post. Ik zit nooit meer, zoals vroeger, lekker met een kop thee op de bank zo’n knisperend epistel van een vriendin te lezen. Daarvoor moet ik de dozen op zolder in duiken.”
_ 161 15-10-12 10:08
In een oude leren map bewaart Kirsten van Amelsvoort-van Houten (32) de liefdesbrieven van haar grootouders, uit 1937 en 1938.
‘Toen na de dood van mijn oma haar map met liefdesbrieven werd gevonden, was ik meteen nieuwsgierig’ 162 _
Winterboek
Post_Zolderschatten_01C2.indd 12-13
Kirsten: “Mijn oma vertelde graag over mijn opa, de liefde van haar leven. Ik heb hem nooit gekend. Hij was achttien jaar ouder dan oma en stierf toen zij 59 was. Daarna heeft ze nooit meer een andere man gehad. Het beeld dat ik van hun huwelijk kreeg, was heel liefdevol en romantisch. Dus toen na haar dood de map met liefdesbrieven werd gevonden, was ik meteen nieuwsgierig. Het zijn twintig brieven in ouderwets, moeilijk leesbaar handschrift, uit de tijd dat de post nog twee keer per dag werd bezorgd en een postzegel vijf cent kostte.
Alleen al om dat tijdsbeeld zijn ze mooi om te bekijken. Mijn groot ouders waren collega’s bij de Nederlandse Overzee Bank. Hij was 42, zij pas 24, maar toch werden ze stapelverliefd. Mijn oma’s ouders probeerden een relatie tegen te houden, vanwege het grote leeftijdsverschil. Mijn opa was bijna even oud als de moeder van mijn oma! Maar de liefde was te sterk. Ze schreven met elkaar alsof ze al getrouwd waren. ‘Mijn allerliefste man,’ schrijft oma en opa noemt haar ‘innig geliefd vrouwtje’. Verder gaan de brieven over koetjes en
kalfjes, soms over collega’s, maar vooral over hoe gek ze op elkaar zijn. Je kunt eruit opmaken dat ze elkaar stiekem opbelden en heimelijke ontmoetingen hadden. Als mijn oma bijvoorbeeld met haar ouders op Kagereiland op vakantie is, schrijft ze: ‘Ik hoop je te ontmoeten bij de toren.’ Bij dat soort zinnen gaat mijn fantasie werken. Zou opa er met zijn zeilboot naartoe gevaren zijn? Uiteindelijk heeft mijn oma haar ouders voor het blok gezet: of jullie accepteren Karel of je ziet me niet meer terug. Gelukkig is het daarna goed gekomen. Ze trouwden in 1939 en kregen negen kinderen.”
_ 163 15-10-12 10:08
Al meer dan dertig jaar schrijven Tanneke Wigersma (40) en Janneke Schotveld (38) met elkaar.
‘We schreven tot in detail over dagelijkse onbenulligheden, maar ik vond het altijd interessant’
164 _
Janneke: “Wiens idee het was om te gaan schrijven, weten we niet meer. Maar het begon toen we als kind naast elkaar woonden. De balkons van onze rijtjeshuizen zaten aan elkaar vast. Daar hadden we een prullenbak neergezet als brievenbus.” Tanneke: “We bonkten op de muur om te laten weten dat er post was. Meestal lag er een brief in de prullenbak, soms een stuk taart, een spookverhaal of een cassettebandje met een zelfgemaakt radioprogramma.” Janneke: “We schreven tot in detail over dagelijkse onbenulligheden, maar ik vond het altijd interessant om te lezen. Als ik mijn negen dozen met post door neem, vallen deze onderwerpen op: moeheid, drukte, heel veel poezen, mannen en gedoe.” Tanneke: “En gezondheid. Janneke maakt zich altijd zorgen dat ze enge ziekten heeft en dan moet ik terugschrijven dat dit niet zo is. Zelf heb ik depressies gehad. Toen was Janneke een rots in de branding, juist door haar luchtigheid: ‘Wat vervelend
dat je je slecht voelt. Ik heb net mijn nagels gelakt, het was de verkeerde kleur.’” Janneke: “Na een verhuizing zijn we overgegaan op gewone post. Jarenlang maakten we zelf postzegels of gebruikten we supermarkt- of Duckstadzegels.” Tanneke: “Het is maar één keer misgegaan. Ik had op de envelop geschreven: ‘Postbode, postbode, wees niet te laat, anders wordt Janneke kwaad.’” Janneke: “De postbode dichtte eronder: ‘Dat heb je te danken aan Tanneke, dat je betalen moet Janneke!’” Tanneke: “We gaven elkaar ook thema’s waar we ansichtkaarten bij moesten zoeken, zoals katten of lelijke kaarten.” Janneke: “Of: als het maar geen kaart is! Ik heb hier het deksel van een Niveablikje en een pleister met ‘hoi’ erop. Alles kwam aan.” Tanneke: “Tegenwoordig mailen we elke dag, maar we sturen ook nog gewone post, als toetje. Het schrijven hoort bij onze vriendschap.”
Winterboek
Post_Zolderschatten_01C2.indd 14-15
15-10-12 10:08
Martine: “Als kind vond ik het wel stoer dat mijn opa in een kamp was gestorven, het klonk heldhaftig. Het verdriet erachter drong niet tot me door. Pas toen ik zelf moeder werd, besefte ik hoe vreselijk het voor zijn jonge gezin is geweest om hem plotseling te moeten missen. Hij werd in juni 1941 als vermeend communist opgepakt. In werkelijkheid was hij jaren daarvoor lid geweest van de culturele Vereniging Vrienden der Sovjet-Unie. Hij was 33 en had net zijn derde kind gekregen. Op zijn eerste kaart uit Kamp Schoorl vraagt hij of zijn vrouw hem onderbroeken, sokken, zeep en shag kan opsturen. Later schrijft hij optimistisch, bijna naïef, dat hij de Duitsers zal uitleggen dat zijn arrestatie een misverstand is. Hij heeft ook telkens een lief woord voor zijn kinderen, soms zelfs kleine bedtijdverhaaltjes, en vraagt of baby Jantje nog zo vaak huilt. Maar dan wordt hij overgeplaatst naar Kamp Amersfoort en verdwijnt zijn optimisme. De omstandigheden in dat kamp waren veel slechter. Hij begon waarschijnlijk door te krijgen dat het de Duitsers menens was. In december kreeg mijn oma een brief aan hem retour met een stempel dat de geadresseerde met onbekende bestemming was vertrokken. Pas een maand later hoorde ze dat hij in concentratiekamp Neuengamme was vermoord. Mijn vader, toen tien jaar, heeft de post nooit herlezen, dat kon hij niet aan. Een paar jaar geleden heb ik de brieven woord voor woord met
166 _
Winterboek
Post_Zolderschatten_01C2.indd 16-17
een loep ontcijferd en uitgetypt. Ik wilde de vervagende tekst behouden en de inhoud gebruiken voor mijn jeugdboek Oorlog zonder vader. Mijn oom, de baby van destijds, las de post toen voor het eerst. Hij was ontroerd dat hij zijn vader via de brieven kon horen spreken.”
INTERVIEWS BAS MALIEPAARD FOTOGRAFIE caroline coehorst STYLING anne-marie rem
In de Tweede Wereldoorlog werd de opa van Martine Letterie (53) opgepakt en vermoord. Zijn brieven uit verschillende kampen zijn een dierbaar aandenken.
_ 167 15-10-12 10:08