Stuk 193 (2004-2005) – Nr. 2
Zitting 2004-2005 20 juli 2005
VOORSTEL VAN RESOLUTIE – van de heer Eloi Glorieux, mevrouw Vera Dua en de heer Rudi Daems – betreffende de voorbeeldrol van de Vlaamse overheid bij de keuze van een milieuvriendelijke stroomleverancier VERSLAG namens de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie uitgebracht door de heer Jan Penris
996 OPE
Stuk 193 (2004-2005) – Nr. 2
2
Samenstelling van de commissie: Voorzitter: de heer Marc van den Abeelen. Vaste leden: mevrouw Agnes Bruyninckx, de heren Johan Deckmyn, Pieter Huybrechts, Jan Penris, Freddy Van Gaever; de heren Jos De Meyer, Frans Peeters, Johan Sauwens, Etienne Schouppe; mevrouw Annick De Ridder, de heren Hugo Philtjens, Marc van den Abeelen; de heren Herman Lauwers, Bart Martens, Joris Vandenbroucke. Plaatsvervangers: de dames Katleen Martens, Marleen Van den Eynde, de heren Christian Verougstraete, Rob Verreycken, Frans Wymeersch; de heren Ludwig Caluwé, Carl Decaluwe, Tom Dehaene, Jan Verfaillie; de heren Marc Cordeel, Patrick Lachaert, Jul Van Aperen; de heren Gilbert Bossuyt, Flor Koninckx, Robert Voorhamme. Toegevoegde leden: de heer Eloi Glorieux; de heer Jan Peumans.
______ Zie: 193 (2004-2005) – Nr. 1 : Voorstel van resolutie
3
Stuk 193 (2004-2005) – Nr. 2
INHOUD Blz. I.
Toelichting door de heer Eloi Glorieux .....................................................................................
4
II. Bespreking ................................................................................................................................
5
III. Stemming ..................................................................................................................................
6
______________________
Stuk 193 (2004-2005) – Nr. 2
4
DAMES EN HEREN, De Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie besprak het voorstel van resolutie van de heer Eloi Glorieux, mevrouw Vera Dua en de heer Rudi Daems betreffende de voorbeeldrol van de Vlaamse overheid bij de keuze van een milieuvriendelijke stroomleverancier op dinsdag 15 maart en dinsdag 21 juni 2005. Het voorstel van resolutie werd met 9 stemmen verworpen.
I. TOELICHTING DOOR DE HEER ELOI GLORIEUX Op 1 juli 2003 werd de elektriciteitsmarkt in Vlaanderen volledig vrijgemaakt. Sindsdien kunnen alle kleine, middelgrote en grote stroomverbruikers vrij kiezen door welke stroomleverancier ze zich laten bevoorraden. Die vrije keuze biedt de consument de mogelijkheid om de dienstverlening van de verschillende leveranciers en de milieuvriendelijkheid en kilowattuurprijzen van de door hen aangeboden energie, te vergelijken. Ook de Vlaamse overheid maakte vorig jaar van de gelegenheid gebruik om via een offertevraag een stroomleverancier aan te wijzen. De meer dan 500 gebouwen, de openbare verlichting, de sluizen, de bruggen en de tunnels van de Vlaamse overheid verbruiken samen jaarlijks 200 gigawattuur. Dat is evenveel als 50.000 gezinnen. De totale energiefactuur van de Vlaams overheid bedraagt ongeveer 20 miljoen euro per jaar. In februari 2004 vond een eerste offerteaanvraag plaats voor de levering van elektriciteit aan de Vlaamse Gemeenschap. Op 5 maart 2004 keurde toenmalig minister van Energie, de heer Gilbert Bossuyt, de inschrijving goed van Electrabel Customer Solutions, dat volgens de minister de meest gunstige offerte indiende. Er werd een leveringscontract afgesloten voor één jaar, dat kan worden verlengd tot maximum drie jaar tegen dezelfde voorwaarden, indien het niet wordt opgezegd door een van beide partijen. In de offerteaanvraag woog voornamelijk het criterium ‘kostprijs’ zwaar door. Aan het criterium ‘energievriendelijke energieopwekking’ werd slechts een wegingspercentage toegekend van 40 punten op 1.000 of amper 4%. Dat criterium hield bovendien enkel in dat de inschrijvers het percentage moesten opgeven van de geleverde elektrische stroom die wordt opge-
wekt uit hernieuwbare energiebronnen, zonder dat er een doelstelling aan gekoppeld was. De Vlaamse overheid heeft met andere woorden nagelaten gebruik te maken van de mogelijkheid om een extra stimulans te geven aan de vraag naar groene stroom. Sinds de vrijmaking van de energiemarkt in Vlaanderen heeft Greenpeace een rangschikking opgesteld van de stroomleveranciers die zich op de Vlaamse stroommarkt aanbieden. Die rangschikking wordt geregeld geactualiseerd. Aan de hand van die rangschikking kunnen consumenten bewust kiezen voor een milieuvriendelijke leverancier. Bij de beoordeling van de mate van milieuvriendelijkheid worden door Greenpeace drie criteria gehanteerd: in de eerste plaats wordt de herkomst van de aangeboden energiemix nagegaan. Daarbij worden zowel de aard van de gebruikte energiebronnen (hernieuwbaar, nucleair, fossiele brandstof) als de efficiëntie van de gebruikte productietechnologieën (omzettingsrendement van primaire grondstof naar elektriciteit) in beschouwing genomen; ten tweede wordt ook gekeken naar het aantal en de kwaliteit van de door de stroomproducent geleverde energiediensten, zoals advies of premies voor energieaudits, REG-acties enzovoort. Het derde evaluatiecriterium neemt het investeringsbeleid en bijgevolg de toekomstvisie van de leveranciers onder de loep. Investeren ze in nieuwe niet-duurzame productie-eenheden of in hernieuwbare productietechnieken en groene energiebronnen? Op basis van hun score op die drie criteria worden de stroomproducenten die zich op de Vlaamse markt aanbieden, ingedeeld in drie categorieën: – ‘groene’ leveranciers die uitsluitend stroom uit hernieuwbare bronnen verkopen en actief energiebesparende diensten aanbieden; – ‘oranje’ leveranciers die inspanningen doen om hun aanbod te vergroenen en ook een aantal energiebesparende diensten leveren; – ‘rode’ leveranciers die zowel inzake hun huidige aanbod als in hun toekomstige investeringsbeleid weinig of geen blijk geven van interesse voor hernieuwbare energiebronnen en hoofdzakelijk stroom aanbieden uit vervuilende fossiele en nucleaire productie-eenheden. Electrabel Customer Solutions (ECS), dat vorig jaar als stroomleverancier van de Vlaamse overheid werd aangesteld, behoort tot de ‘rode’ categorie en dus tot de minst milieuvriendelijke energieleveranciers.
5
Die keuze staat haaks op de doelstellingen van de Vlaamse Regering om de productie en het gebruik van duurzame energie te bevorderen. Door consequent te kiezen voor een ‘groene’ stroomleverancier of, zolang er onvoldoende aanbod aan groene stroom is, minstens voor een ‘oranje’ stroomleverancier, geeft de Vlaamse overheid niet enkel een signaal, maar ook een concrete stimulans aan de sector. De Vlaamse overheid kan en moet daarin een voorbeeldrol vervullen.Dit voorstel van resolutie heeft tot doel om de stroomproducenten aan te moedigen om te investeren in hernieuwbare energiebronnen. Dit voorstel van resolutie sluit daarmee aan bij de doelstellingen van de Vlaamse Regering. Het voorstel van resolutie vraagt dan ook: 1° het huidige energieleveringscontract niet te verlengen en een nieuwe offerteaanvraag uit te schrijven voor de stroombevoorrading van al de gebouwen, vestigingen en diensten van de Vlaamse overheid die gehuisvest zijn in het Vlaamse Gewest; 2° bij die offerteaanvraag het criterium ‘milieuvriendelijke energieopwekking’ een wegingsfactor toe te kennen van minstens 50% van de punten, waarbij dat criterium inhoudt dat: a) onder ‘milieuvriendelijke energieopwekking’ verstaan wordt dat de effectief geleverde stroom voor minstens 25% afkomstig is uit hernieuwbare energiebronnen en/of kwalitatieve warmtekrachtkoppeling (WKK); b) de hernieuwbare energiebronnen die in aanmerking komen, zonne-energie, windenergie, waterkracht, getijdenenergie en golfslagenergie, aardwarmte, biogas, stortgas, rioolwaterzuiveringsgas en zuivere biomassa zijn. De hoofdindiener pleit ervoor dat de Vlaamse overheid een voorbeeldrol zou spelen en zou kiezen voor een milieuvriendelijke stroomleverancier.
II. BESPREKING De heer Carl Decaluwe verklaart dat hij voor een stuk de bekommernissen van de heer Eloi Glorieux deelt in die zin dat maximaal ingespeeld moet worden op hernieuwbare energiebronnen en groene stroom. Wat de resolutie zelf betreft, stelt hij vast dat de vorige
Stuk 193 (2004-2005) – Nr. 2
minister amper één jaar geleden het contract met ECS aangegaan is. Hetzelfde lid wenst te vernemen of dit contract van één jaar zomaar “open te breken is” zonder bepaalde termijnen in acht te nemen? Een tweede element betreft de prijszetting. In het resolutievoorstel wordt gepleit om de kostprijs veel minder te laten doorwegen dan thans het geval is. De heer Decaluwe meent dat de Vlaamse overheid moet handelen als een goede huisvader. Hij betwijfelt of een ‘uitholling’ van het criterium prijszetting conform is met de wetgeving op de overheidsopdrachten. De heer Carl Decaluwe pleit ervoor deze resolutie thans niet goed te keuren maar volgend jaar op basis van twee jaar ervaring met het lopende contract en op grond van inzage van de offertes een gegronde beslissing met kennis van zaken te treffen. Hij vindt het te vroeg om nu na amper één jaar op basis van een classificatie van Greenpeace, dit contract open te breken. Concluderend pleit hetzelfde lid voor een verlenging van het bestaande contract met één jaar en nadien op basis van een grondig debat een beslissing te treffen. Hij verneemt ook graag de visie van de bevoegde minister over dit resolutievoorstel. De heer Robert Voorhamme verklaart dat hij zich slecht gewapend voelt om hic et nunc uitspraken te doen over hetgeen de resolutie voorstelt. Men kent niet alle consequenties. De bevoegde minister zou daarvoor eerst op basis van informatie vanuit de bevoegde administratie meer informatie (de voor- en nadelen) moeten verstrekken aan het parlement. Hij pleit zoals de heer Carl Decaluwe om de visie van de bevoegde minister te horen omtrent dit resolutievoorstel. De heer Pieter Huybrechts dringt aan dat het parlement ook zou beschikken over de hoegrootheid van het prijskaartje bij goedkeuring van deze resolutie. De heer Marc van den Abeelen, voorzitter, stelt voor dat de resolutie voorlopig ‘on hold’ wordt gezet en dat de regering (minister Bourgeois en/of minister Peeters) gevat wordt om meer informatie te verstrekken. De heer Eloi Glorieux is het hiermee eens. Hij stipt aan dat bij de vorige prijsofferte Electrabel één van de weinige inschrijvers was omdat Electrabel de enige
Stuk 193 (2004-2005) – Nr. 2
6
is die echt op de hoogte was van de verbruiksprofielen van de 500 overheidsgebouwen. Andere kandidaten konden niet meedingen omdat ze niet deze informatie niet hadden. Hij is ervan overtuigd dat als men echt tot een ‘open offerte’ kan komen, ook de prijs een zeer belangrijke wegingsfactor is. Een aantal andere spelers kunnen dan ook meedingen naar dit contract. De heer Carl Decaluwe heeft wel een probleem met het gegeven dat in de resolutie bij de offerte wegingspercentages gestipuleerd worden. Hij is van oordeel dat dit geen taak is van het parlement. Hij begrijpt dat men een aantal doelstellingen vooropstelt maar is het niet eens met het voorstel om een bepaalde wegingsfactor 50% van de punten toe te kennen. Dat zou zeker voor openbare werken een gevaarlijke piste kunnen zijn. De heer Jan Penris is het niet eens met deze visie van de heer Decaluwe. Hij is van oordeel dat het parlement in deze wel dergelijke bepalingen kan opnemen. In de zitting van 21 juni 2005 herhaalt de heer Eloi Glorieux dat de stroom die de Vlaamse overheid in overheidsgebouwen gebruikt, overeenstemt met het verbruik van 50.000 gezinnen. De Vlaamse overheid stelt zeer terecht een aantal normen op inzake groene stroom. Hetzelfde lid vindt het dan ook niet meer dan normaal dat de Vlaamse overheid in deze een voorbeeldrol speelt. Hij benadrukt dat zijn voorstel van resolutie zeer realistische doelstellingen voorop stelt. Er moet gekozen worden voor een leverancier die minstens 25% procent haalt uit hernieuwbare en/ of WKK energiebronnen. Dat is trouwens de doelstelling die ook in het regeerakkoord staat. Volgens de heer Glorieux blijkt uit navraag bij een aantal stroomleveranciers dat deze perfect deze hoeveelheid stroom op dit ogenblik kunnen leveren aan concurrentiële prijzen. Dat was immers de voornaamste bekommernis met name niet de prijs omhoogtrekken. De heer Eloi Glorieux besluit dat zijn fractie vraagt om het lopende contract niet te verlengen en een nieuwe offertevraag uit te schrijven op basis van de criteria verwoord in deze resolutie. Minister Kris Peeters vermeldt ter info dat de huidige overeenkomst is afgesloten voor een periode van drie jaar: het contract is op 4 maart 2004 ondertekend en ingegaan op 1 mei 2004 en kan opgezegd worden voor 1 januari 2005 en daarna kan elk jaar een vooropzeg worden gegeven.
De heer Eloi Glorieux repliceert dat deze informatie hem bekend is – ze staat trouwens vermeld in de toelichting bij zijn resolutievoorstel. Hij verduidelijkt dat bij de eerstvolgende gelegenheid die zich aanbiedt, het lopende contract niet zou verlengd worden en er een nieuwe offerte zou uitgeschreven worden. De heer Bart Martens vraagt in welke mate het wijzigen van het bestek en het zwaarder laten doorwegen van bepaalde criteria rond duurzame en groene stroom, niet tot het perverse effect zou kunnen leiden dat de stroom die geleverd wordt aan particulieren, ‘grijzer’ zou worden? Uit de vergelijking van de leveranciers die men op de VREG-website kan terugvinden, kan men voor elke leverancier terugvinden wat het percentage aan groene stroom is. Hetzelfde lid is voorstander om inderdaad te onderzoeken op welke wijze de overheid haar stroomleverancier kiest, maar hij wenst verder te gaan. In welke mate kunnen de bestekken omgevormd worden tot bestekken die gans de energiehuishouding aan leveranciers overlaten? Dat is gebeurd in twee schoolgebouwen in Antwerpen. Daar heeft men een bestek gemaakt waarbij gans de energiehuishouding werd aanbesteed zodat het interessant werd voor leveranciers om te investeren in energiebesparingsmaatregelen. Er zijn in de markt verschillende bedrijven (producenten, energieleveranciers…) die dat soort van derdebetalersystemen aanbieden. Hij pleit ervoor dat de overheid zich in de toekomst meer laat leiden door dergelijke aanpak.
III. STEMMING Het voorstel van resolutie van de heer Eloi Glorieux, mevrouw Vera Dua en de heer Rudi Daems betreffende de voorbeeldrol van de Vlaamse overheid bij de keuze van een milieuvriendelijke stroomleverancier wordt met 9 stemmen verworpen.
De verslaggever, Jan PENRIS
De voorzitter, Marc VAN DEN ABEELEN
––––––––––