juli 2014
VGG 2004 - 2014
Makers van de Voorplaat Jan Cobelens en Henny Looijestein Door de redactie Ga d'r maar eens aanstaan. Toen we in de redactie de Voorplaat van het jubileumnummer bespraken, werd er voorgesteld nu eens geen foto maar een tekening te nemen. We wisten dat Jan en Henny op tekenles zitten en het thema moest nattuurlijk het 10-jarig bestaan van de VGG zijn. Gelukkig werd ons verzoek aanvaard, maar de tijd om een geheel nieuwe creatie te maken was te kort. Maar daar wisten ze wel raad mee.
Op de voorkant hebben we de tekening uit de lijst gehaald, maar hiernaast ziet u hoe hij bij ons is aangeboden. Jan: "Zelf ben ik niet zo tevreden over de tekening. Het is gewoon niet kunstzinnig. Ik hoop dat je begrijpt wat ik bedoel. Henny en ook ik -geloof het of niet- maken betere werken waar diepte, perspectief en bijvoorbeeld karakter en snelheid beter tot hun recht komen".
Het ontstaan van de VGG Door Chris van Teeseling Kort voor mijn VUT-datum op 1 mei 2002 ging ik naar een door Getronics gesubsidieerd concert van de Amsterdamse Bach Solisten. In de pauze ging ik naar dhr. Van Voorst met de vraag of ik ook nog naar die concerten zou kunnen in mijn VUT-periode. Hij keek mij meewarig aan en zei: ”nee, meneer van Teeseling en ik besef dat Getronics slecht met zijn vutters en gepensioneerden omgaat.” Ik zei hem dat dhr. Willemsen, de directeur van Raet ‘salarissen en personeel’, mij had gevraagd om in mijn VUT-periode een pensioenvereniging voor mijn werkmaatschappij op te richten, en dat ik dat best voor heel Getronics wilde doen! Hij vond dat een goed idee en zou Willemsen daarover bellen. Van mei tot juli 2002 heb ik een voettocht naar Italië gemaakt. Toen 2
ik terugkwam lag er een mail dat ik contact moest opnemen met dhr. Willemsen. Hij vertelde mij dat dhr. Van Voorst hem had gevraagd of ik de ‘pensioenvereniging Getronics’ wilde oprichten. Mijn voorwaarde was dat ik in de oprichtingsperiode mijn bedrijfsauto kon houden, ook omdat ik aanvankelijk veel overleg in een aantal Getronics-vestigingen zou hebben om een eenheid te smeden van de al bestaande Olivetti- en Raet-pensioenverenigingen, en nog één of twee anderen. Mijn verzoek werd gehonoreerd en in september 2002 ben ik begonnen met veel moeizame besprekingen met de toenmalige bestuursleden van de bestaande clubs. Die wilden hun eigen blaadje en hun financiële bijdrage van Getronics niet prijsgeven. Wel werden allerlei gezamenlijke initiatieven besproken. Aanvankelijk wilde Getronics één vereniging,
Dat zal wel Jan, maar de redactie neemt haar petje af voor deze kunstenaars.
maar toen wij met een budget kwamen van ongeveer 30.000 euro gebeurden er twee belangrijke dingen: 1) Getronics wilde een echte Getronics-man als voorzitter; dat werd dhr. Henk Janssen Groesbeek. Deze stelde bij zijn benoeming min of meer als voorwaarde dat het budget zou worden goedgekeurd. Zijn argument daarbij was: jullie doen veel bij werknemers die overlijden, maar niets voor gepensioneerden! 2) De directie stelde dat de bestaande verenigingen geen geld meer zouden krijgen. Na enig gemopper gingen alle verenigingen op in een grote nieuwe pensioenvereniging. In 2003 werd de Vereniging voor Gepensioneerden Getronics statutair door een notaris opgericht. Ik moest na oprichting meteen verder met het oprichten van de pensioenvereniging van het net door Getronics verkochte Raet. Ik kon en wilde dus geen zitting nemen in het bestuur van de Getronics pensioenvereniging. Hartelijke groet!
www.vggetronics.nl
Van de redactie Deze uitgave van het VGGmagazine staat in het teken van het tienjarig jubileum van de Vereniging voor Gepensioneerden Getronics. Ook het VGGmagazine bestaat dus tien jaar. Vanaf de eerste editie heeft de redactie een tijdschrift willen maken dat naast de berichtgeving vanuit het bestuur ook artikelen brengt die er toe doen. De betrokkenheid van de leden is daarbij steeds van groot belang geweest. De voorpagina van deze uitgave geeft een beeld van de veelkleurigheid van de VGG: met elkaar vertegenwoordigen de leden vele bloedgroepen.
2 3 4/5 6/7 8/10 11 12/13 14/17 17/19 20/22 23 24
Het ontstaan van de VGG Van de Redactie Uit de Bestuurskamer Leuke Musea Johannes Vermeer (in chocola) Bedrijfshistorisch Archief 10 jaar VGGmagazines Interview met Frans Sijswerda Van Ruys Handelsvereniging tot ... In Holland staat een huis Jubileum Ontmoetingsdag Puzzel
Maarten gaat op bezoek bij Frans Sijswerda en in dat interview wordt weer eens duidelijk hoe Getronics is ontstaan. Chris van Teeseling was betrokken bij het ontstaan van onze vereniging, lees erover op pagina twee. Hugo trakteert op chocola en Janny verhaalt dit keer over een paleis. Maar vergeet niet ook de rest te lezen. De redactie wenst u veel leesplezier en een fijne zomer. Namens de redactie, Piet Riemens
COLOFON UITGAVE: juli 2014, jaargang 11 REDACTIETEAM: Hans Elsinger, Hugo Groeneveld, Janny Jonkman, Hans Kalkman, Theo de Lange, Henny Looijestein, Piet Riemens, Roland van Rossum, Maarten Sirag DRUKKER: Editoo B.V. te Arnhem REDACTIEADRES: Piet Riemens, Zülpichhof 37, 6662 CC ELST Telefoon: 0481 350374 E-mail:
[email protected] WEBSITE: www.vggetronics.nl
3
Uit de Bestuurskamer Rob van der Velden - voorzitter
Tot ziens op de Jubileumdag
10 jaar Vereniging voor Ge(pré)pensioneerden Getronics - VGG Tijdens de Algemene Leden Vergadering van februari 2014 heeft het bestuur de leden verteld dat dit jubileum uiteraard feestelijk gevierd moet worden. Het bestuur heeft hiervoor in de voorgaande jaren gelden gereserveerd. De feestcommissie is al geruime tijd met de voorbereidingen bezig. Eerst heeft zij een locatie vastgesteld. Daaraanvolgend is de datum vastgesteld: maandag 8 september. Waarom op maandag? De gekozen vrolijkste locatie van Nederland is dan in zijn geheel en exclusief voor onze vereniging beschikbaar. Zie verder in dit magazine de aankondiging, de mogelijkheid voor inschrijven en specifieke informatie over het jubileum/ontmoetingsfeest. Het ontstaan van de VGG De VGG is statutair opgericht op 3 februari 2004. Initiatieven hiertoe zijn destijds genomen door de heer Chris van Teeseling van RAET, die het voorstel respectievelijk aan dhr. Van Voorst van Getronics en dhr. Willemsen van RAET heeft voorgelegd om uiteindelijk tot één vereniging voor gepensioneerden te komen. In verband met de aanvraag voor subsidie aan Getronics heeft dhr. Van Voorst twee voorwaarden gesteld: - de voorzitter moest uit Getronics gelederen komen; het werd Henk Janssen Groesbeek. - de bestaande pensioenverenigingen zouden geen subsidie meer krijgen. Vervolgens is hiervoor op 25 mei 2004 een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen Getronics 4
BV en de Vereniging voor Ge(pré)pensioneerden Getronics. Lees ook de gedetailleerde informatie over het ontstaan van de VGG in het artikel van Chris van Teeseling op pagina 2. Per 1 januari 2013 is de VGG aangesloten bij de Stichting Personeelsvoorzieningen KPN (PVKPN), die tevens onze subsidieverstrekker is. Leden van het 1e uur Henk Janssen Groesbeek (Voorzitter) Pieter van den Heuvel (Sociale contacten / VGG magazine) Jan van der Goorbergh (Penningmeester) Niek de Ridder † (Secretaris) Werkachtergronden De VGG-leden komen voort uit een bonte verzameling ICT-bedrijven binnen Getronics. Voor de oorsprong van Getronics moeten we 127 jaar terug in de tijd. In 1887 werd in Amsterdam de "Elektrotechnische Fabriek N.V." van Groeneveld, Van der Pol & Co opgericht. Voor nadere informatie zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/ Getronics Gerangschikt naar het aantal bedrijven/werkmaatschappijen (bloedgroepen) met betrekking tot de werkachtergrond laat het ledenbestand de volgende aantallen zien: - De werkachtergrond van de leden komt voort uit dertig zelfstandige bedrijven. - Aanvullende werkachtergronden laten een aantal van zeventig bedrijven c.q. werkmaatschappijen zien.
Hoogtepunten afgelopen 10 jaar 2004-2014 - Jaarlijkse ontmoetingsdagen. - Jaarlijks 2 keer het VGGmagazine. - Wenskaarten leden en partners. 2007 - Regio 's met regioconsulenten. - Vernieuwde ledenadministratie. 2008 - Nieuwsbrief en Regioactiviteiten. 2009 - Bouw van de VGG-website. 2010-2011 - Ledenadministratie in de website. 2013 - Aansluiting bij PVKPN. Met dank aan alle… Regioconsulenten - Redactie VGGmagazine - Organisatie van de ontmoetingsdagen - Leden en Bestuursleden, die hebben meegewerkt aan het realiseren van onze doelstellingen om de leden een gevarieerd aanbod van informatie en activiteiten gedurende de afgelopen 10 jaar te bieden. Natuurlijk gaat onze bijzondere dank uit naar Getronics, die ons 8 jaar lang met een jaarlijkse subsidie heeft gesteund. En wij bedanken het bestuur van PVKPN voor de jaarlijkse bijdrage en de geboden faciliteiten, zoals Personeelswinkel, PVKPN-activiteiten en vergaderruimten.
Jan Joost Beeke secretaris Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van onze vereniging heeft de redactie ook mij gevraagd iets te schrijven.
www.vggetronics.nl
Met pas anderhalf jaar lidmaatschap van de VGG en net één jaar VGG- secretariaatervaring voor mij geen eenvoudige opgave. Te meer gezien het feit dat het een goed lopende vereniging is en het secretariaat bij de overdracht op 2 juli 2013 er goed uitzag. Nagenoeg alles is digitaal opgeslagen. Voor zover ik kan nagaan heb ik slechts 2 voorgangers gehad; Niek de Ridder (03-02-2004 tot 18-03-2010) en Cor Roelofs (van 18-03-2010 tot 02-07-2013). Van Niek is ook nog veel in de archieven terug te vinden betreffende van alles om tot de oprichting van de vereniging te geraken. Hij heeft er duidelijk heel veel werk aan gehad. Jammer dat hij ons vorig jaar is ontvallen. Ik had heel graag nog een tijdje met hem willen samenwerken, ook omdat ik Niek al in mei 1966 heb leren kennen. De huidige functie van secretaris bestaat hoofdzakelijk uit het verzorgen van de agenda’s voor en de notulen van de vergaderingen. Daarnaast het beantwoorden van vragen van de leden, en het onderhouden van contacten met officiële instanties en met de PVKPN. De PVKPN is sinds eind 2012 de ‘moederorganisatie’ van de VGG geworden. Ons bestuur moest wel even wennen aan de strakke structuren, richtlijnen en werkwijze van deze wel heel grote personeelsverenigingenorganisatie. De PVKPN heeft een kleine zestig onderliggende personeelsverenigingen, en een paar hebben ook weer onderliggende verenigingen. Door de meer dan uitstekende wijze van samenwerken binnen het bestuur en met de regioconsulenten voelen we ons goed binnen het grote PVKPN-geheel en is het tot op heden een win-win situatie.
Jan van der Goorbetrgh penningmeester De redactie vroeg ons om een stukje te schrijven over 10 jaar VGG. U begrijpt dat dit niet echt spectaculair kan zijn – misschien heeft u ooit dubbel betaald of een aanmaning van mij ontvangen. Ten tijde van Getronics was het altijd spannend of de door ons ingediende begroting ook geaccepteerd zou worden. Tegenwoordig bij de PVKPN staat eigenlijk alles vast. Er waren jaren dat het in de zomer nog wel eens nodig was een grote mailing als aanmaning uit te sturen. Op het ogenblik is het mogelijk om via de website een algemene mail te doen en dat geeft dan een push om te betalen. Veel leden maken automatisch over, wel oppassen als het contributiebedrag verandert. Misschien weet u het, maar op de website is het mogelijk om te zien of u al betaald heeft, via de gegevens van uzelf. Op dit ogenblik hebben vijfentwintig leden nog niet betaald. U wel? Bedankt voor uw medewerking in de afgelopen 10 jaar en hou dat zo in de toekomst.
Arie Kamphuis ledenadministratie De cirkel is rond. In 1971 ben ik in de automatisering gestapt en ben ik in dienst getreden bij het toenmalige Rijks Computer Centrum aan de Fauststraat in Apeldoorn. Na vijftien jaar overheidsdienst heb ik de overstap gemaakt naar het bedrijfsleven. ICG, een softwarebureau in Utrecht, was mijn werkgever. ICG is later opgegaan in Topdata. Na het faillissement van Topdata ben ik in dienst gekomen van RAET, met als standplaats Nieuwegein. RAET is vervolgens overgenomen door Getronics, waarbij ik weer een werkplek kreeg aan de Fauststraat in Apeldoorn. De overgang naar KPN heeft hier niets aan veranderd. Na al deze omzwervingen ben ik dus met de VUT gegaan vanuit dezelfde locatie als waar ik in 1971 mijn loopbaan in de automatisering ben gestart.
In Memoriam Op zaterdag 15 juni 2014 is Eric Roqué overleden. Begin februari 2006 was hij toegetreden tot het VGG-Bestuur. Eric was functioneel verantwoordelijk voor Public Relations. Zo heeft hij het VGG-logo en de huisstijl ontworpen, herkenbaar op ons drukwerk, de website en de presentaties voor de jaarlijkse ALV. Ook was Eric voor de redactie van het VGGmagazine de brug naar het Bestuur. Hij was vooral kritisch over de opmaak en de taalkundige aspecten. Ook stond hij aan de basis van de regio-indeling, met de succesvolle regionale activiteiten. Het bestuur kon altijd een beroep op Eric doen, ook was hij de huisfotograaf. Wij zullen Eric blijven herinneren als een enthousiaste collega met wie wij op een uiterst prettige wijze hebben samengewerkt. Eric, wij zullen je missen.
5
Leuke Musea Door Roland van Rossum Als je vanuit Deventer de weg langs de IJssel in de richting van Olst neemt, dan zie je na een minuut of tien een wegwijzer naar rechts met het opschrift ‘Museum IJssellinie’. Als je deze afslag volgt (let op, je bent er zo voorbij!) dan kom je bij het tot in de jaren negentig grootst bewaarde staatsgeheim.
Net hoog genoeg om een opmars over land te vertragen. Hiertoe moesten de Waal bij Bemmel en de IJssel bij Olst afgedamd worden. Maar een voorwaarde was wel dat in vredestijd het scheepvaartverkeer niet gehinderd mocht worden.
Wat is er te zien Ter hoogte van het landgoed de Haere bij Olst is in de dijk een sluizencomplex gemaakt. Even hier voorbij zou de rivier met caissons afgedamd worden, met als gevolg dat het achterland zou onderlopen.
De IJssellinie is drie keer in staat van paraatheid gebracht, nl.: - tijdens de Hongaarse opstand (1956); - tijdens de bouw van de Berlijnse muur (1961); - tijdens de Cuba crisis (1962).
Deze militaire stelling is omgeven door een ring van verdedigingsposten (kazematten). In het centrum van de ring bij de Haere bevindt zich de commandobunker en een noodhospitaal. Hierin bevindt zich momenteel het kleine museum IJssellinie.
Een beetje geschiedenis Na de Tweede Wereldoorlog was men er niet gerust op dat de Sovjet-Unie toch een aanval op West-Europa zou doen. Het was de tijd van de Koude Oorlog, en men vreesde dat het Rode Leger in staat zou zijn een grote troepenmacht op de been te brengen om West-Europa in korte tijd te bezetten. Het was voor Nederland onaanvaardbaar, dat de Randstad met de grote steden al bij een eerste aanval opgegeven zou moeten worden. Nederland had zich na jarenlange neutraliteit in 1949 aangesloten bij de NAVO, maar de politiek was geheel gericht op behoud van het koloniale rijk. Door de politionele acties konden we niet aan de NAVO-eisen voldoen om drie divisies te leveren. Tot aan de toetreding van Duitsland tot de NAVO behoorden wij tot de meest oostelijk gelegen NAVO-landen. Daarom werd een oude bondgenoot van stal gehaald, namelijk het water. Zo ontstond het plan van de IJssellinie. Het idee achter de IJsselinie is om een gebied van IJsselmuiden tot Nijmegen met een breedte tot vijftien km onder water te zetten.
6
www.vggetronics.nl
Bij openstelling word je door een gids rondgeleid. Na de ingang tot het hospitaal passeer je eerst een sluis met douches om na een kernwapenaanval de ‘fall-out’ van je kleding en lichaam te verwijderen. Daarna kom je langs een machinekamer met o.a. een luchtverversingssysteem. In de bunker moest overdruk zijn om besmette lucht buiten te houden. Loop je verder dan kom je alles tegen wat in een hospitaal nodig is, van operatiekamer tot verpleegafdeling. Toen de Stichting de IJssellinie begin 2000 over de bunkers kon beschikken waren deze leeg en volgestort met puin. Men heeft alles met veel inzet van vrijwilligers opgeknapt en de ruimtes zoveel mogelijk heringericht met authentieke voorwerpen. Ook de röntgenapparatuur is uit de jaren vijftig.
Overigens vind ik het meest verrassend dat het museum beschikt over een kaart die in Warschau is gevonden. Hieruit blijkt dat het Oostblok volledig op de hoogte was. Maar de in de omgeving wonende burgers wisten niet dat ze kans liepen op natte voeten. Alleen de burgemeesters kenden de evacuatieplannen voor de bevolking.
Je komt weer buiten via de commandobunker. Daar zie je verbindingsapparatuur uit die tijd. De omgeving rond het museum is een vrij toegankelijk wandelgebied. Je komt dan de kazematten tegen, die voorzien kunnen zijn van een in beton gegoten oude tank. Verder zie je de opstelling van een luchtdoelgeschut. En natuurlijk loop je langs het volledig gerestaureerde sluizencomplex.
Ga je met het autoveer bij Olst de IJssel over en neem je de richting Welsum/Terwolde dan zijn er bij Welsum de resten van een caissonhaven en zie je rechts van de weg een bouwsel wat op een landbouwschuur lijkt met een merkwaardig platform. In werkelijkheid is dit ook een bunker met metersdikke muren waarop luchtdoelgeschut geplaatst kon worden. Dit was de commandopost van het luchtdoelafweer, de zogenaamd Light AntiAircraft Control Center.
In dienst Zelf ben ik in het midden van de jaren zestig dienstplichtig geweest bij het GFPI Prinses Irene in Schalkhaar op twintig km afstand. Op de kazerne werd er met geen woord over gepraat, ondanks dat er een infanterie-eenheid paraat stond om onmiddellijk de stellingen bij Olst te betrekken. Ik had als chauffeur/verkenner regelmatig kaartleesoefeningen in Salland en Twente, maar het is me nu volkomen duidelijk waarom Olst gemeden werd.
Bezoek Dit museum is toegankelijk tegen een kleine vergoeding. Zie voor openstelling de website: http://www.ijssellinie.nl/ Als je belangstelling hebt om het complex te bezoeken kan je reageren op het forum van de VGG-website. Bij voldoende belangstelling kan ik dan een groepsbezoek organiseren.
7
Johannes Vermeer (in chocola) Door Hugo Groeneveld
Ons kerstpakket anno 2013 van KPN bestond onder andere uit een doosje overheerlijke chocola. Maar de chocola is bijzaak, de verpakking van de kleine tabletjes maakte het kerstpakket tot een absolute topper. Vermeer, Vermeer! juichten mijn door de schilderkunst geraakte zintuigen. De aanblik van de chocolaatjes met, De liefdesbrief, De melkmeid, Brieflezende vrouw in het blauw en Het straatje, zorgde voor een culturele tegenhanger van de jingelende bellen en het gesnuif van roodgeneusde rendieren in de Kersttijd. Voeg daarbij een mailtje van Jan van de Goorbergh in de trant van “iets voor hét magazine?” en mijn keus was gemaakt: Vermeer moest in het zomerzonnetje van 10 jaar VGG. En zo is het gekomen. De ‘Sfinx van Delft’, zoals Vermeer door kunstminnend Nederland wordt genoemd, moet met vier of vijf schilderijen, dat hangt af van de ruimte die mij gegund is, weer eens stevig onder de aandacht van de VGG-ers worden gebracht. Hier komen ze! De melkmeid 1658-1660, 45 x 40 cm, Rijksmuseum
8
Daar staat ze op een schilderijtje van nog geen kwart vierkante meter en ze hangt in het Rijksmuseum. Er schuifelen dagelijks duizenden mensen voorbij die gemiddeld maar 9 seconden kijken naar één van de mooiste stukken van het Rijks. Ondanks haar eenvoudige kledij staat de meid daar te gloriëren. Of is het juist dankzij haar dienstmeidenkleding dat ze voornaamheid uitstraalt? Ik denk het. Het hoge voorhoofd, de geloken ogen, de gladde gelaatstrekken, het is alles van ongekende gratie. Ze doet haar werk in een aftandse omgeving die ver beneden haar waardigheid ligt. Starend naar de langdurig vloeiende melk, is ze in het geheel niet van plan dit te blijven doen. Haar postuur zal niet misstaan in de pronkkamers van de gegoede burgerij. Haar trui of jack zal ze verruilen voor een met hermelijn afgezette cape, waaronder ze haar satijnen japon zal laten ruisen. Haar voorname voorhoofd zal schuilgaan onder een met allure gedragen, met veren bezette hoed. Daarom sieren lichte blosjes haar wangen. Want de ridder op het witte paard is in aantocht. Hij zal haar op galante wijze leiden naar de salons waar de ‘upperclass’ verzameld is. In de 17e eeuw bestond al het vermoeden dat er iets in dit leven te dromen en te wensen over moet blijven. Het voorbeeld hangt ongeveer 350 jaar later in het Rijks. Een schilderij van beperkte afmetingen, maar wat een impact!
Brieflezende vrouw in het blauw 1663-1664, 46 x 39 cm, Rijksmuseum
Alweer
zo'n meesterwerk van een 'beauty' uit de hogere kringen die een brief leest. Het beeld lijkt rustig, maar de compositie zindert van ingehouden spanning. De vrouw heeft de brief zojuist ontvangen want ze heeft er haar toilet voor onderbroken. Op tafel ligt namelijk een parelketting die ze nog om haar bevallige hals moet bevestigen. En ze leest gespannen: de mond staat iets open. De landkaart aan de wand en de lege stoel zijn toespelingen op een afwezige geliefde. De vrouw vormt zelfs een onderdeel van de landkaart en doorgaans wordt hiermee een duidelijke relatie aangegeven. Om de vrouw als middelpunt van de afbeelding te accentueren hebben de stoel en de stang van de landkaart slagschaduwen. De vrouw heeft die niet en komt daardoor geheel vrij te staan, wat haar nog meer op de voorgrond plaatst. Na een zwerftocht langs veilingen en verzamelaars is het schilderij in 1885 in het Rijksmuseum beland. Daar vertoeft het nu met de andere chocolade-Vermeers.
www.vggetronics.nl
Het straatje 1657-1658, 53 x 43 cm, Rijksmuseum Dit 350 jaar geleden geschilderde straatje is ook weer zo'n intiem juweeltje! Een straatje in het stadje Delft in de tijd van Vermeer, dat is het, niet meer en niet minder. Onmiddellijk rijst de vraag waardoor de intimiteit wordt opgeroepen. Ook die vraag is niet moeilijk te beantwoorden. Het zijn namelijk twee zestiende-eeuwse huizen in een met keien geplaveide straat. De huizen zijn verbonden door een muurtje waarin de rechter poort een doorkijkje biedt en de andere poort gesloten is.
Op deze röntgenfoto is duidelijk te zien dat de contourlijn van de rug van de vrouw is veranderd. Infraroodreflectografie heeft verder uitgewezen dat het blauwe manteltje in een eerder stadium met bont was afgewerkt. We kunnen slechts gissen naar de redenen van de aangebrachte veranderingen.
Het rechter huis toont het leven van alle dag. In de deuropening zit een vrouw en moeder die verdiept is in haar handwerk. De meid is bezig op het hofje en de kinderen gaan op in hun spel. De vier afgebeelde mensen zijn anoniem. Ze hebben totaal geen belangstelling voor de schilder. Ze poseren niet, ze zijn zichzelf. Ze keuren de schilder geen blik waardig. Het is hun wereld, hun huis en hun straatje waarin we slechts even een blik mogen werpen. De wijnrank op het huis links staat al sinds de oudheid symbool voor liefde, huwelijk en trouw, en kan ook hier worden gezien als een toespeling op de burgerdeugd. De witte band die van links naar rechts over het schilderij loopt, is
als het ware het vangnet waarbinnen de figuren zich bewegen. Met deze schilderkunstige aandachttrekker wordt aan de beschouwer duidelijk gemaakt dat het straatje pas tot leven komt als de bewoners er hun eigen leven leven. Digitale technieken waren nog volmaakt onbekend. Keitjes of klinkertjes voor de karren en paarden waren toereikend. Met nostalgie dient daarom naar het straatje te worden gekeken.
9
De liefdesbrief 1669-1670, 44 x 38 cm, Rijksmuseum
In dit schilderij heeft Vermeer het perspectief (zie de tegels op de grond) gebruikt om de illusie te wekken van een doorkijkje naar een vertrouwelijk tafereel. Op enige afstand van de meid en de vrouw lijkt de toeschouwer getuige van een privégebeurtenis: een vrouw die verrast opkijkt van haar spel naar een meid die zojuist een brief heeft gebracht. Ook het gedrapeerde gordijn, de bezem en de schoenen scheppen afstand. Wat gebeurt hier? De meid brengt een brief, de vrouw stopt met haar spel en kijkt met angst op het gezicht naar haar dienstbode. Komt die brief haar zekerheid van bestaan en liefde verstoren? Maar let dan eens op de glimlach op het gezicht van de dienstbode. Dat is heel apart. Die glimlach betekent namelijk: "mevrouw, geen zorgen, het zit wel goed met de liefde!" Maar hoe kon ze dat weten? Niet uit het stiekem lezen van de brief, want er zit een lakzegel achterop. Dan moet het vrouwelijke intuïtie zijn. Vrouwen onder elkaar zogezegd. Ach, ze zal al wel een paar jaartjes meelopen in dat huis en dan ken je het klappen van de liefdeszweep!
10
Gezicht op Delft 1660-1661, 96 x 115 cm, Mauritshuis Opgelet! We verhuizen van het Rijksmuseum in Amsterdam naar het Mauritshuis in Den Haag, alwaar genoemd schilderij niet in chocola te koop is. De woonplaats van de ‘Sfinx van Delft’ moet even onder de aandacht worden gebracht. Hijzelf heeft er doek, verf en kwasten aan gewijd om een zicht op Delft op >>
onnavolgbare wijze vast te leggen. Een absolute noviteit is de in schaduw gehulde voorgrond. Er ontstaat dieptewerking, en de over de gehele breedte van het doek hangende wolkenpartijen doen daar driftig aan mee. En dan ook nog het ‘lichtovergoten’ hart van de stad. Want daar gebeurt het, op de Markt, met de Nieuwe Kerk als middelpunt, centrum van religiositeit met het praalgraf van de Vader des Vaderlands.
Vermeer legde het ‘perspectivische gezicht’ op Delft waarschijnlijk vast vanaf een hogere etage van een huis. Anders dan de topografisch geïnteresseerde veduteschikders in zijn tijd beeldt hij de stad niet van verre als overzicht af, maar van dichtbij en slechts ten dele. Dat het door de bewolking brekende zonlicht de gebouwen achter de aan de oever gelegen huizen treft, heeft waarschijnlijk een politieke betekenis: de oplichtende Nieuwe Kerk, waar zich sinds de eerste helft van de eeuw het grafmonument van Willem I van Oranje bevond, was een monument met nationale symboliek.
Dit was mijn bijdrage aan het jubileumnummer van het VGGmagazine. In de 20 uitgaven van het magazine heb ik mij 20 keer mogen uitleven in kunst en cultuur. De onderwerpen waren zeer uiteenlopend en elke bijdrage was voor mij een bron van studie. Ik houd mij aanbevolen voor nog een aantal bijdragen!
Ik eindig op de voor mij gebruikelijke wijze: “Zijn moeiten en zorg uw deel? Kijk omhoog, om desondanks het positieve deel van ons bestaan te blijven zien! God Bless You All!”
www.vggetronics.nl
Bedrijfshistorisch Archief BhA-activiteiten bij KPN beëindigd Door Hans Elsinger Toen wij ons aanmeldden als vrijwilliger bij het BhA, werd ons als eerste duidelijk gemaakt dat we rekening moesten houden met het feit dat moederbedrijf KPN geen enkele interesse had in zaken die geen verband hielden met de gewone business. Het was dus mogelijk dat op elk moment het voortbestaan van het BhA kon worden beëindigd. Getronics was op dat moment net begonnen met het in stappen transformeren tot nieuw bedrijfsonderdeel van KPN. We maakten kennis met het gewijzigde logo en bedrijfsvlag (zwarte ondergrond). Vooralsnog was er groen licht voor het BhA. (Steun van het eigen Getronics management? Jos Weesie, in zijn functie als Record Manager (archivaris) belast met het opruimen van de magazijnen in de verschillende vestigingen, wilde graag een Bedrijfshistorisch Archief inrichten om het verleden van alle ondernemingen die opgingen in het huidige Getronics te bewaren als erfgoed. (Zie ook de stukjes in de eerste VGG magazines , jaargangen 2004 en 2005). De echte start was in juni 2007 met het aanstellen van een externe museoloog, gespecialiseerd in erfgoed. Als eerste werd ons VGG-lid
Geert Fokkema als vrijwilliger bij het BhA aangenomen. Leo Smoltsak en ondergetekende kwamen een klein jaar later. Het BhA was aanvankelijk gehuisvest op de Donauweg, tegenover onze Getronics Service vestiging. De hoeveelheid werk was enorm, en voor ons fantastisch vanwege de diversiteit. Er werden door Jos wekelijks apparatuur, kunst, documenten en informatiedragers (diskettes, tapes, videobanden, cd’s en dvd’s, enzovoort) aangeleverd. Veel oude vestigingen werden door verhuizingen overbodig en moesten worden uitgeruimd. Door ons werd alles zo nodig schoongemaakt, gefotografeerd, geregistreerd en gereed gemaakt voor opslag in een geconditioneerd magazijn (bij Saan in Almere). In de periode 2007-2013 zijn we een paar keer verhuisd; intern in gebouw Donauweg, later naar de Paalbergweg (Amsterdam Zuidoost). Na het vertrek van (inmiddels VGG-lid) Jos Weesie kwam Leo Koekkoek (Record Manager en leidinggevende voor het BhA) ons groepje versterken. Hij breidde ons werk uit met het verzamelen van de nieuwste ontwikkelingen bin-
nen KPN om zo de continuering van het BhA binnen het huidige KPN veilig te stellen. Het heeft niet geholpen. Op 18 november 2013 kwam Leo uit een bespreking om te vertellen dat de laatste restanten van het oude Getronics per 31 december 2013 werden opgeruimd. Zijn eigen functie Record Manager was niet gewenst binnen KPN, dus volgde ontslag per 1 januari. Het BhA had geen bestaansrecht. Leo was met onmiddellijke ingang niet meer verantwoordelijk voor ons en wij konden vertrekken. We hebben helaas met niemand kunnen spreken over de toekomst van de door ons beheerde apparatuur en de erbij verzamelde informatie. Als afsluiting willen we alle VGGcollega’s, die in de afgelopen jaren geholpen hebben bij het vergaren van informatie, documentatie en apparatuur, bedanken voor hun inzet. Hopelijk wordt een keer beseft dat onze collectie deel uitmaakt van de ontwikkelingsgeschiedenis van de automatisering in Nederland en meer verdient dan opslag in een stoffig magazijn en registratie in een ongebruikt stuk museale automatisering.
Nelleke Persoons en de 3 BhA-vrijwilligers, Hans Elsinger, Leo Smoltzak en Geert Fokkema.
11
Juni 2014
Oktober 2004
Februari 2005
Augustus 20
Juni 2007
December 2007
Juni 2008
December 2
December 2010
Juni 2011
December 2011
Juni 2012
005
December 2005
Augustus 2006
December 2006
2008
Juni 2009
December 2009
Juni 2010
December 2012
Juni 2013
December 2013
Frans Sijswerda een Getronics Service man in hart en nieren Door Maarten Sirag Daar zaten we dan aan tafel bij Frans. Twee mannen in ruste die het automatiseringsverleden bespiegelden. “Dus jij werkte bij Getronics. Eigenlijk niet te geloven; een toonaangevend automatiseringsconcern waar pakweg tien jaar geleden nog wereldwijd incl. partners 26.000 mensen werkten. En nu, nu is er niets meer van over. In 2011 verdween de naam Getronics. KPN heeft de laatste restjes verkocht en vanaf 1 januari 2014 is de afdeling IT Solutions, met ex -Getronics medewerkers, volledig opgegaan in de KPN-divisie Zakelijke Markt. Foetsie, één van de grootste bedrijven van Nederland.” Frans knikt instemmend. Hij heeft de opkomst en teloorgang in een mensenleven meegemaakt. “Maar het staat niet op zichzelf. Neem IBM. Wie had er tien jaar geleden gedacht dat deze computerreus zou switchen van hardware-boer naar dienstverlener? Niemand. Toch gebeurd. In 2005 is de pc-divisie verkocht, en nu de server-divisie, aan Lenovo voor 2,3 miljard. Maar de wereld draait door. Kaarten worden opnieuw geschud. In het Bijbelboek Prediker was het al opgetekend: ”IJdelheid der ijdelheden. Alles is ijdelheid! Welk voordeel heeft de mens van al zijn zwoegen, waarmee hij zich aftobt onder de zon? ” Als ik naar Frans kijk dan ziet hij er niet bepaald afgetobd uit. Een vitale, dynamische kerel die nog volop in het leven staat. Het wordt tijd om eens te luisteren naar zijn Geveke-story.
14
Bij de marine “Frans, hoe is jouw carrière begonnen?” “Ik ben begonnen als beroeps bij de marine. Van 1960 tot 1968 als radioen radarmonteur. Ik heb gevaren op het fregat Van Speyk en later op Hr. Ms. De Holland, een kustwacht patrouilleschip, gespecialiseerd in het uitvoeren van maritieme veiligheidstaken. Mijn maat en latere collega was Hans Elsinger. Ik heb daar ontzettend veel geleerd. Zo moest ik van 1962 tot 1963 in Curaçao een zendstation onderhouden. Na terugkomst uit de tropen heb ik mij aangemeld voor de opleiding marinepiloot. De opleiding heb ik in Woensdrecht gevolgd maar helaas was het landen niet mijn ding; ik zat telkens een meter te hoog. Later kreeg ik de opdracht om de elektrotechnische apparatuur van Holland Signaal op boten, die bij de NDSM werden gebouwd, te testen voor de overdracht aan de marine.”
Tekst van hoe document “Frans, kwam
je aan die kennis?” “Ik moest veel cursussen in Engeland volgen. Het was de tijd van de Koude Oorlog en de elektronische oorlogsvoering deed zijn intrede. Marineschepen werden voorzien van een sonar dome, een grote bult onder de boeg, die door het uitzenden van een actieve ping (signaal) onderzeeboten kon lokaliseren -met de passieve sonar luisterden we alleen maar naar de geluiden in de zee-. Zo konden we bijvoorbeeld vaststellen of het een boot met enkele of dubbele schroef was. Aan de hand van de manier waarop de morsesignalen werden getikt, kon je vaak herkennen wie de seiner was en zo het type schip vaststellen. Eigen eskader of een vijandelijk schip. Ik heb gevaren op diverse schepen van een internationaal eskader van acht boten, genaamd STANAVFORLANT, bedoeld als een antionderzeeboot eenheid. Canada, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten stelden ieder één schip beschikbaar voor oefeningen onder een wisselend commando per land. Zo voer ik regelmatig het rondje Nederland, Azoren, Caribbean, USA, Canada. Je kwam op allerlei marinebases, zoals de Amerikaanse in Porto Rico. Erg fascinerend allemaal.
www.vggetronics.nl
Op één van die reizen met De Holland, waarbij we dertig mariniers vervoerden, kwamen we terecht in een loeiende orkaan met golven van tien tot twintig meter hoog. Het plaatwerk van ca. twee en een halve cm dik bezweek onder de golven. Een noodsituatie dreigde. Het commando ‘rood en blauw sluiten’ werd gegeven. Dat wil zeggen dat de deuren van de compartimenten met die kleuren onder de waterlijn werden gesloten. De mariniers zaten als ratten in de val. Het is gelukkig goed afgelopen maar vergeten doe je zoiets niet.” Frans begint goed in zijn verhaal te komen; zo te horen voor hem een boeiende tijd. Hij gaat verder: “In 1967 waren we op weg naar Canada toen we ergens tegenaan voeren. De schroef raakte in onbalans zodat we geen snelheid konden maken. Wat bleek, we waren op een wal- of potvis gevaren. En zo beland je dan in een dok in Halifax. De nieuwe schroef en schroefas werden vanuit Nederland ingevlogen en ter plaatse gerepareerd. Daarna konden we in de winter de zeereis weer vervolgen. Vervolgens kwam ik terecht op een mijnenveger. We voeren dagelijks vanuit Den Helder door de Duitse Bocht met een flottielje van vier mijnenvegers in kiellinie en veegden verankerde mijnen waarvan we de verankeringskabel doorsneden. Dat gaat zo: achter de mijnenveger wordt een speciaal gevlochten staaldraad gesleept. Deze draden zijn voorzien van een snijmechanisme, de zogenaamde paravaan. Wanneer een verankeringskabel langs het staaldraad schuift en in de klauw wordt gevangen, wordt de kabel doorgesneden. De mijnbol drijft naar de op-
pervlakte en wordt door de boordwapens onschadelijk gemaakt of gemarkeerd voor latere afhandeling. Soms was je voor het onderhoud op een ander schip nodig en werd je in een broekzak overgeheveld. Het was dan de gewoonte om het touw zover te laten vieren dat je met een natte kont aan boord kwam. Na deze tochtjes kwam je ’s avonds gewoon weer thuis in Broek op Langedijk.” Naar Getronics “En toen Frans?” “Ik wilde wat anders.” “Dat meen je niet, waarom ben je niet bij de marine gebleven? Daar lag toch je passie?” “Maarten, ik heb er veel geleerd maar ik zat teveel vast op het schip. Als radiotechneut moest je altijd paraat zijn. De jongens gingen de wal op maar ik had meestal storingsdienst; dat was de keerzijde. In augustus 1968 ging de kogel door de kerk en begon ik te solliciteren. Via mijn ex-marine maat Hans Elsinger kon ik terecht bij Koopman & Co. , handelsbedrijf in elektrotechniek in Amsterdam, eigendom van R.S. Stokvis en daarna in 1972 overgenomen door de S.H.V. Dagelijks van Broek op Langedijk naar Amsterdam, op het scootertje van Hans. Daar kreeg ik te maken met de half mechanische, half elektronische Teletype machine, een Amerikaanse vinding die door Koopman was omgebouwd van 115 V naar 220 V. Een apparaat dat aan de bakermat stond van het latere concern Getronics.” “Hoe verliep die ontwikkeling?” “Koopman werd Geveke & Groenpol en daarna GEA (Geveke Electronica & Automatie) waaruit vervolgens in 1975 Geveke Electronics Service ontstond. Via een management buyout van Ton Risseeuw werd het
bedrijf daarna in 1977 naar de beurs gebracht als Getronics N.V. Talloze overnames volgden, zoals die van: 1986 Electric Engineering met o.a. Gerrit de Greef, 1988 Datex Software Services and Consulting met o.a. Rob van der Velden, 1989 XTEC met o.a. Hans van Helden, Ad de Fouw en Frans Hoddenbagh, 1990 Synergie Consultancy - Information consulting services, 1991 Van Andel, Computer Uitwijk Centrum, Koning en Hartman met o.a. Ton Kersbergen en Martin de Groot, 1992 Datatraffic, Computer Service Holland, 1993 Cinet, 1995 RAET, 1997 Business Management Group, 1998 Grupo CP - Software solutions IBM/Asap HR Solutions, 1999 WANG Global, incl. Olivetti Systems & Services, 2005 PinkRoccade.” “Maar het begon toch allemaal met de Teletype?” “Ja, de eerste modellen 32, 33 en 35 werden ingezet voor de procesbesturing bij Philips. Programmaatje maken, ponsbandje uit-en inlezen in draaibank, productielijn of salarissysteem. We hadden voor de nazorg een
Tekst van document
15
Motorola/Codex, 326X Familie
serviceteam dat het onderhoud verrichtte aan deze Teletypes. Dit werd in heel Nederland uitgevoerd. Voor deze service werden lucratieve ‘all-in’ service- en onderhoudsovereenkomsten afgesloten: ‘time and materials’ werd uitgebreid met preventief onderhoud (smeren en afstellen). Zo ontstond de contractadministratie van Jan Gerritse. Ook de verkoop van deze contracten met Wim Herfst als manager heeft een belangrijke rol gespeeld in de groei van Getronics Service. Met onze gedegen onderhoudskennis gingen we op zoek naar opdrachten voor andere apparatuur. Zo ging Peter van Voorst op onderzoek in Amerika. Hij hoorde daar voor het eerst van het fenomeen ‘third party maintenance’ en dacht: “dat kunnen wij ook.” Binnen Getronics Electronics Service werden onder zijn bezielende leiding vier afdelingen opgezet: - Randapparatuur o.l.v. Cees van Ederen - Minicomputers o.l.v. Ad van der Velde - Pc’s o.l.v. Hans Elsinger - Datacommunicatie o.l.v. Frans Sijswerda Ik werd gevraagd om leiding te geven aan de afdeling datacommunicatie met dertig onderhouds- en installatietechnici. We importeerden het excellente codexmodem uit Amerika. Met goed gemotiveerde en goed geschoolde mensen vero-
16
verden we hiermee Nederland. Ondernemingsgeest was het parool. Toen we bijvoorbeeld hoorden dat er bij de afgelegen NAM in Drenthe installatiewerk gedaan moest worden, wonnen we de opdracht door te stellen dat wij een steunpunt voor onze technici in Assen zouden inrichten. Via de NAM kwamen we binnen bij Shell, gebruiker van een Ungermann Bass netwerk, waar we een landelijk ethernet netwerk mochten uitrollen. Deze klus werd goed geklaard en zo mochten we vervolgens het pc-onderhoud doen. Met die referentie lukte het om het netwerk- en pc-onderhoud van de Belastingdienst te doen. Daarna ABN AMRO, ING en het GAK, waar via pc- en telecomdochter Svianed het eerste breedband netwerk is aangelegd. De policy was: een klant heeft een technisch ICTprobleem of een netwerkbeheerprobleem, zet hier deskundige mensen op en vraag niet de hoofdprijs. Je bouwt een klantrelatie op en krijgt vervolgens grotere vervolgopdrachten. Succes creëert vaak nieuw succes. Zo waren we eens in San Francisco voor een seminar samen met Brian Coe. In hetzelfde hotel gaf de grote CEO John Chambers van CISCO Systems een presentatie. We proberen met hem in contact te komen, het lukt en uiteindelijk resulteert dat in een opdracht voor levering en onderhoud van CISCO netwerkcomponenten voor de Nederlandse markt.”
“Frans, wat verklaart het succes dat je meemaakte?” “Verzamel de goede mensen om je heen en blijf met hen in contact, ook als zij worden ze overgeplaatst naar een andere afdeling of als ze naar een klant overstappen. Zorg ook voor een uitstekende samenwerking met andere afdelingen zoals Sales (Joop Smit) en Datacommunicatie (Dick Odolphy) zodat je voor de klant een eenheid bent. Vervolgens hebben we in 1988 binnen Getronics Service een afdeling Customer Management opgezet o.l.v. Rob van der Velden. Deze afdeling voerde het beheer uit voor de grote klanten. Eerst in Amsterdam, later in alle vestigingen. Deze customer managers wisten de kwaliteit van de dienstverlening naar een hoger peil te trekken en daar hadden de accountmanagers van sales weer baat bij. We verloren (bijna) geen enkele klant meer. Netwerken in brede zin was het succes, niet alleen op productniveau, maar ook op relatieniveau.“ Het blijft even stil en de telefoon gaat. “Sorry Maarten, een kennis die met een ander overhoop ligt. Ik heb zojuist een afspraak gemaakt om hen als mediator bij te staan.”
www.vggetronics.nl
Met pensioen? “En toen hield je er bij Getronics mee op.” “Ja, ik was 60. Ik ben nog een tijdje doorgegaan als Projectmanagement zzp ’er. Zo heb ik o.a. een computerbedrijf in Breda geholpen om een serviceorganisatie op te bouwen.” “En wat doe je verder in dit mooie dorp St. Pancras?“ Ik zie in zijn ogen dat het vuur nog niet is gedoofd en dat klopt. “Maarten, ik coach het 6e seniorenvoetbalteam van SV Vrone. Dat doe ik al vanaf de tijd dat mijn zoon bij de f-jes zat. Er waren ook steeds problemen met het fluiten, toen ben ik ook maar een scheidsrechterstraining gaan volgen. En omdat ze bij de afdeling veldvoetbal omhoog zaten ben ik uiteindelijk ook voorzitter van deze afdeling met tweehonderd senioren en vierhonderdvijftig jeugdleden geworden. We moeten ook hier door het teruglopen van gemeentelijke subsidies bezuinigen en daarom heb ik recent een goed lopende vrijwilligersorganisatie opgezet.
Verder vertegenwoordig ik de inwoners van St. Pancras in het Dorpsplatform dat één keer in de twee maanden met de gemeenteraad overlegt over allerhande wijken inrichtingsproblemen. ” En tussen neus en lippen door is hij ook nog actief bij Tafeltje Dekje. We lopen de tuin in om een paar foto’s van zijn sloep te maken. En daar botsen we op zijn volgende hobby. Het restaureren van tuinkabouters en –ornamenten. Hij restaureert alles en laat ze vervolgens gewoon in zijn eigen tuin staan. Een vrolijke boel.
We naderen het eind van het gesprek. “Tot slot, was het bij Getronics allemaal de moeite waard?” “Er was ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en veel avontuur. We hebben de gouden tijd meegemaakt en gepakt. Het was een prachtige tijd, waaraan ik vele vrienden heb overgehouden. Het was soms vreemd om je vroegere tegenstander later als collega terug te zien, maar dat is in alle gevallen heel plezierig verlopen. Ik hoop dat iemand uit een andere bloedgroep van Getronics zijn verhaal wil vertellen en ben benieuwd hoe hij of zij het heeft ervaren om eerst bij een (kleinere) zelfstandige organisatie te werken en daarna bij het grote Getronics. Wie pakt de handschoen op?”
Wat heb ik, Maarten, als commerciële ICT ’er, van deze Getronics story geleerd? ‘Customer intimacy’ creëer je niet alleen door betrouwbaar zaken te doen maar ook door uitstekende technische mensen hun werk tot volle tevredenheid te laten uitvoeren. Investeer in kundigheid van de man op de werkvloer. Een tevreden klant is vervolgens bereid om ook het volgende product bij jou te bestellen. Technici kunnen de meest waardevolle wegbereiders zijn voor de commerciant.
Als Frans echt tot rust wil komen, vaart hij bij de helling van Dam 29 van Botenvisvereniging ’t Hontbos aan de Hondsbossche Zeewering uit met zijn Rana, een Noorse zeewaardige sloep. “Lekker met wat vrienden vissen op kabeljauw, schar of tong”.
17
Van Ruys Handelsvereniging tot ... Gé Brummelkamp, geboren in 1925 Door Henny Looijestein We ontmoeten Gé in Marlot, een rustige wijk van Den Haag vlakbij de oude renbaan Duindigt. Hier geniet Gé samen met Jopie van een rustige oude dag na zijn lange loopbaan als commerciële rakker in de kantoormachinebusiness. Aan het werk Na zijn diensttijd en de handelsavondschool meldt hij zich eind 1949 bij het arbeidsbureau op zoek naar werk. Het was in die dagen na de oorlog niet gemakkelijk om werk te vinden. Hij komt er terecht bij een bedrijf waar, naar hij zelf zegt, dames werkten die nogal onfris roken en ongewild over je schouder kwamen hangen. In die tijd had hij Jopie al leren kennen. De vader van Jopie had hier en daar wat connecties en hielp onze Gé aan een baantje in het verzekeringswezen. Maar ook daar had Gé het snel gezien, want polissen verkopen in de avonduren was niet helemaal zijn ding. Toen de ‘kruiwagen’ maar weer geraadpleegd en ja, die had via via contacten bij Ruys Handelsvereniging waar Gé aan de slag kon als verkoper van Anker kasregisters. Hij trok in bij de ouders van Jopie, maar moest wel op een aparte kamer.
Tekst van document
18
Accountmanager Het verkopen ging hem blijkbaar goed af want al snel werd hij aangesteld in Utrecht bij dhr. Mulder om de kasregisters te gaan slijten bij grote bedrijven. Vanuit Utrecht heeft hij dit twee jaar lang kunnen doen. In 1953 zijn Gé en Jopie in het huwelijksbootje gestapt en zijn ze in Gouda gaan wonen. Vervolgens heeft hij zijn scala verbreed en is hij ca. tien jaar kantoormachines gaan verkopen in de regio Gouda. Inmiddels had Ruys Handelsvereniging de vertegenwoordiging van het merk Olivetti in Nederland verworven waarmee het assortiment, naast de klassieke kasregisters en frankeermachines, aanzienlijk werd uitgebreid. Toen Olivetti besloot in Nederland rechtstreeks zaken te gaan doen werd ook een gedeelte van het personeel overgenomen in de nieuwe organisatie, Olivetti Nederland B.V. Bij deze reorganisatie werd Gé op voorspraak van dhr. Van Schrei, een ex-directielid van Ruys die zijn commerciële vaardigheden wel kon waarderen, aangesteld als Accountmanager Grote Bedrijven in het kantoor Utrecht. Vervolgens werd Gé gevraagd om het verkoopkantoor in Enschede te gaan bestieren waardoor hij en Jopie ook naar deze stad verhuisden. Hier heeft Gé een cursus vakhandelaar gevolgd en slaagde hij als beste van de groep. Dit kwam de directie in Den Haag ter ore. Gé werd om 12:00 uur gebeld door dhr. Bortolussi; hij moest direct naar Den Haag komen voor een gesprek om 14:00 uur – terwijl hij een afspraak had – want “ik heb goed nieuws voor je”. “Ik ben aan het werk, maar ik kom zo.”
Het ‘IJzeren Duo’ Bortolussi bombardeerde hem naar aanleiding van deze cursusresultaten meteen tot Hoofd Verkoop Nederland van de vakhandelaren, met een kantoor op het Lange Voorhout in Den Haag. Gé kon deze kans niet laten lopen en verhuisde met Jopie naar een hotel in Den Haag om deze nieuwe uitdaging aan te gaan. Na enkele maanden vonden ze een woning in Den Haag waar ze tot zijn pensioen hebben gewoond en waar Gé op het Lange Voorhout een gouden tijd heeft gehad. Al snel komen de verhalen en vertelt hij met een twinkeling in zijn ogen over zijn handel met Italië in tweedehands machines. Samen met Jan Bosman (ook een commerciële rakker) zette hij deze handel in ingeruilde machines op die met duizenden tegelijk werden verkocht aan zakenrelaties in Italië en andere landen. Het ging zover dat er vanuit Olivetti Italië vragen werden gesteld hoe het toch mogelijk was dat er oude machines op de Italiaanse markt verschenen die oorspronkelijk in Nederland verkocht waren. Wij in Nederland begrepen er ook niets van.
www.vggetronics.nl
Tekst van document Ook zijn samenwerking
met Klaas van Leeuwen -in de wandelgangen werd dit ‘het ijzeren duo’ genoemd n.a.v. hun handel in oud ijzer- en Marieke Jansen brengt goede herinneringen in hem naar boven. Gé en Jopie bewaren ook goede herinneringen aan de bonusreisjes en feesten van Olivetti, want hier mochten de partners wel mee op de reisjes, in tegenstelling tot de ‘Ruys-tijd’ waar de partners niet werden gewaardeerd (aldus Jopie). Jopie vertelt met plezier over een reisje naar Oostenrijk met Franc Leloux, waar ze zelfs nog op de tafels heeft staan dansen. Ook bodega De Posthoorn op het Lange Voorhout brengt een grijns op het gezicht van Gé, want vaak werd daar de werkdag met de collega’s afgesloten met een drankje.
waar hij was, maar dan liep Gé op de baan en was hij aan het ‘netwerken’. Zolang de handel maar doorging was er niets aan de hand en werd alles gedoogd. Gé had bijna een eigen bedrijf binnen het bedrijf; hij genoot alle vrijheid en kreeg ook alle vrijheid. Hij heeft Karel van Osch (directeur Olivetti Nederland) aangezet tot het spelen van cricket en later ook van golf. Olivetti is deze sport zelfs gaan sponsoren en promoten bij het personeel waardoor vele collega’s en relaties de baan in zijn gestapt. Gé heeft nog jaren lang samen met Jopie de golfsport beoefend, tot aan het fanatieke toe. Er zijn jaren geweest dat ze drie keer per week op de baan stonden en minstens één keer per maand een wedstrijd speelden. Gé was captain van de SGS-club (Stil Going Strong) en heeft met dat clubje oude mannen vele prijzen binnengesleept. Eén van de laatste was de gouden klomp in 2002, die dan ook staat te pronken tussen alle andere trofeeën in de kamer.
Naast zijn Olivetti bureau staat zelfs een heuse Valentine te pronken waar hij zo af en toe nog een briefje op tikt. Vol trots haalt hij nog een andere Valentine uit de kast en wel een heel bijzonder exemplaar. Tot mijn verbazing komt er een witte Valentine op tafel waarvan ik het bestaan nooit heb geweten; maar het is heus waar, ik heb hem in mijn handen gehad. (Op de foto staan wit en rood gebroederlijk naast elkaar). De golfset is in 2011 naar zijn zoon gegaan -want dat lukt nu niet meeren die van Jopie naar de schoondochter die de passie van Gé en Jopie voortzetten. Gé geniet samen met zijn Jopie van zijn pensioen en kijkt terug op een mooie carrière van Ruys tot Olivetti.
Met pensioen De laatste verhuizing was naar het nieuwe Kantoor in Leiden waar Gé samen met Klaas en Marieke de handel in de tel-en rekenmachines heeft afgerond. In 1990 is Gé na een loopbaan van zo’n veertig jaar in de commercie op 65-jarige leeftijd met pensioen gegaan. Nu kwam er veel tijd vrij voor zijn sportieve passies, cricket en golf. Al in zijn tijd in Gouda was hij bezeten geraakt van cricket. Vaak was hij op de cricketvelden te vinden en later met Franc Leloux ook op de golfbaan. Marieke wist vaak niet 19
In Holland staat een huis, het 'Huys int Noorteynde' Ofwel, Paleis Noordeinde Door Janny Jonkman Paleis Noordeinde, het werkpaleis van koningin Beatrix en nu van koning Willem Alexander, is zo'n huis dat tot de verbeelding spreekt; het is ook een ‘huis’ dat je verrast. Want aan de voorkant lijkt het maar een bescheiden paleis; niet te vergelijken met bijv. Buckingham Palace, of zelfs maar met het paleis op de Dam (dat zijn leven trouwens begon als stadhuis), maar het is groter dan je zou denken, want achter de huizen van winkelstraat Noordeinde loopt het paleis nog een heel stuk door. Dat heb je beter in de gaten als je het aan de achterkant bekijkt, vanaf de Prinsessewal. Dan kan je ook de fraaie paleistuin zien. Sterker nog, daar kan je gewoon inlopen. Want die tuin is open voor het publiek. Slechts een heel klein stukje, in de buurt van de achteringang van het paleis, is door een hek afgesloten voor het publiek. Voor de rest is het dus gewoon een openbaar park! Het heet de Prinsessetuin – en niet voor niets zo. Ik wil u er graag het een en ander over vertellen.
Paleis aan het Noordeinde anno 2010
20
Historisch Den Haag Paleis Noordeinde heeft een lange geschiedenis. Net als de meeste steden, is ook Den Haag momenteel een stuk groter dan het begon. U weet vast, dat het in Den Haag allemaal begonnen is met de bouw van het tegenwoordige Binnenhof en de Ridderzaal. We hebben in Den Haag ook nog een officiële naam, en wel: 's-Gravenhage. Dat betekent: de haag (= Oudhollands voor tuin) van de graaf; later werd die naam voor het gemak afgekort tot Den Haag (de tuin dus). Het was zo'n beetje midden 1200 – we houden 1248 aan – toen de toenmalige graaf Willem II hier dat kasteel begon te bouwen. Op een wel heel gunstige plek: naast een groot meer, vlak bij een bosgebied, aan een kruispunt van in die tijd belangrijke wegen. Het meer bood hem vers stromend water, vis en gevogelte; het bos bood wild en hout. Het meer werd later tot vijver gemaakt (de Hofvijver), het deel van het bos dat in deze streken
stond (destijds liep het door tot wel Haarlem) werd het tegenwoordige Haagse Bos. Rondom dat kasteel is het huidige Den Haag ontstaan. Wat de graven betreft hadden we eerst het Hollandse Huis; daarna het Beierse, het Henegouwse, het Bourgondische en ten slotte het Habsburgse Huis. Toen hadden we te maken met Karel V, die, behalve dat hij hier graaf was, ook koning van Spanje en zelfs keizer van o.a. Duitsland was. Deze Karel V heeft in die landen heel veel goeds gedaan, en als vorst was hij ook ons goed gezind. Zijn page was de nog jeugdige Willem van Oranje. Die was zijn ‘heer’, de koning van Hispanje, zeer toegedaan, zoals uit ons volkslied nog blijkt – immers: “de koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.” Maar Karel V werd ouder en Willem van Oranje groeide uit tot volwassen man. Karel V benoemde hem hier tot zijn stadhouder. Dus Willem was prins van Oranje maar had als functie stadhouder. Zolang Karel V nog leefde ging alles naar wens, maar na zijn overlijden kwam Karels zoon Philips II aan de macht in Spanje, en die was ons heel wat minder goed gezind. Hij wilde bijvoorbeeld het rooms-katholieke geloof ten koste van alles handhaven, en gedoogde het protestantisme niet.
www.vggetronics.nl
Acte van Verlatinghe
Kort samengevat leidde dit hier tot onplezierige situaties; zó erg, dat onze Staten-Generaal deze vorst ‘naar huis stuurde’: in 1581 kwam de Acte van Verlatinghe tot stand, waarin wij Philip de dienst opzegden. Een ongehoorde actie: een volk dat de koning wegstuurt! Wij hadden Willem van Oranje nog steeds als stadhouder, maar nu niet meer als plaatsvervanger van de koning (van Hispanje), Willem werd stadhouder van de Staten-Generaal. Dat is gedurende het hele stadhouders-tijdperk zo gebleven; zij waren stadhouders van de Staten-Generaal (van het volk dus), hoewel zij prinsen waren: prins van Oranje Nassau. Als we spreken over Prins Willem I, dan hebben wij het over Willem van Oranje Nassau (kortweg Willem van Oranje genoemd), de Vader des Vaderlands. Titel: prins; functie: stadhouder.
Huis van Brandtwijk In die tijden was het in de buurt van het tegenwoordige paleis Noordeinde nog een erg landelijk gebeuren. Veel van de velden en weiden, boomgaarden en moestuinen was eigendom van het Sint Nicolaas Gasthuis. Maar zij hadden een buurman, ene heer Goudt, die er ook grond had met daarop een huis. De heer Goudt was in zijn tijd een belangrijk man, met functies waar je "u" tegen zegt: griffier van het hof, rentmeester der domeinen, ontvanger-generaal van Karel V, om maar wat te noemen. Hij breidde dan ook graag zijn bezit uit, en kon ‘recht van overpad’ bedingen bij het Sint Nicolaas Gasthuis – hij kon zelfs geld voorschieten aan Karel V – en met de bouw van een imposant nieuw huis wilde hij respect afdwingen bij de toenmalige adel. Hij stierf in 1544 en liet een imponerend huis achter. Na zijn dood is het huis diverse malen van eigenaar verwisseld, totdat het deels in bezit kwam van ene mevr. Adriana Persijn, weduwe van de Heer van Brandtwijk. En vanaf die tijd heet het huis: Huis van Brandtwijk.
Maar… in die tijd was een huwelijk tussen een protestant en een rooms-katholiek een onmogelijkheid. Prins Maurits had dus wel bastaards met zijn rooms-katholieke geliefde, maar kon niet met haar trouwen, en dus werden zijn kinderen van opvolging uitgesloten. Daarom moedigde hij zijn jongere halfbroer aan om te gaan trouwen en wettige erfgenamen te verwekken. Frederik Hendrik trouwde daarop met Amalia van Solms en zij stichtten in Den Haag een wervelend hofleven, en hun kinderen werden met verstand uitgehuwelijkt, zodat het Huis van Oranje binnen Europa vaste voet kreeg. Frederik Hendrik was de zoon van Willem van Oranje en Louise de Coligny.
Even wat vertellen over Willem van Oranje en zijn nakomelingen. Toen Willem van Oranje (prins Willem I dus) in 1584 in Delft werd vermoord, volgde zijn zoon prins Maurits hem op als stadhouder. Deze was toen pas zeventien jaar oud. Toch had hij veel inzicht in de strijd (inmiddels waren wij in een oorlog met Spanje verwikkeld die tachtig jaar zou duren), en één van zijn daden was de beroemde truc met het Turfschip van Breda. Ook richtte hij een geregeld Nederlands leger op, was hij de eerste Oranje die in Den Haag woonde en liet hij onder andere de Singelgracht graven.
21
Noordeinde achterom
Paleis Noordeinde en Princessetuin Zij was een Franse Hugenote, die haar vader had verloren tijdens de meedogenloze afslachting van protestanten (Hugenoten) tijdens Verbouwingen ten tijde van Frederik Hendrik de beruchte Bartholomeusnacht. De stadhouders woonden aan In de eeuwen na het overlijden van Maar, als u nog eens herleest het Binnenhof, maar het Louise de Coligny is dit zogenaam- dat Frederik Hendrik dit Huis van Brandtwijk werd door de ‘Oude Hof’ door zeer velen ge- ‘Huys int Noorteynde’ liet gereedFrederik Hendrik ten behoeve bruikt; nu en dan als woning, dan maken voor zijn moeder, prinses van zijn moeder, prinses weer als gastenverblijf, soms voor Louise de Coligny, dan vertel ik u Louise de Coligny, voor bewoning grote feesten, dan weer om er bur- nog even, dat hij voor haar ook een geschikt gemaakt, waarvoor het gerlijke huwelijken te voltrekken, tuin achter het paleis liet aanlegvele aanpassingen onderging. en tegenwoordig als werkpaleis gen. En dán snapt u gelijk, waarom die tuin/dat park nog altijd ‘de Ook later nog, door de eeuwen voor onze vorsten. heen, werd het voortdurend aan- Ooit vond de koning van Pruisen Prinsessetuin’ heet, en de aangrengepast en verbouwd, zodat het dat hij er recht op had, en nadat het zende straat, die langs een gracht uiteindelijk, na vele en drastische paleis geforceerd door hem en zijn loopt, de Prinsessewal. ingrepen, verbouwingen, uitbrei- mensen is bewoond, konden wij dingen, restauraties (bijvoorbeeld Hollanders – nadat die erfenistoen er ooit een flinke brand had kwestie uiteindelijk was opgelost – gewoed), paleis Noordeinde werd. de reparaties ter hand gaan nemen. Over de diverse verbouwingen en Maria de’ Medici heeft er gewoond, uitbreidingen, verfraaiingen en Voltaire heeft er gewoond, en de inrichtingen heb ik een dik boek, stadhouders soms ook. Maar dan maar dat alles is in het kader van tijdelijk, bijvoorbeeld als het Ingang Princessentuin (1857) Hoge Wal dit artikel niet samen te vatten. Stadhouderlijk kwartier (op het Ik kan u het echt alleen maar in Binnenhof, waar de stadhouders deze wel zeer beknopte vorm mee- woonden) moest worden opgedelen. knapt. __________________________________________________________________________________________________________ Uit de ledenadministratie Het huidige aantal leden is 315. In 2014 hebben zich 5 nieuwe leden aangemeld: J.W. Veen, D. Melssen, M. van Gelder, H. Verbiesen en F. Bosma In 2014 zijn 3 leden overleden: D. Rutting (9 feb.), L. de Keijzer (4 mei) en E.F. Roqué (15 juni).
22
www.vggetronics.nl
23
www.editoo.nl
Indien onbestelbaar: Zülpichhof 37, 6662 CC Elst
Puzzel ZINZOEKER Door Theo de Lange Beste mensen, Deze keer weer een zinzoeker. De woorden hebben betrekking op de VGG. Streep de woorden uit de lijst in het vierkant door. Dit kan weer horizontaal, vertikaal, kruiselings en ook in spiegelschrift. Letters kunnen meer keren worden gebuikt. De overgebleven letters vormen een toepasselijke zin. Veel genoegen.
AMSTERDAM; BIESBOSCH; DOKKUM; FOTO; GEVEKE; KOFFIE; MUSEUM; PINKROCCADE; PROEVEN; REGIOUITJES; ARCHEON; BOOTTOCHT; DORDRECHT; FUTURELAND; GROENPOL; KPN; NOSTALGIE; PITCH&PUTT; PUZZELS; SCHILDERIJEN; ARTIKELEN; DATEX; ELEKTRA; GEBAKJE; HAVENS; LEEUWARDEN; OLIVETTI; PRAAM; RAET; STADSGIDS; BESTUUR; DENHAAG; FIETS; GETRONICS; KAJUIT; LUNCHTYD; PENSIOEN; PRET; REDACTIE; STOKERYTekst van document Inzenders met de goede oplossing krijgen hier een eervolle vermelding.