WATERSPORTACTIEPLAN MIDDEN-DELFLAND Fase 1: Inventarisatie en visie Fase 2: Actieplan met projectbeschrijvingen
WATERSPORTACTIEPLAN MIDDEN-DELFLAND Fase 1: Inventarisatie en visie Fase 2: Actieplan met projectbeschrijvingen
Dit is een uitgave van: G.Z-H In opdracht van: Recreatieschap Midden-Delfland Postbus 341 3100 AH Schiedam tel: 010- 298 10 10 fax: 010- 298 10 20 www.gzh.nl Vastgesteld door DB: 17 mei 2006 Vastgesteld door de Middendelflandraad: 26 juni 2006
Foto-omslag:
INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING
11
1.1
Aanleiding
11
1.2
Opdracht
11
1.3
Werkwijze
11
1.3.1
Fase 1: Inventarisatie
12
1.3.2
Fase 2: formuleren projecten
12
1.3.3
Fase 3: koppelen aan trekkers
12
1.3.4
Fase 4: uitvoering
12
1.4
Afbakening
13
1.5
Leeswijzer
13
1.6
Beleidskaders
14
1.6.1
Gebiedsbeleid
14
1.6.2
Beleid rond waterrecreatie en natte infrastructuur
15
1.7
Uitgangspunten en visie
16
1.7.1
Doelgroepen
16
1.7.2
Bouwstenen van Midden-Delfland
17
1.7.3
Zonering
18
1.8
Ambitie
19
2
HUIDIGE SITUATIE
20
2.1
Grote waterrecreatie
20
2.1.1
Kengetallen
20
Ontsluiting
20
2.1.3
Bevaarbaarheid
21
2.1.4
Voorzieningen
22
2.1.5
Regelgeving en vergunningen
22
2.2
Kleine waterrecreatie
24
2.2.1
Kanovaren
24
2.3
Ontwikkelingen in het gebied
24
2.3.1
Gemeentelijke activiteiten op het vlak van watersport
24
2.3.2
ABC Delfland
24
3
INVENTARISATIE WENSEN EN KNELPUNTEN
26
3.1
Knelpunten grote waterrecreatie
26
3.1.1
Ontsluiting
26
3.1.2
Bevaarbaarheid
26
3.1.3
Bediening kunstwerken
27
3.1.4
Voorzieningen
27
3.1.5
Regelgeving en vergunningen
28
3.2
Knelpunten kleine waterrecreatie
28
3.2.1
Voorzieningen kleine waterrecreatie
28
4
OPLOSSINGEN
29
4.1
Vaarroutestructuur Midden-Delfland
29
4.1.1
Categorieën vaarwateren
30
4.1.2
Vaarroutestructuur
31
4.2
Oplossingsrichtingen per onderwerp
31
4.2.1
Ontsluiting
31
4.2.2
Bevaarbaarheid
34
4.2.3
Bediening kunstwerken
35
4.2.4
Voorzieningen
36
4.2.5
Regelgeving en vergunningen
37
4.2.6
Voorzieningen kleine waterrecreatie
37
5
PROJECTUITWERKING
39
5.1
Projecten
39
5.1.1
Aanlegplaatsen- en voorzieningenplan (deel 1 en 2)
39
5.1.2
Kanorouteplan
40
5.1.3
Aanlegvoorziening recreatief knooppunt DOP-NOAP
40
5.1.4
Vaarverordeningen en –vergunningen en ligplaatsregeling
41
5.1.5
Verbeterplan vaarwegen
41
5.1.6
Verbeterplan doorvaart kunstwerken
42
5.1.7
Informatievoorziening waterrecreatie
42
5.1.8
Haalbaarheidsstudie alternatieve vaarroute Vlaardingervaart
43
5.2
Prioritering en haalbaarheid
43
5.3
Communicatie
44
BIJLAGEN
45
BIJLAGE 1: BETROKKEN PARTIJEN
1
BIJLAGE 2: BELEIDSOMGEVING
2
BIJLAGE 3: OVERZICHT VOORZIENINGEN WATERSPORT MIDDEN-DELFLAND
3
BIJLAGE 4: KAART VERORDENING PLEZIERVAART EN WATERGEBIEDEN ZUID-HOLLAND
4
BIJLAGE 5: INVENTARISATIE WENSEN EN KNELPUNTEN
5
BIJLAGE 6: PRIORITERING
6
BIJLAGE 7: SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN
7
SAMENVATTING Het rapport Watersportactieplan is een uitwerking van de in 2004 gehouden inventarisatie van wensen en knelpunten van de watersport in Midden-Delfland. De opdracht is te komen tot een actieplan waarin maatregelen worden benoemd die voor omschreven doelgroepen de voorzieningen handhaven c.q. uitbreiden en de knelpunten opheffen en vervolgens tot uitvoering van deze maatregelen te komen. De inventarisatie is opgesteld in samenwerking met watersportorganisaties in het gebied en betrof fase 1 in het project; dit actieplan is in overleg met betrokkenen opgesteld en betreft fase 2; het koppelen van de projecten aan trekkers wordt in fase 3 uitgevoerd en de daadwerkelijke realisatie betreft fase 4. De looptijd van het project wordt geraamd op 2008. In het actieplan wordt aan de hand van een visie voor de watersport een integraal voorstel gedaan voor projecten welke door verschillende partijen uitgevoerd kunnen worden om de watersport in Midden-Delfland op een hoger plan te tillen. Het Recreatieschap is in de uitvoering van de projecten de initiërende en coördinerende partij. Ook zullen enkele projecten door het Recreatieschap zelf uitgevoerd worden. Partners bij de uitvoering zijn de gemeenten in het plangebied: Delft, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis, Westland en deelgemeente Overschie, het Hoogheemraadschap van Delfland en de provincie Zuid-Holland. De volgende projecten zijn in het rapport gedefinieerd, op volgorde van uitvoering (rekening houdend met de logische volgorde van projecten, de prioriteit en de haalbaarheid): 1. Aanlegplaatsen- en voorzieningenplan: dit project wordt in twee delen opgepakt; in deel 1 worden de urgente knelpunten in het intensieve deel rond de Foppenplas opgelost; in deel 2 worden afhankelijk van de voorgaande twee projecten aanlegvoorzieningen gerealiseerd in het meer extensieve buitengebied. Uitvoering: Recreatieschap. 2. Kanorouteplan: Het realiseren van rondgaande kanoroutes en de bijbehorende voorzieningen en deze in de vorm van een routekaart presenteren. Uitvoering: Recreatieschap. 3. Aanlegvoorziening recreatief knooppunt DOP-NOAP: Een aanlegvoorziening bij het te realiseren recreatieve knooppunt op het DOP-NOAP-terrein kan voorzien in toegangspoort-functie en maakt een koppeling tussen natte en droge recreatie. Uitvoering: Recreatieschap in overleg met de projectgroep herinrichting DOP-NOAP. 4. Vaarverordeningen en -vergunningen en ligplaatsregeling: Het vereenvoudigen van de regelgeving voor waterrecreatie in het gebied door: − Het afstemmen van regelgeving met betrekking tot doorvaart en waar mogelijk en wenselijk het opheffen van vaarbeperkingen. Hierbij aandacht schenken aan handhaving. − Het afstemmen van regelgeving met betrekking tot het innemen van ligplaatsen door het vervangen van de verschillende regelingen door één ligplaatsregeling voor het gehele gebied. Hierbij het heffen van liggeld voor overnachting betrekken en aandacht schenken aan de handhaving. − Onderzoek naar de mogelijkheid van het afschaffen van de vaarvergunning van het hoogheemraadschap. Voorstel voor uitvoering: Recreatieschap, Hoogheemraadschap en provincie. 5. Verbeterplan vaarwegen: Door de vaarwegen te verbeteren (verbreden, verdiepen) worden deze beter bevaarbaar en wordt voorzien in een vaarroutestructuur voor de grote watersport door het gebied met aansluitingen op de omgeving. Voorstel voor uitvoering: Hoogheemraadschap en Recreatieschap. 6. Verbeterplan doorvaart kunstwerken: Door de doorvaartafmetingen van bruggen op te trekken tot minimale normen worden knelpunten in de huidige routes opgelost en worden de overige vaarwegen toegankelijk voor de regionale recreatievaart waardoor wordt voorzien in een vaarroutestructuur door het gebied.
Voorstel voor uitvoering: provincie Zuid-Holland, gemeenten. 7. Informatievoorziening waterrecreatie: Het uitbrengen van een informatiefolder met watersportvoorzieningen en recreatieve informatie in Midden-Delfland en het aanbrengen van informatieborden bij de toegangspoorten tot het gebied. Hierbij aandacht schenken aan gedragsregels. Uitvoering: Recreatieschap. 8. Haalbaarheidsonderzoek alternatieve vaarroute Vlaardingervaart: Het realiseren van een alternatieve vaarroute voor de recreatievaart voor de drukbevaren Nieuwe Waterweg en Delftsche Schie via de Vlaardingervaart. Uitvoering: Recreatieschap i.s.m. SRN (Stichting Recreatietoervaart Nederland).
1. INLEIDING
1.1
Aanleiding
In 2004 is door het Recreatieschap Midden-Delfland een start gemaakt met het project Watersportactieplan Midden-Delfland. Aanleiding hiervoor waren vragen uit de regionale watersport welke vroegen om actie. In het rapport Watersport in Zuid-Holland van het KNWV is een regiovisie voor Zuid-Holland neergelegd en worden aanbevelingen gedaan voor Midden-Delfland. De Watersportbelangenvereniging Midden-Delfland, een werkgroep van het KNWV, heeft hiervoor enquêtes onder haar leden gehouden en zich met concrete wensen gewend tot het Recreatieschap. Daarnaast wordt in het Schapsplan 1999 – 2003 van Recreatieschap Midden-Delfland als beleidspeerpunt voor de genoemde periode het werken aan routes aangegeven. Onderdeel hiervan zijn kanoroutes. Geconstateerd wordt dat de huidige routes en verbindingen onveilig en / of onaantrekkelijk zijn voor kanovaarders. In het jaarplan voor 2003 is derhalve als actiepunt opgenomen om het beleid voor de watersport in de vorm van een project op te pakken. Voorliggend rapport is een nadere uitwerking van de inventarisatiefase uit 2004 in uit te voeren maatregelen. Beide onderdelen zijn in het rapport opgenomen. Het Recreatieschap zal het project Watersportactieplan Midden-Delfland trekken en afstemmen met initiatieven uit de regio op het vlak van watersport. Het Recreatieschap initieert en coördineert. Inhoudelijke inbreng wordt geleverd door de watersporters in het gebied. De uitvoering van maatregelen kan bij diverse betrokken partijen liggen, waaronder het Recreatieschap zelf.
1.2
Opdracht
De opdracht is te komen tot een actieplan waarin maatregelen worden benoemd die voor omschreven doelgroepen de voorzieningen handhaven c.q. uitbreiden en de knelpunten opheffen en vervolgens tot uitvoering van deze maatregelen te komen. Als aandachtspunten worden genoemd: - routes èn voorzieningen (bijv. overdraagplaatsen voor kano’s) - veiligheid (bijv. varen op de Schie) - aansluiten bij natuur, landschap en cultuurhistorie (bijv. oude dorpskernen) - stad-landverbindingen, ook vanuit Westland en Haagse Regio (bijv. Zweth) - knooppunten (combinaties van natte met droge recreatie) - doelgroepsgewijs werken - aandacht voor het beheer na realisatie
1.3
Werkwijze
De werkwijze die in het proces wordt gevolgd kan als volgt worden geschematiseerd:
INVENTARISATIE
FORMULEREN PROJECTEN
KOPPELEN aan TREKKER(S)
Deze fasen worden in het navolgende toegelicht.
11
REALISATIE
Watersportactieplan Midden-Delfland
1.3.1
Fase 1: Inventarisatie
In 2004 is het project gestart met het maken van een zo volledig mogelijke inventarisatie van wensen en knelpunten voor de watersport in het gebied Midden-Delfland. Uitgangspunt hiervoor was het rapport Watersport in Zuid-Holland Zuid van het KNWV en enkele overlegrondes met de watersporters in het gebied. Betrokken partijen in deze fase zijn geweest: de Watersportbelangenvereniging MiddenDelfland (grote watersport) en Natsec (kleine watersport), de provincie Zuid-Holland, de gemeenten in het gebied, het Hoogheemraadschap van Delfland en het Recreatieschap. Voor een volledige lijst van betrokkenen: zie bijlage 1. De inventarisatie heeft geresulteerd in een rapportage van wensen, knelpunten en oplossingen. Zowel gebiedsbrede suggesties als gedetailleerde knelpunten zijn meegenomen in de inventarisatie om een zo compleet mogelijk beeld te creëren van de stand van zaken met betrekking tot de watersport in Midden-Delfland. Het inventarisatierapport is op 1 juli 2005 met een visie, waarin de uitgangspunten voor het beleid zijn geformuleerd, gepresenteerd aan het bestuur van het Recreatieschap. Hierop is aan enkele onderwerpen door het bestuur prioriteit toegekend. Fase 1 is hiermee afgerond en wordt in fase 2 uitgewerkt. 1.3.2
Fase 2: formuleren projecten
Fase 2 in het proces betreft het opstellen van een actieplan waarin de kaders worden geschetst en projecten worden geformuleerd. Initiatieven van derden met betrekking tot de watersport worden hierin zoveel mogelijk meegenomen. Om de knelpunten aan te pakken en tegemoet te komen aan de wensen van de watersporters, moeten oplossingen bedacht worden die aansluiten bij het beleid en voldoen aan de uitgangspunten. Hiervoor moeten de wensen en knelpunten op relevantie en haalbaarheid worden getoetst. De oplossingsrichtingen zullen vervolgens moeten worden uitgewerkt tot duidelijk gedefinieerde projecten welke afhankelijk van de prioritering uitgevoerd moeten gaan worden. In dit stadium worden ook subsidiemogelijkheden verkend en wordt een termijn van uitvoering aangegeven. Het resultaat van fase 1 en 2 is het voorliggende Watersportactieplan Midden-Delfland, wat na interne vaststelling door het bestuur van het Recreatieschap extern wordt gecommuniceerd. 1.3.3
Fase 3: koppelen aan trekkers
In fase 3 worden partijen gezocht en benaderd voor de realisatie van bovengenoemde projecten. Het Recreatieschap zal hiervoor het Watersportactieplan Midden-Delfland voorleggen aan de betrokken gemeenten, het Hoogheemraadschap en de provincie Zuid-Holland en in overleg treden met de betreffende partijen. Het Recreatieschap initieert en coördineert het proces en zorgt voor de afstemming tussen de partijen. Het is met name van belang dat er concrete afspraken gemaakt worden over de verantwoordelijkheden van partijen en de realisering van de verschillende projecten. Het Recreatieschap zal ook zelf projecten ter hand nemen en tot realisatie overgaan. 1.3.4
Fase 4: uitvoering
Om tot uitvoering te kunnen komen zullen per project uitvoeringsplannen opgesteld moeten worden door de uitvoerende partij. De financiering wordt in deze fase door de uitvoerende partij geregeld. Het Recreatieschap kan subsidiëring in het kader van het totale Watersportactieplan organiseren. Gedurende het gehele traject tot en met de uitvoering houdt het Recreatieschap oog op het totale proces, stemt af en koppelt terug naar de belanghebbenden.
12
1.4
Afbakening
De geografische afbakening van het plangebied betreft het gebied Midden-Delfland, begrensd door de plaatsen Delft, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis, Maasdijk en De Lier; zie afb. 1. De grenzen van de natte infrastructuur worden gevormd door de Delftsche en Schiedamse Schie, Nieuwe Waterweg, Zwethkanaal en Zweth. Het projectgebied omvat de gemeenten Midden-Delfland, Delft, Maassluis, Schiedam, Vlaardingen en Westland (gedeeltelijk). Uiteraard wordt ook de relatie met de omliggende gebieden niet onbelicht gelaten. Met name waar het gaat om routes en verbindingen zullen de aansluitingen met het omringende gebied, zoals het Westland worden meegenomen.
Naaldwijk
Delft
De Lier
Schipluiden
Maasdijk
Maasland
Maassluis
Rotterdam Vlaardingen
Schiedam
Afb. 1: Afbakening plangebied
1.5
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 worden aan de hand van het geldende beleid de uitgangspunten voor het project en de ambitie en visie weergegeven. Hoofdstuk 3 geeft een beeld van de huidige situatie wat betreft watersport met enige kengetallen. In hoofdstuk 4 wordt een overzicht van de bevindingen uit de inventarisatie weergegeven; in bijlage 5 is per deelgebied een lijst met de specifieke knelpunten opgenomen, verduidelijkt met kaartmateriaal. In hoofdstuk 5 worden de knelpunten en wensen aan de uitgangspunten getoetst en worden oplossingsrichtingen aangegeven. Deze worden in hoofdstuk 6 geconcretiseerd door het omschrijven van duidelijke projecten. Hierbij wordt een voorstel gedaan voor het koppelen van de projecten aan trekkers en wordt een uitvoeringstermijn geschat. Tevens wordt aangegeven op welke wijze het project in de verschillende stadia wordt gecommuniceerd aan de belanghebbenden.
13
Watersportactieplan Midden-Delfland
UITGANGSPUNTEN 1.6
Beleidskaders
Het Watersportactieplan is voor het Recreatieschap de natte equivalent van het Routestructuurplan, wat zich richt op de routestructuren op het land. De uitgangspunten voor het beleid komen voort uit diverse beleidskaders welke in het onderstaande worden samengevat. In bijlage 2 wordt een overzicht van de beleidskaders gegeven. 1.6.1
Gebiedsbeleid
Streekplan Zuid-Holland West – Provincie Zuid-Holland Hoofdpunten m.b.t. recreatie: − Versterking recreatieve functie gekoppeld aan het handhaven en versterken van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden in het gebied. − Belangrijke rol voor grondgebonden landbouw; verbreding landbouwfunctie met agrotoerisme en zorglandbouw − Kleinschalige (verblijfs)recreatieve voorzieningen mogelijk − Toegankelijkheid Midden-Delfland moet worden verbeterd ter vergroting van recreatieve belevingsmogelijkheden − Recreatieve infra-structuur, kwaliteit en aantal recreatieve voorzieningen moet worden verbeterd Concrete beleidsbeslissing: Versterking van de recreatieve functie van de Zuidvleugel door vergroting toegankelijkheid van het landelijk gebied. Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020 (RR 2020) – Stadsregio Rotterdam In RR 2020 wordt Midden-Delfland aangemerkt als Regiopark. Regioparken zijn hoogwaardige landschappen direct grenzend aan centraal stedelijk gebied. De gebieden worden zodanig ingericht en beheerd dat zij op lokaal en regionaal niveau een functie vervullen als parklandschap voor de regiobewoners. Een verbindingszone, Groenzone Noordrand, moet de regioparken Midden-Delfland en Rottemeren gaan verbinden. Regionaal Groenblauw Structuurplan (RGSP2) – Stadsregio Rotterdam In het Groenblauw Structuurplan wordt ingezet op het versterken van de eigen identiteit en het realiseren van een aantrekkelijk voorzieningenniveau. Een hoge prioriteit wordt gegeven aan recreatieve fiets- en wandelpaden en vaarroutes in verband met de toegankelijkheid van het gebied en de bereikbaarheid vanuit de stad. Het bundelen van recreatieve voorzieningen geleidt de recreatieve druk en voorkomt intensivering van rustige gebieden. Gebiedsprogramma Groenblauwe Slinger In het gebiedsprogramma wordt Midden-Delfland aangewezen als aanpassingsgebied waarin versteviging van het ecologisch-recreatieve netwerk wordt nagestreefd. Plannen in het kort: − Uitbouwen van het ecologisch-recreatieve netwerk met de nadruk op verbetering van de oostwestverbindingen en een optimale inpassing van de A4. − Verbeteren van de verbindingen tussen stad en land. − Versterken van de identiteit van het gebied, het ontwikkelen van promotionele activiteiten en het uitbreiden van de mogelijkheden voor dekking van de beheerslasten. − Ontwikkeling van de Zwethzone tot recreatie- en natuurgebied aan de noordzijde van MiddenDelfland. Gebiedsvisie Midden-Delfland - gemeente Midden-Delfland Het gebiedsbeleid richt zich met name op de ontwikkeling van Midden-Delfland als toeristisch – recreatief product. Specifiek worden hierbij de watersport als te ontwikkelen recreatievorm genoemd
14
en de noodzaak van het vergroten van de toegankelijkheid over water door meerdere toegangspoorten. Het koppelen van waterrecreatie aan de cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden is hierbij een doelstelling. Ook aansluiting bij de ontwikkelingen in het Westland is gewenst (IOPW). Schapsplan 1999-2003 - Recreatieschap Midden-Delfland In het beleidsplan van het recreatieschap Midden-Delfland (2003-2006) wordt een aantal thema’s genoemd die in de beleidsperiode aandacht verdienen: − het behoud en de duurzame ontwikkeling van het karakter en de identiteit van Midden-Delfland als groene oase tussen sterk stedelijke agglomeraties; − de toenemende wens te komen tot meer afstemming en synergie tussen de gebiedsfuncties recreatie, landbouw en natuur; − de wens ‘het product Midden-Delfland” als geheel te promoten, teneinde de regionale betekenis te vergroten. 1.6.2
Beleid rond waterrecreatie en natte infrastructuur
Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan 2002-2020 – Provincie Zuid-Holland − Stimuleren recreatievaart. Vaarwegen die primair zijn bedoeld voor de regionale recreatievaart genieten speciale aandacht. Er moet een aantrekkelijk, gedifferentieerd en samenhangend recreatietoervaartnet komen. − Creeëren van alternatieve routes bij hoge intensiteit beroepsvaart en recreatievaart. − Opwaardering van Schie tussen Overschie en Den Haag voor beroepsvaart. Beleidsnota Provinciale Vaarwegen en Scheepvaart (ontwerp) - Provincie Zuid-Holland Deze nota heeft specifiek betrekking op de provinciale vaarwegen. Hoofdpunten m.b.t. waterrecreatie: − Belangen beroepsvaart vs. Recreatievaart – ontwikkelen van alternatieve routes voor recreatievaart en een goed ligplaatsenbeleid − Het realiseren van minimale doorvaarthoogten op provinciale vaarwegen conform BRTN-normen. − Het instellen/ handhaven van een spitssluiting voor recreatievaart binnen het Kwaliteitsnetwerk Goederenvervoer en op termijn af schaffen hiervan. − Het vrijhouden van de vaargeul van woonboten en recreatievaartuigen en het realiseren van afmeermogelijkheden voor recreatievaart buiten de vaargeul in overleg met gemeenten. De provincie geeft in de Beleidsnota Provinciale Vaarwegen en Scheepvaart aan dat de vaarweg tussen Rotterdam en Den Haag, kortweg de Delftsche Schie, wordt opgewaardeerd voor de beroepsvaart. Dit betekent dat o.a. dat er een ligplaatsverbod langs de vaarweg wordt ingesteld, behoudens daarvoor aangewezen ligplaatsvakken. Voor de recreatievaart zullen in overleg met gemeenten afmeermogelijkheden buiten de vaargeul worden gerealiseerd. De bediening van kunstwerken wordt zoveel mogelijk gecentraliseerd en er wordt naar gestreefd om de bediening van alle kunstwerken op een traject in één hand te krijgen. Voor de recreatievaart is op enkele bruggen een spitsuursluiting van kracht. De provincie heeft het voornemen deze spitssluiting op te heffen voor de beroepsvaart en te vervangen door een regime van enkele korte openingen. Voor de recreatievaart blijft de spitssluiting echter wel van kracht, en wel van 7.30 uur tot 9.30 uur en van 16.00 uur tot 18.00 uur van maandag tot en met vrijdag. Ook wordt in de beleidsnota aangegeven dat de knelpunten met betrekking tot doorvaartafmetingen zullen worden aangepakt. Voor knelpunten m.b.t. doorvaarthoogte betekent dit het op hoogte brengen bij vernieuwing van de bruggen. Verder wil de provincie bovenregionale routes aanwijzen als alternatief voor provinciale vaarwegen met drukke beroepsvaart.
15
Watersportactieplan Midden-Delfland
Beleidsvisie RecreatieToervaart in Nederland 2000 – Stichting Recreatietoervaart Nederland Relevante doelstellingen: − Wegwerken van de knelpunten in het basistoervaartnet − Via water openleggen van de Nederlandse verscheidenheid aan landschappen, steden en dorpen − Integreren van toervaartontwikkelingen met toerisme en recreatie, cultuurhistorie, natuur- en milieu, beroepsvaart ed. (bevorderen afstemming en samenhang) Hoofdpunten algemeen: − Groei toervaartvloot ± 1% per jaar; economische betekenis recreatievaart is groot − Uitgaande van potenties van watersportgebieden ontwikkelingsvisies opstellen voor vaargebieden waarin geïntegreerd de ontwikkelingen van een regio worden gepland − In de BRTN worden hoofdroutes voor de recreatievaart aangegeven, het Basistoervaartnet. Het vaarwater wordt hierbij onderverdeeld in onderstaande categorieën met criteria ten aanzien van doorvaartafmetingen en bedieningstijden kunstwerken. Deze worden in hoofdstuk 5 besproken. Verbindingswater: AZM : Zeil- en motorbootroute AM : Motorbootroute Ontsluitingswater: BZM : Zeil- en motorbootroute BM : Motorbootroute CM : Motorbootroute met doorvaartbeperkingen in diepgang DM : Motorbootroute met doorvaartbeperkingen in diepgang en hoogte − In de BRTN worden recreatief-toeristische vaargebieden onderscheiden waar integratie van toervaart met droge recreatie, landschap, cultuurhistorie en natuur kan plaatsvinden. MiddenDelfland en Westland vallen in die indeling binnen het Groene Hart waar m.b.t. het plangebied de doorvaarbaarheid van het Westland als potentie wordt genoemd. − Met betrekking tot veiligheid wordt aangegeven dat alternatieve routes voor de recreatievaart moeten worden ontwikkeld waar knelpunten optreden met beroepsvaart.
1.7 1.7.1
Uitgangspunten en visie Doelgroepen
Watersport omvat vele vormen van waterrecreatie. Het Watersportactieplan richt zich op de volgende doelgroepen, onderverdeeld in twee categorieën: Grote waterrecreatie R motorbootvaarders (incl. fluisterboten) R zeilers
Kleine waterrecreatie R kanovaarders R roeiers
Het plan richt zich niet op surfers, waterskiërs, jetskiërs en duikers om de volgende redenen. - Het surfen is als sport gestabiliseerd. Midden-Delfland heeft in de vorm van de Krabbeplas een plas waar surfers gebruik van kunnen maken. Op dergelijke plassen worden de beginselen van het surfen opgedaan, waarna men naar de kust trekt. Er zijn geen signalen vernomen dat er behoefte is aan uitbreiding of verbetering van de huidige voorzieningen voor surfers. - Duiken gebeurt momenteel niet in Midden-Delfland. Midden-Delfland heeft ook geen kwalitatief goed duikwater (diep en helder) te bieden, terwijl dit in de verdere omgeving zoals in het Oostvoornse Meer wel aanwezig is. - Ten aanzien van jetskiën en waterskiën kan worden opgemerkt dat dit geen wenselijke vormen van watersport zijn in het gebied, vanwege verstoring en oeverbeschadiging. Het bieden van voorzieningen voor deze sport betekent tevens dat de andere watersportvormen (surfen, zwemmen, varen) in hun ruimte nog verder beperkt worden dan nu al het geval is. Naast de doelgroepen is er tevens een onderscheid te maken in toeristen en recreanten. Toeristen en recreanten zijn twee wezenlijk verschillende doelgroepen. Toerisme heeft een uitgesproken economische dimensie en wordt geassocieerd met vakantie, overnachten en geld uitgeven. Toeristen
16
zijn mensen die het gebied bezoeken, maar die zelf niet in het gebied wonen. De voorzieningen voor toeristen worden meer geboden in de grote wateren van Zuid-Holland, Zeeland en Friesland. Recreatie daarentegen is openbaar, algemeen toegankelijk en er hoeft niet voor te worden betaald. Veelal wordt dit door bewoners van het gebied zelf ‘beleefd’. In de huidige situatie biedt Midden-Delfland met name mogelijkheden voor de recreant. Toeristen hebben het gebied in het algemeen nog weinig ontdekt; specifiek geldt dit ook voor de watersport. Wanneer het watertoerisme in Midden-Delfland een impuls zou moeten krijgen is een aanpassing van de faciliteiten en inrichting voor de watersport van belang. Æ Recreatie is een belangrijke bouwsteen voor Midden-Delfland. Gezien de beperkte gebiedsomvang en de gestelde zonering, is de opvangcapaciteit van Midden-Delfland echter beperkt. De opvangcapaciteit zal voor het grootste deel in beslag worden genomen door recreanten uit de directe omgeving van Midden-Delfland. Het trekken van extra watersporters van buiten de regio, watersporttoerisme, is daarom niet overal wenselijk en zal gestuurd moeten worden door de locatie en het niveau van voorzieningen. 1.7.2
Bouwstenen van Midden-Delfland
De kwaliteit van Midden-Delfland als gebied rust op de dragers landbouw, natuur en landschap, cultuurhistorie en recreatie. Nieuwe ontwikkelingen moeten het voortbestaan en de kwaliteit van deze bouwstenen versterken. - Landbouw Het behoud van een gezonde agrarische sector is een belangrijke bouwsteen voor Midden-Delfland. In de eerste plaats omdat het gebied vanouds een agrarisch gebied is: de huidige aanblik van het gebied hangt samen met de landbouw. Ten tweede omdat boeren in Midden-Delfland gebiedsbeheerders zijn, die een steeds schaarser wordend open en groen landschap in stand houden. - Natuur en landschap Natuurwaarden zijn gebonden aan verschillende natuurreservaten zoals de Vlietlanden, de Schipluidense eendenkooi en het natuurreservaat Noord-Kethel. Ook het grote aantal weidevogels in de agrarische polders en de kleinere elementen als boezemlandjes, slootranden en knotwilgenrijen dragen bij aan de ecologische kwaliteit van het gebied. Behoud is belangrijk vanuit de intrinsieke waarde van natuur en het positieve effect wat het heeft op het landschap en de omgeving. - Cultuurhistorie Eén van de kwaliteiten van Midden-Delfland is de cultuurhistorie: Midden-Delfland is letterlijk mensenwerk. Dit is niet alleen goed waar te nemen in de wijze van ontginning, maar ook aan gebouwen (gemalen, historische boerderijen, historische beplantingen en erfinrichtingen). MiddenDelfland heeft een grote cultuurhistorische waarde en is daarom Belvedère gebied geworden. - Recreatie Recreanten zijn belangrijk voor Midden-Delfland. De bezoekers kunnen zich sterk maken voor behoud van het gebied en kunnen een economische impuls geven die zeker voor de agrarische sector van belang kan zijn. Aan de andere kant is Midden-Delfland ook belangrijk voor recreanten: het heeft een functie als uitloopgebied voor stedelingen, als één van de weinige gebieden in deze regio. De mate van intensiteit van recreatie in Midden-Delfland wordt bepaald door de zonering. Æ Als onderdeel van de bouwsteen recreatie is watersport één van de dragers van de kwaliteit van Midden-Delfland. Watersport mag daarom duidelijk een plaats hebben in het gebied. Er wordt gestreefd naar een goede kwaliteit op het gebied van routes en voorzieningen. Watersport krijgt in Midden-Delfland een vergelijkbare plaats als fietsen en wandelen: niet meer maar ook niet minder.
17
Watersportactieplan Midden-Delfland
1.7.3
Zonering
In het kader van het Reconstructieplan Midden-Delfland is voor het gebied een zonering opgesteld, zie afb. 2. Midden-Delfland is ingedeeld in gebieden met hoofdfunctie recreatie en natuur en gebieden met hoofdfunctie land- of tuinbouw. De gebieden met hoofdfunctie recreatie worden beschouwd als intensieve gebieden, de overige gebieden als extensieve gebieden. De intensieve gebieden liggen merendeels aan de rand van Midden-Delfland, tegen de bebouwing aan. Dit zijn de recreatiegebieden Broekpolder, Krabbeplas, Zuidbuurt, Oeverbos, BoonerLucht, Foppenplas, Kraaiennest, Kerkpolder, Abtswoudse Bos, Ackerdijkse Bos, Poldervaart, Woudhoek en Holierhoek. In deze deelgebieden kunnen grote aantallen recreanten ontvangen worden. Ze zijn ingericht met een dichte padenstructuur en een groot aanbod van voorzieningen, zoals horecagelegenheden en (dag)kampeerterreinen. Het extensieve gebied is het middengebied van Midden-Delfland. Kenmerken hier zijn openheid, rust en een aantrekkelijk landschap dat bestaat uit waardevol agrarisch cultuurlandschap en natuurgebieden. Verrommeling en versnippering moet actief tegengegaan worden. Recreatief medegebruik is in deze zones mogelijk; de mate waarin en de voorwaarden waaronder lopen uiteen. Het handhaven van deze zonering is van belang om Midden-Delfland als recreatiegebied van rust, groen en ruimte te behouden en is daarmee een belangrijk uitgangspunt bij het maken van de slag van wensen naar projecten voor het Watersportactieplan.
dwijk
Delft
De Lier
Schipluiden
aasdijk
Maasland
Maassluis
Rotterda Vlaardingen
Legenda
SchiedamNatuurgebieden NM Recreatiegebieden MD
Afb. 2: Zonering intensieve en extensieve gebieden Æ In de intensieve deelgebieden van Midden-Delfland is ruimte om de watersport te intensiveren. Dit kan bijvoorbeeld door het vergroten van het aantal voorzieningen, mits dit niet resulteert in uitwaaiering naar de extensieve delen. In dit middengebied mogen alleen maatregelen genomen worden onder de voorwaarde dat het extensieve karakter bewaard blijft (rust en geen verrommeling) en er geen bedreiging ontstaat voor één van de vier bouwstenen van Midden-Delfland.
18
1.8
Ambitie
Uit het voorgaande kunnen ambities voor het Watersportactieplan worden geformuleerd, welke aansluiten op de gebiedsvisie Midden-Delfland. Het Watersportactieplan zal inzetten op het bewaren en verbeteren van bestaande verbindingen en het ontwikkelen van nieuwe watersportelementen binnen de ecologische en cultuurhistorische randvoorwaarden: Æ Het handhaven en verbeteren van de potenties voor watersport ín Midden-Delfland. Door Midden-Delfland met het buitengebied te verbinden en door ín Midden-Delfland het aantal voorzieningen voor waterrecreatie uit te breiden, krijgt het gebied een economische impuls. Het aantrekken van een nieuwe groep recreanten door middel van het realiseren van een recreatief knooppunt, van waaruit de langsvarende watersporter te voet of per fiets het gebied in kan trekken, kan vooral bijdragen aan het agro-toeristisch product en daarbij ook aan de werkgelegenheid in Midden-Delfland. Æ Het benutten van de recreatieve potenties voor de watersport langs Midden-Delfland.
19
Watersportactieplan Midden-Delfland
2 HUIDIGE SITUATIE
2.1 2.1.1
Grote waterrecreatie Kengetallen
Getuige de nog steeds toenemende aantallen pleziervaartuigen voorziet de watersport in een belangrijke recreatieve behoefte, ook in Midden-Delfland. In Midden-Delfland en het Westland zijn ongeveer 15 verenigingen actief met faciliteiten voor afmeren en winterberging van recreatieschepen. 11 verenigingen zijn aangesloten bij het Watersportverbond; deze hebben ongeveer 2000 leden met 1800 vaartuigen. Het overige aantal schepen, uit overige verenigingen, particulieren havens en vrijliggers, wordt geschat op 3000 (Bron: (uit Delft – Knooppunt land-Water)). Alle jachthavens liggen op het moment vol, de jachthavens aan de zuidkant van Midden-Delfland hebben wachtlijsten. Een groot deel van de tijd liggen de vaartuigen stil, echter op mooie dagen trekken de watersporters er massaal op uit. Er wordt niet alleen gevaren; ongeveer 2/3 van de tijd liggen deze boten stil op tijdelijke aanlegplaatsen om te recreëren en overnachten; recreatief vaargedrag bestaat voor een groot deel uit het aanleggen op een mooie plaats, het genieten en verkennen van de omgeving, vissen, zwemmen, wandelen etc. 2.1.2
Ontsluiting
Naaldwijk
Delft
De Lier
Schipluiden
BM
Maasdijk
Maasland
Maassluis
CM
Rotterdam
Vlaardingen Schiedam AZM
Afb. 3: Basistoervaartnet binnen plangebied In het basistoervaartnet van de BRTN wordt de Nieuwe Waterweg aangemerkt als type AZM, verbindingswater voor zeil- en motorboten. Het vaartraject tussen Den Haag en Rotterdam over de
20
Delftsche Schie wordt aangemerkt als type BM, ontsluitingswater voor motorboten. Vanwege een vaste brug verder noordwaarts in het traject (de Doenkadebrug bij Rijswijk) kan deze route niet meer als staande-mastroute dienen. De Schiedamse Schie is type CM, ontsluitingswater met doorvaartbeperkingen voor motorboten. De typen verbinding worden weergegeven in afb. 3. De Delftsche Schie is een belangrijke transportader voor de beroepsvaart. Op de Delftsche Schie passeren jaarlijks 10.000 binnenvaartschepen. Daarnaast vormt deze verbinding een belangrijke schakel voor de recreatievaart in de doorgaande noord-zuidroute (van Den Haag en Rotterdam via Oude Maas naar Brielse Meer en Haringvliet) en vinden veel lokale recreatieve vaarbewegingen plaats. In 2002 passeerden 4.500 recreatievaartuigen de Parksluizen in Rotterdam terwijl in 1999 9.000 recreatievaartuigen de Abtswoudsebrug bij Delft passeerden. Het samengaan van recreatievaart en drukke beroepsvaart levert regelmatig onveilige situaties op. De recreatievaarders uit het zuiden moeten een zeer druk gedeelte van de Nieuwe Waterweg bevaren en het smalle vaarwater van de Delftsche Schie maakt het passeren van beroeps- en recreatievaart tot een gevaarlijke bezigheid. Langs het traject zijn weinig aanlegmogelijkheden voor passanten. Er wordt op grote schaal illegaal afgemeerd langs de vaarweg. Zo wordt de doorvaartbreedte van het vaarwater verder beperkt en kunnen recreatievaartuigen los slaan door de sterke zuiging van de beroepsvaartuigen, met alle gevolgen van dien. Op het traject tot Delft zijn alle bruggen beweegbaar, met uitzondering van de Kleine Parksluis in Rotterdam waar een vaste brug is met 3.25 m doorvaarthoogte. De brug over de grote Parksluis is wel beweegbaar. De bediening van de bruggen en de Kleine Parksluis is in het zomerseizoen dagelijks; bediening van de Grote Parksluis niet op zondag. De toegang tot het gebied vindt voornamelijk plaats via de Buitenwatersloot in Delft naar de Gaag en Vlaardingervaart. De bruggen in dit traject zijn voornamelijk vaste bruggen met een minimum doorvaarthoogte van 1.80 m. Over de Gaag zijn twee beweegbare bruggen naast meerdere vaste met een hoogte van minimaal 1.80 m. Een tweede route vanaf Delft loopt via de Kerstanjewetering en Dulder naar de Zweth. Op dit traject zijn enkele zeer lage (verzakte) bruggen en vele voetbruggen, alle vaste bruggen. De tweede toegang tot het gebied is via de Delflandse Buitensluis en de Vlaardingerdriesluis in Vlaardingen naar de Vlaardingervaart. Deze kent zo’n 900 doorvaarten per jaar. Deze toegang sluit via de Nieuwe Waterweg (oversteken) aan op de route naar het zuiden (Brielse Meer, Haringvliet) via de Oude Maas. De bediening van de bruggen en sluis is dagelijks (op verzoek, 1 uur van tevoren melden) in het zomerseizoen (half april tot half oktober) en op doordeweekse dagen in het winterhalfjaar. Er zijn enkele vaste bruggen waarvan de laagste 1.90 m, de overige bruggen zijn beweegbaar. 2.1.3
Bevaarbaarheid
De grote recreatievaart beperkt zich tot het varen op boezemwateren. De meest intensief door watersporters gebruikte vaarwateren betreffen de Vlieten, Vlaardingervaart, Foppenplas en Bommeer. De Foppenplas is een voor de waterrecreatie aangelegde waterplas van een kleine 30 ha groot; het Bommeer is slechts 2,5 ha. De Vlaardingervaart en de Vlieten vormen een aantrekkelijk vaargebied met rietoevers en moerasland rond de centraal in het gebied gelegen Vlietlanden, een natuurgebied in beheer van Natuurmonumenten met waardevolle en kwetsbare vegetaties. De mogelijkheden voor het varen in het overige gebied zijn gering door de minimale afmetingen van de watergangen (waterdiepte, breedte en doorvaarthoogte). De diepte in de bevaarbare watergangen varieert volgens de ANWB-waterkaart van 1.90 m tot 0.90 m. Een diepte van 1.40 m komt de hoofdroutes in Midden-Delfland het meest voor, maar De Zweth en Zwethkanaal zijn met 1.20 en 1.00 m beduidend ondieper. Ook de doorvaartbreedte is gering, mede door verzakte oevers langs de veenkaden.
21
Watersportactieplan Midden-Delfland
De doorvaarthoogte in de hoofdroutes is in het algemeen 1.80 m. Als gevolg hiervan komen in het Midden-Delflandgebied relatief veel kleine motorboten voor, met lage, neerklapbare kajuiten en is het gebied voor schepen van buiten de regio nauwelijks te bevaren. Diverse bruggen zijn echter lager door verzakking, tot 1.70 m. Ook zijn er trajecten met vele lagere bruggen en voetbruggen. Deze zijn met kajuitmotorboten niet bevaarbaar. De watergangen in het Westland zijn over het algemeen ondieper dan in Midden-Delfland. Ook de doorvaarthoogtes zijn minder. De bevaarbaarheid met kajuitmotorboten is hierdoor minimaal. Van oudsher wordt in het gebied Midden-Delfland gezeild met open zeilboten. Met name de Vlaardingervaart en de Vlieten worden hiervoor gebruikt, met name vanwege de diepgang en ligging. Ook de Foppenplas biedt mogelijkheden voor de zeiler, echter de diepgang is voor zeilboten beperkt en de afmetingen zijn gering. 2.1.4
Voorzieningen
In het buitengebied zijn langs de Vlaardingervaart 5 jachthavens gesitueerd en één in de Foppenplas. Verder zijn er jachthavens in Delft, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis en De Lier. Bij de jachthavens zijn over het algemeen sanitaire- en afvalvoorzieningen aanwezig. Binnen de stadskernen zijn in Schiedam en Delft gemeentelijke aanlegplaatsen voor passanten. Uitbreiding van het aantal en de capaciteit wordt in de komende tijd gerealiseerd. In het buitengebied zijn alleen in de Foppenplas, het Bommeer en de Boonervliet aanlegvoorzieningen voor overnachting, buiten eventuele passantenplaatsen in de jachthavens. Langs de Vlaardingervaart, binnen de gemeente Vlaardingen, mag op daarvoor aangewezen locaties worden aangelegd tussen zonsopkomst en zonsondergang. Op een eilandje in de Foppenplas is een toiletgebouwtje aanwezig, wat wordt schoongehouden door de havenmeester van de naastgelegen DWSV. Ook de toiletvoorzieningen van de DWSV zijn openbaar toegankelijk. Overigens zijn er geen sanitaire en afval-voorzieningen aanwezig in het buitengebied. Zie voor een overzicht van voorzieningen bijlage 3. 2.1.5
Regelgeving en vergunningen
Het Hoogheemraadschap van Delfland voert het nautisch beheer over de vaarwateren in MiddenDelfland, met uitzondering van het Rijn-Schie-kanaal en de Schie. Er mag gevaren worden op door het Hoogheemraadschap aangewezen vaarwateren mits een vaarvergunning wordt aangevraagd. Op deze vaarwegen gelden snelheidsbeperkingen van 4 en 6 km/uur; zie afb. 4. Een vergunning kost rond de € 30,- per jaar. De betreffende wateren zijn door de Provincie Zuid-Holland als vaarwegen aangewezen in de Vaarwegenverordening Zuid-Holland uit 1984. De vaarwegenverordening beoogt de instandhouding en bruikbaarheid van de vaarwegen en oevers en heeft hiervoor regels opgesteld, zoals voor het plaatsen van bouwwerken en het verwijderen van vaste stoffen uit het water. De functie als vaarweg mag niet worden belemmerd, er worden echter geen criteria ten aanzien van afmetingen gegeven. Het is dus onduidelijk voor welke vaartuigen deze regel geldt. In de Provinciale Verordening watergebieden en pleziervaart Zuid-Holland gelden voor diverse watergangen in het gebied beperkingen ten aanzien van doorvaart, afmeren en het aanbrengen van voorzieningen; zie bijlage 4. Het gaat om de Zweth, Spartelvaart, Westgaag, Oostgaag, Middelwatering, Bree-of Ligtvoetwatering, Vlaardingervaart, Maassluise Trekvaart/ Noordvliet, Middelvliet, Boonervliet, Foppenplas en Bommeertje. Voor het zuidelijke deel van de Middelvliet (van Maasland tot de invaart van de Foppenplas) geldt een motorvaartverbod en voor het noordelijk deel (van Middelwatering tot Vlaardingervaart) een algeheel vaarverbod. Daarboven gelden maximumvaarsnelheden van 6 km/uur voor Foppenplas, Noordvliet, Boonervliet, Bommeer en Middelwatering. Voor het afmeren langs de oever geldt het volgende: afmeren in of aan rietkragen is niet toegestaan. Ligplaats in nemen in de watergebieden is niet toegestaan behoudens gedurende maximaal 3 achtereenvolgende dagen in de periode van 1 april tot 30 september. Het verbod is niet van toepassing op hiervoor aangewezen openbare aanlegplaatsen. Er wordt door de provincie weinig gehandhaafd. Het valt op dat de aanwijzing als vaarwater uit de Vaarwegenverordening niet
22
overeenkomt met de beperkingen die in de Verordening watergebieden en pleziervaart worden gesteld. De provincie is voornemens deze verordening op te heffen. De gemeenten Midden-Delfland en Vlaardingen hebben in hun Algemene Plaatselijke Verordening een ligplaatsverbod ingesteld.
Afb. 4: Kaart vaarvergunning Hoogheemraadschap van Delfland
23
Watersportactieplan Midden-Delfland
2.2 2.2.1
Kleine waterrecreatie Kanovaren
Langs de Vlaardingervaart huisvest kanovereniging Natsec. Kanoverhuur vindt op meerdere locaties plaats; onder andere aan De Zweth. Het kanovaren kan plaatsvinden op zowel boezemwater als polderwater. Voor het overbruggen van waterstandsverschillen en niet-doorvaarbare kunstwerken zal overgedragen moeten worden. Zo zijn in de Zuidbuurt bij Maassluis en de Krabbeplas 2 overdraagplaatsen gerealiseerd. Twee bestaande kanoroutes lopen langs het gebied, beide van 17 km lang: De Zweth-route loopt langs De Lier richting Westland; ’t Woudtroute loopt langs Schipluiden en voert richting Haagse regio. De Ganthelroute van 13 km voert door het Westland. In het kader van de Reconstructie Midden-Delfland is een kanoroute gepland van de Vlaardingervaart via de Hoekse Polder naar de Delftsche Schie en via het Abtswoudse Bos en Zouteveense Polder terug naar de Vlaardingervaart. In deze route, die in 2007 wordt gerealiseerd, wordt in overdraagplaatsen voorzien tussen boezem- en polderwater en bij barrières als de A4. Door de NKB (Nederlandse Kano Bond) wordt jaarlijks een Veilingslotentocht georganiseerd. Deze loopt van Noordvliet via Maassluis over het Nieuwe Water en Zwethkanaal terug naar de Vlaardingervaart. Overdragingen in deze route zijn er in Maassluis.
2.3 2.3.1
Ontwikkelingen in het gebied Gemeentelijke activiteiten op het vlak van watersport
In het rapport Delft Knooppunt Land-Water worden aanbevelingen gedaan ter verbetering van vervoer over water in en om Delft. Zo wordt Delft genoemd als verbinding van doorgaande vaarwegen met het Westland en Delft als interessante pleisterplaats. Eén van de acties betreft het realiseren van tijdelijke aanlegplaatsen in Delft. Deze zijn voorzien in de Zuidkolk en bij de historische porseleinfabriek De Porseleinen Fles. Bij elkaar moeten deze voorzien in ongeveer 65 aanlegplaatsen voor passanten. Vanuit de gemeente Delft wordt een regionaal samenwerkingsverband watertoerisme geïnitieerd met als doel: de gezamenlijke promotie, versterken van de relatie land-water en het afstemmen van brugbedieningen. Dit gaat dan met name om de plaatsen langs het noord-zuidlint via de Schie. De gemeente Schiedam treft vanuit het project Watertoerisme voorzieningen als aanlegplaatsen in de binnenstad. In het regionale project Westhoek van Zuid-Holland staan onderwerpen als het ontwikkelen van vaarroutes en het afstemmen van brugbedieningen op het programma. 2.3.2
ABC Delfland
In het kader van het Project Afvoer- en BergingsCapaciteit Delfland (ABC Delfland) worden door het Hoogheemraadschap van Delfland diverse maatregelen voorgesteld in boezem- en polderwateren. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld het vergroten van boezemwatergangen, of het aanleggen van calamiteitenbergingen. Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft na een aantal potentiële rampen als gevolg van extreme regenval, besloten een variabel boezempeil in te voeren. Dit zal consequenties hebben voor de watersport in Midden-Delfland wat betreft doorvaarthoogte en de waterdiepte. Meteorologen verwachten dat extreme regenval vooral in de zomer, dus in het watersportseizoen, zal voorkomen. Wanneer extra regenval verwacht wordt, zal worden voorgemalen. Hierdoor kunnen boten met een kritische bodemvrijheid problemen krijgen met de diepgang. Tijdens en na hevige regenval kan het waterpeil 10 tot 15 cm hoger worden, waardoor passage van bruggen voor een aantal boten tijdelijk
24
onmogelijk is. Het Recreatieschap Midden-Delfland realiseert zich dat maatregelen genomen moeten worden uit veiligheidsoverwegingen, maar zij onderkent ook de belangen van de watersport in Midden-Delfland.
25
Watersportactieplan Midden-Delfland
3 INVENTARISATIE WENSEN EN KNELPUNTEN Uit de inventarisatie van de wensen, knelpunten en oplossingen zijn diverse algemene doelstellingen naar voren gekomen welke voor het gehele gebied gelden en niet voor een specifieke doelgroep van toepassing zijn. De wens van de watersporters uit het gebied is om Midden-Delfland te ontwikkelen als watersportgebied en aan te sluiten op de ontwikkelingen in het Westland. Ter verbetering van de watersport in Midden-Delfland wordt onder andere aangegeven dat er een betere samenhang gecreëerd moet worden tussen de vaarmogelijkheden en de functies natuur, transport en recreatie. Hierbij is het zaak dat er hoge eisen gesteld worden aan het beheer van het recreatiewater. Hierbij moet onder andere gedacht worden aan het op diepte en breedte houden van de watergangen. Daarnaast zal er bij nieuwe ontwikkelingen aandacht moeten zijn voor eventuele belemmeringen. Dit met name bij de realisatie van kunstwerken zoals bijvoorbeeld bruggen waar de hoogte en de bediening in veel gevallen een knelpunt opleveren. Bij de inrichting van het gebied zal de toeristische recreatievaart enerzijds maar ook de streekgebonden waterrecreatie anderzijds gestimuleerd dienen te worden. Tot slot wordt er aandacht gevraagd voor een vereenvoudiging van de regels en verordeningen voor de watersport in het gebied. In het onderstaande worden per onderwerp de algemene hoofdlijnen beschreven; de totale lijst met locatiespecifieke knelpunten, voorzien van kaartmateriaal, is te vinden in bijlage 4.
3.1
Knelpunten grote waterrecreatie
De belangrijkste knelpunten voor de grote watersport in het gebied betreffen de beperkte vaarmogelijkheden voor de recreatievaart en het gebrek aan voorzieningen. De watersport concentreert zich daarom met name op de Foppenplas en het Bommeer, waardoor overbelasting van voorzieningen en onveilige situaties optreden. 3.1.1
Ontsluiting
Langs de Delftsche Schie-Schiekanaal is het vanwege de afmetingen van het kanaal en de drukke beroepsvaart verboden af te meren. In de Delft en Schiedam zijn er maar enkele mogelijkheden om aan te leggen. Watersporters op doortocht varen hierdoor vooral langs het gebied en trekken er niet in. Voor watersporters van buiten het gebied is er vanwege onbekendheid én gemis aan voorzieningen weinig reden om Midden-Delfland te bezoeken en wordt een economisch interessant potentieel niet benut. De vaarmogelijkheden vanuit het gebied zijn beperkt door de matige ontsluiting naar de omgeving. Hierbij gaat het om de aansluiting van Midden-Delfland op het BRTN-toervaartnet en ontsluiting richting het Westland en de Haagse regio. De toegangen naar Midden-Delfland beperken zich tot de aansluitingen vanaf de Delftsche Schie bij Delft, via de Buitenwatersloot (doorvaarthoogte 1.80 m) en Kerstanjewatering (doorvaarthoogte 1.70 m) en vanaf de Nieuwe Waterweg bij Vlaardingen via de Vlaardingervaart (doorvaarthoogte 1.80 m). Ontsluiting naar het Westland en de Haagse regio is er vanwege de doorvaartbeperkingen nauwelijks. Uit het oogpunt van veiligheid zijn de Nieuwe Waterweg en de eveneens druk door beroepsvaart bevaren Schie geen wenselijke routes. Echter vanaf het Brielse Meer is dit de gangbare route naar het noorden voor de recreatievaart. Een veilige alternatieve route via de Vlaardingervaart is zeer gewenst. In dat geval hoeft de Nieuwe Waterweg alleen te worden overgestoken. 3.1.2
Bevaarbaarheid
De bevaarbaarheid hangt af van de afmetingen van de watergangen (lengte, breedte en diepte) en de doorvaartafmetingen van kunstwerken (hoogte en breedte). Veel bevaarbare watergangen hebben een slechte kwaliteit; het is er ondiep door ingezakte oevers of
26
er liggen obstakels langs of onder water. De afmetingen voldoen niet aan een minimale norm voor bevaarbaarheid: te ondiep, te smal en te weinig doorvaarthoogte bij bruggen. Dit laatste zal door het verzakken van bruggen én het instellen van een flexibel waterpeilbeheer door het waterschap een steeds groter probleem worden. Ook vindt bij realisatie van nieuwe kunstwerken weinig toezicht plaats op het hanteren van een minimale doorvaarthoogte van 1.80 m. Langs het water afgemeerde schepen en uitstekende vissteigers beperken de doorvaartbreedte in de watergangen nog verder. Specifieke locaties worden in de bijlage genoemd. In enkele gevallen vormen nieuwe infrastructurele ontwikkelingen een bedreiging voor bestaande verbindingen voor de watersport, zoals het geplande verdiepte spoor in Delft waar de bevaarbaarheid van de kruisende watergangen in het geding is. De huidige verbindingen zullen minimaal in stand moeten worden gehouden. De mogelijkheden voor zeilers in het gebied zijn beperkt door de geringe afmetingen open water en windbelemmeringen door hoge opgaande beplanting. De Foppenplas is als zeilwater te klein. De aanleg van de Foppenplas in de huidige, kleine afmetingen in plaats van het oorspronkelijke, grotere plan wordt door de watersporters als een gemiste kans gezien. Ook de diepte van de watergangen is voor zeilers niet overal voldoende; dit gaat dan zowel om de diepte in het midden van het vaarwater (Bommeer) als om de diepte aan de kant. Dit laatste vormt vooral bij het elkaar passeren en bij het opkruisen op smalle watergangen een probleem. 3.1.3
Bediening kunstwerken
De zondagsluiting van de Grote Parksluis in Rotterdam levert voor de doorgaande recreatievaart beperkingen op. De Kleine Parksluis wordt wel op zondag bediend, maar deze heeft een vaste brug van 3.40 m waardoor boten met een grotere opbouwhoogte of vaste mast niet van deze route gebruik kunnen maken. Ook de slechte afstemming tussen de bedieningstijden van de kunstwerken op de route onderling levert een belemmering voor de doorgaande recreant. De bediening van de beweegbare brug tussen de Buitensluis en de Vlaardingerdriesluis is niet afgestemd met de sluisbediening. Een intercom of drukknopbediening kan dit probleem oplossen. De Zouteveensebrug in Schipluiden heeft een bedieningscyclus van 1x per uur door de caféhouder van het café aldaar. Dit levert lange wachttijden op. Ook moet worden afgemeerd om de brugwachter te waarschuwen, maar de wachtsteigers zijn meestentijds in gebruik als ligplaats. Voor deze brug wordt bruggeld á € 2,27 geheven. 3.1.4
Voorzieningen
Naast de slechte bevaarbaarheid van een groot deel van het gebied zijn er, behalve rond de Foppenplas, weinig voorzieningen in Midden-Delfland. Hierbij gaat het om afmeermogelijkheden en afval- en sanitaire voorzieningen. Aanlegplaatsen: Het aantal vaste ligplaatsen in de jachthavens is kleiner dan de vraag. De wens tot uitbreiding van de capaciteit wordt door de watersporters genoemd. Er zijn maar beperkt mogelijkheden om aan te leggen in de kernen. Dit is o.a. in verband met het doen van boodschappen gewenst. Buiten eventuele passantenplaatsen in de jachthavens aan de randen van het gebied beschikt alleen de Foppenplas over aanlegmogelijkheden en kampt hierdoor, zoals reeds genoemd, met overbelasting. Er is dringend behoefte aan uitbreiding van het aantal aanlegplaatsen voor overnachting in het buitengebied welke ook meer verspreid over het gebied moeten worden gesitueerd. Er treedt, mede door het gebrek aan aanlegmogelijkheden, veelvuldig wildliggen op, wat samen met de beperkte afmetingen van watergangen voor doorvaartbeperkingen in de vaarroutes zorgt en aantasting van de oevers tot gevolg kan hebben. Bij de aanlegplaatsen is er behoefte aan recreatieveldjes en mogelijkheden voor droge recreatie in de
27
Watersportactieplan Midden-Delfland
omgeving. Aansluiting op wandel- of fietsmogelijkheden wordt gewaardeerd. Sanitaire- en afvalvoorzieningen: Sanitaire voorzieningen, mogelijkheden voor afgifte van huisvuil en stortplaatsen voor chemische toiletten zijn in het buitengebied niet aanwezig, behalve een kleine toiletvoorziening in de Foppenplas. De jachthavens hebben hier wel voorzieningen voor, maar dit is in principe alleen voor leden en (betalende) passanten. Afzuiginstallaties voor vuilwatertanks ontbreken in het geheel. Zie voor een overzicht van voorzieningen bijlage 3. In het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de nieuwe EU-zwemwaterrichtlijn kan het gebrek aan sanitaire voorzieningen mogelijk problemen opleveren ten aanzien van de waterkwaliteit, met name op de intensief gebruikte delen van het gebied zoals Foppenplas en Bommeer. Voor het op 1 januari 2006 in werking getreden Lozingenbesluit komt hier in de toekomst de behoefte aan afzuiginstallaties voor vuilwatertanks bij. 3.1.5
Regelgeving en vergunningen
Door de watersporters wordt de veelheid aan regelingen die gelden in het gebied genoemd als knelpunt: vaarvergunningen van het Hoogheemraadschap; doorvaartverboden van de provincie; ligplaatsverboden van gemeentes. Er is weinig afstemming tussen de regelingen en het doel is niet altijd helder. Zo worden door de watersporters vraagtekens gezet bij de vaarvergunning van het Hoogheemraadschap. Er wordt weinig gehandhaafd, wat wangedrag en overlast in de hand werkt. Enkele gemeenten geven problemen aan met ‘wildliggers’: boten die gedurende langere tijd op een plaats liggen zonder vergunning. In sommige gevallen wordt de doorvaart hierdoor beperkt. Het Hoogheemraadschap geeft problemen aan met afmeren in de rietkraag en te hard varen, o.a. door waterscooters. Dit geeft problemen met kwetsbare oevers.
3.2
Knelpunten kleine waterrecreatie
3.2.1
Voorzieningen kleine waterrecreatie
Er is behoefte aan het ontwikkelen van regionale kanoroutes over boezemwateren en polderwateren. De uit de Reconstructie voorgestelde kanoroute tussen Vlaardingervaart en Delftsche Schie is zeer gewenst, waarbij aandacht voor de passage van de A4 nodig is. In het algemeen zijn er in Midden-Delfland veel lage bruggen die ook door kanovaarders niet te nemen zijn. Regelmatig overstappen is hierdoor noodzakelijk maar veel oevers zijn niet geschikt om als overstap te kunnen dienen; te zacht en drassig, te steil of de begroeiing is te hoog. Overdraagplaatsen, op de juiste locatie en op de juiste wijze geplaatst, kunnen dit oplossen. Een knelpunt vormt de Zouteveensebrug in Schipluiden. Voor de brugbediening moet uitgestapt worden maar de kant is te hoog en steil. Veel watergangen zijn niet breed genoeg voor de kanovaarder en obstakels in het water leveren problemen op. De kano-overdraagplaatsen aan de Zuidbuurt en bij de Krabbenplas voldoen niet doordat de hoogte van de steiger niet is afgestemd op de gebruiker. Een wens is het realiseren van kampeermogelijkheid langs de Vlaardingervaart of Middelwatering om zo meerdaagse tochten te kunnen maken.
28
4 OPLOSSINGEN De problemen ten aanzien van de waterrecreatie kunnen niet los van elkaar gezien worden. Om bijvoorbeeld de knelpunten rond voorzieningen in het intensieve gedeelte rond de Foppenplas op te lossen kan gekozen worden voor een grotere spreiding van waterrecreanten over het gebied. Echter dan komen de beperkte vaarmogelijkheden in de rest van het gebied, veroorzaakt door de geringe afmetingen van de watergangen en de lage bruggen, in beeld. Deze zullen dan tegelijkertijd aangepakt moeten worden. De oplossingsrichtingen hangen dus nauw met elkaar samen en zullen daarom integraal uitgewerkt worden in een samenhangend plan. Niet alle wensen van de watersporters zullen ingewilligd kunnen worden. Zo zal het verbreden en verdiepen van watergangen alléén ten behoeve van de watersport meestal geen haalbare kaart blijken. Daar staat tegenover dat in diverse beleidsstukken, onder andere van de Provincie ZuidHolland, gesproken wordt over ‘het opwaarderen van het gebied Midden-Delfland voor de watersport’ en het ‘in stand houden van vaarwateren’ waardoor vergaande maatregelen ook niet bij voorbaat geschuwd moeten worden. Een koppeling met bestaande uitvoeringsplannen of beleid is dan een goed uitgangspunt. Ook zullen de kosten in verhouding moeten staan tot de opbrengst; bij bijvoorbeeld een knelpunt met de brughoogte in een watergang waar vanwege de afmetingen van het vaarwater toch maar weinig recreatief waterverkeer mogelijk is, moet niet worden ingestoken op dure maatregelen. Voorzieningen die gerealiseerd worden zullen wel door een relevant deel van de watersporters gebruikt moeten kunnen worden.
4.1
Vaarroutestructuur Midden-Delfland
Als uitgangspunt voor het oplossen van knelpunten wordt een vaarroutestructuur door MiddenDelfland voorgesteld, die aansluit op de natte en droge ontsluiting van het gebied. Zo wordt een kader geboden voor de aanpak van de diverse knelpunten. Aan de hand van de vaarroutestructuur kan bezien worden welke knelpunten daadwerkelijk aangepakt moeten worden. Deze worden per onderwerp besproken in de volgende paragrafen. De vaarroutestructuur Midden-Delfland beperkt zich tot de grote watersport op de boezemwateren. De polderwateren zijn in verband met peilverschillen en niet passeerbare kunstwerken alleen bevaarbaar voor roeiboten en kano’s. De vaarroutes voor deze groep worden meegenomen bij de voorzieningen voor de kleine watersport; wel worden de uitgangspunten genoemd. Bij de vaarroutestructuur gaat het om twee groepen waterrecreanten: de bovenregionale waterrecreant die via de doorgaande noord-zuid route over de Delftsche of Schiedamse Schie of over de Nieuwe Waterweg langs vaart en de regionale waterrecreant in het gebied zelf. De eerste groep betreft meestal boten van grotere afmetingen omdat over open water als de Nieuwe Waterweg wordt gevaren. Om te zorgen dat deze watertoeristen niet voorbij varen, maar aanleggen en via land het gebied in trekken, zullen voorzieningen bij de toegangspoorten getroffen moeten worden. De tweede groep betreft meestal de waterrecreant die in het gebied zijn vaste ligplaats heeft of in het gebied zijn boot te water laat. De vaartuigen betreffen grofweg kleinere kajuitmotorboten of motorboten met een aangepaste hoogtemaat, open zeil- en motorboten en streekgebonden vaartuigen als Westlanders. Bij deze groep moeten ook waterrecreanten uit de richting van het Westland en de Haagsche regio die in Midden-Delfland hun vaargebied hebben worden meegenomen. Voorzieningen moeten mogelijkheden bieden voor het maken van dagtochten en meerdaagse tochten. De vaarroutestructuur moet voor de verschillende categorieën recreatievaarders mogelijkheden bieden voor het maken van vaartochten van voldoende lengte door een aantrekkelijke omgeving;
29
Watersportactieplan Midden-Delfland
moet aansluiten op knooppunten, routes en vaardoelen in en buiten het gebied; moet voldoende voorzieningen bieden; moet gebaseerd zijn op de locaties van vaste ligplaatsen en moet veilig en toegankelijk zijn. De afmetingen van de vaarwateren en doorvaartmogelijkheden in de vaarroutestructuur zullen aan minimale eisen moeten voldoen en regelingen zullen éénduidig en handhaafbaar moeten zijn. 4.1.1
Categorieën vaarwateren
De criteria ten aanzien van bevaarbaarheid, doorvaarthoogte en toegankelijkheid in de vaarroutestructuur kunnen worden geformuleerd aan de hand van de afmetingen van de schepen die hier gebruik van maken. Hierbij kan voor het plangebied onderscheid worden gemaakt in de onderstaande categorieën vaarwateren. Voor de eerste 4 categorieën wordt aangesloten bij de aanbevelingen uit de BRTN voor het basistoervaartnet; voor de overige categorieën worden gegevens gebruikt van de KNWV en Kanobond. Voor de indeling in categorieën zijn niet alleen de doorvaartafmetingen van belang maar ook de bedieningstijden van kunstwerken. A. BRTN type AZM, verbindingswater voor zeil- en motorboten: toegankelijk voor doorgaande recreatievaart, waaronder zeilboten met staande mast. (In het basistoervaartnet betreft dit de Nieuwe Waterweg) B. BRTN type BM, ontsluitingswater voor motorboten: toegankelijk voor motorboten. (In het basistoervaartnet betreft dit de Delftsche Schie-Schiekanaal) C. BRTN type CM, ontsluitingswater met beperkingen in diepgang: toegankelijk voor motorboten met beperkte afmetingen (In het basistoervaartnet betreft dit de Schiedamse Schie) D. BRTN type DM, ontsluitingswater met beperkingen in doorvaarthoogte: E. 1: Regionale recreatievaart: toegankelijk voor motorboten uit het gebied met aangepaste afmetingen en (open) zeilboten 2: Lokale recreatievaart: toegankelijk voor kleine recreatievaart en streekgebonden schepen met aangepaste afmetingen (bijvoorbeeld Westlanders) F. Kleine recreatievaart: toegankelijk voor kano’s Categorie vaarwater
Minimale
Minimale
Minimale
Minimale
diepte
doorvaarthoogte
bevaarbare
breedte
breedte*
kunstwerken
(in m.)
(in m.)
(in m.) (in m.) A: AZM
2.10
30.00
wordt niet
8.50
genoemd in de
Bediening
Dagelijks in vaarseizoen, continu
BRTN
bediening 9:00 – 19:00 uur
B: BM
1.50
2.75
idem
8.50
idem
C: CM
1.40
2.75
idem
7.00
idem
D: DM
1.40
2.40
idem
7.00
idem
E1: Regionale
1.25
1.80
12.00
6.00
Dagelijks in
recreatievaart
vaarseizoen, beperkingen in bedieningstijden mogelijk
E2: Lokale recreatievaart
1.25
1.50
10.00
6.00
idem
F: Kleine recreatievaart
0.50
0.90 – 1.25**
6.00
2.50 – 4.00**
n.v.t.
* De breedtenorm geldt voor het gedeelte waarvoor ook de dieptenorm geldt (de bodemmaat); het onderwatertalud telt hierbij dus niet mee. ** Dit hangt af van de lengte van het kunstwerk; over een korte afstand en met eventueel een trekstang kunnen zeer smalle en zeer lage bruggen gepasseerd worden.
30
Categorie E1 betreft de grootste groep waterrecreanten in Midden-Delfland. Opwaardering van deze categorie naar categorie D met een doorvaarthoogte van 2.40 m zou wenselijk zijn, maar dit moet gezien de vele lage bruggen in het gebied als niet haalbaar worden beschouwd. De meeste motorboten binnen Midden-Delfland hebben aangepaste, vaak neerklapbare, kajuiten waardoor een aangepaste hoogtemaat van 1.80 m kan worden aangehouden. Dit is dan wel een ‘hard’ minimum en het betekent tevens dat boten van buiten de regio nauwelijks van deze routes gebruik kunnen maken. Omdat ook (open) zeilboten gebruik maken van deze routes, wordt een minimale waterdiepte van 1.25 m aangehouden. 4.1.2
Vaarroutestructuur
De vaarroutestructuur voor de categorieën A, B en C blijft beperkt tot de huidige vaarwateren voor deze categorieën. Deze categorieën betreffen de doorgaande, bovenregionale waterrecreant. Voorzieningen zijn nodig bij de toegangspoorten en langs de Delftsche Schie. Voor categorie D is de route van Vlaardingen naar Delft via de Vlaardingervaart – Gaag en Buitenwatersloot wenselijk als alternatief voor de Delftsche Schie. Voorzieningen zijn nodig in Vlaardingen en Delft en langs de Vlaardingervaart. Voor categorie E1 moet een rondgang door Midden-Delfland en aansluiting op het Westland en Haagse regio mogelijk zijn. Deze groep maakt meerdaagse tochten en heeft voorzieningen voor overnachting (aanlegsteigers en sanitaire voorzieningen) nodig verspreid over de gehele route en mogelijkheden voor kort afmeren in de kernen (boodschappensteigers). Categorie E2 maakt grotendeels dagtochten en behoeft derhalve minder aanlegvoorzieningen. Voor categorie F moet een afwisselend pakket aan routemogelijkheden geboden worden, zodat zowel de beginnende als de gevorderde kanovaarder mogelijkheden heeft voor het maken van tochten. De routes voor niet ervaren kanovaarders zullen beter toegankelijk (met name de doorvaartafmetingen van bruggen en overdraagvoorzieningen) moeten zijn dan de routes voor ervaren kanovaarders. In afb. 5 wordt de routestructuur voor de grote watersport, categorieën A t/m E2, weergegeven.
4.2 4.2.1
Oplossingsrichtingen per onderwerp Ontsluiting
Toegangspoorten: Als toegangspoorten voor het gebied kunnen Delft, Schiedam en Vlaardingen worden aangemerkt. Deze plaatsen sluiten aan op het Basistoervaartnet. Voorzieningen die gewenst zijn bij de toegangspoorten zijn: aanlegmogelijkheden voor kort of lang verblijf met bijbehorende voorzieningen, aansluiting bij droge en natte recreatievormen zoals wandel-, fiets- en kanoroutes en informatie over het gebied. Een aantal gemeenten is reeds actief met waterrecreatie bezig: In het rapport Delft Knooppunt Land-Water worden aanbevelingen gedaan ter verbetering van vervoer over water in en om Delft. Zo wordt Delft genoemd als verbinding van doorgaande vaarwegen met het Westland en Delft als interessante pleisterplaats. Eén van de acties betreft het realiseren van aanlegplaatsen in Delft in de Zuidkolk. De gemeente Schiedam treft vanuit het project Watertoerisme voorzieningen als aanlegplaatsen in de binnenstad. Ook de gemeente Westland is zich aan het beraden op het onderwerp waterrecreatie. In Vlaardingen wordt gedacht over een voorziening om kleine boten te water te kunnen laten. De verschillende plannen kunnen elkaar goed aanvullen. Het realiseren van aanlegvoorzieningen in de stadskernen is primair een gemeentelijke aangelegenheid en zal niet binnen het kader van het Watersportactieplan worden uitgewerkt. Door de communicatiestructuur vanuit het Watersportactieplan kan een en ander wel op elkaar afgestemd worden. Dit onderwerp wordt derhalve niet in acties uitgewerkt.
31
Watersportactieplan Midden-Delfland
Recreatief knooppunt: Via het nieuw te realiseren recreatief knooppunt op het voormalige DOP-NOAP-terrein langs de Delftse Schie (een project waar het Recreatieschap in een ander verband aan deelneemt) kan middels het realiseren van aanleggelegenheid een droge verbinding gecreëerd worden van het Basistoervaartnet naar Midden-Delfland. Hier kan overgestapt worden van waterrecreatie naar landrecreatie. Bij het knooppunt komen verschillende routes bijeen: vaarroutes, fietsroutes en wandelroutes. Het knooppunt moet onder andere gaan voorzien in een horecagelegenheid, waar een koppeling kan worden gemaakt met sanitaire- en afval voorzieningen voor de waterrecreanten. Op dit punt kan tevens route- en streekinformatie worden verstrekt. Een mogelijke locatie voor aanlegplaatsen betreft het oude sluisje bij de ingang van de poldervaart. Aan de oude handelskade kunnen eventueel voorzieningen als brandstof en opvangvoorzieningen voor vuilwatertanks en bilgewater worden gecreëerd. De uitwerking en realisatie van dit plan kunnen meegenomen worden bij de ontwikkeling van het DOP-NOAP-terrein. Het realiseren van aanlegplaatsen voor de recreatievaart langs de vaarweg tussen Rotterdam en Den Haag is een speerpunt van het provinciale beleid zoals genoemd in de beleidsnota Provinciale Vaarwegen en Scheepvaart. Mogelijkheden voor medefinanciering vanuit dit kader moeten dan ook worden nagegaan.
Æ Project: Aanlegvoorziening recreatief knooppunt DOP-NOAP Alternatieve route: Het ontwikkelen van een route voor de doorgaande recreatievaart via Vlaardingen, Vlaardingervaart en de Buitenwatersloot in Delft als alternatief voor de drukbevaren en smalle Delftsche Schie van de Rotterdamse Parksluizen tot Delft is zeer wenselijk uit het oogpunt van veiligheid en om de ontsluiting van Midden-Delfland te verbeteren. Ook wordt met deze alternatieve route een traject voor schepen vanuit het Brielse Meer over de Nieuwe Waterweg vermeden (4,3 km tot Schiedam en 8,5 km tot de Parksluizen in Rotterdam). Echter, de vele lage bruggen in de route maken dit een moeilijk uitvoerbaar plan. Om voor voldoende waterrecreanten van belang te kunnen zijn, moet het traject minimaal als categorie D worden gekarakteriseerd met een doorvaarthoogte van 2.40 m. Om dit te bereiken zouden in het totale traject 18 bruggen moeten worden verhoogd of beweegbaar moeten worden gemaakt. De bediening van de kunstwerken zou op elkaar afgestemd moeten worden en voldoende mogelijkheden bieden om dagelijks het traject te kunnen bevaren. Ook de openbare toegankelijkheid moet worden verbeterd; een vergunningsregeling past hier niet bij en zal niet bijdragen aan het daadwerkelijk gebruik van de route als alternatief voor de Delftsche Schie. Voor de regionale recreatievaart (categorie E) zal de route reeds in de huidige staat voldoen als alternatieve route. Met name door het aantal aan te passen bruggen in het traject kan dit onderwerp als weinig haalbaar worden bestempeld. De kosten zullen zeer hoog zijn en de uitvoeringstermijn zal tientallen jaren beslaan. Aan de andere kant is het belang groot; de ontwikkeling van alternatieve routes voor recreatievaart uit het oogpunt van veiligheid wordt in verschillende beleidsstukken genoemd. Dit project kan i.s.m. de SRN worden opgepakt. De inzet van het Recreatieschap kan bestaan uit het overleg met de provincie, waarbij moet worden uitgezocht hoe belangrijk dit onderwerp wordt geacht in het provinciale beleid en daarmee welke kans van slagen het project heeft. Mogelijkheden voor subsidiëring moeten worden onderzocht.
Æ Project: Haalbaarheidsstudie alternatieve route Vlaardingervaart (basistoervaartnet cat. D) Informatievoorziening: Informatie over Midden-Delfland, zoals routes, bezienswaardigheden en voorzieningen kan door middel van een brochure of informatiepaneel bij de toegangspoorten worden verstrekt. Hierin kan ook de nieuwe vaarroutestructuur worden opgenomen. Dit onderwerp kan door het Recreatieschap verder uitgewerkt worden, waarbij wellicht aangesloten kan worden bij het initiatief van de MiddenDelflandvereniging om een recreatieve routekaart uit te brengen.
32
Wateringen
'
hie Sc l
et h Zw
Bu
Ga a g
e
rijp St
Schipluiden
ó
aag
g
Zu
idg
ó
Legenda
ó '
Jach th ave n Slu is
Gewenst e vaarroutes Cate go rie B Cate go rie C
Ni eu w ew
at er we
g
lie e lv id d M
ó
t
er on Bo
Maassluis
'
ó Broekpolder
ie t vl
Cate go rie E1 Cate go eire E2
Be bo uwd g eb ied Ka sse ng eb ied
bos bou wla nd (in clus ief bra ak ligg end ) weila nd of gr asla nd
Ni eu
ó
ó
Schiedam
Vlaardingen
Bebouwing
Bodemgebruik
ó
óó '
Krabbeplas
Cate go rie D
rt vaa ger rdin Vlaa
t vlie ord No Foppenplas
Maasland
Sc hied am s
aag estg
te rin l wa
t of W
e Mid d
ar rtelva
we
W
a te rw
ó '
eg
zan d ove rig bo de mg eb ru ik
eS c hie
O
Maasdijk
tering etwa ich tvo - of L Bree
os tg aa g
Ga a g
Het Kraaienest
P ol d er va a rt
'
S pa
Zuidkolk
c hi eS
e gd le n
ing ter wa
r Ve
Zij de
r ing De Lier wate Lie r
t
ch lfts De
p rij l aa an thk e Zw
loo rs te wa ti en
ó
e ers ns t Mo
St
Naaldwijk
aa
Delft
Honselerdijk
n ka
K
g rin at e
nRij
Kwintsheul
je W t an ers
ó
Rotterdam
Concept Watersportactieplan MD Vaarroutestructuur
ó
num mer 1 : 75.000 0
700
1400
Meter s
april 2006
c Topografische Dienst , Em men / Recreati eschap Midden-Delfland O
Æ Project: Informatievoorziening Waterrecreatie
33
Watersportactieplan Midden-Delfland
4.2.2
Bevaarbaarheid
Afmetingen vaarwater: De vaarroutestructuur laat aan de hand van de ANWB waterkaart J zien waar de knelpunten met betrekking tot de afmetingen van het vaarwater zijn. − Voor categorie D is de diepte en breedte in de vaarroute in principe voldoende. De bevaarbaarheid van de Buitenwatersloot zal moeten verbeteren door het verwijderen van obstakels onder water. − Voor categorie E1 is de diepte van de Zweth, Verlengde Strijp, Lierwatering en Zijde, en het Bommeer onvoldoende. Deze zullen uitgediept moeten worden. De haakse bocht in de Dulder ten noorden van Sion is een knelpunt wat opgelost moet worden. Een doorgang van de Noordvliet naar de Middelvliet is wenselijk. − Voor categorie E2 zijn het Zwethkanaal, Strijp en Gantel de knelpunten met betrekking tot de vaardiepte. De bevaarbare breedte zal over het gehele traject bekeken moeten worden. De overige problemen met de bevaarbaarheid betreffen het vóórkomen van obstakels onder water of de slechte oevers. Voor het verruimen van de afmetingen van de watergangen zullen de mogelijkheden met het Hoogheemraadschap van Delfland moeten worden verkend. Gestreefd moet worden naar vastgelegde normen voor de afmetingen van de watergangen, waarbij de vaarroutestructuur het uitgangspunt kan vormen. Het verbreden en verdiepen van watergangen kan wellicht gekoppeld worden aan uitvoeringsmaatregelen in de boezemwateren in het kader ABC Delfland. Het volgende project kan genoemd worden: Verbreden Nieuwe Water (verbreden tot ca. 35 m; in voorbereiding) De daadwerkelijke actie om de knelpunten op te lossen ligt bij het Hoogheemraadschap; het Recreatieschap kan middels het Watersportactieplan initiëren en meedenken, subsidies genereren en bijdragen in de kosten. Daarnaast zullen voor het op diepte houden van de watergangen met het Hoogheemraadschap afspraken moeten worden gemaakt over het beheer. Kansen voor subsidiëring liggen vooral in het Plattelands Ontwikkelings Programma (POP-subsidie) en het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG; dit gaat van start per 1 januari 2007 en hier gaat ook de BRTN in op).
Æ Project: Verbeterplan bevaarbaarheid vaarwegen Doorvaartafmetingen kunstwerken: De oplossing voor het realiseren van een vrije doorgang van bruggen is tweeledig. Enerzijds zullen de criteria van hoogte en breedte van kunstwerken zoals genoemd in de vaarroutestructuur moeten worden vastgelegd en gehandhaafd zodat geen nieuwe knelpunten ontstaan. Anderzijds zullen de bestaande knelpunten binnen een afzienbare tijd moeten worden opgelost. Als daar geen zicht op is kan de vaarroutestructuur beter aangepast worden. Een termijn van 5 jaar kan als uitgangspunt dienen voor het opheffen van knelpunten. Bedacht moet worden dat één enkele te lage brug een gehele route kan blokkeren! De vaarroutestructuur laat zien waar de knelpunten met betrekking tot doorvaartafmetingen van kunstwerken liggen. Voor categorie D is dit in par. 5.1.2 reeds behandeld. − Voor categorie E1 liggen knelpunten bij de brug in de A20 over de Noordvliet in Maassluis, de brug over de Dulder bij Sion, de bruggen over de Kerstanjewetering en bruggen over de Monsterwatering en Zijde. − Voor categorie E2 is de doorvaarthoogte van de bruggen over het Zwethkanaal en de voetbrug over het Nieuwe Water niet voldoende. Bij dit onderwerp kan ook de aanwezigheid en/of bereikbaarheid van wachtsteigers bij kunstwerken worden meegenomen. Het betreft hier de Lage Brug over de Gaag bij Schipluiden.
34
De knelpunten voor de kleine waterrecreatie met betrekking tot de doorvaartafmetingen kunnen in de vorm van overdraagplaatsen of het aanbrengen van trekstangen worden opgelost. Dit wordt in paragraaf 5.2.6 meegenomen bij het onderwerp voorzieningen kleine waterrecreatie. De uitvoerende partijen bij dit onderwerp zijn gemeenten en provincie. Het Recreatieschap initieert in deze en kan subsidies aanvragen. Mogelijkheden voor subsidiëring liggen vooral in het POP en het ILG.
Æ Project: Verbeterplan doorvaart kunstwerken Het vergroten van het areaal open vaarwater, zoals bijvoorbeeld het door de watersporters genoemde vergroten van de Foppenplas, is alleen haalbaar wanneer dit in combinatie met bijvoorbeeld waterberging wordt gerealiseerd. Echter de calamiteitenbergingen die het Hoogheemraadschap in het kader van ABC Delfland voornemens is aan te leggen, zijn niet geschikt voor recreatief medegebruik omdat het slechts tijdelijke bergingen in geval van nood betreft. Deze optie wordt niet als relevant gezien waardoor wordt voorgesteld dit onderwerp niet verder uit te werken. De beperkingen in de zeilmogelijkheden door het optreden van windbelemmeringen langs de Boonervliet ter hoogte van Golfbaan Broekpolder worden niet zo zwaar gewogen dat hiervoor bestaande beplanting moet gaan wijken. Vooral door de ligging ten opzichte van de heersende windrichting lijkt het probleem niet zo heel groot; het omgaan met windluwtes is ook onderdeel van het zeilen. Wel zal in het open middengebied het landschap zoveel mogelijk open moeten blijven. Bij de ontwikkelingsplannen voor de Zuidrand Abtswoude wordt hierin voorzien door weinig opgaande beplanting op te nemen. Dit onderwerp zal niet verder uitgewerkt worden in acties. 4.2.3
Bediening kunstwerken
De BRTN geeft de voor de bediening van de typen vaarwateren BM en CM de volgende richtlijnen: Zomerseizoen: maandag t/m zondag continu-bediening 9.00 – 19.00 uur Voor- en naseizoen: maandag t/m zondag continu-bediening 9.00 – 19.00 uur Winterseizoen: maandag t/m zaterdag bediening op aanvraag Dit komt niet overeen met de voorgestelde spitssluitingen voor de recreatievaart die de provincie in de Beleidsnota Provinciale Vaarwegen en Scheepvaart aangeeft voor de vaarweg tussen Rotterdam en Den Haag (Delftsche Schie). Dit zal in het kader van de BRTN opgepakt moeten worden. In het regionale project Westhoek van Zuid-Holland staan onderwerpen als het ontwikkelen van vaarroutes en het afstemmen van brugbedieningen op het programma. Dit gaat met name om de plaatsen langs de kust, de Nieuwe Waterweg en vaarroute richting Den Haag. Vanuit de gemeente Delft wordt een regionaal samenwerkingsverband watertoerisme geïnitieerd met als doel: de gezamenlijke promotie, versterken van de relatie land-water en het afstemmen van brugbedieningen. Dit gaat dan met name om de plaatsen langs het noord-zuid lint via Schie-Schiekanaal. Het knelpunt met betrekking tot de brug in Vlaardingen (zie knelpunt 7 in bijlage 5) kan hierin worden meegenomen. Binnen Midden-Delfland vormt de Zouteveensebrug in Schipluiden een knelpunt voor de grote en kleine waterrecreatie door de bedieningscyclus van 1x per uur en het ontbreken van een goede afmeervoorziening. Voorgesteld wordt dit punt mee te nemen in het hierboven genoemde project Verbeterplan doorvaart kunstwerken. Omdat er reeds van verschillende kanten aan gewerkt wordt, wordt het onderwerp bediening kunstwerken in het kader van het Watersportactieplan niet verder uitgewerkt. Wel kan vanuit het
35
Watersportactieplan Midden-Delfland
Watersportactieplan afstemming plaatsvinden. 4.2.4
Voorzieningen
Aantallen: Uitgaande van een rekenformule (1 aanlegplaats op 5 gebiedseigen boten voor een vaargebied bestaande uit kanalen) uit het Landelijk Aanlegplaatsenplan (LNV) kan berekend worden dat er minimaal 400 tijdelijke aanlegplaatsen voor overnachting nodig zijn in Midden-Delfland, ervan uitgaande dat ongeveer de helft van de bootbezitters ook daadwerkelijk in het gebied recreëert. Voor een deel wordt hierin reeds voorzien door passantenplaatsen in jachthavens, aanlegvoorzieningen in stadskernen en reeds gerealiseerde aanlegvoorzieningen. Op dit moment zijn ongeveer 120 openbare aanlegplaatsen in het buitengebied beschikbaar, voornamelijk rond de Foppenplas. De jachthavens voorzien in ongeveer 40 passantenplaatsen en in Schiedam, Delft en Vlaardingen zijn of komen zo’n 80 aanlegplaatsen voor passanten beschikbaar. Nog te realiseren dus zo’n 160 aanlegplaatsen! Flinke uitbreiding van aanlegvoorzieningen is dus noodzakelijk, maar zal verspreid over het gebied plaats moeten vinden. Zoals eerder genoemd worden aanlegvoorzieningen binnen de stadskernen niet in dit plan meegenomen; het gaat om het buitenstedelijk gebied. Het verzoek van de watersporters wat betreft aanlegvoorzieningen is tweeledig: het realiseren van aanlegplaatsen meer verspreid over het gebied én het oplossen van het tekort aan aanlegmogelijkheden in het intensieve deel rond de Foppenplas. Omdat het eerste afhangt van de vaarmogelijkheden en daarmee van het realiseren van de vaarroutestructuur en het tweede vooral een urgent probleem betreft, wordt voorgesteld een aanlegplaatsenplan in twee delen op te stellen. Deel 1 lost vooral de knelpunten op rondom de Foppenplas en de Vlaardingervaart. Hierin kan op hoofdlijnen de planvorming rond het recreatief knooppunt langs de Delftsche Schie meegenomen worden. Deel 2 wordt tezijnertijd opgepakt wanneer meer duidelijkheid is over het aanpassen van vaarwateren en de ontsluitingsmogelijkheden richting Westland. Situering: De aanlegvoorzieningen kunnen aan de hand van de vaarroutestructuur en de vaardoelen gesitueerd worden. Bij vaardoelen kan gedacht worden aan locaties waar andere vormen van waterrecreatie of droge landrecreatie beoefend kunnen worden en landschappelijk, cultuurhistorisch of natuurlijk aantrekkelijke locaties. Hierbij dient de zonering in intensieve en extensieve gebieden als uitgangspunt. Door keuze in het soort aanlegplaats en het voorzieningenniveau kan hier rekening mee worden gehouden. Er kan gedacht worden aan aanlegsteigers met walverbinding, een recreatief grasveldje en sanitaire- en afvalvoorzieningen in de intensieve gebieden en afmeerpalen zonder walverbinding en voorzieningen in de extensieve gebieden. Sanitaire- en afvalvoorzieningen zijn noodzakelijk in de drukbezochte gedeelten, zoals de Foppenplas en het Bommeer, waar schepen meerdere dagen verblijven, en wenselijk in de minder intensieve gedeelten. In het laatste geval zullen de voorzieningen zoveel mogelijk moeten worden gekoppeld aan het vaardoel: een aanleglocatie aan een recreatiegebied of nabij een recreatief element. Enkele uitvoeringsmaatregelen in het kader van ABC Delfland kunnen wellicht kansen bieden voor een meekoppeling met waterrecreatie: − Aanleggen calamiteitenberging Woudse Polder (in voorbereiding): Het betreft hier alleen waterberging in geval van nood maar er zijn wellicht mogelijkheden voor het creëren van aanlegplaatsen langs de (smalle) Zweth wanneer hier toch kades vergraven worden. − Vergroten en ecologisch inrichten boezemwaterberging Wollebrand (in voorbereiding): Wollebrand kan een aantrekkelijke locatie vormen voor de natuurminnende waterrecreant. De uitvoerende partij voor dit onderwerp is het Recreatieschap Midden-Delfland. Financiering kan gevonden worden uit het ILG en wellicht het Groenfonds Midden-Delfland. Voorgesteld wordt dit onderwerp in twee gedeelten op te pakken:
36
1. Het realiseren van extra aanlegplaatsen en voorzieningen in het druk bevaren gedeelte rond Vlaardingervaart en Vlieten. Dit betreft een urgent probleem wat op korte termijn opgelost moet worden. 2. Wanneer er vanuit het project Verbeterplan vaarwegen daadwerkelijk meer ontsluiting, ook richting Westland, is gecreëerd voor de grote waterrecreatie kunnen ook de nieuw ontsloten gebieden van aanlegplaatsen worden voorzien.
Æ Project: Aanlegplaatsen- en voorzieningenplan deel 1 en 2 4.2.5
Regelgeving en vergunningen
Gestreefd moet worden naar een openbare toegankelijkheid van de vaarroutes, zonder vergunningen. Beperkingen ten aanzien van het aanleggen en vaarsnelheden zijn wel gewenst, maar de regelingen moeten éénduidig en handhaafbaar zijn. De openbare toegankelijkheid geldt in het bijzonder voor de hierboven genoemde alternatieve vaarroute over de Vlaardingervaart die anders niet als zodanig kan functioneren. De huidige vergunningsregeling van het Hoogheemraadschap, die vooral wordt ingezet om de aantallen watersporters in het gebied te beperken in verband met de kwetsbaarheid van de watergangen en oevers, zou uit dit oogpunt opgeheven moeten worden. Deze kan vervangen worden door een ligplaatsregeling voor het gehele gebied. Hierbij is de handhaving een belangrijk onderwerp. De waterssporters hebben aangegeven minder problemen te hebben met een doelheffing. Het heffen van ligplaatsgelden voor overnachting kan de kosten van het onderhoud aan voorzieningen, zoals het schoonhouden van toiletvoorzieningen en het afvoeren van afval, compenseren. Het voorstel is dan ook om bij uitbreiding van de voorzieningen een ligplaatsregeling in te stellen. Voorwaarde is dan wel dat de vergunningsregeling van het Hoogheemraadschap opgeheven wordt. Gedacht kan worden aan het bij de toegangspoorten tegen betaling verstrekken van een 3-dagenkaart of een seizoenskaart voor heel Midden-Delfland en eventueel Westland. Uitgangspunten hiervoor kunnen zijn dat aanleggen alleen is toegestaan op de daarvoor aangewezen plaatsen met een geldige kaart en gedurende maximaal 3 x 24 uur. Voor doorvaart is geen liggeld verschuldigd, zodat het gebruik van de alternatieve route via de Vlaardingervaart, zoals hierboven genoemd, niet wordt belemmerd. Een voordeel hiervan is tevens dat doorgaande watersporters niet aanleggen in het kwetsbare middengebied en er dus geen extra belasting op het gebied optreedt. In de stad- en dorpskernen blijven de gebruikelijke gemeentelijke liggeldregelingen van kracht. Naar aanleiding van de wens vanuit de grote watersport om ook gebruik te mogen maken van het zuidelijk deel van de Middelvliet, waarvoor een motorvaartverbod geldt krachtens de provinciale Verordening watergebieden en pleziervaart Zuid-Holland, kan bekeken worden of het verbod voor dit gedeelte opgeheven kan worden. In de Vaarwegenverordening Zuid-Holland wordt deze watergang wel als vaarweg aangemerkt. Aansluiting van de Middelvliet met Maassluis is voor de grote recreatievaart vanwege de zeer lage vaste brug niet mogelijk; wanneer echter de bestaande, maar dichtgeslibde, doorsteek naar de Maassluisse Trekvaart (zie knelpunt 1 in bijlage 5) uitgediept wordt, is een rondgang mogelijk. Dit kan in het project Verbeterplan vaarwegen worden meegenomen.
Æ Project: Vaarverordeningen en –vergunningen en ligplaatsregeling 4.2.6
Voorzieningen kleine waterrecreatie
Om dag-waterrecreatie voor de kleine waterrecreatie te bevorderen kunnen trailerhellingen of plaatsen om kano’s te water te laten worden gerealiseerd. De toegangspoorten en de knooppunten kunnen deze voorzieningen bieden. Hiervoor zijn locaties aan de vaarroutestructuur nodig waar tevens kan worden geparkeerd. In Vlaardingen bestaan plannen voor een trailerhelling. Hierbij moet goed in het oog worden gehouden dat geen ongewenste vormen van watersport worden aangetrokken, bijvoorbeeld snelvarende en overlast gevende vormen als speedbootjes en jetski’s. Aandacht voor
37
Watersportactieplan Midden-Delfland
handhaving blijft hier nodig; dit is een taak van de vaarwegbeheerder. Uitvoering zal door gemeenten of private partijen moeten plaatsvinden. Locaties van gerealiseerde voorzieningen voor de kleine waterrecreatie kunnen opgenomen worden in de informatiefolder. Voor de kanovaarders kunnen routes uitgezet worden door Midden-Delfland welke gedeeltelijk over boezemwater en gedeeltelijk over water op polderniveau lopen. Gedacht kan worden aan routes vanuit de verschillende toegangspoorten, zoals het recreatieve knooppunt op het DOP-NOAP-terrein, en vanaf de recreatieplassen. Parkeervoorzieningen zijn hier immers reeds aanwezig. De routes moeten in lengte variëren van zo’n 5 tot 20 km. Voor het overbruggen van peilverschillen en het passeren van te lage bruggen of duikers zijn overdraagplaatsen nodig. Een weergave van de routes op een kaart met daarop de locaties van overdraagplaatsen, knooppunten en andere voorzieningen is voldoende. De routes behoeven niet in het veld te worden uitgezet. Om meerdaagse kanotochten te kunnen maken is aansluiting bij bestaande (kleine) kampeerterreinen wenselijk.
Æ Project: Kanorouteplan
38
5 PROJECTUITWERKING In dit hoofdstuk worden de in hoofdstuk 5 genoemde projecten uitgewerkt met een beschrijving van doel en resultaat, een tijdsplanning, mogelijkheden voor financiering en een mogelijke trekker (wie gaat uitvoeren). Over het daadwerkelijke trekkerschap door partijen zal, aan de hand van dit rapport, overleg moeten worden gevoerd; fase 3 in het traject. Het Recreatieschap initieert in deze en probeert het betreffende onderwerp op de agenda te krijgen. Het resultaat wat wordt beschreven betreft het eindresultaat van de planvorming, dus niet de daadwerkelijke realisatie. Bij financiering worden subsidiemogelijkheden genoemd. Vanuit de regionale aanpak middels dit Watersportactieplan zullen de kansen voor subsidiëring groter zijn dan bij incidentele aanvragen. De uitvoeringstermijnen kunnen alleen de uitvoerende organisaties bepalen. In de tijdsplanning van de projecten wordt zoveel mogelijk een logische volgorde aangehouden waarin de projecten integraal worden opgepakt. De prioritering die in een eerder stadium door het Recreatieschap is aangegeven (zie bijlage 5) wordt hierin, voor zover mogelijk, meegenomen. Regelmatig koppelt het Recreatieschap terug naar de belanghebbenden over uitvoering van projecten maar ook wanneer projecten niet worden uitgevoerd. Dit wordt in de paragraaf communicatie uitgewerkt.
5.1
Projecten
De projecten worden in volgorde van uitvoering genoemd waarbij rekening is gehouden met de logische volgorde van projecten, de prioriteit en de haalbaarheid. 5.1.1
Aanlegplaatsen- en voorzieningenplan (deel 1 en 2)
Korte beschrijving: Het realiseren van nieuwe aanlegplaatsen en (milieu)voorzieningen in het gebied in twee fasen: Fase 1: Uitbreiding van voorzieningen in het intensieve gedeelte rond Foppenplas en Vlaardingervaart. Fase 2: Het realiseren van aanlegmogelijkheden verspreid over het vaargebied in het extensieve gedeelte. Doelstelling: Het verminderen van de druk op de voorzieningen in en rond de Foppenplas door uitbreiding en betere spreiding van voorzieningen en het verbeteren van de ontsluiting richting Westland door het realiseren van vaardoelen. Uitvoering: Recreatieschap Midden-Delfland in overleg met het KNWV. Resultaten: Door het bestuur van het Recreatieschap Midden-Delfland vastgesteld aanlegplaatsen- en voorzieningenplan (twee fasen). Uitvoeringsbudget beschikbaar door aanvragen subsidies en krediet. Relatie met andere projecten: Het aanlegplaatsenplan fase 2 hangt af van de daadwerkelijke verbetering van vaarmogelijkheden in het gebied en heeft dus relatie met de projecten Verbeterplan vaarwegen en Verbeterplan doorvaart kunstwerken. Financiering: Mogelijke subsidies: Prov: Provinciale regeling Recreatie (ASV); Overig: DOP-NOAP-fonds Uitvoeringskrediet Recreatieschap Midden-Delfland Tijdspad: Fase 1: Start: 3e kwartaal 2006 Fase 2: Start: hangt af van project 2 en 3 Eind: 4e kwartaal 2006 Eind: 2008 Prioriteit: Hoog; er is een groot tekort aan tijdelijke ligplaatsen Haalbaarheid: Groot
39
Watersportactieplan Midden-Delfland
5.1.2
Kanorouteplan
Korte beschrijving: Het realiseren van rondgaande routes en de bijbehorende voorzieningen voor kanovaarders en deze in de vorm van een routekaart presenteren. Doelstelling: Het uitbreiden van de mogelijkheden voor tochten per kano in Midden-Delfland. Uitvoering: Recreatieschap Midden-Delfland in overleg met Natsec. Resultaten: Door het bestuur van het Recreatieschap Midden-Delfland vastgesteld kanorouteplan. Uitvoeringsbudget beschikbaar voor voozieningen door aanvragen subsidies en krediet. Relatie met andere projecten: Geen. Financiering: Mogelijke subsidies: Prov: Provinciale regeling Recreatie (ASV); Uitvoeringskrediet Recreatieschap Midden-Delfland Tijdspad: Start: 3e kwartaal 2006 Eind: 4e kwartaal 2006 Prioriteit: Middelhoog; met name in het Westland zijn er problemen in bestaande kanoroutes. Haalbaarheid: Groot 5.1.3
Aanlegvoorziening recreatief knooppunt DOP-NOAP
Korte beschrijving: Een aanlegvoorziening bij het te realiseren recreatieve knooppunt DOP-NOAP langs de Delftsche Schie maakt een koppeling mogelijk van natte en droge recreatie. De locatie kan voorzien in horecagelegenheid, sanitaire- en afvalvoorzieningen en route-informatie. Doelstellingen: Toeristische ontsluiting van Midden-Delfland door het creëren van een toegangspoort tot MiddenDelfland voor de waterrecreant en voorzien in milieuvoorzieningen voor de watersport. Uitvoering: Recreatieschap Midden-Delfland. De uitwerking van het plan wordt meegenomen bij de realisatie van het Recreatief knooppunt DOP-NOAP. Resultaten: Door het bestuur van het Recreatieschap Midden-Delfland vastgesteld plan voor aanlegplaatsen en milieuvoorzieningen voor de watersport op het DOP-NOAP-terrein langs de Delftsche Schie. Uitvoeringsbudget beschikbaar door aanvragen subsidies en krediet. Relatie met andere projecten: Ontwikkeling van een Recreatief knooppunt DOP-NOAP in het kader van de Reconstructie MiddenDelfland. Financiering: Mogelijke subsidies: Prov: Provinciale regeling Recreatie; Overig: Stichting Recreatietoervaart Nederland, DOP-NOAP-fonds. Uitvoeringskrediet: Recreatieschap Midden-Delfland; Provincie Zuid-Holland Tijdspad: Start: 3e kwartaal 2006 Eind: 2008 Prioriteit: Hoog; vanwege de ontwikkelingen rondom dit knooppunt. Op dit moment vindt overleg over de inrichting plaats. Haalbaarheid: Groot
40
5.1.4
Vaarverordeningen en –vergunningen en ligplaatsregeling
Korte beschrijving: Het vereenvoudigen van de regelgeving voor waterrecreatie in het gebied door: − Het afstemmen regelgeving met betrekking tot doorvaart en waar mogelijk en wenselijk het opheffen van vaarbeperkingen. Hierbij aandacht schenken aan handhaving. − Het afstemmen van regelgeving met betrekking tot het innemen van ligplaatsen en het vervangen van de verschillende regelingen door door één ligplaatsregeling voor het gehele gebied. Hierbij het heffen van liggeld voor overnachting betrekken en aandacht schenken aan de handhaving. − Onderzoek naar de mogelijkheid van het afschaffen van de vaarvergunning van het Hoogheemraadschap. Doelstellingen: Eenduidige en handhaafbare regelgeving. Overlast door ‘wildliggen’ opheffen. Het vergroten van draagvlak bij waterrecreanten door het instellen van een doelheffing. Uitvoering: Hoogheemraadschap van Delfland, Provincie Zuid-Holland en Recreatieschap Midden-Delfland. De rol van het Recreatieschap bestaat uit: initiëren en het voeren van overleg, en het opstellen en uitvoeren van een liggeldregeling. Resultaten: Vastgelegde afspraken met het Hoogheemraadschap van Delfland over opheffing van de vaarvergunningsregeling. Opheffen van enkele vaarverboden in de vaarroutestructuur. Opgesteld plan voor een ligplaatsregeling . Relatie met andere projecten: Het heffen van liggelden d.m.v. een ligplaatsregeling kan alleen uitgevoerd worden indien de watersportmogelijkheden en het voorzieningenniveau daadwerkelijk op een behoorlijk peil zijn gebracht. Relatie bestaat er derhalve met de projecten Verbeterplan vaarwegen, Verbeterplan doorvaart kunstwerken en het Aanlegplaatsen- en voorzieningenplan. Financiering: Tijdspad: Start: 2007 Eind: 2007 Prioriteit: Middelhoog Haalbaarheid: Groot 5.1.5
Verbeterplan vaarwegen
Korte beschrijving: Door de vaarwegen te verbeteren (verdiepen, verbreden) worden deze beter bevaarbaar voor de grote recreatievaart en wordt voorzien in een vaarroutestructuur door het gebied. Doelstellingen: Het vergroten van de watersportmogelijkheden in Midden-Delfland en aansluiten bij het Westland en de Haagse regio door het realiseren van een netwerk van vaarwegen. Uitvoering: Hoogheemraadschap van Delfland. De rol van het Recreatieschap bestaat uit: initiëren en het voeren van overleg, knelpunten en oplossingen aandragen, subsidies regelen en bijdragen in de kosten. Resultaten: Vastgelegde afspraken met het Hoogheemraadschap over samenwerking, trekkerschap en financiële bijdragen. Uitvoeringsbudget beschikbaar door aanvragen subsidies. Relatie met andere projecten: Dit project moet in relatie tot het project Verbeterplan doorvaart kunstwerken worden bezien. Financiering: Mogelijke subsidies: Rijk: Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid, Investeringsbudget Landelijk Gebied; Prov: Provinciale regeling Recreatie (ASV). Tijdspad:
41
Watersportactieplan Midden-Delfland
Start: 4e kwartaal 2006 Eind: 2007 Prioriteit: Hoog Haalbaarheid: Redelijk 5.1.6
Verbeterplan doorvaart kunstwerken
Korte beschrijving: Door de doorvaartafmetingen van bruggen op te trekken tot minimale normen worden knelpunten in de huidige routes opgelost en worden de overige vaarwegen toegankelijk voor de regionale recreatievaart waardoor wordt voorzien in een vaarroutestructuur door het gebied. Doelstelling: Het vergroten van de watersportmogelijkheden in Midden-Delfland en aansluiten bij het Westland en de Haagse regio door het toegankelijk maken van een netwerk van vaarwegen. Uitvoering: Provincie Zuid-Holland; gemeenten. De rol van het Recreatieschap bestaat uit: initiëren en het voeren van overleg, knelpunten en oplossingen aandragen, subsidies regelen. Resultaten: Afspraken met de eigenaren/ beheerders van bruggen over vastgestelde minimale brughoogtes en toezien op de uitvoering. Afspraken over het verbeteren of aanpassen van kunstwerken die een knelpunt vormen. Aanvragen subsidies voor het verbeteren of aanpassen van kunstwerken. Relatie met andere projecten: Dit project moet in relatie tot het project Verbeterplan vaarwegen worden bezien. Financiering: Mogelijke subsidies: Rijk: Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid, Investeringsbudget Landelijk Gebied; Prov: Provinciale regeling Recreatie (ASV). Tijdspad: Start: 2007 Eind: 2008 Prioriteit: Hoog Haalbaarheid: Klein 5.1.7
Informatievoorziening waterrecreatie
Korte beschrijving: Het uitbrengen van een informatiefolder met watersportvoorzieningen en recreatieve informatie in Midden-Delfland en het aanbrengen van informatieborden bij de toegangspoorten tot het gebied. Doelstelling: Het promoten van het product Midden-Delfland door het informeren van de waterrecreant van binnen en buiten de regio over de recreatieve mogelijkheden in Midden-Delfland. Uitvoering: Recreatieschap Midden-Delfland Resultaten: Door het bestuur van het Recreatieschap Midden-Delfland vastgesteld informatievoorzieningenplan. Uitvoeringsbudget beschikbaar door aanvragen subsidies en krediet. Relatie met andere projecten: Dit project heeft een relatie met alle andere projecten binnen het Watersportactieplan en kan pas uitgevoerd worden na realisatie van de overige projecten. Financiering: Mogelijke subsidies: Gebiedsfonds Midden-Delfland Uitvoeringskrediet Recreatieschap Midden-Delfland Tijdspad: Start: eind 2007; afhankelijk van de realisatie van gerelateerde projecten
42
Eind: 2008 Prioriteit: Middelhoog Haalbaarheid: Groot 5.1.8
Haalbaarheidsstudie alternatieve vaarroute Vlaardingervaart
Korte beschrijving: Het realiseren van een alternatieve vaarroute voor de recreatievaart voor de drukbevaren Nieuwe Waterweg en Delftsche Schie via de Vlaardingervaart. Doelstelling: Het vergroten van de veiligheid voor de doorgaande recreatievaart. Uitvoering: Provincie Zuid-Holland; gemeenten. De rol van het Recreatieschap bestaat uit: initiëren en het voeren van overleg, knelpunten en oplossingen aandragen, subsidies regelen. Resultaten: Uitgevoerde haalbaarheidsstudie naar een alternatieve route voor de recreatievaart, toegankelijk voor recreatievaartuigen van buiten de regio (categorie DM uit de BRTN). Relatie met andere projecten: Dit project heeft relaties met het project Verbeterplan doorvaart kunstwerken en met plannen tot verbetering van de aansluiting van bedieningstijden van kunstwerken, maar kan ook los hiervan gerealiseerd worden. Financiering: Mogelijke subsidies: Rijk: Investeringsbudget Landelijk Gebied; Prov: Provinciale regeling Recreatie (ASV). Tijdspad: Start: 2007 Eind: 2008 Prioriteit: Hoog; o.a. in verband met de opwaardering van de Delftsche Schie voor de beroepsvaart Haalbaarheid: Klein
5.2
Prioritering en haalbaarheid
Reeds in een eerder stadium is door het Recreatieschap een prioritering aangegeven voor onderwerpen die door het Recreatieschap kunnen worden uitgevoerd, zie hiervoor bijlage 6. Deze prioritering werd mede toegekend op basis van haalbaarheid, waarbij de meest kansrijke projecten het eerst zouden worden uitgevoerd. Gedeeltelijk wordt deze prioritering aangehouden maar omdat in dit Watersportactieplan niet alleen de door het recreatieschap uit te voeren projecten aan de orde komen, maar het gehele traject, is deze aangevuld. Tevens is rekening gehouden met een logische volgorde van de projecten. De haalbaarheid van enkele projecten is erg afhankelijk van het belang wat hieraan door andere overheden wordt gegeven. Het Hoogheemraadschap van Delfland is bezig beleid rond waterrecreatie te formuleren. Recreatie is geen kerntaak voor het Hoogheemraadschap; aan de andere kant geeft de toenemende recreatiedruk van met name waterrecreanten reden hier wel actief aandacht aan te besteden. Het Watersportactieplan kan hiervoor handvatten bieden. Het project Haalbaarheidsstudie alternatieve vaarroute Vlaardingervaart kan los van de andere projecten worden uitgevoerd. De haalbaarheid is ondermeer afhankelijk van het belang wat de provincie Zuid-Holland hieraan toekent binnen het kader van de beleidsnota Provinciale vaarwegen en scheepvaart.
43
Watersportactieplan Midden-Delfland
5.3
Communicatie
Vanuit de coördinerende en initiërende rol is de communicatie van het Watersportactieplan en de hieruit voortkomende projecten een taak van het Recreatieschap. In fase 3 van het proces vindt het afstemmen en koppelen van projecten aan trekkers plaats. Het Watersportactieplan zal na vaststelling door het bestuur van het Recreatieschap naar de externe partijen moeten worden gecommuniceerd. Het gaat hierbij om de betrokken overheden: provincie Zuid-Holland, de gemeenten in het gebied, het Hoogheemraadschap van Delfland en de betrokken watersportorganisaties: KNWV, ANWB, Watersportverenigingen, Kanoverenigingen, etc. De actie hiervoor ligt bij het Recreatieschap. Tijdens de uitvoering van de verschillende projecten zal ook regelmatig teruggekoppeld moeten worden naar de betrokken partijen. Dit kan door middel van een jaarlijks bijeenkomst met partijen uit het gebied waarin de stand van zaken en een vooruitblik worden gegeven over de voortgang. Wanneer daadwerkelijk resultaten zijn geboekt, moet per deelproject worden bekeken of communicatie nodig is en op welke wijze dit moet geschieden. Dit wordt in de uitwerking van de deelprojecten meegenomen. Via de website kunnen het plan en de voortgang worden gecommuniceerd naar de recreanten in Midden-Delfland.
44
BIJLAGEN
Bijlage 1: Betrokken partijen Recreatieschap Midden-Delfland Hoogheemraadschap van Delfland Gemeente Midden-Delfland Gemeente Westland Gemeente Maassluis Gemeente Vlaardingen Gemeente Delft Gemeente Schiedam Deelgemeente Overschie Watersportbelangenvereniging Midden-Delfland (KNWV werkgroep) Kanovereniging NatSec Stichting Recreatietoervaart Nederland ANWB
Bijlage 2: Beleidsomgeving Streekplan Zuid-Holland West – Provincie Zuid-Holland, Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020 (RR 2020) – Stadsregio Rotterdam, 2005 Regionaal Groenblauw Structuurplan (RGSP2) – Stadsregio Rotterdam, Gebiedsprogramma Groenblauwe Slinger – Provincie Zuid-Holland, Gebiedsvisie Midden-Delfland - Gemeente Midden-Delfland, 2005 Integraal Ontwikkelingsplan Westland – Gemeente Westland, Beleidsvisie Waterrecreatie Zuid-Holland – Provincie Zuid-Holland, Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan 2002-2020 – Provincie Zuid-Holland, 2002 Beleidsnota Vaarwegen en Scheepvaart (ontwerp) - Provincie Zuid-Holland, 2005 MeerjarenUitvoeringsProgramma Beleidsvisie RecreatieToervaart in Nederland 2003-2007 – Stichting Recreatietoervaart Nederland, 2003 Watersport in Zuid-Holland Zuid – Koninklijk Nederlands Watersport Verbond, 2002 Routestructuurplan Midden-Delfland – Recreatieschap Midden-Delfland, 2005
A anlegplaatsen
N ieuw e H aven
K wintsheul
Lange W atering
M aassluis
N ieuw e W aterw eg
S pangesekade
R otterdam
D elfhavense S chie
D oeleplein
S chiedam
S chiedam se S chie
S chiedam
S chiedam se S chie
S chipluiden (?)
V laardingen
B reë of Lichtvoetwatering
V laardingervaart
W estland binnenhaven achter de bruggen/ buitenhaven
24 uur
nee vergunning 15,-/jr dagvergunning k ostenloos
ja
ja ja Lange H aven / centrum S chiedam
W estland
aangegeven m eerplaatsen
ja
nee
kort verblijf
x
x
x
x
nee vergunning 15,-/jr dagvergunning k ostenloos
ja tussen zons opk om st en zonsonder gang
nee
Jachthavens D elftse W .S .V .
D elft
Foppenplas
Foppenhaven
ja
10 3 dagen
nacht
ja
x
x
x
W .S .V . B lijdorp
R otterdam
S chie-S chiek anaal
Fokhaven
ja
20 14 dagen
nacht 0,90/m
ja
x
x
x
W .S .V . V erenigde Liggers
R otterdam
D elftshavense S chie (?)
A chterhaven, via C oolhaven
ja
20
dag/nacht 0,50/m
ja
x
x
x
W .S .V . D e N ieuw e H aven
S chiedam
S chiedam se S chie
N ieuw e H aven
ja
dag/nacht 0,50/m
ja
x
x
x
W .S .V . N ieuwe W aterweg
S chiedam
N ieuw e M aas
S puihaven
ja
nacht
ja
x
W .S .V . D e S chie
S chiedam
S chie - S chiek anaal
dag/nacht 0,50/m
ja
x
Jachtclub S chiedam
S chiedam
N ieuw e M aas
S puihaven
ja
dag/nacht 1,00/m
ja
x
W .S .V . D e V olharding
S chiedam
N ieuw e M aas
S puihaven
ja
nacht
ja
x
bij de tram brug
ja
ja
W .S .V . D e V rije Liggers
S chiedam
S chiedam se S chie
Jachthaven S chipluiden
S chipluiden
V laardingervaart
ja
W .S .V . W estland
D e Lier
Lierw atering
W .S .V . D e B om m eer
V laardingen
B oonervliet
W .S .V . D e Fuut
V laardingen
V laardingervaart
S t. C allenburgh
W .S .V . D e k leiput
V laardingen
V laardingervaart
P .V .V . D e K ulk W .S .V . V laardingen
V laardingen V laardingen
V laardingervaart V laardingervaart
10
4 7 dagen
x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
dag/nacht 1,00/m
ja
x
10
nacht
ja
x
nacht
ja
x
x
x
x
ja
3
nacht
ja
x
x
x
x
S t. C allenburgh
ja
3
nacht
ja
x
x
x
x
S t. C allenburgh O ude H aven
ja ja
3 20
nacht dag/nacht 0,65/m
ja ja
x x
ja
x
x
x x
x
x
x
x
x
x x x
x
Aftappunt bilgewater
Stortplaats afgewerkte olie
Afspuit plaats
Wasse rette
Vuilnis containers
Aftappunt vuilwater tank
Stortplaats chemisch toilet
Toilet
N ieuw e H aven, tussen A btsw oudse brug en K ruithuisbrug; w estzijde ja
Douches
D elftse S chie
Drink water
D elft
Voorzieningen
Ligging
Tarief
W atergang
Maximum verblijfs duur
P laats
Aantal passantenplaatsen
N aam
Passanten ligplaatsen
Bijlage 3: Overzicht voorzieningen watersport Midden-Delfland
Bijlage 4: Kaart Verordening pleziervaart en watergebieden Zuid-Holland
Bijlage 5: Inventarisatie Wensen en Knelpunten De inventarisatie is tot stand gekomen in overleg met de Watersportbelangenvereniging MiddenDelfland. Er is gebruik gemaakt van de volgende rapporten: - Watersport in Zuid-Holland-Zuid Koninklijk Nederlands Watersportverbond - Kleine watersport en ruitersport in Midden-Delfland Ingenieursbureau OD205 - De Kano in Abtswoude Natsec - KNSB Toerschaatsroutes KNSB - Gewest Zuid-Holland / Zeeland In de inventarisatie zijn zowel wensen en opmerkingen als knelpunten opgenomen. De nummers achter de knelpunten verwijzen naar de bijgevoegde knelpuntenkaarten per deelgebied.
5.1. Algemeen Uit de inventarisatie van de wensen, knelpunten en oplossingen zijn diverse algemene doelstellingen naar voren gekomen welke voor het gehele gebied gelden en niet voor een specifieke doelgroep van toepassing zijn. Ter verbetering van de watersport in Midden-Delfland wordt onder andere aangegeven dat er een betere samenhang gecreëerd moet worden tussen de vaarmogelijkheden en de functies natuur, transport en recreatie. Hierbij is het zaak dat er hoge eisen gesteld worden aan het beheer van het recreatiewater. Hierbij moet onder andere gedacht worden aan het op diepte en breedte houden van de watergangen. Daarnaast zal er bij nieuwe ontwikkelingen aandacht moeten zijn voor eventuele belemmeringen. Dit met name bij de realisatie van kunstwerken zoals bijvoorbeeld bruggen waar de hoogte en de bediening in veel gevallen een knelpunt opleveren. Bij de inrichting van het gebied zal de toeristische recreatievaart enerzijds maar ook de streekgebonden waterrecreatie anderzijds gestimuleerd dienen te worden. Tot slot wordt er aandacht gevraagd voor een vereenvoudiging van de regels en verordeningen op het gebied van de watersport. Grote waterrecreatie R Versterking van de relatie stad-water R Bieden van een gevarieerd aanbod aan vaarmogelijkheden en bijbehorende voorzieningen R Het treffen van voorzieningen en maatregelen op het gebied van milieu en veiligheid: aanlegplaatsen, douche- en toiletvoorzieningen, vuilwaterpompstation, mogelijkheid voor afgifte huisvuil. Intensief bij stad of jachthaven, in buitengebied soberder. Uitbreiding van jachthavens, zowel bestaande als nieuwe R Aanlegplaatsen combineren met het bieden van een mogelijkheid voor het doen van boodschappen, verblijf in de buurt van het vaartuig (recreatief grasveld), bezoeken van bezienswaardigheden, natuurgebieden of recreatieve voorzieningen (fietsverhuurbedrijf, aansluiten op knooppunt van fietsroutes), overnachten R in stand houden van de bestaande verbindingen R meer en nieuw vaarwater R verbeteren van de bestaande vaarwateren R voorkomen van aanslagen op bevaarbaar (zeil)water. R De verbinding en verbetering van de vaarmogelijkheden in Midden-Delfland met het centraal gelegen Vlietlandengebied en met het omliggende stelsel van vaarten en kanalen. R Vanuit de streek bestaat de wens om de vaarrecreatie in Midden-Delfland op een hoger plan te tillen. De watersport wenst voor Midden-Delfland aansluiting op BRTN-toervaartnet en de BRTNroutes. Dit is een alternatief voor de vaart van het plassengebied via Delft over de Schie naar de
R R
R R
Waterweg (en Brielse Meer). Zo zou er een alternatieve route gerealiseerd kunnen worden vanaf Delft door Midden-Delfland via de Vlaardingervaart naar de Nieuwe Waterweg. Ook Maasland zou op deze wijze ontsloten kunnen worden. Aansluiten op IOPW (Integraal Ontwikkelingsplan Westland) Het gebied leent zich alleen voor motorboten met neerklapbare kajuit. Dit omdat talrijke bruggen niet de minimale hoogte van 1.80 m hebben. Er is zeer beperkt toezicht hierop bij realisatie van nieuwe bruggen. Vanuit het recreatievaarplan van de provincie wordt zelfs een minimale hoogte van 2.00m voorgeschreven. Voor het hele gebied wordt aandacht gevraagd voor windbelemmeringen en onvoldoende vaardiepte bij de oevers ten behoeve van de zeilvaart. Voor het hele gebied maar met name voor de vlieten geldt dat de aanleg van ver het water instekende vissteigers voorkomen moet worden om de kwaliteit van bestaande verbindingen in stand te houden.
Kleine Waterrecreatie R Het gebied leent zich goed voor het ontwikkelen van enkele regionale kanoroutes. R Het gebied wordt gekenmerkt door veel lage bruggen. Aandachtspunt moet blijven het behoud van beweegbare bruggen. R Bij lage bruggen, barrières en peilverschillen tussen boezem en polderwater (A20, Broekpolder / Middelwetering, Vlaardingervaart, A4, peilverschillen Abtwoudse polder, Delftse Schie) moet er aandacht zijn voor het overdragen van de kano. R Er wordt overdruk geconstateerd in het Bommeer en de Maaslandse vaarten tijdens het hoogseizoen. R Vanuit Vlaardingen, Maassluis, Delft en het Westland is de lus door de aantrekkelijke binnenstad van Delft goed bereikbaar. R Het NKB organiseert de Veilingslotentocht; deze loopt van de Vlaardingervaart via Noordvliet tot in Maassluis, en via Nieuwe Water en Zwethkanaal weer naar de Vlaardingervaart. Hiervoor zijn 3 overdragingen nodig in Maassluis.
5.2. Deelgebied 1 Grote waterrecreatie R In stand houden van de verbinding via de Noordvliet met Maassluis R Maken van een nieuwe verbinding tussen de Middelvliet en de Noordvliet bij Maassluis (1) R Vergroten van de Foppenplas. De huidige plas is te klein voor zeilwater. De kleine oppervlakte in combinatie met het grote aantal zwemmers zorgt voor belemmeringen. Een vergroting van de plas zal een vergroting van de recreatieve capaciteit tot gevolg hebben. R Het Bommeertje zou uitgediept moeten worden tot een minimale diepte van 1.20 m. (2) R Opheffen van het motorvaart verbod in het zuidelijke deel van de Middelvliet. (3) R Realiseren van aanlegplaatsen langs de Middelvliet. R Realiseren van aanlegplaatsen in de Boonervliet, ten zuiden van de fietsbrug bij de Foppenplas. R Voorkomen van aanslagen op bevaarbaar (zeil)water in de Vlieten. R De beplanting aan de noordrand van de golfbaan heeft als gevolg dat er een onbetrouwbare wind ontstaat wat gevaarlijke situaties oplevert voor zeilers op de Boonervliet. (4) Kleine Waterrecreatie R In stand houden Nieuwe Water als verbinding van Maassluis naar Maasdijk en Oranjekanaal/ Zwethkanaal. R Verbeteren overdraagmogelijkheden bij de twee ophaalbruggen en draaibrug in Maasland. (5)
5.3. Deelgebied 2
Grote waterrecreatie R In stand houden van de verbinding via de sluis te Vlaardingen naar de Nieuwe Waterweg (niet op deelkaart waar te nemen) R Aandacht voor de onveilige nauwe doorvaart in de Vlaardingervaart ter hoogte van Vlietzicht. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het vergroten van de terrascapaciteit door het aanmeren van dekschuiten voor ’t café. (probleem is reeds opgelost) R Voorkomen van aanslagen (bijvoorbeeld door aanbrengen van hoge beplanting) op bevaarbaar (zeil)water in de Vlaardingervaart, de Bree en de Vlieten. (6) R Realiseren van aanlegplaatsen langs de Bree- of Lichtvoetwatering. R Realisering van aansluiting van de brugbediening in Vlaardingen op het automatiseringsregime van de sluis. (7) R Op de kade van de Vlaardingse Vaart, zijde Duifpolder, nabij gemaal Duifpolder is de hoeveelheid en de hoogte van de beplanting de laatste jaren sterk toegenomen. Dit levert belemmeringen op voor de zeilers, die deze vaart al tientallen jaren gebruiken. (8) Kleine Waterrecreatie R Realiseren van rondgaande kanoroute in gebied ten zuiden van Schipluiden. Route van ongeveer 10 km. Echter te maken met 10 te lage bruggen waardoor route in huidige staat niet aantrekkelijk is. R Realiseren van kanoroutes tussen Vlaardingervaart en Delftsche Schie, zoals aangegeven in De Kano in Abtswoude. (tussen deelgebied 2 en 6) Een voorstel hiervoor is in het kader van de Reconstructie, deelplan Abtswoude, opgesteld. Overdragingen zijn onvermijdelijk. R Op diepte houden van de Vlaardingervaart nabij Kanovereniging Natsec i.v.m. kano-polowedstrijden en trainingen. (9) R Realiseren van kampeermogelijkheden aan de Vlaardingervaart of Middelwatering.
5.4. Deelgebied 3 Grote waterrecreatie R Verbeteren van kwaliteit van Oost- en Westgaag. Het gaat dan om zaken als verbreding, verdieping en een betere inrichting. Kleine Waterrecreatie R Van de Westgaag tot Middelwatering zijn 16 zeer lage bruggen waarvan enkele te laag voor doorvaart. De drassige oevers zijn niet geschikt voor overdragingen. (10) R Van de Oostgaag tot Vlaardingervaart zijn 6 bruggen, waarvan 2 laag maar onlangs verbeterd R In de Middelwatering zijn 7 bruggen waarvan 5 lage ophaalbruggen. (11)
5.5. Deelgebied 4 Grote waterrecreatie R In stand houden van de verbinding via de Reijnerwatering met de Haagse agglomeratie. (12) R Verbeteren van de kwaliteit van de Zijde, Monsterse Wetering en het Zwethkanaal. Het gaat dan om zaken als verbreding, verdieping en een betere inrichting. R Realiseren van aanlegplaatsen bij de nieuwe brug over de Zijde ten noorden van Schipluiden en in de zwaaikom in de Monsterse Wetering bij ’t Woudt. (13) R Verbeteren van de doorvaart van de brug over de Zijde in de Oostbuurtseweg (bij De Lier). De brug verzakt en heeft een doorvaart van 1.70m ipv 1.80m. (14) R De Zweth is zeer slecht bevaarbaar. Voornaamste problemen zijn obstakels onder de waterspiegel (oud roest etc.) en de ondiepte (als oorzaak worden wegzakkende oevers genoemd). (15)
Kleine Waterrecreatie R Ten noorden van Schipluiden is een rondgang voor kano mogelijk van ongeveer 18 km. Er zou een kortere doorsteek gemaakt moeten kunnen worden van de Zijde naar de Zweth over de Monsterwatering in plaats van de Blakervaart.
5.6. Deelgebied 5 Grote waterrecreatie R De verbinding met Delft via de Buitenwatersloot en de Gaag in stand houden R In stand houden van de verbinding Schipluiden via Zijde-Monsterwatering-ZwethKerstanjewetering met het Rijn-Schiekanaal door een minimale doorvaarthoogte van 1.80 m. R Vergroten van de doorvaarhoogte, breedte en diepte van de vaste brug bij Sion over de Kerstanjewetering/ Zweth. De brug heeft momenteel een doorvaarhoogte van nog maar 1,70m. (16) R Verbeteren van de kwaliteit van de Kickert, Buitenwatersloot en de Kerstanjewetering. Het gaat dan om zaken als verbreding, verdieping en een betere inrichting. R De Buitenwatersloot vrij maken van obstakels in het water. R Verruimen van de haakse bocht Zweth-Kerstanjewetering ten noorden van Sion (17) R Bij de aanleg van het verdiepte spoor in Delft moet de vaardiepte van de kruisende wateren gehandhaafd blijven. (18) R Verbeteren van de bediening van de Oostpoortbrug in Delft. (19) R Verbeteren brugbediening Lage brug in Schipluiden. (20) Kleine Waterrecreatie R Verbeteren van de overdraagmogelijkheden bij de ophaalbrug in Schipluiden (de brug wordt wel bediend, maar om de brugwachter te waarschuwen moet uitgestapt worden) (21) R Door de aanleg van de A4 werd de Harnaschwatering geblokkeerd. Het alternatief is de Lookwatering welke echter een te lage brug heeft bij de kruising met de drukke Woudseweg. (22) R De volgende rondvaarten zijn mogelijk: 1: vanaf de molen in Schipluiden via Zijde, Monsterwatering, Zweth, Blakervaart, Lierwatering en via Zijde terug. Geen belemmeringen. 2: vanaf molen in Schipluiden via Zijde, Monsterwatering, Zweth, Lookwatering en Gaag. 2 overdragingen; bij lage brug Schipluiden.
5.7. Deelgebied 6 Grote waterrecreatie R Handhaven van de doorgaande route welke loopt over de Delftsche Schie Kleine Waterrecreatie R Integreren van de kanoroute Abtswoude in de route tussen Vlaardingervaart en Delftsche Schie. Knelpunt ligt bij instap- en overdraag mogelijkheden bij de hoge oever van de Schie. (23)
5.8. Deelgebied 7 Grote waterrecreatie R Verbeteren van de kwaliteit van de Lee- of Lierwatering, de Veilingsloten tussen Naaldwijk en Hoek van Holland (buiten kaartbeeld) en de Verlengde Strijp. Het gaat dan om zaken als verbreding, verdieping en een betere inrichting.
Kleine Waterrecreatie Uit de inventarisatie zijn voor deelgebied 7 geen specifieke resultaten naar voren gekomen.
je an rs t Ke
DELFT
5
eth Zw
w ter ns Mo
4
Zijde Schipluiden Gaag
Maasland Ni eu we
t vl ie or d o N Foppenplas
der vaa rt
Zuidgaag
Pol
g
art
a es tga
6
2
a ge rv
of W
i ng at er el w Mid d
art t el va Spar
rd in Vla a
Oostgaag
3
ie S ch
Het Kraaienest
che
ri ng wat e L ie r
fts Del
7
Gaag
g ri n ate
l naa hka t e Zw
l iet elv dd i iet M rvl e on Bo
1
wa te r we g
Krabbeplas
Concept Watersportactieplan MD Overzicht deelgebieden nummer 1 : 75.000 0
700
1400
2100 Meters
april 2006
Oc Topografische Dienst, Emmen / Recreatieschap Midden-Delfland
art er va ding
% % %
%
%
%
%
%
%
%
%
%
% %
%
g erin wat del M id
aag estg % t of W r a a rtelv S pa
%
%
%
%
Zuidgaag
%
%
%
Cafe Vlietzicht
%
%
% %%
%
$
% % % %
No
%
vlie ord
Maasland %
%
1
%
Legenda %
Maassluis
'
Sluis
ó
Jachthaven
%
%
Kano steiger
$
Kano verhuur
'
Bommeer
2
% % %
% %
Broekpolder
ó v er on o B
%
t lie
%
% % %
%
Concept
%
Krabbeplas
c%%
Aanlegplaats
c
Pontjes
Ni e Deelgebied 1uwe wa t er
3
Vlaar
ó
%
%
c
%
dd Mi
t li e el v
% % % %
ó
%
ó
Foppenplas
%
%
Bruggen
4
% Pontje de Kwakel
%
%
%
%
t
Gemaal
we g
%
% %
Watersportactieplan MD Deelgebied 1 nummer
%
cc
% %
%
1 : 25.000
%% %
0 Vlaardingen
300
600
c Topografische Dienst, Emmen / naam schap O
900 Meters
april 2006
c % - of Bre e
%
te rin twe tvoe Lic h
% % %
%
g
O
8
g aa t g% s o
%
pontje%Vlaardingervaart
%
%
%
6
%
e Mid d
%
% Cafe Vlietzicht
%
te rin l wa
%
$
ie rvl
t
rt aa
% Pontje de Kwakel
ó
Bo
e on
rv ge in rd aa Vl
g t vli e o rd o N
%
%
ó
Bommeer
Schiedam Vlaardingen
Foppenplas
% %
ó9 %
% % %%
Krabbeplas
c
%
% %
Legenda %% % Bruggen
'
Sluis
ó
Jachthaven
Vlaardingen
Vlaardingen
óó ó%% '
%
%
ó
c
Kano steiger
$
Kano verhuur Aanlegplaats Pontjes Deelgebied 2
%
7
'%%
Concept Watersportactieplan MD Deelgebied 2 nummer 1 : 30.000 0
300
600
900 Meters
april 2006
c Topografische Dienst, Emmen / Recreatieschap Midden-Delfland O
%
%
De Lier
%
%
%
%
%
%$Schipluiden
% %
ó% f Bree- o
Het Kraaienest
Lichtvo
% %
etweter
% Maasdijk
ing
% % %
Oostgaag
%
Bruggen Sluis
ó
Jachthaven
%
% %
% %
%
t vli e o rd % o N
% Kano steiger
$
Kano verhuur
% %
%
% %
%
Pontjes Deelgebied 3
Maassluis %
ó
%%
o Bo
ne
rvl
iet
ó
Bommeer
Foppenplas
% %
Aanlegplaats
%
ó
Maasland
c
$
%
%
'
%
%
%
%
%
g
%
% % %
% % % %
dd Mi
% %
%
%
te rin l wa
Legenda
%
ag
e Mid d
% %
estga
11
Z uid gaag
% fW art o telva Spar
%
%
%
%
%
ar t
%
%
%
10%
%
a ge rv rd in Vla a
%
li et elv
Concept Watersportactieplan MD Deelgebied 3 nummer 1 : 30.000
%
0
%
300
600
900 Meters
april 2006
c Topografische Dienst, Emmen / Recreatieschap Midden-Delfland O
i jne Re
%
12
te r rwa
Wateringen
g rin at e j ew n a rst K%e
%
%
%
%
ing
% %
%%
'
%
%
Kwintsheul
%
% La ng e
wa te r in
%
DELFT
15
%%
g
% %
% Den Hoorn
%
ó%
chie
$
%% %
% %
%
%%
S he ftsc
eth Zw
% Del
%
%
%
%
%
$
% % e ers ns t Mo ing t er wa
% % % %
%
% %
13
B le
Ga ag
%
r ke
Legenda
a va
%
rt
%
Bruggen
'
Sluis
ó
Jachthaven
%
% %
De Lier
14
%
% r in g w ate Lier
%
Zi jd e
% %
%
13
%
c
%
$
%Kano steiger
%$Kano verhuur Aanlegplaats Deelgebied 4
%
ó
%
%
Schipluiden
Concept Watersportactieplanc MD Deelgebied 4
nummer
%
1 : 30.000 0
300
600
900 Meters
april 2006
Oc Topografische Dienst, Emmen / Recreatieschap Midden-Delfland
%
17
%
%
18
%%
'
hie Sc
ta % ers
al na ka
K
%
%
jn-
W nj e
16
%
eth Zw
g rin a te
%%
Ri
%
%
%
n%
g bru or t po t s Oo%
Sio
%
%
DELFT
22
18
%
19
%% % ot lo
s t er wa
%%
Den Hoorn % $
%% %
%
ó
rt ke Kic
Bu
% %Kolk
% %
$ Del
% %
%
%it en
%
%
S he ft sc
%
chie
g rin at e erw nst Mo
Legenda
%
Bruggen
% % %
%
Gaag
'
Sluis
ó
Jachthaven
%
c
Kano steiger
$
Kano verhuur
% % %
Zijde %
20 en 21
Watersportactieplan MD
Schipluiden
Deelgebied 5
c
c
0
ie S ch
ó%
% %
che
%
Concept fts Del
%$Aanlegplaats Deelgebied 5
%
nummer 1 : 30.000 300
600
%
900 Meters
april 2006
Oc Topografische Dienst, Emmen / Recreatieschap Midden-Delfland
ie S ch
%
$
%
%
fts Del ie S ch
23
che
c
c
% % % %
c
% % % % %
%
%
Legenda %
Schiedam
P ol d er va a rt
%
%
% Overschie
Bruggen %
'
Sluis
ó
Jachthaven
c
Kano steiger
$
Kano verhuur
% % %
Aanlegplaats
ó
%
Concept
Watersportactieplan MD Deelgebied 6 nummer
Deelgebied 6
1 : 30.000 0
300
600
900 Meters
april 2006
c Topografische Dienst, Emmen / Recreatieschap Midden-Delfland O
er in
g
%
Naaldwijk
eth Zw
%
a al kan e th w Z
ing t er wa
t ri
e ers ns t Mo
%V e %rle n % g % %de S
%
jp
/B
le ke r
va a %rt
% %
% %
Zijde %
% % %
%
%
De Lier %
%
Legenda' %
% % % %
%
%
%Lierw
%r in g
ate
$
% %
ó%
%
Bruggen
'
Sluis
ó
Jachthaven
Het Kraaienest Gaag
% %
Concept
c
Kano steiger
$
Kano verhuur Aanlegplaats
%
Watersportactieplan MD % %
Deelgebied 7 Maasdijk
Deelgebied 7
0
% 600
Oostgaag
300
nummer 1 : 30.000 900 Meters
april 2006
Oc Topografische Dienst, Emmen / Recreatieschap Midden-Delfland
%
Bijlage 6: Prioritering Door het bestuur van het Recreatieschap zijn in juni 2005 onderwerpen genoemd die prioriteit hebben bij de uitvoering. Het gaat hierbij om onderwerpen die door het Recreatieschap zelf en op redelijk korte termijn, uitgevoerd kunnen worden, een groot knelpunt vormen of onderwerpen die aansluiten bij andere acties in het gebied (niet op volgorde van belangrijkheid): − − − − −
Creëren recreatief knooppunt bij het DOP-NOAP terrein Dit project wordt meegenomen bij de inrichting van het terrein. Milieuplan waterkwaliteit en omgeving water Om aan de Wet verontreiniging oppervlaktewateren te blijven voldoen is het opstellen van een milieuplan noodzakelijk Realiseren kanoroutes Dit project wordt opgestart in overleg met de kanobonden. Centraliseren van aanlegplaatsen Dit project wordt opgestart vanwege het aanmeerverbod voor boten die de gemeente Midden-Delfland heeft aangenomen. Watersport gemeente Westland De watersportmogelijkheden in de gemeente Westland bieden Midden-Delfland meer interessante vaarbestemmingen, hoewel het werkingsgebied van het Recreatieschap Midden-Delfland nog niet de totale oppervlakte van de gemeente Westland beslaat. Voorgesteld wordt om aansluiting te zoeken bij de watersportmogelijkheden in de gemeente Westland als volwaardig deelnemer an het Recreatieschap. Over de uitvoering van verschillende projecten zal overleg gevoerd worden met gemeente Westland.
Bijlage 7: Subsidiemogelijkheden
Subsidie Inhoud Voor wie? Van wie? Voorwaarden Vergoeding Europa De Europese Unie stimuleert de ontwikkeling van het platteland door het beschikbaar stellen van financiële middelen. Hiervoor heeft de EU een verordening plattelandsontwikkeling opgesteld. Op basis van deze verordening heeft Nederland een plattelandsontwikkelingsprogramma Nederland (POP) opgesteld voor de periode 20002006. Het POP valt in twee delen uiteen: door de rijksoverheid te subsidiëren projecten en activiteiten, hieronder als eerste beschreven; door provincies te subsidiëren projecten en activiteiten, hieronder als tweede beschreven. Plattelandsontwikkelings Verbeteren en versterken van Individuen Aanvraag: - Project op het platteland Hoogte van de bijdrage Min. Van LNV, Directie plan (POP) de kwaliteit van het Ondernemingen Privaatrechtelijke wordt per aanvraag Non-profitinstellingen Groen, Ruimte en organisaties moeten een vastgesteld buitengebied. Zes prioritaire thema's: Publiekrechtelijke Recreatie overheidspartner vinden, duurzame landbouw instellingen die het algemeen belang natuur en landschap Verstrekker: van hun project inziet waterbeheer Europese Unie recreatie en toerisme diversificatie leefbaarheid Rijk Regeling versterking Versterking van de functie Privaatrechtelijke Aanvraag: Project moet tot doel Projecten met doelstelling 1 Min. Van LNV, Directie hebben: recreatie recreatie rechtspersonen tot 100% en Projecten met doelstelling 2 Groen, Ruimte en 1. kennis deskundigheid op tot 50% Recreatie gebied recreatie Projecten met doelstelling 3 Verstrekker: en 4 tot 90% bevorderen; Min. Van LNV 2. landelijke routestructuren in stand houden en ontwikkelen; 3. positie recreatie in de samenleving
Subsidie
Inhoud
Voor wie?
Van wie?
Subsidieregeling Gebiedgericht Beleid
Interdepartementale regeling waarin het gebiedsgericht milieubeleid, het antiverdrogingsbeleid en het beleid voor de waardevolle cultuurlandschappen is samengebracht. De regeling subsidieert projecten die o.a. passen in de categorie ontwikkeling van een optimale milieukwaliteit voor recreatie, natuur, landschap, drinkwatervoorziening en cultuurhistorie
Individuen Ondernemingen Non-profitinstellingen Publiekrechtelijke instellingen
Aanvraag: - Project moet passen Gedeputeerde Staten van binnen het gebiedsprogramma van Zuid-Holland
Besluit Natuur in en om Een kwaliteitsimpuls geven de stad aan bestaande of te ontwikkelen natuur, waarbij o.a. de recreatieve waarde vergroot wordt. Combineren van groen met niet-groene elementen, als woningbouw, infrastructuur, recreatie. De
Individuen Ondernemingen Non-profitinstellingen Publiekrechtelijke instellingen
Verstrekker: Ministeries van LNV en V&W
Voorwaarden Vergoeding ontwikkelen; 4. kwaliteit van milieu en toeristisch recreatief perspectief verbeteren
Maximaal kosten
75%
de provincie; - Project moet passen in VROM, een zoekgebied - Meerdere, met elkaar samenhangende problemen - Duidelijke kwaliteitsverbetering; - Activiteit moet passen in een integrale aanpak van landbouw, natuur, milieu, water, bos, recreatie, cultuurhistorie en landschap
Ministerie van LNV
- Daadwerkelijke realisatie Maximaal 50% van maatregelen en voorzieningen - Wervend of vernieuwend karakter hebben; - Stimulans geven aan tenminste twee van de volgende waarden:
van
de
Subsidie
Inhoud Voor wie? uitvoering van de projecten vindt plaats in de stedelijke omgeving.
Van wie?
Tijdelijke subsidieregeling Belvedère 2000
Stimuleren dat cultuurhistorie onderdeel uitmaakt van de planvorming, het wegnemen van belemmeringen die het integraal benutten van de cultuurhistorie binnen de ruimtelijke ordening in de weg staan en die leiden tot een versterking van de cultuurhistorische dimensie. In aanmerking komen o.a. infrastructurele projecten de cultuurhistorische identiteit van de zogeheten Belvedèregebieden op provinciaal niveau versterken.
Ondernemingen Non-profitinstellingen Publiekrechtelijke instellingen
Aanvraag: Stimuleringsfonds Architectuur
Stimuleren van de leefbaarheid in de kleine kernen van Zuid-Holland o.a. door het instandhouden van
Ondernemingen Non-profitinstellingen Publiekrechtelijke
Provincie Leefbaarheidssubsidie kleine kernen ZuidHolland
Verstrekker: Ministeries van OCW en VROM
Voorwaarden Vergoeding ecologische waarde, recreatieve waarde en belevingswaarde; - Samenhang met niet op de natuur gerichte functies en activiteiten; - Gelegen binnen de stedelijke omgeving; - Samenhang met de gemeentelijke groenstructuur of de ecologische hoofdstructuur inclusief verbindingszones. Relatie tussen Maximaal 75% van voor cultuurhistorie en ruimtelijke totaal begrote bedrag inrichting Integrale visie - Vernieuwende aanpak LNV, - Overdracht van kennis - Samenwerking tussen overheden, particuliere organisaties en marktpartijen Kwaliteit van de aangedragen (ontwerp)oplossingen - Evenwichtige geografische spreiding over Nederland.
Provincie Zuid-Holland
- Subsidiebedrag bedraagt Maximaal 50% ten minste € 4500,-Activiteit is openbaar
het
Subsidie
Inhoud voorzieningen
Voor wie? instellingen
Van wie?
Voorwaarden toegankelijk
Stimuleren van het behoud en ontwikkeling van cultuur(historie) en culturele activiteiten. De regeling verleent subsidie aan verschillende activiteiten, waaronder activiteiten gericht op bevordering publieksparticipatie cultureel erfgoed (w.o. bevorderen van cultuurtoerisme en/of recreatie) Actieplan toerisme 2001 Ondersteunen van de – 2005 uitvoering van het provinciaal toeristisch beleid. Speerpunten: kust, cultuur, bloemen/bollen
Individuen Ondernemingen Non-profitinstellingen Publiekrechtelijke instellingen
Provincie Zuid-Holland
De voorwaarden verschillen De hoogte van de bijdrage per project verschilt per project
Ondernemingen Non-profitinstellingen Publiekrechtelijke instellingen
Provincie Zuid-Holland
Specifieke regels nog in De hoogte van de bijdrage voorbereiding wordt per project vastgesteld
Het stimuleren van de duurzame inrichting en beheer van de groene ruimte. Aan de regeling zijn thema’s verbonden, waaronder: - Ontwikkeling en realisering van nieuwe groene verbindingen en routestructuren - Verbetering van bestaande groene verbindingen en routestructuren
Individuen Ondernemingen Non-profitinstellingen Publiekrechtelijke instellingen
Provincie Zuid-Holland
- aanvrager levert eigen financiële inbreng of er is sprake van een andere subsidieverstrekker subsidiëring is noodzakelijk voor realisering van de activiteit de ontwikkelingen bevinden zich nog in een beginstadium - er vindt verslaglegging plaats, waarin het beoogde
Uitvoeringsverorde-ning cultuur Zuid-Holland 2002
Verordening Groene Subsidies Zuid-Holland
Vergoeding
Bijdrage wordt per project bepaald. Maximale bijdrage per projectvoorstel bedraagt € 56.722,53
Subsidie
Inhoud
Voor wie?
Van wie?
Voorwaarden effect zichtbaar wordt
Vergoeding
Individuen Ondernemingen Non-profitinstellingen Publiekrechtelijke instellingen
Provincie Zuid-Holland
- het project moet een hoogte van de bijdrage regionaal of provinciaal wordt per project bepaald. milieubelang dienen; - het project moet een extra impuls geven aan de uitvoering van het provinciale beleid op het gebied van milieubeheer; - het project moet passen binnen of aansluiten bij één van de bovengenoemde onderwerpen; - uitvoering van het project moet een structureel milieueffect hebben.
- Verbreding van agrarisch ondernemen Milieustimuleringsfonds Zuid-Holland
Doel van de regeling is op flexibele wijze de gewenste en noodzakelijke ontwikkelingen in het milieu te bevorderen. Uit het fonds kunnen o.a. projecten en maatregelen worden gefinancierd gericht op afvalpreventie.
Hoogheemraadschap van Delfland Fonds Midden-Delfland Overig
Subsidie BRTN, Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland*
Inhoud De BRTN is gericht op het oplossen van knelpunten in het basistoervaartnet. In aanmerking voor een bijdrage komen projecten die bijdragen aan de uitvoering van de Beleidsvisie. Naast aan BRTN-projecten verleent de Stichting Recreatietoervaart subsidie * Gaat per jan. 2007 op in voor het installeren van het ILG vuilwaterpompapparatuur (Investeringsbudget voor de pleziervaart. Landelijk Gebied) Fonds Schiedam Brede maatschappelijke Vlaardingen e.o. doelstelling, met de nadruk op aspecten die een duurzame samenleving bevorderen. Eén van de aandachtsgebieden is Sport en Recreatie: projecten die deelname aan sport en recreatieve activiteiten door brede groepen bevorderen.
Voor wie? Ondernemingen Non-profitinstellingen Publiekrechtelijke instellingen
Verstrekken van incidentele donaties aan projecten of objecten van toeristischrecreatieve betekenis.
Individuen Ondernemingen Non-profitinstellingen Publiekrechtelijke instellingen
ANWB Imagoonds
Non-profitinstellingen (veelal stichtingen verenigingen)
Specifieke regelingen Midden-Delfland Subsidieregeling DOP Realiseren van aanvullende Individuen Ondernemingen NOAP milieuverbeterende
Van wie? Rijksoverheid (ministeries van LNV, VenW, VROM en EZ)
Voorwaarden het project maakt deel uit van een meerjarenuitvoeringsprogra mma BRTN.
Vergoeding De hoogte van de bijdrage wordt per project bepaald. Jaarlijks is gemiddeld € 2.268,901 beschikbaar voor projecten. De bijdrage voor het installeren van vuilwaterpompapparatuur voor de pleziervaart bedraagt maximaal 13.613,41.
Fonds Schiedam - uitsluitend concrete en Hoogte van de bijdrage en Vlaardingen e.o. benoembare projecten wordt per aanvraag bepaald geen internationaal karakter - afgebakende projecten, die nog niet gerealiseerd zijn - geen politiek of religieus karakter ANWB
-
Aanvraag: Recreatieschap
Midden-
toeristisch – recreatief De bijdragen zijn in het van meer dan lokale algemeen van bescheiden betekenis omvang. van blijvende waarde financieel gezond geen commercieel doel moet passen doelstelling
in Maximaal 33% werkelijke kosten
van
de
Subsidie
Inhoud activiteiten in MiddenDelfland. Activiteiten gericht op herstel of behoud van landschappelijke en cultuurhistorische waarden komen eveneens voor subsidie in aanmerking. Groenfonds Schipluiden- Regeling wordt op dit moment Delft-Den Haag nader uitgewerkt
Voor wie? Non-profitinstellingen Publiekrechtelijke instellingen
Van wie? Delfland
Voorwaarden Vergoeding incidenteel in principe alleen voor Verstrekker: uitvoering, niet voor Reconstructiecommis-sie voorbereiding niet gericht op winst Midden-Delfland Recreatieschap Middenmaken Delfland