Viskwekerijen Naast wildgevangen vis wordt er steeds meer vis gekweekt. Van alle vis die wordt aangeboden is inmiddels al meer dan 40% afkomstig van kwekerijen, ook wel aquacultuur. Maar dit is niet de oplossing voor het probleem van overbevissing. Voor veel gekweekte vissoorten, zoals tonijn, kabeljauw en zalm, moet wilde vis als voer in de natuur worden gevangen. Neemt de kweek toe, dan neemt ook de overbevissing verder toe. Bovendien is veel van dat voer belangrijk voedsel voor andere wilde vissen, walvissen, dolfijnen en andere zoogdieren. Kweek vernietigt hele ecosystemen Daarnaast leidt kweek vaak tot vervuiling. Omdat veel vissen in een beperkte ruimte worden gekweekt wordt antibiotica toegevoegd om het uitbreken van ziektes te beperken. Als er niet in afgesloten ruimtes wordt gekweekt en er geen wateringzuivering plaatsvindt, leidt kweek tot vervuiling van de natuur. Voor de kweek van tropische garnalen worden op grote schaal kwetsbare mangrovebossen vernietigd. Mangrovebossen spelen een belangrijke rol in de kwetsbare ecosystemen langs de kust. Enkele viskwekerij-feiten: • •
• •
•
Wild gevangen vis wordt gebruikt als voedsel voor de kweekvissen. Er is ongeveer 3.000 kilo wilde vis nodig om 1.000 kilo kweekzalm te produceren. Industriële visserij op kleinere soorten als zandspiering en ansjovis voor visvoedsel heeft gezorgd voor een massale verstoring van het zeeleven in bepaalde gebieden en heeft bijna zeker geleid tot het verval van soorten als kabeljauw, zeehonden en zeevogels in de Noordzee. Ziektes verspreiden zich gemakkelijk van kweekvis naar wilde vis, waardoor de wilde populaties nog verder onder druk komen te staan. Water en omliggende ecosystemen zijn vervuild door afval en chemicaliën afkomstig van de viskwekerijen. Ook antibiotica en vaccins die gebruikt worden om ziektes bij de intensieve kweek van vis te controleren verstoren de natuurlijke balans. Veel viskwekerijen worden geassocieerd met slechte naleving van mensenrechten, waaronder het verlies van land, toegang tot visgronden en slechte arbeidsomstandigheden.
Tonijnkwekerij Meer dan 2000 jaar geleden beschreef de Griekse filosoof Aristoteles de migratie van de blauwvintonijn in de Middellandse Zee. Al bij de Grieken en de Romeinen was de tonijnvisserij één van de meest stabiele industrieën. Want de visgrond van de Middellandse Zee is één van de meest winstgevende ter wereld, maar die wordt nu bedreigd door industriële praktijken en gebrek aan bescherming. In 1999 publiceerde Greenpeace een rapport over de uitputting van de blauwvintonijnpopulatie in de Middellandse Zee. De broedvoorraad van volwassen
blauwvintonijn was de twintig jaar daarvoor met 80 procent verminderd. Elk jaar werden veel te veel jonge tonijnen gevangen en piraatvissers putten de voorraad uit. Het was duidelijk dat er drastische maatregelen moesten worden genomen om de populatie te herstellen. Tonijn opfokken: een gegarandeerde ramp Helaas is het overbevissen sindsdien niet alleen erger geworden, maar er is ook een nieuwe industrie bijgekomen die een extra bedreiging vormt voor het voortbestaan van tonijn in de Middellandse Zee: tonijn opfokken. Dat is de vangst, het transport en het vetmesten van tonijn in kooien langs de hele Middellandse kust. Industriële vissersboten en sleepboten varen het hele gebied door op zoek naar tonijn, geassisteerd door een hele vloot vliegtuigen en helikopters die ondanks het sterk dalende aantal toch nog scholen tonijn kunnen vinden. Tonijn opfokken is een zeer winstgevende activiteit die op de Japanse markt gericht is. In plaats van minder te vissen en de tonijnpopulatie te laten herstellen, hebben snelle winsten voor nieuwe en grotere vissersboten gezorgd, voor meer opslagfaciliteiten en zelfs nieuwe vliegvelden om de tonijn te exporteren. Regeringen hebben een aanzienlijke bijdrage geleverd aan het stimuleren van deze uitbreiding. Subsidies van de Europese Unie bedroegen sinds 1997 wel $34 miljoen. Gekoppeld aan grote investeringen uit Japan en Australië hebben die zelfs nog grotere vangsten gestimuleerd. Door deze praktijken is de vangst van jonge tonijn toegenomen, en zijn de beheersproblemen nog verergerd. Niemand weet het echte aantal blauwvintonijnen dat in de Middellandse Zee wordt gevangen, maar het is zeker meer dan de toegestane hoeveelheid.
Blauwvintonijnen in een kweekkooi bij de oostkust van Spanje. Hier worden de tonijnen vetgemest en voor het grootste deel verkocht aan Japan.
Tonijn kweken De enorme hoeveelheid vis die nodig is voor het voeren van gekweekte tonijn is ook een probleem. Voor het produceren van één kilo tonijn is tot 20 kilo van vis gemaakt voer nodig. Elk jaar wordt er naar schatting 225.000 ton voer in kweekkooien in de Middellandse Zee geworpen, waarvan het meeste uit West-Afrika, het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan en Amerika komt.
Een rapport heeft onlangs het risico benadrukt op besmettelijke ziektes bij de plaatselijke vissoorten door het visvoer van kwekerijen. Zo zijn in het verleden bij tonijnmestbedrijven in Australië problemen ontstaan. De verspreiding van ziektes onder lokale vis zoals ansjovis of sardine zou een ramp kunnen betekenen voor de plaatselijke vissers. . Dolfijn veilig? De vraag naar visvoer zorgt ook dat er op soorten wordt gevist die eerst niet commercieel werden gevangen. Zoals de ronde sardinella in de Zee van Alborán. Grotere vangsten van deze soort leveren daar risico op voor één van de gezondste dolfijnpopulaties in de Middellandse Zee. Tonijn opfokken in de Middellandse Zee betekent dat een algemene hulpbron voor alle vissers nu nog maar door enkele investeerders wordt beheerst. Een paar vissers eigenen zich de blauwvintonijn toe en buiten hem uit. Bovendien brengen ze ook de andere visgronden van het gebied in gevaar
Garnalenkwekerij
Mangrovebos wordt gekapt om plaats te maken voor kweekvijvers. Om zoveel mogelijk garnalen te kweken voegen kwekers grote hoeveelheden kunstmatig voedsel en chemicaliën toe aan de poelen (kweekvijvers). ©GP/Shirley Verdwijnen mangroven slecht voor hele ecosysteem In de afgelopen twintig, dertig jaar heeft het kweken van garnalen meedogenloos enorme delen van tropische kusten vernietigd, vooral mangrovebossen. Mangroves zijn het thuis van een ongelooflijke hoeveelheid verschillende levensvormen. Er paaien en broeden veel vissen, schaaldieren en andere dieren. De garnalenkwekerij maakt er een onvruchtbare en giftige garnalencocktail van. Als de mangroves worden gekapt ontstaat er erosie: de bomen houden de moddergrond niet langer vast waardoor koraalriffen en zeegrasbedden beschadigen. De kap leidt ook tot de verwoesting van de natuurlijke omgeving van dieren als de zeekoe tot weekdieren. Hoewel er op dit moment geen precieze cijfers zijn over de schade aan mangrovebossen en andere kustdraslanden, zijn de schattingen angstaanjagend. Zo'n 38 procent van de mangrovebossen zou verloren zijn gegaan aan de garnalenkwekerij. Als de draslanden verdwijnen, gaat de visvangst achteruit en verdwijnt het evenwicht in de ecosystemen. Garnalenkwekerijen worden vaak na slechts drie tot vijf jaar verlaten, en het eens zo vruchtbare ecosysteem van de kust blijft als een woestenij achter. De eigenaren trekken verder om nieuwe gebieden te verwoesten.
Chemische verontreiniging De ecologische schade houdt niet op met het verlies van de mangroves. Om zoveel mogelijk garnalen te kweken op een kleine oppervlak,voegt de kweker grote hoeveelheden kunstmatige voeding en chemicaliën, inclusief chloor, toe aan het al vervuilde water. Malathion, parathion, paraquat en andere sterke bestrijdingsmiddelen worden ook over de vijvers gesproeid. Samen met de chemicaliën gebruiken de kwekers verschillende soorten antibiotica, om ziektes bij de garnalen te voorkomen. Het resultaat is venijnig afvalwater dat meestal op het omringende land wordt geloosd, of in de plaatselijke waterstromen. Daar brengt het schade toe aan mensen en andere levensvormen.
Greenpeace, Fundecol en de lokale bevolking in Esmeraldas, Ecuador herplanten mangrovebossen die verdwenen zijn door de garnalenindustrie.
Kustgemeenschappen in gevaar Hoewel gekweekte garnalen een Chinese maaltijd iets beter betaalbaar maken, is bewezen dat de prijs voor de mensen die bij garnalenkwekerijen wonen, verpletterend is. Mangrovebossen zijn kwetsbare overgangszones tussen de zee en het droge land. Ze zijn de broedgronden van talloze soorten zoals vis, schaaldieren en zoogdieren zoals apen, luiaards, jaguars en wasbeertjes. Traditionele gemeenschappen zijn voor hun levensonderhoud al heel lang afhankelijk van de mangrovebossen. Vrouwen zamelen schaaldieren, mosselen, kreeften en andere diersoorten in om hun gezin te voeden en voor de verkoop op de plaatselijke markt. Door de snelle en verwoestende groei van de garnalensector zijn de traditionele visgronden echter verdwenen. Gewelddadige gevolgen In Azië en Latijns-Amerika is er een vloedgolf van kritiek op het oprukken van de garnalenkwekerijen. Maar plaatselijke bewoners die zich verzetten krijgen te maken met pesterijen, gewelddadige confrontaties en in sommige gevallen zelfs moord.
Plaatselijke boeren en de ondernemende garnalenkwekers hebben soms flink ruzie over het land en toegang tot de kust. Ook traditionele vissers worden zwaar getroffen door de opkomst van garnalenkwekerijen. Er blijven slechts weinig alternatieven voor werk en voedsel over.
"Ik zeg tegen de mensen die garnalen eten - en alleen rijke mensen uit de industriële landen eten garnalen - dat ze meteen het bloed, het zweet en de bestaansmiddelen van mensen uit de derde wereld opeten," aldus Shri Banke Behary Das uit India, lid van de People's Alliance Against the Shrimp Industry.
Kwekerijen maken kustgebieden onveilig De verschrikkelijke effecten van recente orkanen en vloedgolven laten ook zien dat schade aan de natuur de mens kwetsbaarder voor natuurrampen kan maken. Na de vloedgolf in de Indische Oceaan in december 2004 bleek de schade veel groter te zijn in verwoeste of aangetaste kustgebieden. Dankzij garnalenkwekerijen en onverantwoordelijke landontwikkeling voor industrie en toerisme.
Zalmkwekerij Van de Schotse hooglanden tot de Stille Oceaan bij Chili: zalmkwekerij is bijzonder winstgevende onderneming. Alleen al in Chili zijn de opbrengsten van zalmkwekerij elk jaar meer dan 1 miljard dollar. Dat cijfer zal naar verwachting in de volgende paar jaar verdubbelen. Voorstanders van industriële viskwekerijen beweren dat deze ‘blauwe revolutie’ zowel een goedkoop als verstandig alternatief is voor de consumptie van in het wild gevangen vis. Want daar is nog maar zo weinig van over. Maar het is een mythe dat de industriële viskwekerij een oplossing voor overbevissing zou bieden. Verborgen verwoesting Het kunstmatig rode zalmvlees in luxe winkels laat niet zien hoe buitensporig de verwoesting is die de zalmindustrie veroorzaakt in de kweekgebieden. De viskwekerij breidt zich in hoog tempo uit en is nu al goed voor meer dan 30 procent van alle jaarlijks wereldwijd geconsumeerde viseiwit. Maar deze sector is ook verantwoordelijk voor de verwoesting van talloze ecosystemen en vissersgemeenschappen in enkele van de kwetsbaarste zeebiotopen op aarde. Intensief voeren In de zalmkwekerijen worden enorme hoeveelheden vis gekweekt en gevoed in kleine vakken afgesloten met netten. Een typische kwekerij heeft twaalf vakken met 10.000 tot 15.000 vissen in elk vak. Dat zijn 120.000 tot 180.000 zalmen! Om 1 kilo zalm te laten groeien, moet er 5 kilo vette vis worden gevangen zoals haring, zandspiering, sardine en makreel die tot visvoer worden verwerkt. Deze vissen worden letterlijk uit de oceaan opgezogen: met alle gevolgen van dien voor het evenwicht van de ecosystemen op zee. Ook andere dieren slachtoffer Maar ook andere zeedieren hebben onder de kweek te lijden. In Brits Columbia in Canada en Chili worden de zwaardwalvissen, dolfijnen, zeehonden en zeeleeuwen die vroeger de riviermonden bezochten, nu neergeschoten, in vallen gevangen, van voedsel beroofd of gewoon verjaagd. Zo beschermen de zalmkwekers hun vissen..
Ziektes en vervuiling Door de enorm grote hoeveelheid zalmen in elk net wordt ook de verspreiding van ziekte bevorderd. De gekweekte vis krijgt dan ook regelmatig antibiotica in het voer. Op lange termijn leidt dat tot antibiotica-resistente bacteriën in het bezinksel onder de vakken. Die bacteriën vormen een risico voor de menselijke consument maar ook voor het ecosysteem waarin de netten zijn geplaatst. Die netten bevinden zich meestal in het snel stromende water van een riviermond. En op die manier worden giftige uitwerpselen, niet opgegeten voer, parasitaire luizen, dode vissen, ontsnapte niet-inheemse vis, chemicaliën en antibiotica door het gehele ecosysteem van de riviermond verspreid. Een typische zalmkwekerij van 200.000 vissen produceert dagelijks ongeveer evenveel ontlasting als een stad met 62.000 mensen. Het lozen van zo'n schadelijke cocktail in het water rond de zalmkwekerijen vormt een bedreiging voor de kleinere, inheemse zalmsoorten en de roofvissen die hen vangen. Ook de toekomst van vissersgemeenschappen die verantwoord vissen en afhankelijk zijn van een schone en gezonde oceaan staat op het spel.