Preventierichtlijnen gevolgschade uitval regelaparatuur/ verstikkingsschade Federatie van Onderlinge Verzekeringmaatschappijen in Nederland, maart 2005
Inleiding Agrarische bedrijven maken veelvuldig gebruik van elektronisch gestuurde systemen. De daarbij gebruikte regelapparatuur zorgt ervoor dat installaties - waarmee dieren worden gehouden - automatisch werken. Ventilatoren bijvoorbeeld draaien het juiste toerental en luchtkleppen komen in een juiste stand. Kortom: regelapparatuur stuurt het complete klimaat- en voedingsysteem aan, inclusief gewenste verwarming en/of koeling. Volgens de dierenwelzijnswet moeten intensieve veebedrijven (ook vogel- en visbedrijven) een goed werkend alarm- en noodsysteem hebben: een deugdelijk alarm is dus essentieel. De agrariër moet bij uitval van zijn regelapparatuur tijdig gewaarschuwd worden. Hiervoor zijn diverse alarmeringsystemen ontwikkeld. Wanneer door een gebrek het alarmsignaal niet doorkomt en de gehele of gedeeltelijke veestapel sterft, is er naast de materiële schade vaak nog een veel grotere emotionele schade. Bedrijven die een speciale verzekering voor gevolgschade door verstikking ten gevolge van uitval van de regelapparatuur hebben gesloten, kunnen onder bepaalde omstandigheden hun financiële schade beperken waarmee - in financieel opzicht - een catastrofe kan worden voorkomen. Via de Federatie van Onderlinge Verzekeringmaatschappijen (FOV) heeft een aantal vertegenwoordigers van de grootste Nederlandse agrarische verzekeringsmaatschappijen getracht oplossingen te bewerkstelligen waardoor genoemde schades zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen. Die oplossing behelst onder andere de in dit document genoemde preventierichtlijnen. Deze richtlijnen hebben tot doel een bedrijfsvoering te realiseren waarin de kans op schade zoveel mogelijk wordt geminimaliseerd. Het belang van preventie is aanzienlijk, zowel voor de agrariër als voor de verzekeringsmaatschappij. Agrariërs en installatiebedrijven kunnen de beschreven preventierichtlijnen gebruiken voor het opzetten en het onderhouden van een alarmeringsysteem rondom de regelapparatuur. De FOV is het overkoepelende orgaan van onderlinge (coöperatieve) verzekeraars. Onderlinge verzekeraars besteden van oudsher veel aandacht aan preventie met het doel schade te voorkomen waardoor ongerief bespaard blijft. Deze preventiebrochure is geschreven onder auspiciën van de Technische Commissie Schadepreventie van de FOV waarin experts van verschillende verzekeraars zijn verenigd. Ook Certoplan (voorheen NCP) is hierin vertegenwoordigd. De inhoud van de brochure is ontleend aan verschillende bronnen, maar is hoofdzakelijk gebaseerd op de ervaringen van de technische verzekeringsexperts in hun werkzaamheden.
Preventierichtlijnen gevolgschade uitval regelaparatuur/verstikkingsschade
fov.nl
2
Dit document is mede tot stand gekomen door hulp van Adesys bv. De FOV bedankt Adesys voor haar samenwerking met de werkgroep Gevolgschade Uitval Regelapparatuur. Deze werkgroep maakt deel uit van de Technische Commissie Schadepreventie. Op de twee laatste bladzijden staat een overzicht van de in dit document genoemde preventiemaatregelen en adres- en contactgegevens van een aantal betrokken organisaties. Hoewel de uiterste zorg is besteed aan de vervaardiging van deze brochure aanvaardt de FOV geen aansprakelijkheid voor eventuele schade die voortvloeit uit het treffen van maatregelen of het opvolgen van adviezen zoals die zijn vermeld in deze brochure. Een alarmmelder biedt geen 100% garantie tegen schade, maar is een hulpmiddel om schade te voorkomen. Neem voor specifieke vragen contact op met uw verzekeraar. Technische Commissie Schadepreventie van de FOV, maart 2005
Preventierichtlijnen gevolgschade uitval regelaparatuur/verstikkingsschade
fov.nl
3
Inhoud Inleiding
2
Installaties Overspanningsbeveiliging Overbruggingsschakelaar Noodstroomaggregaat Alarmeringsapparatuur - Gebruik verbreekcontacten op de alarmingangen - Detectiepunten
5
Doormelding en ontvangst van alarmsignalen Alarmsignaal via sirene, hoorn of lichtbron Alarmsignaal via een telefoonkiezer
7
Belangrijke aandachtspunten Stel zo kort mogelijke vertragingstijden in Alarmdiscipline Test uw alarminstallatie regelmatig Bel de alarmmelder na onweer Onderhoud en ouderdom
9
Tot slot
11
Overzicht van genoemde preventiemaatregelen
12
Adressen
13
Preventierichtlijnen gevolgschade uitval regelaparatuur/verstikkingsschade
fov.nl
4
Installaties Installaties moeten altijd conform de geldende normen worden aangelegd en nadien goed worden onderhouden. Toch kan het gebeuren dat installaties defect raken door van buiten komend onheil of door eigen gebrek. Daarom stellen verzekeraars aanvullende eisen aan de uitvoering en het gebruik van regelapparatuur c.q. alarmeringsapparatuur. Overspanningsbeveiliging Bij het gebruik van elektronische-, telecom- of andere data apparatuur is een overspanningsbeveiliging een nuttige aanvulling die een groot aantal (inductie)schades kan voorkomen c.q. beperken. Het is essentieel dat ook aandacht wordt besteed aan een potentiaalvereffening door middel van een goed aardingssysteem. Deze zorgt ervoor dat bij onweer geen al te grote spanningverschillen kunnen ontstaan, waardoor schade beperkt kan blijven. Overbruggingsschakelaar Elke klimaatregelaar c.q. frequentieregelaar moet voorzien zijn van een overbruggingsschakelaar. Dit is een schakelaar waarmee de netspanning (indien voorhanden) direct om de regelaar heen op de ventilator gezet kan worden. De ventilator kan men dan handmatig 100% laten draaien. Zo kan verstikking van de dieren worden voorkomen. Bij toepassing van energiezuinige ventilatoren mag maximaal 30% van de geldende norm voor de ventilatiecapaciteit bestaan uit deze ventilatoren. Reden: Op deze ventilatoren kan de netspanning niet direct worden geschakeld. Krachtstroom (400 volt) ventilatoren Op 400 volt ventilatoreindgroepen mogen geen andere stroomverbruikers worden aangesloten. Noodstroomaggregaat Een noodstroomaggregaat is in principe geen onderdeel van de regelinstallatie, maar uitval daarvan kan onder bepaalde omstandigheden onder de dekking vallen (raadpleeg altijd uw verzekeraar hierover). Bij gebruik van een automatisch inkomend noodstroomaggregaat moet het in werking treden hiervan via het alarmcircuit worden gemeld. Een onderhoudscontract wordt geëist. Uw verzekeraar kan aanvullende voorwaarden stellen met betrekking tot bijvoorbeeld plaatsing, onderhoud, brandstofvoorraad en in-, en uitschakelregels. Alarmeringsapparatuur Het alarmeringssysteem mag niet afhankelijk zijn van de netspanning maar moet onafhankelijk kunnen functioneren. Daarom moeten alarmkasten en telefoonkiezers zijn voorzien van een eigen accu met voldoende vermogen. Als de apparatuur geen automatisch bewakingssysteem heeft, moet deze wekelijks worden getest. In verband met slijtage moeten accu’s om de 2 jaar worden vervangen. Preventierichtlijnen gevolgschade uitval regelaparatuur/verstikkingsschade
fov.nl
5
Gebruik verbreekcontacten op de alarmingangen Bij gebruik van verbreekcontacten op de alarmingangen wordt kabelbreuk of slecht alarmcontact direct opgemerkt doordat automatisch een alarmmelding wordt gegeven. Er zijn ook elektronische systemen die reageren op weerstandswijzigingen in het circuit en dan alarmeren. In principe zijn deze nog betrouwbaarder maar ze zijn ook gevoeliger waardoor de kans op ongewenste alarmering toeneemt. Een alarmsysteem moet in werking treden zodra de regelapparatuur uitvalt, onjuist functioneert en/of het detectiesysteem wordt onderbroken. Detectiepunten: 1. Bewaking van (net) spanning: a. 230-Volt ventilatoren: - bij uitval van elke ventilatoreindgroep; - ook eindgroepen van mestbandbeluchtingsventilatoren detecteren als deze behoren tot de benodigde ventilatiecapaciteit. b. 400-Volt motoren en ventilatoren: - bij uitval van één van de 3 fasen; - bij uitval van de stuurspanning; - bij uitval thermisch relais. c. frequentieregelaars: - bij (thermische) uitval van de regelaar (“trippen”); - bij uitval van één van de 3 fasen. 2. Bewaking van temperatuur: - per dierenverblijfruimte is er minimaal één voeler die ongewenste afwijkingen in temperatuur moet alarmeren. Let op dat het niet juist functioneren van deze voeler eveneens moet leiden tot een alarm.
Preventierichtlijnen gevolgschade uitval regelaparatuur/verstikkingsschade
fov.nl
6
Doormelding en ontvangst van alarmsignalen Alarm via sirene, hoorn of lichtbron De sirene, hoorn of het lichtbronsignaal moet op het gehele bedrijf goed waar te nemen zijn door een persoon die snel, doeltreffend en adequaat kan optreden. Indien niet op dit signaal wordt gereageerd, moet na een korte vertraging het alarm worden doorgegeven via de telefoonkiezer. Alarmsignaal via een telefoonkiezer - De kiezer moet aan de voeding- en signaalzijde tegen overspanning beveiligd zijn. - Bij ISDN moet ook het NT-kastje tegen overspanning worden beveiligd. - De alarmmelding moet altijd naar minimaal twee telefoonnummers van één of meerdere personen gaan. Deze personen moeten met betrekking tot de alarmsituatie snel, doeltreffend en adequaat kunnen optreden. - Bij voorkeur gaat de alarmmelding naar een semafoon (pieper) en, als niet binnen 5 minuten is gereageerd, naar een tweede telefoonnummer. Bijvoorbeeld naar een GSM of telefoontoestel op een vaste lijn. Toelichting: In Nederland zijn twee semafonieoperators actief: Callmax en KPN. Beide exploiteren netwerken met sterke zenders waardoor er een goede dekking is, vrij van congestieproblemen (overbelasting). Echter, de ontvangstgevoeligheid van semafoons in lagere prijsklassen laat soms zeer te wensen over waardoor alarmoproepen gemist kunnen worden! Bezuinig daarom niet op de kwaliteit van de semafoon. Gebruik een semafoon die langdurig een sterk geluidssignaal uitzendt, gecombineerd met een trilfunctie en een herhaalfunctie zodat het alarm altijd wordt opgemerkt. Kies een semafoon die tevens een signaal geeft bij zenderverlies en/of bij een lege batterij. Hiermee wordt voorkomen dat men ongemerkt niet bereikbaar is. Doormelding van het alarm naar een semafoon geeft de meeste zekerheid van alarmontvangst. Doormelding naar (alleen) een GSM-toestel kan problemen opleveren. Het GSM-netwerk is NIET optimaal geschikt voor alarmdoormeldingen. Doormelding naar een alarmcentrale is een derde mogelijkheid. Hiervoor gelden afzonderlijke regels (neem hiervoor contact op met uw verzekeraar). - De kiezer moet als eerste op het telefoonnet zijn aangesloten, zodanig dat een alarmmelding altijd voorrang neemt op andere aangesloten toestellen. - De kiezer moet voorzien zijn van automatische nummerherhaling. Toelichting: De kiezer heeft geen controle op de correcte en tijdige ontvangst van de oproep. Stel de alarmmelder daarom zodanig in dat er altijd binnen een Preventierichtlijnen gevolgschade uitval regelaparatuur/verstikkingsschade
fov.nl
7
beperkte tijd teruggebeld moet worden ter bevestiging van ontvangst van de alarmboodschap. Ontvangt de kiezer deze bevestiging niet dan zal automatisch een nieuwe oproep worden gestart naar het volgende oproepnummer. - De kiezer moet worden ingesteld op: “Reset door terugbellen”. Toelichting: Semafoons zijn alarmontvangers die niet in staat zijn om een signaal ter bevestiging van de oproep terug te zenden. Dus heeft de kiezer geen controle op de correcte en tijdige ontvangst van de oproep. Daarom moet de telefoonkiezer zo ingesteld worden dat er altijd binnen een beperkte tijd teruggebeld moet worden ter bevestiging van ontvangst van de alarmboodschap. - De ISDN-centrale moet voorzien zijn van een noodstroomvoorziening en de alarmmelding moet voorrang nemen op alle uitgaande gesprekken. - Alle accu’s in het alarmcircuit moeten minimaal éénmaal in de twee jaar worden vernieuwd. De verzekerde is altijd zelf verantwoordelijk voor doormelding en ontvangst van de alarmsignalen.
Preventierichtlijnen gevolgschade uitval regelaparatuur/verstikkingsschade
fov.nl
8
Belangrijke aandachtspunten Stel zo kort mogelijke vertragingstijden in In de alarmmelder, de telefoonkiezer en bij de individuele oproepnummers kunnen vertragingstijden ingesteld worden. De optelsom van alle ingestelde vertragingstijden plus de tijd die de gewaarschuwde persoon nodig heeft voor alarmopvolging, mag nooit zo lang zijn dat adequate reactie niet meer mogelijk is. Onder vertragingstijd wordt verstaan de tijd die de melder nodig heeft om een oproep te doen, inclusief de terugbeltijd. Stel daarom geen langere vertragingstijden in dan strikt noodzakelijk. De verzekerde moet zorgen dat hij/zij bij een alarmmelding altijd snel, doeltreffend en adequaat optreedt. Alarmdiscipline Een goede beveiliging van een bedrijf betekent dat de juiste combinatie van maatregelen getroffen moeten worden. Hierbij is onder andere het goed installeren, het regelmatig testen, een juiste discipline in de alarmopvolging en tot slot de correcte bediening van de installatie zeer belangrijk. Regel daarom de alarmopvolging op eenduidige wijze. Laat niet iedereen de alarmmelder resetten en bedienen, maar laat dit uitsluitend doen door aangewezen en risicobewuste mensen. Controleer of de telefoonkiezertoets en de gewenste alarmtoetsen zijn ingeschakeld als u het bedrijf verlaat. Test uw alarminstallatie regelmatig Bij voorkeur wordt dit gedaan door wekelijks een echte alarmsituatie te creëren. Als dat niet mogelijk of ongewenst is, gebruik dan wekelijks de testfunctie van de betreffende alarmmelder. Bent u enige tijd onbereikbaar geweest door een uitgeschakelde semafoon of GSM, controleer dan zelf de status van uw alarmmelder door deze te bellen. Onbereikbaar zijn van semafoon of GSM kan worden veroorzaakt door een lege batterij of slechte ontvangst. Dit laatste komt vooral voor in de buurt van de grenzen met België en Duitsland. (zie ook hieronder “Bel de alarmmelder na onweer”). Het testen van de accu’s is bijzonder belangrijk. Doe dit door de netspanning van de betreffende apparaten af te halen. Registreer ook op welke datum accu’s zijn aangeschaft. Als er geen automatische accustatusbewaking is, moet u de accu’s om de twee jaar vervangen. Let bij aankoop van nieuwe accu’s eventueel op de houdbaarheidsdatum. Bel de alarmmelder na onweer Veel alarmmelders (telefoonkiezers) zijn voorzien van overspanningsbeveiligingen op ingangen en uitgangen waardoor de kans op beschadiging door inductie als gevolg van een blikseminslag minimaal is. De doormelding kan echter ook geblokkeerd raken door bijvoorbeeld een defecte telefoonlijn of telefooncentrale. Dit kunt u eenvoudig controleren door direct na onweer de kiezer op te bellen. De kiezer zal de oproep beantwoorden met de actuele alarmstatus, ook wanneer er geen alarm is. Antwoordt de kiezer niet, dan is er iets mis en kunt u er vanuit gaan dat er geen oproep zal komen als er daadwerkelijk een alarm optreedt. Preventierichtlijnen gevolgschade uitval regelaparatuur/verstikkingsschade
fov.nl
9
Controleer in dit geval regelmatig fysiek of op andere wijze de leefomstandigheden van de dieren totdat de alarminstallatie is gerepareerd! Onderhoud en ouderdom Sluit een contract af met een erkend installateur voor een jaarlijks onderhoud. Er geldt geen eis ten aanzien van de ouderdom van de apparatuur. De apparatuur is verouderd als onderdelen niet meer verkrijgbaar zijn in het reguliere verkoopkanaal. In dat geval moet u de apparatuur gaan vervangen.
Preventierichtlijnen gevolgschade uitval regelaparatuur/verstikkingsschade
fov.nl
10
Tot slot De richtlijnen en maatregelen in deze folder gelden in hun algemeenheid voor de meeste toepassingen van alarmsystemen. Maak echter bij elk punt de afweging of dit ook voor uw situatie geldt. Bepaalde gebruikssituaties vereisen afwijkende programmeringen. Lees daarom de gebruiksaanwijzing van uw alarmsysteem aandachtig door voor alternatieve mogelijkheden. Neem in geval van vragen contact op met uw installateur. Op de volgende bladzijde staat een overzicht van de in dit document genoemde preventiemaatregelen. Op de laatste bladzijde staan de adres- en contactgegevens van een aantal betrokken organisaties. Er zijn geavanceerde beveiligingen van installatie en communicatielijnen mogelijk, zoals bijvoorbeeld de Agro-alarmservice van ASB-Security. Stem uw specifieke wensen af met uw installateur. U kunt ook altijd contact opnemen met uw verzekeraar.
Preventierichtlijnen gevolgschade uitval regelaparatuur/verstikkingsschade
fov.nl
11
Overzicht van genoemde preventiemaatregelen Installatie - Onderhoud installatie; - Potentiaalvereffening; - Overbruggingsschakelaar op ventilatoren (ten minste op 70% van de ventilatiecapaciteit); - Noodstroom op alarmmeringssysteem; - Noodstroomaccu’s elke 2 jaar vervangen; - Verbreekcontacten gebruiken op alarmingangen; - Geen andere stroomverbruikers op eindgroepen 400 V Detectiepunten - Inkomen van automatisch noodstroomaggregaat - Bij 230 V uitval van netspanning (op ventilatoreindgroepen); - Bij 400 V uitval van fase (of stuurspanning of door thermische beveiliging op ventilatoren); - Uitval van frequentieregelaar; - Temperatuur. Doormelding - Overspanningsbeveiliging op voeding- en signaalzijde kiezer; - Overspanningsbeveiliging op NT-kastje; - Alarmdoormelding naar ten minste 2 personen, bij voorkeur via semafoon en vervolgens naar huis- of GSM-telefoon; - Kiezer als eerste aansluiten; - Kiezer moet zijn voorzien van automatische nummerherhaling; - Kiezer instellen op “Reset door terugbellen”; - ISDN-centrale moet zijn voorzien van noodstroomvoorziening; - ISDN-centrale moet te allen tijde voorrang nemen; - Accu’s van ISDN-centrale moeten elke 2 jaar vervangen worden.
Preventierichtlijnen gevolgschade uitval regelaparatuur/verstikkingsschade
fov.nl
12
Adressen Federatie van Onderlinge Verzekeringmaatschappijen in Nederland (FOV) Postbus 92 3980 CB Bunnik T 030 - 656 71 60 F 030 - 656 75 04 E
[email protected] I www.fov.nl
KPN Postbus 13500 9700 G Groningen T 0800-0106 F 0800-0991250 I www.kpn.com (Zakelijk: Midden- en Kleinbedrijf. trefwoord Semafonie)
Unie van elektrotechnische ondernemers (UNETO), sectie bliksembeveiliging Postbus 188 2700 AD Zoetermeer T 079 - 325 06 50 E
[email protected] I www.uneto.nl
Certoplan (voorheen NCP) Postbus 67 3720 AB Bilthoven T 030 - 229 55 55 F 030 - 229 55 56 E
[email protected] I www.certoplan.nl
Voor vragen m.b.t. Bouwbesluit en/of Wet Milieubeheer Postbus 51 Postbus 20002 2500 EA Den Haag T 0800 - 8051 E
[email protected] I www.postbus51.nl
CallMax Postbus 8038 5601 KA Eindhoven T 040 - 297 39 73 F 040 - 297 39 33 E
[email protected] I www.callmax.nl
Adesys BV Postbus 60 2290 AB Wateringen T 0174 - 296 389 F 0174 - 293 807 E
[email protected] T www.adesys.nl/index.htm
Agro-alarmservice/ ASB-Security Postbus 9016 5602 LA Eindhoven T 040 - 266 26 22 F 040 - 262 20 02 E
[email protected] I www.asb.nl
Preventierichtlijnen gevolgschade uitval regelaparatuur/verstikkingsschade
fov.nl
13