Wanneer Linda halverwege het schooljaar op een nieuwe school moet beginnen, valt dat niet mee. De meester in groep vijf is streng, rekenen lukt niet en ze mist haar oude klas verschrikkelijk. Haar humeur wordt er niet beter op, als een jong spreeuwtje haar overal lijkt te volgen. Wat wil dat beestje toch van haar? Leeftijd: 9-10 jr voorlezen/zelflezen 11 plus
-1-
'Ga weg, anders krijg je een mep!' siste het negenjarige meisje door de stille klas. Voor haar schoolbank draaide een jongen zich verbaasd om. 'Nee, ik heb het niet tegen jou,' fluisterde Linda. Met een agenda in haar hand volgden haar donkerblauwe ogen een wesp die steeds dichterbij vloog. Vorige zomer was zij lelijk gestoken en dat gebeurde haar echt geen tweede keer. De meester, die voorin de klas het huiswerk nakeek, keek op. 'En Linda, lukt het een beetje met je sommen?' vroeg hij het meisje. 'Ja hoor, meester,' antwoordde Linda die gauw haar agenda neerlegde en net deed alsof ze doorwerkte. De wesp zoemde weg en Linda haalde opgelucht adem. Ze doezelde wat weg in het zonnetje wat door het raam scheen. Wat jammer dat de meivakantie alweer zo snel voorbij was, baalde ze. Nu moest ze wel op deze school beginnen. Haar vader had een nieuwe baan gekregen en vorige week waren ze verhuisd. Maar ja, de vakantie en de verhuizing waren voorbij en nu zat ze helemaal alleen achterin een vreemde groep vijf... Somber stopte Linda haar blonde zijstaartje achter een oor. Ze keek op naar het smartboard. Bah, breuken, ook dat nog. Als ze haar wimpers samenkneep en lang naar de getallen tuurde, leek het net of de cijfers op en neer dansten. Linda ging rechtop zitten en keek naar de klok. Kwart voor drie. Nog even, dan was ze vrij en kon ze lekker 'Zoem, zoem… zoem, zoem…' Nee hè? dacht Linda, daar is dat pestbeest weer! Woedend keek ze toe hoe de wesp op haar opengeslagen rekenschrift ging zitten en zich begon te poetsen. Maar nou zal ze hem verdorie hebben... Ze tilde haar agenda hoog in de lucht. PATS! mepte ze keihard naar beneden. Verdorie, mis! De wesp zoemde op en Linda dook angstig opzij.
-2-
'Zoem, zoem... zoem, zoem...' 'Linda, als je het raam naast je nou eens open doet, dan kan de wesp weg en kun je doorwerken aan je sommen,' merkte de meester droog op. De hele klas draaide zich om naar het nieuwe meisje. Linda werd knalrood. Gauw deed ze wat de meester had gezegd en de wesp zoemde nog weg ook. 'Goed zo, Linda,' zei de meester. 'Doe het raam gelijk maar weer dicht. En jullie werken intussen gewoon door!' snauwde hij tegen de rest van de klas. De leerlingen draaiden zich weer terug en werkten verder. Poeh, wat een strenge meester, dacht Linda, dat was op haar oude school wel anders! Ze kon maar beter opschieten, anders moest ze nog nablijven ook. Gauw begon het meisje te rekenen.
-3-
'Tik tik,' klonk een zacht geluidje in de buurt van het raam. Linda hoorde het niet, ze telde op haar vingers. Tik tik! Linda keek. Een jong spreeuwtje tikte met zijn gele snaveltje tegen het raam. Een paar glimmende kraaloogjes keken vragend naar Linda. 'TIK!' Een paar gespikkelde veertjes op zijn kopje schoten in een kuifje, zo deed het beestje zijn best. Huh? verbaasde Linda zich, wat deed dat vogeltje daar?
Huh? Wat deed dat vogeltje daar?
-4-
Ze had geen tijd om het diertje verder te bekijken, want een bel rinkelde door het lokaal en het spreeuwtje vloog weg. Linda vergat het vogeltje en propte zo snel ze kon haar spullen in haar tas. Met veel geroezemoes stonden de leerlingen op. 'Blijf rustig zitten en luister,' zei de meester: 'wie zijn werk af heeft laat dit liggen. De rest van jullie levert dit maandagochtend in, en vergeet niet - Linda, ga zitten!' Linda stormde dwars door het lokaal op de deur af. Ze dacht er niet aan om weer te gaan zitten. 'LINDA!' donderde de stem van de meester door het lokaal, maar het meisje glipte door de deur, griste haar spijkerjas van de kapstok en rende als een haas weg. Buiten stak ze het schoolplein over en bleef hijgend staan. Vrij! Yes! Ze slingerde haar tas op haar rug en huppelde naar huis. Nu lag haar huis maar een paar straten verderop, dus dat scheelde. 'Fuut!' Een vogeltje dook langs haar heen en ging op haar schouder zitten. Linda schrok en het beestje vloog op. Het ging op een tuinhek zitten en begon druk tegen haar te kwetteren. Linda herkende het gespikkelde kuifje. 'Ben je daar nou weer?' zei ze verbaast. Het spreeuwtje viel stil en bekeek haar met een schuin kopje. Linda stak nieuwsgierig haar vinger uit en aaide het spreeuwtje over zijn kopje. Gek genoeg bleef het vogeltje gewoon zitten. 'Heb je soms honger?' vroeg ze zacht. Het leek net of het spreeuwtje 'ja' knikte, maar dat kon natuurlijk niet. Linda bukte zich en trok een plastic zakje met kleverige boterhammen uit haar tas. Pindakaas, yak. Ze schudde een paar keer hard en het brood viel op straat. Het vogeltje vloog gelijk op het brood af en pikte zo hard in het rond dat kruimels alle kanten opvlogen. Lachend keek Linda nog even naar het grappige beestje en liep daarna snel door naar huis.
-5-
'Ik ben er, mam!' riep Linda in de hal. 'Ik zit in de keuken!' antwoordde haar moeders stem. Linda gooide haar jas over de trapleuning en duwde de keukendeur open. 'Dag lieverd,' groette haar moeder, 'hoe ging het op school?' 'Goed hoor,' mompelde Linda. Haar moeder gaf haar een kus en keek Linda onderzoekend aan. 'En hoe ging het met rekenen, heb je je sommen af?' Linda schudde haar hoofd. Kon mam soms dwars door haar heenkijken, of zo, dacht ze knorrig. 'Ga dit dan boven even afmaken, dan ben je er voor de rest van het weekend vanaf,' glimlachte haar moeder. Linda trok een pruillip. 'Moet dat?' 'We hebben het hier al over gehad,' zei haar moeder ernstig. 'Je wilt aan het einde van het jaar toch niet blijven zitten?' 'Maar ik wil mailen met mijn vrienden thuis!' zei Linda. 'Lieverd, dit is nu je huis,' zei haar moeder vriendelijk maar beslist. 'Je maakt eerst je huiswerk en daarna kun je mailen.' Linda's blauwe ogen kleurden donker. 'Ik doe toch mijn best op school!' viel ze uit. 'Ik heb toevallig een zeven voor taal en een negen voor tekenen, maar daar kijken pappa en jij nooit naar!' Woedend rende Linda de trap op. In haar kamer smeet ze het raam open en boog zich voorover. 'HET IS HIER SUPERSTOM!' gilde ze, maar er was niemand te zien behalve rijen en rijen dezelfde huizen en tuintjes. Treurig liet Linda haar hoofd hangen. Waren ze hier maar nooit, nooit naartoe gekomen! Met haar hoofd gebogen op haar armen snikte ze het uit. 'Fuut!' Met rode ogen keek Linda op naar een spreeuwtje wat druk op en neer hipte op het vensterbank. 'O nee, kom jij me nou ook nog pesten,' huilde Linda overstuur. 'Wat moet je toch van me; ga nou eindelijk eens
-6-
weg!' Ze woof het beestje naar buiten. Een rolletje papier viel van de vensterbank op de grond. Wat was dat? Linda veegde haar tranen weg en pikte het op. In haar handen hield ze een prachtige kleurenfoto. Erop stond een ronde zaal vol gouden tafels en stoelen. Het licht van de kristallen hanglampen viel precies op een gouden troon die middenin de zaal stond. Langs de muren hingen talloze wandtapijten, maar hoe Linda ook keek, ze kon niet goed zien wat erop stond. Wel zag ze een groot aantal klokken. Omdat Linda later nog eens naar de foto terug wilde kijken, plakte ze dit zolang aan de muur. Zo en nu moest ze toch echt haar huiswerk maken; er zat niets anders op. Het meisje werkte rustig door totdat haar moeder beneden aan de trap riep. Linda moest eten. De maaltijd was niet erg leuk, niemand zei iets. Linda wenste voor de zoveelste keer dat ze een broer of zusje had. Gauw at ze haar eten op. 'Mag ik naar mijn kamer?' vroeg ze met een klein stemmetje. 'Heb je je huiswerk af?' vroeg haar vader streng. Linda knikte. 'Ga dan maar, ik kom zo je werk nakijken.' Linda wilde dat helemaal niet, maar ze durfde niets te zeggen. Even later kraste een rode pen over Linda's rekenschrift heen. Linda zat naast haar vader en hield haar adem in. Eindelijk durfde zij te kijken. Gos, dat viel best mee? Zes van de tien breuken waren goed! Met grote ogen staarde het meisje naar haar vader, maar hij zei helemaal niets. Hij liet haar de foute sommen overdoen en nog eens... De cijfers dansten opnieuw voor Linda's ogen, alleen leek dit keer net alsof ze gemeen naar haar lachten. Na het rekenen was het alweer bedtijd. Te moe om zelfs haar blonde zijstaartje uit haar haren te trekken, trok Linda haar lichtgroene pyjama aan en viel als blok bovenop haar bed in slaap. Algauw droomde zij van wespen, boze ouders, bergen huiswerk en zeurende vogeltjes. En de foto? Die was zij vergeten.
-7-
-8-
Die nacht sloeg de klok twaalf uur. Linda woelde. Ze kneep haar ogen dicht tegen een lichtstraaltje wat precies op haar linkeroog viel. Ze sloeg om zich heen en sliep verder, maar daar was de lichtstraal opnieuw, dit keer op haar andere oog. 'Hmm?' mompelde Linda. 'Ze slaapt wel erg vast, vind je niet, Karrabas?' fluisterde een stem. 'Zou dit soms een lui mensenkind zijn?' Half wakker kwam Linda overeind. 'Ik ben niet lui,' gaapte ze. Haar hoofd knikte voorover en opnieuw viel het meisje in slaap. 'Maar dit is toch al te erg: meisje! Wakker worden!' Linda deed haar ogen open en hield haar handen omhoog tegen de lichtstraal. Ze schudde suf haar hoofd: hoorde zij nu stemmen? 'Hier kind, hier!' Met samengeknepen ogen keek Linda naar de muur en – hè? De foto... gaf die nu licht? In haar pyama schoot ze haar knuffelpantoffels aan, en schuifelde naar de muur. Ze tuurde. Bovenop de gouden troon stonden twee mannetjes. Het ene mannetje droeg een gouden kroontje. Boven zijn lange grijze baard en snor glommen een paar bolle, blozende wangen. Zijn blauwfluwelen mantel met witte bontrand viel tot helemaal op de troon. Met een wit ringbaardje stond een gerimpeld oude mannetje naast hem. Hij droeg een rode pofbroek en puntmuts. Onder de pofbroek staken een paar geel gekrulde puntschoenen uit. Linda grinnikte het uit. Waar kwamen die kereltjes nou vandaan? vroeg ze zich af. Ach, ze droomde natuurlijk nog... 'Hallo, kaboutertjes,' zwaaide ze lodderig naar de foto. 'U zegt?' bromde het mannetje met de kroon, 'wij zijn in het geheel geen kabouters, wij zijn Krelpies: zie je onze puntoren niet?'
-9-
'Ja duh,' proest Linda. 'Jullie zijn piepklein, hebben baarden en die ene daar heeft toch zeker een puntmuts op? Nou, dan ben je toch echt een kabouter hoor!' 'Ja duh?' Herhaalde de Krelpie met de gouden kroon verbaast. De oude Krelpie naast hem schraapte zijn keel. 'Ja, majesteit, dat betekent hier zoiets als 'ja, logisch hè?' legde hij uit. Linda gierde het uit; wat een vette droom! 'Fuut!' tikte het tegen het raam. 'Zou je Top niet eens binnenlaten, meisje!' zei de Krelpie met de gouden kroon streng. Ach, wel ja, dacht Linda, laat ik nou maar leuk meedoen. Ze opende het raam en een bekend kuifje vloog op Linda's schouder. Voor ze het wist, pikte het diertje gemeen in haar oor. 'Au!' riep Linda. Ze was in één klap wakker en keek verbaast om zich heen. Het vogeltje naast haar begon druk tegen de koning te kwetteren. 'Ja, nee, natuurlijk niet, mijn jonge vriend,' suste de koning het diertje. 'Dit meisje had je zeker niet zo mogen wegsturen, maar pik nu maar liever niet meer in haar oor: we hebben haar nog nodig.' 'Zullen wij dit kind anders eens behoorlijk begroeten, majesteit,' zei de oude krelpie naast hem. 'Ik ben geen kind!' riep Linda uit. 'Ja duh,' zei de koning. Linda zweeg. 'Ahum,' schraapte de oude krelpie zijn keel. 'Linda, dit is Koning Oebilie en ik ben Karrabas, zijn hoftovenaar. Wij zijn beiden Krelpies uit het land van Andaria.' Ongelovig keek Linda van het vogeltje naar de koning. 'En Top? Komt die ook uit, eh, Andaria?' vroeg ze verlegen. 'Nee hoor,' zei Karrabas, 'hij komt gewoon uit jouw wereld. Door de foto heen heb ik hem gevraagd of hij een mensenkind voor ons wilde zoeken,’ legde hij uit. 'Door de foto heen?' vroeg Linda verrast. 'Jazeker! Dit is niet zomaar een gewone foto,'merkte Karrabas op.
-10-
’Linda! Je bent onze laatste kans!’
-11-
'Het gaat hier om oeroude, zeer krachtige magie! Deze foto is eigenlijk een poort, een soort van doorgang tussen onze werelden, en - ’Overal in de foto verschenen plotseling zwarte puntjes. Het werden er hoe langer hoe meer. 'Oh, hier was ik al bang voor, Majesteit!' riep Karrabas, 'zonder mijn toverkracht verdwijnt de poort!' De randen van de foto krulden om en het plakband maakte een scheurend geluid alsof de foto ieder moment van de muur kon vallen. Angstig grepen de Koning en Karrabas elkaar beet. 'Linda! Jij bent onze laatste kans!' jammerde Karrabas. 'Er is geen tijd om alles uit te leggen, maar geloof me, wij hebben hulp nodig!’ 'Ja, meisje; help ons alsjeblieft?' smeekte nu ook de koning. 'Maar - maar, hoe dan?' stotterde Linda. 'Spring in de foto!'schreeuwde Karrabas, 'dan kom je vanzelf bij ons terecht!' Zwarte puntjes werden gaten. Wat moest Linda doen? Plotseling sprong ze in de foto! In zwarte snippers viel de foto naar beneden. Een bruin gespikkeld veertje zweefde nog even door de lucht en dwarrelde er toen zachtjes erachteraan.
-12-
Auteur, Omslagontwerp en illustraties: S.J. van Vliet. ISBN 978-90-818907-0-0 NUR 280 - Fictie kinder- en jeugdboeken algemeen. Bekijk de creative commons licentie die op dit werk van toepassing is. Je mag dit werk door sturen naar anderen, maar er geen veranderingen in aanbrengen of commercieel exploiteren. Linda en Top wordt momenteel herschreven, dus alleen de eerste drie hoofdstukjes kun je voorlopig downloaden. Website - www.lindaentop.nl
-13-
-14-