Stichting
VREDESCENTRUM
1 Eindhoven
Centrum voor vraagstukken van vrede en veiligheid
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
VredesTertsPeriodiek Call for papers International Conference on Science, Technology and Peace 22-23 September 2011 Eindhoven
!
Uitgave van de Stichting Vredescentrum-Eindhoven-Peace Centre Foundation VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
2
colofon Verschijnt: Redactie:
Driemaal per jaar Peter Schmid (hoofdredacteur) Piet Schram (redactielid) Hendrik Venema (adviseur) Henny van der Graaf ( vormgeving)
Druk: ISSN:
Electronische verspreiding en waar mogelijk beperkte oplage in druk 0926-6992
Stichting Vredescentrum Eindhoven De stichting is een voortzetting van de op 14 april 1988 opgerichte Bestuurscommissie Vredescentrum TU/e. De doelstelling van de nieuwe stichting is aandacht te schenken aan de problematiek van vrede en veiligheid door het jaarlijks organiseren van een aantal symposia en lunchdebatten over ontwapening, conversie van gewelddadige naar duurzame vreedzame middelen en over terugdringen van het militair/industriële proces alsmede over de relatie tussen veiligheid en duurzame ontwikkeling in het kader van de door de VN geformuleerde millenniumdoelen voor armoedebestrijding. Geinteresseerden worden uitgenodigd bijdragen te zenden naar het redactieadres: Stichting Vredescentrum Eindhoven p/a Green Cross Nederland Leemkuil 31 5626 EA Eindhoven Telefoon: + 31 (0) 40 7878787 Fax: + 31 (0) 40 7878788 Contactpersoon: Mevr. Aicha Belkhadir Email:
[email protected] Tekst dient aangeleverd te worden via email of op een Windows-geformatteerde CD/DVD als MS -WORD of PDF document samen met illustraties en een foto van de auteur. Als illustraties kunnen dienen : - foto’s ( kleur of zwartwit) - tekeningen ( max A4 zonder raster) In JPEG of TIFF format met een voor afdrukken geschikte resolutie De redactie behoudt het recht om tekst en stijl aan te passen. De inhoud is voor verantwoordelijkheid van de auteur.
EDITORIAAL Het Vredescentrum – Stichting Vredescentrum – Eindhoven – Peace Centre Foundation bestaat nu in haar nieuwe vorm al weer twee-en-een-half jaar. Een half lustrum ligt dus achter ons met een zeer rijk programma. Twee jaarverslagen berichten over genoemde periode gedetailleerd over alle gehouden evenementen en projecten. Debatten, Symposia en Vredestuinprojecten, alsmede de verschillende publicaties daarover, hielden het Vredescentrum druk bezig. De prettige samenwerking met de Stichting Vredesburo Eindhoven kreeg in deze tijd ook steeds meer beslag, onder ander door een deels gemeenschappelijke organisatie van evenementen. In deze tijd is het publiek dat geïnteresseerd en geëngageerd is in het thema Vrede meer select dan in achter ons liggende tijden. Voor verschillende subsidieverstrekkende instanties is dit een reden, om veel minder toeschietelijk te zijn dan voorheen. Eigenlijk een onbegrijpelijke reactie, want er zou eerder meer financiële steun verstrekt moeten worden, om meer breedte en diepte te bereiken en weer meer mensen te kunnen benaderen. Hiervoor zijn uiteraard middelen nodig – middelen die welbesteed zijn om wereld/probleem nummer één- het bereiken van een veilige en vreedzame wereld- naderbij te brengen. Hiervoor is uiteraard besef nodig van de onlosmakelijke en soms subtiele samenhang tussen mondiale problemen en die op lokaal en regionaal niveau,alsmede inzicht in de mogelijke ongunstige tot desastreuze lange termijn effecten, die een voorwaardelijke invloed op beslissingen van vandaag zou moeten hebben. Een aanzienlijk deel van de inspanning van het bestuur moet daarom mede zijn gericht op het verkrijgen van de nodige subsidies. Het vredescentrum zal zich blijven inzetten voor zowel een mondiale benadering van het vredesvraagstuk als het organiseren van Vredebevorderende activiteiten op lokaal niveau. Als het niet mogelijk is, de voor de Vrede verantwoordelijke personen en groepen te overtuigen, op een rechtvaardige alles eraan te zetten, naar Werel/Vrede toe te navigeren, is de beste aanpak ons voorshands te richten op een bewustvormingsproces gericht op een positieve benaderingswijze, informatieverstrekking en bewustzijnsverruiming ten aanzien van het bouwen aan Vrede. En daar zullen we dan ook voortaan onze schouders onder zetten. Peter Schmid Hoodredacteur VredesTertsPeriodiek
voorblad ontwerp: Peter Schmid
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
3
INHOUD 2. Editoriaal
H
3. Nieuws van de stichting Vredescentrum. 4. Een brug te ver, de mythe van het opleiden van civiele politie onder oorlogsomstandigheden. 10. Nederlandse politici, het internationale recht en Israël. 16. De verwantschap tussen kernwapens en kernenergie. 20. Nieuwjaarsreceptie Vredesbureau. 21. De enige pagoda van West-Europa 22. Dertig jaar University for Peace. 24. Schets planning activiteiten Vredes centrum. 25. Korte berichten. 26. Call for Papers. 27. TUe college Techniek, Vrede en Veiligheid 29. 7th International Conference of Museums for Peace. 30. Considerations
NIEUWS VAN DE STICHTING VREDESCENTRUM In de laatste weken was de stichting vooral bezig de nodige voorbereidingen te treffen voor de in de Vredesweek van 2011 geplande internationale conferentie – zie elders ook de aankondiging daarover in dit blad. Het allerbelangrijkste voorwerk hiervoor is het beschikbaar krijgen van het nodige budget, waarvoor subsidie-aanvragen inmiddels ingediend zijn. Op ogenblik wordt nog steeds op de uitslag gewacht. in de tussentijd wordt echter ook inhoudelijk aan de complexe thematiek gewerkt. We hopen de aangevraagde subsidie alsnog te mogen ontvangen, anders zullen we een sterk afgeslankt programma moeten opzetten. Het jaarverslag 2009-2010 met alle activiteiten over die periode is – rijkelijk geillustreerd – uitgewerkt en kan op de website ( www.stichtingvredescentrumeindhoven.nl) worden ingezien . Inmiddels is ook weer gewerkt aan de actualisering en verbetering van de website , zodat ook daar – naast deze VTP 54 – meer informatie over het vredescentrum kan worden verkregen. Ook is een nieuwe folder in kleur met de belangrijkste informatie omtrent de Stichting Vredescentrum Eindhoven ter beschikking. De folder kan worden aangevraagd bij het secretariaat. Een nieuw actieprogramma van de stichting is in voorbereiding en zal naar verwachting in één van de volgende VredesTertsen worden gepubliceerd. Dit programma behoort tot de voornaamste drijfveren van het Vredescentrum, en krijgt alle aandacht, naast de dagelijke activiteiten voor de lopende projecten. RedPS
peter Schmid
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
4
E
EN BRUG TE VER
DE MYTHE VAN HET OPLEIDEN VAN EEN CIVIELE POLITIE ONDER OORLOGSOMSTANDIGHEDEN 1) Amerika bepaalt het oorlogsbeleid De oorlog in Afghanistan wordt vanaf het begin geteisterd door ernstige “trans-atlantic differences” tussen Washington en de Europese landen. In theorie is het een gezamenlijke strijd, maar Amerika bepaalt de marsroute. De Europeanen denken vooral in termen van “stabilization and reconstruction”; zij wijzen vanaf het begin de eenzijdige militaristische aanpak van de Amerikanen af. Door deze controverse was de gezamenlijke (Amerikaans-Europese) NAVO-missie in Afghanistan ISAF jarenlang intern verdeeld. Toen president Bush in 2005 voorstelde ISAF en de Amerikaanse militaire Operation Enduring Freedom (OEF) in éen organisatie samen te voegen om tezamen counterinsurgency operaties uit te voeren werd het project door Duitsland, Engeland, Frankrijk en andere Europese landen geblokkeerd. Zij wilden de ISAF handhaven als een aparte “stabilisatie macht” die zich inzet voor vredeshandhaving en wederopbouw. Bovendien weigerden ze in te gaan op de Amerikaanse eis dat ook ISAF de papaver-velden zou vernietigen. Maar het Europese verzet werd gebroken toen in 2007 de Britse generaal Richards1 het commando over ISAF overdroeg aan de Amerikaanse generaal McNeill. Sinds dat ogenblik volgt ISAF de Amerikaanse lijn. McNeill begon onmiddellijk ISAF conform de Amerikaanse opvattingen om te bouwen. Zo werd de afdeling voorlichting van ISAF samengevoegd met “Psy-Ops”, de afdeling oorlogs-propaganda. De Europese landen protesteerden, Duitsland dreigde zich uit de voorlichting terug te trekken, maar de generaal weigerde op zijn besluit terug te komen.. Het jaar daarop ging ISAF definitief voor de Amerikaanse druk door de knieën: voor het eerst werden haar activiteiten niet langer omschreven als “stability operations” maar als “counter-insurgency operations”.2 2) De opleiding van de Afghaanse politie Ook bij de opleiding en inzet van de Afghaanse
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
politie is er sprake van een botsing tussen Europa en Washington, en ook hier moesten de Europese opvattingen voor de Amerikaanse wijken. Bij het begin van de Amerikaanse invasie werd afgesproken dat de Amerikanen in Afghanistan het nieuwe Afghaanse leger op zouden leiden, terwijl de Europeanen (eerst Duitsland, later de EU) verantwoordelijk werden voor de opbouw van de nieuwe Afghaanse politiemacht. Op de politie-academie in Kaboel werd in 2002 gestart met een drie-jarige opleiding van de civiele politie. De Amerikanen begonnen echter in 2003 met de massale training van een eigen politiemacht die ze als verlengstuk van het leger bij de oorlogvoering wilden inzetten. Tienduizenden Afghaanse jongeren werden aanvankelijk enkele dagen, later enkele weken “drilled in counterinsurgency tactics that will help defeat the Taliban”. Terwijl de Europese politieopleiding EUPOL over slechts een paar honderd politie-trainers beschikte zette Washington hiervoor duizenden militairen en mariniers in, en sinds 2004 ook de Amerikaanse private military company Dyncorp. Hoewel de Europese landen vanaf het begin zeer kritisch tegenover de Amerikaanse politie-inzet in de oorlog staan werden ze - ook de Nederlandse militairen- door de toegenomen Amerikaanse zeggenschap over de NAVO-missie ISAF betrokken bij het in een paar weken opleiden van de politiestrijdkrachten. Dit geldt ook voor de EUPOL, de organisatie van de Europese politie-trainers. EUPOL beperkte zich aanvankelijk uitdrukkelijk tot het opleiden van de civiele politie. Maar aan de onafhankelijkheid van EUPOL kwam in 2009 onder Obama een eind: alle politie-trainingen werden samen met alle leger-opleidingen in éen nieuwe overkoepelde NAVO-organisatie NTM-A (NATO Training Mission-Afghanistan) ondergebracht onder een Amerikaanse opperbevelhebber, generaal Caldwell. Sindsdien vallen ook de Europese politietrainers onder “the military command structure”van de NTM-A 3 en is ook EUPOL ingeschakeld bij de opleiding van de “little soldiers” In het kader van de discussie over het zenden van een Nederlandse politie-missie bevestigde minister
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
5
Verhagen deze nieuwe rol van EUPOL in een brief aan de Tweede Kamer (25-6-2010): “Dat de werkverdeling tussen NTM-A en EUPOL in de praktijk minder scherp is, blijkt uit recente ontwikkelingen op het gebied van training voor het lagere politiekader. Een proces van versterkte samenwerking tussen NMT-A en EUPOL is ingezet. EUPOL beschikt daarbij over specifieke politie-expertise, NTM-A heeft vooral de middelen en mankracht om op grote schaal politietraining te verzorgen.” Tijdens het daarop volgende Kamerdebat bevestigde minister Verhagen dat “EUPOL en de NAVO-trainings-missie elkaar in de onderlinge samenwerking opzoeken: het zijn geen aparte missies; ze raken meer en meer met elkaar verweven.” In 2009 stelde de Faculteit Militaire Wetenschappen van de Nederlandse Defensie Academie in Breda een onderzoek in naar de ervaringen van de Nederlandse politie-opleiders in Afghanistan:4. Het rapport bevestigt dat er weinig is overgebleven van de aanvankelijke vreedzame opzet van de trainingen door EUPOL: “In alle opleidingen wordt relatief weinig aandacht besteed aan de relatie(s) tussen burgers en politie en komt het spanningsveld tussen mensenrechten en politiebevoegdheden nauwelijks aan de orde..... Bovendien wordt er in de verschillende opleidingen veel aandacht besteed aan ‘skills en drills’ en worden politiemensen veelal opgeleid op de AK 47 en behoort een schiet-opleiding op zwaardere wapens als een raketwerper niet tot de uitzonderingen.”
- Obama besloot om de inzet van de para-militaire politiemacht in de oorlog nog verder op te voeren door deze versneld uit te breiden van 100.000 man nu naar 134.000 in oktober 2011. Met het oog hierop stuurde hij 4.000 extra militaire trainers naar Afghanistan. - Om deze versnelde uitbreiding te realiseren besloot Obama in maart 2010 om de politieopleiding terug te brengen van acht naar zes weken. De Europese landen menen juist, dat die acht weken al veel te kort is om op een verantwoorde manier politieagenten op te leiden. - Obama gaat hierbij zo ver dat hij in de begroting voor 2011 zelfs meer geld uittrekt voor de politiestrijdmacht dan voor de Afghaanse legerstrijdmacht.7 - Obama besloot in de herfst van 2009 om het State Department (het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken) te ontheffen van de verantwoordelijkheid voor de opleiding van de politie en die aan het Amerikaanse ministerie van defensie (het Pentagon) toe te wijzen. Dit
para-militaire politie
Zoals Detlef Karioth, de hoogste politie-adviseur van Para-militaire politie op patrouille de Duitse ambassade in Kaboel het zei: “In der Praxis zal volgens Newsweek leiden tot een verdere macht EUPOL Afghanistan nichts anderes als militarisering van de politie.8 En inderdaad wijzigde Paramilitärs auszubilden.” 5 het Pentagon de politie-opleiding “to add more counterinsurgency skills”.9 Naast het inschakelen van EUPOL bij Amerikaanse opleiding van de “little soldiers” nam Obama nog een aantal andere maatregelen die alle ingaan tegen de Europese opvattingen.6
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
3) De Afghaanse politie wordt massaal ingezet in de oorlogvoering Nederland moet geen politie-trainers naar
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
6
Afghanistan sturen omdat de Afghaanse politie onder invloed van de Amerikanen op grote schaal in de oorlogsvoering wordt ingezet als verlengstuk van het leger. De Europese landen hebben zich hier tevergeefs tegen verzet. Deze para-militaire politieagenten zijn over het algemeen jonge analfabeten, die dus ook geen kaart kunnen lezen. Volgens de Amerikaanse regering is 40 procent drugsgebruiker. Na een opleiding van een paar weken krijgen ze een uniform en een wapen uitgereikt, waarna ze als “little soldiers” worden ingezet bij grootschalige gevechten met zwaar bewapende talibaneenheden. Daarnaast worden ze in kleine aantallen op geïsoleerde posten en in pas veroverde dorpen geplaatst -vaak als enige lokale vertegenwoordigers van het Karzai-bewind- om deze tegen de taliban te beveiligen. Maar deze para-militaire politie beschikt in tegenstelling tot het Afghaanse leger niet over gepantserde voertuigen, vaak niet over kogelwerende vesten en helmen. Als ze worden aangevallen kunnen ze niet op het leger terugvallen omdat ze niet over verbindingsapparatuur beschikken. Tekenend is dat raketwerpers (Rocketpropelled grenade systems) wel tot de bewapening van de politie behoren maar niet eenvoudige zaken als slagwapens en handboeien waardoor de politie bij elk incident alleen maar kan schieten. Het gevolg van dit beleid is dat het aantal gedode agenten (in 2009 gemiddeld acht per dag 10) drie maal zo hoog is als het aantal gesneuvelde Afghaanse militairen. Daarnaast zijn er duizenden jonge mensen die voor hun leven verminkt raken of invalide zijn geworden. Het is tekenend dat de Amerikanen er niet in slagen te achterhalen hoeveel para-militairen er zijn. Veel agenten blijken alleen maar op papier te bestaan; hun salarissen worden door de Afghaanse autoriteiten of door hun commandanten opgestreken. Daarnaast verdwijnt een opvallend groot aantal politie-militairen na hun opleiding. De Amerikaanse commandant van de politie en legeropleidingen Caldwell spreekt zelfs over 67 %.11 Men neemt aan dat velen hun wapens aan de taliban verkopen of zich bij de taliban aansluiten: onder het taliban-bestuur liggen de politie-salarissen blijkbaar hoger. 12 Ook zou de Afghaanse politie tot op het hoogste niveau door de taliban zijn geïnfiltreerd. Ook Nederland zette in Uruzgan de politie-training in voor oorlogvoering, Uit een artikel van Eva Ludemann, De Pers, 23-9-2009: ‘Van een constructief politieoptreden in Uruzgan is geen sprake. Je kunt daar nog helemaal niet
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
van een politiemacht spreken. Het is er oorlog, er wordt nog altijd hard gevochten.” aldus de Nederlander Paul Meijers, hoofd van het opleidingsprogramma van de Europese politiemissie in Afghanistan (EUPOL). Volgens Meijers sterft een onnodig hoog aantal politiemensen door een gebrekkige uitrusting, maar vooral ook omdat de agenten worden ingezet bij militaire operaties. ‘De agenten doen het werk van de militairen.’ Dit wordt in hetzelfde artikel bevestigd door een woordvoerder van het Nederlandse Ministerie van Defensie: ‘De politie-missie heeft van het begin af aan primair een focus op militaire taken.’ Het eerder aangehaalde rapport van de Nederlandse Defensie Academie in Breda naar de ervaringen van Nederlandse politie-trainers bevestigt dit beeld: “Alle respondenten geven overigens aan dat het beeld dat de Afghaanse politie oproept er een van een (para)militaire politie is. Deze wordt gekenmerkt door een sterke hiërarchie waarbinnen op centraal niveau beslissingen worden genomen en waarbij de politiemensen geen vrije beslissingsruimte hadden. De afstand tot de bevolking werd als (relatief) groot beschouwd en interactie met het publiek ontbrak. De activiteiten waren veelal gefocust op bescherming, beveiliging en repressief optreden. Daarbij werd vaak geweld en gebruik van vuurwapens waargenomen. Zelfs wanneer de veiligheidssituatie in ogenschouw wordt genomen, laat een dergelijke politie zich inderdaad typeren als een paramilitaire politie.” . “Het merendeel van de respondenten geeft overigens aan dat Nederland (en ook het Verenigd Koninkrijk, Canada en Australië) maar een beperkte ruimte voor eigen invulling krijgt en dat “de lijn die van de VS” is.” Tegelijk onderzocht Henk Sollie, docent en onderzoeker aan de Technische Universiteit Twente, met ondersteuning van de Koninklijke Marechaussee de ervaringen van de Nederlandse marechaussees in Afghanistan.13 Sollie schrijft dat alle ondervraagde marechaussees aangaven te vrezen dat hun inzet de situatie in het land op de langere termijn niet verandert. De Telegraaf (8-510) concludeerde uit Sollie’s studie: “Bij een eventuele politie-missie naar Afghanistan zullen zic zoveel problemen voordoen, dat een dergelijke operatie nagenoeg zinloos is.”
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
7 alcohol- en wapen-handelaars/smokkelaars, gok“Handboeken voor de plaatselijke politiemensen, en seksbedrijven en zelfs zakkenrollers worden die vertaald zijn in de meest gesproken talen van gedwongen geld te geven. Als ze weigeren worden Afghanistan, konden de prullenbak in omdat de meeste agenten daar analfabeet zijn. Veel lokale politie-commandanten kunnen geen kaart lezen. Dan wordt het heel lastig om samen een strategische plek voor een politiepost te bepalen.” De agenten die de checkpoints moesten bemannen “zaten bij eenvoudige gebouwtjes aan de weg - in niet te beschrijven hygiënische omstandigheden - waar ze soms 5 à 7 dagen 24 uur per dag achter elkaar aanwezig waren.” Maar de agenten hebben niet of nauwelijks een uniform aan i.v.m. de dreiging van de taliban. Bij dodelijke incidenten werd er geen onderzoek ingesteld, alleen werd de identiteit van het slachtoffer vastgesteld en werd het stoffelijk overschot binnen 24 uur aan de familie overgedragen. De agenten wilden alleen in hun eigen woongebied werken, bij de eigen stam; EU politietraining mensen van een andere stam werden door hen afgeperst. Sollie concludeert dat ze opgesloten tot ze betalen. Het gevolg is dat de er bij de politie een hoge mate van corruptie haat van de bevolking tegen het Karzai-bewind en is, al dan niet om het lage salaris aan te vullen. tegen wat zij ervaren als de buitenlandse bezetters Bij winkeliers proberen ze uit hoofde van hun verder toeneemt. functie kortingen te bedingen. Ook Sollie komt Niet alleen de politie, ook de Afghaanse Ministeries tot de conclusie dat het bij de opleiding van van Justitie en van Binnenlandse Zaken (waar de “inheemse politie” niet gaat om een echt de politie onder valt) zijn uiterst corrupt. In feite politiekorps, maar meer om wat hij noemt een verrijkt de hele top in Afghanistan zich via misdaad “semi-infanterie”. Er werd dan ook niets gedaan en corruptie. Zelfs president Karzai obstrueert op het gebied van verkeershandhaving, procesverbaal etc. de vervolging van corruptie-verdachten,15 Juist door de huidige buitenlandse bezetting en door 4) De Nederlandse politie-missie de grote bedragen die sindsdien in Afghanistan Bij de discussie over het zenden van een worden rondgepompt is de corruptie in het land enorm toegenomen. Een extra probleem is dat de Nederlandse politie-missie naar Afghanistan14 Amerikanen -ook de CIA- al acht jaar lang grote prijst de initiatiefneemster van het plan, de sommen geld aan allerlei beruchte krijgsheren Groenlinks-parlementariër Mariko Peters, het toestoppen in de verwachting dat zij zich voor de voorstel aan met uitspraken als “De Afghanen Amerikaanse zaak zullen inzetten. hebben behoefte aan meer agenten om de huidige straffeloosheid en corruptie te Nog steeds beweren sommige voorstanders van de bestrijden.” Maar meer politie leidt juist tot meer Nederlandse politie-missie dat hun taak is om de misdaad en corruptie en is daarom contraciviele politie op te leiden, maar dit is misleidend. productief. De politieagenten blijken niet Uit het recente Kamerdebat over Afghanistan alleen gewelddadig tegenover de bevolking (20-6-2010) blijkt dat de Nederlandse missie nauw en betrokken bij de drugshandel, maar bij een verweven is met recente verzoeken van de NAVO enquete onder de bevolking over corruptie aan Nederland om een politie-trainingsmissie naar blijkt de politie bovenaan de lijst te staan. In Afghanistan te sturen. Op 4 februari jl. verwoordde talloze rapporten staat beschreven hoe de de secretaris-generaal van de NAVO dit verzoek para-militairen zich ten koste van de bevolking voor het eerst in een brief aan de Nederlandse verrijken. Bij roadblocks wordt iedereen die regering. Op 28 april jl deed de NAVO opnieuw een wil passeren gedwongen te betalen. Drugs-, oproep uitgaan om politie-trainers naar Afghanistan
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
8
te sturen. Minister Van Middelkoop verklaarde in reactie op deze oproep het ‘leidend’ te vinden wat de NAVO in dit geval wil. Tijdens het Kamerdebat (30-6-10) over de politie-missie onderstreepte minister Verhagen dat hij de NAVO goed op de hoogte houdt van de Nederlandse discussie. Maar, zo zei hij, het formele antwoord op het verzoek van de NAVO-secretaris-generaal om een politie-missie te sturen zal pas uitgaan als het nieuwe kabinet hiertoe heeft besloten en als blijkt dat de Kamer zich hierbij aansluit. Minister Verhagen voegde hier aan toe dat de Nederlandse bijdrage een belangrijke impuls zal kunnen geven aan de NAVO trainingsmissie en aan EUPOL. Dat het werkelijke doel van de Nederlandse politie-missie is om politie-strijdkrachten voor de oorlogsgebieden op te leiden wordt onderstreept door het voorstel om een militaire beschermingsmacht van 200 tot 700 Nederlandse militairen met de politie-missie mee te sturen. 5) De propaganda-oorlog Rond Afghanistan wordt niet alleen een militair conflict uitgevochten, maar er woedt ook een propaganda-oorlog. En die is niet alleen op de Afghaanse bevolking gericht maar met name op de westerse bevolking die zich met een steeds grotere meerderheid tegen het uitzichtloze bloedvergieten in Afghanistan keert. Velen durven het nog niet hardop te zeggen, maar de westerse oorlog in Afghanistan lijkt een verloren zaak. De verzetsbeweging wordt steeds sterker, in een jaar tijd is het aantal aanslagen praktisch verdubbeld. Waarschijnlijk heeft de jarenlange buitenlandse bezetting tot gevolg dat steeds meer Afghanen zich bij het verzet aansluiten. Afghanistan werd door Amerika binnengevallen om Al Qaeda en de taliban te vernietigen, dus uitsluitend uit westers eigenbelang. Het lot van de Afghaanse bevolking speelde bij deze beslissing geen enkele rol. Maar nu wordt de oorlog in het westen als een humanitaire opbouwmissie of vredesmissie aan de man gebracht. Over de oorlog praten we liever niet, nee de militairen zijn er om de bevolking te beveiligen. De militairen leggen wegen aan, bouwen schooltjes en ziekenhuisjes om de bevolking te helpen. Dit gold misschien gedeeltelijk voor de Nederlandse activiteiten in Uruzgan, maar in feite hebben de gemilitariseerde hulpprojecten alleen maar tot doel om het verzet van de bevolking tegen
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
het Karzai-bewind te breken. Ze zijn een onderdeel van de oorlogvoering:“In this fight, our dollars are bullets.” De elf grote hulporganisaties die in Afghanistan werken, waaronder Oxfam, protesteerden in april jl. in een gezamenlijke verklaring tegen dit misbruik van ontwikkelingsgeld voor militaire en politieke doeleinden. Hulp wordt volgens hen door de Amerikanen teveel ingezet als ‘wapen’ tegen opstandelingen. De behoeftes van de Afghanen worden ondergeschikt gemaakt aan militair-strategische overwegingen, concludeerden de hulporganisaties. Maar het enige wat de organisaties na langdurige onderhandelingen bereikten was een toezegging van de ISAF dat de militairen niet langer in witgeschilderde auto’s zullen rijden. Witte auto’s zijn bestemd voor neutrale instellingen zoals de VN en de NGO’s. Door het militaire gebruik van de witte auto’s vrezen de hulporganisaties dat niet alleen hun auto’s maar ook hun projecten door het verzet zullen worden aangevallen. Maar het Nederlandse plan om een politie-missie naar Afghanistan te sturen is onderdeel van een opzettelijke misleiding van het publiek om steun voor de oorlog te krijgen. De Amerikaanse minister van defensie Gates vertrouwt er op dat deze misleiding in Europa zal werken: “Ik denk, eerlijk gezegd, dat als wij onze eisen richten op civiele experts en politietrainers we het voor de Europeanen thuis gemakkelijker maken dan met een verzoek om meer militairen te sturen.” Verontrust door het Nederlandse besluit om zich uit Uruzgan terug te trekken kwam de CIA onlangs met het plan om de propaganda activiteiten in Europa te focussen op bezorgdheid over het lot van de Afghaanse vrouwen. In deze campagne zal wel niet worden verteld dat de Amerikanen zelf voor een belangrijk deel verantwoordelijk zijn voor de achtergestelde positie van de Afghaanse vrouwen. Van 1978 tot 1992 had Afghanistan een PDPA-regering die het land moderniseerde en tot ontwikkeling bracht. Inspiratiebron voor de PDPA waren de Sovjet republieken ten noorden van Afghanistan, waar de welvaart toenam en de vrouwen meer rechten hadden. Door de PDPA-regering werden gedwongen huwelijken en kinderhuwelijken verboden, vrouwen kregen het recht te scheiden, vrouwen konden buitenshuis gaan werken, kregen stemrecht. Ook alle meisjes werden leerplichtig. Volgens de PDPA waren aan de universiteit van Kaboel meer dan 50 % van de studenten vrouwen en waren in Kaboel 70 % van de onderwijskrachten en 40 % van de artsen vrouwen.
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
9
Alleen buiten de steden werden deze veranderingen door verzet van conservatieve krachten tegengehouden. Maar de Verenigde Staten begonnen in 1978 in het kader van de koude oorlog de grootste heimelijke operatie uit hun naoorlogse geschiedenis om het PDPAbewind ten val te brengen, kosten 3 miljard dollar. Het geld en de wapens gingen via de Pakistaanse geheime dienst naar de meest oorlogszuchtige, fundamentalistische en vrouw-onvriendelijke organisaties in Afghanistan. Daarnaast werden in het buitenland extremistische fundamentalisten geworven (ondermeer Osama Bin Laden) om in Afghanistan te vechten. Zij brachten vanuit Saudi Arabië de extreme opvattingen over de islam naar Afghanistan. Uit dit Amerikaanse initiatief is de vrouw-onvriendelijke taliban ontstaan, die dankzij de enorme Amerikaanse steun haar wil aan de Afghaanse bevolking kon opleggen. Noten 1. General Richards had tried very hard to create a separate identity for NATO from the American forces. The kind of image of the Americans kicking down doors was something he wanted to avoid. And he wanted to create a softer, more pro-development image for NATO. Radio Free Europe 6-2-07 2. Zie Congressional Research Service, Report for Congress 3-12-2009 en 25-2-2010 3. Special Report United States Institute of Peace, August 2009 4. Researchpaper no. 95, “Het onvoltooide debat over het Afghaanse politiebestel”. 5. Weblog-Sicherheitspolitik, 13.3.2009 6. In Obama’s strategic plan, the Afghan National Police are often subsumed within the term “Afghan National Security Forces,” a semantic maneuver blurring the distinction between the police and military. Foreign Policy Research Institute, June 2009 7. The Afghan police and army are slated to receive $11.6 billion to fund their operations for 2011, with just over half going to the police. Newsweek, 16-4-20108. Newsweek 19-3-10”: After the Defense Department took a role in overseeing that work (de politie-opleiding) in 2005, it squabbled constantly with State over whether the training should emphasize police work or counterinsurgency.” 9. DynCorp’s contract in Afghanistan (to train the Afghan National Police) was to end in January 2010 as part of a plan by the U.S. Defense Department to change the training course to add more counterinsurgency skills. (...) The Defense Department was aiming to find a contractor to develop a paramilitary training program—more heavily aimed at creating a force that could fight the Taliban.The Huffington Post Investigative Fund, 8 April 2010
“attrition rate” (natuurlijk verloop) among police recruits was “far too high”. 3 maart 2010, http://www.thenews.com.pk/ daily_detail.asp?id=226851 12. (...) the startling admission by Lt. Gen. William B. Caldwell IV, who oversees the training effort, that barely 25% of the current Afghan National Police (ANP) on duty had received formal police training. The ANP’s annual desertion rate, estimated to be somewhere between 50% and 75% (a significant number of which defect to the Taliban), is one answer. The other may be that many of those police never existed. They are “ghost police”, part of the numbers game in Afghanistan perpetuated by ANP commanders to pilfer salaries and donor agencies and private contractors to demonstrate progress to impatient governments at home. Centre for International Governance Innovation, 29 March 2010 13. http://www.utwente.nl 14. De motie voor de Nederlandse politiemissie werd niet gesteund door SP, PvdA, Partij voor de Dieren en PVV 15. Washington Post 26-6-2010
Sietze Bosgra Onafhankelijk onderzoeker
10. NRC 24 augustus 2010 11. Lieutenant General Cadwell said the 67-percent
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
10
N
EDERLANDSE POLITICI,
HET INTERNATIONALE RECHT en ISRAËL
sterk beïnvloed door het fascisme. 1 In Israël kreeg het ook een sterke religieuze component die zich manifesteerde in de virulente kolonistenbeweging, illegale nederzettingen en aanzienlijke agressie tegen de oorspronkelijke, rechtmatige bewoners. De heersende Blut und Boden ideologie is zo Daar moet en kan verandering in komen. Nederland mogelijk nog extremer dan die van de Nazis. Voor de Nazis waren de Joden onderwerp van kan daar - ook in Europees verband - een vreemdelingenhaat en ressentiment. De Palestijnen aanmerkelijke bijdrage aan leveren. Nederlandse nemen in het politiek zionisme die plaats in. De beleidmakers moeten hun eed van trouw aan de Israëlische bevolking wordt al sinds 1940 door de Grondwet en aan het internationaal recht serieus hoogste Israëlische politieke en religieuze leiders nemen. systematisch het beeld opgedrongen dat de Israël moet tot de orde worden geroepen. Palestijnen ongedierte zijn dat vernietigd moet worden. 1. De plaats en het belang van het Het stichten van Eretz- of Groot-Israël, het hoogste internationaal recht doel, omvat ruwweg het huidige Israël achter de Het internationaal recht is de hoogste uitdrukking zgn. Groene Lijn van 1967, Oost-Jeruzalem en de van interstatelijke beschaving. Het nationale Westoever van de Jordaan. De Joodse staat werd recht is er aan ondergeschikt. De Grondwet, in 1948 gesticht. Van ver voordat die een feit was, art. 90 (De regering bevordert de ontwikkeling werd het beleid al gericht op het in bezit nemen van de internationale rechtsorde), onderschrijft van zo veel mogelijk land met daarin zo weinig het. Ratificatie van internationale verdragen mogelijk onderworpen Palestijnen en bedoeïenen. in Nederland vindt plaats met twee/derde meerderheid van stemmen. Het internationaal Met recht kan het politiek zionisme de nationale recht heeft veel verschijningsvormen: het Handvest ideologie van Israël genoemd worden. Het van de Verenigde Naties, Verdragen, Conventies, leiderschap maakt daar sinds de oprichting in Verklaringen, uitspraken van het Internationaal 1948 ook geen enkel geheim van. Shimon Peres Gerechtshof, resoluties van de Algemene ter gelegenheid van zijn ambtsaanvaarding als Vergadering en de Veiligheidsraad van de VN en president van Israël: “On the future map of Israel vele andere. four priorities must be marked: Jerusalem, the Voor de ministers en de parlementsleden is het Negev, the Galilee and the Valley of Peace”. In internationaal recht niet vrijblijvend. Veruit de ieder geval behoren Jeruzalem en de Vallei van de meeste instrumenten zijn kristalhelder. Soms lijkt Vrede zijn land slechts deels toe. Hij schond toen ten het alsof instrumenten van internationaal recht overstaan van zijn volk, de Palestijnen en de hele naar believen en eenzijdig veranderd kunnen wereld het internationale recht. worden. Dat is regelrechte luchtfietserij, grenzend Albert Einstein, Hannah Arendt en meer dan twintig aan bewuste misleiding van de bevolking. Het andere vooraanstaande Amerikaanse Joden internationaal recht is dwingend recht en de politiek wezen er al in 1948 op dat Herut, de voorloper heeft zich daarnaar te gedragen. van Likoed en Kadima, een puur Nazistische en De toekomst van het Nederlandse MiddenOostenbeleid en van onze internationale statuur ziet er, zoals in het verleden, onverminderd somber uit. Een serieuze bijdrage aan werkelijke vrede tussen Israël en de Palestijnen is nog ver te zoeken.
2. Het politiek zionisme en het Israëlische regiem Het seculiere zionisme werd gevestigd aan het einde van de 19de eeuw en in het interbellum
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Fascistische politieke partij was. 2 Met de ideologie van het politiek zionisme is het streven naar ‘de Joodse staat’ onlosmakelijk verbonden. Vervang voor ‘de Joodse staat’ de ‘arische’ en de perfecte onderbouwing van het betoog van Einstein c.s. is
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
11
ook nu nog geleverd. 3 Israël ‘de enige democratie in het Midden-Oosten’ is een drogreden. Met een zeer gering aantal Palestijnse vertegenwoordigers in de Knesset zijn de Palestijnse Israëliërs zwaar ondervertegenwoordigd. Analoog aan theocratisch Saudi Arabië en Iran, kent het land geen scheiding tussen kerk en staat. Salomon Bouman: “[...] joodse democratie, met exclusieve rabbinale macht over geboorte, huwelijk en dood, is een contradictio in terminis.” Sinds de stichting van de Staat Israël zijn alle - seculiere premiers voor de verkiezingen te biecht gegaan bij de geestelijkheid, die een buitenproportionele politieke macht uitoefent. Tussen Joodse groeperingen uit West-Europa, Rusland en de Arabische wereld bestaat grote ongelijkheid in politieke, economische en sociale rechten. In dit opzicht zijn de bedoeïenen en de Arabische Israëliërs er zelfs nog slechter aan toe dan de Joden aan de onderkant van de Israëlische samenleving. Vaak leven zij in bittere armoede. Volledige persvrijheid bestaat niet in Israël. Naast censuur op de berichtgeving, wordt de vrije nieuwsgaring met alle mogelijke middelen - inclusief grootschalige misleiding van de publieke opinie en moord op journalisten, cameralieden en tolken - gefrustreerd. Deze maatregelen worden steeds verder aangescherpt: het wettelijk muilkorven van critici van het bewind, Nazi-achtige eisen tot het afleggen van een eed van trouw aan ‘de Joodse staat’ Israël en het buiten de wet stellen van NGO’s werkzaam op de terreinen van de mensenrechten. Ook komen berichten los dat, naast het routinematig martelen van Palestijnse mannen, vrouwen en kinderen, nu ook Joodse Israëliërs gefolterd worden.
3. De slachtoffers van het politiek zionisme
De gevolgen van het op het politiek zionisme gestoelde beleid zijn vèrstrekkend. Zoals gebruikelijk zijn - naast regelmatig de Libanezen - de Palestijnen en de bedoeïenen het kind van de rekening: - de Palestijnen en de bedoeïenen worden zo veel mogelijk verdreven; wie overblijven wordt het leven onmogelijk gemaakt en beschouwd als een wegwerpvolk, als Untermenschen. Dit vindt plaats in Israël, West- en Oost-Jeruzalem, de Westoever en in Gaza. De methoden verschillen, het doel is hetzelfde: die Endlösung der Palästinenserfrage. Relevante Nederlandse beleidmakers dienen vertrouwd te zijn met tenminste het gedachtegoed van de Israëlische New Historians en de begrippen politicide (Baruch Kimmerling), Slouching towards a Palestinian Holocaust (Richard Falk) en The Matrix of Control (Jeff Halper). Zij behoren de vraag
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
hebben doordacht: When does it become genocide?, Alarmingly Close in Gaza. (Nadia Hijab) Een alomvattend beleid van letterlijk tienduizenden nauwkeurig gecoördineerde juridische, militaire, bestuurstechnische, demografische en geografische stappen en stapjes op de weg naar het Ausradieren van het Palestijnse volk is al sinds voor de stichting van de staat Israël volop aan de gang; - Israël heeft vanaf de oprichting in 1948, en vooral sinds de illegale bezetting van de Palestijnse gebieden in 1967, voortdurend en meestal volstrekt willekeurig, Palestijnse mannen, vrouwen en kinderen gevangen gezet (sommigen meer dan 20 jaar) en gemarteld - ja, ook de vrouwen en de kinderen. Zij worden meestal niet in staat van beschuldiging gesteld, laat s taan dat zij een eerlijk proces krijgen. Wie wel - onder militair recht! - veroordeeld worden, ondergaan procedures die niets te maken hebben met recht en rechtspreken. Het is een onderdrukkingsmechanisme in zijn zuiverste vorm. Nu verblijven zo’n 6.000 tot 10.000 Palestijnse burgers in Israëlische gevangenissen. Het totale aantal beloopt sinds 1967 zeker 760.000 burgers. [Ter vergelijking: ruwweg de gehele bevolking van Amsterdam]; - vele duizenden [tussen oktober 2000 en april 2009 alleen al 6.700] Palestijnse kinderen, van 8 tot 18 jaar, worden - na een periode von Nacht und Nebel - net zolang gemarteld, geïsoleerd, seksueel misbruikt of daarmee bedreigd, tot zij voor hen onbegrijpelijke bekentenissen in het Hebreeuws tekenen, om vervolgens door een Israëlisch militair tribunaal te worden veroordeeld en langdurig in de gevangenis gesmeten. Gemiddeld worden per maand dus 55 kinderen op straat of in hun huis opgepakt en ontvoerd naar Israëlische gevangenissen. Doodsbange kinderen worden gedwongen om als verrader in hun vertrouwde omgeving inlichtingen voor Israël te verzamelen. Dit schandaal woekert al decennia lang voort. De Nederlandse overheid, noch Nederlandse parlementariërs hebben de moeite genomen hiertegen te protesteren, laat staan dat zij niet aflatende druk op Israël uitoefenen om deze misdaden per omgaande te beëindigen; - kinderen in Gaza, verdienen - met dank aan Israël bij gebrek aan bouwmaterialen - een centje met het verzamelen van kiezelstenen. Komen zij daarvoor te dicht bij de muur met Israël, worden zij per op afstand bediend robot gestuurd geschut vanuit veilige, vergelegen, air conditioned kazernes overhoop geschoten; - zolang het zionistische project, Eretz-Israël, nog
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
12
niet is voltooid, is Israël niet van plan vrede - en dan slechts op zijn voorwaarden - te sluiten. De bouw van en in nederzettingen gaat gewoon door. Elk van de vele pogingen tot het voeren van “vredesonderhandelingen” wordt bekwaam en op het gepaste moment de nek omgedraaid. Dries van Agt: “Geen kabinet in Jeruzalem, ongeacht of het onder leiding stond van de Arbeiderspartij, Likud of Kadima, heeft er ooit over gepiekerd gevolg te geven aan de resoluties van de VN, voorop resolutie 242 van de Veiligheidsraad van 22 november 1967, die Israël opdroegen of verzochten de bezette gebieden te ontruimen.” De heilige Augustinus: “Remota iustitia quid sunt regna nisi magna latrocinia?”; “Wanneer de gerechtigheid opzij geschoven is, wat zijn koninkrijken anders dan grote roversbenden? Op grond van zijn 12 jaar lange blootstelling aan Nazi-Duitsland - waarvan 10 maanden in Auschwitz - heeft Dr. Hajo Meyer de volgende stelling ontwikkeld: “Wanneer een meerderheid in een samenleving een minderheid onmenselijk behandelt, dan is dat alleen mogelijk als die meerderheid zelf, door systematische hersenspoeling vanaf de kleuterschool tot in het leger, eerst bijna volledig ontmenselijkt is.” De Duitsers overleefden, aldus Meyer, twaalf jaren Nazi-indoctrinatie, en slaagden erin na de oorlog heel snel weer een normaal beschaafd land te worden. In Israël is de systematische hersenspoeling al 62 jaar, dus meer dan vijf maal zo lang, in volle gang. Zal het land en de bevolking dat ooit nog te boven komen, zo vraagt hij zich af.
4. Het Israëlische regiem en het internationaal recht
Een heel scala aan instrumenten van internationaal recht wordt dagelijks en op grote schaal door Israël geschonden. Het onderstaande overzicht is bepaald niet volledig: • Het Handvest van de Verenigde Naties; • de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, A/RES/217; • 39 VN-Veiligheidsraad Resoluties over Israël; • De internationale wetgeving die voortkwam uit de Vredesconferenties van Den Haag in 1899 en 1907; • De toelatingsvoorwaarden voor Israël tot de Verenigde Naties: AV Resolutie 181; AV Resolutie 194 (iii); AV Resolutie 273 (1949);
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
• • • • • •
De opdracht aan Israël om alle bezette gebieden te verlaten: VR Resolutie 242 (1967) Het humanitaire recht zoals vastgelegd in de Geneefse Conventies, en vooral de IVde; VN-Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen; VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind; VN-Conventie tegen het Martelen en andere Wrede, Inhumane of Onterende Behandeling of Bestraffing, AV Resolutie 39/46; De Adviserende Opinie over bestaand internationaal recht van het Internationale Gerechtshof van 9 juli 2004 over ‘de Muur’ en andere aspecten.
Israël gaat niet per ongeluk in de fout. Het land construeerde hoogst ‘originele’ eigen interpretaties van het internationaal recht, die nooit door de internationale gemeenschap zijn aanvaard. Doel is het ondergeschikt te maken aan de nationale belangen. Zo kunnen rechters het martelen van mannen, vrouwen en kinderen een zogenaamde ‘wettelijke basis’ geven tegen alle internationale verdragen en verklaringen over de rechten van de mens, die van vrouwen en het kind en die tegen het martelen in. Vanwege de reikwijdte en de omvang van al die schendingen wordt de internationale rechtsorde fundamenteel aangevreten. Dit gedrag noemen we dan ook staatsterreur.
5. Nederlands beleid in de gevarenzone: ‘Cast Lead’ en ‘de Jordaanse optie’; medeplichtigheid aan strafbare feiten
5.1. De operatie ‘Cast Lead’ en Verhagen Mr Heikelien Verrijn Stuart schreef onder de titel ‘We zullen disproportioneel geweld gebruiken…’ een lezenswaardig essay in het Nederlands Juristenblad van 30 januari 2009, blz. 243-250. Deze titel verwijst naar de, al in de illegale en verwoestende aanslag op Libanon in de zomer van 2006 gebruikte, ‘Dahiye Doctrine’. In overtreding van het internationaal recht, gelden ook burgers als legitieme militaire doelen gelden. Zij vat haar betoog als volgt samen: Als het gaat over de Israëlische inval in Gaza kan in Den Haag een flinke verwarring worden waargenomen over de verhouding tussen internationaal humanitair recht en politiek. Het internationaal humanitair recht moet wijken als het politiek niet opportuun is en wordt aangeroepen als het politiek goed uitkomt. Wie serieus een wereldorde voorstaat die vergelijkbaar is met een nationale rechtsstaat, zal moeten accepteren dat ook politieke krachten onderworpen
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
13
zijn aan regels van verdragenrecht, van mensenrechten en internationaal humanitair recht. [blz. 250] Onder ‘Waar twee vechten’ beschrijft Verrijn Stuart hoe minister Verhagen de uitspraken van Israëlische leiders negeert, beweert dat Israël proportioneel geweld gebruikt en deze als op zichzelf staande gebeurtenissen behandelt. “Niet anders dan toen de beslissing werd genomen over de aanval op Irak, zijn juridische overwegingen niet welkom.” [blz.
DiCarlo, schreef d.d. 12 november 2009 over de Nederlandse consistent steunende rol voor het VS-beleid in de Verenigde Naties onder andere: ‘ The Netherlands[stood out] for its principled, helpful stance on Goldstone and the Palestine resolutions.’ Het Goldstone rapport stelde vast dat door Israël en Hamas ernstige schendingen van het oorlogsrecht waren begaan tijdens de operatie Cast Lead, waar binnen zes maanden nader onderzoek moest worden gedaan naar de schuldigen. Mochten beide in gebreke blijven, wat is gebeurd, dan dient het Internationaal Strafhof in Den Haag mogelijke misdaden onderzoeken en eventuele schuldigen straffen. Nederland stemde in de Mensenrechtenraad tegen het Goldstonerapport, als zou het te eenzijdig kritisch voor Israël zijn. 4 De minister van Buitenlandse Zaken, Verhagen, offerde de vereiste loyaliteit aan het internationaal recht op aan zijn machtspolitieke loyaliteit aan de Verenigde Staten. Dit ging ook ten koste van de rechtsbescherming van de bevolking van Gaza en, uiteindelijk, niet in de laatste plaats ten koste van Israël.
De gehate muur rond de Westbank
248] Na de verplichtingen van derde staten en internationale organisaties voor het respecteren, het nakomen en het naleven van de Verdragen van Genève, de VN regels en de specifieke afspraken in de European Guidelines on Promoting Compliance with International Humanitarian Law uiteen gezet te hebben, stelt Verrijn Stuart: Derde staten en hun bewindslieden moeten er bovendien rekening mee houden, dat zowel in passieve steun als in actief bijdragen aan schendingen van het internationaal humanitair recht een element van medeplichtigheid aan strafbare feiten kan zijn gelegen. In de paragraaf over ‘Strafrechtelijke vervolging door ICC en nationale rechters’ schrijft zij: “Men moet zich afvragen of het plan van minister Verhagen Nederland niet nog verder in de richting van medeplichtigheid aan schendingen van internationale verdragen trekt. [blz. 249, dezerzijdse onderstreping] • WikiLeaks verschaft interessante doorkijkjes. Verhagen gaf bij zijn aantreden als minister van Buitenlandse Zaken zijn onvoorwaardelijke steun aan de Verenigde Staten. De VSambassadeur in Genève, mevrouw Rosemary
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Dat alles behoort voor de heer Verhagen meer dan pijnlijk te zijn. Voor de nieuwe bewindspersoon op Buitenlandse Zaken zijn dit ernstige waarschuwingen. 5.2. De Jordaanse optie’ en Wilders ‘De Jordaanse optie’ kent drie varianten: - het deporteren van alle Palestijnen uit Israël en alle bezette gebieden naar Jordanië. Het is een nauwelijks geheim gehouden, volledig uitgewerkt plan van Ariel Sharon. Uiteraard neemt Israël vervolgens bezit van de gehele Westoever; - generaal b.d. Giora Eiland ontwikkelde het idee dat de twee staten oplossing - vastgelegd in het internationaal recht - afwijst. Er komt een Jordaans- Palestijnse federatie van het huidige Jordanië, het grootste deel van de Westoever en Gaza. Israël eigent zich 12% van de Westoever, waar de meeste kolonisten zijn gevestigd, toe. Het behoeft geen betoog dat beide varianten strijdig zijn met het internationaal recht en de Palestijnen van hun recht op de eigen staat in Oost-Jeruzalem, op de Westoever en in Gaza beroven, en dus onaanvaardbaar zijn. Het Verkiezingsprogramma 2010 - 2015 van de PVV roemt de verworvenheden van Israël en prijst de strijd van het land tegen de Islam. Nederland en
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
14
de EU mogen geen territoriale concessies van Israël eisen. Wilders begrijpt dat dit beleid haaks staat op het internationaal recht. Daarom worden onder andere drie ‘oplossingen’ onder het hoofdstuk ‘Kiezen voor Nederland in ons buitenlandbeleid’ aangedragen: • schrap ‘handhaving internationale rechtsorde’ uit de Grondwet; • herziening van Nederlandse deelname aan internationale verdragen. • sinds 1946 bestaat er een onafhankelijke Palestijnse staat, daarom noemt de Nederlandse regering ‘Jordanië’ voortaan gewoon ‘Palestina’
Op 5 december 2010 pleitte Wilders in Tel Aviv voor ‘de Israëlische annexatie van de bezette Westekijke Jordaanoever. De daar wonende Palestijnen moeten volgens Wilders “vrijwillig” vertrekken naar Jordanië.’ Naar wegpesten gaat de Israëlische voorkeur uit. Wilders kiest dus zonder meer voor een derde Jordaanse optie. De vraag of iemand vervolgd moet worden voor opvattingen over “de Islam” en de effecten daarvan op de Moslimgemeenschap is één ding. De vraag of iemand vervolgd moet worden voor het aanzetten tot ‘ethnic cleansing’ is een ander. Voor dit laatste zijn mensen voor internationale tribunalen in Den Haag en Arusha (Tanzania) aangeklaagd en Wilders en de PVV verwerpen het internationaal recht waar dat hen tegenstaat en willen dat de Grondwet en tal van internationale verdragen naar hun inzichten worden gewijzigd. Zij kiezen ook unverfroren voor het onversneden Israëlische fascisme. Alle bewindspersonen en alle parlementsleden werd het boek ‘De eeuwige terugkeer van het fascisme’ van Rob Riemen gegeven. Daarin worden Wilders en zijn beweging als het prototype van het hedendaags fascisme gekwalificeerd. 5 5.3 Conclusie Er zijn Nederlandse politici die het internationaal recht beschouwen als een vrijblijvende verzameling waardeloze vellen papier. Zij aarzelen niet om bijvoorbeeld de secuur vastgelegde rechten van de Palestijnen op basis van een fascistische ideologie te helpen vermorzelen. Wat Verhagen, Wilders en andere Nederlandse politici ook mogen beweren en hoe zij mogen handelen, zij blijven gebonden aan de Nederlandse Grondwet, art. 90 en aan het internationaal recht. Zij blijken zich echter zo weinig aan te trekken van
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
hun plicht om het internationaal recht te vertalen in hun beleid, dat zij op z’n minst gevaarlijk dicht genaderd zijn tot schuld aan medeplichtigheid aan strafbare feiten. Zij zijn daarvoor niet alleen verantwoordelijk, zij zijn ook aansprakelijk. De toekomst van het Nederlandse Midden-Oosten beleid en onze internationale statuur zien er, wanneer geen drastische koerswijziging plaatsvindt, als in het verleden onverminderd somber uit. Een serieuze bijdrage aan werkelijke vrede tussen Israël en de Palestijnen is ver te zoeken. Zo ver mogen we het toch niet laten komen.
6. Het internationaal recht en het politiek zionisme zijn onverenigbaar
Tussen de aspiraties van de Israëlische nationale ideologie - het politiek zionisme - enerzijds en de vereisten van het internationaal recht anderzijds bevindt zich een onoverbrugbare kloof. Zij zijn simpelweg onverenigbaar. Het lijkt onwaarschijnlijk dat er zonder sterke druk van buiten ooit een duurzame en rechtvaardige vrede tussen Israël en de Palestijnen tot stand komt. Het Nederlandse buitenlandse beleid dient op juridische en morele gronden het Israëlische regiem met alle ter beschikking staande vreedzame middelen te bestrijden. De doelstellingen behoren te zijn: Israëlisch respect voor en uitvoering van het internationaal recht, daadwerkelijke medewerking aan het bereiken van vrede op basis van dat internationaal recht (Zie Bijlage II), regime change en het tot stand brengen van een democratie die deze naam ook verdient voor alle - herhaal: alle Israëliërs. Als dit nieuwe beleid niet wordt geformuleerd en uitgevoerd, als die druk van buiten niet tot stand komt, zullen de Palestijnen, het internationaal recht en vrede en veiligheid in de regio (en ver daarbuiten) de onvermijdelijke slachtoffers zijn en blijven.
7. Nederlandse politici, Israël, het internationaal recht en uitzicht op vrede
Het conflict tussen Israël en de Palestijnen sleept zich al decennia voort. Zicht op een rechtvaardige en duurzame vrede lijkt niet in zicht. Is het mogelijk uit deze impasse te geraken? Onder stringente voorwaarden is het antwoord: ja. De belangrijkste voorwaarde is dat de Europese Unie, en Nederlandse politici voorop, eindelijk en duidelijk kiezen: wij kiezen voor het internationaal recht èn - binnen dat stringente kader - voor Israël. Het Israëlische regiem wordt voor de keus gesteld: je behoudt jouw ideologie en wordt door ons totaal geïsoleerd of je
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
15 gaat je gedragen als een beschaafd land dat zijn internationale wettelijke verplichtingen eindelijk eens honoreert. Slechts in het laatste geval valt er met je te praten. Er ligt dan een helder en begaanbaar pad voor ons op de weg naar vrede en gerechtigheid. Israël en de Verenigde Staten zullen eerst wel wat sputteren, maar uiteindelijk van de zin van dit beleid overtuigd worden. In feite heeft geen enkele Nederlandse politicus de optie om niet voor het internationaal recht en de rechtvaardigheid te kiezen. Pas dan komt een duurzame en rechtvaardige vrede in zicht. noten
1. Lenni Brenner, Zionist Collaboration with the Nazis (2002); Zionism in the Age of Dictators (1983); The Iron Wall (over Jabotinsky),Tony Greenstein, Zionism and AntiSemitism Weerkerende kenmerken zijn: op ideologisch niveau affiniteit met Blut und Boden; vrijwillige samenwerking op politiek gebied, vooral in de ‘20er en 30er jaren, maar zelfs nog begin jaren ‘40; onder zeer grote druk, samenwerking met, met name, Joodse Raden 2. Among the most disturbing political phenomena of our time is the emergence in the newly created State of Israel of the Freedom Party (Herut), a political party closely akin in its organisation, method, political philosophy and social appeal to the Nazi and Fascist parties. The York Times, 2nd December 1948
- het Internationale Rode Kruis Rapport terzake; - het rapport van de Commissie Martin van de Verenigde Naties over agressie van het Israëlische leger tegen VNfaciliteiten (scholen, voedselopslagplaatsen, e.d.) en zich daar schuilhoudende Palestijnse burgers. In zijn verslag aan de Tweede Kamer [Kamerbrief inzake Gaza, stand van zaken onderzoeken operatie Cast Lead, d.d. 10-06-2009] negeerde minister Verhagen het Falk-rapport, meende dat de rapporten van de VN en het Rode Kruis niet het onderwerp van openbaar debat zouden mogen zijn, maar bilateraal met Israël moesten worden besproken [sic]. Verhagen meende dat het Dugard-rapport bevooroordeeld was om de eenvoudige reden dat het onder auspiciën van de Arabische Liga tot stand was gekomen. Op deze wijze heeft Verhagen geprobeerd de discussie over een onderwerp van leven en dood in de Tweede Kamer te smoren. Dat is hem gelukt. 5. Ik gebruik dat begrip niet zomaar,’ zegt hij [Rob Riemen]. ‘Ik schets in mijn boek een hele cultuurgeschiedenis om tot de conclusie te komen dat Wilders en zijn beweging het prototype zijn van hedendaags fascisme. Het is waar dat fascist een gemakkelijk scheldwoord is geworden, maar het is niet door de woorden te veranderen dat de feiten veranderen. […] De waarheid is dat Wilders niet is wie hij pretendeert te zijn: de leider zonder wie Nederland niet verder kan. Hij heeft nooit iets opgelost en hij zal ook nooit iets oplossen. Voor je het weet, versplintert Europa opnieuw tot een soort tribale samenleving waarin iedereen elkaar de kop inslaat. Bron: Knack.be
3. Albert Camus en Thomas Mann waren zeker niet de enigen die zich onmiddellijk na het beëindigen van de oorlog realiseerden wat wij nu maar al te graag willen vergeten: in het lichaam van de massademocratie zal de bacil fascisme altijd virulent aanwezig zijn. Dit feit ontkennen of de bacil anders benoemen, maakt ons niet resistent. Integendeel. Willen we hem adequaat kunnen bestrijden, dan zullen we allereerst moeten erkennen dat hij opnieuw actief is in ons maatschappelijk lichaam en benoemen wat hij is: fascisme. En fascisme is nooit een uitdaging, maar altijd een groot probleem, omdat het onvermijdelijk leidt tot despotisme en geweld. Rob Riemen, De eeuwige terugkeer van het fascisme, Atlas, 2010, blz. 9 4. Het Goldstone-rapport was niet het enige over de operatie Cast Lead:het kwam tot vrijwel gelijke conclusies als het eerdere Dugard-rapport in opdracht van de Arabische Liga (waaraan de Nederlandse deskundige internationaal recht, Prof. em. Paul de Waart, deelnam); - het jaarverslag van de VN-rapporteur voor de mensenrechten in de Palestijnse gebieden, de Joodse/ Amerikaanse internationaal rechtsgeleerde Richard Falk. Hij stelde dat Israël het Handvest van de Verenigde Naties had geschonden. Gewapende strijd is verboden waar alternatieven voorhanden waren. Hamas had herhaaldelijk een wapenstilstand en onderhandelingen aangeboden;
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jan Wijenberg, oud ambassadeur . De auteur zet zich in voor de positie van de Palestijnen en was tot 2009 voorzitter van de stichting "Stop de Bezetting"
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
16
D
E VERWANTSCHAP VAN KERNWAPENS EN KERNENERGIE
1. Technologische achtergronden De technologieën van kernenergie en kernwapens zijn voor een aanzienlijk deel identiek, althans voor zover het om kernsplitsing gaat. Niet ten onrechte is Hoofdstuk 16 van het boek “De nucleaire erfenis” van Willem de Ruiter en Bart van der Sijde (1985) getiteld met de vraag “Kernenergie en kernbewapening, een Siamese tweeling?” In 1938 ontdekten Otto Hahn en Fritz Strassmann, dat het element Uranium235 (U92235) door beschieting met neutronen uiteenviel in brokstukken. Daarbij kwam veel meer energie vrij dan in chemische reacties en werd het aantal neutronen verdrievoudigd. Dat laatste feit kan leiden tot een kettingreactie. Vooral door de analyse van de theoretisch natuurkundige Lisa Meitner werden de achtergronden van deze verschijnselen en de enorme betekenis voor toepassingen snel begrepen. De werking van zowel uraniumkernreactoren als uraniumatoombommen berust op kettingreacties. Die vereisen een massa van het splijtingsmateriaal groter dan de zogenaamde kritieke massa. De kritieke massa is ongeveer 15 kg voor zuiver U92235 en neemt toe met de mate van onzuiverheid. Een uiterst belangrijke complicatie is namelijk, dat U92235 slechts 0,7 % uitmaakt van natuurlijk uraniumerts. De rest bestaat grotendeels uit Uranium238 (U92238). De elementen U92235 en U92238 zijn zogenaamde isotopen, d.w.z. ze hebben hetzelfde atoomnummer (92), maar verschillende atoomgewichten. Het atoomnummer bepaalt volledig het chemische karakter van een element. Daarom zijn isotopen moeilijk van elkaar te scheiden. Die scheiding nu is essentiëel voor uraniumverrijking: het vergroten van het bestanddeel U235. De verrijkingstechnologie is daarom van wezenlijk belang voor zowel kernreactoren als kernwapens. Voor kernreactoren is verrijking tot ongeveer 3% voldoende, voor kernwapens is een veel hoger percentage vereist, minstens 90%. De meest voorkomende technologie voor de verrijking is de centrifuge, gebruikt door URENCO in Almelo en van daaruit door spionage van de Pakistaan Khan verspreid naar Pakistan en later naar Noord Korea. Een ander element, dat van eminent belang is voor kernwapens en kernenergie is Plutonium. Door beschieting van een kern U92238 met een neutron ontstaat onder uitzending van een elektron Plutonium, Pu93239, een uiterst radioactieve en giftige stof. Op grond hiervan kunnen plutoniumbommen gemaakt worden. Het ‘voordeel’ hiervan is, dat de uraniumverrijking niet nodig is en dat de kritieke massa slechts 4,4 kg bedraagt voor zuiver Plutonium, het ‘nadeel’ dat de technologische procedure veel moeilijker is dan die voor de uraniumbom. De ontsteking van uraniumbommen berust eenvoudig op het afschieten van twee subkritieke massa’s op elkaar, waardoor de kritieke massa wordt overschreden. Bij plutoniumbommen kan dat niet, omdat de kettingreactie dan te snel van start zou gaan en tot onzekere resultaten zou leiden. Daar moet met een uiterst nauwkeurige isotrope implosie gewerkt worden. Het mechanisme daarvoor werd in het Manhattenproject (Amerikaans project voor de ontwikkeling van kernwapens, gestart in 1942) uitgevonden door een team van briljante fysici waaronder Von Neumann, Tolman en Teller. Daarom is proliferatie van uraniumbommen veel eerder te verwachten dan die van plutoniumbommen. Niettemin schijnt Noord Korea daar reeds over te beschikken. In een uraniumkernreactor wordt ook op deze wijze plutonium gevormd. Dat wordt normaliter als deel van het afval afgevoerd naar opwerkingsfabrieken (La Hague in Frankrijk, Sellafield in Engeland), waar zowel U235 als Pu239 uit afgewerkte reactorbrandstof gehaald wordt. Het kan echter ook ‘nuttig’ gebruikt worden in zogenaamde kweekreactoren, waarvan er een dreigde te komen in Kalkar, een dreiging die gelukkig is afgewend. Om kweekreactoren te starten is plutonium nodig, dat dus evenals het plutonium voor bommen uit een opwerkingsfabriek gehaald kan worden. Kweekreactoren kunnen daarom tot proliferatie van plutoniumbommen leiden. Tot nu toe ging het hier over splijting van zware kernen, met name van Uranium en Plutonium. Daarnaast kan nog veel meer energie worden opgewekt door kernfusie, de samensmelting van lichte kernen, namelijk van Deuterium (H12) en Tritium (H13) Dat zijn isotopen van waterstof (H11). De waterstofbom is hierop gebaseerd en die heeft een destructief vermogen van (tientallen) miljoenen tonnen TNT, de uraniumbom op Hiroshima had een kracht van 15 kiloton (15000 ton). (De tonnen TNT geven het equivalent aan van de hoeveelheid springstof zoals dynamiet, die nodig zou zijn om dezelfde destructie te bewerkstelligen.) De technologie van waterstofbommen is zeer geavanceerd. De fusiereacties kunnen pas bij temperaturen van de orde van honderd miljoen graden Celsius opgewekt worden. Daarom wordt een waterstofbom ontstoken met behulp van stralingskoppeling met een splijtingsbom (Teller-Ulam-Sacharov principe), die dus
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
17 als het ware als ‘lont’ fungeert. Proliferatie van waterstofbommen is dan ook voorlopig zeer onwaarschijnlijk. Hoe zit het nu met kernfusie als bron van kernenergie? Ook hier gaat het om de samensmelting van Deuteriumkernen met andere Deuteriumkernen of met Tritiumkernen. Dit proces moet echter gecontroleerd plaats vinden, dus in afgesloten vaten. Waterstofgas wordt op hoge temperatuur gebracht en is dan (volledig) geïoniseerd, d.w.z. het bestaat uit elektrisch geladen deeltjes: positieve ionen (waterstofkernen) en negatieve elektronen. Een dergelijk systeem wordt plasma genoemd. Het is zeer moeilijk om een plasma stabiel op te sluiten en tot de benodigde extreem hoge temperatuur (honderd miljoen graden) te verhitten. Het onderzoek op dit gebied is reeds sinds 1946 aan de gang en is nog steeds niet voltooid. Wel zijn er grote vorderingen gemaakt. Momenteel is een experimentele kernfusiereactor in aanbouw, “Iter” in Cadarache (Frankrijk), waar men hoopt voor de eerste keer meer energie te produceren door kernfusie dan erin gestopt moet worden om de reacties op te wekken. Op grond van het bovenstaande kunnen we concluderen, dat de verwantschap van kernenergie en kernwapens niet opgaat voor kernfusie.
Kerncentrale 2. Bewapening, ontwapening en vredespolitiek Zoals blijkt uit het voorgaande is het proliferatiegevaar beperkt tot splijtingsbommen en vooral uraniumbommen. Vanwege de verwantschap van de technologieën is controle in het kader van het NPV zeer moeilijk. Iran heeft nu centrifuge installaties, maar waarschijnlijk nog lang niet genoeg voor de ontwikkeling van uraniumbommen. Het non-proliferatieverdrag (NPV), waar Iran bij is aangesloten, verbiedt alle niet-kernwapenstaten kernwapens te ontwikkelen (de officiële kernwapenstaten zijn de Verenigde Staten, Rusland, China, Engeland en Frankrijk), maar biedt anderzijds hulp bij de ontwikkeling van kernenergie, zie het voortreffelijke artikel van Bart van der Sijde in VredesTertsPeriodiek 53. Het feit, dat de verrijkingstechnologie voor zowel kernenergie als kernwapens kan worden gebruikt, maakt de controle hierop moeilijk. Werkt bijvoorbeeld Iran nu wel of niet aan de ontwikkeling van kernwapens?
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
18
De regering van Iran beweert, dat hun verrijkingsinstallaties uitsluitend bedoeld zijn voor kernreactoren. Alleen een volledige inventarisatie van de in Iran aanwezige centrifuges zou wellicht uitsluitsel kunnen geven. Gezien de gebrekkige medewerking van de Iraanse autoriteiten ligt dit buiten het bereik van de hiertoe bevoegde VN-instantie, de IAEA (International Atomic Energy Agency). Het controle mechanisme van het NPV wordt gehinderd niet alleen door de praktische problemen van toegang tot de te controleren installaties en gebrekkige medewerking van de betreffende regeringen, maar vooral ook door de gebrekkige wijze waarop het NPV als zodanig functioneert. Die gebrekkigheid manifesteert zich in de volgende drie aspecten; 1. Het onderscheid tussen kernwapenstaten en niet-kernwapenstaten is discriminerend en in principe onrechtvaardig. Dit wordt verergerd doordat de kernwapenstaten decennia lang niet bereid of niet in staat zijn geweest te voldoen aan artikel 6 van het NPV, dat de kernwapenstaten voorschrijft te streven naar een spoedige volledige nucleaire ontwapening. Helaas wordt echter geen datum in dit artikel vermeld. Dit slechte voorbeeld van de kernwapenstaten werkt proliferatie in de hand. 2. Het aan de niet-kernwapenstaten opgelegde verbod van het bezit van kernwapens en van pogingen tot verwerving ervan is in het licht van de verwantschap van de technologieën welhaast onverenigbaar met de positieve benadering in het verdrag van kernenergie. 3. De kernwapenstaten verergeren de discriminerende aard van het NPV door hun discriminerende opstelling ten opzichte van potentiële kernwapens verwervende staten. De nucleaire aspiraties van Iran worden op allerlei manieren tegengewerkt, terwijl Israël met zijn paar honderd atoombommen volkomen ongemoeid wordt gelaten en de regering Bush jr.van de Verenigde Staten een nucleair verdrag met India sloot, een land dat ook over kernwapens beschikt.
Toepassing windenergie
We kunnen ons nu afvragen welke vredespolitiek optimaal zou zijn om deze problematiek aan te pakken. -Ik denk, dat de items 1 en 3 hierboven een scherpere uitvoering van het NPV vereisen, zowel wat het tegengaan van proliferatie betreft als met betrekking tot de nucleaire ontwapening van de officiële en niet-officiële kernwapenstaten. Hier ligt een duidelijke taak voor de Verenigde Naties. Het probleem daarbij is natuurlijk, dat juist de kernwapenstaten met hun vetorecht een dominante rol spelen in de Veiligheidsraad. Hervorming van de VN en de Veiligheidsraad is noodzakelijk om dit probleem op te lossen. De Veiligheidsraad dient te worden uitgebreid met invloedrijke landen zoals (onder meer) Brazilië, India, Zuid Afrika, Duitsland en Japan. Het vetorecht dient te worden afgeschaft en de Veiligheidsraad dient verantwoording af te leggen aan de Algemene Vergadering van de VN. Democratisering op internationaal niveau is vereist. Er zijn vele serieuze pogingen ondernomen, te beginnen met een uitgebreid plan van Secretaris Generaal Kofi Annan in 1997. Dat is nooit tot uitvoering gekomen. Ook van verscheidene pogingen daarna is helaas niets terecht gekomen. De hervorming van de VN en de aanscherping van het NPV dienen speerpunten van de internationale vredesbeweging te worden. -Item 2 is zo mogelijk een nog moeilijker probleem. Om proliferatie uit te bannen moet ook de kernenergie bestreden worden. Het NPV zou herzien moeten worden en de aangesloten landen zouden moeten afzien niet alleen van kernwapens, maar ook van kernenergie. Dat zal moeilijk te realiseren zijn, omdat
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
19
het einde van de fossiele grondstoffen in zicht is en het gebruik daarvan bovendien door vergroting van het broeikaseffect tot klimaatverslechtering zal leiden. Een oplossing is alleen mogelijk door een versneld omarmen van duurzame energiebronnen: zonne-energie, windenergie, biomassa en waterkracht. Een volle inzet hierop zal kernenergie overbodig maken. Kernfusie blijft ook een optie, omdat proliferatiegevaar daarbij afwezig is. Maar het is nog steeds de vraag of dit ooit een efficiënte energiebron zal worden. Een vraag, die ik geneigd ben bevestigend te beantwoorden, maar met de aantekening, dat het een extreem grootschalige en dure energiebron zal worden, alleen geschikt voor even grootschalig gebruik in sterk geïndustrialiseerde en dicht bevolkte gebieden. Zonne-energie biedt op niet al te lange termijn de beste vooruitzichten, omdat het een vrijwel onbeperkte energiebron is en omdat het onderzoek gericht op het vergroten van de efficiëntie gestaag vordert. De conclusie is dus, dat vredespolitiek gericht moet zijn op versterking en hervorming van het NPV en de VN en op bevordering van duurzame energie, om op deze wijze uitbanning van kernenergie, non-proliferatie van nucleaire bewapening en totale nucleaire ontwapening te bereiken.
Toepassing zonne-energie
De auteur prof.dr. Piet Schram is bestuurslid van het Vredescentrum VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
20
NIEUWJAARSRECEPTIE VREDESBUREAU EINDHOVEN
Het Vredesburo Eindhoven nodigde uit voor de inmiddels traditionele Nieuwjaarsreceptie op zaterdag 15 januari. De ’oase’ in de Hertogstraat was een lange namiddag en avond vol bezet met een boeiend programma. Na een muzikaal omlijste diashow van een vredesproject uit de VS, werden vertegenwoordigers van verschillende vredes- jeugd- integratie- multicultureel-georiënteerde organisaties geïnterviewd over de actuele stand van zaken, met name de huidige publieke belangstelling en de steun door de overheid. Deze maatschappelijke organisaties waren vertegenwoordigd door: • Patrick van der Voort ( Kleurrijke Stad):
[email protected] • Marcel Schereurs (COS) :
[email protected] • Piet de Ponti (Bureau Jeugdzorg) :
[email protected] • Bram Soetendal (Stedenband Eindhoven Chinandega:
[email protected] Het resumé kan samengevat worden in de constatering dat beide punten nogal wat te wensen over laten. Vervolgens zaten een drietal wethouders achter de forumtafel, die het verzoek kregen vanuit hun persoonlijk standpunt op de actuele situatie binnen het thema vrede en wat daarbij om de hoek komt kijken, te reageren. De politici waren: • Renate Richters (Groen Links):
[email protected] • Jan van Erp (SP):
[email protected] • Christo Weijs (CDA):
[email protected] De goede wil liet niet te wensen over, maar bezuinigingen zijn blijkbaar niet te voorkomen. Eén van de interessante diskussie-onderwerpen, waarbij ook het publiek betrokken raakte, was de vraag of en in hoeverre levens/kwaliteit en het effect van op vrede gerichte activiteiten te meten zijn. Het publiek werd bij deze gelegenheid geattendeerd op de geplande Vredesconferentie in september a.s.(zie elders in dit blad) De wethouders onvingen ook een kopie van de aanvraag voor subsidie t.b.v. deze conferentie gericht aan het College van Burgemeester en Wethouders. Een gemeenschappelijke ‘wereldmaaltijd’ beëindigde de zeer geslaagde bijeenkomst. Ieder bezoeker van de receptie ontving de recente, actuele en kleurrijke nieuwsletter van het Vredesburo met de titel ‘158’, waarmee het aantal nationaliteiten, dat in Eindhoven wordt aangetroffen, bedoeld wordt en ’The 2011 Peace Office Eindhoven cdrom Peace to All’ met een ook visueel rijk programma. Kortom een receptie met een zeer waardevolle inhoud – naast de gebruikelijke nuttige netwerking. RedPS
Een verzameling vredestekens
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
DE ENIGE PAGODA VAN WEST-EUROPA in Friesland Het enig boeddhistisch heiligdom, een stoepa of pagoda, tussen de Noordzee en de Alpen bevindt zich te Hantum in Friesland.( zie foto) Pagoda’s of stoepa’s zijn tekens van inkeer en vrede en symboliseren het cosmische en universele zijn, onafhankelijk van welke andere levensbeschouwing of religie dan ook. In het begin van de jaren 1970 werd het centrum Karma Deleg Chö Phel Ling in Hantum gevestigd. Dit was de tijd van de ;Flower Power’en de Hippies met merkwaardige, niet door iedereen aanvaarde bijverschijnselen, maar ook met een eerlijke, geestelijke openheid, die vooral uiterlijke conventies achter zich liet. In 1991 werd door het genoemde centrum ook een stoepa gerealiseerd, om de transcendente basis die aan ons aller bestaan ten grondslag ligt tot uitdrukking te brengen, en gelukbrengend en stoffelijk,uit te drukken. De vier zogeheten Onmetelijkheden brengen de inherente boodschap onder woorden :
De Vier Onmetelijkheden Moge alle wezens geluk verkrijgen en de oorzaken van geluk kunnen scheppen. Moge zij allen vrij zijn van het lijden en van het scheppen van de oorzaken van lijden. Moge zij dat nobele geluk vinden dat nooit door lijden kan worden besmeurd. Moge zij allen universeel en onpartijdig meedogen kunnen opbrengen, voorbij wereldse vooroordelen ten opzichte van vriend of vijand - voor alle levende wezens. Een bezoek aan deze stoepa kan buitengewoon stimulerend zijn.
Stoepa te Hantum in Friesland
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
21
22
FELICITATIES VOOR 30 JAAR UNIVERSITY FOR PEACE
Eind afgelopen jaar bestond de Vredesuniversiteit in Costa Rica 30 jaar. We brengen hier de korte tekst over de University for Peace, zoals die op de homepage van de universiteit staat : Headquartered in Costa Rica, the United Nations-mandated University for Peace was established in December 1980 as a Treaty Organization by the UN General Assembly. As determined in the Charter of the University, the mission of the University for Peace is: “to provide humanity with an international institution of higher education for peace with the aim of promoting among all human beings the spirit of understanding, tolerance and peaceful coexistence, to stimulate cooperation among peoples and to help lessen obstacles and threats to world peace and progress, in keeping with the noble aspirations proclaimed in the Charter of the United Nations.” To ensure academic freedom, the University was established under its own Charter, approved by the General Assembly. UPEACE is not subject to UN regulations and is directed by its own Council of renowned
Campus Peace University Costa Rica
personalities with expertise in peace and security matters. This has allowed the University to move rapidly and to innovate, focusing its new, rigorous academic programme on the fundamental causes of conflict through a multidisciplinary, multicultural-oriented approach. The wider mission of the University should be seen in the context of the worldwide peace and security objectives of the United Nations. The central importance of education, training and research in all their aspects to build the foundations of peace and progress and to reduce the prejudice and hatred on which violence, conflict and terrorism are based is increasingly recognized. The Charter of the University calls for UPEACE “to contribute to the great universal task of educating for peace by engaging in teaching, research, post-graduate training and dissemination of knowledge fundamental to the full development of the human person and societies through the interdisciplinary study of all matters related to peace”. Funding of UPEACE programmes comes from the support of a number of donor governments, foundations and institutions who believe in the mission of the University. Fundraising for an endowment fund is in progress. The vision of UPEACE is to become a network of collaborating UPEACE centres and activities in different regions, guided from its headquarters in Costa Rica and cooperating with a large number of universities, NGOs and other partners on education and research for peace. De activiteiten van de universiteit zijn gebaseerd op een handvest, dat in vier punten kernachtig is geformuleerd :
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
23
The Charter of the University sets out in its appendix the following general principles: 1. The persistence of war in the history of mankind and the growing threats against peace in recent decades jeopardize the very existence of the human race and make it imperative that peace should no longer be viewed as a negative concept, as the end of conflict or as a simple diplomatic compromise, but rather that it should be achieved and ensured through the most valuable and most effective resource that man possesses: education. 2. Peace is the primary and irrevocable obligation of a nation and the fundamental objective of the United Nations; it is the reason for its existence. However, the best tool for achieving this supreme good for humankind, namely education, has not been used. 3. Many nations and international organizations have attempted to attain peace through disarmament. This effort must be continued; yet facts show that man should not be too optimistic as long as the human mind has not been imbued with the notion of peace from an early age. It is necessary to break the vicious circle of struggling for peace without an educational foundation. 4. This is the challenge that now faces all nations and all men as the twenty-first century approaches. The decision must be made to save the human race, which is threatened by war, through education for peace. If education has been the instrument of science and technology, there is all the more reason to use it to achieve this primary right of the human being. Kennis nemend van de inzichten en principes die ten grondslag liggen aan de doelen en middelen die de Vredesuniversiteit in Costa Rica gebruikt, is het verbazingwekkend te zien, dat vrijwel geen andere universiteit in de wereld, geen een met UPEACE vergelijkbare faculteit heeft ingesteld. We wensen UPEACE ter gelegenheid van haar 30-jarig bestaan heel veel sterkte en succes toe ! RedPS
studenten van de University for peace Costa Rica
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
24
S
CHETS PLANNINGACTIVITEITEN VREDESCENTRUM KORTE EN LANGERE TERMIJN
Programma Vredescentrum ( SVCE ) Schets planningactiviteiten voor 2011 en later SVCE houdt zich bezig met deskresearch, bezoek en registratie van trends en evenementen van geestverwante verenigingen en instituten t.b.v. actuele informatie en netwerking. SVCE verzorgt de 4-maandelijkse uitgave van het tijdschrift VredestertsPeriodiek, jaargang 20 (voor zover niet gedeeltelijk vervangen door Book of Abstracts en Book of Proceedings van de geplande 2nd International Conference on 22-23 september 2011. SVCE organiseert (twee)jaarlijks een grote informatieve activiteit met daarnaast debatten en/of forums. Zo is het Vredescentrum bezig met de organisatie van de 2nd International Conference on Science,Technology and Peace in Eindhoven tijdens de Vredesweek van 2011. Hiervoor is omvangrijke voorbereiding, begeleiding en nabewerking nodig. In het zicht van de conferentie staan we o.a. voor de volgende opgaven: • de verwerving van projectsubsidies; • de inhoudelijke en logistieke organisatie; • de electronisch -digitale verspreiding van de inhoud; • de uitgave van het "Book of Abstracts" en het "Book of Proceedings" ; • het houden van een enquête en terugkoppeling daarvan met de deelnemers. SVCE ondersteunt de ontwikkeling en uitwerking van voorstellen voor invulling van het Vredespad in het Bosrijk (Arboretum) in Meerhoven als het Vredespark van Eindhoven. Sinds 1993 werkt de Gemeente Eindhoven mee aan de realisering van een Vredespark in Eindhoven. Momenteel is- na tal van uitgewerkte voorstellen voor verschillende locaties- het stadium bereikt dat een Vredespad in het Bosrijk [ Arboretum] in Meerhoven aangelegd zou kunnen worden. Langs dit Vredespad zouden zeven "Vredesdisplays" geplaatst kunnen worden.. Uitsluitsel daarover is in beraad. De "Vredesdisplays" kunnen desgewenst ook "geadopteerd worden" SVCE is bezig met de uitwerking van een boodschap aan alle volkeren en betrokken niet-gouvernementele organisaties. Deze boodschap dient een gegronde motivatie en een praktische strategie te bevatten voor een systematische realisering van nationale en mondiale vredesopbouw.Dit project verkeert nog in "stadium nascendi" Het nodige onderzoek en het daarop aansluitende brainstormen is net begonnen.Samenwerking met de Avaaz- organisatie wordt overwogen omdat deze organisatie inmiddels over de nodige ervaring beschikt met succesvol digitaal actie voeren in conflictueuze situaties.
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
KORTE BERICHTEN Peace Pelgrim
25
Literatuur over geweldloosheid
”We beoordelen alles alsof we het centrum van het universum zijn.” Mildred Lisette Norman (1908-1981) legde – wandelend voor de wereldvrede – meer dan 40.000 km in de VS, haar geboorteland af. Jarenlang haar ene voet voor de andere zettend, zonder bagage en zonder geld, ontmoette ze op haar weg overal mensen van goede wil en gastvrijheid. Wat haar dreef en wat verantwoordelijk is voor de inspirerende uitwerking die Peace Pilgrim op haar omgeving had, komt treffend tot uitdrukking in haar woorden :
Aan de tijdschrift Beweging voor geweldloze kracht of wel het Handboek Vredevolle Samenleving ontnemen we een aantal zeer interessante boekaankondigingen Zie ook: www.geweldlozekracht.nl
“In werkelijkheid zijn we natuurlijk allemaal cellen van het lichaam van de mensheid. We zijn niet afgesneden van onze medemensen. Alleen vanuit dit hogere perspectief kun je weten wat het betekent je naaste lief te hebben als jezelf. Vanuit dit hogere perspectief is er maar een manier van werken realistisch en dat is die ten bate van het geheel. Zolang je werkt voor je eigen kleine zelf ben je slechts een cel tegenover al die andere cellen. Zodra je begint te werken voor het geheel, zul je voelen dat je met al je medemensen in harmonie leeft.”
Peter Ackerman en Christopher Krueger
Mildred Lisette Norman, De weg naar Vrede,2002
Er zijn geen vijanden,
we hebben allemaal hetzelfde doel : het behoud van onze planeet. wie kan daartegen zijn ? Mathis Wackernagel, De Kleine Aarde, 2007
Innovatie
Van ‘’Innovatie’’ kan alleen sprake zijn, indien Duurzame Ontwikkeling en Duurzame Vrede ermee ondersteund wordt.
World meditation day
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Gene Sharp
Waging Non-Violent Struggle, 20th Century Practice and 21st Century Potential
Strategic Nonviolent Conflict, The Dynamics of People Power in the Twentieth Century
Robert J. Burrowes
The Strategy of Nonviolent Defense, A Gandhian Approach
Via de boven opgevoerde website kunnen nadere gegevens over de boeken worden verkregen. RedPS
Oproep voor hulp
De Stichting Vredescentrum Eindhoven heeft dringend werkondersteuning op verschillende terreinen nodig en biedt daarom voor de volgende deeltijdsactiviteiten uitdagende vrijwilligersplaatsen aan : De eindredactie van de voor u liggende viermaandelijkse VredesTertsPeriodiek – VTP; Het mede-uitwerken van projecten in het kader van het programma van het Vredescentrum; De mede-ontwikkeling van het toekomstige programma van het Vredescentrum; Assistentie bij het vinden van subsidiebronnen en bij het indienen van subsidie-aanvragen; Ondersteuning bij het houden van bijeenkomsten, zoals beraadslagingen, debatten, symposia. Hierbij is het ook mogelijk dat de ene met de andere taak gecombineerd wordt. Belangstellenden zijn van harte uitgenodigd een solicitatie met een C.V. te sturen en contact op te nemen met het secretariaat voor een afspraak.
[email protected]
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
26
CALL FOR PAPERS PROVISIONAL ANNOUNCEMENT
2 INTERNATIONAL CONFERENCE SCIENCE, TECHNOLOGY, AND PEACE FROM CONSUMPTION-DRIVEN SOCIETIES AND A FUNDAMENTALLY DIVIDED WORLD TOWARDS A GLOBE OF SUSTAINABILITY, JUSTICE, AND PEACE ND
ORGANISED BY THE
EINDHOVEN PEACE CENTRE FOUNDATION (STICHTING VREDESCENTRUM EINDHOVEN - SVCE)
EINDHOVEN UNIVERSITY OF TECHNOLOGY – TU/e (RESERVEDLY) THURSDAY 22 AND FRIDAY 23 SEPTEMBER 2011 NEAR TO THE ONE DAY PEACE – THE INTERNATIONAL DAY OF PEACE Five years after the successful Expert Meeting, the first ’International Conference Science, Technology, and Peace on Conversion and Transformation‘, the Eindhoven Peace Centre Foundation organizes a second one in the frame of urgent themes. The 2011 Peace Conference gives the opportunity for dealing with the burning questions of ending resources, one-sided over/ consumption, ecological, economic, political, social, cultural, and religious systems, and a far spread diversity in an age of globalization and world-engulfing information technology, where extreme poverty, health, justice, and emancipation problems as well as individual and inner peace demand more and more attention. In September 2011 we expect again, beside a number of committed keynote addresses, creative and vital contributions to the burning theme of this conference, to be held in the Brain Port City Eindhoven, the ’City of Light’ in The Netherlands. Everybody, particularly scientists and technologists, supporting the different paths towards World / Peace, is kindly invited to present his or her fundamental ideas and practical proposals at the International Conference on Science, Technology, and Peace with as main theme From Consumption-Driven Societies and a Fundamentally Divided World Towards a Globe of Sustainability, Justice, and Peace’ Potential speakers and poster presenters are kindly invited to send an abstract of their paper and/or poster - as soon as possible. CONFERENCE FEES INCLUDING COFFEE, TEA, AND LUNCHES (IN CASE OF (AN EXPECTED) SUPPORT, FEES COULD GET LOWER) DELEGATES WITH PAPER PUBLICATIONS IN THE PROCEEDINGS E 190,-, VISITORS E 110,-, AND STUDENTS E 45,-
SUBMISSION OF PAPERS
to be send electronically ABSTRACTS FOR PAPERS AND POSTERS 1ST OF MARCH 2011 CONFIRMATION 31ST OF MARCH 2011 FULL PAPER READY FOR PRINT 1ST OF JUNE 2011 THE ABSTRACT SHOULD CARRY - BESIDE A (SUB)TITLE (BOLD WRITTEN) AND THE NAME/S AND ADDRESS/ES OF THE AUTHOR/S - THE RELATED TOPIC/S, MAX. 5 KEYWORDS, A SUMMARY OF MAX. 500 WORDS, ALL TOGETHER MAX. 1 A4, LETTER TYPE ’TIMES NEW ROMAN 12 POINT, TO BE SEND ELECTRONICALLY TO :
[email protected]
THERE ARE 5 PEACE-RELATED TOPICS ENDING RESOURCES AND EXPLOITED ECOSYSTEMS OVER/CONSUMPTION, ARMAMENT PRODUCTION, ECONOMY NATIONAL AND GLOBAL POLITICS AND JUSTICE INFORMATION TECHNOLOGY AND PEACE TECHNOLOGIES SCIENCE OF PEACE, ART, SOCIAL-CULTURAL, AND RELIGIOUS ASPECTS A SCIENTIFIC COMMITTEE OF THE PEACE FOUNDATION WILL CHECK THE QUALITY OF THE CONTRIBUTIONS
E-MAIL :
[email protected] WEBSITE : www.stichtingvredescentrumeindhoven.nl STICHTING VREDESCENTRUM-EINDHOVEN-PEACE CENTRE FOUNDATION
C.O. GREEN CROSS NEDERLAND, LEEMKUIL 31, 5626 EA EINDHOVEN THE NETHERLANDS PHONE +31 (0)40 2329 005, FAX +31 (0)40 78 78 788 CHAMBER OF COMMERCE BRABANT 17 22 88 46, ING BETAALREK. 423.62.62, BIC/SWIFT: INGBNL2A, IBAN: NL83INGB0004236262 of StichtingVredescentrumEindhoven
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
T T V V
UE COLLEGE ECHNIEK REDE EILIGHEID
Verslag College Techniek, Vrede en Veiligheid 2010 Gastdocent op het eerste college was de PvdA woordvoerder buitenland in de Tweede Kamer ir. Martijn van Dam, een oud-student van de TU/e. Hij hield een interessant college over de verantwoordelijkheid van de ingenieur. Als voorbeeld gebruikte hij de grondstoffen, of beter gezegd de edele metalen die worden gebruikt in mobiele telefoons. Iedereen gebruikt die dingen,
maar realiseert zich niet wat er allemaal inzit en hoe de fabrikanten aan die materialen komen. De meest essentiële metalen bijvoorbeeld worden gewonnen in Afrika. De omstandigheden voor de mijnwerkers in Oost-Congo zijn mensonwaardig. De mijnwerkers zijn een soort lijfeigenen van de militieleiders die het in die regio voor het zeggen hebben. De gewonnen metalen worden met grote winsten verkocht via louche tussenhandelaren. De fabrikanten vragen liever niet al te veel want ze hebben die metalen nodig en hoe het spul gewonnen wordt interesseert ze maar weinig. Ingenieurs zouden hierbij vragen moeten stellen en van de grote concerns eisen dat
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
27 ze verantwoording afleggen voor de wijze waarop ze aan hun grondstoffen komen. Kortom een interessant college dat werd bijgewoond door ruim 120 studenten en toehoorders van buiten. Dit jaar namen 41studenten deel aan de tentamens. Vijf studenten schreven een scriptie. In totaal leverde dit ten slotte 137 studiepunten op. Dit waren er 26 minder dan het jaar ervoor. Het opbrengstpatroon aan studiepunten vertoont al enkele jaren een zaagtand-beeld. Dat wil zeggen ups en downs rond de vijftig, zestig met de laatste twee jaar een licht neergaande trend. Het ziet er echter naar uit dat dit jaar weer wat meer studenten aan het college deelnemen. Veranderingen bij het college Dit jaar ben ik voor het laatst coordinator van het College Techniek, vrede en Veiligheid. Het is de bedoeling dat volgende jaar prof. dr. Ruth Oldenziel en dr. Giel van Hooff mijn taak overnemen. Ik heb de zaken bij Techniek, Vrede en Veiligheid altijd met veel plezier geregeld. Dankzij de medewerking
van de studenten, de betrokken docenten en last but not least Hendrik Venema is het aantal deelnemers aan het college in de laatste twaalf jaar toegenomen van 30 a 40 tot 50 a 60 met wat uitschieters naar boven. De beoordelingen door de studenten/deelnemers aan het college lagen altijd ruim boven het gemiddelde. Het blijft echter van groot belang om de zaken goed te volgen en alert te reageren op ontwikkelingen op het terrein van buitenlandse betrekkingen en technologie en been ontwapening. Hans Schippers
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
28
Gemeentelijk beraad omtrent Vredespad De planning tot realisatie van een Vredespad binnen het Bosrijk, de nieuwe naam voor het Arboretum, dat van Oirschot naar Meerhoven verplaatst wordt, komt nu blijkbaar toch dichterbij . Net nog voor sluiting van de redactie bereikte ons de mededeling van de gemeentelijke projectleider Marcel van Meel, dat ook BOA onder leiding van de landschapsarchitect Frans van der Steen, samen met Riede, Mol & Donkers, bij het project worden betrokken. Naar aanleiding van een in mei 2010 gehouden workshop heeft BOA verdienstelijk werk verricht met het maken van een schetsboek aangaande de inpassing van een Vredespad in het Arboretum. Na afloop van de beraadslagingen, die daarover binnen de gemeente Eindhoven één dezer dagen plaatsvinden, horen we van de verdere vooruitgang. RedPS
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
29
7
th International Conference of Museums for Peace
Barcelona International Peace Center, Montjuïc Castle, 4-7 May 2011
The Role of Museums in the Transformation of a Culture of War & Violence to a Culture of Peace & Nonviolence CONFERENCE PROGRAMME (TENTATIVE 1-2-2011) The Role of Museums in the Transformation of a Culture of War & Violence to a Culture of Peace & Nonviolence
EARLY REGISTRATION ENDS ON 15 FEBRUARY 2011
REGISTRATIONS WILL BE TAKEN INTO ACCOUNT IN ORDER OF ARRIVAL AND PAYMENT, GIVEN THE LIMITATION ON THE NUMBER OF PARTICIPANTS (60). PRIORITY IS GIVEN TO THOSE WHO ARE REGISTERED AS AN INMP ASSOCIATE.
See also the website for more information and registering. http://www.museumsforpeace.org/
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
30
C
ONSIDERATIONS
A Day, Beyond Time
July 25th, ’The Day, Beyond Time’ or ’the day out of time’ is celebrated worldwide since 1992. Everyone is invited to organize during this day a festival in its own community. The Day beyond Time is auspicious for Universal Peace, Reconciliation, and the Experience of Harmony in a New Age: an Age of Nature and Mutual Connections. This special day is derived from the Moon Calendar of 13 moon months, each of 28 days and nights, what amounts to 364 days plus the 1 Day – ’Beyond’, which together make the usual 365 days of the year. The Thirteen Months Calendar starts on the 26th of July in line with the generally used Gregorian calendar – just after the Day, Beyond Time. We already discussed The One Day Peace, 21st of September earlier in this column. The conclusion was, that ”One Peace Day” should gradually be extended to an “One Peace Week”, to an “One Peace Month” and finally to a “Peace Year”. And when we arrive at that stage, we could have one day per year to remember the terribly violent past – albeit virtually – to keep in our minds what never should happen again. The “One Day Peace” has already, with “The Day, Beyond Time”, a brother – or a sister day at which not only armistices could be remembered, but Peace should be provoked and supported particularly via Cultural Festivals because:
“Where there is peace there is culture, where there is culture there is peace”.
A quotation by Nicholas Roerich (1874-1947), who founded with broad international support The Peace Pact in 1935, and he also designed – being a remarkable painter – The Peace Banner. Thus, culture can and should play an important role in the process of Peace Building. Already in 2006, in the VredesTertsPeriodiek nr. 431, we spent attention to these items, just two decades after the International Year of Peace in 1986, [which was another important issue in that edition.] There are many people around the world supporting various ways towards World/Peace. The challenge is how to bundle these efforts effectively? It seems there is no clear recipe. But we have to find ways and means for a peaceful sustainable development both on short and long term. There are many organizations and individuals around the world , such as the United Nations, as well as some “United Peoples Approaches” , a World Shift Council, and various individual attempts towards World Peace. Again, the question arises – how to unite all these positive initiatives into a combined force which can turn the world into a peaceful environment ? Could perhaps the World Wide Web be an effective mechanism for bundling all the peace- initiatives into a comprehensive all embracing effort for peace building world-wide. iIt should be organized in such a way that there will be no other way anymore than to co-operate and collaborate honestly in solving the world problems ? We do hope so – and A Day, Beyond Time could possibly effectively help to bring the good intentions in the hearts and minds of the people of the world. Peter Schmid.
1
VT 43, april 2006,Al meer dan 70 jaar Pax Cultura, page 30
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
31
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54
32 STICHTING VBREDESCENTRUM EINDHOVEN REDACTIEADRES: STICHTING VREDESCENTRUM EINDHOVEN REDACTIEADRES: GREEN CROSS NEDERLAND LEEMKUIL 31 5626 EA EINDHOVEN TEL: 040 7878787 FAX: 040 7878786 EMAIL:
[email protected] WEB: www.stichtingvredescentrumeindhoven.nl
KvK Brabant 17228846 VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven ISSN: 0926-6992
Jaargang 20, februari 2011, nr. 54