Collegevoorstel
Openbaar Onderwerp
Vuilverwerkingsovereenkomst MARN-ARN BV Programma
BW-nummer
Openbare Ruimte Portefeuillehouder
R. Helmer-Englebert Samenvatting
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
De gemeenschappelijke regeling MARN heeft een overeenkomst met ARN bv over de aanlevering van alle afvalstoffen die door of vanwege gemeenten worden ingezameld behoudens door het bestuur te verlenen ontheffingen. In de huidige situatie heeft de overeenkomst betrekking op de verwerking van huishoudelijk restafval, GFT en PMD (plastics, metalen en drankenkartons). Deze vuilverwerkingsovereenkomst (VVO) kent een mogelijkheid tot opzegging waarbij een opzegtermijn van 5 jaar in acht moet worden genomen. Een dergelijk moment van afweging is nu weer aan de orde. Voor 31 december 2015 moet het MARN-bestuur een besluit nemen om de overeenkomst voort te zetten of per 1-1-2021 te beëindigen. Daartoe vergadert het Bestuur van de MARN op 18 december 2015. In dit voorstel bepalen wij ons standpunt voor deze vergadering.
RO10, Ralph Breuer, 2729 Datum ambtelijk voorstel
11 november 2015 Registratienummer
15.0011752
Ter besluitvorming door het college
1. In te stemmen met voortzetting van de vuilverwerkingsovereenkomst van de MARN met ARN op voorwaarde dat: - de bestaande kortingsregeling op het verwerkingstarief van restafval ook na 2020 wordt gecontinueerd en - de MARN met ARN in gesprek gaat over een mogelijk verdere verlaging van dit verwerkingstarief. 2. De raad te informeren met bijgevoegde brief over ons standpunt.
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
Steller Ralph Breuer
Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad Besluit B&W d.d. 24 november 2015
X Conform advies Aanhouden Anders, nl.
nummer: 3.12
Bestuursagenda
Portefeuillehouder
CV vuilverwerkingsovereenkomst ARN bv
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
De gemeenschappelijke regeling Milieusamenwerking en Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) heeft een aantal verbanden met ARN B.V. (ARN). Zo is de MARN een van de aandeelhouders in ARN. Daarmee zijn feitelijk de MARN-gemeenten indirect mede-eigenaar van ARN. Daarnaast heeft de MARN in 1985 bij de oprichting van de ARN een overeenkomst gesloten over de aanlevering van alle afvalstoffen die door of vanwege gemeenten worden ingezameld behoudens door het bestuur te verlenen ontheffingen. In de huidige situatie heeft de overeenkomst betrekking op de verwerking van huishoudelijk restafval, GFT en PMD (plastics, metalen en drankenkartons). Deze vuilverwerkingsovereenkomst (VVO) kent een mogelijkheid tot opzegging waarbij een opzegtermijn van 5 jaar in acht moet worden genomen. Een dergelijk moment van afweging is nu weer aan de orde. Voor 31 december 2015 moet het MARN-bestuur een besluit nemen om de overeenkomst voort te zetten of per 1-1-2021 te beëindigen. Daartoe vergadert het Bestuur van de MARN op 18 december 2015. Het bestuur van de MARN heeft het bureau IPR Normag gevraagd een notitie op te stellen ter ondersteuning in de afweging over het al dan niet voortzetten van de VVO. Deze notitie is bijgevoegd en brengt helder in beeld wat de consequenties zijn van voortzetting dan wel beëindiging van de VVO; Dit zowel voor de MARN en daarmee de MARN-gemeenten alsook voor ARN zelf. 2
Juridische aspecten
De overeenkomst met ARN bv is door het bestuur van de MARN toentertijd aangegaan. Het bestuur van de MARN is daarmee bevoegd te beslissen over continueren dan wel beëindiging van de vuilverwerkingsovereenkomst en zal op 18 december 2015 hierover een besluit nemen. 3
Doelstelling
Doel is ons standpunt te bepalen of wij als gemeente Nijmegen kunnen instemmen met continuering van de vuilverwerkingsovereenkomst van de MARN met ARN bv. 4
Argumenten
De beoordeling van dit vraagstuk kent 3 invalshoeken. Als eerste is de vraag of de verwerking van GFT en restafval qua duurzaamheid en qua verwerkingstarief naar onze tevredenheid is. De tweede invalshoek is die vanuit MARN als aandeelhouder van ARN. Immers de MARN en daarmee de MARN-gemeenten hebben alle belang bij een rendabele exploitatie van ARN. Daarom moeten wij in onze overwegingen meenemen wat de consequenties van ons besluit zijn voor ARN op de lange termijn. De derde invalshoek is de rol van ARN in de realisatie van een circulaire economie in onze regio. Verwerking groente-, fruit- en tuinafval (GFT) Het GFT wordt bij ARN vergist. Bij dit proces wordt compost geproduceerd en komt er biogas vrij, dat weer als groene brandstof wordt ingezet in het regionale busvervoer. Qua duurzaamheid geldt vergisting op dit moment als de best gangbare verwerkingsmethode van GFT. Voor de verwerking van het GFT betalen gemeenten een tarief van € 45 per ton. Dit tarief bedrag is marktconform. Met betrekking tot de verwerking van is er dan ook geen reden om de overeenkomst met ARN te beëindigen.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
Verwerking (grof) huishoudelijk restafval De verbrandingsinstallatie bij ARN kent een aantal duurzaamheidsvoordelen in vergelijk met andere verbrandingsinstallaties. Zo is bij het ontwerp in 1985 bewust gekozen voor zo laag mogelijke emissies. Daardoor heeft ARN ook nu nog een lagere uitstoot van ongewenste stoffen dan gemiddeld in Nederland. Verder heeft ARN een hoge energie-efficiëntie mede als gevolg van de levering van warmteenergie aan het warmtenet in Nijmegen. Tot slot blijft het aantal transportkilometers beperkt door de nabijheid van ARN. Overslag en aftransport van het afval naar een verder afgelegen installatie is hierdoor niet nodig. Het verwerkingstarief voor het verbranden van restafval bedraagt € 90 per ton (zonder medeneming van de indexatie). Dit tarief is in 2010 tot stand gekomen doordat ARN een korting van € 30 op het reguliere tarief van € 120 per ton heeft verleend. Deze korting geldt voor de periode tot 2020. Continuering van deze korting voor de periode na 2020 achten wij een essentiële voorwaarde voor voortzetting van de VVO. Naar verwachting zal dat voor ARN geen probleem zijn. Ondanks deze korting is een verwerkingstarief van € 90 per ton nog steeds hoog in vergelijking met (recente) tarieven in de vrije markt. Deze tarieven variëren tussen de € 40 en € 65 per ton (exclusief transport en overslag). In geval we ons restafval elders zouden aanleveren, moet daarbij wel rekening worden gehouden met een aanvullend bedrag van € 17,50 tot € 25 per ton voor overslag en transport. Het gemiddelde hiervan nemend resulteert in een bedrag van € 73,75 per ton. Kijken we gericht naar wat ‘verbonden’ gemeenten (d.w.z. gemeenten die zowel eigenaar van een verwerkingsinstallatie zijn en een aanleververplichting hebben) in andere regio’s moeten betalen bij de eigen installatie dan zien we een bandbreedte in de tarieven van € 65 tot € 100 per ton. Het tarief van ARN valt binnen deze bandbreedte. Hoewel het ARN-tarief vanuit een historische context wel verklaarbaar is (o.a. uit de keuze in 1985 voor een installatie o.b.v. de stand der techniek), zijn wij toch van mening dat er sprake is van onevenwichtigheid in de tariefstelling. Zo worden de MARN-gemeenten, die indirect mede-eigenaar zijn van de ARN, geconfronteerd met een tarief van € 90 per ton, terwijl andere aanbieders van brandbaar afval bij ARN een tarief betalen dat beduidend lager ligt. Om die reden vinden wij het van belang dat de MARN met ARN in gesprek gaat over de mogelijkheid een verdere tariefsverlaging te bewerkstelligen. Het is de verwachting dat ook de andere MARN-gemeenten deze stellingname richting ARN zullen innemen. Aandeelhouderschap ARN De ARN heeft een verbrandingscapaciteit van 300.000 ton. De MARN-regio levert jaarlijks 40.000 ton aan en de andere overheidsaandeelhouder regio de Vallei eenzelfde hoeveelheid. Gezamenlijk dus 80.000 ton ofwel ca. 25% van de verwerkingscapaciteit. Feit is dat de markt van afvalverbranding al jarenlang kampt met overcapaciteit. Deze situatie zal naar verwachting naar de toekomst toe niet wijzigen en mogelijk zelfs eerder toenemen. Immers als gevolg van een steeds verdergaande mate van afvalscheiding zal het aanbod aan brandbaar afval alleen maar afnemen. Op dit moment wordt deze overcapaciteit opgevangen door het aantrekken van brandbaar afval uit het buitenland. In elk geval voor de komende jaren biedt dit voldoende basis om vollast bij ARN bv te realiseren. Als aandeelhouder van ARN is het voor de MARN vanuit deze invalshoek dan ook niet opportuun om de VVO op te zeggen. Temeer daar een dergelijk besluit hoogstwaarschijnlijk
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
navolging zal vinden door regio de Vallei. De gevolgen voor de exploitatie van ARN zouden substantieel zijn, waarbij het risico op een faillissement niet op voorhand is uit te sluiten. ARN partner naar een circulaire economie ARN is meer dan alleen een afvalverwerker voor de MARN-gemeenten. Het is een partner op het gebied van duurzaamheid o.a. door de productie van biogas en compost, de levering van warmte aan het warmtenet en de productie van duurzame elektriciteit. Tevens zorgt de nabije ligging van ARN voor relatief weinig transportbewegingen. Ook in onze ambitie om een circulaire economie in deze regio te realiseren kan ARN een belangrijke rol vervullen. Mede gezien het afnemende aanbod aan brandbaar restafval is het daarbij van belang voor MARN, ARN en ook Dar om hierin een gezamenlijk perspectief voor de lange termijn te ontwikkelen. Daarom is momenteel een strategische verkenning gaande naar de toekomstige inrichting van de regionale grondstoffen- en afvalketen en de rol en positie daarin van de betrokken partijen. In deze verkenning zal ook de vraag aan de orde komen of en op welke wijze deelname van MARN – en de daaraan verbonden gemeenten – in ARN in de toekomst toegevoegde waarde heeft. 5
Klimaat
Onze standpuntbepaling heeft geen gevolgen voor het klimaat. 6
Financiën
Onze standpuntbepaling heeft geen financiële consequenties. 7
Participatie en Communicatie
Middels bijgevoegde brief informeren wij de raad over het standpunt dat wij in de vergadering van het MARN-bestuur op 18 december 2015 gaan inbrengen. Verder is er op 23 november 2015 een informatiebijeenkomst voor raadsleden van de MARN-gemeenten. Mocht deze bijeenkomst dan wel andere tussentijdse ontwikkelingen leiden aanleiding geven tot een aanvullend advies, zal dit worden nagezonden. 8
Uitvoering en evaluatie
Niet van toepassing. 9
Risico
Het MARN-bestuur beslist bij meerderheid. Daardoor is het mogelijk dat een ander besluit wordt genomen dan wij voorstaan met alle consequenties van dien. Aangezien de gemeenten tot nu op dezelfde lijn lijken te zitten, ligt dit niet voor de hand. Een risico is dat de korting van het verwerkingstarief van restafval van € 120 naar € 90 euro door ARN niet gehonoreerd kan worden. Deze kans achten wij echter gering. In hoeverre een verdergaande korting op het verwerkingstarief haalbaar is, is een zaak van onderhandelingen tussen MARN en ARN en op dit moment nog ongewis. Met het oog op de lange termijn ontwikkelingen op de brandbare afvalmarkt is het van belang voor alle aandeelhouders van ARN (en daarmee de MARN-gemeenten) om in de strategische verkenning een visie te ontwikkelen op de toekomstige positie van ARN en in het bijzonder de verbrandingsactiviteit in de regionale grondstoffen- en afvalketen. Bijlage(n):
Notitie Voorbereiding besluitvorming MARN VVO ARN Brief aan de raad
Ruimtelijke Ontwikkeling
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail
[email protected]
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Datum
24 november 2015
Onderwerp
Vuilverwerkingsovereenkomst MARN
Ons kenmerk
Contactpersoon
RO10/15.0011754
Ralph Breuer
Datum uw brief
Doorkiesnummer
(024) 3292729
Geachte leden van de raad, Op 18 december 2015 moet het Bestuur van de gemeenschappelijke regeling MARN een besluit nemen over voortzetten dan wel beëindigen van de vuilverwerkingsovereenkomst met ARN B.V.. Deze beslissing is een bevoegdheid van het MARN-bestuur en wordt bij meerderheidsbesluit genomen. Met deze brief willen wij u informeren over het standpunt dat wij tijdens deze vergadering zullen innemen. Achtergrond De MARN heeft een aantal verbanden met ARN B.V. ARN. Zo is MARN aandeelhouder in ARN. Daarmee zijn feitelijk de MARN-gemeenten indirect mede-eigenaar van ARN. Daarnaast heeft de MARN in 1985 bij de oprichting van de ARN een overeenkomst gesloten over de aanlevering van alle afvalstoffen die door of vanwege gemeenten worden ingezameld behoudens door het bestuur te verlenen ontheffingen. Deze vuilverwerkingsovereenkomst (VVO) kent een mogelijkheid tot opzegging waarbij een opzegtermijn van 5 jaar in acht moet worden genomen. Een dergelijk moment van afweging is nu weer aan de orde. Voor 31 december 2015 moet het MARN-bestuur een besluit nemen om de overeenkomst voort te zetten of per 1-1-2021 te beëindigen. Daartoe vergadert het Bestuur van de MARN op 18 december 2015. Het bestuur van de MARN heeft het bureau IPR Normag gevraagd een notitie op te stellen ter ondersteuning in de afweging over het al dan niet voortzetten van de VVO. Deze notitie is bijgevoegd en onderschrijven wij. De notitie brengt helder in beeld wat de consequenties zijn van voortzetting dan wel beëindiging van de VVO; Dit zowel voor de MARN en daarmee de MARNgemeenten alsook voor ARN zelf. Overwegingen Bij de bepaling van ons standpunt hebben wij drie invalshoeken betracht: - De duurzaamheid en de verwerkingstarieven voor de vergisting van het groente-, fruit- en tuinafval (GFT) en de verbranding van het (grof) huishoudelijk restafval,
www.nijmegen.nl
Gemeente Nijmegen Ruimtelijke Ontwikkeling
Vervolgvel
1
-
Het belang van MARN als aandeelhouder en dus mede-eigenaar van ARN B.V. en De rol van ARN als partner in de realisatie van een circulaire economie in deze regio.
Verwerking van GFT Het GFT wordt bij ARN vergist. Bij dit proces wordt compost geproduceerd en komt biogas vrij, dat als groene brandstof wordt ingezet in het regionale busvervoer. Qua duurzaamheid geldt vergisting op dit moment als de best gangbare verwerkingsmethode van GFT. Het verwerkingstarief bedraagt € 45 per ton. Dit tarief bedrag is marktconform. Verwerking van (grof) huishoudelijk restafval Het (grof) huishoudelijk restafval wordt bij ARN verbrand met energieterugwinning. De installatie bij ARN kent een aantal duurzaamheidsvoordelen in vergelijk met andere installaties. Zo is bij het ontwerp in 1985 bewust gekozen voor zo laag mogelijke emissies. Daardoor heeft ARN ook nu nog een lagere uitstoot van ongewenste stoffen dan gemiddeld in Nederland. Verder heeft ARN een hoge energie-efficiëntie mede als gevolg van de levering van warmteenergie aan het warmtenet in Nijmegen. Doordat ARN ook nabij gelegen is, is het aantal transportkilometers beperkt. Overslag en aftransport van het afval naar een verder afgelegen installatie is hierdoor niet nodig. Het verwerkingstarief voor het verbranden van restafval bedraagt € 90 per ton (zonder indexatie). Dit tarief is in 2010 tot stand gekomen doordat ARN een korting van € 30 op het reguliere tarief van € 120 per ton heeft verleend. Deze korting geldt voor de periode tot 2020. Continuering van deze korting voor de periode na 2020 achten wij een essentiële voorwaarde voor voortzetting van de VVO. Naar verwachting zal dat voor ARN geen probleem zijn. Ondanks deze korting is een verwerkingstarief van € 90 per ton nog steeds hoog in vergelijking met (recente) tarieven in de vrije markt. Rekening houdend met overslag- en transportkosten in geval het afval elders zou worden verbrand resulteert dan in een gemiddeld bedrag van € 73,75 per ton. Kijken we gericht naar wat ‘verbonden’ gemeenten (d.w.z. gemeenten die zowel eigenaar van een verwerkingsinstallatie zijn en een aanleververplichting hebben) in andere regio’s moeten betalen bij de eigen installatie dan zien we een bandbreedte in de tarieven van € 65 tot € 100 per ton. Het tarief van ARN valt binnen deze bandbreedte. Hoewel het ARN-tarief vanuit een historische context wel verklaarbaar is (o.a. uit de keuze in 1985 voor een installatie o.b.v. de stand der techniek), achten wij het van belang dat de MARN met ARN in gesprek gaat over de mogelijkheid een verdere tariefsverlaging te bewerkstelligen. Het is de verwachting dat ook de andere MARN-gemeenten deze stellingname richting ARN zullen innemen. Aandeelhouderschap ARN De ARN heeft een verbrandingscapaciteit van 300.000 ton. De MARN-regio levert jaarlijks 40.000 ton aan en de andere overheidsaandeelhouder regio de Vallei eenzelfde hoeveelheid. Gezamenlijk dus 80.000 ton ofwel ca. 25% van de verwerkingscapaciteit. Feit is dat de markt van afvalverbranding al jarenlang kampt met overcapaciteit. Deze situatie zal naar verwachting naar de toekomst toe niet wijzigen en mogelijk zelfs eerder toenemen. Immers als gevolg van een steeds verdergaande mate van afvalscheiding zal het aanbod aan brandbaar afval alleen maar afnemen. Op dit moment wordt deze overcapaciteit opgevangen door het aantrekken van brandbaar afval uit het buitenland. In elk geval voor de komende jaren biedt dit
www.nijmegen.nl
Gemeente Nijmegen Ruimtelijke Ontwikkeling
Vervolgvel
2
voldoende basis om vollast bij ARN bv te realiseren. Als aandeelhouder van ARN is het voor de MARN vanuit deze invalshoek dan ook niet opportuun om de VVO op te zeggen. ARN partner naar een circulaire economie ARN is meer dan alleen een afvalverwerker voor de MARN-gemeenten. Het is een partner op het gebied van duurzaamheid o.a. door de productie van biogas en compost, de levering van warmte aan het warmtenet en de productie van duurzame elektriciteit. Tevens zorgt de nabije ligging van ARN voor relatief weinig transportbewegingen. Ook in onze ambitie om een circulaire economie in deze regio te realiseren kan ARN een belangrijke rol vervullen. Mede gezien het afnemende aanbod aan brandbaar restafval is het daarbij wel van belang voor MARN, ARN en ook Dar om hierin een gezamenlijk perspectief voor de lange termijn te ontwikkelen. Daarom is momenteel een strategische verkenning gaande naar de toekomstige inrichting van de regionale grondstoffen- en afvalketen en de rol en positie daarin van de betrokken partijen.
Alles afwegende zijn wij tot het standpunt gekomen dat wij op 18 december 2015 zullen pleiten voor voortzetting van de vuilverwerkingsovereenkomst van MARN met ARN B.V.. Voorwaarde is wel dat de huidige korting op het verwerkingstarief van restafval ook na 2020 in stand blijft. Verder zullen wij bepleiten dat de MARN met ARN in gesprek gaat over de mogelijkheden een verdergaande tariefsverlaging voor restafval te bewerkstelligen. Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Bijlage:
www.nijmegen.nl
Notitie Voorbereiding besluitvorming MARN VVO ARN
Aan
: Bestuur MARN
Datum
: 08 november 2015
Status
: Definitief Voorbereid door de adviseurs van IPR Normag
Betreft
: Notitie ter ondersteuning van het bestuur van MARN bij besluitvorming over het al dan niet continueren van aanlevering van afvalstoffen aan ARN B.V.
1
Context De gemeenschappelijke regeling Milieusamenwerking en Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) heeft een aantal verbanden met ARN B.V. (ARN). De MARN is aandeelhouder in ARN, eigenaar van de gronden waarop de installaties en de stortplaats van ARN zijn gevestigd respectievelijk gelegen én MARN heeft een overeenkomst gesloten met ARN over de aanlevering van alle afvalstoffen die door of vanwege gemeenten worden ingezameld behoudens door het bestuur te verlenen ontheffingen. In de huidige situatie zijn dit: huishoudelijk restafval, GFT en PMD (plastics, metalen en drankenkartons). Deze Vuilverwerkingsovereenkomst (VVO) kent een mogelijkheid tot opzegging. Indien deze overeenkomst wordt opgezegd dient een opzegtermijn van 5 jaar in acht te worden genomen. Een dergelijk moment van afweging is nu weer aan de orde. Het bestuur van de MARN heeft IPR Normag gevraagd te komen met een advies inzake deze afweging. Uiteindelijk zal het Bestuur van de MARN op 18 december 2015 een besluit nemen of zij al dan niet tot opzegging overgaat. Het Bestuur van de MARN is bevoegd tot deze beslissing. De overeenkomst is ook door het bestuur toentertijd aangegaan met ARN.
2
Oorsprong van de betrokkenheid gemeenten met Afvalverwerker ARN De oorsprong van afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) als overheidsactiviteit in Nederland is gelegen in de jaren ’80. Het Rijk heeft toen besloten tot regionale (provinciale) zelfvoorziening voor de verwijdering (verbranding) van het afval van huishoudens en bedrijven. Provincies en gemeenten hebben in de jaren ‘80 daarom eigen AVI’s opgericht. In deze periode is ook de ARN in 1985 door gemeenschappelijke regeling MARN opgericht. Om er voor te zorgen dat deze (eigen) installatie voldoende afval te verbranden krijgt, zijn de gemeenten (via MARN) tevens een aanleververplichting aangegaan. De VVO. Later zijn ook de gemeenschappelijke regelingen Regio Rivierenland en Regio De Vallei (ook in het kader van de verplichte zelfvoorziening) als aandeelhouderhouder toegetreden tot ARN, en hebben ook een overeenkomst gesloten voor het aanleveren van (in hun geval uitsluitend) restafval. Zelfvoorziening hield in deze periode in dat het (rest)afval in de eigen regio verwerkt moet worden. Afvaltransport (en import) was niet toegestaan, de markt was gesloten. In de jaren ’90 heeft het Rijk echter het transport van afval vrijgelaten en ontstond een vrije markt. Het gevolg was dat de verbrandingstarieven op de vrije markt – mede door de overcapaciteit – daalden, en de tarieven voor de verbonden gebruikers (zoals de MARN en daaraan verbon-
Besluitvorming MARN inzake Vuilverwerkingsovereenkomst met ARN B.V.
1/7
den gemeenten) sterk stegen. Diverse AVI’s zijn vanaf deze periode geprivatiseerd, waarbij de betreffende aandeelhoudende gemeenten hun verbondenheid (ook voor de aanlevering van restafval) hebben opgegeven. De meeste van deze gemeenten besteden de verwerking van restafval inmiddels aan de markt aan. In 2006-2007 is besloten om Remondis – een groot privaat afval- en grondstoffenbedrijf met Duitsland als thuisbasis – als mede aandeelhouder van ARN toe te laten treden. Dit had direct een forse verlaging van het restafvaltarief voor de MARN (en gemeenten) tot gevolg. Remondis werd en wordt gezien als strategische partner. Niet alleen om bij te dragen aan de beschikbaarheid van voldoend restafval voor verbranding, maar ook om met expertise, ervaringen en kapitaal bij te dragen aan de beoogde doorontwikkeling en verbreding van ARN als duurzaam afval- en grondstoffenbedrijf. Bij het maken van de afspraken tussen ARN en Remondis is uitgegaan van een langjarige samenwerking.
3
De kern van het vraagstuk Op basis van een analyse van het huidig functioneren van ARN en gesprekken met bestuurders van de betrokken MARN gemeenten wordt geconstateerd dat ARN – op het gebied van het be- en verwerken van afval- en grondstoffen – goed bijdraagt aan de duurzaamheidsdoelen van gemeenten. Er is sprake van een duurzame verwerkingsinstallatie (lage emissie-waarden, hoge energie-efficiëntie), productie van duurzaam biogas dat ingezet wordt in het regionaal openvervoer, er wordt warmte geleverd aan het warmtenet en door de nabijheid van de installatie in de regio is met de aanlevering van het afval weinig transport gemoeid. Een kritisch punt vormt de – door de bestuurders ervaren - transparantie welke door de directie van ARN wordt geboden. Uiteraard voldoen jaarrekening en rapportages aan de (formeel) vereisten, maar er zijn genoeg voorbeelden van (ook latente) vragen, waarop onvoldoende duidelijk en adequaat inzicht wordt geboden. Transparantie is een aandachts- en verbeterpunt. De kern van het vraagstuk spitst zich echter toe op de tarieven voor het verwerken van het huishoudelijk restafval en het gft. Restafval en GFT zijn met respectievelijk 47.000 ton en 44.000 ton de belangrijkste afvalstromen die de MARN-gemeenten aan ARN aanleveren. GFT-tarief is marktconform Op basis van vergelijking van het tarief van gft vergisting en compostering met tarieven elders, wordt geconstateerd dat het tarief van ARN (€ 45 per ton) marktconform is. Vergelijkbare tarieven voor vergisten en composteren bedragen € 40 - € 45 per ton. Tarieven voor alleen composteren variëren tussen € 30 en € 35. Het vergisten en composteren – zoals door ARN gebeurt – wordt als een meer duurzame verwerking (en hergebruik) gezien. Door het gft eerst te vergisten ontstaat duurzaam biogas dat als brandstof wordt gebruik voor het regionaal openbaar vervoer. En dezelfde hoeveelheid compost wordt nuttig toegepast als voedingsstof en bodemverrekijker. Met betrekking tot GFT-verwerking is er vanuit financieel- en duurzaamheidsoogpunt geen duidelijke reden om de verwerking door ARN te staken.
Besluitvorming MARN inzake Vuilverwerkingsovereenkomst met ARN B.V.
2/7
Restafvaltarief is hoog, maar vraagt om nuancering Het verwerkingstarief voor restafval dat aandeelhoudende regio’s zoals MARN en regio De Vallei door ARN in rekening krijgen gebracht bedraagt € 901,- per ton. Dit is inclusief de kortingsregeling die in 2010 van kracht is gegaan. Met het verwerken van het restafval van de MARN-gemeenten is jaarlijks circa € 4,2 miljoen (peiljaar 2014) gemoeid. Het verwerkingstarief blijft vanaf 2010 gelijk (behoudens prijsindexatie). De hoeveelheid huishoudelijk restafval (per inwoner per jaar) is in de afgelopen jaren fors gedaald, en zal gevolg van het gemeentelijk afvalbeheerbeleid verder blijven dalen. Financieel oogpunt Het tarief van ARN van € 90,- per ton is vergelijking met (recente) tarieven in de vrije markt hoog. Deze tarieven variëren tussen € 40,- en € 65,- per ton (exclusief overslag en transport). Tarieven in de vrije markt kunnen fluctueren als gevolg van ontwikkelingen in de vraag- of aanbodzijde. De genoemde tarieven betreffen contracten (aangegaan door gemeenten) met een looptijd variërend van 4 tot ruim 10 jaar (rekening houdend met eenzijdige opties voor verlenging). Tarieven op de korte termijn markt (de zogenaamde ‘spot markt’) kunnen sterk fluctueren. De verwerkingstarieven voor andere verbonden gemeenten (gemeenten die zowel eigenaar zijn van een eigen afvalverwerkingsinstallatie, en daarvoor ook een aanleververplichting voor restafval zijn aangegaan) variëren van € 65,- tot € 100,- per ton. Dit betreft met ARN vergelijkbare overheidsgedomineerde afvalverbrandingsinstallaties zoals Twence (regio Enschede), OMRIN (Friesland), AEB (Amsterdam) en HVC (regio Alkmaar). Het tarief van ARN is met deze categorie vergelijkbaar en valt binnen de bandbreedte. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met de volgende vermeden kosten als gevolg van de nabijheid van de ARN-installatie: Vermeden transportkosten € 10 – 15 per ton. Vermeden kosten afvaloverslag € 7,50 - 10 per ton. Aan de nabijheid van ARN is een aantal logistieke voordelen verbonden. Het restafval (dit geldt ook voor GFT) kan direct door de inzamelvoertuigen bij ARN worden aangeleverd. De reisafstand en rijtijden zijn hiervoor kort genoeg. Dit betekent dat er ook geen afvaloverslag hoeft plaats te vinden waar het afval wordt gebundeld en in bulk naar de verwerkingsinstallatie wordt getransporteerd. Bij het verwerken van restafval elders dient rekening te worden gehouden met deze bijkomende kosten.
1
Dit tarief is exclusief indexering. Ook de tarieven die voor vergelijking worden genoemd (verderop in dit document) zijn exclusief indexering.
Besluitvorming MARN inzake Vuilverwerkingsovereenkomst met ARN B.V.
3/7
Voorts is sprake van additionele opbrengsten: Huuropbrengst (€ 700.000 per jaar) circa € 17,50 per ton. MARN ontvangt jaarlijks een vergoeding voor de grond welke in eigendom is van MARN. Rekening houdend met deze vermeden kosten en additionele opbrengsten bedraagt het genuanceerd referentietarief € 47,50 tot € 55,- per ton restafval (in plaats van € 90,-). Duurzaamheidsoogpunt De restafvalverwerking door ARN kan ook vanuit duurzaamheidsoogpunt worden beoordeeld. Hoewel het verbranden van huishoudelijk restafval vanuit milieu- en duurzaamheidsoptiek minder gewenst is, en het Rijk2 en de gemeenten fors inzetten op het beter en meer scheiden van herbruikbare grondstoffen, zal in de komende jaren nog altijd hoeveelheid restafval ter verwerking worden aangeboden. De verbrandingsinstallatie van ARN heeft daarbij – ten opzichte van andere installaties - een aantal duurzaamheidsvoordelen: Bij het ontwerp (en latere innovatie) van de installatie hebben gemeenten gekozen voor een lage emissiewaarden (programma van eisen). Ten opzichte van het gemiddelde in Nederland stoot de ARN installatie minder ongewenste stoffen uit. Zoals fijn stof, zwaveldioxide, koolmonoxide, ammoniak en zoutzuur. De installatie heeft een hoge energie-efficiëntie. Mede als gevolg levering van warmte-energie aan het warmtenet in Nijmegen. Als gevolg van de nabijheid van de installatie blijft het aantal transportkilometers (en daarmee gemoeide energieverbruik en emissies) beperkt.
4
Beëindigen van de VVO (stoppen met aanleveren afval aan ARN) De MARN (gemeenten) kunnen besluiten om de VVO te stoppen. Dit betekent dat de overeenkomst komt te vervallen vanaf 2021. Daarbij moet rekening worden gehouden met de volgende consequenties: Te verwachten consequenties voor de MARN (-gemeenten): Het beëindigen van de VVO betekent dat de MARN (gemeenten) per 2021 stopt met het aanleveren van alle afvalstoffen (dus zowel restafval als ook GFT en PMD) en deze openbaar moeten aanbesteden. De uitkomsten (verwerkingstarief en de locatie van de partij aan wie gegund wordt) laten zich niet voorspellen, maar er mag uiteraard rekening worden gehouden met marktconforme tarieven. Voor het verwerken van het restafval moet rekening worden gehouden met het aantal beschikbare verwerkingsinstallaties en de te overbruggen afstanden. Voor regio Nijmegen is AVR te Duiven de dichtstbijzijnde verwerkingsinstallatie, maar met een openbare aanbesteding kan niet worden gegarandeerd dat aan deze partij gegund wordt. De actuele marktomstandigheden en reeds overeengekomen verwerkingscontracten (en daaraan verbonden (on)zekerheden voor de afvalverwerkers) spelen hier-
2
Conform de VANG doelstellingen in 2020 nog maximaal 100 kg en in 20215 maximaal 30 kg per inwoner.
Besluitvorming MARN inzake Vuilverwerkingsovereenkomst met ARN B.V.
4/7
bij een rol. De huidige vermeden kosten voor transport en afvaloverslag komen daardoor naar verwachting te vervallen. Ook het continueren van de huuropbrengsten wordt onzeker en is afhankelijk van de continuïteit van ARN. Zie hiervoor de volgende beschouwing. Te verwachten consequenties voor ARN: Er moet rekening mee worden gehouden dat een besluit van de MARN om de VVO te beëindigen gevolgd wordt door regio De Vallei. Voor regio De Vallei betreft dit uitsluitend huishoudelijk restafval. De reactie van Remondis, op het stoppen van MARN – en mogelijk regio De Vallei – met het aanleveren van (rest)afval, is onzeker. Het strategisch partnerschap houdt weliswaar in dat Remondis zich wil inspannen om de verbrandingslijnen operationeel te houden. Met het stoppen van de VVO krijgt het strategisch partnerschap mogelijk een andere invulling. ARN moet rekening houden met een bres in de aanvoer van huishoudelijk restafval (circa 80.000 ton, 25% van de vollastcapaciteit) waarvoor alternatief restafval (in de markt) moet worden geacquireerd. Overigens dient in dit verband altijd rekening te worden gehouden met de trendmatige afname van de hoeveelheden huishoudelijk restafval als gevolg van Rijks- en gemeentelijk afvalbeheerbeleid. Verwacht wordt dat de – voor vollast - benodigde hoeveelheid restafval wel geacquireerd zal worden, maar tegen een lager (markt)tarief. De huidige omzetbijdrage van huishoudelijk restafval bedraagt circa 40%. ARN zal dus vooral met omzetderving te maken krijgen. Gelet op deze omzetderving, gelet op de huidige kostenstructuur en het lage financieel rendement, en omdat niet zeker wat Remondis als strategisch partner kan en wil betekenen voor de continuïteit van ARN, is sprake van een onzekere toekomst. Verkoop van ARN of een faillissement kunnen niet worden uitgesloten. Met het oog op de continuïteit van ARN moet bovendien rekening worden gehouden met circa 180 arbeidsplaatsen bij ARN te Weurt en bij toeleverende bedrijven.
5
Continueren van de VVO De MARN (gemeenten) kunnen de VVO (stilzwijgend) continueren. Dit betekent dat MARN (gemeenten) vanaf 2021 afval blijven aanleveren bij ARN voor een periode van minstens 5 jaar. Te verwachten consequenties voor de MARN (-gemeenten): De gemeenten blijven hun afval (restafval, GFT, PMD) aanleveren aan ARN. Voor wat betreft het restafval is van belang om de kortingsregeling (welke tot en met 2020 is overeengekomen) minstens wordt gecontinueerd. Hierover dienen met ARN duidelijke afspraken te worden gemaakt.
Besluitvorming MARN inzake Vuilverwerkingsovereenkomst met ARN B.V.
5/7
Met het op statutaire bepalingen (ARN-statuten) dienen alle aandeelhoudende en afval aanleverende gemeenten op gelijk wijze bejegend te worden. Dit betekent dat deze afspraken ook van kracht zijn voor regio De Vallei (gemeenten). Hoewel de huidige kostenstructuur en rentabiliteit van ARN niet heel veel ruimte bieden3 voor tariefsverlaging, is het vanuit politiek-bestuurlijk oogpunt voor de MARN (gemeenten) wel gewenst om een extra korting op het restafvaltarief te ontvangen. Hieromtrent zijn gesprekken met de directie van ARN gaande. Een eventuele additionele kortingsregeling zal ook van kracht zijn voor regio De Vallei (gemeenten). Te verwachten consequenties voor ARN: Hoewel hierover geen zekerheid bestaat (tenzij deze zekerheid op korte termijn wordt verkregen) kan het continueren door MARN (gemeenten) ook betekenen dat regio De Vallei (gemeenten) hun VVO (voor alleen restafval) stilzwijgend verlengen. ARN dient, ondanks het continueren van de VVO, rekening te houden met een trendmatige reductie van het huishoudelijk restafval. Indien nog slechts sprake is van maximaal 30 kg per inwoner (VANG ambitie 2025), zal nog slechts circa 18.000 ton restafval afkomstig van huishoudens zijn. Een klein deel van de 300.000 ton verwerkingscapaciteit van ARN. Daarom is het gewenst dat gezamenlijk (ARN, Remondis, MARN (gemeenten) en eventueel DAR) een visie en strategie ontwikkelen over inrichting van de regionale afval- en grondstoffenketen in het algemeen en de rol en positie van ARN in het bijzonder. Een dergelijke verkenning is al onderhanden. Zie hiervoor het slothoofdstuk.
6
Tot slot: besluitvorming VVO in de context van strategievorming Besluitvorming over continuering van de VVO moet tevens in het licht worden gezien van de – nog lopende – verkenningen omtrent de strategische positionering van ARN als schakel in de regionale afval- en grondstoffenketen. De huidige strategie van ARN omvat een verdere verbreding van de rol en dienstverlening op het gebied van grondstoffenbeheer, mede met het oog op de trendmatige afname van het restafval. Hiertoe geeft ARN uitvoering aan een strategisch plan met (nieuwe) initiatieven en activiteiten zoals het sorteren van kunststof verpakkingsafval, duurzame be- en verwerking van luiers en incontinentiemateriaal en het realiseren van een matrasrecyclinginstallatie. Voorts is een gezamenlijke verkenning door de besturen van MARN, ARN, DAR en de hieraan verbonden gemeenten gaande, ten aanzien van de toekomstige inrichting van de regionale grondstoffen- en afvalketen en de rol en positie van de betrokken partijen. Op basis van verkenningen willen de berokken partijen bezien of meerjarige afspraken te ma-
3
Ook als gevolg van het de VVO door regio Rivierenland, heeft ARN te maken met een omzetderving van bij benadering € 1,2 miljoen per jaar (per maart 2015). Daarbij is rekening gehouden met additionele acquisitie van restafval (en behoud van vollast) tegen markttarieven.
Besluitvorming MARN inzake Vuilverwerkingsovereenkomst met ARN B.V.
6/7
ken zijn over de gewenste samenwerking in het belang van de drie organisaties én in het belang van de aan deze organisaties deelnemende gemeenten. In deze verkenning wordt ook de vraag beantwoord of en op welke wijze deelname van MARN – en de daaraan verbonden gemeenten – in ARN in de toekomst toegevoegde waarde heeft. Het eventueel continueren van de VVO voor de periode tot en met 2025 biedt een goed fundament voor zowel ARN, MARN als de gemeenten zelf, voor effectuering van de mogelijke uitkomsten (inclusief het wel of niet blijven deelnemen als medeaandeelhouder van ARN) van deze meer strategische verkenningen en besluitvorming.
-0-0-0-
Besluitvorming MARN inzake Vuilverwerkingsovereenkomst met ARN B.V.
7/7