WETSVOORSTEL Voorstel van wet van de leden Segers, Rebel-Volp en Kooiman tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES, houdende de invoering van de strafbaarstelling van misbruik van prostituees die slachtoffer van mensenhandel zijn (strafbaarstelling misbruik prostituees die slachtoffer zijn van mensenhandel) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van OranjeNassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te voorzien in een afzonderlijke strafbaarstelling die bescherming biedt aan prostituees die het slachtoffer zijn van mensenhandel en gelet daarop het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES aan te passen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I Na artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht wordt een artikel ingevoegd, dat luidt: Artikel 273g Hij die seksuele handelingen verricht met een ander, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich onder de in artikel 273f, eerste lid, sub 1˚, bedoelde omstandigheden beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie. ARTIKEL II Na artikel 286f van het Wetboek van Strafrecht BES wordt een artikel ingevoegd, dat luidt: Artikel 286g Hij die seksuele handelingen verricht met een ander, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich onder de in artikel 286f, eerste lid, sub 1˚, bedoelde omstandigheden beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie. ARTIKEL III Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Veiligheid en Justitie,
Voorstel van wet van het lid Segers tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES, houdende de invoering van de strafbaarstelling van misbruik van prostituees die slachtoffer van mensenhandel zijn (strafbaarstelling misbruik prostituees die slachtoffer zijn van mensenhandel)
MEMORIE VAN TOELICHTING I. Algemeen 1. Inleiding Elementen voor deze paragraaf zijn: waartoe strekt dit wetsvoorstel (oplossing voor welk probleem) - politiek maken ‘Het ontbreken van een afzonderlijke strafbaarstelling van diegenen die misbruik maken van prostituees die slachtoffer zijn van mensenhandel wordt in de praktijk als een belangrijk gemis gevoeld voor een effectieve strafrechtelijke aanpak van alle schakels die seksuele uitbuiting van vrouwen in stand houden, ondersteunen en bevorderen. Dit blijkt uit ...etc.[..] Niet gezegd is dat er op dit moment op geen enkele wijze tegen dit laakbaar handelen kan worden opgetreden; de afzonderlijke strafbaarstelling wil evenwel verzekeren dat misbruik in welke vorm dan ook uitdrukkelijk en zonder voorbehoud onder de reikwijdte van de strafwet komt te vallen. [..] Tegen deze achtergrond beoogt dit wetsvoorstel de invoering van ..’ [..] Daarmee ligt dit wetsvoorstel in het verlengde van de opdracht die in de EU-richtlijn mensenhandel is vervat dat lidstaten nader moeten overwegen op welke wijze zij slachtoffers van aan prostitutie gerelateerde mensenhandel een adequate bescherming kunnen geven.’ vgl. artikel 18 van de EU-richtlijn, dat zich richt op de verantwoordelijkheid van de vraagkant bij de aanpak van mensenhandel (“In order to make the preventing and combating of trafficking in human beings more effective by discouraging demand, Member States shall consider taking measures to establish as a criminal offence the use of services which are the objects of exploitation as referred to in Article 2, with the knowledge that the person is a victim of an offence referred to in Article 2.”) •
•
relatie met andere wetgevingstrajecten
‘Dit wetsvoorstel staat geenszins op zichzelf. Het moet worden bezien in samenhang met de reeks van andere wetswijzigingen die in het kader van de bestrijding van mensenhandel zijn voorgesteld. Hier mogen in ieder geval niet onvermeld blijven ’ (wetsvoorstel implementatie richtlijn mensenhandel, wetsvoorstel verhoging strafmaat mensenhandel, wetsvoorstel regulering prostitutiebranche) •
Wellicht een passage over deze bepaling in andere landen (scriptie Marlies)
•
wellicht een passage over de consultatie van het wetsvoorstel
‘Het wetsvoorstel is voor advies voorgelegd aan het Openbaar Ministerie (OM), de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR), de Raad voor de Rechtspraak (RvdR) en de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA). Van alle instanties is een advies ontvangen.’ (volgt bespreking van de adviezen)
2. Hoofdlijnen wetsvoorstel •
de doelstelling van het wetsvoorstel iets verder uitwerken; waarin ligt de afkeurenswaardigheid van het voorgestelde delict besloten?
•
aangeven welke wijziging daartoe wordt doorgevoerd
‘Het wetsvoorstel introduceert met een nieuw artikel 273g van het Wetboek van Strafrecht een afzonderlijke strafbaarstelling van degenen die misbruik maken van prostituees die zich in een uitbuitingsituatie bevinden. En
een vergelijkbare strafbaarstelling wordt ingevoerd in het Wetboek van Strafrecht BES (artikel 286g Sr BES)’ [...] ‘Aan het ontwerp van deze strafbaarstelling liggen een aantal uitgangspunten ten grondslag’ (geen koppeling aan de kwalificatie mensenhandel en evenmin aan de strafmaat van mensenhandel, een heldere afbakening met artikel 248b Sr door een duidelijke verwijzing naar de uitbuitingsituatie van artikel 273f Sr, het gaat om een explicitering van strafwaardig gedrag dat deels al strafbaar kan zijn op grond van artikel 273f Sr, maar bij toepassing in de praktijk moeilijkheden oplevert, voorts: een expliciete signaalfunctie naar de klant). [..] ‘Een bespreking van de verschillende relevante bestanddelen van de strafbaarstelling volgt in paragraaf 4 van deze memorie’.
3. Het strafrechtelijk instrumentarium ter bestrijding van mensenhandel •
voor een goede context verdient het aanbeveling om een korte schetst te geven van het huidige strafrechtelijke instrumentarium ter bestrijding van mensenhandel. Hiervoor kan voor inspiratie worden geput uit de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel implementatie richtlijn mensenhandel en bijvoorbeeld het preadvies van Marnix Alink en Just Wiarda ‘Materieelrechtelijke aspecten van mensenhandel in het Nederlands strafrecht’. Het zou mooi zijn om dan te besluiten met tekst waaruit blijkt hoe de voorgestelde wijzigingen daarin passen.
4. De voorgestelde strafbaarstelling nader beschouwd 4.1 Algemeen •
Hier kan iets dieper worden ingegaan op de algemeen aspecten zoals die in paragraaf 2 zijn aangestipt.
4.2 Het verrichten van seksuele handelingen •
Gemotiveerd zal moeten worden waarom niet is gekozen voor het plegen van ontucht; zijn de termen van artikel 273f Sr. Verder het element belichten dat voor strafbaarheid niet vereist is dat ‘de klant’ heeft betaald. Wel moet hij geweten hebben dat het slachtoffer zich prostitueerde.
4.3 Wetenschap omtrent de uitbuitingsituatie •
•
• •
Een belangrijk aangrijpingspunt om de kern van de strafwaardigheid (en strafbaarheid als misdrijf) van een bepaalde gedraging te duiden wordt gevormd door het vereiste opzet. Het vormt een van de cruciale voorwaarden voor ernstige verwijtbaarheid en strafwaardigheid. Voorop staat dat het onmogelijk is om in iemands hoofd te kijken; opzet zal dus veelal uit gedrag van de verdachte moeten worden afgeleid. Dit geeft in zijn algemeenheid al een relatief grote onzekerheidsmarge. Niet ontkend kan worden dat zulks zeker ook het geval is bij onderhavige strafbaarstelling. Bij voorgestelde opzetconstructie wordt een normatieve uitleg van het opzet gehanteerd: datgene wat de gemiddelde burger behoort te weten, behoort de verdachte ook te weten. Volgt voorbeelden van uiterlijke omstandigheden waaruit verdachte had moeten afleiden dat de verboden situatie zich had voorgedaan en deze heeft aanvaard althans op de koop toegenomen.
4.4 Strafbedreiging •
Toe te lichten ware waarom wordt gekozen voor de strafmaat van ten hoogste vier jaar; aansluiting bij artikel 248b Sr. Waar dat artikel kern van de strafwaardigheid bij het misbruik van jeugdigen ligt, concentreert onderhavig strafbaarstelling zich op het laakbare misbruik van de uitbuitingsituatie. Ook een bevorderend element, wel iets verder gelegen van het gronddelict mensenhandel. Daarom uitgekomen op vier jaar.
II. Artikelsgewijs Artikel I (Artikel 273g van het Wetboek van Strafrecht)
Voor een toelichting op dit onderdeel kan op deze plaats [allereerst] worden verwezen naar het algemene gedeelte van de memorie van toelichting waarin is ingegaan op de achtergronden van de voorgestelde invoeging van artikel 273g Sr. [Daarnaast kan nog worden opgemerkt dat...]
Artikel II (Artikel 286g van het Wetboek van Strafrecht BES) Het is staand beleid dat in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en voor de strafrechtelijke bescherming tegen daden van mensenhandel zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de materiële strafwetgeving van Nederland. Om die reden wordt thans ook voorgesteld de strafbaarstelling van het misbruik van prostituees die slachtoffer van mensenhandel zijn in het Wetboek van Strafrecht BES in te voeren. Dit gebeurt door invoeging van een nieuw artikel 286g. Artikel III Het voornemen bestaat, de voorgestelde aanpassingen zo spoedig mogelijk in werking te laten treden.
Segers