LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Silke Bautmans Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be
Vakkencombinatie: Aardrijkskunde Stagebegeleider DLO: Veerle Gaeremynck
School: BIMSEM Mechelen
Les gegeven door: Silke Bautmans
Onderwijsvorm: ASO
Vak: Aardrijkskunde
Richting: 4 HUM/LAT/ ECO
Onderwerp: Industrie: inleiding + VS
Klas: 4 I HUM/LAT/ ECO
Vakmentor: Meneer. Wauters
Lokaal: AA-lokaal
Datum/Data: 5-22 /04/2014
Aantal leerlingen: 20 lln.
Lesuur/-uren: 4 ste lesuur
BEGINSITUATIE Situering in de lessenreeks Al mijn lessen situeren zich in eenzelfde lessenreeks, ik geef vier opeenvolgende lessen in drie verschillende klassen. Alle klassen hebben reeds de eerste les gehad. In deze lessenreeks zal ik de inleiding van industrie, de manufacturing belt, de sunbelt en industrie in een NIC of BRIC land behandelen.
Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is) De leerlingen hebben reeds de vorige jaren de industrie in Europa, België en eigen leefomgeving onderzocht. Hierdoor kennen ze de vestigingsfactoren en het ruimtelijk uitzicht van industrie. Industrie in de VS is echter nog niet gekend en vermoedelijk zeer gering aanwezig. Wel zagen de leerlingen reeds de eerste les en hebben ze dus inzicht in het industrieel productieschema. Van grondstof tot fabricaat of eindproduct.
Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit Leerlingen hebben er misschien geen weet van, maar veel door hen dagelijks gebruikte voorwerpen bevatten producten die in de VS gefabriceerd worden. Bv. Plastiek, auto’s, staal en de digitale materialen. Het thema sluit dus zeer nauw aan bij hun leefwereld. Actualiteit: aardolie en aardgas prijzen die stijgen, staalindustrie kende reeds vele dalen.
Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, … De klas bestaat een twintigtal leerlingen. De klassfeer is in het algemeen rustig. De lessen zullen doorgaan in de aardrijkskunde klas. Het leerniveau van de leerlingen is eerder sterk.
DIDACTISCHE VERANTWOORDING -Motivatieprincipe: Door aan te sluiten bij de leefwereld worden de leerlingen extra gemotiveerd voor het onderwerp, bv. Auto-industrie -Individualisatieprincipe: De leerlingen mogen individueel oefeningen oplossen zodat elke leerling op zijn eigen tempo de oefeningen kan maken. (bv. Opzoeken in de atlas en verwerkingsopdracht) -Structureringsprincipe: Aan de hand van de opbouw van de les wordt de structuur aan de leerlingen meegegeven. -Aanschouwelijkheidprincipe: Door middel van filmpjes, afbeeldingen en kaarten
EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN Situering in de eindtermen: Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden) Vakoverschrijdende eindtermen: Niet van toepassing Vakgebonden eindtermen: 3 aan de hand van voorbeelden horizontale en verticale ruimtelijke relaties herkennen. 4 de eigenheid van regio's beschrijven aan de hand van natuurlijke en menselijke kenmerken. 6 aan de hand van regionale voorbeelden redenen opnoemen die de lokalisatie, de spreiding en de eventuele wijzigingen verklaren van: industriële activiteiten 7 in verband met een economische activiteit in een regio het bestaan van stromen van goederen of personen
illustreren. Situering in het leerplan: VVKSO, Leerplan aardrijkskunde 2e graad TSO/KSO, Brussel, September 2012, D/2012/7841/019 4.7 Spanningen en ecologische problemen binnen regio’s 1
Door analyse van beelden, kaarten en andere informatiebronnen de kenmerken van een industrieregio beschrijven. WENKEN Via beelden (o.a. satellietbeelden, landschapsfoto’s) en kaarten kunnen de factoren afgeleid worden die een industrieregio kenmerken, zoals: • Grondstofvindplaatsen; • Energievoorraden; • kenmerkende industriegebouwen; • variatie aan transportmiddelen (schip, trein, vrachtwagen) al of niet gelegen in de buurt van een haven; • aanwezigheid van werknemers in woonwijken; • nabijheid van een grote stad als afzetmarkt. De verwijzing naar industriële producten die leerlingen dagelijks ontmoeten kan als een belangrijk didactisch motiverend middel gehanteerd worden. Groepswerk, waarbij leerlingen een product moeten onderzoeken (land van herkomst, aanwezigheid van verschillende soorten van grondstoffen in het eindproduct, kostprijs in winkel, werkomstandigheden en leeftijd van de arbeiders …) biedt een enorme variatie aan mogelijkheden om parallelle opdrachten te geven. Zorg ervoor dat de leerlingen op voorhand een instructieblad met duidelijke omschrijving van de taken krijgen, liefst een evaluatieblad met de minimumeisen, maar ook met de maximumgrenzen van het werkje, de kennis en ook de vaardigheden worden beoordeeld. Een aanzet tot zelfevaluatie en elkaar evalueren kan steeds maar moet stapvoets worden geïnitieerd, vertrekkend van de ervaringen uit de eerste graad.
2.1 2.2 2.3 2.4
De kenmerken van een industrieregio in de USA beschrijven. Verticale en horizontale ruimtelijke relaties herkennen in verband met de lokalisatie van de industrie in de USA. Het bestaan van stromen van goederen of personen illustreren in de industrieregio. Redenen opnoemen die de lokalisatie en de verschuivingen van de industrie in de USA verklaren. WENKEN Om dit thema op een dynamische manier te beginnen kan volgende oefening ingelast worden. Op basis van een kort filmpje van de staalproductie ontdekken de leerlingen de grondstoffen voor het maken van staal. De leerlingen worden verdeeld in groepjes en dienen een staalbedrijf op te richten in een regio. Ze houden daarbij rekening met specifieke omstandigheden zoals grondstoffen, arbeidskrachten, transportkosten, bereikbaarheid, klimaat, reliëf …De groepjes kunnen nagaan hoe de lokalisatie van het bedrijf wijzigt naarmate bepaalde omstandigheden veranderen. Na deze oefening kan de link gelegd worden met de Manufacturingbelt. Om de verschuiving van de industrie in de USA aan te tonen, kunnen de leerlingen het moederbedrijf van bekende multinationals in de VS lokaliseren op een kaart. Zo komen ze tot de typische bedrijven van de Sunbelt en de Manufacturingbelt. Via websites van o.a. grote autoproducenten, Silicon Valley kan heel wat informatie ingewonnen worden in verband met innovaties. De leerlingen komen tot het inzicht dat het belang van industrieregio’s en lokalisatiefactoren relatief zijn en in de loop van de tijd kunnen wijzigen. Op een wereldkaart (werkkaart) worden voor de industrielanden, de regio’s aangeduid met de oorspronkelijke industrie en met nieuwe industrie.
ALGEMEEN LESDOEL
Lln kunnen het verschil aantonen tussen vrije- en geleide markteconomie en zien hoe een product ontwikkeld wordt in de huidige industrie. Lln kunnen de evolutie in de manufacturing belt afleiden en verklaren aan de hand van de verschillende vestigingsfactoren en periodes.
SCHOOLAGENDA De Manufacturing belt in de VS: inleiding en evolutie
BRONNEN
NEYT,R., e.a., geogenie 4: handboek leerwerkboek, De Boeck, Berchem, 2009, (p.37-39). PEETERS, J., e.a., werkmap aardrijkskunde: handleiding, Werkgroep didactische middelen, Hemiksem, 2010, VAN HECKE E., VANDERHALLEN D., CALLEMEYN J., Plantyn Algemene Wereldatlas, Plantyn, Mechelen, 2012, 185 p. VAN BOVEN, M., WAUTERS, J., COX, K. en LEYSEN, R., werkmap aardrijkskunde 4, 184 pagina’s. (p. 95-99) WDM, werkgroep didactische middelen, internet, 2014-03-02, (WDM.be) LOGIE, P., CLAEYS, P., Een boeiende uitwerking INDUSTRIE, KU Leuven, januari 2012 http://www.arcelormittalgent.com/movies/movie.php?lang=NL&movie=0 http://www.tatasteel.nl/profiel/products-and-services/tatasteel-in-ijmuiden/productieprocessen.html http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/economie/140507_Dupont_staking
LEERMIDDELEN & MEDIA
Atlas + AFOSU spel PPT + gameboy Legoblokjes, granulaatkorrels, raffinaderij Transparant met de verschillende fases + stiften
Didactisch lesontwerp KRACHTIGE LEEROMGEVING Leerdoelen
Lesfasen & timing Lesfase 3:
Onderwijs- en leeractiviteiten ‘Naast chemische industrie bestaat er ook ijzer en staalindustrie, we gaan dit eens nader bekijken’ Filmpje: van ijzererts tot staal.
5 min Lln krijgen een filmpje te zien, hieruit moeten ze afleiden welke grondstoffen nodig zijn voor de productie van staal. Lln proberen zelf het proces na te vertellen. (Ze zagen reeds het industrieel productieschema) Lesfase 4: ‘ We zagen net de grondstoffen die nodig zijn voor de productie van staal, we gaan eens onderzoeken 30 min hoe deze zich t.o.v. elkaar kunnen verhouden.’ Lln kunnen aan de hand van informatiebronnen de juiste vestigingsplaatsen afleiden. (C3)
Lln kunnen in groep beslissingen maken en de juiste conclusies trekken. (C2)
Lln kunnen
Spel: AFOSU – Vestigingsfactoren voor basisijzerindustrie in USA. De leerlingen worden verdeeld in groepjes en dienen een staalbedrijf op te richten in een regio voor drie verschillende periodes. Ze houden daarbij rekening met specifieke omstandigheden zoals grondstoffen, arbeidskrachten, transportkosten, bereikbaarheid, klimaat, reliëf … De groepjes gaan na hoe de lokalisatie van het bedrijf wijzigt naarmate bepaalde omstandigheden veranderen. Klassikaal: verwerking
Weet er iemand over welk gebied we het hebben gehad? Draai de woorden NOIGEREN en AFOSU eens om. Welke woorden krijgen we? We hebben net de manufacturing belt in de Verenigde Staten besproken. Welke plaatsen hebben jullie omcirkeld voor de periode van 1820? Wat zijn de voordelen van deze plaats? Heeft iedereen dit?
Media
Leerinhoud
PPT: filmpje productie van staal PPT: basisproducten voor staal AFOSU spel Atlas
II Industrie in een regio met een hoge ontwikkelingsgraad (VS) 1. Manufacturing belt 1.1
Situering
De manufacturing belt
Situering: Boston, Washington, St-Louis en Minneapolis. Manufacturing belt Situering andere steden: Duluth, Chicago, Pittsburg, Baltimore, Cleveland
verklaren waarom ze hun fabriek op een bepaalde plaats hebben gezet. (C2)
Wat is volgens jullie de beste plaats in de periode van 1950 ? Wat zijn de voordelen van deze plaats? Heeft iemand iets anders?
Wat is de beste plaats in 1980? Waarom is dit de beste plaats?
C – de staalfabriek ligt dicht bij ijzererts en steenkool.
Na de vestiging van de drie verschillende locaties, draaien de leerlingen de kaart om en duiden ze de verschillende benamingen in op de kaart 4 van het AFOSU spel. (Appalachen, Atlantische oceaan, grote meren, de 5 mogelijke vestigingsplaatsen) Lesfase 5:
‘ We hebben net ontdekt hoe de industrie in de VS zich heeft ontwikkeld, we gaan verder in op de evolutie van staalproductie in het Noorden van Amerika’
E – er zijn goede transportmogelijkheden en er is een afzetmarkt in de buurt. A – de productie is het goedkoopste aan de kust, er is een afzetmarkt in de buurt. 1.2 PPT: manufacturing belt steden
-
Het belang van de Manufacturing Belt Aanleg van spoorwegen. Grote tewerkstelling
15 min OLG: manufacturing belt Lln duiden op de kaart p. 61 de vier steden: Boston, Washington, St-Louis en Minneapolis aan op de kaart. Deze regio, met veel industriële activiteiten, wordt de manufacturing belt genoemd.
Lln kunnen aan de hand van de besluiten van het spel de industrie van de VS opstellen. (C2)
Lkr duidt op transparant de evolutie aan van de industrie in de manufacturing belt. Lln noteren en volgen mee met hun cursus. FASE 1: 19
de
eeuw:
Duidt op je kaartje de P van Pittsburgh aan. We hebben daarstraks gezien waar de steenkool vandaan werd gehaald.
Wie kan mij nog eens zeggen waar dit ontgonnen werd. Wat was de belangrijkste vestigingsfactor? Er was dus zowel steenkool als ijzererts dichtbij Pittsburgh, wat is dan de meest voor de hand liggende locatie om aan
1.3
Groei van de industrie in de Manufacturing Belt.
A) Evolutie van de industrie
FASE 1: 19de eeuw Transparant fase 1 Kerngebied is Pittsburgh, dit omdat er steenkool en ijzererts in de buurt zijn. Maar dit ijzererts raakt uitgeput en er zijn minder cokes nodig voor dezelfde hoeveelheid ijzererts te smelten. oplossing verschuiven van de hoogovens PPT: ontginning naar de ontginningsregio van ijzererts. en productie fase 2 Aanwezigheid van: grondstoffen, PPT: arbeidskrachten, energiebronnen, transport vestigingsfactor en afzetmarkt.
Lln kunnen de kerngebieden van de staalproductie van fase 1 begrijpen en verklaren (C2)
staalproductie te doen? Wat hebben we naast energiebronnen en grondstoffen nog nodig om een succesvol staalbedrijf op te richten? Waar haalden ze deze arbeidskrachten vandaan? Waar gebruikte men dit ijzer en staal voor?
en
PPT: belang van manufacturing
Invullen p. 62 MAAR: de ijzererts raakt bijna uitgeput EN door nieuwe technieken is er steeds minder steenkool nodig om dezelfde hoeveelheid ijzererts te smelten. Het Zwaartepunt van de industrie verschuift.
Transparant fase 2
FASE 2: 1950-1980
Lln kunnen de kerngebieden van de staalproductie van fase 2 begrijpen en verklaren (C2)
Waar werd er naast Pittsburgh nog ijzererts gevonden? (atlas) Duidt op je kaartje de D van Duluth aan. De steenkool moest nog steeds van dezelfde plaats komen. Maar er was minder nodig om hetzelfde ijzer te smelten. Waar zou men dan de staalfabrieken het best lokaliseren? Wat is het probleem met Duluth? Waarom vestigde de staalproductie zich niet in deze streek? (klimatogram vergelijken) Er werd dus een oplossing voorzien, men ging ten zuiden van de grote meren staalfabrieken oprichten. Waarom AAN de grote meren? Duidt de steden bij de meren aan op je kaart Wat zijn de belangrijkste vestigingsfactoren? Wat hebben we naast transport, arbeidskrachten en afzetmarkt nog nodig om een succesvol staalbedrijf op te richten? De grondstoffen en energiebronnen moesten dus aangevoerd worden. De staalproductie kon specifieker gebeuren en er werden ook staalwalsen aan de staalfabrieken gevestigd. Zo konden ze beter vraag en aanbod op elkaar afstemmen. Welke industrie ontwikkelde zich in deze regio zeer
FASE 2: 1950-1980 Ijzererts wordt in Deluth ontdekt, steenkool komt nog steeds uit Appalachen dus meest voor de hand liggende plaats Deluth maar te koud klimaat
PPT: klimatogram
PPT: ontginning en productie fase 2
Verplaatsen van kerngebied naar het zuiden van de meren. Deze meren hebben het probleem dat ze dichtvriezen in de winter en ijzererts uit andere landen wordt veel goedkoper. Oplossing ijzererts invoeren vanuit Canada twee nieuwe industriegebieden ( Buffalo en Toronto) ( hoogteverschillen is ook een probleem) Aanwezigheid van: arbeidskrachten, transport en afzetmarkt.
PPT: filmpje Ford fabriek
sterk? Wat is het probleem met de meren in de winterperiode? MAAR: ook in Duluth raken de ijzerertsgebieden uitgeput + ijzererts van Canada kan gemakkelijk tot in de grote meren gevoerd worden. Hoe? Door de toevoer van ijzererts uit Canada ontstaan in nog twee steden staalbedrijven, welke? Neem je atlas en zoek de meren op? Wat is het grote probleem met ijzererts aanvoer vanuit Canada? Hoe heeft men deze hoogteverschillen opgelost? ijzererts wordt steeds goedkoper via zeetransport. Daarom volgt een nieuwe fase.
Lln kunnen de nadelen van het transport vanuit de grote meren aangeven. (C2)
FASE 3: huidige situatie Lln kunnen de kerngebieden van de staalproductie van fase 3 begrijpen en verklaren (C2)
Lln kunnen het agglomeratie effect verklaren. (C2)
Van welke landen wordt het ijzererts ingevoerd. (atlas) Welke steden aan de kust zijn ideale vestigingsplaatsen voor staalproductie? Welke factoren zijn hier van belang?
Duidt op je kaartje die steden aan: Philadelphia, Baltimore en Washington aan. De steenkool moest nog steeds van dezelfde plaats komen. De komst van havens brengt nog andere voordelen met zich mee. Welke? Naast de toevoer van grondstoffen, zorgt een haven ook voor andere industrieën. De grote bereikbaarheid is een factor die meerdere industrieën aanspreekt. Hierdoor wordt er ook een grote afzetmarkt gecreëerd. Dit effect noemen we het agglomeratie effect Maar wat is het grote probleem met de opkomende industrie in het Oosten? Wat heeft dit voor gevolgen voor de industrie van de VS? Deze concurrentie van de Europese en Aziatische merkten en de automatisering van de fabrieken . Er komst een steeds minder
PPT: dichtvriezen Atlas Transparant Atlas PPT: meren
FASE 3: Huidige situatie Transparant fase Ijzererts wordt ingevoerd vanuit de zee 3 (=maritimisatie) , steenkool nog zeer gering nodig in verhouding en wordt per trein naar havens gebracht. Atlas Agglomeratie-effect: Havens brengen andere industrieën op gang, vanwege de PPT: grote afzetmarkt. vestigingsfactor en Aanwezigheid van: arbeidskrachten, , transport en afzetmarkt. Atlas Maar de concurrentie en automatisering van de fabrieken zorgen ervoor de staalindustrie in Amerika een grote daling kent. Lln duiden volgende steden aan op de kaart ( stapsgewijs per fase) A – Baltimore B – Duluth C – Pittsburgh D – Detroit E – Chicago Bo – Boston
vraag naar staal. Staal in andere landen (Mexico) worden goedkoper. Lln kunnen zelfstandig de leerstof vastzetten. (C3)
Wa – Washington St. L – Saint Louis Mi – Minneapolis
Invullen: transport via de grote meren Lln vullen de cursus aan bij het transport van de grote meren en de problemen hierbij.
PPT: meren herhaling
Samenvatten en vastzetten leerstof Lkr herhaalt met de kaarten kort de volledige situatie. Leerlingen zagen dit steeds in korte fragmenten.
PPT: oplossing cursus
B) Transport via de Grote Meren -
BORDSCHEMA Agenda
-
Sluizen als oplossing voor de grote hoogteverschillen Neemt zeer veel tijd in beslag.