Wortkoeler Platenwisselaar RVS

Gebruiksaanwijzing 057.110.x

Wortkoeler Platenwisselaar RVS

Wortkoeler Platenwisselaar RVS Specificaties Aantal platen Uitvoering Dichtingen Capaciteit

Koeloppervlakte (m²) Afmetingen (HxBxD) Aansluiting wort Aansluiting water

057.110.500 21

057.110.1000 27

057.110.2000 37

volledig RVS AISI 316 NITRIL 500 l wort/uur. Afkoeling van 95°C naar 20°C met 1 m³ koelwater van 10°C 0,882



65 x 18 x 40 cm

65 x 18 x 40 cm

65 x 18 x 40 cm

Buis NW32 en aansluiting DIN32 1" gasdraad uitwendig



Opbouw & Werking Constructie De plaatwarmtewisselaar bestaat uit een aantal geprofileerde stromingsplaten die voorzien zijn van rubberen dichtingen. De platen worden in de constructie gehangen en samengespannen met behulp van een set spanbouten. Het aantal platen is bepalend voor het prestatievermogen van de warmtewisselaar (fig. 1).

Platenpakket De platen zijn voorzien van vastgeplakte dichtingen. Bij het samenspannen van de platen zorgen de dichtingen voor een afdichting tussen de media en van de atmosfeer. In twee plaathoeken zijn dubbele dichtingen aangebracht met tussenliggende draineerzones. Tijdens de samenstelling van de platenpakketten wordt de helft van de platen 180° gedraaid zodat de afvoerzones zich afwisselend rechts en links bevinden. Op deze manier vormt het platenpakket een systeem van evenwijdige tussenruimten waarin het medium in elke tweede tussenruimte in tegengestelde richting stroomt (fig. 2).

Tussenframes Wanneer de plaatwarmtewisselaar gelijktijdig met verschillende media werkt, kan het noodzakelijk zijn om tussenframes te monteren. De tussenframes verdelen de plaatwarmtewisselaar in verschillende departementen. De tussenframes zijn uitgerust met hoek-elementen, die de verbinding vormen tussen de verschillende departementen en/of de aansluitingen voor buizen. In eenzelfde hoek-element kunnen zich twee aansluitingen bevinden die elk verbonden zijn met een eigen departement van de plaatwarmtewisselaar. Zie ook het schematische stroomdiagram.

Brouwland Korspelsesteenweg 86 • B-3581 Beverlo - Belgium Tel. +32-(0)11-40.14.08 • Fax. +32-(0)11-34.73.59 [email protected] • www.brouwland.com

1 / 11



A Draagbalken

Zuil Beweeglijk deksel B

Vast deksel

Platenpakket Belastingsbalk Spanbout/plug

Fig. 1

Fig. 2

Opbouw van de platen Hoekstansingen De hoekgaten van de platen worden uitgestanst volgens de diagramtekeningen (zie fig. 4). Dergelijke diagramtekeningen beschrijven de stroom van de media in de plaatwarmtewisselaar. De stansing van de hoekgaten wordt geïdentificeerd in de vorm van een code. Voorbeeld: code 1234 betekent dat alle hoekgaten van de plaat uitgestanst zijn. Code 0204 betekent dan weer dat de gaten 2 en 4 uitgestanst zijn en dat de gaten 1 en 3 niet uitgestanst zijn.

Identificatiecode De platen zijn zo opgebouwd dat ze zowel voor de rechtse als de linkse oriëntatie kunnen worden gebruikt. U draait de platen hiertoe gewoon 180°. In welke richting u de platen ook zet (rechts of links georiënteerd), de aanduiding van de gaten (zie fig. 3) begint steeds met gat nr. 1 in de bovenlinkerhoek gezien aan de kant van de dichtingen.

Vervangen van platen Het vervangen en monteren van nieuwe platen is mogelijk na demontage en verwijdering van de spanbouten. Vooraleer de vervangplaten worden gemonteerd, moet u controleren of de platen identiek zijn aan de platen die vervangen moeten worden. Het aantal platen kan worden verminderd. Daarbij moet evenwel rekening worden gehouden met het feit dat de platen paarsgewijs gedemonteerd worden zodat het platenpakket na de vermindering van het aantal platen nog steeds met afwisselend rechts en links georiënteerde platen gemonteerd is. De platen die worden gedemonteerd moeten voorzien zijn van vier uitgestanste hoekgaten. Na een eventuele vermindering van het aantal platen moet de samenspanning worden gecorrigeerd.


2 / 11



OPGELET! Een vermindering van het aantal platen betekent dat een deel van de platen wordt gedemonteerd en het overdrachtvlak hierdoor kleiner wordt. Deze vermindering heeft tegelijk tot gevolg dat het drukverlies via de plaatwarmtewisselaar groter wordt.

Schema‘s In deze handleiding vindt u twee tekeningen waarop de geleverde plaatwarmtewisselaar wordt beschreven (een schematische weergave en een diagram).

Schematische tekening De schematische tekening toont de afmetingen van de plaatwarmtewisselaar, d.w.z. breedte, lengte en aansluitingen (fig. 5).


3 / 11



Diagram (fig. 6) Het diagram bevat de volgende info:  Stanscode van de platen  Aantal platen  Locatie van de aansluitingen  Aantal en locatie van de tussenframes  Dichtingsspecificaties

Schematisch stroomdiagram Het diagram toont het zijaanzicht van de plaatwarmtewisselaar, de plaatsamenstelling en de mediumstroom in het platenpakket. Op het diagram zijn ook vier doorlopende horizontale strepen te zijn die de vier hoekgaten van de platen markeren. De lange verticale strepen markeren de links georiënteerde platen. De korte verticale strepen markeren de rechts georiënteerde platen. Fig. 7

M12V


4 / 11



Plaats van de aansluitingen F = vast deksel B = beweegbaar deksel M = tussenframe H = horizontaal V = verticaal Voorbeeld: Verticale steunplaaats Hoekgatnummer Tussenframes van het vaste deksel Tussenframes Op de symmetrische tekeningen worden de gepaarde aansluitingen weergegeven (fig. 7). De tussenframes zijn weergegeven met stippellijnen en zijn maar van toepassing voor zover ze deel uitmaken van de plaatwarmtewisselaar. De aansluitingen zijn gemarkeerd met een letter - en cijfercode.

Opbouw van de dichtingen Nieuwe dichtingen De eerste plaat na het vaste deksel en na een tussenframe moet voorzien zijn van een dichting die de hele dichtingsgroef vult. Deze dichting wordt bijgesneden op basis van een standaarddichting. Controleer daarom even hoe de oude dichtingen zijn bijgesneden vooraleer u ze demonteert. (zie fig. 9).

Lijmvrije of gelijmde dichtingen Enkele plaatwarmtewisselaars worden geleverd met lijmvrije dichtingen van het type "Sonder Snap". Dit maakt het mogelijk om de dichtingen te vervangen zonder lijm te gebruiken. De dichting aan de eerste plaat na het vaste deksel en het tussenframe moet worden voorzien van een gelijmde dichting (zie fig. 9). Zorg ervoor dat het dichtingsspoor gereinigd is vooraleer u nieuwe dichtingen aanbrengt. Gelieve bij plaatwarmtewisselaars met gelijmde dichtingen rekening te houden met het onderstaande.

Lijm PLIOBOND 25 / SCOTCHGRIP 847 is een nitrielrubberlijm op basis van solventen (25% vaste stoffen). Deze lijm is gedeeltelijk thermoplastisch, zodat oude dichtingen met warm water losgemaakt kunnen worden.

Ontvetter Voor het reinigen en schoonmaken van nieuwe dichtingen en dichtingsgroeven wordt gebruik gemaakt van aceton. Belangrijk is dat de ontvetter volledig verdampt is vooraleer de lijm wordt aangebracht. OPGELET! Inademing van oplosmiddelen schaadt de gezondheid.


5 / 11



Vastlijmen Zodra de dichtingen en de dichtingsgroeven werden gereinigd met een doek die werd bevochtigd met een reinigingsmiddel, kan het lijmen beginnen. De lijmvlakken moeten volledig zuiver zijn en mogen geen vingerafdrukken e.d. vertonen. Op het lijmvlak van de dichtingen brengt u met een penseel een dunne laag voorbereidende lijm aan. Leg de dichtingen vervolgens op een propere en droge plaats. Ook de dichtingsgroeven van de platen worden voorzien van een dunne lijmlaag, waarna de dichtingen met gelijke druk in de groef worden geperst. Met het lijmen begint u in de hoeken van de platen, daarna komen de rechte randen aan de beurt. Het lijmen gebeurt het best op een stevige tafel. Wanneer alle dichtingen in de dichtingsgroeven zijn aangebracht, worden de platen gestapeld. Zodra het lijmen gebeurd is, worden de platen weer op hun plaats in de constructie gehangen en wordt de warmtewisselaar weer samengespannen. Zie de paragraaf »Demonteren en samenspannen«. U mag de plaatwarmtewisselaar opwarmen met warm water zodat de lijm sneller droogt. Gelieve echter geen druk te zetten op het water. Droogtijd:  ca. 2 uur bij 80-100°C (194-212°F)  ca. 24 uur bij 40-50°C (104°F)  ca. 48 uur bij kamertemperatuur Als er geen mogelijkheid bestaat om de plaatwarmtewisselaar op te warmen, moet hij zo warm mogelijk met gemonteerde aansluitingen blijven staan en moet hij voorzichtig worden gestart.

Montage van de platenwarmtewisselaar Wanneer u een plaatwarmtewisselaar installeert, zijn er twee belangrijke punten waarmee u rekening moet houden:  benodigde ruimte  buizenwerk

Benodigde ruimte Voorzie genoeg plaats zodat de plaatwarmtewisselaar bij servicewerkzaamheden en bij eventuele verbeteringswerken probleemloos uiteen kan worden gehaald (fig. 10). De platen en spanbouten moeten zonder problemen uiteen gehaald en gemonteerd kunnen worden. Het bewegende deksel moet aan de stangconstructie volledig naar achteren kunnen worden getrokken zodat de nodige ruimte ontstaat voor de demontage en de plaatsing van de platen (fig. 11).


6 / 11



Buizenwerk Opdat de plaatwarmtewisselaar de vermogens zou halen die in de specificaties zijn opgenomen, moet het buizenwerk worden geïnstalleerd volgens het meegeleverde diagram! Bij het monteren van het buizenwerk moet u er rekening mee houden dat eventuele rubberen moffen in het vaste deksel vervangen vervangen kunnen worden. Het buizenwerk moet steeds op de buisdrager worden gemonteerd zodat de plaatwarmtewisselaar niet wordt belast. Het buizenwerk moet voldoende flexibel zijn zodat de plaatwarmtewisselaar kan worden bijgespannen.

Inbedrijfstelling en werkingsinstructies Bij de inbedrijfstelling en het gebruik van een plaatwarmtewisselaar moeten de volgende punten worden gerespecteerd;  Werkdruk  Pompstart  Drukstoten en vibraties  Lekkage bij de inbedrijfstelling  Ontluchting  Drukstijging en temperatuursveranderingen  Lekkage tijdens de werking  Lange onderbrekingen van de werking

Werkdruk Aan het vaste deksel van de plaatwarmtewisselaar is een kenplaatje gemonteerd. Hierop is de maximale werkdruk aangeduid. Deze werkdruk mag niet worden overschreden.

Ontluchting Lucht in de plaatwarmtewisselaar vermindert de warmteoverdracht en verhoogt het drukverlies. De plaatwarmtewisselaar moet daarom ontlucht kunnen worden.

Drukstijgingen en temperatuurswijziging Tijdens de werking moeten druk en temperatuur regelmatig worden gecontroleerd. Stijgend drukverlies en verminderde warmteoverdracht wijzen erop dat er zich op de platen afzettingen hebben gevormd. Deze afzettingen moeten worden verwijderd. Zie p. 8-9 voor uitleg over het reinigen van de plaatwarmtewisselaar.

Pomp starten De pomp moet steeds met gesloten kleppen worden gestart. Vervolgens moeten de kleppen traag worden aangestuurd zodat vloeistof- en drukstoten worden vermeden.

Drukstoten en vibraties Positieve pompen of gelijkaardige apparaten geen drukstoten of vibraties overdragen naar de plaatwarmtewisselaar. Is dit toch het geval, dan kunnen in de platen vermoeidheidsbreuken ontstaan.


7 / 11



Lekkage tijdens de werking Zie "Verhelpen van fouten" op p. 10.

Lange onderbrekingen van de werking Een plaatwarmtewisselaar die lange tijd niet heeft gewerkt, moet geleegd en gereinigd worden. Na het legen en het reinigen spant u de plaatwarmtewisselaar lichtjes samen en dekt u het platenpakket af met zwart plastic zodat de rubberen dichtingen worden afgeschermd van het licht. Vooraleer de plaatwarmtewisselaar weer in bedrijf wordt gesteld, moet hij opnieuw worden samengespannen volgens de aangeduide minimumwaarde. Zie »Monteren en samenspannen« op p. 8.

Lekkage bij de inbedrijfstelling Tijdens de inbedrijfstelling kunnen lekken ontstaan. Deze moeten stoppen zodra de dichtingen en de platen op bedrijfstemperatuur zijn en wanneer de druk zich over de hele plaatwarmtewisselaar heeft verdeeld.

Demontage en montage Houd bij het uiteenhalen en het monteren van de plaatwarmtewisselaar rekening met het volgende:  Druk aflaten en toestel laten afkoelen  Correct monteren en samenspannen  Correct demonteren

Druk aflaten en toestel laten afkoelen Vooraleer de plaatwarmtewisselaar uiteen wordt gehaald, moet de druk zijn afgelaten en moet het toestel tot onder 35°C zijn afgekoeld. Wanneer de plaatwarmtewisselaar bij een temperatuur boven 35°C wordt uiteengehaald, kan de dichting loskomen van de plaat.

Correct monteren en samenspannen Controleer voor het monteren zorgvuldig de de platen en de dichtingen. De platen moeten volledig vrij zijn van afzettingen, op de dichtingsvlakken mogen zich geen vet of andere onzuiverheden bevinden. Een zandkorrel op het dichtingsvlak kan lekkage veroorzaken tijdens de werking en kan de dichtingen beschadigen. De platen worden gemonteerd volgens het diagram en steeds met de dichtingen tegen het vaste deksel gekeerd. Wanneer de dichtingen nieuw zijn, wordt de plaatwarmtewisselaar samengespannen volgens de minimumwaarde + 0,1 mm per plaat, zoniet volgens de minimumwaarde. Het vaste en het bewegende deksel moeten zich evenwijdig ten opzichte van elkaar bevinden. Daarom is het noodzakelijk dat u de samenspanning zowel bovenaan als onderaan aan beide kanten uitmeet.


8 / 11



Correct demonteren Bij het demonteren van de plaatwarmtewisselaar moeten de spanbout gelijktijdig worden gelost. Het bewegende deksel moet met een rechte beweging worden verwijderd van het vaste deksel. Het maximale toegelaten verschil van kant tot kant is slechts 25 mm. Het laatste deel van de demontage kan plaatsvinden op twee centraal geplaatste bouten.

Reiniging Zowel het vermogen als de corrosiebestendigheid van de plaatwarmtewisselaar zijn afhankelijk van de propere toestand van het platenpakket.  Manuele reiniging  Chemische reiniging  Oplosmiddelen  Controle van de reiniging

Oplosmiddelen Een geschikt oplosmiddel kan als volgt worden omschreven: »Een product dat de plaatwarmtewisselaar reinigt zonder platen of dichtingen te beschadigen«. Roestvast staal is voorzien van een gepassiveerde (beschermende) film. Deze film mag niet worden aangetast aangezien deze film mee de corrosiebestendigheid in stand houdt.

Manuele reiniging Haal de plaatwarmtewisselaar uiteen en schuif de platen uit elkaar. Gebruik een zachte borstel en een geschikt oplosmiddel om de platen te reinigen. Als zich op de platen een dikke laag ketelsteen of een dikke laag organische afzettingen heeft gevormd, legt u de platen in een recipiënt met een geschikt oplosmiddel. Gebruik in geen geval staalborstels, schuurpapier of metalen schrapers. Zowel de platen als de dichtingen zouden beschadigd raken. U kunt eventueel wel gebruik maken van een hogedrukreiniger. Wees hierbij echter uiterst voorzichtig en gebruik geen schuurmiddelen.

Geschikte oplosmiddelen Organische en vettige afzettingen worden verwijderd met natriumhydroxyde (NaOH), max. concentratie ~ 1,5% - max. temperatuur 85°C. Mengverhouding voor een oplossing van 1,5 %: 5 delen NaOH van 30% op 100 delen water. Steen- en kalkaanslag wordt verwijderd met salpeterzuur (HNO3), max. concentratie = 1,5%, max. temperatuur 65 °C. Mengverhouding voor een oplossing van 1,5%: 2,4 delen HNO 3 van 62% op 100 delen water.

Chemische reiniging Om te reinigen met chemische producten, moet aan de voorwaarde zijn voldaan dat de afzettingen chemisch oplosbaar zijn. Het spreekt vanzelf dat alle materialen in het circulatiesysteem niet aangetast mogen worden door het gebruikte oplosmiddel. Er kan ook worden gereinigd zonder circulatie. Dit gebeurt door de plaatwarmtewisselaar te vullen met een geschikt oplosmiddel. Nadat het product een tijd op de plaatwarmtewisselaar heeft ingewerkt, wordt het oplosmiddel met zuiver water uitgespoeld. Voorbeeld van een chemische reiniging:


9 / 11


-


productresten en koel-/verwarmingsmiddel worden verwijderd spoelen met koud of lauw water warme oplossing van oplosmiddel laten circuleren spoelen met proper warm water spoelen met warm water waaraan ontkalker is toegevoegd naspoelen met koud of lauw water

Controle van de reiniging Reiniging speelt een grote rol voor de doeltreffendheid van de plaatwarmtewisselaar. Daarom moet de reiniging van de plaatwarmtewisselaar worden gecontroleerd - zeker in de startperiode. Vaak heeft men weinig ervaring met circulatietijd, temperaturen en de concentraties van de gebruikte producten. De redenen van een ontoereikende reiniging zijn vaak: - te laag circulatievolume - te korte reinigingsperiode - te laag chemicaliënverbruik in verhouding tot de afzettingen op de platen - 2x1 lange bedrijfsintervallen

Verhelpen van fouten   

Vermogensverlies Inwendige lekken Uitwendige lekken

Vermogensverlies Als het warmteoverdrachtvermogen vermindert en/of het drukverlies toeneemt, moet de plaatwarmtewisselaar gedemonteerd en de platen gereinigd worden (zie p. 8). Het samenspannen moet gebeuren volgens de waarden die op het kenplaatje worden vermeld.

Uitwendige lekken - Het is mogelijk dat de plaatwarmtewisselaar met een grotere druk werkt dan de vermelde werkdruk. De druk moeten wordt gecontroleerd: is deze te hoog, dan moet hij onmiddellijk worden verlaagd tot de werkdruk die op het kenplaatje vermeld is. - Span de plaatwarmtewisselaar bij wanneer hij niet langer onder druk staat. Wanneer u het toestel bijspant, mag u nooit de aangeduide minimumwaarde overschrijden. Het vaste en het bewegende deksel moeten zich na het samenspannen steeds evenwijdig ten opzichte van elkaar bevinden. - Demonteer de plaatwarmtewisselaar voor een visuele controle. Controleer of er zich geen aanslag op de platen heeft gevormd en of de platen niet vervormd zijn. Controleer de dichtingen - deze moeten elastisch en onvervormd zijn en de dichtingsvlakken moeten proper zijn. Reinig zorgvuldig alle platen en dichtingen - zelfs een zandkorrel op een dichtingsvlak kan lekkage veroorzaken. - Een platenpakket dat na het reinigen werd samengespannen aan de minimumwaarde, moet vrij zijn van lekken. Is er nog steeds lekkage, dan moeten de dichtingen vervangen worden. - Als er lekkage is via de draineergaten van de dichtingen, is de dichting van de gedraineerde zone defect of is de plaat in de draineerzone gecorrodeerd.

Inwendige lekken Wanneer de media met elkaar vermengd raken, moet de oorzaak hiervan worden gezocht bij gaten in een of meer platen. De lekkage kan alleen worden opgelost door de plaat/platen in kwestie te vervangen. Brouwland Korspelsesteenweg 86 • B-3581 Beverlo - Belgium Tel. +32-(0)11-40.14.08 • Fax. +32-(0)11-34.73.59 [email protected] • www.brouwland.com

10 / 11



Wanneer u lekkage vermoedt, kunt u dit op de volgende manier opsporen: - Verwijder een buis aan een van de onderste buisaansluitingen. Zet vervolgens de tegenoverliggende kant onder druk. Nadat de druk gestabiliseerd is, mag er geen medium uit de losgekoppelde buisaansluiting stromen. Komt er toch nog medium uit de buisaansluiting, dan is er lekkage in een of meer platen. Haal het platenpakket uiteen en controleer elke plaat zorgvuldig. Controleer de platen met een speciale vloeistof op scheurtjes. - Demonteer de plaatwarmtewisselaar en laat alle platen drogen. Zodra de platen volledig droog zijn, plaatst u ze in de plaatwarmtewisselaar en spant u hem samen. Het medium circuleert nu aan het volle vermogen, weliswaar slechts aan één plaatkant (elke tweede plaattussenruimte). De andere helft van de plaattussenruimten wordt niet onder druk gezet en krijgt ook geen vloeistof. Stop de circulatie na enkele minuten en demonteer voorzichtig de plaatwarmtewisselaar zodat de droge plaatkant niet wordt bespat met water. Controleer de platen nu zorgvuldig en zoek naar eventuele vochtige plekken op de plaatkant die voor de rest droog is. Deze plekken moeten vervolgens met een speciale vloeistof worden gecontroleerd op scheurtjes. - Haal de plaatwarmtewisselaar uiteen en controleer alle platen met een speciale vloeistof op scheurtjes.

Ombouwen De plaatwarmtewisselaar is samengesteld uit modules en is bijgevolg zeer flexibel in termen van uitbreiding en verkleining. Dit betekent dat het eenvoudig is om het vermogen te wijzigen door de warmtewisselaar uit te breiden of het aantal platen te verminderen. BROUWLAND BVBA houdt een archief bij met alle gegevens over geleverde plaatwarmtewisselaars. We verstrekken u graag advies voor het ombouwen van bestaande plaatwarmtewisselaars: BROUWLAND BVBA heeft alleen het serienummer nodig dat op het kenplaatje staat om wijzigingen te kunnen uitvoeren. BROUWLAND BVBA levert dan een volledige beschrijving van de ombouwprocedure, samen met de onderdelen die nodig zijn voor de ombouw. Vervolgens wordt de ombouw opgenomen in het archief, zodat dit steeds actueel blijft.

Wisselstukken Bij bestelling van wisselstukken moeten de typebeschrijving van de plaatwarmtewisselaar en het serienummer worden vermeld (deze vindt u op het kenplaatje aan het vaste deksel). Deze gegevens zijn nodig om verkeerde leveringen te vermijden. - Bij bestelling van platen is het belangrijk dat de juiste stanscode wordt vermeld en dat ook wordt aangegeven of het een rechts dan wel links georiënteerde plaat betreft - zie de paragraaf over platen. - Bij bestelling van een complete set dichtingen en de daarbij horende lijm en bij bestelling van oplosmiddelen volstaat het om het serienummer evenals het tekeningnummer te vermelden. Als u afzonderlijke dichtingen bestelt, dan is het belangrijk dat u het juiste type vermeldt. Het type en de kleurmarkering van de dichtingen vindt u in het diagram. Om spanbouten te kunnen bestellen, moet u eerst de oude spanbouten uitmeten zodat de nieuwe spanbouten de juiste lengte hebben. Wanneer u zich tot BROUWLAND BVBA wendt voor deze plaatwarmtewisselaar, gelieve dan het vermelde type en serienummer te vermelden (deze gegevens vindt u op het kenplaatje).


11 / 11

Wortkoeler Platenwisselaar RVS

Recommend Documents