Ruimtelijke onderbouwing aanvraag omgevingsvergunning T.b.v. de aanleg van tijdelijke verkeersvoorzieningen in Watergang versie 1.1 1 april 2011
Inleiding De gemeente moet groot onderhoud uitvoeren aan drie bruggen in het noordelijke deel van de Dorpsstraat in Watergang. Alle bruggen moeten een aantal weken afgesloten worden. Omdat dit gedeelte van de Dorpsstraat een doodlopende weg is, zijn wij op zoek gegaan naar mogelijke omleidingen. Als uitkomst hiervan hebben wij 17 februari 2011 een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend. Deze aanvraag betreft de aanleg van een tijdelijke weg en parkeerplaats op het weilandje ten noorden van Dorpsstraat 36. Omdat het bestemmingsplan geen tijdelijke bouwwerken toestaat wil de gemeente een uitgebreide procedure opstarten. Hiervoor is een ruimtelijke onderbouwing noodzakelijk. In dit document leest u onze onderbouwing.
versie: 1.1 datum: 16 mei 2011
Pagina 2 van 6
Ruimtelijke onderbouwing Een goede ruimtelijke onderbouwing dient op een aantal vragen antwoord te geven. Hieronder lichten wij puntsgewijs deze vragen toe. 1. Een beschrijving van de aanvraag en het gebied waarop de aanvraag betrekking heeft, alsmede foto’s en een situatietekening. De aanvraag betreft de aanleg van een tijdelijke weg en parkeerplaats op het weilandje ten noorden van Dorpsstraat 36 in Watergang. Zie bijlage 1a voor foto’s van het betreffende gebied en bijlage 1b voor een situatietekening. 2. Een beschrijving van de feitelijke en toekomstige situatie. De locatie betreft een weiland zonder bebouwing. Op dit weiland komen tijdelijk stalen rijplaten te liggen welke een tijdelijke weg en een parkeerplaats vormen. Aan de zijkanten van de platenbaan plaatsen wij afrastering voor verkeer en vee. Aan de westkant maken wij met draglineschotten een overbrugging naar de N235 toe. Aan de oostkant (zijde Dorpsstraat) maken wij met dragline schotten een verbrede inrit. Zie tevens bijlage 1b voor de situatie. Overigens hebben wij toestemming van de testamentair executeur om gebruik te maken van het weiland. Zie bijlage 1c voor de overeenstemming met de testamentair executeur, de heer De Gier. 3. Een verantwoording van de te maken keuze van bestemmingen. N.v.t. : In de omgevingsvergunning wordt bepaald dat zij slechts voor een daarin aangegeven termijn zal gelden. (artikel 5.16 lid 1 sub a en lid 2 Bor). Na het verstrijken van deze termijn is de vergunninghouder gehouden de situatie weer in de oude staat te brengen. 4. Een beschrijving van de wijze waarop rekening wordt gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding en het grondwaterpeil. (Watertoets, zie hiervoor ook www.hhnk.nl). N.v.t.: Het HHNK heeft aangegeven dat wij geen verplichtingen hebben ten aanzien van de watertoets. Dit omdat het om tijdelijke voorzieningen van stalen rijplaten gaat. Als bijlage is de reactie van het HHNK toegevoegd (bijlage 2). 5. Een beschrijving van de mate waarin wordt voldaan aan het ruimtelijk relevant rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid. Nota ruimte In de Nota Ruimte is het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd tot 2020, bovendien bevat het een doorkijk op de langere termijn, namelijk de periode 2020-2030. De Nota Ruimte vervangt de ruimtelijk relevante rijksnota?s c.q. de planologische kernbeslissingen (PKB?s) behorende bij de Vierde nota over de ruimtelijke ordening Extra (en de Actualisering daarvan in de Vinac) en het Structuurschema Groene Ruimte. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het relatief beperkte oppervlak van Nederland. Meer specifiek richt het kabinet zich hierbij op vier algemene doelen: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid. Met de Nota Ruimte heeft het kabinet gekozen voor een dynamische, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid. Het accent verschuift daarmee van het stellen van beperkingen naar het stimuleren van ontwikkelingen. Er wordt meer nadruk gelegd op "ontwikkelingsplanologie" en minder op "toelatingsplanologie" hierbij uitgaande van het motto "decentraal wat kan, centraal wat moet". De nota ondersteunt gebiedsgerichte ontwikkeling en gaat uit van bundeling van verstedelijking of economische activiteiten waarbij wordt aangesloten bij bestaande ruimtelijke structuren en er een optimale benutting van bestaand gebied is. versie: 1.1 datum: 16 mei 2011
Pagina 3 van 6
Aangezien het hier een tijdelijke project betreft ter uitvoering van onderhoudswerkzaamheden aan drie bruggen kan worden gesteld dat dit binnen de genoemde gebiedsgerichte ontwikkelingen valt. Provinciale Structuurvisie Noord-Holland 2040, Kwaliteit door veelzijdigheid Op 21 juni 2010 heeft de provincie Noord- Holland de structuurvisie "Kwaliteit door veelzijdigheid" vastgesteld. De structuurvisie geeft de ruimtelijke ambities weer van de provincie Noord-Holland. De provincie is veelzijdig met een aantal belangrijke economische motoren van Nederland, bruisende steden, natuurparken, het strand en open grasland vol weidevogels. Dit bijzondere karakter wil de provincie bewaken. Tegelijkertijd zijn er ontwikkelingen als globalisering, klimaatverandering en trends zoals vergrijzing en krimp die een grote ruimtelijke impact hebben. In de structuurvisie beschrijft de provincie hoe en op welke manier ze met deze ontwikkelingen en keuzes omgaat en schets ze hoe de provincie er in 2040 moet komen uit te zien. De provincie heeft drie hoofdbelangen die samen de ruimtelijke hoofddoelstelling vormen van de provincie Noord-Holland. Deze drie hoofdbelangen zijn Ruimtelijke kwaliteit, Duurzaam Ruimtegebruik en Klimaatbestendigheid. Onder deze hoofdbelangen vallen een twaalftal onderliggende provinciale ruimtelijke belangen. Deze belangen zijn uitgewerkt en hieraan zijn instrumenten gekoppeld die door de provincie worden ingezet om deze tot uitvoering te brengen. Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) De Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie is tegelijk met de structuurvisie vastgesteld en stelt algemene regels aan bestemmingsplannen met als doel het veilig stellen van provinciale belangen in het kader van een goede ruimtelijke ordening. De mogelijkheid voor het vaststellen van een verordening vloeit voort uit artikel 4.1 van de nieuwe Wro. De verordening heeft betrekking op bestemmingsplannen en projectbesluiten. Het is een stelsel van geboden en verboden waar gemeentes rekening mee dienen te houden bij het opstellen van voornoemde documenten. In bepaalde gevallen bestaat de mogelijkheid tot ontheffing van een bepaald verbod, te verlenen door Gedeputeerde Staten. In de toelichting op de PRVS is het volgende te lezen: Voor de inzet van de verordening is het nodig dat: a. de provincie zich verantwoordelijk acht voor de doorwerking van het provinciale belang; b. het belangen betreffen die generiek van aard zijn dus voor alle - of in ieder geval een groot aantal - gemeenten eenduidige normstelling vragen ten behoeve van de ontwikkeling van hun planologisch beleid; c. regeling in bestemmingsplannen, projectbesluiten of beheersverordening mogelijk is en d. het niet gaat om tijdelijke situaties. Zoals uit de aanvraag om omgevingsvergunning volgt betreft het hier een tijdelijke aanvraag en is de PRVS niet van toepassing. Bestemmingsplan In de ruimtelijke onderbouwing wordt niet gesproken over het bestemmingsplan. Enkel wordt aangegeven dat het bestemmingsplan geen tijdelijke bouwwerken toestaat. Naar aanleiding van telefonisch overleg op 6 juni 2011 is het vigerende bestemmingsplan overgelegd. Het bestemmingsplan "Watergang" heeft onderliggende gronden bestemd als zijnde 'Natuurgebied'. De bestemming voorziet niet in onderhavig project aangezien een in- en uitrit en de
versie: 1.1 datum: 16 mei 2011
Pagina 4 van 6
parkeerplaatsen niet ten dienste van de bestemming 'Natuurgebied' worden aangelegd. Tevens wordt de mogelijkheid van artikel 17 WRO (oude tijdelijke vrijstelling) expliciet uitgesloten. 6. Een beschrijving van de wijze waarop met de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden rekening is gehouden. Wij hoeven geen archeologisch onderzoek te laten verrichten. Zie bijlage 3 voor het uittreksel van het gemeentelijk archeologiebeleid. 7. Een beschrijving van de wijze waarop rekening is gehouden met overige waarden van de in het besluit begrepen gronden en de verhouding tot het aangrenzende gebied. Er zijn geen gevolgen te verwachten voor de aanwezige flora en fauna. Zie hiervoor het rapport van Els & Linde (bijlage 4). De in dit rapport aangegeven beschermingsmaatregelen worden bij de uitvoering meegenomen. Daarnaast heeft de provincie Noord-Holland een vergunning afgegeven voor de werkzaamheden op grondgebied van de provincie. 8. Een beeldkwaliteitsplan. N.v.t.: De tijdelijke voorzieningen zijn geen bouwwerken en van tijdelijke aard.
versie: 1.1 datum: 16 mei 2011
Pagina 5 van 6
9. Een beschrijving en toetsing aan milieuregelgeving en ruimtelijk relevante regelgeving, waaronder onder meer wordt verstaan de wet- en regelgeving op het gebied van milieubeheer, luchtkwaliteit, externe veiligheid, geluid, bescherming van plant- en diersoorten, natuurbescherming in het algemeen en bodem, plus ingevolge de Wet geluidhinder: (i) de ligging en afmetingen van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en van geluidsgevoelige terreinen, die gelegen zijn binnen de zone van een weg, spoorweg of industrieterrein als bedoeld in de Wet geluidhinder en (ii) de functie van de voornaamste wegen, alsmede het dwarsprofiel dan wel het aantal rijstroken daarvan dan wel de as van de weg waarmee gerekend is, bedoeld in artikel 74 van de Wet geluidhinder. Zie hiervoor de memo van Milieudienst Waterland, bijlage 5. Zie tevens het rapport van Els & Linde (bijlage 4). 10. Een beschrijving van de parkeerbehoefte en de toename van het aantal verkeersbewegingen en de manier waarop dit wordt opgevangen. N.v.t.: Er vindt geen toename plaats van verkeersbewegingen. Het verkeer betreft alleen bestemmingsverkeer. Verder heeft de provincie vergunning verleend voor de wijze waarop wij aan willen sluiten op de Provinciale weg. 11. Indien er sprake is van een aanvraag in of bij een monument een beschrijving van de inpassing van de aanvraag in relatie tot de cultuurhistorische aspecten. N.v.t.: Er is geen monument aanwezig in de omgeving van de tijdelijke voorzieningen. 12. De inzichten over de uitvoerbaarheid van de aanvraag. Er is budget om het project uit te voeren. Technisch gezien worden er door de aannemer, de eigenaar van het weiland, de gemeente, het HHNK en de provincie geen problemen verwacht ten aanzien van de uitvoering. 13. Een risicoanalyse met betrekking tot de mogelijke planschade ten gevolge van de aanvraag. Planschade is redelijkerwijs niet te verwachten. Er valt geen vermeerdering van de verkeersbewegingen te verwachten, aangezien Watergang alleen bereikbaar is en zal zijn voor bestemmingsverkeer. Over het gebruik van de grond is een overeenkomst gesloten met de testamentair executeur. 14. Indien toetsing aan een exploitatieplan noodzakelijk is, de bescheiden als genoemd in artikel 6.13 Wet ruimtelijke ordening alsmede een kaart waarop het voorgenomen grondgebruik is aangegeven. In afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening wordt aangegeven dat er voor een voorgenomen ontwikkeling een exploitatieplan noodzakelijk kan zijn. In afdeling 6.2 van het Besluit ruimtelijke ordening wordt aangegeven wanneer een exploitatieplan noodzakelijk is. De aanleg van een tijdelijke weg en parkeerterrein valt niet onder de opsomming van afdeling 6.2 van het besluit ruimtelijke ordening. 15. De bescheiden worden analoog én digitaal in Adobe Reader (pdf-formaat) aangeleverd. - De aan te leveren gegevens zijn afhankelijk van de aard en omvang van de voorgenomen activiteiten en het gebied waarin die activiteiten plaats zullen vinden, de mate van ingrijpendheid in relatie tot de aanwezige en toekomstige stedenbouwkundige structuur van het gebied. - De onderbouwing en de bij de onderbouwing ingediende onderzoeken/rapporten zijn door deskundigen opgesteld en zijn gebaseerd op actuele onderzoeksgegevens. - Indien een bepaalde aspect niet aan de orde is, dan moet dit in de onderbouwing van de aanvraag gemotiveerd worden aangegeven. Wij hebben bovenstaande eisen in acht genomen.
versie: 1.1 datum: 16 mei 2011
Pagina 6 van 6