inDruk VO zomer 2009
Homo Digitalis
Invasie van de World Wide Wabbits Overhoren met de Iphone
inhoud zomer 2009 van de redactie leraar24 ambassadeurs nieuws ict in de praktijk homo digitalis
2 3 4 5 6 7
digitale leermiddelen lero’s digitaal leermateriaal onderzoek nieuws
Deze zomer de grens over! Ook dit jaar gaan weer veel discussies in kranten, op internetfora en op televisie over het feit dat door ict de grenzen van het leren vervagen. Overal kan geleerd worden dankzij de computer. Dat is op zich niet zo’n spectaculaire vaststelling, want het is gewoon een open deur: het vliegtuig heeft ook grenzen doen vervagen, zo ook de televisie. Hier zijn we al jaren aan gewend. Interessant is de felheid waarmee discussies gevoerd worden die ict en onderwijs als onderwerp hebben. Steeds merk je dat termen als innovatie, onderwijsvernieuwing, ict, internet, leren en didactiek in een geweldige kluwe spaghetti op uw bordje geserveerd worden en u moet er maar chocolade van zien te maken. Ik denk dat we juist moeten proberen de zaken simpel te houden en niet te verwarren. Een digibord is een hulpmiddel, geen onderwijsvernieuwing. De ene docent kan ermee toveren, de andere stuntelt ermee of laat het ding ongebruikt hangen. Met Google kun je veel informatie vinden: hoe je die informatie interpreteert en verder gebruikt: dat moet je echt zelf doen. Er is geen verschil met het schoolboek. De ene docent gebruikt alle mogelijkheden die een methode hem of haar biedt, de andere docent doet alleen de leeropdrachten en oefeningen uit het boek. De ene docent maakt van het schoolbord een prachtig geïllustreerd kunstwerk, de ander kan niet eens leesbaar schrijven. Als u in dit nummer leest dat het mogelijk is om zelf online leermateriaal te maken of te arrangeren via een ‘auteurstool’ betekent het niet dat iedere docent een schrijver van lesmateriaal is. Het gaat erom dat u keuzes kunt maken waarmee u de leerprocessen die u inricht voor uw leerlingen kunt verrijken. We willen u simpelweg laten delen in de vele mogelijkheden die er door middel van ict gecreëerd worden. In dit blad kunt u weer vele voorbeelden lezen. Doe er uw voordeel mee. En om u helemaal gerust te stellen: in het artikel ‘Wil de echte Homo Digitalis opstaan’ leest u dat de traditionele scheiding tussen school en thuisomgeving vervaagt door ict. Trek daaruit niet de conclusie dat de grenzen tussen werk en vrije tijd vervagen, of tussen schooljaar en vakantie. In deze periode trekt u over andere grenzen. Geniet van de zomer!
Frans Schouwenburg sectormanager vo Wilt u meer informatie, wilt u samenwerken of heeft u vragen? Mail de redactie:
[email protected]
2
Kennisnet • inDruk VO • zomer 2009
11 12 13 14 16
Ieder mogelijk voorwerp maken met 3D printing Maken wat je denkt Eenvoudig voorwerpen maken van welke vorm dan ook, dat kan met 3D printen. Dit gebeurt door plastic plaatselijk hard te maken met een laser. Het kan ook worden gerealiseerd door met een inkjetprinter minuscule druppeltjes plastic, metaal en zelfs keramiek op een bewegende ondergrond te stapelen. Een nieuw frontje voor je mobiel? Downloaden en uitprinten maar!
Speeltoestel Het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma onderzocht deze nieuwe technologie en bekeek wat deze kan betekenen voor het onderwijs. Ook ging een groep leerlingen van de Haagse Heilig Hartschool een speeltoestel ontwerpen dat vervolgens miniatuur in 3D werd uitgevoerd.
Zonder belemmering Erwin Bomas, projectmanager SURFnet/Kennisnet: “3D-printing is een techniek die de creativiteit prikkelt. Je kunt alles maken wat je bedenkt. Jongeren hebben een enorme creatieve vrijheid en zij leven straks in een wereld waarin ze álles wat ze kunnen verzinnen ook kunnen maken. Er zal dan een beroep worden gedaan op creativiteit om de mogelijkheden voor innovatie te benutten. Het onderwijs zou daar nu op in moeten gaan.” Benieuwd hoe dit er in de praktijk uitziet? Bekijk het filmpje van het experiment op de Heilig Hartschool op www.surfnetkennisnet.nl. De verkenning 3D printing is te vinden op www.surfnetkennisnetproject.nl/programma/ publicaties.
leraar24
“Met Leraar24 heb je dag en nacht toegang tot de praktijkervaringen van collega’s” Van starter tot ‘ervaren rot’: iedere docent wordt soms geconfronteerd met nieuwe uitdagingen of verschuivende leerwensen. Het is één van de aspecten die het onderwijs zo interessant en (soms) belastend maken. Want waar vind je de antwoorden? Hoe hebben collega’s ‘jouw uitdaging’ overwonnen?
Leraar24 – een online platform voor en door leraren, waar gratis informatie over onderwijsthema’s te vinden is – wil dergelijke vragen beantwoorden. “Vakliteratuur is natuurlijk prachtig, maar de onderwerpen worden vooral theoretisch belicht. Bovendien houdt het na de laatste bladzijde op. Leraar24 gaat verder. Je kunt er praktijkgerichte informatie vinden én ervaringen uitwisselen met collega’s uit het hele land,” zegt Henny Dullens, docent wiskunde aan ‘College de Heemlanden’ en lid van de lerarenraad van Leraar24; het adviesorgaan dat thema’s voor het platform aandraagt.
Online leren van collega’s
De diepte in
www.leraar24.nl
Als docent met bijna veertig jaar onderwijservaring, weet Henny hoe belangrijk het is om van collega’s te leren. “Al tijdens mijn opleiding stak ik het meeste op van oudere collega’s en stageprojecten. Maar je hebt natuurlijk weinig tijd en tegenwoordig moet alles nog sneller dan vroeger. Daardoor dreigt de praktijkL24 soms een DEF:L24 beetje BROCHURE onder- 14-01-2009 BROCHURE gesneeuwd te raken en blijft er weinig ruimte over voor verdieping. Met Leraar24 kun je wel de diepte in. Waar en wanneer je maar wilt, want het platform is altijd bereikbaar.”
Henny is enthousiast over Internet als medium om informatie uit te wisselen (“dit initiatief zou 20 jaar geleden ondenkbaar zijn geweest”) maar verwacht niet dat ict de fundamenten van het onderwijs zal doen schudden. “Of je nu les geeft uit een boek of informatie op een scherm projecteert, dat maakt niet zo veel uit. Je moet leerlingen zo ver zien te krijgen dat ze iets voor jou willen doen. Maar ik ben er wel van overtuigd dat een project als ‘Leraar24’ veel toevoegt, want online leren van collega’s is natuurlijk grandioos.”
“Al tijdens mijn opleiding stak 18:08
ik het meeste op van oudere
Pagina 4
collega’s en stageprojecten”
Ga na
Vertaling naar het klaslokaal Als lid van de lerarenraad, streeft Henny ernaar om een breed scala aan onderwerpen te ‘behandelen’. “Thema’s waar in de opleiding of in de vakliteratuur niet altijd even veel aandacht aan besteed wordt. Hoe kun je als wiskundedocent bijvoorbeeld omgaan met dyscalculie? Dat is typisch zo’n onderwerp waar je weinig over terug kunt vinden. Maar Leraar24 is niet alleen een informatiebron, want je kunt ook reageren. Bovendien worden de onderwerpen vaak geïllustreerd aan de hand van filmpjes, zodat je ziet hoe collega’s de vertaling naar het klaslokaal maken. Dat spreekt tot de verbeelding.”
Kennisnet • inDruk VO • zomer 2009
3
Leraar
ambassadeurs
Ict coördinator Antoon Fens (Picasso Lyceum, Zoetermeer):
“Ict is een noodzakelijk hulpmiddel om onze flexibele onderwijsvisie te realiseren ” Sinds het Picasso Lyceum – onderdeel van de Scholen Combinatie Zoetermeer – in december de huidige locatie betrok (“het gebouw is zo nieuw, dat je op Google Earth nog een grasveldje ziet”) speelt ict een grotere rol dan ooit tevoren. Ict coördinator en docent Informatica Antoon Fens: “De verhuizing was voor ons aanleiding om een innovatief beleidsplan op te stellen, waarbij de vraag hoe we de talenten van leerlingen optimaal konden ontwikkelen, centraal stond.”
“Wij hebben er uiteindelijk voor gekozen om een aantal domeinen te definiëren, zoals ‘Exact’, ‘Talen’ en ‘Kunst’ en die keuze door te vertalen naar de inrichting van het nieuwe pand. Dat betekent dat je bij ons geen klassieke klaslokalen aantreft die je via lange gangen bereikt, maar royale centrale werkruimtes waar leerlingen uit een bepaald domein grotendeels zelfstandig kunnen werken. Daaromheen vind je instructieruimtes van verschillende groottes. Deze indeling is natuurlijk veel flexibeler dan de traditionele variant.”
Andere manier van lesgeven De ‘domeingerichte’ opzet betekent ook dat de manier van lesgeven verandert. Antoon: “Een gedeelte van de les bestaat uit klassikale instructie. Daarna gaan de leerlingen zelf aan de slag. In de werkruimtes is plaats voor maximaal drie klassen. Daar passen we ook het aantal docenten op aan. Hoe meer klassen, hoe meer docenten. Dat heeft als voordeel dat er bij uitval van een docent altijd ‘back up’ aanwezig is. Omdat leerlingen in de werkplaatsen vaak zelfstandig of in groepjes op de computer werken, verschuift de rol van de docenten dan richting coach. Dat vraagt uiteraard om coachende vaardigheden én om ict kennis.”
4
Kennisnet • inDruk VO • zomer 2009
Focus op samenwerking en kennisdeling Om de deskundigheid op dat gebied te bevorderen (“docenten moeten niet alleen weten hoe een Activboard werkt, maar ook hoe digitale leermiddelen didactisch kunnen worden ingezet”) werkt Picasso nauw samen met andere scholen. Regionaal en binnen samenwerkingsverbanden als DigilessenVO. “We investeren volop in trainingen en vinden het belangrijk om ervaringen uit te wisselen. Uiteraard speelt onze Kennisnet ambassadeur Petra van Dinter daar ook een belangrijke rol in. Samenwerken is in Nederland nog niet ‘bon ton’, maar biedt grote voordelen. Dat je materiaal gezamenlijk kunt arrangeren bijvoorbeeld. Daar maken we echt werk van, want ict is een noodzakelijk hulpmiddel om
“Derdeklassers uit het domein Mens & Maatschappij hebben bijvoorbeeld deelgenomen aan een project over onderdrukking, vervolging en samen leven. De ene klas leerde op de traditionele manier en de andere klas werkte in de Fronter ELO. Zowel leerlingen als docenten ervoeren ‘digitaal leren’ als positief. Docenten waren meer flexibel – je kunt de ELO ook vanuit huis benaderen – en leerlingen vonden het prettig dat ze constant feedback kregen.”
onze flexibele onderwijsvisie te realiseren en leerlingen hun ideale leerroute te laten volgen. Daar moeten we dus constant in blijven investeren.” ambassadeur.kennisnet.nl
nieuws
VO en MBO schitteren voor het laatst in de Finales van de Wedstrijden! Momenteel zijn wij vol enthousiasme bezig om de huidige wedstrijden af te ronden. Helaas nemen we afscheid van de wedstrijden in het vo en mbo. Het zal voor de teams de laatste keer zijn dat ze in de finales schitteren. De po’ers daarentegen kunnen zich volgend jaar weer ten volle overgeven aan de wedstrijden want we gaan verder met Expose Your Talent PO en Think Quest Junior. Redenen
N
PE P TO S N E D IJ R ST D E
W E D
Kennisnet heeft besloten om zich alleen te focussen op het basisonderwijs. Voor het vo en mbo zullen geen wedstrijden meer worden aangeboden. Verschillende redenen liggen ten grondslag aan deze keuze. In het vo is het aantal partijen, dat een alternatief aanbiedt, de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. Daarnaast blijkt in deze sector dat de docenten minder betrokken zijn bij de wedstrijd; scholieren zijn dit wel maar behoren niet meer tot onze primaire doelgroep. In het mbo zien we jaarlijks dat er ondanks de effort die we daarin steken weinig deelnemende teams hebben.
Samenwerking met Schooltv De wedstrijd Expose Your Talent PO organiseren wij ook volgend schooljaar samen met Schooltv. Door kennis en ervaring van Schooltv kunnen wij leraren en leerlingen beter bereiken en een nog intensievere ondersteuning aanbieden. wedstrijden.kennisnet.nl
Even voorstellen: relatiemanager Ronald Kool Ronald Kool is de nieuwe relatiemanager van scholen in het voortgezet onderwijs. De afgelopen jaren werkte hij in de uitgeversbranche en adviseerde het hbo en wo op welke wijze scholieren effectief bereikt kunnen worden met betrekking tot studievoorlichting. In deze nieuwe baan kan hij nu een kijkje in de scholen zelf nemen. “De wereld van de scholier boeit mij, is fascinerend, en prikkelt mij alle ontwikkelingen rond deze doelgroep te volgen. Met name de wijze waarop digitale media, internet en andere ict-middelen een onderdeel vormen van hun dagelijks leven verschilt enorm met de wijze waarop dit bij mij het geval was en is. De afgelopen jaren is het probleem van de digitale kloof verschoven van het ongelijke bezit naar ongelijke vaardigheden en gebruik. Inzet van technologie alleen biedt bovendien geen garantie voor verbetering van de leerprestaties. Het is zoeken naar de juiste proportie van middelen en know how en daar wil ik me graag voor inzetten.”
Netwerken als relatiemanager “Mijn rol is wat u en uw school raakt op het snijvlak van ict en onderwijs te verzamelen en te verenigen in (bestaande) netwerken en zodoende bovenschoolse samenwerking te stimuleren. Via deze netwerken tracht ik deze kennis en ervaringen van docenten, schoolmanagers en ict-coördinatoren voor u toegankelijk te maken. Samen met de vele experts binnen en buiten Kennisnet vertrouw ik erop u op deze wijze te kunnen ondersteunen in het succesvol inzetten van ict binnen uw school. Ik kijk er naar uit!” Meteen een afspraak maken? Stuur een e-mail naar:
[email protected]
Kennisnet • inDruk VO • zomer 2009
5
ict in de praktijk
De invasie van de World Wide Wabbits: konijnen in het onderwijs RFID’s: zonder dat je het merkt, kom je er regelmatig mee in aanraking, want Radio Frequency IDentification units worden op een groeiend aantal producten aangebracht. Guido van Dijk en Isidore Postmes, docenten Informatica aan het Sintermeerten College in Heerlen, zetten ze zelfs in de klassenomgeving in. Maar waar zijn deze postzegelgrote RFID’s nu eigenlijk voor bedoeld en – nog veel interessanter – wat kun je er als docent mee?
Guido van Dijk
Isidore Postmes
Isidore: “De oorsprong ligt in de logistiek, waar behoefte bestond om producten te kunnen ‘tracken en tracen’. Iedere RFID zendt een unieke code uit, die door een ‘ontvanger’ gelezen kan worden. Zo kun je exact vaststellen welke route een product heeft afgelegd. Ik ben gefascineerd door mobiele toepassingen en was op zoek naar een manier om speurtochten te organiseren zonder het GPS signaal te gebruiken, bijvoorbeeld in een binnenruimte als een museum. GPS werkt prima, maar in gebouwen kun je er minder mee. Bovendien is het signaal niet zo nauwkeurig dat je plaatsgebonden opdrachten kunt geven op een kleine oppervlakte. Met RFID’s kan dat wel. Plak een RFID naast Van Gogh’s Starry Night, laat leerlingen er met een ontvanger langs lopen en het signaal vertelt de ontvanger wat ‘hij’ moet doen. Van een internetsite met achtergrondinformatie openen tot het vertonen van een filmpje over ‘Starry Night Over the Rhone’, van Goghs’ andere ‘sterrenschilderij’.”
Voorleeskonijn Hoewel het idee goed was, kun je RFID’s niet bij de supermarkt kopen. Guido: “Uiteindelijk kwamen we uit bij de konijntjes van producent Violet. Zij hebben verschillende RFID ‘lezers’ ontwikkeld, zoals een ‘mirror’ die je aan je computer koppelt en de Nabaztag:tag; het konijn. Het leuke daaraan – afgezien van de vormgeving – is dat het bijvoorbeeld nieuwsberichten, webpagina’s en e-mails kan voorlezen. Om dat voor elkaar te krijgen, moet het konijn wel weten wat het moet doen. Je kunt die applicaties direct downloaden. Maar het is ook mogelijk om de konijntjes zélf te programmeren.”
“Ik ben gefascineerd door mobiele toepassingen en was op zoek naar een manier om speurtochten te organiseren zonder het GPS signaal te gebruiken”
6
Kennisnet • inDruk VO • zomer 2009
“De leerlingen vinden het erg stimulerend en gaan er graag mee aan de slag”
Wil de echte homo digitalis nú opstaan? Beperkte investering In klas 4 van het lyceum zijn de leerlingen daarmee aan de slag gegaan. “Eén jongen heeft zelfs een leerlingregistratie systeem geprogrammeerd, waarmee je bijvoorbeeld kunt bijhouden hoe vaak een leerling in een bepaald lokaal is geweest,” vertelt Guido. Wie zelf met RFID’s aan de slag wil, hoeft niet tegen de investering op te zien. Isidore: “Meer dan 100 euro hoeft het niet te kosten. En je krijgt er veel voor terug, want de leerlingen vinden het erg stimulerend en gaan er graag mee aan de slag. Dat is natuurlijk mooi om te zien.”
De traditionele scheiding tussen de school- en de thuisomgeving vervaagt. Ict maakt het mogelijk om te leren waar, wanneer en hoe je wilt. Dat is althans de theorie. Maar hoe stellen ‘moderne’ docenten leerlingen in staat om 24 uur per dag te kunnen leren? Welke tools zetten zij in om de leerervaring te flexibiliseren? En onderschrijven zij überhaupt het idee dat de ‘eeuwige school’ ooit werkelijkheid wordt? InDruk legde twee ‘ict-minded’ docenten een aantal uitdagende vragen en stellingen voor.
Hoe zou je jouw school karakteriseren? Dustin: “Er wordt bij ons minder vaak frontaal lesgegeven, zodat de docent zich met individuele of kleine groepjes leerlingen kan bezighouden. Leerlingen leren van én met elkaar en krijgen de ruimte om binnen de vastgestelde leerdoelen eigen keuzes te maken. Maar er is ook nog voldoende aandacht voor klassikaal onderwijs. We zitten nu voor het tweede jaar in een nieuw schoolgebouw en dat is behoorlijk innovatief vormgegeven. We hebben een gevarieerde leeromgeving gecreëerd: instructielokalen worden afgewisseld met werkgebieden die
zijn voorzien van computers. Daarnaast beschikt elk leergebied over een studio, waar je rustig met leerlingen kunt praten en zijn er groeps- en stilteplekken ingericht.” Andries: “Met ongeveer 2.000 leerlingen, verdeeld over verschillende locaties, zijn we een vrij grote school. Maar de sfeer is heel warm. Je kunt bij ons echt jezelf zijn en er gaat veel aandacht uit naar de emoties en ontwikkeling van onze leerlingen. Ondanks de omvang, heb je nooit het gevoel dat je een nummer bent.”
Kennisnet • inDruk VO • zomer 2009
7
homo digitalis
Wil de echte homo d Hoe zou je jouw school karakteriseren? Dustin: “Er wordt bij ons minder vaak frontaal lesgegeven, zodat de docent zich met individuele of kleine groepjes leerlingen kan bezighouden. Leerlingen leren van én met elkaar en krijgen de ruimte om binnen de vastgestelde leerdoelen eigen keuzes te maken. Maar er is ook nog voldoende aandacht voor klassikaal onderwijs. We zitten nu voor het tweede jaar in een nieuw schoolgebouw en dat is behoorlijk innovatief vormgegeven. We hebben een gevarieerde leeromgeving gecreëerd: instructielokalen worden afgewisseld met werkgebieden die zijn voorzien van computers. Daarnaast beschikt elk leergebied over een studio, waar je rustig met leerlingen kunt praten en zijn er groeps- en stilteplekken ingericht.” Andries: “Met ongeveer 2.000 leerlingen, verdeeld over verschillende locaties, zijn we een vrij grote school. Maar de sfeer is heel warm. Je kunt bij ons echt jezelf zijn en er gaat veel aandacht uit naar de emoties en ontwikkeling van onze leerlingen. Ondanks de omvang, heb je nooit het gevoel dat je een nummer bent.”
Naam: Dustin Dijkstra Leeftijd: 33 Is: Docent Aardrijkskunde in de onder- en bovenbouw Havo en vwo aan het Aletta Jacobs College in Hoogezand. Nevenfuncties: Ict coördinator en onderwijsinnovator in de onderbouw.
8
Kennisnet • inDruk VO • zomer 2009
Zou je kunnen schetsen hoe een gemiddelde lesdag er ongeveer uitziet? Andries: “We werken met een vaste lesstructuur en de leerlingen volgen overwegend ‘traditioneel’ klassikaal onderwijs. Ict wint overigens snel aan belang. Sinds vorig jaar beschikken we in de onderbouw bijvoorbeeld over digiborden – de bovenbouw is binnenkort aan de beurt – en sommige docenten zijn daar heel enthousiast mee aan de slag gegaan. Bovendien hebben we zogenaamde ‘z-uren’. De leerlingen zitten dan in studieruimtes en werken zelfstandig aan het bereiken van hun leerdoelen. In die setting is ict natuurlijk een ideaal hulpmiddel. Hoewel dat van leerling tot leerling wisselt, schat ik dat de meeste leerlingen toch wel zo’n vijf of zes z-uren per week volgen en dan vaak met ict bezig zijn.” Dustin: “Bij ons is afwisseling de regel. Aan ieder instructielokaal, die bijna allemaal zijn voorzien van digiborden en beamers, is een werkgebied gekoppeld. De deur tussen die twee ruimtes, waar verschillende klassen tegelijkertijd werken, staat regelmatig open. Binnen een lesuur kunnen de leerlingen, als de docenten dat willen, dus ook van leeromgeving wisselen. Je kunt er zelfs voor kiezen om samen met een collega van een ander vak, dezelfde stof te behandelen. Die ‘leerarrangementen’ worden nu nog sporadisch aangeboden, maar we willen er zeker meer mee gaan doen en vakoverstijgende programma’s ontwikkelen. Denk aan een combinatie van aardrijkskunde en geschiedenis. Als je dat goed op elkaar afstemt, kun je ingaan op de samenhang en tegemoet komen aan verschillende leerstijlen.”
Op een schaal van 1 tot 10, hoe ver denk je dat jullie school op ict gebied is? We hebben onlangs de Vier in Balans monitor van Kennisnet doorlopen. Visie, deskundigheid en hardware hebben we voldoende in huis. Het ontbreekt echter nog aan voldoende educatieve content. Een 7,5 lijkt mij daarom een goed cijfer. En hoe hoog schat je jouw eigen kennis van ict in? Een 7. Ik ben niet echt een techneut, maar vind het wel leuk om dingen uit te proberen. Favoriete gadget(s): Er is nu een miniprojector/beamer van 12 cm, de pocket cinema V10. Die kun je aansluiten op een mobiele telefoon of een PC. In combinatie met een draadloos netwerk verander je elke
ruimte op school in een bioscoop. Ook kun je met smartphones en PDA’s met GPSontvanger in het onderwijs leuke dingen doen. Handige sites voor docenten: ict-en-onderwijs.blogspot.com www.mscapers.com vierinbalans.onderwijstools.nl Surft thuis vaak naar: www.aletta.nl live.7scenes.com www.nu.nl Heb je een tip voor docenten die nog wat minder met ict toepassingen werken? Laat leerlingen je helpen met het toepassen van ict.
digitalis nú opstaan? Naam: Andries Meuleman
Op een schaal van 1 tot 10, hoe ver denk je dat jullie school op ict gebied is? Een 7,5.
Leeftijd: 25 Is: Docent Economie en Management & Organisatie aan het Winkler Prins in Veendam. Geeft voornamelijk les in de bovenbouw Havo en vwo. Nevenfuncties: Adviseur op ict gebied (“niet officieel, maar toch”) en Kennisnet ambassadeur.
En hoe hoog schat je jouw eigen kennis van ict in? Een 8. Favoriete gadget(s): Digitale spiegelreflexcamera Handige sites voor docenten: www.lesbank.nl www.contentcorner.nl
Over welke multimediale middelen kun je allemaal beschikken? Dustin: “Poeh. Dat is heel breed en varieert van digiborden en beamers tot de It’s Learning ELO. Wij hebben per twee leerlingen één bekabelde pc, maar beschikken ook over een wireless netwerk. Dat zie je trouwens steeds vaker, dat leerlingen op hun eigen laptop werken. Mijn klas heeft ook meegedaan aan een wedstrijd ‘mobiele GPS spellen maken’. We hebben toen allerlei aardrijkskundige vragen bedacht en de leerlingen met Nokia 95’s de schoolomgeving laten verkennen. Dat was ontzettend leuk. Ook voor de docenten, want de locatie van de leerlingen en de antwoorden die ze invoerden waren ‘in real time’ op het digibord te zien. Bovendien heeft een aantal bovenbouwleerlingen pda’tjes in beheer. Dat groepje heb ik nu ‘ingehuurd’ om een GPS excursie voor brugklassers te ontwerpen. Maar zij zullen ook een aantal workshops voor docenten verzorgen, die dan zelf een route moeten lopen, zodat ze ervaren hoe het werkt en wat de didactische mogelijkheden zijn.” Andries: “Ook wij werken met It’s Learning. Helaas heeft nog niet iedere docent de beschikking over een digibord – ik ben er daar één van – dus de mogelijkheden zijn vooralsnog iets beperkter. Ik verwacht dat de inzet van ict een grote impuls krijgt zodra de borden breder beschikbaar zijn. Daar willen we nu grote stappen in zetten. Ik vind het persoonlijk niet zo spannend hoe hoog de computerdichtheid per leerling is. Waar het volgens mij om gaat, is dat er bij piekmomenten voldoende capaciteit beschikbaar is. Bovendien moet het ook ‘bugvrij’ functioneren, want anders schrikt het mensen snel af. Dat technische aspect is bij ons goed geregeld. We hebben een deskundige ict afdeling en een prima infrastructuur. Beiden zijn door een extern bureau als ‘uitstekend’ beoordeeld. Als we straks naar een nieuwe locatie verhuizen, dan wordt de volledige infrastructuur door interne medewerkers gerealiseerd. Daar zijn we dus al ver in.”
Surft thuis vaak naar: www.voetbalzone.nl www.nu.nl www.eurobench.com Heb je een tip voor docenten die nog wat minder met ict toepassingen werken? Gewoon proberen en leren van ervaren collega’s.
Van welke digitale leermiddelen maak je zelf gebruik en hoe beïnvloedt dat je manier van lesgeven? Andries: “Omdat ik dus geen digibord in mijn klas heb, gebruik ik de ELO momenteel vooral als opslagmedium en om links naar leuke websites te plaatsen, zodat leerlingen achtergrondinformatie kunnen vinden. Denk dan aan een filmpje van twee economen die de economische crisis bespreken. Een stukje verdieping, eigenlijk. Daarnaast gebruik ik de ELO om diagnostische toetsen te maken. Dat is erg leuk, maar de toetsingsmodule kent nog wel wat technische beperkingen. Zo is het niet mogelijk om het euroteken in te voegen en is het integreren van afbeeldingen soms lastig. Dat hebben we overigens met de ontwikkelaar overlegd, dus ik verwacht dat daar op korte termijn een oplossing voor wordt gevonden. Zelf kom ik er meestal nog wel uit, maar voor collega’s die minder ict georiënteerd zijn, is het toch een drempel. Ook heb ik samen met mijn klas meegedaan met een aandelenbeursspel via Internet. De leerlingen moesten een fictieve portefeuille creëren en zelf in aandelen handelen. Dat was heel leuk, want ze gingen er fanatiek mee aan de slag en konden het niet verkroppen als klasgenootjes het ‘beter’ deden. De beursinformatie vloog je in e-mailtjes om de oren! Maar dit zijn ook goede didactische toepassingen, want ze leren spelenderwijs veel over bijvoorbeeld ratio’s, de intrinsieke waarde van ondernemingen en de verschillende beleggingsstrategieën.“
Kennisnet • inDruk VO • zomer 2009
9
homo digitalis
Wil de echte homo digitalis nú opstaan? Dustin: ”Ict heeft mijn manier van werken flink veranderd. Ik werk thuis bijvoorbeeld rechtstreeks in de It’s Learning omgeving. Soms ‘hang’ ik er extra opdrachten in, die de leerlingen niet kunnen zien, maar die ik tijdens de les op kan roepen. In het begin kostte het veel tijd om lesmateriaal te verzamelen, te arrangeren en binnen de ELO te plaatsen. Maar nu – dit is het tweede jaar dat we met dit systeem werken – begin ik tijdwinst te boeken. Zodra het nieuwe schooljaar begint, pas ik de namen en deadlines aan en dan ben ik er in principe klaar voor, hoewel je natuurlijk altijd zaken blijft wijzigen, zodat je op de actualiteit in kunt spelen. Ik werk overigens niet méér thuis dan vroeger. Wel kan ik nu – ook vanuit huis – veel beter monitoren wat de leerlingen doen.”
Ict biedt de kans om ‘24 uur per dag’ te leren Dustin: “Absoluut. Alle opdrachten, inclusief ondersteunend materiaal, plaats ik binnen de ELO. Leerlingen kunnen daar dag en nacht bij. Maar ik maak ook gebruik van ict om met leerlingen te communiceren. Zo organiseer ik tijdens proefwerkweken digitale spreekuren. Dan ben ik op vaste momenten in het forum aanwezig. Als het groene lampje brandt, kunnen de leerlingen me vragen stellen. Dat is ook voor mijzelf effectief, want ‘vroeger’ vuurden ze de hele week vragen op je af en nu weten ze exact wanneer ze me buiten de lessen om kunnen bereiken. Dat werkt heel goed. Ook handig is dat leerlingen producten vanuit huis kunnen inleveren én dat die direct worden gescand op plagiaat. Daar staat tegenover dat het belangrijk is om samen te werken en elkaar te zien. Niet alleen via een webcam of op een forum, maar zeker ook ‘in real life’. Samen leren is enorm krachtig. Bij ons is het startpunt weliswaar de ELO, maar het is niet de bedoeling dat leerlingen hele dagen ‘eenzaam’ achter de pc zitten. Je moet leerlingen ook naar buiten sturen om informatie te verzamelen en samen te leren werken.” Andries: “Met ict ben je minder tijd- en plaatsgebonden. Dat leerlingen ook tijdens de vakanties in de ELO kunnen, is natuurlijk wel handig. Daar zit echter ook een keerzijde aan, want je moet jezelf op een gegeven moment wel ‘los’ kunnen maken van je werk. Ik vind verder dat ict per definitie een ondersteunend middel is. Bepaalde soorten intelligenties kun je er prima mee prikkelen, andere intelligenties moeten in een meer traditionele setting worden ontwikkeld. Bovendien kun je jezelf de vraag stellen wat leren nu eigenlijk is. Leren doe je niet alleen op school, maar de hele dag door. Ook als je een computerspelletje speelt of een balletje trapt met vrienden, ben je aan het leren. In die zin leer je dus al 24 uur per dag.”
Hoe zie je de rol van het management? Dustin: “Dat vind ik een lastige vraag. De school moet natuurlijk over de technische infrastructuur beschikken. Maar ook een scherpe onderwijsvisie is van belang. Als ik naar onze school kijk, dan constateer ik dat de inzet van ict goed aansluit op onze ambities. We willen leerlingen flexibel onderwijs aanbieden en ict kan daar een belangrijke rol in spelen. Wat ik persoonlijk prettig vind, is dat ik veel ruimte krijg om te experimenteren. Die mobile game quest, die ik eerder al noemde, is daar een goed voorbeeld van.”
10
Kennisnet • inDruk VO • zomer 2009
Andries: “De techniek moet een goed basisniveau hebben; alles moet gewoon werken, zodat de drempel om nieuwe technieken te gebruiken zo veel mogelijk wordt verlaagd voor docenten. Het management moet natuurlijk ook kijken naar het financiële aspect. Soms ontstaan dan patstellingen, want waarom zou je een duur digibord aanschaffen als daar niet direct vraag naar is? Het lastige is: soms werkt het andersom en ontdekken mensen pas de voordelen zodra de innovatie is doorgevoerd. Als bijvoorbeeld blijkt dat leerlingen heel enthousiast op een bepaalde tool reageren, dan wakkert dat ook het enthousiasme onder de docenten aan. Het is belangrijk dat het management een duidelijke ict-visie heeft en die met de docenten deelt. Als Kennisnet ambassadeur probeer ik mijn collega’s ‘hongerig’ te maken om te leren. Leren van elkaar, maar ook van de leerlingen. Als ik zelf materiaal ontwikkel, dan deel ik dat eigenlijk altijd met collega’s. Daarnaast verzorg ik samen met andere ict geïnteresseerde docenten workshops, zodat we de kennisbevordering bij collega’s stimuleren.”
Wat houdt flexibel leren voor jou in? Andries: “Dat je gevarieerd les kan geven en probeert aan te sluiten bij de leerwensen van de individuele leerling. Ict is hierbij een ondersteunend leermiddel.” Dustin: “Dat je als leerling een opdracht kunt kiezen die het beste bij jouw leerstijl past. Ict maakt het mogelijk om opdrachten op die manier aan te bieden.”
Dat de boeken ‘gratis’ worden, zal digitaal leren een impuls geven Dustin: “Ik denk dat veel scholen met dat thema worstelen, want je kunt geld maar één keer uitgeven. Gaan we investeren in boeken, in licenties of kiezen we ervoor om zelf materiaal te ontwikkelen en te arrangeren? Het is, ook bij ons, nog een beetje zoeken naar de ideale vorm. Het is best mogelijk dat we straks een deel van het budget aanwenden om iedere leerling een eigen laptop te geven. Maar dan moet er wel voldoende content beschikbaar zijn die aansluit op de onderwijsvisie van de school. Ieder schooljaar zul je een deel van de middelen opnieuw toe moeten wijzen. Net als de techniek, schrijdt ook het inzicht voort.” Andries: “De uitgeverswereld heeft jarenlang een soort van monopoliepositie gehad. Ik denk dat het goed is dat die situatie nu wordt doorbroken. Dat zal sommige scholen prikkelen om zelf materiaal te gaan ontwikkelen. Anderen zullen zich aansluiten bij samenwerkingsverbanden of digitale leermiddelen bij uitgevers inkopen. Voor mij persoonlijk is de grootste vraag hoe ik aan content kom. Als Kennisnet ambassadeur beschik ik gelukkig over een breed netwerk. Wat ik prettig vind, is dat de docenten bij ons veel ruimte hebben om eigen keuzes te maken. Uiteraard hebben we als school wel de gezonde ambitie om kostenbewust te werk te gaan. Uiteindelijk zullen we samen een goede balans moeten vinden tussen de didactische wensen en de kosten.”
digitale leermiddelen
iPhone wordt OverhoorPhone Met ruim 950.000 gebruikers, is Wrts.nl een populair online overhoorprogramma. Op de website kunnen leerlingen woordenlijsten aanmaken, bestaande woordenlijsten up- en downloaden én elkaar overhoren. Maar dan moet je natuurlijk wel toegang hebben tot Internet. “In mijn klas staan zes computers. Dat is best veel, maar als de hele klas tegelijkertijd online wil, is al snel sprake van filevorming,” vertelt Maurice Visser, docent Frans aan Scholengemeenschap Dalton Voorburg. Vanuit de gedachte dat steeds meer leerlingen over een mobiele telefoon met internetfaciliteiten beschikken, besloot Digischool in het kader van het SURFnet/Kennisnet innovatieprogramma een mobiele variant van Wrts te ontwikkelen. Maurice: “Daar werd ik door een collega Duits op gewezen en pluk ik nu de vruchten van.” Inmiddels hebben al ‘zijn’ leerlingen een iPhone in bruikleen, waarmee ze Wrts mobiel kunnen benaderen. Maar ook voordat de iPhones hun intrede deden, wees Maurice leerlingen al op het bestaan van Wrts.nl. “Het is een vast onderdeel van het lesprogramma. Een collega voert de woordenlijsten in die leerlingen kunnen downloaden. Ik vind dat we in het kader van verrijking de plicht hebben om alternatieve leerstrategieën aan te bieden. Iedereen leert op een eigen manier. Door meerdere mogelijkheden te introduceren, ontdekken leerlingen welke methode bij hen past.”
Heel spannend
Voorschot op de toekomst
Maurice zet ict breed in. “Wij werken niet met boeken, maar ontwikkelen zelf leermiddelen. Daarbij maken we relatief vaak gebruik van digitaal materiaal. Ik denk dat zo’n 25 tot 35 % van het Franse lesaanbod, dat we thematisch aanbieden, een ict-component heeft. Dat komt ook omdat ik zelf graag materiaal ontwikkel. Dat dit in het onderwijs kan, beschouw ik echt als een verrijking.” De iPhones werden enthousiast ontvangen (“kinderen zagen het als een cadeautje”) en mobiel Wrts werkt prima. “Omdat ze uitsluitend een data abonnement hebben, is het echt een leermiddel. Leerlingen vinden het heel spannend. Werkt het of levert dit me een onvoldoende op?”
“Een groot voordeel is dat ze niet meer hoeven te wachten tot er een computer beschikbaar is en letterlijk overal woordjes kunnen overhoren. Of ze er ook beter door leren, moet uit het onderzoek blijken, maar het is een leerprikkel die erg dichtbij en laagdrempelig is.” Volgens Maurice is er zelfs meer mogelijk: “Ook de schoolwebsite is opeens mobiel toegankelijk! Wel heb ik het idee dat dit project vooruitloopt op de toekomst, want niet alle leerlingen hebben al mobieltjes waarmee je Internet op kunt. Maar dat is een kwestie van tijd.”
“Ik vind dat we in het kader van verrijking de plicht hebben om alternatieve leerstrategieën aan te bieden.”
Kennisnet • inDruk VO • zomer 2009
11
lero’s
Ict maakt het mogelijk om in het Latijn rappende Duitsers voor de klas te zetten Klassieke talen nemen in het middelbaar onderwijs een bijzondere positie in. Niet alleen omdat de talen uitsluitend op het gymnasium worden onderwezen, maar ook vanwege de specifieke leeruitdagingen. Want het lees- en leertempo van oud Griekse en Latijnse teksten ligt beduidend lager dan bij moderne talen. “Als je in een lesuur tien regels behandelt, dan is dat een heel behoorlijk resultaat,” vertelt Drs. Kokkie van Oeveren, vakdidacticus Onderwijscentrum VU en docent klassieke talen aan het Amsterdamse St. Ignatiusgymnasium.
“Omdat ik bovendien lesuren verzorg van 70 minuten, loop je het risico dat de aandacht verslapt. Ik ben ervan overtuigd dat je dat knelpunt met ict kunt overwinnen.” Op mijn website heb ik tips verzameld die vrijwel iedere taaldocent toe kan passen. Het enige wat je nodig hebt zijn tijd, enthousiasme en een smartboard.” Kokkie maakt gebruik van meerdere tools. “Omdat een les voor een groot deel uit het lezen van klassieke teksten bestaat en moderne leerlingen visueel zijn ingesteld, is het ideaal om die op het scherm te projecteren. Zo kun je bijvoorbeeld zinsdelen onderstrepen. Dat is didactisch een grote vooruitgang.”
Cultuur visualiseren Maar Kokkie gebruikt ook andere tools, zoals YouTube. “Het klinkt misschien gek, maar ik kan me bijna geen leraarschap zonder YouTube meer voorstellen. Want wat een geweldige uitvinding voor het onderwijs is dat; echt fantastisch! Zelf zet ik de filmpjes vaak illustratief in. Bijvoorbeeld om een tekst of de Romeinse cultuur te visualiseren, zodat abstracte materie gaat leven. Bovendien maak ik gebruik van verfilmingen – denk aan de grote Griekse tragedies – zodat leerlingen verschillende invalshoeken ontdekken en daarover kunnen discussiëren. Waarom heeft een regisseur een bepaalde keuze gemaakt? En waar zou je zelf voor kiezen? Zo creëer je verdieping.”
Gepassioneerde Italianen en rappende Duitsers “Misschien nog wel leuker zijn filmpjes van Italianen die zichzelf filmen terwijl ze met veel passie Latijnse teksten declameren. Of Duitsers die in het Latijn rappen. Al die mensen kun je letterlijk de klas binnen halen.” Sinds kort ‘produceert’ Kokkie ook zelf filmpjes. “Ik maak foto’s van leerlingen die scènes uitbeelden en verwerk die in diavoorstellingen. Tijdens de afsluitende les van een module wordt die film getoond. Dat is niet alleen leuk – de reacties zijn enorm enthousiast – maar biedt ook de kans om de tekst nog een keer als geheel te behandelen.” lero.kennisnet.nl
Tip van Kokkie: “Schrijf je in voor de nieuwsbrief van Kathy Schrock, boordevol praktische tools die je direct in kunt zetten. Je vindt ‘m op school.discoveryeducation.com/ schrockguide
12
Kennisnet • inDruk VO • zomer 2009
digitaal leermateriaal
Kies uw eigen auteurstools Video’s met instructiemateriaal, digitale schoolborden, laptopklassen… Digitaal leermateriaal is niet meer weg te denken uit het onderwijs. Er zijn allerlei programma’s om zelf digitale lessen te maken of te arrangeren. Die programma’s worden auteurstools genoemd. Maar welke tool sluit het beste op uw wensen en situatie aan? Welke mogelijkheden bieden de diverse tools nu eigenlijk? En voldoet het met deze tool ontwikkelde digitale leermateriaal inderdaad aan de juiste standaarden? Om docenten en schoolmanagers te helpen bij het beantwoorden van deze lastige vragen, heeft Kennisnet een informatiewijzer ontwikkeld waarin de belangrijkste auteurstools en hun mogelijkheden zijn
Pim Durieux, docent uit het voortgezet onderwijs over auteurstools:
beschreven. Waarom auteurstools? Met een auteurstool kunt u snel een aanvullend arrangement maken op uw lesstof en makkelijk inspelen op de actualiteit. Ook hoeft u bij het maken en arrangeren van digitaal leermateriaal geen technische kennis te hebben. Een goede auteurstool helpt u op weg. Daarnaast maakt een auteurstool het mogelijk om makkelijk het digitaal leermateriaal in uw ELO afspelen.
Wat vindt u op digitaalleermateriaal.kennisnet.nl/ auteurstools? Een overzicht van de verschillende auteurstools en hun mogelijkheden die u handvatten biedt om een auteurstool te kiezen. De keuze is afhankelijk van uw wensen en van de ictomgeving in uw school. De folder ‘Tools voor het zelf arrangeren en ontwikkelen van digitaal leermateriaal’ kunt u bestellen via bestellen.kennisnet.nl/vo.
Pim Durieux werkt bij het Zuyderzee College, een school voor VMBO, Havo, Atheneum en Gymnasium in Emmeloord en Lemmer. Daarnaast is hij betrokken bij de Onderwijsvernieuwings-coöperatie. Pim Durieux: “Ik werk met twee verschillende auteurstools: Exe learning en Lessenmaker. Voordeel van die laatste is dat het een online tool is; de lessen zijn meteen beschikbaar via internet en kunnen aangepast worden. Docenten moeten nog wel wennen aan het gebruiken en maken van digitaal leermateriaal. Er zijn nog maar weinig cursussen en opleidingstrajecten over digitaal leermateriaal, dus zie je vaak dat de docenten die net iets meer weten over bijvoorbeeld auteurstools, andere docenten op weg helpen. Ik geef bijvoorbeeld binnen onze school en binnen de Onderwijsvernieuwingscoöperatie cursussen. Voor leerlingen is de stap naar digitaal leermateriaal veel kleiner; de meeste leerlingen op onze school maken al geen gebruik meer van boeken, maar werken alleen met een laptop. Ze zijn niet anders gewend!”
digitaalleermateriaal.kennisnet.nl
Kennisnet • inDruk VO • zomer 2009
13
onderzoek
Van “gevoel” naar wetenschappelijke onderbouwing: Ict draagt inderdaad bij aan aantrekkelijker en efficiënter onderwijs Binnen het onderzoeksprogramma ‘Leren met meer effect’ experimenteerden tien instellingen met digitale leermethoden waarvan ze zelf dachten dat het zou bijdragen aan beter onderwijs. Omdat werd gewerkt met controlegroepen (sommige leerlingen volgden ‘traditionele’ lessen, anderen maakten gebruik van ict) kon objectief worden vastgesteld wat de leeropbrengsten waren.
Uit het onderzoek blijkt dat ict kan helpen om het onderwijs effectiever en efficiënter in te richten en de aantrekkelijkheid voor docenten én leerlingen stimuleert. Op voorhand verwachtten vijf van de tien scholen dat ict effect zou hebben op de leerprestaties. Bij drie van deze scholen scoorden leerlingen die het vernieuwende programma doorliepen uiteindelijk beter dan klasgenoten die reguliere lessen volgden. Zeven deelnemende scholen gingen ervan uit dat de leermotivatie door ict zou worden gestimuleerd. Op vier scholen werden inderdaad positieve effecten (toegenomen motivatie en autonomie) gemeten. Toch is ict geen wondermiddel, want de succeskans is van vele factoren afhankelijk.
Focus op doelstellingen
Digitaal of traditioneel
onderzoek.kennisnet.nl
Eén van de projectdeelnemers was het Twentse Carmel College. Projectleider en docent Nederlands Bertil Velthuis: “Wij wilden enerzijds onderzoeken of ict de doorlopende leerlijn zou bevorderen. Anderzijds moest in kaart worden gebracht of ‘digitaal leren’ de spellingsvaardigheden en het vermogen om begrijpend te lezen een stimulans zou geven. Alle eerstejaars leerlingen werden in twee groepen opgesplitst. De ene groep werkte, onder begeleiding van een onderwijsassistent, met het programma Muiswerk, de controlegroep volgde ‘regulier docentonderwijs’. Zo konden de twee werkwijzen goed worden vergeleken.”
Een glimlach is niet altijd objectief De wetenschappelijke insteek vindt Bertil een plus. “Vaak zijn effecten lastig te meten. Als docenten en leerlingen glimlachen, wordt al snel geconcludeerd dat het een succes is. Maar objectief kun je dat niet noemen. Dat gold voor deze projectaanpak wél. Uit de resultaten blijkt dat Muiswerk ‘werkt’. “Grappig, want als docenten hadden we de indruk dat we, vooral met extra lestijd op het gebied van spelling en begrijpend lezen, een beter resultaat zouden boeken dan een computerprogramma. Maar beide groepen hebben uiteindelijk dezelfde vooruitgang geboekt.”
14
Kennisnet • inDruk VO • zomer 2009
Ook Carmel directeur Gerrit Brouwer is enthousiast over de onderzoeksaanpak. “Dat je de doelstellingen van onderwijsvernieuwing kritischer in kaart brengt en je meer bewust wordt van de achterliggende processen is een pluspunt. Wel vraagt dit soort onder-zoek veel van de instelling, vooral op organisatorisch gebied.” De grootste winst? “We willen de doorlopende leerlijn bevorderen. Dat vereist ook een inspanning van de basisscholen. Als we onderwijsvernieuwing wetenschappelijk kunnen onderbouwen, dan wordt ons verhaal een stuk krachtiger en kunnen achterstanden sneller worden aangepakt.”
Experimenteren met ict Kan ict bijdragen aan aantrekkelijker en efficiënter onderwijs? Met het onderzoeksprogramma Leren met meer effect van Kennisnet werd deze vraag onder de loep genomen. Scholen deden hierbij weten-schappelijk onderzoek naar de toepassing van ict in het onderwijs. De deelnemende scholen experimenteerden met nieuwe vormen van inzet van ict. Daarbij werd steeds bekeken of de vernieuwingen daadwerkelijk leidden tot de verwachte effecten. De resultaten van Leren met meer effect zijn interessant voor de betrokkenen, maar ook voor de sector in zijn geheel. Schoolmanagers kunnen met de bevindingen uit het onderzoek onderbouwde keuzes maken over de toepassing van ict op school.
Conclusies Tien scholen namen deel. Dit zijn de belangrijkste conclusies:
Abonneer u gratis op de Kennisnet Onderzoeksreeks
Effecten op leerprestaties Vijf scholen verwachtten dat ict effect zou hebben op de leerprestaties. Bij drie scholen scoorden leerlingen die meededen aan de onderwijsvernieuwing beter dan de leerlingen die traditioneel les kregen. Zo had op het Penta College het zelfstandig werken aan aardrijkskundeopdrachten in een ELO een positieve invloed op de prestaties van de leerlingen.
Motivatie vergroten Zeven scholen wilden met onderwijsvernieuwing de motivatie voor leren of het vak vergroten. Op vier scholen werden positieve effecten geregistreerd. Zo introduceerde het Hermann Wesselink College een wiskundemethode zonder boek maar met ict. Leerlingen die wiskunde zonder boek volgden, scoorden hoger op onder meer intrinsieke motivatie en autonomie dan de leerlingen die traditioneel onderwijs ontvingen. Uit het onderzoek bleek bovendien dat ook docenten door het gebruik van ict over het algemeen meer gemotiveerd zijn in hun vak.
De Kennisnet Onderzoeksreeks ‘Ict in het onderwijs’ is bedoeld voor management en docenten in het onderwijs en voor instellingen en organisaties die het onderwijs ondersteunen bij effectief en efficiënt ict-gebruik. Wat weten we uit wetenschappelijk onderzoek over ict in het onderwijs? Hoe kunnen scholen samen met onderzoekers voortbouwen op beschikbare resultaten uit eerder uitgevoerd onderzoek? De Kennisnet Onderzoeksreeks is de verzamelplaats voor antwoorden op deze vragen. Sluit nu een gratis abonnement af. U krijgt dan de nieuwste publicaties - gemiddeld tien per jaar - meteen toegestuurd. Zo bent u altijd op de hoogte van de nieuwste onderzoeksresultaten wat betreft ict in het onderwijs. Kijk snel op onderzoek.kennisnet.nl
Bijsterveldt ontvangt eerste exemplaar ‘Leren met meer effect’ Het gebruik van ict tijdens wiskundelessen verbetert de prestaties van leerlingen en het vermindert de werkdruk van docenten. Dat is een van de resultaten van het onderzoeksrapport “Leren met meer effect” dat afgelopen april is overhandigd aan staatssecretaris Van Bijsterveldt op het Twents Carmel College in Denekamp. “Fantastisch dat ict de taal- en rekenprestaties van leerlingen kan bevorderen en dat het bovendien de vakken aantrekkelijker maakt voor zowel docenten als leerlingen”, aldus Van Bijsterveldt. De staatssecretaris ging in gesprek met betrokken docenten en leerlingen van het Carmel College. “Ict is onmisbaar in het onderwijs. Ook het onderling uitwisselen en samenstellen van lesmateriaal met ict raakt in een stroomversnelling”, volgens Van Bijsterveldt. De opgedane ervaringen en de resultaten van de experimenten verspreidt Kennisnet onder andere scholen zodat die ook gebruik kunnen maken van de methoden uit het onderzoek.
Kennisnet • inDruk VO • zomer 2009
15
Innoveren en Visie komen samen in Innovisie Teleblik vernieuwt! De hoeveelheid materiaal in Teleblik, de site met actueel en historisch videomateriaal voor het onderwijs, dit proefnummer neemt sterk toe en blijft de komende jaren groeien. Naast videomateriaal kunt u vanaf het nieuwe schooljaar ook audiomateriaal vinden op Teleblik.
Innovisie is het eerste magazine dat u op verschillende manieren informeert over visie en inzet van ict in het voortgezet onderwijs. Innovisie richt zich vooral op de schoolmanagers. In de eerste editie kunt u lezen hoe u uw onderwijsvisie kunt bepalen, hoe u ict-doelen definieert en leest u over de onderzoeksresultaten Leren met meer effect. Attendeer uw schoolleider of -manager op dit gratis magazine en vraag een proefexemplaar aan via managervo.kennisnet.nl/innovisie
Dossiers, thema’s, vakindexen en de gesneden fragmenten van Teleblik gaan over naar de nieuwe betaalde dienst ED*IT. Met ingang van komend schooljaar vindt u in Teleblik alleen de complete uitzendingen uit het archief van de publieke omroepen en het journaal. U kunt in Teleblik zelf fragmenten maken, deze delen met anderen en gebruiken in presentaties. Bent u al gebruiker van Teleblik, dan wordt u via e-mail op de hoogte gehouden over de veranderingen. Bent u nog geen gebruiker, maak dan gratis een account aan voor Teleblik zodat ook voor u video- en audiomateriaal makkelijk toegankelijk is. Meer weten of aanmelden? Kijk op www.teleblik.nl
Nieuw in de Onderzoeksreeks: Betrouwbaarheid internetbronnen Voor wie weet waar hij moet zoeken bevat internet een schat aan informatie. Leerlingen gebruiken steeds vaker internet als bron van informatie, bijvoorbeeld voor werkstukken. Maar vaak zijn ze slecht voorbereid om zelf, als eigen poortwachter, de informatie die ze tegenkomen kritisch te beoordelen. Deze publicatie geeft docenten goed inzicht in de valkuilen van internet, maar het biedt ook concrete aanwijzingen waarmee docenten hun leerlingen beter voorbereid internet op kunnen laten gaan. KENN
ISNE T ON DE
RZOE KS
REEK Sn ICT IN HET ONDE
RWIJS
Bestellen kan direct! Voor meer informatie kijk op onderzoek.kennisnet.nl
betro De uwba arhe id inter van netb ronn en Wat vo voor or inform gebru a ik in tie is go ed het o nderw genoeg ijs?
colofon > Kennisnet inDruk VO is een gratis blad voor docenten werkzaam in het voortgezet onderwijs. In het blad staat de praktische gebruikswaarde van Kennisnet centraal. Kennisnet inDruk is een uitgave van Stichting Kennisnet en verschijnt vier keer per jaar. Van de Kennisnet inDruk bestaat ook een aparte uitgave voor het basisonderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Het blad is ook digitaal (pdf-file) beschikbaar op indruk.kennisnet.nl
Edurep: Zoeken naar digitaal leermateriaal vanuit uw eigen website Uw eigen zoekmachine naar digitaal leermateriaal op het intranet van uw instelling? Zelf bepalen in welke collecties u zoekt? En zelf instellen welke filters gebruikt worden? Dit is mogelijk met de Zoekwidget van Edurep. Edurep is een centrale voorziening die (digitaal) leermateriaal op internet vindbaar maakt. Het is dus ideaal als het mogelijk is om via de site of het intranet van uw instelling op zoek te gaan naar leermateriaal. De Edurep Zoekwidget faciliteert dit. Met de Edurep Zoekwidget kunnen websitebeheerders met enkele muiskliks een zoekmachine integreren op de eigen website. Om de zoekmachine te creëren kunt u een stukje code kopiëren in uw website. Meer informatie? syndicatie.edurep.nl/componentbuilder
Hoofdredactie: Daphne van der Borgt > Eindredactie en coördinatie: Daphne van der Borgt > Tekstbijdragen: GOfor Productions, Ronald Kool, Bram Litjens, Frans Schouwenburg, Jiska Verschoor en Esther van der Zwalm > Fotografie: GOfor Photos, Aart Appelhof > Vormgeving: GOfor Design, Den Haag > Druk: Koninklijke De Swart, Den Haag > Issn: 1571-2427 Reacties en suggesties:
[email protected] Overname van teksten is toegestaan met bronvermelding. Op reportages en interviews, foto’s en illustraties berusten auteursrechten.