Vermenigvuldigingsmethoden
Vermenigvuldigingsmethoden
Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Suggesties voor groepsstudie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Cursus doelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3 3 4 5
1. Vissers van mensen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 2. De dag van kleine dingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 3. Gelijkenissen over vermenigvuldiging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 4. 1 + 1 = meer dan 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 5. Een inleiding op kerkgroei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 6. Interne groei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 7. Groei door uitbreiding in aantal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 8. Groei in omvang, door kerken te planten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .96 9. Groei door overbrugging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104 10. Besluit of discipel? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119 11. Achtergebleven groei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137 12. Trainingscentrum voor groei in omvang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147 Antwoorden op zelftesten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161
2 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Hoe gebruik je deze handleiding? Elke les bestaat uit: • Doelen: deze moet je kunnen bereiken door het hoofdstuk te bestuderen. Lees ze voor je aan een hoofdstuk begint • Genezingsbelofte: Een belofte uit Gods Woord. Memoriseer het en claim het. • Hoofdstuk inhoud: Bestudeer het. Zoek elk genoemd vers in je Bijbel op • Zelftest: doe de test na bestudering van het hoofdstuk. Probeer de vragen te beantwoorden zonder je Bijbel of deze handleiding. Controleer, nadat de test is je antwoorden met de antwoorden aan het eind van dit boek. • Vervolgstudie: De Bijbel zegt: ‘Bewerk uw behoudenis met vreze en beven’ (Fil 2:12). Genezing is een deel van de behoudenis die wij krijgen door de dood en opstanding van Jezus Christus. Geloof en werken gaan hand in hand (vgl. Jak. 2:17-26). In dit deel pas je persoonlijk toe wat je in het hoofdstuk geleerd hebt. Dit is dus een belangrijk deel van de les. Wanneer je ziek bent zal het je helpen genezing te ontvangen. Wanneer je een zieke helpt zal het bijdragen aan je hulp aan die zieke, zodat deze genezing kan ontvangen. Wat heb je verder nodig? Een Bijbel. Hoewel ik NBG gebruik, kun je ook een andere vertaling nemen. Suggesties voor groepsstudie Eerste bijeenkomst: Opening: open met gebed en kennismaken. Registreer de studenten Spreek regels af: Wie leidt er, wanneer, hoe laat en waar zij de studies? Lofprijs & aanbidding: Nodig de Heilige Geest uit in je studie Handleidingen uitdelen: Leg uit hoe ermee gewerkt moet worden. Bespreek de eerste bladzijden uit de handleiding. Geef de eerste opdracht: De studenten nemen het opgegeven hoofdstuk door en doen de bijbehorende zelftest voor de volgende bijeenkomst. Hoeveel materiaal je in één keer kunt behandelen hangt af van de grootte en de moeilijkheidsgraad van de hoofdstukken en van de capaciteiten van de groep. Daaropvolgende bijeenkomsten: Opening: bid; verwelkom en registreer de nieuwe studenten en geef ze een handleiding. Hou bij wie er aanwezig is. Neem tijd voor lofprijs en aanbidding. Samenvatting: geef een korte samenvatting over dat wat de vorige keer aan de orde kwam. Discussieer over elk onderdeel in het hoofdstuk, waarbij je de kopjes in vette als raamwerk gebruikt. Vraag de studenten welke vragen zij hebben bij de onderdelen en wat hun commentaar is. Pas de lessen toe op het leven en de bediening van de studenten. Controleer de zelftesten die de studenten hebben afgemaakt. (Als je niet wilt dat de studenten toegang hebben tot de antwoorden, kun je de bladzijden met antwoorden uit de handleiding verwijderen). Vervolgstudie: Deze projecten kun je als groep doen, maar ook individueel.
3 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Inleiding De Bijbel geeft het verslag van de schepping van de wereld en de eerste man en vrouw (Gen. 1). De eerste opdracht die God aan deze pas geschapen mensen gaf was: Gen. 1:27-28:
En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen. En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt.
Het ging hier niet alleen om de lichamelijke vermenigvuldiging. Het was ook geestelijke bedoeld. Wanneer Adam en Eva zich lichamelijk vermeerderden, zouden zij de aarde vervullen met anderen die op hen leken; mensen die God kenden en in gemeenschap met Hem wandelden. Zij zouden zich dus zowel lichamelijk als geestelijk vermenigvuldigen. De zondeval van de mens greep in op dit proces (Gen. 3). Zonde had de lichamelijke dood tot gevolg, waardoor de lichamelijke vermenigvuldiging afgeremd werd (Gen. 2:17). Het veroorzaakte ook de geestelijke dood, wat de eeuwige scheiding tussen de zondige mens en de rechtvaardige God inhoudt. Dit verhindert de geestelijke vermenigvuldiging. Omdat God de mens zo liefheeft, heeft Hij een bijzonder plan bedacht om de mens te redden van deze verschrikkelijke geestelijke dood. God zond Jezus Christus om voor de zonden van de hele mensheid te sterven. Jezus betaalde de prijs, de straf op de zonde is de dood, en stierf in onze plaats. Toen overwon Hij de dood door op te staan uit de dood (Joh. 20). Ieder individu moet kiezen of hij Gods reddingsplan accepteert. Hij accepteert het door vergeving te vragen voor zijn zonden en door Jezus aan te nemen als zijn Redder (de cursus ‘Fundamenten van het geloof’ behandelt dit uitgebreid). Als gelovige in Jezus, waarvan de zonden vergeven zijn, ben je gered van de geestelijke dood. Hoewel je tastbare lichaam eens zal sterven, blijf je geestelijk leven en ontvang je een nieuw lichaam dat voor eeuwig standhoudt: 1Cor. 15:51-52, 54:
Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden… En zodra dit vergankelijke onvergankelijkheid aangedaan heeft, en dit sterfelijke onsterfelijkheid aangedaan heeft, zal het woord werkelijkheid worden, dat geschreven is: De dood is verzwolgen in de overwinning.
Wanneer je Jezus als Redder aanneemt, is het alsof je helemaal opnieuw door God geschapen wordt. De Bijbel noemt dit ‘wedergeboorte’. Joh. 3:3:
Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien.
‘Wederom geboren worden’ verwijst niet naar lichamelijke geboorte. Het gaat om geestelijke geboorte. Je wordt, geestelijk gezien, een nieuwe schepping in Christus. Je bent ‘nieuw’ omdat je niet langer leeft in zonde en omdat je niet langer een zondige levensstijl hanteert: 2Cor. 5:17:
Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen. 4 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
In het begin van de wereld was Gods eerste opdracht aan de mens dat zij heen zouden gaan en zich zouden vermenigvuldigen. Zijn eerste opdracht voor de herschapen wedergeboren gelovigen is hetzelfde. Wij moeten ons geestelijk vermenigvuldigen en de aarde vervullen met anderen die, net als ons, God liefhebben en in gemeenschap met Hem wandelen. Toen Jezus voor het eerst mensen riep om Hem te volgen, was dat een oproep tot geestelijke vermenigvuldiging (Luk. 5:10). Zijn laatste opdracht aan de gelovigen was geestelijke vermenigvuldiging (Hand. 1:8). Om de uitdaging tegemoet te treden om duizenden met het Evangelie te bereiken, die anders in zonden sterven, moet elke gelovige zich reproduceren en de principes van geestelijke vermenigvuldiging kennen. Deze cursus behandelt de Bijbelse methoden van geestelijke reproductie die het voor jou mogelijk maken om je te vermenigvuldigen in gehoorzaamheid aan de opdracht van God. Je leert hoe jij je geestelijk kunt vermenigvuldigen, als individu en gezamenlijk in de plaatselijke kerk. Wanneer je de onderwezen Bijbelse principes toepast, kun jij verantwoordelijk worden voor de vermenigvuldiging van duizenden getrainde en gemotiveerde gelovigen. Deze cursus maakt je bewust van de geestelijke nood in de wereld en hoe jij aan die nood tegemoet kunt komen door Bijbels onderwijs en verkondiging, vermenigvuldiging en betoon van kracht. Cursusdoelen Aan het eind van deze cursus kun je: • Je geestelijk reproduceren door toepassing van Bijbelse vermenigvuldigingsmethoden • Samenvatten wat de vermenigvuldigingsprincipes zijn in de Nieuw Testamentische Gelijkenissen • Uitleggen hoe een gelovige zich geestelijk kan vermenigvuldigen tot honderden nieuwe gelovigen • Je huis toot een centrum voor geestelijke vermenigvuldiging maken • Principes voor interne vermenigvuldiging in de Kerk samenvatten • Principes voor groei in aantal in de Kerk samenvatten • Principes voor groei in omvang in de Kerk samenvatten • Principes voor overbruggingsgroei van de Kerk samenvatten • Bekeerlingen bewegen van het besluit naar discipelschap • Factoren bespreken die de geestelijke groei verhinderen • Een instituut stichten als centrum voor geestelijke vermenigvuldiging
5 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
1. Vissers van mensen Doelen Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • De eerste en de laatste opdrachten van Jezus aan Zijn discipelen opnoemen • Een definitie geven voor ‘vermenigvuldiging’ • Uitleggen wat er bedoeld wordt met geestelijke vermenigvuldiging • Een definitie geven voor ‘methode’ • Een definitie geven voor ‘methoden’ • Uitleggen wat er bedoeld wordt met ‘geestelijke vermenigvuldigingsmethoden’ • De principes van natuurlijk vissen opnoemen die toepasbaar zijn op geestelijk vissen Sleutelvers Mark. 1:17:
En Jezus zeide tot hen: Komt achter Mij en Ik zal maken, dat gij vissers van mensen wordt.
Inleiding Toen Jezus Zijn openbare bediening op aarde begon, riep Hij verschillende mensen om Zijn discipel te zijn: Mark. 1:17:
En Jezus zeide tot hen: Komt achter Mij en Ik zal maken, dat gij vissers van mensen wordt.
Zijn eerste opdracht aan hem was dat zij zich geestelijk zouden vermenigvuldigen. Wanneer ze Hem zouden volgen, zou Hij ‘vissers van mensen’ van hen maken. Zij zouden zich reproduceren wanneer zij geestelijk ‘visten’ naar andere mensen. De laatste boodschap van Jezus voor Zijn volgelingen was een oproep tot geestelijke reproductie: Hand. 1:8-9:
maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde. En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.
Hoe konden de discipelen deze Grote Opdracht, die Jezus gaf, uitvoeren? Hoe kon deze kleine groep mensen zich vermenigvuldigen om de hele wereld te bereiken? Vermenigvuldigingsmethoden Jezus openbaarde specifieke methoden die de discipelen in staat zouden stellen om de opdracht om zich geestelijk te vermenigvuldigen uit te voeren. Het eerste en meest belangrijke werd gegeven in de opdracht van Hand. 1:8. De discipelen konden zich vermenigvuldigen nadat ze kracht hadden ontvangen van de Heilige Geest. Andere methoden werden geopenbaard toen de volgelingen van Jezus zich begonnen te vermenigvuldigen en de wereld gingen bereiken met het Evangelie. Deze methoden staan in Handelingen en in de brieven in het Nieuwe Testament. 6 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Deze cursus legt die vermenigvuldigingsmethoden uit. Er wordt uitgelegd hoe je ze moet gebruiken om jezelf geestelijk te vermenigvuldigen en zo gehoorzaam te zijn aan Gods opdracht. Maar eerst moet je begrijpen wat het betekent om je te vermenigvuldigen. ‘Vermenigvuldigen’ betekent: ‘toename in aantal door reproductie’. Vermenigvuldiging is het proces van vermenigvuldigen. Wanneer iets vermenigvuldigd wordt, wordt het steeds opnieuw gereproduceerd in een zelfde vorm. In de natuurlijke wereld reproduceren een man en zijn vrouw zich door kinderen te krijgen. Zij vermenigvuldigen zich lichamelijk. Geestelijke vermenigvuldiging vindt plaats door geestelijke reproductie. Een gelovige reproduceert zich door het Evangelie te delen met anderen, hen te leiden om gelovigen te worden en ze dan trainen om discipelen van de Heer Jezus Christus te zijn. De Bijbel openbaart Gods methoden voor geestelijke vermenigvuldiging. Een ‘methode’ is een plan om een doel te bereiken. ‘Methoden’ is een systeem van methoden die gecombineerd worden om een doel te bereiken. ‘Vermenigvuldigingsmethoden’ zijn methoden die de gelovige in staat stellen om zich geestelijk te reproduceren. Het doel verandert nooit. We moeten ons geestelijk reproduceren en de hele wereld bereiken met het Evangelie. Er zijn veel verschillende manieren waarop dit doel bereikt zou kunnen worden. Dat zijn de ‘methoden’ of de verschillende plannen die je kunt toepassen voor geestelijke vermenigvuldiging. Wanneer de mens Gods vermenigvuldigingsmethoden toepast, is geestelijke reproductie het gevolg. Gelovigen reproduceren geestelijk binnen de moederschoot van de Kerk. Een oproep tot actie De eerste discipelen, die door Jezus geroepen werden, waren vissers. Dat waren mannen van actie. Zij vingen de vissen niet één voor één. Zij gebruikten grote netten en vingen daarmee veel vissen, in verschillende soorten en maten. Toen Jezus hen ‘vissers van mensen’ noemde, openbaarde Hij een overeenkomstig plan voor de geestelijke vermenigvuldiging. Zijn volgelingen moesten mensen ‘vangen’ uit elk land, elke cultuur, taal en etnische achtergrond. Hun geestelijke ‘netten’ moesten gevuld worden. Jezus riep de mensen op tot actie. Hij zei dat Hij ze tot ‘vissers van mensen’ zou maken. Ze zouden niet alleen maar toekijken bij Gods plan. Zij zouden er deelnemers in zijn terwijl zij visten op de eeuwige zielen van de mensen. Deze oproep van Jezus geldt ook nu nog. We moeten vissers van mensen worden. Wanneer wij niet vissen volgen wij Hem niet. Vissers van mensen Waarom gebruikte Jezus het voorbeeld van vissen om Zijn volgelingen te roepen? In de eerste plaats was het een voorbeeld dat voor hen gemakkelijk te begrijpen was. Zij waren visser van beroep en daarvoor werd hun meeste tijd en energie gebruikt. Toen Jezus hen riep om vissers van mensen te worden, begrepen zij dat zij mensen geestelijk zouden ‘vangen’, op een manier die vergelijkbaar was met de visvangst in de natuurlijke 7 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
wereld. Ze begrepen ook wat er vereist werd om aan de oproep te voldoen. Geestelijk ‘vissen’ zou veel toewijding vergen en daarom ook veel tijd en energie van hen vragen. Ten tweede gebruikt Jezus dit voorbeeld om volgelingen te roepen want er zijn in het natuurlijke vissen principes die geestelijk toegepast kunnen worden. Hier zijn er enkele: Ga daar naar toe waar de vis is: Wil je vis vangen? Ga dan daar naar toe waar de vis te vinden is. Vissen leven in het water. Je vangt nooit vis door op een bergtop of midden in de woestijn te gaan hengelen. Als gelovige moet je daar naar toe gaan waar de geestelijke vissen zijn. De mensen leven in de wereld. Je kunt niet in je kerkgebouw gaan zitten wachten tot de ongelovigen vanzelf binnenkomen. Ga naar de markt, de scholen, de kantoren en andere werkgebieden en ‘vis’ waar ongeredde mensen zijn. Analyseer de omgeving: In de natuurlijke wereld bekijk je eerst nauwkeurig de omgeving voordat je er gaat vissen. Je moet kijken naar het water: de stroomsnelheid en de diepte. Je moet weten of je in zoet water of in zout water vist. Je moet kijken naar de windrichting en de kracht van de wind. Al deze factoren hebben invloed op je vismethode en het aas dat je gaat gebruiken. Hetzelfde kan gezegd worden in de geestelijke wereld. Analyseer de omgeving van de ongeredde mensen. Wat zijn hun noden en behoeften? Wat gebeurt er in hun levens? Dit bepaalt namelijk welke ‘vismethode’ jij zult toepassen om hen te vangen voor Jezus Christus. Toen Jezus de vrouw bij de bron ontmoette (Joh. 4), analyseerde Hij de omgeving waarin zij zich bevond. Zij haalde natuurlijk water. Hij gebruikte deze natuurlijke behoefte om haar de geestelijke nood te laten zien, die zij had. Op die manier trok Hij haar het Koninkrijk in. Wanneer je in de natuurlijke wereld op zee een methode gebruikt om forel te vangen, vang je die vis nooit. Forel leeft niet in zout water, ze leven alleen in zoet water. Wanneer je de omgeving niet geestelijk analyseert, is het alsof je uiteindelijk forel probeert te vangen op zee. Je weet niet waar je de mensen kunt vinden en je weet ook niet hoe je ze kunt bereiken. Gebruik verschillende manieren: Goede vissers gebruiken verschillende manieren om vis te vangen. Men gebruikt verschillende soorten aas en verschillende soorten hengels, netten etc. Iedere soort vis kan op een bepaalde manier gevangen worden. Daarom gebruikt de visser verschillende manieren. Een visser kan iets leren van de methoden die in boeken, over vissen, beschreven staan. Andere manieren leert hij door observatie en experimenteren. De methoden, die hij gebruikt, verandert hij voortdurend, maar het doel blijft altijd hetzelfde: vis vangen. Wanneer jij een effectieve geestelijke visser wilt zijn moet je verschillende methoden gebruiken. Verschillende mensen worden door het Evangelie aangetrokken, door verschillende methoden te gebruiken. Sommigen worden ‘binnengehaald’ door onderwijs en prediking of door troost in een moeilijke tijd. Anderen worden ‘gevangen’ met behulp van andere methoden. De methoden voor geestelijk vissen verschillen van elkaar, maar het doel is altijd hetzelfde… die zielen van de mensen voor Christus winnen.
8 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Je moet uitwerpen en binnenhalen: Of je een hengel, een speer, een net of iets anders in de natuurlijke wereld gebuikt, je moet het toch eerst uitwerpen in het water en daarna weer binnenhalen. In het natuurlijke is het heel belangrijk hoe je iets uitwerpt. Je moet het uitwerpen over je doel. Je moet het bovendien voorzichtig binnenhalen om je vis daadwerkelijk op het droge te krijgen. In het geestelijke hebben we de belofte dat het Woord van God niet ledig zal wederkeren nadat wij het uitgeworpen hebben. Het zal haar doel bereiken in de harten en de levens van de mensen (Jes. 55:11). Wanneer jij het Woord van God gebruikt, ben je voortdurend gericht op het doel. Uiteindelijk zal het mensen ‘vangen’. Gebruik de juiste timing: De tijd van de dag en het seizoen hebben invloed op het natuurlijke vissen. Sommige vissen trekken weg en kunnen dan in bepaalde gebieden niet meer gevangen worden in een bepaald seizoen. De grootste vissen worden vroeg op de dag gevangen omdat zij dan dichter naar de oppervlakte toe komen om te eten. Wanneer jij in het verkeerde seizoen of op het verkeerde tijdstip vist, vang je er niet veel. Timing is heel belangrijk bij geestelijk vissen. Later in deze cursus leer je hoe belangrijk het is om in de ontvankelijke gebieden in de wereld te vissen, wanneer de geestelijke vissen daar ‘bijten’. Heb geduld: Een visser in het natuurlijke moet geduldig zijn. Hij moet wachten tot hij beet heeft of tot de vis in zijn net gezwommen is. Dit geldt ook in de geestelijke wereld: Jak. 5:7:
Hebt dus geduld, broeders, tot de komst des Heren! Zie, de landman wacht op de kostelijke vrucht des lands en heeft geduld, totdat de vroege en late regen erop gevallen is.
Geestelijke reproductie In de natuurlijke wereld heeft vissen de toename van het aantal vissen in de netten tot gevolg. In de geestelijke wereld gaat het om de toenamen van het aantal mensen in het Koninkrijk van God. Natuurlijke reproductie heeft de toenamen van levende mensen tot gevolg. Geestelijke reproductie geeft een toename van geestelijke mensen. Natuurlijke reproductie is een gevolg van het leven. Geestelijke reproductie is dat ook. Het komt niet voort uit programma’s of door reclameacties van mensen. Geestelijke reproductie komt de geestelijke levensstroom van God. In het natuurlijke lichaam begint de reproductie in de baarmoeder van de vrouw, met één levende cel. Die cel vermenigvuldigt zich tot er een heel nieuw lichaam is gevormd en de baby geboren wordt. Geestelijke groei is hiermee te vergelijken. Het begint met de levensstroom van God in één mens. Het vermenigvuldigt zich in de geestelijke ‘baarmoeder’ van de Kerk. Je leert in het volgende hoofdstuk hoe geestelijke reproductie begint.
9 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ 2. Wat waren de eerste en de laatste opdrachten van Jezus voor Zijn volgelingen? __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ 3. Wat is vermenigvuldiging? __________________________________________________________________________ 4. Hoe reproduceert een gelovige zich geestelijk? __________________________________________________________________________ 5. Geef een definitie voor ‘methode’. __________________________________________________________________________ 6. Geef een definitie voor ‘methoden’. __________________________________________________________________________ 7. Wat wordt er bedoeld met geestelijke ‘vermenigvuldigingsmethoden’? __________________________________________________________________________ 8. Noem de principes van natuurlijk vissen op, die toepasbaar zijn op geestelijk vissen. __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt u achter in dit boek) 10 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Vervolgstudie De oproep van Jezus om geestelijk te vermenigvuldiging is niet een mogelijkheid of een advies. Het is een opdracht. Bestudeer het volgende schema met de vergelijking van de verschillende teksten met de Grote Opdracht. Zoek elke tekst op in je Bijbel. Let op de autoriteit die jij hebt om die opdracht te vervullen. Zie hoe uitgebreid je taak, je boodschap en je activiteiten zijn bij deelname aan het vermenigvuldigingsproces. Tekst:
Autoriteit:
Uitgebreidheid: Boodschap:
Activiteit:
Math. 28:19-20 Alle macht
Alle volkeren
Mark. 16:15-18 Naam van Jezus
Heel de wereld, Het Evangelie elk schepsel
Ga, verkondig, drijf uit, tongentaal, genees
Luk. 24:46-49
Naam van Jezus
Alle volkeren, begin in Jeruzalem
Predik, getuig
Joh. 20:21
Gezonden door Jezus, zoals de Vader Hem zond.
(Alles binnen Zijn bediening, de boodschap en Zijn activiteiten. Dat samen is ‘zo zend Ik u’)
Hand. 1:8
Kracht van de Heilige Geest
Jeruzalem, Christus Judea, Samaria, tot het uiterste der aarde
11 van 163
Alles wat Jezus Ga, maak discipelen, bevolen heeft leer, doop
Bekering, tot vergeving van zonden
Getuigen
Vermenigvuldigingsmethoden
2. De dag van kleine dingen Doelen Aan het eind van dit hoofdstuk kun je • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • De basisprincipes voor vermenigvuldiging opnoemen • Verschillende soorten geestelijke groei opnoemen • Teksten geven die aantonen dat vermenigvuldiging Bijbels is • Factoren noemen die een verkeerde nadruk op numerieke groei aantonen Sleutelvers Zach. 4:10:
Want wie veracht de dag der kleine dingen? Zij zullen zich verblijden, als zij het paslood zien in de hand van Zerubbabel. Deze zeven zijn de ogen des Heren, die de ganse aarde doorlopen.
Inleiding Groei in het menselijk lichaam begint met een enkele levende cel die het gevolg is van de intieme relatie tussen man en vrouw. Die cel vermenigvuldigt zich in de moederschoot tot een ander mens geschapen is. Wanneer deze ouder wordt, kan deze zich ook vermenigvuldigen. Geestelijke groei begint met de relatie tussen iemand en de Heer Jezus Christus. Geestelijk leven stroomt de ziel en de geest binnen van iemand die Jezus als Redder heeft aangenomen. Die levensvonk zal, bij de juiste verzorging in de geestelijke schoot van de Kerk, groeien tot er een nieuwe discipel is geschapen. De discipel heeft de bekwaamheid tot geestelijke reproductie, door anderen naar de Heer Jezus Christus te leiden. Zowel in de natuurlijke als in de geestelijke wereld begint vermenigvuldiging met één enkele levende cel. Daarom zet God: Zach. 4:10:
Want wie veracht de dag der kleine dingen?...
In dit hoofdstuk beginnen we met de ‘kleine dingen’. Je leert de basisprincipes van vermenigvuldiging en je leert iets over de verschillende soorten geestelijke groei. Ook hoor je over Gods zorg met betrekking tot geestelijke vermenigvuldiging en over de factoren die een rol spelen op de verkeerde nadruk op numerieke groei. Je begint met de basisprincipes, de ‘kleine dingen’ waarop een grotere openbaring gebaseerd is. Basisprincipes voor vermenigvuldiging Je moet inzicht hebben in de basisprincipes voor vermenigvuldiging om de methoden te kunnen leren en toepassen. De Bijbelse principes voor vermenigvuldiging veranderen niet, maar de methoden waardoor jij vermenigvuldigt kan wel verschillen. De methoden kunnen veranderen, maar de doelen blijven altijd hetzelfde. Het doel en de principes van God blijven altijd hetzelfde, maar de strategie om dat doel te bereiken verandert. Gods doel is al vanaf het begin der tijden … Ef. 1:10:
om, ter voorbereiding van de volheid der tijden, al wat in de hemelen en op de aarde is onder een hoofd, dat is Christus, samen te vatten 12 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Wanneer het geestelijke leven van Zijn volk en de historische omstandigheden onder de volkeren veranderen, verandert God Zijn strategie wanneer dat nodig is om Zijn doel te bereiken. Een voorbeeld: toen de vaders in de Israëlische gezinnen hun geestelijke taak niet volbrachten, stelde God priesters aan. Toen de priesters corrupt werden, riep Hij profeten om geestelijke leiders te worden. Jezus gebruikte veel verschillende methoden in Zijn bediening. Hij behandelde niet alle mensen op dezelfde manier. Zijn methoden verschilden maar Zijn doel bleef hetzelfde… De levens van mensen aanraken en die voor altijd veranderen. Hier zijn enkele basisprincipes die je moet begrijpen voordat je begint met vermenigvuldiging: God is betrokken bij de menigten: God zorg geldt voor de hele wereld: Joh. 3:16:
Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.
God wil niet: 2Petr. 3:9:
De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen.
Jezus drukt dezelfde zorg uit, want Hij zegt: Luk. 19:10:
Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden.
Math. 9:13:
Gaat heen en leert, wat het betekent: Barmhartigheid wil Ik en geen offerande; want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.
God is betrokken bij de menigten. Hij geeft om aantallen. Hij is betrokken bij de vermenigvuldiging van gelovigen die zich reproduceren en het Evangelie verspreiden. Wanneer jij begint met je studie over vermenigvuldigingsmethoden moet je de betrokkenheid van God als uitgangspunt nemen, door die betrokkenheid een deel van jezelf te laten worden. Je wilt dan hetzelfde als God: de hele wereld bereiken met het Evangelie van Jezus Christus. God geeft de groei: Geestelijke vermenigvuldiging kan niet plaatsvinden zonder God. God geeft de groei: 1Cor. 3:6:
Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God gaf de wasdom.
De mens moet de principes van God hanteren: Dit zijn de principes van Gods Woord die toepasbaar zijn op elk gebied van het leven en op de bediening. God werkt door mensen die weten hoe zij deze principes moeten hanteren. Vanaf het begin van de wereld werkt God door mensen heen. Hij gaf Adam en Eva de opdracht de aarde te beheren. Hij gebruikte Noach om het leven op aarde te behouden, tijdens de zondvloed.
13 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
God gebruikte Abraham om het volk Israël te stichten. Door dit volk zou Hij zichzelf openbaren aan de volkeren in de wereld. God gebruikte profeten, richters en koningen om Zijn plan te verwezenlijken in de tijd van het Oude Testament. In de tijd van het Nieuwe Testament bereidde Johannes de Doper de weg van de Heer. Jezus begon Zijn bediening met gewone mensen en toen Hij terugkeerde naar de hemel liet Hij het lot van het Evangelie achter in de handen van diezelfde mensen. De hele Bijbel is het verslag van de mens die de principes van God hanteert om de doelen van God te bereiken. Dit geldt ook voor geestelijke vermenigvuldiging. God slaat de mens niet over in de verspreiding van het Evangelie. Hij gebruikt mensen die Zijn principes van vermenigvuldiging begrijpen en hanteren. Paulus heeft het hierover: 1Cor. 3:6:
Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God gaf de wasdom.
Paulus benadrukt de noodzaak voor gelovigen om hun verantwoordelijkheid in het plan van God te vervullen: Rom. 10:13-14: want: al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden. Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem, van wie zij niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker?
Het draait allemaal om Jezus: Jezus zei: Joh. 12:32:
en als Ik van de aarde verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken.
Jezus sprak hier over Zijn ‘verhoogd zijn’. Hij bedoelde daarmee dat Hij gekruisigd zou worden en zou sterven voor de zonden van de hele mensheid. Door Zijn dood zou Hij alle mensen naar zich toetrekken door de kracht van het Evangelie. Wanneer jij het Evangelie deelt, verhoog je Jezus. Wanneer Hij verhoogd wordt in jouw leven en je kerk, worden mensen getrokken door de kracht van het Evangelie. Vermenigvuldiging is gegarandeerd wanneer Jezus verhoogd wordt. Gods Woord veroorzaakt groei: Jezus vertelde in een gelijkenis over groei (Math. 13:1-9). Hij gaf een uitleg van die gelijkenis (Math. 13:18-23). Lees deze teksten in je Bijbel. In deze gelijkenis staat ‘het zaad’ voor het Woord van God. God beloofde dat wanneer wij Zijn Woord ‘zaaien’ dat niet voor niets gedaan zal worden: Jes. 55:11:
Alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend.
Jer. 1:12:
Daarop zeide de Here tot mij: Gij hebt goed gezien, want Ik waak over mijn woord om dat te doen.
Gods Woord verandert de levens van mensen. Die verandering heeft groei tot gevolg, en vermenigvuldiging op basis van Gods Woord.
14 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
De Heilige Geest maakt geestelijke vermenigvuldiging mogelijk: In Zijn laatste boordschap zei Jezus tegen Zijn discipelen: Hand. 1:8:
maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
De kracht van de Heilige Geest maakt geestelijke vermenigvuldiging mogelijk. De gaven van de Heilige Geest rusten de gelovigen toe voor vermenigvuldiging. De rol van de Heilige Geest in geestelijke vermenigvuldiging komt later in deze cursus aan de orde. Vermenigvuldiging is een gezamenlijke verantwoordelijkheid: In de vroege kerk werd de verspreiding van het Evangelie niet overgelaten aan enkele full time herders, profeten, evangelisten en leraars. Elke Nieuw Testamentische gelovige reproduceerde zich geestelijk. Wanneer wij de hele wereld willen bereiken met het Evangelie, moeten we terugkeren naar deze strategie van de vroege kerk. Zowel de leiders als de leken hebben gezamenlijk verantwoordelijkheid in geestelijke vermenigvuldiging. De groei in de wereldbevolking vereist een terugkeer naar het Nieuw Testamentische plan van bediening voor elk lid van het Lichaam van Christus. Wij kunnen de wereld niet bereiken door een aantal pogingen van half toegewijde mensen. Er zijn genoeg Christenen in de wereld en daarom kan de hele wereld gemakkelijk bereikt worden met het Evangelie. Je hoeft niet te wachten op het bevel “Ga”, want dat is allang gegeven. Met betrekking tot het Evangelie is het bevel “Ga” en kijk waar je mag stoppen, niet stop en wacht tot je mag gaan. Soorten groei De Bijbel heeft het over vier soorten kerkgroei, of vermenigvuldiging: Geografische groei: Deze werd aangekondigd door de Here Jezus: Hand. 1:8:
maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
De groei moest zichtbaar worden in alle volkeren en landen van de wereld. Groei in aantal: De kerk zou naast een geografische groei ook toenemen in aantal leden, een numerieke groei. De numerieke groei van de eerste kerk vinden we in Handelingen. Een voorbeeld: in Hand. 1:15 zien we een toename van 12 naar 120; in Hand. 2:41 komen er 3000 bij en in Hand. 4:4 wordt het aantal 5000. Etnische groei: De vroege kerk kende ook etnische groei. Het Evangelie werd verspreid onder de Joden en onder de heidenen (volken uit alle landen). 15 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Geestelijke groei: Groei in aantallen is net het enige dat van belang is in geestelijke vermenigvuldiging. Je leert later in deze cursus dat interne geestelijke groei ook heel belangrijk is. Volgelingen van Jezus horen te groeien, zowel in geestelijke kwaliteit als in kwantiteit: 2Petr. 3:18:
maar wast op in de genade en in de kennis van onze Here en Heiland, Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als tot de dag der eeuwigheid.
Het is Gods verlangen dat we… Ef. 4:14-15:
Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder, heen en weder geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer, door het valse spel der mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt, maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus.
De nadruk op aantallen Sommige mensen zetten het onderwerp ‘geestelijke vermenigvuldiging en kerkgroei’ opzij omdat zij denken dat de nadruk op aantallen verkeerd is. Maar in de Bijbel zijn er veel verslagen waarin God wel geïnteresseerd is in aantallen, bijvoorbeeld: Num. 1:1-3; 2:23-24; 26:1-4; Openb. 7:9; 20:8; Gen. 22:17 en Hebr. 6:14. Jezus vertelde heel wat gelijkenissen die gingen over toename in aantal. Je bekijkt die in een ander hoofdstuk. Hij zei ook dat er nauwkeurig aantallen worden bijgehouden in de hemel: Luk. 15:7:
Ik zeg u, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over een zondaar, die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die geen bekering nodig hebben.
Vermenigvuldiging komt duidelijk aan de orde in het verslag van de vroege kerk in Handelingen. Opsommingen van de groei van de kerk vind je in: Hand. 1:15; 2:41; 4:4; 6:7; 9:31; 12:24; 16:5; 19:20 en 28:30-31. Je moet het onderwerp van vermenigvuldiging niet aan de kant zetten omdat er enkele problemen zijn met een verkeerde nadruk op iets. Erken de problemen en reken ermee af. Er is een verkeerde nadruk op vermenigvuldiging wanneer de volgende factoren een rol spelen: Groei in aantallen is belangrijker dan geestelijke groei: Wanneer er met geestelijke groei geschipperd wordt om meer mensen te trekken, is er een verkeerde nadruk op de aantallen. Sommige geestelijke leiders zeggen alleen dat wat de mensen willen horen, en zij hopen daarmee meer mensen te trekken. De Bijbel waarschuwt: 2Tim. 4:3-4:
Want er komt een tijd, dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich tal van leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren.
Trots is de motivatie: Lees 2Kron. 21:18. De zorg van David om de aantallen werd gemotiveerd door satan en het was een hendeling die voortkwam uit trots. Wanneer je trots bent over grote aantallen, leg je de verkeerde nadruk.
16 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Er is sprake van afgunst (ernstige vorm van jaloezie): Er is een zonde (werk) van het vlees met de naam: afgunst (Gal. 5:20). Afgunst s een vorm van jaloezie die resulteert in het nadoen van anderen om op gelijke hoogte te komen of ze zelfs te overtreffen in prestaties. Wanneer je jaloers bent op grote bedieningen en ze na gaat doen om te groeien, leg je de verkeerde nadruk op aantallen. Nadruk op kerkgroei in plaats van op Koninkrijksgroei: Het doel van geestelijke vermenigvuldiging is het winnen van nieuwe bekeerlingen voor Jezus Christus en ze tot discipel maken tot zij verantwoordelijke reproductieve leden van het Koninkrijk van God zijn geworden. Er is een verschil tussen kerkgroei en groei in het Koninkrijk. Wanneer een kerk uiteenvalt en 100 leden daarvan gaan over naar een andere kerk, dan kent die tweede kerk een kerkgroei van 100 leden. Maar er is in dat geval geen sprake van groei in het Koninkrijk. Er heeft geen geestelijke vermenigvuldiging plaatsgevonden. Er is alleen een verhuizing geweest van een aantal burgers van het Koninkrijk. Het doel van vermenigvuldiging is niet: nieuwe leden aantrekken uit een andere kerk, maar onbereikte mensen bereiken met het Evangelie. Nadruk op aantallen is verkeerd wanneer kerkgroei belangrijker wordt dan de groei van het Koninkrijk. Er is geen aandacht voor het individu: Jezus diende de menigten tijdens Zijn aardse bediening (Luk. 6:17; 7:11; 8:37; 9:14-16; 14:26; 23:27; Joh. 6:2). Maar Hij negeerde het individu niet vanwege die menigten. Hij riep individuen uit de menigten om de mensen te dienen (Joh. 5:3-13; Mark. 5:24-34). In Joh. 4 diende Jezus één vrouw die de hele stad bij de Heer bracht. In Hand. 8 is er een verslag van een grote opwekking in Samaria, toen Filippus daar preekte. Tijdens die bijeenkomsten sprak God tot Filippus. Hij moest Samaria verlaten en naar de woestijn tussen Jeruzalem en Gaza gaan. Filippus gehoorzaamde onmiddellijk en verliet de geweldige opwekking. Hij ging naar het zeer dun bevolkte gebied om slechts één man te dienen, een Ethiopiër die terug ging naar zijn huis nadat hij in Jeruzalem was geweest. Deze ene man is waarschijnlijk verantwoordelijk voor het feit dat het Evangelie zich begon te verspreiden in Afrika. Een flink aantal jaren geleden kwamen er slechts twee bezoekers in een zendingsdienst in Londen, omdat het heel slecht weer was. De gastspreker deed een krachtige oproep voor werkers onder de Indianen in Noor Amerika, Hij dacht echter dat hij zijn tijd verknoeide omdat er zo weinig bezoekers waren. Maar één van die bezoekers hoort de roep van God en gaf zijn leven over aan Hem. Binnen een maand verkocht hij zijn zaak en bereidde hij zichzelf voor om onder de Indianen in Noord Amerika te gaan werken. Hij had35 jaar een effectieve bediening bij dit volk. Zijn naam is David Brainard. Heb geen afkeer van kleine dingen. Denk aan het volgende: een kleine kaars kan doen wat de zon nooit kan doen… Het kan in het donker licht brengen. De nadruk verschuift van mensen naar dingen: Wanneer vermenigvuldiging kerkgroei tot gevolg heeft, verschuift de nadruk soms van mensen naar dingen. Door de groei is er een groter kerkgebouw nodig. Het maken van discipelen wordt dan minder belangrijk en er komt meer aandacht voor het bouwprogramma. 17 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Wanneer je belangrijkste zorg gericht is op gebouwen, om groei aan te kunnen, hebben de aantallen tot gevolg gehad dat je het hoofddoel uit het oog verloren bent. God is meer geïnteresseerd in mensen dan in gebouwen. De Bijbel zegt dat Gods werk in de wereld gericht is op mensen. Wanneer vermenigvuldiging een verschuiving van nadruk op mensen naar materiële zaken tot gevolg heeft, zoals gebouwen, dan hanteer je de verkeerde prioriteiten. Anderen worden geoordeeld op basis van aantallen: Beoordeel nooit de geestelijke kwaliteit van een persoon of een bediening aan de hand van aantallen. Grote aantallen zeggen niet altijd iets over de geestelijke kwaliteit. Soms is een succes in aantallen een bewijs dat de kerk gefaald heeft om werkelijk kerk te zijn. In sommige gevallen zal getrouw zijn aan het Woord van God en aan de Heer eerder mensen afstoten dan aantrekken. Een voorbeeld: toen Jezus Zijn boodschap over Zijn aanstaande dood begon te brengen verlieten veel volgelingen Hem (Joh. 6:52-64). Er kunnen andere redenen zijn waarom groei niet waarneembaar is. De Bijbel onderwijst dat er bepaalde seizoenen zijn voor geestelijke groei, net zoals die er zijn in de natuurlijke wereld. In de natuurlijke wereld zijn er in bepaalde seizoenen planten die zich niet reproduceren. Ze hebben geen bladeren, bloemen of vruchten en zien eruit als dode takken die in de grond staan. Maar in het juiste seizoen zullen deze planten gaan bloeien, er komen bladeren en vruchten aan. Dit geldt ook in de geestelijke wereld. Er zijn bepaalde tijden waarin bepaalde gebieden in de wereld meer ontvankelijke voor het Evangelie zijn dan andere. Door groeipatronen te bestuderen kun jij je geestelijke krachten richten op velden die ‘rijp zij o te oogsten’. Gods numerieke systeem zit anders in elkaar dan dat van de mens. Wij tellen op om een toename in aantal te krijgen. Maar God trekt soms af om op te tellen. Toen Ananias en Saffira werden afgetrokken ten gevolge van hun zonden (Hand. 5), werden er gelovigen toegevoegd (Hand. 5:14). Soms gebruikt God delingen om te vermenigvuldigen. Toen Paulus en Barnabas verdeeld werden, vermenigvuldigde God de zendingskracht (Hand. 15:36-41). Van tijd tot tijd verkleint God aantallen om een groter doel te bereiken. Lees het verhaal van Gideon (Richt. 7). Beoordeel een persoon of een bediening nooit op basis van aantallen. ‘Veracht’ de kleine dingen niet. Toen een kleine jongen zijn brood en vis aanbood aan Jezus voorzag Hij daarmee een hele menigte in haar behoefte. God gebruikt nog steeds onbelangrijke dingen, zegent die en gebruikt ze dan op een machtige wijze tot Zijn eer. Kom en breng schoven voort De angst voor een verkeerde nadruk op aantallen moet er niet voor zorgen dat je de vermenigvuldigingsmethoden niet bestudeert en toepast. De gelijkenis van de talenten (Math. 25:14-30) maakt duidelijk dat God verwacht dat jij dat wat jij gekregen hebt vermeerdert en dat bange verontschuldigen niet aanvaard zullen worden. Jezus zei regen Zijn volgelingen: Joh. 4:35:
Zegt gij niet: Nog vier maanden, dan komt de oogst? Zie, Ik zeg u, slaat uw ogen op en beschouwt de velden, dat zij wit zijn om te oogsten.
18 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Wanneer God maaiers naar de geestelijke oogstvelden in de wereld stuurt wil Hij dat zij terugkomen met schoven en niet met verontschuldigingen: Ps. 126:5-6:
Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Hij gaat al wenende voort, die de zaadbuidel draagt; voorzeker zal hij komen met gejuich, dragende zijn schoven.
19 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ 2. Noem de basisprincipes van vermenigvuldiging die in deze les genoemd worden. ___________________________________________________________________________ 3. Omschrijf de vier soorten geestelijke groei. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Noem een aantal Bijbelteksten die aangeven dat je bezig houden met vermenigvuldiging Bijbels is. ___________________________________________________________________________ 5. Noem een aantal factoren, uit deze les, die een verkeerde nadruk op numerieke groei aantonen. ___________________________________________________________________________ 6. Wanneer een uitspraak klopt zet je er een ‘G’ voor, is deze fout zet je er een ‘F’ voor. a. _____ Je bezighouden met aantallen is on-Bijbels. b. _____ Wanneer een kerk niet groeit is zij niet geestelijk.
(Antwoorden op de zelftesten vindt u achter in dit boek) 20 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Vervolgstudie Het boek Handelingen, in de Bijbel, vertelt het verhaal van de vermenigvuldiging in de vroege kerk. Gebruik het volgende schema om dit boek uit het Nieuwe Testament te bestuderen. Het schema volgt het plan van vermenigvuldiging zoals de Heer dat gegeven heeft in Hand. 1:8. Het gaat over de verspreiding van het Evangelie van Jeruzalem naar Judea, Samaria en naar het uiterste der aarde. Schrijver:
Lukas
Voor wie:
Alle gelovigen, hoewel het boek specifiek geadresseerd is aan Teofilus
Doel:
Een vervolg van het verslag van wat Jezus bleef doen en onderwijzen na Zijn hemelvaart, door Zijn geestelijke Lichaam: de Kerk (Hand. 1:1-2).
Sleutelvers:
Hand. 1:8
Levens- en bedieningsprincipe:
Het echte bewijs voor de Heilige Geest is gerichte kracht: kracht om getuige te worden en het Evangelie te verspreiden in de hele wereld.
Hoofdpersonen: Johannes, Petrus, Paulus, Silas, Barnabas, Johannes Markus, Filippus, Stefanus, Ananias en Saffira, Dorkas, Cornelius, Felix en Agrippa. Inleiding (Hand. 1:1-11): I. Inleiding: A. Aan: Teofilus: B. Over: Wat Jezus bleef doen en onderwijzen na Zijn hemelvaart, door Zijn geestelijke Lichaam: de Kerk II. De bediening van Jezus na de opstanding: A. De duur: 40 dagen: B. Het doel: onweerlegbaar bewijs: C. De boodschap: het Koninkrijk van God: III. De laatste ontmoeting van Jezus met Zijn discipelen: A. De opdracht voor de discipelen: B. De vraag van de discipelen: C. Waarschuwing voor de discipelen: D. De grote opdracht: IV. Jezus vaart op naar de hemel: A. Beschrijving van de hemelvaart: B. Verkondiging van Zijn wederkomst:
1:1-2 1:1 1:1-2 1:3 1:3 1:3 1:3 1:4-8 1:4-5 1:6 1:7 1:8 1:9-11 1:9 1:10-11
Deel 1: De vorming van het getuigenis in Jeruzalem (Hand. 1:12 – 2:4): I. De vorming van het getuigenis: 1:12 – 2:4 A. De discipelen van Christus wachten in Jeruzalem: 1:12-26 1. De bijeenkomst van de discipelen: 1:12-15 a. de plek: 1:12-13 b. het aantal en namen: 1:13-15 c. hun doel: 1:14 2. Uitleg voor de discipelen: 1:15-22 21 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
a. b.
B.
De spreker: Petrus: De boodschap: (1) Achtergrond: (2) Instructies: 3. De reactie van de discipelen: a. De voordracht: b. Het gebed: c. De verkiezing: De uitstorting van de Heilige Geest: 1. De tijd: 2. De mensen: 3. De plek: 4. De gebeurtenis: a. Wind: b. Tongen als van vuur: c. Spreken in tongen:
1:15 1:16-22 1:16-20 1:21-22 1:23-26 1:23 1:24-25 1:26 2:1-4 2:1 2:1 2:1 2:2-4 2:2 2:3 2:4
Deel 2: getuigen in Jeruzalem (Hand. 2:5 – 8:1): I. Het eerste getuigenis: 2:2-40 A. De manier waarop het getuigenis gegeven werd: 2:4-6 B. De reactie op het getuigenis: 2:7-13 C. De toespraak van Petrus: 2:14-36 1. Profetie over de tijd: 2:17 2. Profetie over de Geest: 2:17-18 3. Profetie over de gebeurtenis: 2:19-20 4. Profetie over redding: 2:21 5. Het werk van Jezus: 2:22-36 a. Jezus aangewezen door God: 2:22 b. Jezus werd gekruisigd: 2:23 c. Jezus stond op uit de dood: 2:24-32 d. Jezus werd verhoogd aan Gods rechterhand: 2:33-35 e. Jezus is nu Heer en Christus: 2:36 D. Reactie op de boodschap: 2:37-40 1. Overtuiging: 2:37 2. Navraag: 2:37 3. Instructie: 2:38 4. Beloften: 2:38-39 5. Uitleg: 2:40 II De eerste plaatselijke kerk: 2:37-40 A. Leden van de eerste kerk: 2:41 1. Hun identiteit: zij die het Woord aanvaarden: 2:41 2. Hun aantal: 3000: 2:41 B. Geestelijke praktijken in de eerste kerk: 2:41 1. De leer van de apostelen: 2:42 2. De gemeenschap der gelovigen: 2:42 3. Avondmaal: 2:42 4. Gebeden: 2:42 C. Het levenspatroon van de eerste kerk: 2:44-46 1. Alles vrijwillig gemeenschappelijk hebben: 2:44-45 22 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
III.
VI.
2. Dagelijkse aanbidding en getuigenis: 2:46 3. Gemeenschap in de huizen: 2:46 4. Eenheid: 2:46 D. Het getuigenis van de plaatselijke kerk: 2:46-47 1. De aard van het getuigenis: 2:46-47 2. Het gevolg: 2:47 Het eerste wonder: 3:1-26 A. De beschrijving van het wonder: 3:1-11 1. De achtergrond: 3:1 2. De man en zijn nood: 3:2-3 3. De boodschap: 3:4-6 4. Het wonder: 3:7-8 5. De reactie van de menigte: 3:9-11 B. Het wonder uitgelegd: 3:12-18 1. Geen genezing door de kracht der apostelen: 3:12 2. Genezing door God om Jezus te eren: 3:13-15 3. Genezing door geloof in de naam van Jezus: 3:16 4. Genezing als vervulling van een profetie: 3:17-18 C. De boodschap van Petrus: 3:19-26 1. De belofte van Petrus: 3:19-21 a. Wat God wil dat Israël doet: 3:19 b. Wat God beloofde te doen: 3:19-21 2. De profetie van de profeten: 3:22-26 a. Door Mozes en de profeten: 3:22-24 b. De belofte van het verbond: 3:25 c. Het plan van de Messias: 3:26 De eerste tegenstand: 4:1-31 A. De arrestatie: 4:1-4 1. De bron van tegenstand: 4:1 2. Reden voor de tegenstand: 4:2 3. Vorm van tegenstand: 4:3-4 B. Het verhoor: 4:5-14 1. Het gerecht: 4:5-6 2. Vragen van het gerecht: 4:7 3. Verklaring van Petrus: 4:8-12 a. Bron van zijn verklaring: 4:8 b. Zijn antwoord: 4:9-10 c. Zijn getuigenis over Jezus: 4:10-12 d. Zijn verklaring over redding: 4:12 4. Het bewijs bekeken door de raad: 4:13-14 a. De aard van het getuigenis: 4:13 b. Het getuigenis van de genezene: 4:14 5. Het oordeel: 4:15-22 a. Het beraad: 4:15-17 b. Het oordeel: 4:17-18 c. De reactie van Petrus en Johannes: 4:19-20 d. Vrijgelaten: 4:21-22 6. De reactie: 4:21-31 a. Het gebed van de kerk: 4:23-30 b. De actie van de kerk: 4:31 23 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
V.
VI.
De eerste maatregel tegen zonde: A. Indeling van de kerk: 1. Haar gemeenschap: 2. Haar getuigenis: 3. Haar organisatie: B. De eerste zonde verstoort de gemeenschap: 1. De zonde: 2. De zonde aan het licht gebracht: 3. Straf op de zonde: C. Het gevolg van discipline: vruchtbaar getuigen van de gemeenschap 1. Eerbiedige houding van de leden: 2. Eenheid: 3. Wonderen: 5. De reactie van de mensen: De eerste vervolging: A. De bron van de tegenstand: B. Actie van de tegenstanders: C. Bevrijding door God: 1. Zijn handelen: 2. Zijn bevel: 3. Reactie op Zijn bevel: 4. De ontdekking van Zijn handelen: 5. Het resultaat van Zijn handelen: D. Het verhoor: 1. Beschuldiging door het Sanhedrin: 2. Verdediging door Petrus: 3. Onderzoek door het Sanhedrin: 4. Onrechtvaardig oordeel door het Sanhedrin:
Reactie op de vervolging: 1. Blijdschap: 2. Eenheid: dagelijks bij elkaar komen: 3. Getuigen: onderwijs en prediking: VII. De eerste organisatie: A. De behoefte aan organisatie: B. Advies voor de organisatie: 1. Bron van het advies: 2. De reden voor het advies: 3. Het advies: 4. Het voordeel van het advies: C. De instelling van de organisatie: 1. De gebruikte methode: 2. De mensen gekozen: 3. Hun aanstelling: D. De resultaten van de organisatie: 1. Toename van het Woord: 2. Toename van het aantal discipelen: 3. Gehoorzaamheid aan het geloof:
4:32 – 5:16 4:32-37 4:32 4:33 4:32-37 5:1-10 5:1-2 5:3-4 5:5-10 5:11-16 5:11 5:12 5:12, 15-16 5:12-14 5:17-43 5:17 5:18 5:19-26 5:19 5:20 5:21 5:21-23 5:24-26 5:27-40 5:27-28 5:29-32 5:33-39 5:40
E.
24 van 163
5:41-42 5:41 5:42 5:42 6:1-7 6:1 6:2-4 6:2 6:2 6:3 6:4 6:5-6 6:5-6 6:5 6:6 6:7 6:7 6:7 6:7
Vermenigvuldigingsmethoden
VIII. De eerste martelaar: A. Beschrijving van Stefanus: 1. Een van de zeven: 2. Vol van de Heilige Geest: 3. Goede bekendheid: 4. Een man van geloof: 5. Een wijs man: 6. Iemand met speciale krachten: 7. Een effectieve getuige: B. De vervolging van Stefanus: C. De boodschap van Stefanus: 1. Abraham: 2. De aartsvaders: 3. Mozes: a. In Egypte: b. In de woestijn: 4. De tabernakel: a. Van Mozes: b. Van Jozua: c. Van David: d. Van Salomo: e. Van God: 5. De profeten: D. Het getuigenis van Stefanus: 1. De houding van de raad: 2. De mededeling van Stefanus: 3. De handeling door de raad: 4. De dood van Stefanus:
6:8 – 8:1 6:3-15 6:3, 5 6:5 6:3 6:5 6:3, 10 6:8 6:9-10 6:11-15 7:1-53 7:1-8 7:9-16 7:17-43 7:17-28 7:29-43 7:44-50 7:44 7:45 7:45-46 7:47-50 7:48-50 7:51-53 7:54 – 8:1 7:54 7:55-56 7:57-59 7:60-8:1
Deel 3: Het getuigenis in Judea en Samaria (Hand. 8 – 12): I. Overgang: de gevolgen van de dood van Stefanus: 8:1-4 A. De vervolging: 8:1, 3 B. De begrafenis van Stefanus: 8:2 C. De uitbreiding van het getuigenis van de kerk: 8:4 II. Het getuigenis van Filippus: 8:5-40 A. Bediening in Samaria: 8:5-25 1. Het getuigenis van Filippus: 8:5-13 a. Het werk van Filippus: 8:5-7, 12 b. Reactie van de Samaritanen: 8:6-12 c. Simon de tovenaar: 8:9-13 2. Het werk van Petrus en Johannes: 8:14-17 a. De komst van Petrus en Johannes: 8:14 b. De komst van de Heilige Geest: 8:15-17 c. De reactie van Simon: 8:18-19 d. De waarschuwing voor Simon: 8:20-24 B. De Ethiopiër: 8:26-40 1. Voorbereiding: 8:26-28 2. Het getuigenis: 8:29-35 3. De reactie: 8:36-38 C. Verplaatsing naar Asdod: 8:39-40 25 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
III.
IV.
Het getuigenis van Saulus: 9:1-31 A. De bekering van Saulus: 9:1-9 1. Zijn doel: 9:1-2 2. Zijn visioen: 9:3-9 3. De stem: 9:4-7 4. Blind: 9:8-9 B. De opdracht voor Paulus via Ananias: 9:10-19 1. De roeping: 9:10-16 2. De opdracht: 9:17-19 C. De missie van Paulus: 9:20-31 1. Paulus in Damaskus: 9:20-25 a. Zijn getuigenis: 9:20-22 b. De reactie: 9:21-23 c. Zijn ontsnapping: 9:23-25 2. Paulus in Jeruzalem: 9:26-30 a. Zijn ontvangst: 9:26-28 b. Zijn activiteit: 9:28-29 c. Zijn vertrek: 9:29-30 D. Overgang: rust in de Kerk: 9:31 Het getuigenis van Petrus: 9:32 – 12:35 A. In Lydda: 9:32-35 1. De gelovigen: 9:32 2. De zieke man: 9:33 3. Genezing van de zieke: 9:34 4. De reactie: 9:35 B. In Joppe: 9:36-37 1. De dood van Dorkas: 9:36-37 2. Petrus wordt geroepen: 9:38-39 3. Het werk van Petrus: 9:40-41 4. Reactie op de bediening: 9:42-43 C. In Caesarea: 10:1-48 1. Het visioen van Cornelius: 10:1-8 a. Cornelius zelf: 10:1-2 b. Zijn visioen: 10:3-6 c. De reactie van Cornelius: 10:7-8 2. Het visioen van Petrus: 10:9-22 a. Het visioen: 10:9-12 b. De stem: 10:13-16 3. De aankomst van de boodschappers: 10:17-22 4. Bezoek aan het huis van Cornelius: 10:23-48 a. De reis: 10:23 b. De ontvangst: 10:24-27 c. De uitleg: 10:27-28 d. De vraag: 10:29 e. Het antwoord: 10:30-33 f. De preek die niet af is: 10:34-43 (1) Bij God geen aanziens des persoons: 10:34-35 (2) Verspreiding van het Evangelie: 10:36-37 26 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
(3) De boodschap: 10:38-42 g. De reactie van Cornelius: 10:44-48 D. In Jeruzalem: 11:1 – 12:25 1. Het probleem van heidense bekeringen: 11:1-18 a. Het probleem: 11:1-3 b. Gods werk onder heidenen: 11:4-17 (1) Het visioen: 11:4-10 (2) De bezoekers: 11:11 (3) Het bezoek: 11:12-17 c. Het besluit: 11:18 V. De kerk in Antiochië (Syrië): 11:19-30 A. Evangelisatie in Antiochië: 11:19-21 B. Bezoek van Barnabas: 11:22-24 C. Paulus in de gemeente: 11:25-26 D. Informatie wordt geopenbaard door Agabus: 11:27-30 VI. Vervolging geleid door Herodes: 12:1-25 A. De dood van Jakobus: 12:1-2 B. De arrestatie van Petrus: 12:3-4 C. De bevrijding van Petrus: 12:5-19 D. De dood van Herodes: 12:20-23 VII. De uitleg van het Woord: 12:24-25 Deel 4: Getuigenis tot aan het uiterste der aarde (Hand. 13 – 28) I. De eerste zendingsreis: 13:1 – 14:28 A. Geroepen voor de dienst: 13:1-3 B. Bediening in Pafos (Cyprus): 13:4-12 C. Bediening in Antiochië (Pisidië): 13:13-50 1. Naar Pisidië: 13:13-16 2. De boodschap: 13:17-37 a. De uittocht uit Egypte: 13:17 b. Zwerven door de woestijn: 13:18 c. Verovering van Kanaän: 13:19 d. De regering van Saul en David: 13:20-23 e. De bediening van Johannes de Doper: 13:24-25 f. Kruisiging en opstanding van Jezus: 13:26-27 g. De uitnodiging: 13:38-41 3. De reactie: 13:38-41 D. Bediening in Iconium: 13:51 – 14:5 E. Bediening in Lystra: 14:6-25 F. Bediening in Antiochië: 14:26-28 II. De vergadering in Jeruzalem: 15:1-35 A. Het probleem: 15:1-3 B. De bijeenkomsten: 15:4-21 1. Eerste openbare bijeenkomst 15:4-5 2. Besloten bijeenkomst (apostelen en oudsten): 15:6 3. Tweede openbare bijeenkomst: 15:7-21 a. Verslag van Petrus: 15:7-11 b. Verslag van Paulus en Barnabas: 15:12 27 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
III.
IV.
V.
c. Verslag van Jakobus: C. Het besluit: D. De brieven: Tweede zendingsreis: A. De twist: B. Bediening in Lystra: C. Bediening in Troas: D. Bediening in Filippi: E. Bediening in Thessalonica: F. Bediening in Berèa: G. Bediening in Athene: H. Bediening in Corinthe: I. Bediening in Efeze: J. Jeruzalem en Antiochië:
15:13-21 15:19-21 15:22-35 15:36 – 18:22 15:36-41 16:1-5 16:6-10 16:11-40 17:1-9 17:10-14 17:15-34 18:1-8 18:19-21 18:22
Derde zendingsreis: 18:23 – 19:41 A. Klein Azië: 18:23 B. Bediening in Efeze: 18:24 – 19:41 1. Apollos: 18:24-28 2. Discipelen van Johannes: 19:1-7 3. De gehoorzaal van Tyrannus: 19:8-12 4. De zonen van Sceva: 19:13-17 5. Toewijding van de bekeerlingen: 19:18-20 6. Het besluit: 19:21 7. Verdedigers van Artemis (Diana): 19:22-41 C. Bediening in Macedonië en Griekenland: 20:1-5 D. Bediening in Troas: 20:6-12 E. Bediening in Milete: 20:13-38 1. De reis: 20:13-16 2. Bijeenkomst met de oudsten van Efeze: 20:17-35 a. Terugblik op de bediening: 20:17-21 b. Vooruitblik naar de toekomst: 20:22-24 c. Het geweten van Paulus: 20:25-27 d. De waarschuwing: 20:28-31 e. Veroordeeld tot God: 20:32 f. Voorbeeld van Paulus: 20:33-35 3. Afscheid: 20:36-38 F. Bediening in Tyrus: 21:1-6 G. Bediening in Ptolemaïs: 21:7 H. Bediening in Caesarea: 21:8-14 Het laatste bezoek aan Jeruzalem en de reis naar Rome: 21:15 – 28:31 A. Jeruzalem: 21:15 – 23:32 1. Overgang naar Jeruzalem: 21:15-17 2. Roddels tegen Paulus gericht: 21:18-30 a. Ontering van de wet van Mozes: 21:18-26 b. Ontheiliging van de tempel: 21:27-30 3. De reactie van Paulus: 21:23-26 4. De redding van Paulus: 21:30-32 5. Antwoorden van Paulus: 21:33 – 23:10 a. De Joodse menigte: 22:1-23 28 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
b. c. d.
B.
C.
D.
De Romeinse centurion: 22:24-26 De overste: 22:26-30 Het Sanhedrin: 23:1-10 (1) Bekentenis van Paulus: 23:1 (2) Aanvaring met de hogepriester: 23:2-5 (3) De raad verdeeld: 23:6-10 6. Openbaring voor Paulus: 23:11 7. Samenzwering tegen Paulus: 23:12-15 8. Redding van Paulus: 23:16-32 a. Het complot komt aan het licht: 23:16-23 b. De brief: 23:25-30 c. De ontsnapping: 23:32 Caesarea: 23:33 – 26:32 1. Voor Felix: 23:33 – 24:27 a. Beschuldigingen van Tertullus: 24:1-9 b. Het antwoord van Paulus: 24:10-21 c. Reactie van Felix: 24:22-27 2. Voor Festus: 25:1-12 3. Festus en Agrippa: 25:13-27 4. Voor Agrippa: 26:1-32 a. Paulus spreekt voor zichzelf: 26:1-23 b. Uitnodiging tot de Redder: 26:24-29 c. Het oordeel: 26:30-32 Op weg naar Rome: 27:17 – 28:31 1. De storm: 27:1-44 2. De slang: 28:1-6 3. De genezing: 28:7-10 4. De reis voortgezet: 28:11-15 Rome: 28:16-31 1. Ontmoeting met de Joden: 28:16-29 2. Bediening: 28:30-31
29 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
3. Gelijkenissen over vermenigvuldiging Doelen Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • Het woord ‘gelijkenis’ definiëren • Uitleggen waarom Jezus gebruik maakt van gelijkenissen • De vermenigvuldigingsprincipes opnoemen die Jezus onderwees aan de hand van gelijkenissen Sleutelvers Mark. 4:33:
En in vele dergelijke gelijkenissen sprak Hij het woord tot hen, naardat zij het konden horen
Inleiding Deze les richt zich op de principes van vermenigvuldiging die door Jezus onderwezen werden tijdens Zijn aardse bediening. Een gelijkenis is een verhaal waarin een voorbeeld uit de natuurlijke wereld gebruikt wordt om een geestelijke waarheid te verduidelijken. De eigenlijke betekenis van het woord ‘gelijkenis’ is: ‘er naast leggen, vergelijken’. In de gelijkenissen vergeleek Jezus natuurlijke voorbeelden met geestelijke waarheden. Een gelijkenis is een aards verhaal met een hemelse betekenis. Waarom gelijkenissen? De discipelen vroegen eens aan Jezus waarom Hij gelijkenissen gebruikte om geestelijke waarheden te onderwijzen: Math. 13:10:
En de discipelen kwamen en zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen in gelijkenissen?
Jezus antwoordde: Math. 13:11:
Hij antwoordde hun en zeide: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar hun is dat niet gegeven.
De discipelen was het gegeven om de geestelijke waarheden, die in de gelijkenissen onderwezen werden, te begrijpen omdat zij geestelijk inzicht hadden. Zij die dat niet hadden hoorden de gelijkenissen wel maar begrepen ze niet. Geestelijke waarheden kunnen alleen begrepen worden geestelijke mensen: 1Cor. 2:14:
Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is.
Een geestelijke mens is iemand die geestelijk opnieuw geboren is. Zij die geestelijk inzicht hebben begrijpen de principes die geopenbaard worden in de gelijkenissen. Zij de vleselijk, zondig denken kunnen het niet bevatten. 30 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Het Evangelie van het Koninkrijk Toen Jezus Zijn volgelingen de opdracht gaf om de wereld te bereiken met de Evangelieboodschap, zei Hij: Math. 24:14:
En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn.
Het Evangelie dat wij moeten verspreiden in deze wereld is het Evangelie van het Koninkrijk van God. Haar boodschap omvat de geboorte, het leven en de bediening van Jezus. Het omvat Zijn dood voor de zonden van de hele mensheid en Zijn opstandig uit de dood. Wij moeten de mensen vertellen hoe zij het Koninkrijk van God kunnen binnenkomen: door de geestelijke wedergeboorte. Ook moeten wij ze onderwijzen hoe zij hun nieuwe leven moeten leven in het Koninkrijk1. Gelijkenissen over vermenigvuldiging Jezus vertelde veel gelijkenissen over het Koninkrijk van God. Daaronder waren gelijkenissen die gingen over de verspreiding van dit Koninkrijk door de hele wereld. De volgende gelijkenissen over de groei van het Koninkrijk laten basisprincipes voor vermenigvuldiging zien. Zoek elke tekst op in je Bijbel en Lees de gelijkenis: • • •
Het verloren schaap: De verloren penning: De verloren zoon
Math. 18:12-14; Luk. 15:4-7 Luk. 15:8-10 Luk. 15:11-32
Deze gelijkenissen laten zien hoe de Vader verloren schapen zoekt voor Zijn Koninkrijk, hoe Zijn volgelingen het verlorene horen te zoeken en hoe bekering de sleutel is om een erfgenaam van het Koninkrijk te worden. Het maakt niet uit waarom men verloren is. Het schaap was weggelopen. De munt was verloren door onvoorzichtigheid en de zoon door zijn eigen rebellie. Jij moet hen zoeken die in zonden verloren zijn. Jij moet daar naar toe gaan waar zij zijn en niet wachten tot zij een keertje naar jou toe komen. God maakt zich niet druk om hoe iemand verloren is, Hij wil dat zij gevonden worden. • Het bruiloftsmaal:
• De verontschuldigingen:
Math. 22:1-14 Luk. 14:16-24
Door deze gelijkenissen nodigt Jezus de huidige generatie uit om het Koninkrijk binnen te komen. De vermenigvuldiging moet niet stoppen omdat er enkelen zijn die weigeren te reageren op de uitnodiging van het Evangelie. Je moet hen opzoeken die geestelijk honger hebben en ze naar het bruiloftsmaal brengen dat de Heer heeft klaargemaakt. •
De onvruchtbare vijgenboom: Luk. 13:6-9
De vijgenboom is het natuurlijke symbool van de staat Israël. God liet Israël opstaan om een volk te zijn waardoor Hij Zijn Koninkrijk aan de wereld kon openbaren. Steeds opnieuw probeerde God om de ‘boom’ Israël vrucht te laten dragen onder de heidense volkeren, door hun kennis van de enige echte God te delen, maar Israël droeg geen vrucht. 1
Onderwijs over dit onderwerp vind je in de ‘Koninkrijksleven’. 31 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Nu heeft God de kerk ingesteld voor dit doel. God zorgt voor de gelovigen en probeert ze reproductief te maken, zoals Hij dat ook met Israël deed. Zij doel is nog steeds hetzelfde: wij moeten ‘vrucht’ voortbrengen onder de heidenen door onze kennis over de enige echte God te delen. God is niet blij met bomen die geen vrucht dragen. • • • •
De talenten: De man op de lange reis: Waakzaamheid: De wachtende slaven:
Math. 25:14-30; Luk. 19:11-27 Mark. 13:34-37 Math. 24:43-51; Luk. 12:39-46 Luk. 12:36-38
Deze gelijkenissen benadrukken goed en wijs beheer van de boodschap van het Koninkrijk, die toevertrouwd is aan de gelovigen. Elke gelovige ontvangt ‘talenten’ of speciale bekwaamheden die gebruikt dienen te worden in de verspreiding van het Evangelie (direct en/of indirect). Of je bekwaamheden groot of klein zijn, je moet dat wat je van God hebt ontvangen vermeerderen. Van elke gelovige wordt verwacht dat hij zich vermenigvuldigt. Wanneer Jezus terugkomt naar de aarde, zullen zij die hun talenten op de juiste wijze gebruikt hebben beloond worden (Luk. 16:10-12). Zij die zich niet vermenigvuldigd hebben, zijn ontrouw: Math. 16:27:
Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid zijns Vaders, met zijn engelen, en dan zal Hij een ieder vergelden naar zijn daden.
Jezus erkende het principe van verhoudingen in het vermenigvuldigingsproces: Luk. 12:48:
…Van een ieder, wie veel gegeven is, zal veel geëist worden, en aan wie veel is toevertrouwd, van hem zal des te meer worden gevraagd.
Het Koninkrijk van God wordt verspreid door wijs gebruik van geestelijke talenten die door God gegeven zijn. Wanneer jij gebruikt wat God je heeft gegeven, nemen je talenten toe. Wanneer je het niet gebruikt, zal je het verliezen. •
De zaaier:
Math. 13:3-8; Mark. 4:3-8; Luk. 8:5-8
Het Evangelie ven het Koninkrijk verspreidt zich door het zaaien van het Woord van God. Zonder het Woord kan er geen vermenigvuldiging plaatsvinden. Op dit zaaien zullen verschillende reacties komen, afhankelijk van de houding van de toehoorders. De vrucht is niet afhankelijk van de zaaier, maar van het leven in het zaad zelf en van de omstandigheden van de grond (het hart van de mens). Jouw verantwoordelijkheid is: zaaien. Wanneer jij het Woord van God zaait, zal er soms grond zijn die daar gereed voor is en die een oogst zal voortbrengen. Ook zal er grond zijn die nog niet gereed is en die brengt dan ook heel weinig op. Zelfs Jezus kwam tijdens Zijn aardse bediening moeilijke grond tegen: Mark. 6:5-6:
En Hij kon daar geen enkele kracht doen; alleen genas Hij enige zieken door handoplegging. En Hij verwonderde Zich over hun ongeloof. En Hij ging de omliggende dorpen rond en leerde.
32 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
• Het onkruid en het graan:
Math. 13:24-30
Wanneer jij bezig bent met de uitbreiding van het Koninkrijk door nieuwe gelovigen toe te voegen, krijg je te maken met tegenstand. Satan zal proberen de uitbreiding van het Koninkrijk tegen te gaan, door mensen te zaaien, die ‘onkruid’ genoemd worden, tussen het goede zaad van Gods Koninkrijk. De onkruid, die gezaaid wordt door satan, lijkt op goed graan. Ten tijde van de oogst kan het graan herkend worden aan de aren (de vrucht van graan, waarin de graankorrels zitten). Onkruid produceert echter geen graankorrels. Jezus wil niet dat je tijd investeert in een poging het onkruid van het graan te scheiden. Ga gewoon door met zaaien en vermenigvuldiging. Wanneer Jezus terugkomt zal de oogst gescheiden worden van het onkruid. •
Het visnet:
Math. 13:47-50
Het Koninkrijk wordt ook vergeleken met een groot net dat in de zee wordt geworpen. Allerlei soorten vis worden gevangen, maar wanneer het net binnengehaald is worden de goede vissen gescheiden van de slechte. Het Koninkrijk zal mensen trekken uit alle volkeren. Velen zullen binnengaan. Sommigen daarvan zullen oprecht zijn en anderen niet. Bij het laatste oordeel zal het net binnengehaald worden en zal er bepaald worden wie uit het Koninkrijk moet worden verwijderd. Jij bent geroepen om te vissen, niet om te scheiden. •
Het mosterdzaad:
Math. 13:31-32; Mark. 4:31-32; Luk. 13:19
Het Koninkrijk van God zal groeien als een mosterdzaad. Het zaadje is heel klein en nietszeggend in het begin, maar groeit uit tot een heel grote volwassen plant. Het Koninkrijk van God op aarde had een klein begin. Toen Jezus terugging naar de hemel, na Zijn aardse bediening, liet Hij een kleine groep volgelingen achter met de opdracht om het Evangelie te verspreiden. Die kleine groep heeft zich vermenigvuldigd tot miljoenen gelovigen in heel veel landen. • Het zuurdesem:
Math. 13:33; Luk. 13:21
Zoals gist (of zuurdesem) een klomp deeg doordringt, zo zal het Koninkrijk van God de wereld doordringen. De kracht van het Koninkrijk komt iet van buitenaf maar van binnen uit. • De wijnstok en de ranken:
Joh. 15:1-6
Deze gelijkenis beschrijft de relatie tussen Jezus en het proces van vrucht dragen. Hij is de geestelijke wijnstok en wij zijn de ranken. Op zichzelf kan een rank geen vrucht dragen. Je bent alleen reproductief wanneer je aangesloten bent op de levensstroom van de wijnstok, Jezus. Jezus zal je leven snoeien zodat alles wat niet reproductief is verwijderd wordt en je blijvende vrucht zult voortbrengen.
33 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
• De oogst:
Math. 9:37-38; Luk. 10:2
Het Koninkrijk moet uitgebreid worden. Daarom richt Jezus de ogen van Zijn discipelen op de velden, de wereld. De gewassen zijn rijp en gereed om geoogst te worden. De mensen zijn ontvankelijk voor het Evangelie. Een geweldige oogst wacht om binnengehaald te worden door de geestelijke medewerkers van God. Andere vermenigvuldigingsprincipes Jezus onderwees nog meer vermenigvuldigingsprincipes, in korte uitspraken: •
Licht van de wereld:
Math. 5:14-16; Luk. 8:16
Het Evangelie zal zich verspreiden als licht van een stad die op een berg ligt. Het is te zien op kilometers afstand. Wij horen het Licht van de wereld (Jezus) te brengen naar een wereld die vervuld is met geestelijke duisternis. •
Zout der aarde:
Luk. 14:34
In de tijd van de Bijbel werd vlees ingewreven met zout om het te conserveren. Nu wordt vlees hiervoor nog wel eens gepekeld. Gelovigen zijn geestelijk zout wat ingewreven wordt in de wereld met de boodschap van behoudenis (redding) die de mens zal redden van het verderf (geestelijke dood) door de zonde. •
Schatten in de hemel:
Math. 6:19-21; Luk. 12:15
Gelovigen moeten zich niet bezorgd maken over de schatten die op aarde zijn. Wanneer wij het Evangelie delen verwerven wij schatten in de hemel. •
De brede weg:
Math. 7:14
Je kunt de juiste weg niet vinden op basis van cijfers (hoeveelheid kerkleden, grootte van het budget e.d.). De weg naar de hel zal velen aantrekken en het pad naar de hemel zal door weinigen gevonden worden. •
Vele werken:
Math. 7:22
Vele wonderwerken zullen door sommige mensen gedaan worden. Maar het doen van grote werken is niet altijd in overeenkomst met Gods wil en zal ook niet altijd Zijn doelen vervullen. Gods werk moet op Gods manier door Zijn mensen worden uitgevoerd. •
Klein is veel:
Math. 10:42; 14:15-21
Alles wat in de naam van Jezus gedaan wordt, ook al lijkt het heel klein, is productief. Het wonder van de broden en de visjes laat zien hoe God het kleine beetje, dat wij hebben te bieden, vermenigvuldigt.
34 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
•
Groei vraagt om verandering:
Mark. 2:21-22; 7:13
Voor nieuwe groei is verandering nodig. Je kunt het nieuwe niet in de oude vaten van tradities en zondige levensstijl bewaren. Het krachtige potentieel van het Woord van God wordt belemmerd door mensen die vasthouden aan tradities en die weigeren te veranderen. • •
Winnen door verliezen: Ontvang door te geven:
Mark. 8:34-37; 10:29-30 Luk. 6:38
Wereldse principes zeggen je dat je wint door steeds meer te verwerven. Jezus leerde ons dat je alles wint door alles te verliezen. Wat verlies in de natuurlijke wereld lijkt te zijn, is winst in de geestelijke wereld. •
Dood brengt leven:
Joh. 12:24
Door de dood van Jezus ontvangen velen het eeuwige leven. Om te vermenigvuldigen moet zaad afsterven. Om een reproductieve discipel te zijn moeten de verlangens van je eigen vlees sterven. Je moet dood zijn voor de zonde en je van je eigen weg afkeren om Jezus te volgen. • De kerk op de Rots:
Math. 16:18
Het Koninkrijk van God is gebaseerd op de Rots Jezus Christus. Er is geen groei zonder Hem. Jezus zei: “Ik zal Mijn Gemeente bouwen.” Hij zei dat niemand tot Hem kan komen wanneer de Vader er niet voor zorgt (Joh. 6:44). Men kon tegenstand verwachten, maar de ‘poorten van de hel’ konden het plan van God voor de groei van Zijn Koninkrijk niet tegenhouden: Math. 19:26:
Jezus zag hen aan en zeide: Bij de mensen is dit onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk.
Mark. 9:23:
Jezus zeide tot hem: Als Gij kunt! Alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft.
Het grootste principe van vermenigvuldiging Het grootste principe van vermenigvuldiging wordt onderwezen door Jezus, wanneer Hij Zijn laatste woorden zegt tot Zijn discipelen vlak voordat Hij de aarde verlaat. Zijn opdracht openbaart het basisplan voor de verspreiding van het Evangelie en de vermenigvuldiging van bekeerlingen en discipelen: Math. 28:19-20: Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld. Mark. 16:15-18: En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuw tongen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.
35 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden Luk. 24:46-48: En Hij zeide tot hen: Aldus staat er geschreven, dat de Christus moest lijden en ten derden dage opstaan uit de doden, en dat in zijn naam moest gepredikt worden bekering tot vergeving der zonden aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem. Gij zijt getuigen van deze dingen. Hand. 1:8:
maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
Samenvatting Het onderwijs van Jezus laat zien dat Hij niet blij is met: • Vissen zonder iets te vangen • Een lege feesttafel • Zaaien zonder te oogsten • Een boom die geen vrucht draagt • Verloren schapen die niet teruggebracht worden in de kudde • Een verloren munt die gezocht wordt, maar niet gevonden wordt • Verloren zoons die niet terugkomen • Knechten die niet productief zijn • Geestelijke grond die niet reageert • Rijpe oogsten die niet binnengehaald worden Onze Vader, die niet wil dat er iemand verloren gaat, is geïnteresseerd in de resultaten van geestelijke vermenigvuldiging: 2Petr. 3:9:
De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen.
36 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Zelftest 1. Schrijf de sleuteltekst uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Geef een definitie voor ‘gelijkenis’. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3. Waarom gebruikte Jezus gelijkenissen om Zijn volgelingen te onderwijzen? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Beschrijf op een apart vel papier het vermenigvuldigingsprincipe dat onderwezen wordt in elk van de volgende gelijkenissen: - De lege feesttafel - Verloren schaap, penning en zoon - De zaaier - Het visnet - Het zuurdesem
- De onvruchtbare vijgenboom - De gelijkenissen over de knechten (slaven) - Het onkruiden en het koren - Het mosterdzaad - De wijnstok en de ranken
(Antwoorden op de zelftesten vindt u achter in dit boek) 37 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Vervolgstudie 1. Toen Jezus 12 jaarwas, trad Hij al op in het openbaar. De Bijbel geeft geen gedetailleerd verslag van die periode in Zijn leven. Slechts één vers zegt iets over het geestelijke groeiproces in die tijd; Luk. 2:40:
Het kind groeide op en werd krachtig, en het werd vervuld met wijsheid, en de genade Gods was op Hem.
Om effectief te kunnen zijn moet er altijd geestelijke groei voorafgaan aan een openbare bediening. 2. Hoe dichter we bij het einde komen, hoe meer satan zijn eigen principes voor vermenigvuldiging hanteert. Bestudeer de volgende teksten: • • • • • •
Vele valse profeten zullen er opstaan: Vele mensen zullen verleid worden: Ongerechtigheid zal toenemen: Velen zullen zich afkeren van de waarheid van het Evangelie: Vervolging van gelovigen zal toenemen: Onheilige, holle klanken zullen toenemen:
38 van 163
Math. 24:11 Math. 24:11 Math. 24:12 2Thess. 2:3 Math. 24:9-10 2Tim. 2:16
Vermenigvuldigingsmethoden
4. 1 + 1 = meer dan 2 Doelen Aan het van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • ‘Getuigen’ definiëren • ‘Leek’ definiëren • ‘Geestelijkheid’ definiëren • Uitleggen wat er bedoeld wordt met ‘roeping’ van de leken • Gods plan van vermenigvuldiging voor de verspreiding van het Evangelie uitleggen • Twee Nieuw Testamentische personen noemen als voorbeeld van dit vermenigvuldigingsproces • Uitleggen hoe je begint met geestelijke vermenigvuldiging • Beginnen met geestelijke vermenigvuldiging Sleutelvers 2Tim. 2:2:
en wat gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan vertrouwde mensen, die bekwaam zullen zijn om ook anderen te onderrichten.
Inleiding De groei in het menselijke lichaam begint met één levende cel. De cel vermenigvuldigt zich steeds opnieuw, tot er een menselijke baby gevormd is. Ne de geboorte gaat dit proces door in het kind. Menselijke cellen blijven zich vermenigvuldigen en er vindt groei plaats. Hetzelfde geldt in de geestelijke wereld. Iedereen die nieuw leven in Christus heeft ontvangen is te vergelijken met een levende cel in het menselijke lichaam. Elke gelovige moet zich geestelijk reproduceren. Het Evangelie wordt verspreid wanneer gelovigen op deze manier doorgaan met vermenigvuldiging. Dit hoofdstuk openbaart je persoonlijke verantwoordelijkheid in dit geestelijke proces. Je leert over het geestelijke vermenigvuldigingsplan van God waarin ‘1 + 1’ meer dan 2 is. De uitdaging De uitdaging die Jezus de gelovigen gaf is: de hele wereld met het Evangelie bereiken (Math. 28:19; Hand. 1:8). We leven in een groeiende wereld. Duizenden nieuwe mensen worden elke dag geboren. De wereldbevolking neemt in een snel temp toe. Er zijn veel onbereikte bevolkingsgroepen in de wereld. Zij hebben nog nooit over Jezus gehoord. Deze groepen bestaan uit miljoenen personen die nog niet bereikt zijn met het Evangelie. In veel landen zijn er niet genoeg getrainde zielzorgers voor de kerken die daar al zijn. Hoe kunnen wij ooit deze grote uitdaging van Jezus vervullen en de hele wereld met het Evangelie bereiken?
39 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Gods plan God heeft een speciaal plan om de wereld te bereiken met het Evangelie. Jezus gaf daarvan een samenvatting toen Hij tegen Zijn discipelen zei: Hand. 1:8:
maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
Dit is het plan van God: de Heilige Geest is de Goddelijke kracht achter het proces van vermenigvuldiging. Jezus Christus is de inhoud van de boodschap en de hele aarde hoort de ontvanger te zijn van de boodschap. Discipelen zijn de middelen tot vermenigvuldiging. God methode voor elke discipel is ‘getuigenis’ te geven van de Evangelieboodschap. ‘Getuigen’ is: ‘vertellen wat je gezien, gehoord of ervaren hebt’. In een rechtbank is een getuige iemand die getuigt over iets of over iemand. Als een getuige getuig jij over Jezus en Zijn reddingsplan voor de hele mensheid. Er zijn twee soorten bewijs die door getuigen aangedragen worden in de rechtbank. Het ene is het getuigenis, de mondelinge verklaring die met het onderwerp te maken heeft, en het andere is bewijs, zichtbaar en/of tastbaar. De Heilige Geest helpt je om getuige van het Evangelie te zijn, zowel mondeling als door de demonstratie van de kracht van God. Verdeling in geestelijkheid en leken Gods plan is dat iedere discipel (gelovige) een getuige is van het Evangelie. De vroege kerk groeide toen zij dit plan volgden. Elke gelovige deelde het Evangelie en reproduceerde zich geestelijk. Toen de kerk groeide, riep God sommige mensen om voltijds te dienen als voorganger, evangelist, profeet, leraar, herder en apostel. Hierdoor ontstond na verloop van tijd een tweedeling in de kerk: de geestelijkheid en de leken. Het woord ‘leek’ komt van een Grieks woord dat ‘horend bij het gekozen volk van God’ betekent. De basisbetekenis van dit woord is: ‘al het volk van God’. Later werd deze term, en termen die daarvan afgeleid zijn, gebruikt voor hen die actief zijn in het geestelijke werk maar dat niet voltijds doen in de kerk. De term ‘geestelijkheid’ werd toen gebruikt om de voltijds werkers in de kerk mee aan te duiden. De geestelijkheid beschouwt haar activiteiten in de kerk als haar beroep. Zij kunnen door de denominatie aangesteld zijn, maar dat is niet altijd zo. Door de tijd heen kwam er de scheiding tussen leken en de geestelijkheid. Dit had tot gevolg dat veel leken zich niet meer geestelijk reproduceerden. Men liet de uitdaging om de wereld met het Evangelie te bereiken steeds meer over aan de geestelijkheid. Maar geen enkele geestelijke kan bereiken wat de hele kerk hoort te doen. Dat is één van de redenen waarom de hele wereld nog niet bereikt is met het Evangelie. Gelovigen hebben hun verantwoordelijkheden doorgeschoven naar de geestelijkheid. De Bijbel maakt een verdeling van taken binnen de kerk, maar iedereen dient betrokken te zijn bij de verspreiding van het Evangelie (lees Hand. 6:1-6). Toen de kerk in Jeruzalem groeide werd het noodzakelijk om een taakverdeling in te voeren om in alle behoeften van de kerk te kunnen voorzien. De leiders wijdden zich voltijds toe aan de bediening van het Woord en gebed. Leken hielden zich bezig met taken zoals de zorg voor 40 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
weduwen en wezen en andere dienende taken. Maar hoewel de gelovigen verschillende taakverdelingen hadden binnen de kerk, moesten zij allemaal betrokken zijn bij de verspreiding van het Evangelie: • • •
Stefanus was een leek met dienende taken die een krachtig getuige was van het Evangelie (Hand. 6:8-11). Filippus was een leek met dienende taken. Hij deelde het Evangelie met de Samaritanen (Hand. 8:5-12) Toen de gelovigen verstrooid werden door het land, tengevolge van de vervolgingen in Jeruzalem, bleven zij van het Evangelie getuigen (Hand. 8:4). Voor echte gelovigen is er geen onderscheid tussen heilig en seculier omdat Jezus Heer van alles is.
De roeping van de leken Wanneer je werkelijk de roeping van de leken wilt begrijpen moet je terug gaan naar het Oude Testament. Gods plan voor het volk Israël was dat zij allemaal priesters zouden zijn: Ex. 19:6:
En gij zult Mij een koninkrijk van priesters zijn en een heilig volk. Dit zijn de woorden die gij tot de Israëlieten spreken zult.
Als priester moest iedere Israëliet een getuige zijn van de enige echte God voor ongelovigen om hem heen. De vestiging van een officiële priesterorde veranderde niets aan het plan van God. Het priesterschap was te vergelijken met de leken van vandaag, maar dan met speciale leiderschapskenmerken. Maar het hele volk moest nog steeds de boodschap van God naar de ongelovigen brengen. In het Nieuwe Testament hebben de gelovigen een gelijkwaardige bediening. Zij zijn ook priesters en moeten het Evangelie ook brengen: 1Petr. 2:9:
echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht:
De roeping van de gelovigen is dat zij getuige moeten zijn van God die hen uit de geestelijke duisternis gebracht heeft in het licht van Jezus Christus (Joh. 9:5). Gelovigen moeten wandelen overeenkomstig de roeping waarmee zij geroepen zijn (Ef. 4:1). Er is de roeping dat zij getuige van het Evangelie moeten zijn. Het is de roeping voor alle gelovigen. De oproep om een getuige van het Evangelie te zijn is niet gebaseerd op natuurlijke bekwaamheid of scholing. God gebruikt de leken juist opdat Hij alleen dan alle eer krijgt. 1Cor. 1:26-29: Ziet slechts, broeders, wat gij waart, toen gij geroepen werdt: niet vele wijzen naar het vlees, niet vele invloedrijken, niet vele aanzienlijken. Integendeel, wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen; en wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is, heeft God uitverkoren, dat, wat niets is, om aan hetgeen wèl iets is, zijn kracht te ontnemen, opdat geen vlees zou roemen voor God. Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing, opdat het zij, gelijk geschreven staat: Wie roemt, roeme in de Here.
41 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Het vermenigvuldigingsproces In de Bijbel openbaart God een speciaal proces dat de gelovigen in staat stelt hun roeping te vervullen. Vermenigvuldiging is het basisprincipe voor elke groei in de natuurlijke wereld. Groei vindt alleen plaats door iets aan wat anders toe te voegen. Levende cellen vermenigvuldigen zich. Dit betekent dat elke nieuwe geproduceerde cel in staat is om zich te reproduceren. Gods vermenigvuldigingsplan is vergelijkbaar is met dat van de levende cellen in de natuurlijke wereld. Paulus heeft dit samengevat toen hij deze woorden aan Timotheüs schreef: 2Tim. 2:2:
en wat gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan vertrouwde mensen, die bekwaam zullen zijn om ook anderen te onderrichten.
Paulus zei tegen Timotheüs dat hij vertrouwde mensen moest uitkiezen en aan hen moest toevertrouwen wat hem onderwezen was. Deze vertrouwde mensen hebben de bekwaamheid om anderen te onderwijzen. Door dit georganiseerde plan van reproductie zou het Evangelie door de wereld verspreid worden. Om in te zien hoe dit proces werkt, kun je naar het schema kijken dat hierna volgt. Het schema maakt gebruik van een periode van een jaar als de gemiddelde tijd die nodig is om iemand te bekeren tot het Evangelie en hem te trainen tot een reproductieve Christen. In werkelijkheid kan het iets meer of minder tijd in beslag nemen. Dat is afhankelijk van de personen die erbij betrokken zijn. Daarom kunnen we geen exact tijdsbestek geven. Maar een gelovige zou per jaar één persoon kunnen bereiken en deze tot discipel maken. Elke discipel zou hetzelfde kunnen doen. Op die manier zou de hele wereld gemakkelijk bereikt kunnen worden met het Evangelie. In het schema zie je dat de gelovige het eerste jaar één discipel maakt. (over iemand tot een discipel maken wordt later in deze cursus gesproken.) Aan het eind van dat jaar zijn er twee gelovigen. Ze maken ieder één discipel. En dan zijn er vier gelovigen aan het eind van het tweede jaar, die elk weer één discipel maken enz. Jaar: 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
Gelovige(n): 65.536 32.768 16.384 8.192 4.096 2.048 1.024 512 256 128 64 32 16 8 4 2 1
Discipel(en): 65.536 32.768 16.384 8.192 4.096 2.048 1.024 512 256 128 64 32 16 8 4 2 1 42 van 163
Totaal: = = = = = = = = = = = = = = = = =
131.072 65.536 32.768 16.384 8.192 4.096 2.048 1.024 512 256 128 64 32 16 8 4 2
Vermenigvuldigingsmethoden
Gods Goddelijke strategie van vermenigvuldiging en mobilisatie Neem een gemiddelde kerk met ca. 100 leden. Begin het schema hierboven niet met 1, maar met 100 gelovigen die elk één persoon tot reproductieve discipel maken. In werkelijkheid zijn er veel meer dan 100 gelovigen in de wereld. Wanneer deze allemaal zouden doen aan vermenigvuldiging, zou de wereld binnen de kortste keren alleen uit echte Christenen bestaan. De vermenigvuldiging neemt namelijk sneller toe dan het aantal leden dat nieuw bij de gemeente komt. Hier volgt nog eens het schema van toevoeging: Toevoeging:
1+1+1+1+1… voortdurende groei, één voor één
En nu het schema van vermenigvuldiging. In dit proces vermenigvuldigt iedere persoon zich en ‘1 + 1’ heeft dan meer dan twee als resultaat: Vermenigvuldiging:
1x1x1x1x1… Je gaat door met vermenigvuldiging x x x x x 1 1 1 1 1… Iedereen de je bereikt vermenigvuldigt zich x x x x x 1 1 1 1 1 ......... ......... ......... d d d d d… Iedereen bereikt en andere en zij vermenigvuldigen zich o o o o o o o o o o r r r r r g g g g g a a a a a a a a a a n n n n n
Het proces in de vroege kerk Het schema dat hierna volgt toont de eerste stappen in evangelisatie door vermenigvuldiging . We gaan uit van Andreas en Petrus, enkele van de eerste discipelen van Jezus.
43 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Andreas & Petrus Pinksteren 1. 2. 3. 4. 5.
anderen anderen
anderen
Andreas en Petrus werden geroepen door Jezus Petrus deelde het Evangelie op de Pinksterdag in Jeruzalem Petrus gaat door met het delen van het Evangelie aan anderen die reproductief worden Duizenden gelovigen worden vanuit Jeruzalem verstrooid en brengen het Evangelie Iedere bereikte persoon wordt reproductief en het proces gaat door
Het volgende schema toont de eerste stappen van evangelisatie door de apostel Paulus: Ananias
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Paulus Timotheüs Vertrouwde mensen Anderen
anderen
anderen
anderen
anderen
Ananias wordt door God gebruikt om Paulus te activeren Paulus maakt Timotheüs tot discipel (en anderen) Timotheüs maakt vertrouwde mensen tot discipel, die anderen kunnen onderwijzen Vertrouwde mensen bereiken anderen Deze ‘anderen’ gaan verder met het vermenigvuldigingsproces Elke persoon in het netwerk gaat verder met vermenigvuldiging
Gewone mensen De Bijbel vertelt ons heel weinig over Ananias, die hierboven in het schema genoemd wordt. Hij was geen bekende persoonlijkheid, maar hij werd wel door God gebruikt om de apostel Paulus te activeren. Andreas was een heel gewone ongeschoolde visser, en dat was Petrus ook. Maar kijk eens naar de keten van geestelijke vermenigvuldiging, waar zij aan het begin n staan. Misschien ben je helemaal geen bekende persoonlijkheid. Misschien val je zelfs niet op in je woonomgeving of in je kerk. Misschien ben je een heel gewoon iemand die gewoon werk doet. Toch kan God jou gebruiken om discipelen te vermenigvuldigen. Lees het verhaal over de lamme man (Hand. 4). Toen Petrus en Johannes voor de raad moesten verschijnen, was het duidelijk dat zij heel gewone, ongeschoolde mensen waren: Hand. 4:13-14: Toen zij nu de vrijmoedigheid van Petrus en Johannes zagen en bemerkt hadden, dat zij ongeletterde en eenvoudige mensen uit het volk waren, verwonderden zij zich, en zij herkenden hen, dat zij met Jezus geweest waren; en daar zij de genezene bij hen zagen staan, konden zij er niets tegen inbrengen.
Deze ‘gewone’ mensen hadden nieuw leven ontvangen door Jezus Christus. Het leven in hen had geestelijke reproductie tot gevolg. Jezus gaf de verantwoordelijkheid voor de verspreiding 44 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
van het Evangelie aan de leken. Hij haalde vissers uit hun boten en maakte er vissers van mensen van. Hij geloofde dat gewone mensen heel bijzonder konden worden wanneer zij bekrachtigd zouden worden met de Heilige Geest. Gideon was een boer. Paulus was een tentenmaker. Mozes was een herder. Lukas was een dokter en Jozef een staatsman. Wat je beroep of opleiding ook is, God kan je gebruiken in Zijn plan. Waar je bent en wie je bent is niet belangrijk. Wat je doet op de plak waar God je geplaatst heeft is van belang. De sleutel tot effectieve geestelijke vermenigvuldiging is Gods kind te zijn op Gods plaats en dan Gods werk op Gods manier te doen. Hoe je begint Het Nieuwe Testament toont dat de verspreiding van het Evangelie het snelst ging via sociale netwerken. Hiermee bedoelen dat jij het Evangelie het makkelijkst kunt verspreiden in je eigen groep vrienden, verwanten en collega’s. Een voorbeeld: Jezus riep een visser, Andreas. Andreas deelde het Evangelie met een verwant: Petrus. Samen deelden ze het Evangelie met andere vissers, hun collega’s. Het duurde niet lang voor een hele groep vissers volgeling van Jezus was. In het dagelijkse leven en werk zijn de leken niet zomaar stukjes van de kerk die verstrooid zijn over de hele gemeenschap en die zo af en toe samenkomen om te aanbidden en om gemeenschap met elkaar te hebben. Leken zijn ambassadeurs van het Koninkrijk, voor hun vrienden, bekenden, verwanten en voor hun collega’s. De wereld van werk, school, familie en leefgemeenschap is jouw werkgebied. Lees het verhaal van de rijke man die naar de hel ging (Luk. 16:19-31). Deze man wilde terugkeren naar de aarde om het Evangelie te delen met zijn familie, maar hij was te laat. Wacht niet tot het te laat is om het Evangelie te delen met hen die tot je sociale netwerk behoren. Gaven van de Geest en vermenigvuldiging Het echte bewijs voor de doop in de Geest is een krachtige getuige van het Evangelie worden. De kracht van de Heilige Geest stelt de gelovige in staat zich geestelijk te vermenigvuldigen (Hand. 1:8). Een manier waarop de Heilige Geest de gelovigen bekrachtigt vindt plaats door middel van de gaven van de Geest. Elke gelovige ontvangt gaven van de Geest die het hem mogelijk maken om anderen te dienen. Deze gaven zijn bovennatuurlijke bekwaamheden die door de Heilige Geest aan je gegeven worden. Wanneer je niet weet welke gaven de Geest aan jou heeft gegeven, kun je ‘de bediening van de Heilige Geest’ doornemen. Daarin worden de gaven van de Geest besproken.
45 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Een modern voorbeeld Niets kan Gods plan van vermenigvuldiging, door middel van het getuigenis van individuele gelovigen, verslaan. Hier is een modern voorbeeld: Na jaren zendingswerk in China, werden de zendelingen uit het land verwijderd. De kerk telde toen minder dan een miljoen leden. Voorgangers werden gevangen genomen, Bijbels werden verbrand en kerken werden gesloten. Maar dertig jaar daarna, toen er weer wat openheid in China was en verslagen tot beschikking kwamen, werd het aantal gelovigen geschat tussen de 10 en 50 miljoen. Hoewel de kerken gesloten werden en de voorgangers in de gevangenis terecht kwamen, bleven gewone gelovigen zich geestelijk reproduceren, Niets kan Gods plan voor de verspreiding van het Evangelie tegenhouden. Groei van het Koninkrijk Elke gelovige moet reproductief worden. Maar gewone vermenigvuldiging van gelovigen, op zich, is niet genoeg. Gelovigen moeten een functioneel deel worden van de Kerk, die het gezamenlijk lichaam is waarin alle gelovigen verenigd zijn. De Kerk moet zich ook vermenigvuldigen. De kerk moet intern geestelijk groeien en vooruitgaan naar expansie (numerieke groei), uitbreiding (dochtergemeenten) en overbrugging (dochtergemeenten in andere culturen). Je hebt geleerd dat het jouw persoonlijke verantwoordelijkheid is om je persoonlijk te vermenigvuldigen. In de volgende hoofdstukken leer jij hoe gezamenlijke vermenigvuldiging plaatsvindt binnen de context van de plaatselijke kerk.
46 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Definieer de term ‘getuige’. ___________________________________________________________________________ 3. Definieer de term ‘leken’. ___________________________________________________________________________ 4. Definieer ‘geestelijkheid’. ___________________________________________________________________________ 5. Leg uit wat er bedoeld wordt met de ‘roeping van de leken’. ___________________________________________________________________________ 6. Wat is Gods vermenigvuldigingsplan voor de verspreiding van het Evangelie? ___________________________________________________________________________ 7. Welke twee Nieuw Testamentische personen kun je noemen als voorbeeld van geestelijke vermenigvuldiging? ___________________________________________________________________________ 8. Wat is de beste manier om te beginnen met geestelijke vermenigvuldiging? ___________________________________________________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt u achter in dit boek) 47 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Vervolgstudie 1. In het vorige hoofdstuk bestudeerde je de gelijkenissen over vermenigvuldiging. Bekijk de volgende gelijkenissen nog eens. In deze gelijkenissen was elk individu verantwoordelijk om getrouw te vermenigvuldiging: • • • • •
De talenten: De man op de lange reis: De slaven: Waakzame knechten: De getrouwe beheerder:
Math. 25:14-30; Luk. 19:11-27 Mark. 13:34-37 Math. 24:43-52; Luk. 12:39-46 Luk. 12:36-38 Math. 25:14-20
2. Lees het gesprek tussen Jezus en Petrus (Joh. 21:15-22). In Hand. 10:22 lezen we wat Jezus tegen Paulus zei, tijdens zijn bekering. Jouw zorg moet niet zijn of anderen al dan niet hun verantwoordelijkheid vervullen ten aanzien van de verspreiding van het Evangelie. Je moet niet, net als Petrus vragen: “Wat zal er met deze gebeuren?”(Joh. 21:21). Je moet zijn als Paulus en je afvragen wat God wil dat er met jou gebeurt.
48 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
5. Een inleiding op kerkgroei Doelen Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • De enige echte Kerk herkennen • Uitleggen hoe een kerk begint • Beelden noemen die de Bijbel voor de kerk gebruikt • Bijbelse doelen van de kerk opnoemen • Vier soorten kerkgroei opnoemen • Een samenvatting geven van de bedieningen van de Heilige Geest ten aanzien van kerkgroei. Sleutelvers Math. 16:18:
En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen.
Inleiding In het vorige hoofdstuk leerde je over de verantwoordelijkheid van elke gelovige om zich te vermenigvuldigen door het delen van de boodschap van het Evangelie. God heeft een speciaal plan voor nieuwe gelovigen die uit dit proces voortkomen. Zij moeten deel uit gaan maken van een gemeenschap van gelovigen, de Kerk. Als nieuwe gelovigen zijn zij opnieuw geboren in het Koninkrijk van God. De kerk neemt toe. Dit hoofdstuk geeft een inleiding op Gods plan voor de kerk als centrum van geestelijke vermenigvuldiging. De volgende vier hoofdstukken gaan over specifieke vormen van kerkgroei. De Kerk Wanneer wij over de ‘Kerk’ spreken, Hebben we het niet over een organisatie die door mensen is opgezet. We hebben het ook niet over een denominatie (kerkelijke richting of stroming). Het is geen product uit de geschiedenis en ook geen resultaat van door de mens bedachte plannen. Het woord ‘kerk’ omvat eigenlijk ‘hen die eruit geroepen zijn (uit de wereld)’. Wanneer wij het over de Kerk hebben, bedoelen wij de wereldwijde gemeenschap van alle echte gelovigen die uit de wereld geroepen zijn om deel uit te maken van het Koninkrijk van God. In het belang van de bediening wordt deze wereldwijde gemeenschap van gelovigen onderverdeeld in plaatselijke groepen van gelovigen. Deze plaatselijke groepen worden ook ‘kerk’ genoemd. Sommige van deze plaatselijke groepen blijven onafhankelijk. Anderen vormen een organisatie zoals: Protestantse Kerken in Nederland, Vergadering der gelovigen, Broederschap der Pinkstergemeenten, etc. Je wordt geen lid van de echte Kerk door je bij een organisatie aan te sluiten. Je wordt lid van de echte kerk door opnieuw geboren te worden in het Koninkrijk van God. Dit doe je door je 49 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
zonden te belijden en je te bekeren. Ook neem je Jezus Christus aan als je persoonlijke Redder. Nadat je een gelovige bent geworden is het Gods plan dat je deel uit gaat maken van een plaatselijke gemeenschap van gelovigen die bij de echte Kerk hoort. Hoe de Kerk begon In het Oude Testament was het volk Israël uitgekozen door God. Hij wilde Zich door hen heen openbaren aan alle volkeren in de wereld. Steeds opnieuw schoot Israël tekort in haar verantwoordelijkheid ten aanzien van dit. In het Nieuwe Testament kwam Jezus naar de aarde. Israël verwierp Hem als de Messias. Daarom nam God een andere groep mensen waardoor Hij Zich kon openbaren aan de wereld. Die groep wordt de Kerk genoemd. De eerste keer dat de ‘Kerk’ genoemd wordt is bij de uitleg van Jezus over hoe de Kerk gebouwd zal worden: Math. 16:18:
En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen.
In deze tekst openbaart Jezus dat Petrus één van de stenen in het fundament van de eerste kerk zal zijn. Dit betekent dat hij een belangrijke rol zal spelen in haar groei en ontwikkeling. De naam ‘Petrus’ betekent eigenlijk: ‘steentje, kiezelsteen’. Jezus zei over Zichzelf: “… op deze Petra (= rots) zal Ik Mijn gemeente bouwen”. Hij gaf daarmee aan dat de Kerk op Hem gevestigd zou worden. Hij zou DE Rots zijn waar de kerk op gebouwd zou worden. Er zouden heel veel minder belangrijke stenen zijn (mensen als Petrus). In feite is elke gelovige geroepen om ‘een levende steen’ te zijn in het bouwwerk van de Kerk: 1Petr. 2:5:
en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die Gode welgevallig zijn door Jezus Christus.
Het fundament van deze ‘levende stenen’ is de ‘Rots’. Die Rots is Jezus Christus en het geeft ook meteen aan wat de grens van de Kerk is. Een Kerk is geen echte Kerk wanneer zij niet gebouwd is op de Heer Jezus Christus. Door de jaren heen zijn er verschillende kerkelijke denominaties (stromingen, richtingen) gevormd in het belang van de organisatie en de bediening. Wanneer deze echte kerken zijn die gebaseerd zijn op Christus, maken zij allemaal deel uit van de wereldwijde gemeenschap van gelovigen: Ef. 4:4-6:
een lichaam en een Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping, een Here, een geloof, een doop, een God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen.
Jezus zei dat de ‘poorten van de hel’ de echte Kerk niet zouden overweldigen. Hieruit kun je halen dat de echte Kerk grote tegenstand van satan kan verwachten, maar dat zij niet door hem verslagen zal worden.
50 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
In Handelingen zien wij de eerste tegenstand tegen de echte Kerk (Hand. 8). Door heel de geschiedenis heen, tot nu toe, heeft de Kerk veel tegenstand ondervonden. Maar Zij bestaat nog steeds en houdt niet op te bestaan. Zij zal de doelen van God vervullen. Hoe de Kerk beschreven wordt In de Bijbel worden verschillende beelden gebruikt om de Kerk te beschrijven. Deze beelden openbare veel over de structuur en het doel van de Kerk. Zoek elk van de volgende teksten op in je Bijbel. De Kerk wordt beschreven als: • • • • • • • • • • • • •
Eén nieuwe mens: Ef. 2:14-15 Het Lichaam van Christus: Ef. 1:22-23; 5:30; 1Cor. 12:27 Tempel of gebouw van God: Ef. 2:21-22; 1Cor. 3:9,16: 1Tim. 3:15; 1Petr. 2:5 Een koninklijke priesterschap: 1Petr. 2:5, 9; Openb. 1:6; 5:10 De Bruid van Christus: 2Cor. 11:2; Math. 25:6; Ef. 5:22-32 Huisgenoten van God: Ef. 2:19 De kudde van God: Joh. 10:1-29; 1Petr. 5:3-4; Hebr. 13:20; Hand. 20:28 De gemeente van God: Hand. 20:28; 1Cor. 1:2; 10:32; 11:22; 15:9; 1Tim. 3:5; 1Thess. 2:14 De gemeente van de levende God: 1Tim. 3:15 De gemeente van Christus: Rom. 16:16 De vergadering der eerstgeborenen: Hebr. 12:23 De gemeente der heiligen: 1Cor. 14:34 Volk van God: Hebr. 4:9; 1Petr. 2:9-10
Bijbelse doelen voor de Kerk Er worden veel doelen voor de Kerk geopenbaard in de Bijbel. Haar leden moeten betrokken zijn in: De aanbidding van God: Het belangrijkste doel waartoe de mens geschapen werd is de aanbidding van God. Aanbidding is het hoofddoel van de Kerk. Bestudeer: 1Petr. 2:5, 9; 1Cor. 14:26-27; Joh. 4:2324; Ef. 2:19-22. Dienen in het Lichaam: Leden van de Kerk moeten elkaar dienen en elkaar helpen bij hun noden: • • •
Materiële noden: Hand. 11:27-30; 6:1-6 Alles met anderen delen: Hand. 2:44; 4:32, 34, 37 Oog hebben voor geestelijke noden binnen het Lichaam van Christus: Joh. 15:1-7; Rom. 15:1-15; 1Cor. 3:9; Gal. 6:1; Col. 2:16-23; 1Thess. 2:7-16.
Gemeenschap: • De gemeenschap van de kerk is gebaseerd op eenheid in Christus: Ef. 4:4-6 • De kerk wordt één gemaakt in Christus: Ef. 2:11-18. Elk lid is gelijk voor de Heer: Ef. 2:19-20 • De kerk hoort gemeenschap te hebben in het Woord, gebed en in handelen: Hand. 2:41-47; 4:24, 32-33; Ef. 2:20-22; 1Joh. 51 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
• • • • • • • • •
Haar gemeenschap moet verenigd zijn in één doel, denken, ziel en hart: Hand. 1:14; 2:46; 4:24, 32; 5:12; 15:25 Zij erkenden dat zij in Christus een eenheid vormden: Hand. 15:1; Rom. 15:26-27 Ze spraken regelmatig met elkaar: Rom. 16:16; 1Cor. 16:19-20; Fil. 4:23 Ze hielpen elkaar: Rom. 15:26; 1Cor. 16:1-3 Zij ondersteunden het werk van de apostelen in andere gebieden: Fil. 4:15-16 Zij deelden de brieven van de apostelen: Col. 4:16 Zij stuurden vertegenwoordigers naar elkaar: Hand. 11:22-23, 27; 15:1-2; 1Cor. 16:3-4 Zij bemoedigden elkaar als voorbeelden van geloof: 2Cor. 1:24; 9:2; 1Thess. 1:7-10; 2:14 Ze werkten samen voor de algemene zaak van het Evangelie: 1Thess. 1:8
Zending: De Kerk heeft ook een opdracht: zending. Zij dient dus niet allen voor gemeenschap en aanbiddingbijeenkomsten. Het doel van zowel Israël in het Oude Testament, als de kerk in het Nieuwe Testament is: God openbaren aan de wereld. In het Oude Testament moest Israël een getuige zijn voor de heidense volkeren om haar heen. De strategie van God was dat de volkeren zouden komen en Zijn kracht zouden zien in Israël. In het Nieuwe Testament is Gods strategie anders. Zijn plan voor de Kerk was dat zij naar de volkeren toe zouden gaan om van Hem te getuigen. De werkelijke missie van de Kerk is samengevat: Ef. 3:10-11:
opdat thans door middel van de gemeente aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten de veelkleurige wijsheid Gods bekend zou worden, naar het eeuwige voornemen, dat Hij in Christus Jezus, onze Here, heeft uitgevoerd,
Ef. 1:9-10:
door ons het geheimenis van zijn wil te doen kennen, in overeenstemming met het welbehagen, dat Hij Zich in Hem had voorgenomen, om, ter voorbereiding van de volheid der tijden, al wat in de hemelen en op de aarde is onder een hoofd, dat is Christus, samen te vatten
De zending van de Kerk is, samengevat, het volgende: 1. De Kerk moet Jezus Christus aan de wereld presenteren als Heer en Redder. De Kerk moet mensen in de juiste relatie met Christus brengen zodat zij vergeving van zonden ontvangen en een nieuw leven. 2. Door de doop in water, onderwijs en prediking moet de kerk de gelovigen in de leer, de principes en de praktijk van het Christelijke leven verankeren. Zij moet bekeerlingen onderwijzen in ‘al wat Jezus bevolen heeft’. 3. De Kerk moet nieuwe gelovigen organiseren in functionerende plaatselijke gemeenschappen. 4. Deze nieuw gevestigde kerk moet dan het proces herhalen om nieuwe gelovigen te winnen en nieuwe gemeenschappen op te starten.
52 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Bestudeer meer over de zending van de kerk, door gebruik te maken van de volgende teksten: • • •
Het Evangelie verspreiden in de wereld: Math. 5:13-14; 28:18-20; Mark. 16:15-16; Luk. 24:45-49; Joh. 20:19-23; Hand. 1:8 Dienen als zout der aarde en licht der wereld: Math. 5:13-16; Fil. 2:14-16: 1Joh. 4:1 Nieuwe bekeerlingen tot discipelen maken: Math. 28:19-20; Acts 20:27-28; Ef. 4:11-16; 1Petr. 5:1-3
Soorten kerkgroei Wanneer de Kerk haar Bijbelse doelen vervult, heeft dat 4 soorten groei tot gevolg: Interne kerkgroei: Wanneer we hierover spreken, hebben we het over de geestelijke groei en ontwikkeling van de leden binnen de kerk. Expansieve groei: Expansie is groei die voorkomt wanneer gelovigen nieuwe bekeerlingen voor Christus winnen en ze binnen de gemeenschap van hun eigen kerk brengen. Dit heeft de numerieke groei van de plaatselijke kerk tot gevolg. Kerkelijke uitbreiding: Uitbreiding vindt plaats wanneer een kerk en andere kerk begint in dezelfde cultuur. De nieuwe kerk is een uitbreiding van de ‘moederkerk’, net als een kind in de natuurlijke wereld een tastbare uitbreiding is van de ouders. Het verslag van uitbreiding in Handelingen Overbruggingsgroei: Deze groei vindt plaats wanneer een kerk uitbreidt en daarmee de nationale, taal- en etnische kloven overbrugt om een kerk in een andere cultuur te planten. De term ‘overbrugging’ wordt gebruikt wanneer er tijdens het proces van kerkplanten een of meerdere kloven overbrugt dienen te worden. Hier zie je een schema van elke soort van kerkgroei: Interne kerkgroei:
Expansieve groei:
Kerkelijke uitbreiding:
Overbruggingsgroei:
Je bestudeert elke soort kerkgroei, die hier genoemd wordt, in één van de volgende vier hoofdstukken die gaan over de vermenigvuldiging van de plaatselijke kerk. De Heilige Geest en kerkgroei De Heilige Geest is de geestelijke kracht achter elke soort kerkgroei:
53 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
Hand. 1:8:
Dit vers toont aan dat de Heilige Geest het volgende mogelijk maakt: • • • •
Interne groei: De discipelen ontvingen een nieuwe geestelijke ervaring bij deze bijzondere uitstorting van de Heilige Geest. Dit zou hen in staat stellen om krachtige getuigen voor het Evangelie te zijn. Expansieve groei: De kerk nam toe in aantal leden, in Jeruzalem Kerkelijke uitbreiding: De kerk breidde zich uit door het planten van nieuwe kerken in een overeenkomstige cultuur (Judea). Overbruggingsgroei: De kerk overbrugde culturele kloven zoals die in Samaria en ‘tot het uiterste der aarde’.
De Bijbel zegt dat de Heilige Geest veel bedieningen heeft. Hij was actief bij de schepping van de wereld. Hij was de inspirerende kracht bij het schrijven van Gods Woord. Hij was actief in het aardse leven en de bediening van Jezus en Hij diende op veel manieren in het belang van de gelovigen. De Heilige Geest openbaart de waarheid van het Evangelie en trekt mensen naar de behoudenis toe. De Geest heeft zelfs een bediening ten aanzien van satan. Hij is de beteugelende geestelijke kracht die de macht van satan beperkt (Jes. 49:19). Elk van Zijn bedieningen wordt uitgebreid besproken in de cursus: ‘De bediening van de Heilige Geest’. De Heilige Geest heeft ook specifieke taken die invloed hebben op de groei en de ontwikkeling van de Kerk: De Heilige Geest formeerde de Kerk: Op de Pinksterdag formeerde de Heilige Geest de Kerk (Hand. 2:1-41). De Bijbel zegt dat de Kerk de woonplaats van God is die gebouwd is door de Heilige Geest: Ef. 2:19-22:
Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest.
De Heilige Geest inspireert de aanbidding: De aanbidding van de Kerk hoort onder inspiratie van de Heilige Geest plaats te vinden: Joh. 4:23-24:
maar de ure komt en is nu, dat de waarachtige aanbidders de Vader aanbidden zullen in geest en in waarheid; want de Vader zoekt zulke aanbidders God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid
Fil. 3:3:
Want wij zijn de besnijdenis, die door de Geest Gods Hem dienen, die in Christus Jezus roemen en niet op vlees vertrouwen.
De Heilige Geest leidt de zendingsactiviteiten: Dit wordt duidelijk in het verslag van de zendingsactiviteiten van de eerste kerk: Hand. 8:29:
En de Geest zeide tot Filippus: Treed toe en voeg u bij deze wagen. 54 van 163
Hand. 16:6-7, 10:
Hand. 13:2-3:
Vermenigvuldigingsmethoden En zij gingen door het Frygisch-Galatische land, maar werden door de Heilige Geest verhinderd het woord in Asia te spreken; en bij Mysië gekomen, poogden zij naar Bitynië te reizen, maar de Geest van Jezus liet het hun niet toe… Toen hij het gezicht gezien had, zochten wij dadelijk gelegenheid om naar Macedonië te vertrekken, daar wij eruit opmaakten, dat God ons had geroepen om hun het evangelie te verkondigen.
En terwijl zij vastten bij de dienst des Heren, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk, waartoe Ik hen geroepen heb. Toen vastten en baden zij, en legden hun de handen op en lieten hen gaan.
De Geest kiest de dienaren: Sommige denominaties benoemen of kiezen dienaren die dienen in de Kerk. Veel naar een hogeschool of seminarie om opgeleid te worden tot geestelijke. Maar de Bijbel zegt dat dienaren geroepen en uitgekozen worden door de Heilige Geest: Hand. 20:28:
Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de Heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich door het bloed van zijn Eigene verworven heeft.
De Geest zalft de predikers: 1Cor. 2:4:
mijn spreken en mijn prediking kwam ook niet met meeslepende woorden van wijsheid, maar met betoon van geest en kracht
De Geest leidt bij het nemen van besluiten: Hand. 15 geeft het verslag van een speciale bijeenkomst van leiders. Zij bespreken de verschillende problemen in de Kerk. Hun uiteindelijke besluit werd geleid door de Heilige Geest: Hand. 15:28:
Want het heeft de Heilige Geest en ons goed gedacht, u verder geen last op te leggen dan dit noodzakelijke
De Heilige Geest doopt de Kerk met kracht: Hand. 2:1-4:
En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren; en er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.
Deze doop was de machtige kracht achter de interne en expansieve groei, kerkelijke uitbreiding en overbruggingsgroei van de kerk die in de rest van Handelingen beschreven wordt.
55 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ 2. Wie maakt er deel uit van de echte Kerk? ___________________________________________________________________________ 3. Hoe begon de Kerk? ___________________________________________________________________________ 4. Er werden verschillende beelden gebruikt in de Bijbel om de Kerk te beschrijven. Noem de laatste drie die in deze les beschreven werden. ___________________________________________________________________________ 5. Wat zijn de vier doelen van de Kerk, die in deze les besproken werden? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 6. Noem en beschrijf in het kort de vier soorten kerkgroei. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 7. Dit hoofdstuk noemde 7 doelen van de Heilige Geest in relatie tot kerkgroei. Noem ze. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt u achter in dit boek) 56 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Vervolgstudie 1. Hier zijn enkele richtlijnen voor het herkennen van de echte Kerk. De echte Kerk is: • • • •
Leerstellig juist: Al het onderwijs is gebaseerd op het Woord van God Samengesteld uit wedergeboren leden: De levens van haar leden zijn veranderd door de kracht van God Vol aanbidding: Zij aanbidt de enige echte God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest Evangeliserend: Zij is actief betrokken bij de opdracht om de hele wereld te bereiken met het Evangelie van Jezus Christus
2. Hier zijn enkele richtlijnen voor het herkennen van een valse kerk. Die kerk is: • • • •
Leerstellig afwijkend: Zij legt nadruk op bepaalde delen van Gods Woord en sluit andere delen uit. Zij neemt Gods Woord niet zoals het er staat. Zij accepteren onderwijs van mensen, dat het Woord van God tegenspreekt. Verdelend: Er zal veel verdeeldheid in de kerk zijn en over het algemeen wordt er ook gepoogd om verdeeldheid in het Lichaam van Christus aan te brengen (zie Rom. 16:17-18; Hand. 20:29-30; Ef. 4). Controlerend: Er worden pogingen ondernomen om de levens en het handelen van de leden op een dominerende manier te controleren. Niet wedergeboren leden: Mensen blijven voortleven in hun zondige levensstijl.
57 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
6. Interne groei Doelen Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • Uitleggen wat er bedoeld wordt met ‘interne’ kerkgroei • Een definitie geven voor ‘geestelijke groei’ • Bewijzen voor geestelijke groei opnoemen • De bediening van de Heilige Geest ten aanzien van interne kerkgroei uitleggen • Voorwaarden voor groei in de natuurlijke wereld opnoemen, die overeenkomen met de voorwaarden voor groei in de geestelijke wereld Sleutelvers Col. 2:19:
terwijl hij zich niet houdt aan het hoofd, waaruit het gehele lichaam, door pezen en banden ondersteund en samengehouden, zijn goddelijke wasdom ontvangt.
Inleiding In het vorige hoofdstuk leerde je vier soorten kerkgroei in Gods plan voor vermenigvuldiging van de kerk. De Kerk moet zich vermenigvuldigen door interne en expansieve groei, door kerkelijke uitbreiding en door overbruggingsgroei. Deze les richt zich op de interne groei. Interne groei We spreken over interne groei van de Kerk, wanneer we het over de geestelijke groei en de ontwikkeling van haar leden hebben. De geestelijke groei van de Kerk is in verhouding met de geestelijke groei van haar individuele leden. De kerk moet niet alleen in aantal groeien, door uitbreiding, expansie en overbrugging. Zij dient ook in kwaliteit te groeien. Groei in kwaliteit is interne, geestelijke groei. Paulus had het hierover toen hij een vergelijking maakte met de interne groei in het natuurlijke lichaam. Col. 2:19:
terwijl hij zich niet houdt aan het hoofd, waaruit het gehele lichaam, door pezen en banden ondersteund en samengehouden, zijn goddelijke wasdom ontvangt.
‘De goddelijke wasdom’ verwijst naar geestelijke groei. Wanneer de leden geestelijk groeien, heeft de Kerk te maken met interne groei. Het gehele Lichaam wordt verzorgd en neemt toe in het werkelijk kennen van God. Geestelijke groei is een toename in geestelijke volwassenheid, wat de ontwikkeling van het Leven van Christus in het leven van de gelovige tot gevolg heeft. Het is een groei in het kennen van Jezus: 2Petr. 3:18:
maar wast op in de genade en in de kennis van onze Here en Heiland, Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als tot de dag der eeuwigheid.
Het is groei naar Jezus toe: 58 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus.
Ef. 4:15:
Geestelijke groei houdt een afname van jezelf in en een toename van het leven van Christus in jou: Joh. 3:30:
Hij moet wassen, ik moet minder worden.
Geestelijke groei komt niet automatisch en is ook niet afhankelijk van de lengte van de tijd dat iemand een gelovige is. Het is het gevolg van de ontwikkeling van het leven van Christus in de gelovige. Bewijzen voor geestelijke groei omvatten: 1. 2. 3. 4. 5.
Een toename in geestelijke kennis. De juiste toepassing van die kennis in het leven en de bediening. Een dieper genoegen in geestelijke dingen. Een grotere liefde voor God en voor anderen. Ontwikkeling van geestelijke kwaliteiten, naar het beeld van Christus (Geestelijke vrucht). 6. Een toename in verlangen in de bekwaamheid om het Evangelie met anderen te delen. 7. Ontwikkelen en effectief gebruik van de gaven van de Geest. Groei is een natuurlijk gevolg van leven. Wanneer er geestelijke leven in een kerk is zal interne groei het gevolg zijn, evenals: uitbreiding, expansie en overbruggingsgroei. De Heilige Geest en interne groei Om het vorige hoofdstuk leerde over de bediening van de Heilige Geest voor de kerk. De Heilige Geest: • • • • • • •
Formeerde de Kerk’ Inspireert haar aanbidding Leidt haar zendingsactiviteiten Kiest haar dienaren Zalft haar predikers Leidt haar besluiten Doopt haar met kracht
Naast deze bedieningen in de Kerk heeft de Heilige Geest ook belangrijke taken ten aanzien van de interne groei van de kerk. Je moet dan denken aan: Overtuigen van zonden: Geestelijke groei wordt belemmerd door zonde. De Heilige Geest overtuigt van zonden: Joh. 16:8-11:
En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel; van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; van gerechtigheid, omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij niet langer ziet; van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is. 59 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Wanneer de Heilige Geest overtuigt van zonden kunnen we daarop reageren: 1Joh. 1:9:
Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
Wedergeboorte: ‘Wedergeboorte’ houdt verandering in. De Heilige Geest verandert de levens van de gelovigen. Zo’n verandering heeft interne groei tot gevolg: Tit. 3:5:
heeft Hij, niet om werken der gerechtigheid, die wij zouden gedaan hebben, doch naar zijn ontferming ons gered door het bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de Heilige Geest
Heiliging: Heiliging houdt in dat je apart gezet wordt voor God. Dit heeft geestelijke groei tot gevolg: 2Thess. 2:13:
Maar wij behoren God te allen tijde om u te danken, door de Here geliefde broeders, dat God u als eerstelingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid.
Inwoning: De Heilige Geest woont, of leeft, in het leven van de gelovigen. Het doel van deze inwoning is de nieuwe natuur versterken die men kreeg bij de redding: 1Cor. 6:19:
Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt?
1Cor. 3:16:
Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont?
2Cor. 5:17:
Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen.
Gal. 5:16-18:
Dit bedoel ik: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees. Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees – want deze staan tegenover elkander - zodat gij niet doet wat gij maar wenst. Indien gij u echter door de Geest laat leiden, dan zijt gij niet onder de wet.
Versterking: Kracht en groei hebben met elkaar te maken. Je wordt sterk (krachtig) wanneer je groeit. Het kost kracht om te groeien. Innerlijke groei vindt plaats door versterking door de Heilige Geest: Ef. 3:16:
opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens
Eenheid: Eenheid brengt in terne groei in de kerk: 1Cor. 6:17:
Maar die zich aan de Here hecht, is een geest met Hem.
1Cor. 12:12-13: Want gelijk het lichaam een is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, een lichaam vormen, zo ook Christus; want door een Geest zijn wij allen tot een lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met een Geest gedrenkt. 60 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Voorbede: De voorbede van de Heilige Geest bouwt de gelovigen geestelijk op: Rom. 8:26:
En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen.
Judas 20:
Maar gij, geliefden, bewaart uzelf in de liefde Gods, door uzelf op te bouwen in uw allerheiligst geloof en door te bidden in de Heilige Geest
Ef. 6:18:
En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen
Leiding: De Heilige Geest leidt gelovigen naar de waarheden van Gods Woord, waardoor geestelijke groei ontstaat: Joh. 16:13:
doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen.
Rom. 8:14:
Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods.
Openbaring: De Heilige Geest openbaart de waarheden uit Gods Woord, waardoor een gelovige geestelijk groeit: 1Cor. 2:10:
Want ons heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods.
Liefde: Mensen groeien geestelijk in een atmosfeer van liefde: Rom. 5:5:
en de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, die ons gegeven is
Veranderen naar het beeld: De Heilige Geest verandert gelovigen naar het beeld van Jezus: 2Cor. 3:18:
En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is.
Onderwijzen: We groeien geestelijk wanneer wij groeien in de kennis van God. De Heilige Geest onderwijst ons: 1Joh. 2:27:
En wat u betreft, de zalving, die gij van Hem ontvangen hebt, blijft op u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar, gelijk zijn zalving u leert over alle dingen, en waarachtig is en geen leugen, blijft in Hem, gelijk zij u geleerd heeft.
Zekerheid: Twijfel verhindert geestelijke groei. De Heilige Geest sluit twijfel uit door zekerheid van redding te geven: 61 van 163
Rom. 8:16: 1Joh. 3:24:
Vermenigvuldigingsmethoden Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. En wie zijn geboden bewaart, blijft in Hem en Hij in hem. En hieraan onderkennen wij, dat Hij in ons blijft: aan de Geest, die Hij ons gegeven heeft.
Vrijheid: Beperkingen gaan geestelijke groei tegen. De Heilige Geest maak vrij van zonden en van menselijke tradities: Rom. 8:2:
Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods.
2Cor. 3:17:
De Here nu is de Geest; en waar de Geest des Heren is, is vrijheid.
Troost: Depressie en ontmoediging gaan geestelijke groei tegen. De Heilige Geest biedt troost en bijstand: Hand. 9:31:
De gemeente dan door geheel Judea, Galilea en Samaria had vrede; zij werd opgebouwd en wandelde in de vreze des Heren, en zij nam in aantal toe door de bijstand van de Heilige Geest.
Joh. 14:16
En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn
Joh. 14:26:
maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb.
Versterken: Een van de taken van de Heilige Geest in het leven van Jezus was Hem opwekken uit de dood. Diezelfde Heilige Geest die Christus uit de dood opwekte woont in jou, Deze Geest kan je sterfelijke lichaam versterken (bekrachtigen, nieuw leven geven en opwekken): Rom. 8:11:
En indien de Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door zijn Geest, die in u woont.
Wanneer je geestelijk iet volwassen wordt, wordt je geestelijk ‘dood’. Het groeiproces houdt op. De Kracht van de Heilige Geest versterkt je zodat je opnieuw geestelijk levend bent. Kracht tonen: 1Cor. 2:4-5:
mijn spreken en mijn prediking kwam ook niet met meeslepende woorden van wijsheid, maar met betoon van geest en kracht, opdat uw geloof niet zou rusten op wijsheid van mensen, maar op kracht van God.
Door de demonstratie van de kracht van de Heilige Geest neemt je geloof toe. Voorzien van kracht om te getuigen: De kracht om te getuigen is het echte bewijs dat iemand gedoopt is met de Heilige Geest: Hand. 1:8:
maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde. 62 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Gelovigen die geestelijk volwassen zijn, zijn reproductieve getuigen van het Evangelie. Dopen: De kerk ervoer een innerlijke groei door de doop in de Heilige Geest: Hand. 2:4:
en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.
De doop in de Heilige Geest heeft de ontwikkeling van de gaven van de Geest tot gevolg. Ook heeft zij de ontwikkeling van de vrucht van de Geest in het leven van de gelovige tot gevolg. Geeft gaven van de Geest: Gaven van de Geest zijn belangrijk voor de interne groei van de Kerk omdat zij de gelovigen ‘opbouwen’. Die opbouw houdt ook de bevordering van de geestelijke groei in (Je leert meer over de gaven van de Geest in de volgende les.) Ontwikkeling van de vrucht van de Geest: De vrucht van de Geest os de aard van de Heilige Geest, geopenbaard in het leven van de gelovige. Het verwijst naar geestelijke kwaliteiten die zichtbaar dienen te zijn in het leven van elke gelovige. De vrucht van de Geest is het bewijs voor geestelijke groei. Net als vrucht in de natuurlijke wereld is het een product van het levensproces. Net als in de natuurlijke wereld heeft het tijd nodig om zich te ontwikkelen. Het is het product van de interne groei in het leven van de gelovige. Hier zie je de vrucht van de Geest omschreven: Gal. 5:22-23:
Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet.
God wil dat je groeit in: • Liefde: • Blijdschap: • • • • • • •
2
Diepe genegenheid, zorg en meelevendheid. Blij zijn, vreugde die niet afhankelijk is van de omstandigheden in het leven. Vrede: Stilte, kalmte, harmonie, afwezigheid van strijd, angst en zorgen. Lankmoedigheid: Geduld, vrolijk blijven in ondragelijke situaties, volharding Vriendelijkheid: Rustig, niet opdringerig, gewelddadig of luid, respectvol naar anderen. Goedheid: Handelen uit heiligheid en rechtvaardigheid Trouw: Een houding vol vertrouwen naar God toe Zachtmoedigheid: Kracht onder beheersing, onder controle Zelfbeheersing: Bescheiden in gevoelens, gedachten en handelingen2
Voor een gedetailleerde studie van de vrucht van de Geest kun je gebruik maken van de studie: ‘De bediening van de Heilige Geest.’ 63 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Voorwaarden voor groei In de natuurlijke wereld zijn er bepaalde voorwaarden nodig voor de groei en ontwikkeling van fruit. Deze natuurlijke voorwaarden zijn te vergelijken met de geestelijke factoren die nodig voor de groei van de vrucht van geestelijke volwassenheid. Hier zijn er een aantal: Leven: Groei is onmogelijk wanneer er geen leven is. De ontwikkeling van een vrucht begint met een zaadje. Er moet leven in het zaadje zijn, anders kan er geen groei plaatsvinden. In de gelijkenis van de zaaier is het ‘zaad’ het Woord van God. Groei komt door het zaad van het Woord: 1Petr. 2:2:
en verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat gij daardoor moogt opwassen tot zaligheid
Jezus was de zichtbare manifestatie van het Woord van God, het Zaad, en in Hem was leven: Joh. 1:4:
In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen
Joh. 5:26:
Want gelijk de Vader leven heeft in Zichzelf, heeft Hij ook de Zoon gegeven leven te hebben in Zichzelf.
Jezus kwam om een zaad van leven in ons te planten opdat wij geestelijk kunnen groeien: Joh. 10:10:
De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.
De juiste grond: Het zaad van het Woord van God moet de juiste grond hebben om zich goed te ontwikkelen. Lees de gelijkenis van de zaaier (Mark. 4). Alleen het zaad dat in goede grond viel bracht geestelijke groei. Mark. 4:20:
En dit zijn degenen, die in goede aarde gezaaid zijn: zij, die het woord horen en in zich opnemen en vrucht dragen, dertig- en zestig- en honderdvoud.
Je moet de ‘grond’ van je hart en je denken voorbereiden op de ontvangst van het zaad van het Woord van God. Water: Water is in de natuurlijke wereld noodzakelijk voor de groei. God beloofde: Jes. 44:3:
Want Ik zal water gieten op het dorstige en beken op het droge; Ik zal mijn Geest uitgieten op uw nakroost en mijn zegen op uw nakomelingen.
Dit uitgieten is een zalving van de Heilige Geest is, waarvan water een symbool is: Joh. 7:38:
Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.
Het water van de Heilige Geest zorgt ervoor dat het zaad van Gods Woord wortel schiet in de harten van hen die geestelijk dood zijn: 64 van 163
Job 14:7-9:
Vermenigvuldigingsmethoden Want voor een boom blijft er nog hoop; wordt die omgehouwen, hij loopt weer uit, en zijn nieuwe scheuten blijven niet achterwege. Wanneer zijn wortel in de aarde veroudert en zijn tronk in de grond afsterft, Dan bot hij weer uit, zodra hij water ruikt, en schiet twijgen als een jonge plant.
Licht: De reactie op licht veroorzaakt groei in de natuurlijke wereld. Geestelijke groei vindt plaats in reactie op geestelijke licht. Dat licht is Jezus: Joh. 1:4:
In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen
Joh. 8:12:
Wederom dan sprak Jezus tot hen en zeide: Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben
Lucht: Door natuurlijke planten wordt lucht uit zijn omgeving opgenomen. Lucht i noodzakelijk voor de groei. In de Bijbel wordt de Heilige Geest vergeleken met lucht, of wind: Joh. 3:8:
De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, vanwaar hij komt of waar hij heengaat; zo is een ieder, die uit de Geest geboren is.
De Heilige Geest ademt leven in het zaad van Gods Woord. Geestelijke groei en vruchtontwikkeling zijn het gevolg daarvan. Ruimte: In de gelijkenis van de zaaier heeft de strijd om de ruimte de dood van sommige planten tot gevolg: Math. 13:22:
De in de dorens gezaaide is hij, die het woord hoort, en de zorg van de wereld en het bedrog van de rijkdom verstikt het woord en hij wordt onvruchtbaar.
De strijd van de dingen in de wereld kan het zaad van het Woord van God verstikken en daarmee geestelijke groei voorkomen. Rust: Een rustperiode komt in elke ontwikkelingscyclus van planten in de natuurlijke wereld voor. Die periode van rust gaat vooraf een aan periode van snelle groei (meestal is dat hier de lente). Tijdens de rust zou je de indruk kunnen krijgen dat de plant dood is. Maar dat is niet zo. Het leven is nog steeds aanwezig, binnen in de plant. Soms kan her erop lijken dat iemand, of een kerk, niet geestelijk groeit. Maar het zaad van Gods Woord is op de juiste wijze gepland en de interne groei zal op de juiste tijd aan het licht komen (Ps. 1). Net als in de natuurlijke wereld, gaat een geestelijke rustperiode vooraf aan een periode van snelle groei en ontwikkeling. Wacht rustig en geduldig op het proces van interne groei, waardoor de geestelijke vrucht toeneemt: Jak. 5:7:
Hebt dus geduld, broeders, tot de komst des Heren! Zie, de landman wacht op de kostelijke vrucht des lands en heeft geduld, totdat de vroege en late regen erop gevallen is.
65 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Wortelstelsel: Wortels zijn nodig om de plant in de grond te verankeren en om de plant te voorzien van voeding. Ps. 1 vertelt je hoe je een wortelstelsel moet ontwikkelen in je geestelijke leven: Ps. 1:1-3:
Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; Maar aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. Want hij is als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt; al wat hij onderneemt, gelukt.
Dood: Elke keer dat je zaad in de grond stopt om het vrucht te laten dragen, moet het eerst sterven voor het tot leven komt: Joh. 12:24:
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, indien de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft zij op zichzelf; maar indien zij sterft, brengt zij veel vrucht voort.
1Cor. 15:36:
Dwaas! Wat gij zelf zaait, wordt niet levend, of het moet gestorven zijn
Geestelijk leven is afhankelijk van dood zijn voor de dingen in de wereld. Het vereist dood te zijn voor de zonde, wereldse verlangens en genoegens. Sterven voor de wereld heeft de ontwikkeling van de vrucht van het lijken op Christus tot gevolg, in je leven. Verbonden aan de wijnstok: Om vrucht te kunnen dragen in de natuurlijke wereld, moet een tak verbonden zijn met de hoofdplan. Wanneer de tak afgebroken is van de leven gevende wijnstok, zal zij geen vruchtdragen. Jezus is de Wijnstok en wij zijn de ranken. Om geestelijk vrucht te kunnen dragen moet we onze relatie met Hem onderhouden: Joh. 15:1-5:
Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de landman. Elke rank aan Mij, die geen vrucht draagt, neemt Hij weg, en elke die wel vrucht draagt, snoeit Hij, opdat zij meer vrucht drage. Gij zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb; blijft in Mij, gelijk Ik in u. Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet aan de wijnstok blijft, zo ook gij niet, indien gij in Mij niet blijft. Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.
Snoeien: Snoeien is in de natuurlijke wereld noodzakelijk om ervoor te zorgen dat een plant reproductief blijft en vruchtdraagt. Wanneer een boer een plant snoeit haalt hij alle niet reproductieve takken weg opdat de plant meer vrucht draagt. Hij haalt alles weg dat de groei van de plant belemmert. In de geestelijke wereld moet er ook gesnoeid worden. Geestelijk snoeien is correctie door God. De Bijbel noemt dat ook wel tuchtigen. Wanneer God ‘snoeit’ verwijdert Hij alles uit je leven wat je geestelijke groei belemmert. Het proces is nodig om ervoor te zorgen dat je geestelijk vruchtdraagt: Joh. 15:2:
Elke rank aan Mij, die geen vrucht draagt, neemt Hij weg, en elke die wel vrucht draagt, snoeit Hij, opdat zij meer vrucht drage. 66 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Soms ondervind je gen voordeel van het snoeien omdat je satan de schuld geeft terwijl God omstandigheden in je leven brengt om jou te corrigeren (snoeien). Het doel van Gods correctie is: Hos. 6:1:
Komt, laat ons wederkeren tot de Here! Want Hij heeft verscheurd, en zal ons helen; Hij heeft geslagen, en zal ons verbinden.
De tuchtiging, het snoeien, maakt dat je terugkeert naar God. Alleen door terug te keren naar Hem wordt je geestelijk reproductief en draag je de vrucht van de Heilige Geest. Klimaat: Klimaat is belangrijk bij de ontwikkeling van de vrucht. In de natuurlijke wereld zijn er veel soorten vruchten die zich in verschillende omgevingen ontwikkelen, die uitgebreid gecontroleerd worden. Ze worden gekweekt in de zogenaamde ‘broeikassen’, bij een bepaalde temperatuur en vochtigheidsgraad. Zij worden beschermd tegen de echte omgeving van de buitenwereld. Wanneer je een plant uit een broeikas buiten neerzet, zal deze snel sterven omdat het alleen in een uitgebalanceerde, gecontroleerde omgeving geleefd heeft. Het kan niet tegen de omgeving in de echte wereld. Geestelijke gezien wil je geen ‘broeikas’ Christenen, die er goed uitzien in een gecontroleerde omgeving en de verwelken in contact met de echte wereld.
67 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Wat bedoelen we wanneer we het hebben over de interne groei van de Kerk? ___________________________________________________________________________ 3. Wat is geestelijke groei? ___________________________________________________________________________ 4. Noem zeven bewijzen voor geestelijke groei. _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ 5. Noem de manieren waarop de Geest de geestelijke groei van de kerk beïnvloedt. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 6. Noem de natuurlijke groeivoorwaarden uit deze les, die ook van toepassing zijn op geestelijke groei. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt u achter in dit boek) 68 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Vervolgstudie 1. Wanneer een plant in de natuurlijke wereld bijna dood is, moet die weer tot leven gebracht worden. Wanneer een kerk bijna geestelijk door is, moet zij weer tot leven gebracht worden (opwekking). ‘Opwekken’ is: “het leven herwinnen en opnieuw floreren’. Bestudeer de volgende teksten: Een roep om opwekking: Ps. 85:6
Gods plan voor opwekking: 2Kron. 7:14
Bestudeer de volgende opwekkingen in het Oude Testament. Wat waren de factoren die opwekking brachten? Wat waren de resultaten van elke opwekking? Opwekking bij Sinaï: Opwekking onder Samuël: Opwekking op de Karmel: Opwekking in Nineve: Opwekking onder Asa: Opwekking onder Hizkia: Opwekking onder Josia: Opwekking na de ballingschap:
Ex. 32:1-35; 33:1-23 1Sam. 7:1-17 1Kon. 18:1-46 Jona 2Kron. 15 2Kron. 29:1-36; 30:1-27; 31:1-21 2Kron. 34:1-33; 35:1-19 Neh. 8:1-18
2. In het vorige hoofdstuk leerde je dat de Kerk vergeleken wordt met een geestelijk gebouw dat gebouwd wordt op het fundament van Jezus Christus. Interne geestelijke groei is het proces van het bouwen op dat fundament. Bestudeer het volgende schema: Groei door te bouwen Basisprincipes: A.
Wat bouw jij, geestelijke gezien? 1.
Je bouwt: 1Petr. 2:5:
2.
en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die Gode welgevallig zijn door Jezus Christus.
Je bouwt een eeuwige huis: 2Cor. 5:1: Want wij weten, dat, indien de aardse tent, waarin wij wonen, wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben, in de hemelen, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis.
3.
De Kerk is een gebouw: Ef. 2:20-22:
gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest.
69 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
B.
Er zijn twee personen betrokken bij het proces: 1.
2.
God: Hebr. 3:4:
Want elk huis wordt door iemand gebouwd, maar de bouwmeester van alles is God.
Ps. 127:1:
… Als de Here het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan; als de Here de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter.
Math. 16:18:
En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen.
De mens: De mens moet in eenheid met God bouwen: 1Cor. 3:9:
Want Gods medearbeiders zijn wij; Gods akker, Gods bouwwerk zijt gij.
Judas 20:
Maar gij, geliefden, bewaart uzelf in de liefde Gods, door uzelf op te bouwen in uw allerheiligst geloof en door te bidden in de Heilige Geest
Jes. 58:12:
En de uwen zullen de overoude puinhopen herbouwen, de grondvesten van vorige geslachten zult gij herstellen, en men zal u noemen: Hersteller van bressen, Herbouwer van straten.
Voor je begint met bouwen: Voor je begint met bouwen moet je: 1.
De kosten berekenen: Luk. 14:28-30: Want wie van u, die een toren wil bouwen, zet zich niet eerst neder om de kosten te berekenen, of hij het werk zal kunnen volbrengen? Anders zouden, als hij de fundering gemaakt had, en het werk niet kon voltooien, allen, die het zagen, beginnen hem te bespotten, zeggende: Die man begon te bouwen, maar hij kon het niet voltooien.
2.
Vastbesloten zijn: 2Kron. 2:1:
3.
Salomo beval een tempel te bouwen voor de naam des Heren en een koninklijk paleis voor zichzelf.
Het juiste motief hebben: 2Kron. 2:4:
Zie, ik ga een huis bouwen voor de naam van de Here, mijn God, om het Hem te heiligen, om voor zijn aangezicht te brengen welriekend reukwerk, bestendig toonbrood, en brandoffers des morgens en des avonds, op de sabbatten, op de nieuwe maanden en op de feesten van de Here, onze God. Dit is een altijddurende verplichting voor Israel.
70 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
4.
Je voorbereiden: Ezra 7:10:
Want Ezra had er zijn hart op gezet om de wet des Heren te onderzoeken en haar te volbrengen, en om in Israel inzetting en verordening te onderwijzen.
Luk. 12:47:
Die slaaf nu, die de wil van zijn heer kende en geen toebereidselen getroffen heeft, of niet gedaan heeft naar de wil van zijn heer, zal vele slagen ontvangen.
Hoe te bouwen: 1.
Bouw op het juiste fundament: Math. 7:24-27: Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots. En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op dat huis, en het viel niet in, want het was op de rots gegrondvest. En een ieder, die deze mijn woorden hoort en ze niet doet, zal gelijken op een dwaas man, die zijn huis bouwde op het zand. En de regen viel neer en de stromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat huis, en het viel in, en zijn val was groot.
Het juiste fundament is Jezus en Zijn Woord: Ef. 2:20:
…gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is.
Col. 2:7:
geworteld en dan opgebouwd wordend in Hem, bevestigd wordend in het geloof,zoals u geleerd is, overvloeiende in dankzegging.
Let erop hoe je op het fundament bouwt: 1Cor. 3:10-13: Naar de genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, waarop een ander voortbouwt. Maar ieder zie wel toe, hoe hij daarop bouwt. Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen. Is er iemand, die op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi, of stro, ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken.
2.
Bouw in overeenstemming met het plan: In elk Bijbels bouwproject werd een plan gegeven door God (Gen. 6; Ex. 25; 1Kron. 22). De mensen volgende het plan van God: Gen. 6:22: En Noach deed het; geheel zoals God het hem geboden had, deed hij.
Het plan was steeds anders, maar toch kan hetzelfde gezegd worden van Mozes, David, Salomo, Ezra en Nehemia. Ze deden allemaal zoals God hen geboden had. 1Kron. 28:19:
Alles staat in een geschrift, ontvangen uit de hand des Heren, waarin Hij mij onderrichtte aangaande de gehele uitvoering van het ontwerp. 71 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Wanneer je niet Gods plan volgt voor de bouw van je leven op basis van Gods Woord, heb je geen succes: Ps. 28:5
3.
Omdat zij niet letten op de daden des Heren noch op het werk zijner handen, zal Hij hen afbreken en hen niet opbouwen.
Bouw naar je vermogen: In de Oud Testamentische bouwprojecten gaven de mensen naar hun eigen vermogen: Ezra 2:69:
4.
Naar hun vermogen droegen zij bij tot de schat, benodigd voor het werk: aan goud eenenzestigduizend drachmen, aan zilver vijfduizend minen, en honderd priesteronderklederen.
Bouw volbereidheid: Wees bereid geestelijk te groeien: Ezra 2:68:
5.
Bouw in de kracht van de Heer: Ezra 7:28:
6.
En mij gunst heeft doen vinden bij de koning, zijn raadsheren en alle machtige vorsten des konings! Ik nu vatte moed, daar de hand van de Here, mijn God, over mij was, en vergaderde uit Israel de hoofdmannen om met mij op te trekken.
Bouw in eenheid: Neh. 4:6:
7.
Enige van de familiehoofden schonken, toen zij bij het huis des Heren, dat te Jeruzalem is, aankwamen, vrijwillige gaven voor het huis Gods, om het weder op te richten op zijn plaats;
Maar wij herbouwden de muur, en de gehele muur werd tot zijn halve hoogte voltooid, want het volk had lust om te werken.
Bouw wijs: Spr. 24:3:
Door wijsheid wordt een huis gebouwd, door verstand wordt het bevestigd
Spr. 14:1:
De wijsheid der vrouwen bouwt haar huis, maar de dwaasheid breekt het af met haar eigen handen.
Spr. 9:1
De Wijsheid heeft haar huis gebouwd, zij heeft haar zeven pilaren uitgehouwen
God zal je wijsheid geven: Ex. 31:3, 6:
En hem vervuld met Gods Geest, met wijsheid, inzicht en kennis, en dat voor allerlei werk, om ontwerpen te bedenken… En zie, ik heb naast hem gesteld Oholiab, de zoon van Achisamak, uit de stam Dan; in het hart van ieder die kunstvaardig is, heb Ik wijsheid gelegd Zij zullen alles maken, wat Ik u geboden heb
72 van 163
2Kron. 2:12:
Vermenigvuldigingsmethoden Voorts zeide Churam: Geprezen zij de Here, de God van Israel, die de hemel en de aarde gemaakt heeft, daar Hij aan koning David een wijze zoon, begiftigd met verstand en inzicht, heeft gegeven, die een tempel voor de Here en een koninklijk paleis voor zichzelf bouwen zal.
De bron van wijsheid is God: Jak. 1:5:
Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden.
73 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
7. Groei door uitbreiding in aantal (expansieve groei) Inleiding Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • Uitleggen wat er bedoeld wordt met expansieve groei • De expansieve groei van de eerste kerk in Jeruzalem samenvatten • De Nieuw Testamentische methoden voor expansieve kerkgroei opnoemen Sleutelvers Hand. 6:7:
En het woord Gods wies en het getal der discipelen te Jeruzalem nam zeer toe en een talrijke schare van de priesters gaf gehoor aan het geloof.
Inleiding In het natuurlijke lichaam worden de verschillende delen gecoördineerd door het hoofd. Elke lichamelijke handeling is het gevolg van aanwijzingen die door het hoofd gegeven worden. Jezus is het Hoofd. Hij geeft leiding aan Zijn geestelijke Lichaam, de Kerk. Jezus zei: “Ik zal mijn Gemeente bouwen” (Math. 16:18). In de Bijbel worden zijn methoden om dit doel te bereiken geopenbaard. Methoden om de Kerk te vermenigvuldigen moeten gebaseerd zijn op wat er onderwezen en getoond wordt in Gods Woord. Als leden van het Lichaam van Christus zijn gelovigen geroepen om te handelen op basis van de aanwijzingen van het Hoofd, onze Heer Jezus Christus. Dit hoofdstuk is de eerste van drie die gaan over de numerieke groei van de kerk. Deze les richt zich op expansieve groei (groei in aantallen). Expansieve groei Expansieve groei vindt plaats wanneer gelovigen nieuwe bekeerlingen winnen en hen in de gemeenschap van hun eigen plaatselijke kerk brengen. Dit heeft de numerieke groei van de plaatselijke kerk tot gevolg. Expansieve groei moet gericht zijn op de toename van het Koninkrijk van God. Wanneer een bepaalde kerk in ledenaantal toeneemt (bijvoorbeeld: 100) en die aanwas voortkomt uit een verandering van lidmaatschap (men gaat over van de ene naar de andere kerk), is er geen groei van het Koninkrijk. Hoewel de kerk in ledenaantal toenam en er voor de plaatselijke kerk sprake is van numerieke groei, zijn er geen nieuwe leden in het Koninkrijk gekomen. De groei in het Koninkrijk vindt alleen plaats wanneer er nieuwe bekeerlingen gewonnen worden, die Jezus volgen en discipel van Hem worden. Zij worden verantwoordelijke leden in het Lichaam van Christus. Het Nieuw Testamentische verslag Het boek Handelingen geeft een verslag van de expansieve groei van de eerste kerk in Jeruzalem. Hier zie je een opsomming van die feiten: 74 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
De eerste groeipatronen: Hand. 1:15:
En in die dagen stond Petrus op onder de broeders - en er was een groep van ongeveer honderd twintig personen bijeen - en hij sprak
De kerk begon in een bovenzaal met een kleine groep van 120 discipelen. Op de Pinksterdag werden er 3000 toegevoegd aan de kerk in Jeruzalem: Hand. 2:41:
Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd.
Na Pinksteren vond expansieve groei dagelijks plaats: Hand. 2:47:
en zij loofden God en stonden in de gunst bij het gehele volk. En de Here voegde dagelijks toe aan de kring, die behouden werden.
Het aantal mensen dat deel uitmaakte van de kerk groeide uit tot 5000. Vrouwen en kinderen werden daarbij niet meegeteld, wanneer zij deel uitmaakten van de kerk: Hand. 4:4:
Maar velen van hen, die het woord gehoord hadden, werden gelovig, en het getal der mannen werd ongeveer vijfduizend.
Uiteindelijk werden er menigten aan de kerk toegevoegd: Hand. 5:14:
En des te meer werden er toegevoegd, die de Here geloofden, tal van mannen zowel als vrouwen
Zelfs zij, die tegenstander waren van de kerk, stonden verbaasd over haar groei: Hand. 5:24:
Toen nu de hoofdman van de tempel en de overpriesters deze woorden hoorden, waren zij erover in verlegenheid, wat daarvan komen zou.
Het woord ‘toevoegen’ werd als eerste gebruikt om de expansie van de kerk te beschrijven. Al snel nam de groei zo sterk toe dat het woord ‘vermenigvuldigen’ gebruikt werd: Hand. 6:7:
En het woord Gods wies en het getal der discipelen te Jeruzalem nam zeer toe en een talrijke schare van de priesters gaf gehoor aan het geloof.
Vanaf dit punt benadrukt Handelingen de vermenigvuldiging van de kerken en van het aantal leden van de kerk in Jeruzalem. Nieuwe kerken werden geplant en elk heidens centrum van de toenmalig bekende wereld, binnen 40 jaar. Bijvoorbeeld in Samaria: Hand. 8:12:
Toen zij echter geloof schonken aan Filippus, die het evangelie van het Koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus predikte, lieten zij zich dopen, zowel mannen als vrouwen.
De kerken in Judea, Galilea, Samaria, Lydda, Saron en Joppe kenden een expansieve groei: Hand. 9:31:
De gemeente dan door geheel Judea, Galilea en Samaria had vrede; zij werd opgebouwd en wandelde in de vreze des Heren, en zij nam in aantal toe door de bijstand van de Heilige Geest.
Hand. 9:35, 42: En alle bewoners van Lydda en Saron zagen hem en bekeerden zich tot de Here… En het werd bekend door geheel Joppe en velen kwamen tot geloof in de Here. 75 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
‘Een brede schare’, veel mensen werden aan de kerk toegevoegd door de bediening van slechts één Joodse bekeerling: Hand. 11:24:
want hij was een goed man, vol van de Heilige Geest en van geloof. En een brede schare werd de Here toegevoegd.
Er werden grote aantallen toegevoegd aan de kerk in Antiochië: Hand. 11:21:
En de hand des Heren was met hen, en een groot aantal kwam tot het geloof en bekeerde zich tot de Here.
Hand. 11:24:
want hij was een goed man, vol van de Heilige Geest en van geloof. En een brede schare werd de Here toegevoegd.
Hand. 11:26:
En het geschiedde, dat zij een vol jaar in de gemeente gastvrij ontvangen werden en een brede schare leerden en dat de discipelen het eerst te Antiochië Christenen genoemd werden.
Terwijl het Woord van God groeide en zich uitbreidde, werden nieuwe gelovigen aan de kerk toegevoegd: Hand. 12:24:
En het woord des Heren wies en verbreidde zich.
De vermenigvuldiging gaat door: De volgende teksten geven een verslag van de groei van de kerken buiten Israël: Hand. 13:48-49:
Toen nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich en verheerlijkten het woord des Heren; en allen, die bestemd waren ten eeuwige leven, kwamen tot geloof; en het woord des Heren verbreidde zich door het gehele land.
Hand. 19:20:
Zo wies het woord des Heren krachtig en het werd sterker.
Groei in Iconium: Hand. 14:1:
En het geschiedde evenzo te Ikonium, dat zij in de synagoge der Joden gingen en zo spraken, dat er een grote menigte, zowel van Joden als van Grieken, tot het geloof kwam.
Groei in Derbe: Hand. 14:20-21:
Doch toen de discipelen hem omringd hadden, stond hij op en ging de stad binnen. En de volgende dag vertrok hij met Barnabas naar Derbe. En toen zij aan die stad het evangelie verkondigd en er verscheidene discipelen gemaakt hadden, keerden zij terug naar Lystra, Ikonium en Antiochië
Groei in Galatië: Hand. 16:5:
De gemeenten dan werden bevestigd in het geloof en namen dagelijks in zielental toe.
Groei in Filippi: Dit was begin van de groei van de kerk in Filippi: 76 van 163
Hand. 16:14:
Vermenigvuldigingsmethoden En een zekere vrouw, met name Lydia, een purperverkoopster uit de stad Tyatira, die God vereerde, hoorde toe, en de Here opende haar hart, zodat zij aandacht schonk aan hetgeen door Paulus gezegd werd.
Groei in Thessalonica: Hand. 17:4:
En enigen van hen lieten zich overtuigen en sloten zich bij Paulus en Silas aan, en ook een grote menigte Grieken, die God vereerden, en tal van voorname vrouwen.
Groei in Berèa: Hand. 17:11-12:en dezen onderscheidden zich gunstig van die te Thessalonica, daar zij het woord met alle bereidwilligheid aannamen en dagelijks de Schriften nagingen of deze dingen zo waren. Velen dan van hen kwamen tot het geloof, en van de aanzienlijke Griekse vrouwen en mannen niet weinigen.
Groei in Corinthe: De Here zei: “Ik heb veel volk in deze stad” (Hand. 18:8-11). Het boek Handelingen eindigt met de apostel Paulus als gevangene in Rome. Hij is dan nog steeds bezig met kerkelijke expansie. Hand. 28:30-31:
En hij bleef de volle termijn van twee jaar in zijn eigen gehuurde woning, en ontving allen, die tot hem kwamen, predikende het Koninkrijk Gods, en onderricht gevende aangaande de Here Jezus Christus met alle vrijmoedigheid, zonder enige belemmering.
Paulus gaaft aan dat er alleen al vele duizenden Joden tot Christus gekomen zijn en lid zijn geworden van een plaatselijke kerk: Hand. 21:20:
En zij loofden God, toen zij dit hoorden, en zeiden tot hem: Gij ziet, broeder, hoevele duizenden er onder de Joden gelovig zijn geworden en allen zijn zij ijveraars voor de wet;
Hoe de kerken in aantallen toenamen Dit zijn de methoden waardoor de vroege kerk in aantallen toenam: Geestelijke visie: Spr. 29:18:
Indien openbaring ontbreekt, verwildert het volk, maar heil hem die de wet bewaart.
In de grondtekst staat er: Waar er geen openbaring, visie of droom is, gaat een volk ten onder. Zonder geestelijke visie zal een volk geestelijk sterven. De vroege kerk had een geestelijke visie. Het was de visie die Jezus aan Zijn discipelen gaf: Joh. 4:35:
Zegt gij niet: Nog vier maanden, dan komt de oogst? Zie, Ik zeg u, slaat uw ogen op en beschouwt de velden, dat zij wit zijn om te oogsten.
77 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Geestelijke visie verenigt mensen in hun doel. Visie leidt naar de ontwikkeling van strategieën. Die strategieën omvatten inzicht in het doel, doelstellingen om het doel te bereiken en de manieren van evaluatie om er zeker van te zijn dat het doel bereikt zal worden. Visie leidt naar mededogen, meelevendheid. Toen Jezus de scharen zag werd Hij met ontferming (mededogen) bewogen. Het was een last die gebaseerd was op de kennis van hun nood. Visie is eigenlijk niets anders dan de ontwikkeling van een Bijbelse wereldbeschouwing: de wereld gaan zien zoals God haar ziet en reageren op basis van datgene wat waargenomen wordt. De vroege kerk had de visie om expansie te hebben vanuit Jeruzalem, naar Judea, naar Samaria en tot aan de uiteinden der aarde. Hun leider had die visie met hen gedeeld (Hand. 1:8). Wanneer mensen een geestelijke visie hebben, komt er verwachting in plaats van verveling en medewerking in plaats van competitie. Ontvankelijke gebieden en tijden: Jezus onderwees dat sommige gebieden meer ontvankelijk zouden zijn dan andere: Math. 10:5-6:
Deze twaalf heeft Jezus uitgezonden en Hij gebood hun, zeggende: Wijkt niet af op een weg naar heidenen, gaat geen stad van Samaritanen binnen; begeeft u liever tot de verloren schapen van het huis Israëls.
Math. 10:14:
En indien iemand u niet ontvangt of uw woorden niet hoort, verlaat dat huis of die stad en schudt het stof uwer voeten af.
Sommige gebieden en groepen zijn op bepaalde tijden meer ontvankelijk voor het Evangelie dan andere. De vroege kerk werkte in de geestelijke oogstvelden die ontvankelijk waren. Toen Paulus in de synagoge verworpen werd, onderwees hij op andere plekken (Hand. 9:30-31). Toen hij naar Asia wilde gaan, hield de Heilige Geest hem tegen (Hand. 16:6). Hij ging later, toen men daar meer ontvankelijk was. Expansie vindt zeer snel plaats wanneer jij je richt op rijpe oogstvelden. Dit betekent niet dat je de niet ontvankelijke gebieden moet negeren. Je gaat door met het planten van het Woord, wachten, bidden tot God om hen meer ontvankelijk te maken voor het Evangelie. Eerder de ‘Ga’- dan de ‘Kom’-methode: De vroege kerk gebruikte de ‘ga’-methode veel vaker dan de Oud Testamentische ‘kom’methode van Israël. In de tijd van het Oude Testament moesten de volkeren naar Israël komen om een openbaring van God te ontvangen. Maar in het Nieuwe Testament werd het bevel: “Ga de wereld in.” Nieuw Testamentische gelovigen volgen deze strategie. Ze bleven niet zitten wachten tot de wereld uiteindelijk ooit eens een keer naar hen toe zouden komen. Elke gelovige reproduceert zich: Elk lid van de vroege kerk vermenigvuldigde zich door nieuwe discipelen te maken: Hand. 8:4:
Zij dan, die verstrooid werden, trokken het land door, het evangelie verkondigende.
Het schema in het vorige hoofdstuk laat zien hoe snel die vermenigvuldiging plaatsvindt, wanneer elke gelovige iemand onderwijst die bekwaam is om anderen te onderwijzen. Kerken moeten mensen erop uit sturen naar de arena van het dagelijkse leven… Mensen die hun eigen geloof leven en er niet alleen maar over praten, mensen waarvan de levens 78 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
veranderd zijn door de kracht van het Evangelie. Een soldaat wint geen oorlog door op zijn kazerne te blijven. Een landman haalt zijn oogst niet binnen door in zijn stallen te blijven evenmin vangt een visser iets door op de wal te blijven. Sociale netwerken: In het Nieuwe Testament verspreidde het Evangelie zich snel via bestaande sociale netwerken van families en vrienden. Een voorbeeld: Jezus riep Andreas om Hem te volgen. Andreas deelde het Evangelie onmiddellijk met iemand anders. Hij bereikte zijn familie. Hij bracht Petrus bij Christus. Bestudeer de volgende teksten die laten zien hoe het Evangelie zich verspreidde via bestaande sociale netwerken: • • • • • • • • •
Zacheüs en zijn familie: Familie van de hoofdman in Kapernaüm: Verwanten en vrienden van Cornelius: Twee huishoudens in Filippi: Familie van een leider van de synagoge: Stefanas en zijn gezin: Kring van Aristobulus en Narcissus: Onesiforus en zijn familie: Filemon en zijn familie:
Luk. 19 Joh. 4:53 Hand. 10:24, 44 Hand. 16:15; 27:34 Hand. 18:8 1Cor. 1:16 Rom. 16:10-11 2Tim. 1:16 Filem. 1
Methoden van Jezus: Door heel Handelingen heen gebruikte en onderwees de vroege kerk de methoden van Jezus. Ze verkondigden het Evangelie, onderwezen het Woord, doopten nieuwe gelovigen en trainden nieuwe discipelen (Math. 28:19-20). Gebed en studie van het Woord waren belangrijk bij de expansie van de kerk (Hand. 6:4). Het Woord van God in combinatie met het vertoon van kracht zorgden er ook voor dat de kerk zich uitbreidde. De menigten kwamen tot God omdat mensen genezen werden, wonderen gedaan werden en demonen werden uitgeworpen3. Nieuw Testamentische groepen: Groepen speelden een belangrijke rol in de Nieuw Testamentische expansie. In Hand. 6:1-7 ontstond er een probleem. Er werd een speciale groep aangesteld ter oplossing van dat probleem. Paulus onderwees een speciale groep discipelen uitgebreid (Hand. 19:9). Ook kwam het voor dat hij gemengde groepen onderwees, Joden en heidenen (Hand. 13:42). Kleine groepen kwamen bijeen in huizen (Hand. 12). Veel kerken hebben al hun leden georganiseerd in kleine groepen om doelen te kunnen bereiken die nooit bereikt kunnen worden door grotere groepen of de hele kerk. Kleine groepen zijn meer informeel, intiem, mobiel en flexibel. Zij kunnen meer voorzien bij de persoonlijke noden. Dit schema toont hoe een kerk dergelijke groepen kan organiseren: 3 3 3 3 3
3 3 3 3
2
1
2
3
Er is een aparte studie die gaat over de demonstratie van Gods kracht: ‘Krachtprincipes’. 79 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
1. De geestelijke leider (nummer 1) traint groepsleiders (nummer 2) die de leiding krijgen over kleine groepen (nummer 3). Hij instrueert ze met betrekking tot het geestelijke doel en de activiteiten van de groep, waaronder: gemeenscha[, studie van Gods Woord, gebed, het delen van persoonlijke ervaringen, zorg voor praktische materiële noden en evangelisatie. Het aantal groepsleiders varieert van kerk tot kerk en is afhankelijk van het aantal groepen dat men vormt. 2. Elke groepsleider (nummer 2) vormt en leidt een kleine groep die bestaat uit een aantal mensen (nummer 3). Elk huis is een evangelisatiecentrum: Vanaf het begin wilde God al dat elk huis een Christelijk trainingscentrum zou zijn: Deut. 6:6-9:
Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, Gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat. Gij zult het ook tot een teken op uw hand binden en het zal u een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn, En gij zult ze schrijven op de deurposten van uw huis en aan uw poorten.
Elk huis als evangelisatiecentrum was een onderdeel van de expansiemethode van de vroege kerk: • • •
• • • • • • • •
Hand. 2:
De Heilige Geest werd uitgestort tijdens een gebedsbijeenkomst in de bovenzaal van een huis. Hand. 5:42: Gelovigen aanbaden in de tempel en thuis. Zij gingen van huis tot huis voor bezoek, gemeenschap en aanbidding. Hand. 8:3: Toen Paulus de kerk probeerde te verslaan, beperkte hij zich niet alleen tot de plaatsen van aanbidding. Hij ging ook elk huis binnen om de verspreiding van het Evangelie te stoppen. Elk huis was een centrum voor evangelisatie. Hand. 9:11, 17: Paulus werd door Ananias tot discipel gemaakt. Hand. 10: Het eerste visioen voor een expansie van het Evangelie over de culturen heen werd aan Petrus in een huis gegeven. Hand. 10: De eerste boodschap aan de heidenen werd in een huis gebracht. Hand. 12: Een gebed aan huis had de bevrijding van Petrus uit de gevangenis tot gevolg. Hand. 20:20; 28:30-31: Paulus onderwees tijdens zijn bediening in het openbaar en aan huis. Hand. 20:7-12: Paulus sprak in een huis en Eutyches viel uit het raam. Hand. 21:8-14: Profetische verschijnselen in huizen. Kerken aan huis vind je in: 1Cor. 16:19; Rom. 16:3-5; Col. 4:15; en Filem. 1:2.
De bediening van de Heilige Geest: De Heilige Geest heeft de kracht om zondige mensen te overtuigen en over te halen de boodschap van het Evangelie te accepteren. Dit geeft nieuwe bekeerlingen en dat heeft de groei in aantal in de kerk tot gevolg. Joh. 16:8-11:
En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel; van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; van gerechtigheid, omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij niet langer ziet; van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is. 80 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Gaven van de Geest: Menselijke groei vereist de ontwikkeling van het skelet om de groei van weefsels en organen te ondersteunen (en dan natuurlijk ook de vermenigvuldiging van het aantal cellen). Voor de groei van het Lichaam van Christus is structuur ook belangrijk. Jezus zei dat de oogst rijpe is en dat er weinig arbeiders zijn. Wanneer er weinig arbeiders zijn, moeten zij zich effectief organiseren om zoveel mogelijk van die oogst binnen te halen. Daarom heeft de Heilige Geest verschillende gaven en bedieningen aan de kerk gegeven. Deze gaven en bedieningen zijn bedoeld voor het werk van de bediening. Gaven van de Geest zijn bovennatuurlijke bekwaamheden, die de Heilige Geest geeft, om je in staat te stellen het werk van de bediening optimaal te doen. De verschillende gaven staan beschreven in: - Rom. 12:1-8 - Ef. 4:1-16
- 1Cor. 12-14 - 1Petr. 4:7-11
God heeft een speciale plek voor elke gelovige, in de Kerk: 1Cor. 12:18:
Nu heeft God echter de leden, elk in het bijzonder, hun plaats in het lichaam aangewezen, zoals Hij heeft gewild.
Elk lid heeft een plats die God voor hem heeft uitgekozen. Hij wordt bekrachtigd om deze speciale plaats in te nemen in de Kerk door middel van de gaven van de Heilige Geest. Wanneer elke gelovige de plaats inneemt die God voor hem heeft uitgekozen en zijn geestelijke gaven (gave van de Geest die hij heeft ontvangen) gebruikt, functioneert de Kerk goed. God vergelijkt het met het functioneren van het menselijk lichaam waarin elk lid zijn plek weet en zijn functie naar behoren uitvoert (1Cor. 12:1-31). Iedere persoon is belangrijk in het werk van de bediening, net als elk deel in het natuurlijke lichaam belangrijk is: 1Cor. 12:21-22: En het oog kan niet zeggen tot de hand: ik heb u niet nodig, of ook het hoofd tot de voeten: ik heb u niet nodig. Ja, veeleer zijn die leden van het lichaam, welke het zwakst schijnen, noodzakelijk
De cursus ‘bediening van de Heilige Geest’ geeft een meer gedetailleerde studie over de gaven van de Geest. Daarom geven wij hier slechts een korte opsomming. Speciale gaven (bedieningen) De eerste groep geestelijke gaven noemen we speciale gaven of bedieningen. We noemen deze zo omdat elke gave een speciale leiderschapspositie in de kerk in zich heeft. Ef. 4:11-12:
En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus,
Deze leiderschapsposities worden over het algemeen bedieningen genoemd, omdat ze een verantwoordelijke positie inhouden. We moeten bedieningen niet als een gave aan een persoon gegeven, maar als een persoon die aan de gemeente gegeven wordt door God. Deze speciale leiderschapsgaven zijn: 81 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Apostelen: Een apostel is iemand die de speciale bekwaamheid heeft om nieuwe kerken te ontwikkelen op verschillende plaatsen en overzicht heeft over een aantal kerken als hoofd. “Apostel” betekent: een gedelegeerde; iemand die gezonden is met de volle macht en autoriteit om in de naam van de zender te handelen”. De apostel heeft een speciale autoriteit en bekwaamheid om het Evangelie te verbreiden in de wereld door georganiseerde lichamen van gelovigen te vormen. Tegenwoordig worden de apostelen ook wel zendelingen en kerkplanters genoemd. De Bijbel heeft het over drie verschillende categorieën van apostelen. Jezus Christus werd een apostel genoemd. Profeten: Er zijn twee gaven die met profetie te maken hebben. De eerste is de bediening van de profeet en de tweede is de gave van profetie. In het algemeen verwijst profetie naar het spreken onder speciale inspiratie van God. Het is de speciale bekwaamheid om rechtstreeks boodschappen van God te ontvangen en door te geven aan Zijn volk onder Goddelijke zalving. Deze omschrijving geldt zowel voor de gave van profetie als de bediening van profeet. Maar iemand is geen profeet omdat hij zo af en toe eens een profetie uitspreekt. Iemand is pas profeet wanneer hij die bediening heeft (de speciale leiderskwaliteiten die daarvoor nodig zijn) en de gave van profetie. Paulus heeft gezegd dat de hele kerk moet streven naar de gave van profetie. Evangelisten: Een evangelist heeft de speciale bekwaamheid om het Evangelie te delen met ongelovigen, op zo’n manier dat mensen reageren en verantwoordelijke leden van het Lichaam van Christus worden. “Evangelist” betekent: hij die goed nieuws brengt. Het woord “evangelist” komt drie keer voor in het Nieuwe Testament. Herders: Herders zijn leiders die lange tijd een persoonlijke verantwoordelijkheid hebben voor het geestelijke welzijn van een groep gelovigen. Een herder dient Christus als voorbeeld te nemen. Hij is immers de Grote Herder van Zijn volk. Leraren: Leraren zijn gelovigen die de speciale bekwaamheid hebben om Gods Woord effectief over te dragen, op zo’n manier dat anderen leren toe te passen wat zij geleerd hebben. Onderwijs vraagt om training, het is niet alleen overdracht van informatie. Een leraar heeft de gave van onderwijzen en vervult een leiderspositie in de Kerk. Deze vijf bedieningen werken samen in de uitbreiding van de Kerk. De apostel verspreidt de Evangelieboodschap in verschillende gebieden en sticht georganiseerde lichamen van gelovigen. God geeft tekenen en wonderen die hem helpen om het Evangelie te verspreiden. De apostel voorziet in het leiderschap in de kerken die hij sticht. De profeet voorziet ook in het leiderschap in de Kerk. Een belangrijke taak van hem is boodschappen van God door te geven onder de inspiratie van de Heilige Geest. Evangelisten brengen het Evangelie op zo’n manier dat de mensen erop reageren en gelovigen worden. Ze kunnen individueel werken of groepen bedienen. Maar hun taak is altijd: nieuwe gelovigen voortbrengen. Deze gelovigen komen dan onder de zorg van apostelen, profeten, herders en leraars van de kerk, die hen begeleiden in hun geestelijke ontwikkeling (het voorbeeld van Filippus in Hand. 82 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
8 laat dit zien. Hij bracht de Samaritanen tot Christus en droeg hen toen over aan de apostelen voor verder onderwijs). Herders hebben de langdurige zorg voor hen die de boodschap van de apostelen en evangelisten in geloof hebben aangenomen. Hun bediening is het beeld van de liefdevolle zorg van een herder voor zijn schapen. Leraren geven instructies die verder gaan dan die van een evangelist. Ze onderwijzen de gelovigen met het doel hen geestelijk volwassen te maken. Ze trainen getrouwe mensen die in staat zijn om anderen te onderwijzen. De belangrijkste verantwoordelijkheid van de bedieningen is andere gelovigen helpen te ontdekken wat hun gaven van de Geest zijn en ervoor te zorgen dat zij die dan gebruiken (Ef. 4:11-16). Het werk van de bediening vraagt de actieve betrokkenheid van alle leden. Wanneer deze structuur van Lichaamsbediening niet goed werkt, worden inactieve leden gemakkelijk meegesleurd in kritiek en dwaalleren (Ef. 4:14). Gaven van de Geest Hier volgt een korte samenvatting van de gaven van de Geest voor de gelovigen: Uitingsgaven: Vijf gaven van de Geest worden uitingsgaven genoemd omdat er bij deze gaven sprake is van hardop spreken. Deze vijf gaven zijn: Profetie: Iemand met de gave van profetie spreekt onder speciale inspiratie van God om een boodschap over te brengen die rechtstreeks van Hem komt. Onderwijs: Mensen met de gave van onderwijs hebben de bekwaamheid om het Woord van God effectief over te dragen, op zo’n manier dat anderen het leren en het toepassen. Vermanen: De gave van vermaning is de bekwaamheid om nauw met iemand op te trekken die het moeilijk heeft. Hij geeft adviezen in overeenstemming met Gods Woord (bemoedigen, vermanen, opbouwen). ‘Vermanen’ betekent letterlijk: een persoon apart nemen om hem te adviseren, aan te bevelen, te vermanen, te bemoedigen of te troosten. Vermanen is de bekwaamheid om wijze geestelijke raad te geven. Woord van wijsheid: Het woord van wijsheid is de bekwaamheid om inzicht te krijgen in hoe kennis toegepast dient te worden bij specifieke noden. Op basis van de feiten, in welke situatie dan ook, kan iemand met de gave van het woord van wijsheid die feiten zo toepassen dat er een wijze oplossing komt. Het woord van wijsheid is een Goddelijk inzicht in personen en omstandigheden die niet duidelijk zijn voor de gemiddelde persoon. Deze van God gegeven wijsheid wordt gecombineerd met een begrip van wat er gedaan moet worden en hoe het gedaan moet worden. 83 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Woord van kennis: Het woord van kennis is de bekwaamheid om dingen te begrijpen, die anderen niet kunnen weten of bevatten, en deze te delen met de anderen onder inspiratie van de Heilige Geest. Dienende gaven: Deze negen gaven ‘dienen’ de kerk door te voorzien in structuur, organisatie en ondersteuning in zowel het geestelijke als het praktische vlak. De negen gaven zijn: Onderscheiding van geesten: Onderscheiding van geesten is de bekwaamheid om mensen, leerstellingen en situaties op waarde te schatten; inzien of ze van God zijn of van satan. Leiderschap: De geestelijke gave van leiderschap is de bekwaamheid om doelen te stellen in overeenstemming met Gods doel en deze over te dragen aan anderen. Iemand met deze gave motiveert en leidt anderen om deze doelen tot eer van God te bereiken. Besturen: Een persoon met de gave van besturen heeft de bekwaamheid om richting te geven, te organiseren en besluiten te nemen in het belang van anderen. Geloof: Iemand met de gave van geloof heeft de speciale bekwaamheid om te geloven met bovennatuurlijk vertrouwen in God in moeilijke omstandigheden. Geven: Iemand met de gave van geven heeft de speciale bekwaamheid om materiële goederen, tijd, kracht, talenten en financiële middelen te geven aan het werk van de Heer. Helpen: Iemand met de gave van helpen heeft de bijzondere bekwaamheid om anderen te assisteren in het werk van de Heer, waardoor deze in staat zijn de effectiviteit van hun eigen geestelijk gaven te vergroten. Dienen: De gave van het dienen is de bijzondere bekwaamheid om praktische taken uit te voeren die verbonden zijn met het werk van de Heer. Iemand die dient helpt anderen om hun geestelijke doel te bereiken door hen te bevrijden van de routinematige noodzakelijke klussen. Barmhartigheid: ‘Barmhartigheid’ betekent: medelijden. Dit houdt in dat je in staat om mee te voelen met anderen en voor anderen. Iemand met de gave van barmhartigheid heeft speciale bewogenheid voor hen die lijden. Ook heeft hij de mogelijkheid om hen te helpen. De gave van barmhartigheid bepaalt zowel de houding als het handelen. Gastvrijheid: De gave van gastvrijheid is een speciale bekwaamheid die God aan bepaalde leden van het Lichaam van Christus geeft om te voorzien in voedsel en logement voor hen die dat nodig hebben. 84 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Gaven van tekenen en wonderen: Er zijn vier gaven van de Heilige Geest, die we de ‘gaven van tekenen en wonderen’ noemen, omdat zij bovennatuurlijke tekenen zijn van het feit dat Gods kracht door de gelovigen heen werkt om Zijn Woord te bevestigen. Wonderen: Door de persoon, met de gave van wonderen, bewerkt God machtige daden die boven het natuurlijke uitgaan en in deze wereld normaal gesproken niet voorkomen. Genezingen: Een gelovige met de gaven van genezingen heeft de bekwaamheid om Gods kracht door zich heen te laten stromen om de gezondheid te herstellen, zonder gebruik te maken van de natuurlijke methoden. Tongentaal: De gave van het spreken in tongen is de bijzondere bekwaamheid die God aan leden van het Lichaam van Christus geeft, waardoor ze in staat zijn om: met God in een andere taal te spreken die zij nooit geleerd hebben en/of een boodschap van God te ontvangen en deze, onder inspiratie van de Geest, aan de gemeente door te geven in een taal die ze nooit geleerd hebben Vertolking van tongen: De gave van vertolking van tongen is een bijzondere bekwaamheid die God aan sommige leden van het Lichaam van Christus heeft gegeven, waardoor ze in staat zijn de boodschap, die een ander in tongen geeft, weer te geven in een verstaanbare taal. Bijbelse organisatie Gelovigen met bedieningen zijn niet de enige leiders in de kerk, die in de Bijbel genoemd worden. Het ambt van diakenen, oudsten en opzieners4 wordt ook in het Nieuwe Testament genoemd. Dit zijn ook allemaal instrumenten die gebruikt worden om de kerk te laten groeien. Deze leidersposities zijn niet hetzelfde als de gaven van besturen of van leiderschap, die hiervoor al besproken werden. Het zijn speciale ambten die in de vroege kerk ingesteld werden om bij te dragen in de expansieve groei. In Hand. 6:1-7 lees je hoe de eerste organisatie van de kerk groei tot gevolg had. God heeft ervoor gezorgd dat het verslag van de vroege kerk tot onze beschikking is, zodat wij daar een voorbeeld in zien dat wij na kunnen volgen. Het doel van de ambten is het ondersteunen van de bedieningen. Gebruik het hierna volgende om een goed beeld te krijgen van de verschillende leidersposities binnen de kerk:
4
Het Griekse woord voor ‘opziener’ is episkopos, waarvan bisschop is afgeleid. Sommige kerken denken dat een bisschop hetzelfde is als een herder. Andere kerken zien het als twee verschillende ambten. 85 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Kerkelijke ambten: Naam:
Teksten:
Taken:
Opziener
1Tim. 3:1-7; Fil. 1:1; Tit. 1:5-9; 1Petr. 5:2-3
Velen zien een opziener als een voorganger of een bisschop. Deze teksten tonen aan dat hij een langdurige zorg voor een groep gelovigen
Diaken
1Tim. 3:8-13; Fil. 1:1; Hand. 6:1-7
Hij helpt en dient.
Diakonessen
1Tim. 3:11; Rom. 16:1-2
Zij worden niet specifiek in de Bijbel genoemd. Sommige kerken gebruiken deze naam voor de vrouwen van diakenen en andere voor vrouwen die dienen en helpen.
Oudsten
Hand. 20:17, 28-32; 14:23; 15; 16:4; 11:30; 1Tim. 5:17; 1Petr. 5:1-4; Tit. 1:5; Jak. 5:14
Oudsten zijn leiders die een rol spelen bij kerkelijke besluiten, die voorzien in de noden van gelovigen en helpen in de zorg en ontwikkeling van plaatselijke lichamen van gelovigen
Opmerking Het woord ‘oudste’ komt voor het eerst in de bijbel in Ex. 3:16 voor en verwijst dan naar de leiders van Israël. Er zijn veel teksten in de Bijbel die verwijzen naar de leiders van Israël. Deze oudsten hadden een andere positie dan de oudsten in de vroege kerk. Alle teksten die wij aangegeven hebben verwijzen naar de oudsten in de vroege kerk.
De leidersfunctie van oudste en de gave van leiderschap en besturen heeft God aan de kerk gegeven. De oudsten horen de kerk niet onafhankelijk en zelf te besturen, zonder de bedieningen. God stelt de bedieningen aan en de mens kiest de oudsten. Elke leider in de kerk moet een wedergeboren gelovige zijn. Maar de Bijbel geeft ook nog een aantal kenmerken waaraan voldaan dient te worden door hen die leider in de kerk willen zijn Kenmerken voor oudsten en opzieners: • Onbesproken: een goede naam hebben en niet in overtreding met Gods Woord zijn: 1Tim. 3:2; Tit. 1:6-7 • Man van 1 vrouw, bij een huwelijk: 1Tim. 3:2; Tit. 1:6 • Nuchter: bescheiden in alle dingen: Tit. 1:8; 1Tim. 3:2 • Zelfbeheersing: op alle gebieden in het leven en het gedrag: Tit. 1:8 • Matig, waakzaam, bezadigd, beschaafd, gevoelig, wijs en praktisch: 1Tim. 3:2; Tit. 1:8 • Gastvrij: huis staat open voor anderen: 1Tim. 3:2; Tit. 1:8 • Bekwaam om te onderwijzen: kan Gods Woord aan anderen overdragen: 1Tim. 3:2; Tit. 1:8 • Niet verslaafd aan wijn: 1Tim. 3:3; Tit. 1:7 • Geduldig, niet snel humeurig zijn: 1Tim. 3:3 • Niet eigenzinnig: Tit. 1:7 86 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
• • • • • • • • •
Geen pasbekeerde: geestelijke volwassene: 1Tim. 3:6 Liefde voor het goede: Tit. 1:8 Rechtvaardig: Tit. 1:8 Zich houdend aan het Woord: Tit. 1:9 Heilig: Tit. 1:8 Niet op oneerlijke winst uit: Tit. 1:7; 1Tim. 3:3 Goed bestuurder van zijn eigen huis: 1Tim. 3:4-5 Heeft gelovige kinderen: Tit. 1:6 Goed bekend staan bij buitenstaanders: 1Tim. 3:7
Kenmerken voor diakenen: • Waardig, gerespecteerd: 1Tim. 3:8 • Niet met twee tongen sprekend: niet tegenstrijdig zijn: 1Tim. 3:8 • Niet verslaafd aan wijn: 1Tim. 3:8 • Niet op oneerlijke winst uit: 1Tim. 3:8 • Gevestigd in het geloof: 1Tim. 3:9 • Beproefd: 1Tim. 3:10 • Onberispelijk: 1Tim. 3:10 • Man van één vrouw: 1Tim. 3:12 • Goed bestuurder van zijn kinderen en het huishouden: 1Tim. 3:12 • Niet pasbekeerd, maar beproefd: 1Tim. 3:10 Kenmerken voor diakonessen: • Vrouwen: 1Tim. 3:11 • Waardig, gerespecteerd, serieus karakter en denken: 1Tim. 3:11 • Geen roddel, niet lasteren: 1Tim. 3:11 • Bescheiden in alles: 1Tim. 3:11 • Betrouwbaar in alles: 1Tim. 3:11 • Helper van velen: Rom. 6:12 Het schema hierna geeft een overzicht van de organisatie van de kerk: Bedieningen (Ef. 2:20-22): Profeten
De Kerk Apostelen Herders Leraars
Evangelisten
⇑ Opzieners
Oudsten Diakenen & Zij die de gaven van de Geest gebruiken (ondersteunen de bedieningen) ⇑ Apostelen & Profeten (het fundament van (Ef. 2:20) ⇑ Gebouwd op de Rots Jezus Christus Math. 16:18; 1Cor. 3:11; Ef. 2:20 87 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Zelftest 1. Schrijf de sleuteltekst uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Wat gebeurt er wanneer de kerk expansief groeit? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3. Vat de expansieve groei van de kerk in Jeruzalem samen. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Hieronder is een lijst van Nieuw Testamentische methoden voor kerkelijke expansie weergegeven. Schrijf op een ander vel papier in het kort op hoe deze gebruikt werden in de eerste kerk in Jeruzalem. • • • • • • • • • •
Geestelijke visie Ontvankelijke gebieden en tijden Eerder de ‘Ga’- dan de ‘Kom’-methode Elke gelovige reproduceert zich Sociale netwerken Methoden van Jezus Groepen Ieder huis Bediening van de Heilige Geest Bedieningen en de gaven van de Geest
(Antwoorden op de zelftesten vindt u achter in dit boek) 88 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Vervolgstudie 1. Het volgende toont de resultaten van de individuele gelovigen die in hun eigen sociale netwerken van vrienden en verwanten getuigen. Men heeft 4000 nieuwe bekeerlingen uit verschillende kerken ondervraagd om erachter te komen hoe zij ertoe kwamen om de kerk te bezoeken. Dit waren de resultaten:
6 tot 8% 2 tot 3% 8 tot 12% 3 tot 4% l tot 2% 3 tot 4% 70 tot 80%
Kwam zomaar binnenwandelen Kwam naar aanleiding van een programma van de kerk Kwam op uitnodiging van een voorganger Kwam naar aanleiding van een nood in hun leven Kwam als gevolg van een bezoek van een kerklid Kwam door de zondagsschool Werd uitgenodigd door vrienden of verwanten
Wanneer je de nieuwe bekeerlingen in je eigen kerk wilt onderzoeken en na wilt gaan waarom zij voor het eerst in je kerk kwamen, kun je de vragen hierna stellen. De informatie die je hieruit krijgt kun je gebruiken voor je gebed en voor verbeteringen. Laat iedereen het volgende invullen:
89 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Waarom kwam je voor het eerst naar deze kerk? Naam: __________________
Adres: _______________________________________
Vink elke factor aan die een rol heeft gespeeld bij je motivatie om de kerk voor het eerst te bezoeken: _____
Vrienden raden het aan
_____
Ik kwam uit mijzelf
_____
Ik kwam een advertentie tegen (affiche, krant, radio, televisie)
_____
Vanwege de radio- of televisie-uitzendingen van deze kerk
_____
Een vorige geestelijke leider raadde het me aan
_____
Ik ontving een brief, traktaat of ander gedrukt materiaal van de kerk
_____
De voorganger bezocht mij persoonlijk
_____
Een kerklid bezocht mij persoonlijk
_____
Vanwege een opwekking of een evangelisatieactie
_____
Het is mijn voorkeur, wat denominatie betreft
_____
Omdat ik (en/of mijn familie) geestelijke hulp kreeg via deze kerk
_____
Het is dicht bij mijn huis
_____
Het is een vriendelijke zorgende kerk
_____
Mijn verwanten horen daar
_____
Mijn vrienden gaan daar naar toe
90 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
2. Van huis tot huis gaan was een methode die in de vroege kerk gebruikt werd. Hier zijn enkele suggesties voor huisbezoeken aan hen die in de gemeenschap wonen waar de kerk zich bevindt: • • • • • •
Kleed je op geschikte wijze, zoals men dat zakelijk zou doen in je cultuur. Je handelt namelijk zaken van God af. Bid voor je op bezoek gaat. Richt je bezoek op de noden van de mensen. Hebben ze redding nodig? Hebben ze raad nodig voor hun geestelijke noden? Hebben ze lichamelijke genezing of materiële hulp nodig? Blijf niet te lang. De ontmoetingen van Christus waren kort en doelgericht. Plan volgende bezoeken: Wat is jouw reden om het huis nog eens te bezoeken? Met andere woorden: datgene wat gezegd werd, was dat een opening voor een volgend bezoek? (bijvoorbeeld: kijken hoe het gaat met iemand die ziek is) Kwam er iets naar voren dat de persoonlijke aandacht en zorg van de voorganger vereist?
3. Bij elke vorm van expansieve groei van de kerk zijn er drie belangrijke factoren: de Geest van God, het Woord van God en de man van God. Kijk nog eens naar het boek Handelingen aan de hand van het volgende: • • •
De Geest van God wordt benadrukt in Hand. 1-11 Vijf verslagen over de doop in de Geest staan in Hand. 2, 8, 9, 10, 19. Het Woord van God wordt benadrukt in Hand. 12:20. De titels variëren. Het wordt het Woord genoemd (Hand. 16:6); Woord van God (Hand. 17:13); Woord des Heren (Hand. 15:13); Evangelie (Hand. 15:7); heilsboodschap (Hand. 13:26); Woord van Zijn genade (Hand. 14:3; 20:32); Woord des levens (Hand. 5:20). De gevolgen zijn dat het Woord toenamen (Hand. 6:7; groeide en zich vermenigvuldigde (Hand. 12:24); groeide en overwon (Hand. 19:20).
•
De man van God wordt benadrukt in Hand. 21-28. De apostel Paulus is hier het voorbeeld
4. Er zijn verschillende studies uitgevoerd naar groeiende kerken. Het volgende is een overzicht van de algemeen voorkomende factoren in die kerken. De lijst staat niet in volgorde van belangrijkheid. In hoeverre heeft jouw kerk deze factoren? - Sterk geestelijk leiderschep - Goed gemobiliseerde leden en groepsbediening - Effectieve evangelisatie - Bijbelse prioriteiten - Demonstratie van kracht (genezing etc.)- Gaven van de Geest werken - Vrucht van de Geest is zichtbaar - Nieuwe kerk worden geplant - Bediening voor kleinere groepen - Gezalfde gezamenlijke aanbidding - Zichtbaar en herkenbaar in openbaar - Financiën op orde - Discipelschapstraining - Specifieke doelen/doelstellingen - Effectieve relatie met de gemeenschap - Christus staat centraal - Bijbelse basis (in alles) - Flexibel (open voor leiding van de Geest) 91 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
- Vriendelijke, liefhebbende leden - Nadruk op gebed
- Geestelijke groei, volwassenheid, toewijding - Meerdere bedieningen
5. Speciale groepsbediening was één van de manieren van expansie in de vroege kerk. Hier zijn enkele speciale groepsbedieningen waar je voor kunt bidden om die te beginnen in jouw kerk. - Discipelschapstraining voor bekeerden - Kinderen - Ouderen - Vrijgezellen - Gebed - Wijkgroepen - Culturele groepen (Turken, Ieren e.d.) - Mannengroepen - Lichamelijk gehandicapten - Groepen voor mensen met problemen (dood van een kind, scheiding, etc.)
- Nieuwe en verwachtende moeders - Tieners - Pas gehuwden - Pastorale groepen (verslaafden, mishandelden, etc.) - Bijbelstudie - Ongehuwde moeders - Taalgroepen (Arabisch, Zweeds, etc.) - Vrouwengroepen - Geestelijk gehandicapten
6. Elke groep heeft een leider nodig. Zorg ervoor dat deze voldoet aan de Bijbelse kenmerken voor leiderschap in de Kerk. Hier zijn enkele verantwoordelijkheden van groepsleiders: • • • • • • • • •
Hij is verantwoordelijk voor de groep en leg rekenschap af een de geestelijke leiding van de kerk. Hij geeft onderwijs aan de hand van richtlijnen van de voorganger. Moedigt leden in de groep aan om deel nemen aan studies, discussies, gebed, evangelisatie en andere activiteiten. Zorgt voor een atmosfeer van liefde en vertrouwen waarin de mensen zich vrij voelen om hun problemen te delen. Bezoekt groepsleden thuis en heeft een nauwe relatie met hen. Helpt groepsleden hun gaven van de Geest te ontdekken en die te gebruiken in de groep, kerk en gemeenschap. Houdt de geestelijke groei van de leden in de gaten en bevordert die. Bij wijkgroepen houdt de leider de problemen van de wijk in de gaten, maakt contact met nieuwe buren en bezoekt en dient hen die specifieke noden hebben. Traint assistent leiders die hem tijdelijk kunnen vervangen en uiteindelijk zelf groepsleider worden.
7. De volgende brieven kunnen gebruikt worden voor kerkelijke expansie:
92 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Brief voor een bezoeker buiten de stad: Beste ________________ (naam van de persoon) Ik vond het erg fijn dat je de laatste zondag onze dienst meemaakte. Eén van de prettige dingen van de bediening in ____________ (naam van de stad) is het ontmoeten van zoveel aardige mensen die uit heel veel verschillende plaatsen vandaan komen. Ik hoop oprecht dat onze dienst betekenis voor je had en dat jij er geestelijk voordeel aan hebt. Ook hoop ik dat God het fijn vond. Kom ons nog eens een keertje opzoeken wanneer je hier weer in de buurt bent. Mocht ik je ooit kunnen helpen op het geestelijke vlak, bel me dan alsjeblieft op. Hartelijke groeten: ___________________________ (je naam en je titel/taak) Brief voor een bezoeker die lid is van een andere kerk in je omgeving: Beste ________________ (naam van de persoon) Ik vond het erg fijn dat je ons pas geleden bezocht. We vertrouwen erop dat jij ons dienst betekenisvol vond en dat je de aanwezigheid van de Heer Jezus Christus ervaren hebt. Ik vind het fijn om te weten dat je actief bent in een andere gemeenschap van gelovigen, maar mocht ook je ooit ergens mee kunnen helpen, schroom dan niet om mij te bellen of te schrijven. Kom ons nog eens opzoeken! Hartelijke groeten: ___________________________ (je naam en je titel/taak)
93 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Brief voor nieuwe mensen in de stad: Beste ________________ (naam van de persoon) Welkom in ____________ (naam van de stad). Zoals je weet, zijn na een verhuizing nieuwe vriendschappen heel belangrijk. Ik zou het dan ook als een groot voorrecht beschouwen wanneer je aan mij zou denken en aan onze kerk als je nieuwe vrienden! Wanneer je nog geen kerk hebt om naar toe te gaan, nodigen wij je uit om naar onze kerkdienst te komen. De tijd en plaats wordt aangegeven in de bijgevoegde folder (of je geeft deze informatie rechtstreeks in de brief). Wanneer ik jou en je gezin geestelijk van dienst kan zijn, bel me dan. Hartelijke groeten: ___________________________ (je naam en je titel/taak)
Brief van een kerklid voor nieuwe mensen in de stad: Beste ________________ (naam van de persoon) Hallo, mijn naam is ______________ (schrijf je naam op). Welkom in ____________ (naam van de stad). Ik hoop dat je het net zo fijn gaat vinden in deze gemeenschap, als ik dat doe. Misschien heb je nog geen kerk gevonden om naar toe te gaan. Ik wil je uitnodigen om de komende zondag naar onze dienst te komen in de _____________ (naam van de kerk), ______________ (adres van de kerk), om ____________ (aanvang van de dienst). De _____________ (naam van de kerk) is een belangrijk deel van mijn leven gaan uitmaken. Geestelijk gezien vond ik er een warme fijne gemeenschap en een voorganger die altijd beschikbaar is als vriend en raadgever. Sociaal gezien heb ik veel vrienden leren kennen door deze kerk. De bijgesloten folder geeft je extra informatie over deze kerk. Bezoek ons alsjeblieft… We zouden het heel fijn vinden om je vrienden te worden. Hoogachtend: ______________________ (je naam).
94 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Brief voor een kandidaat die huisbezoek heeft gehad: Beste ________________ (naam van de persoon) Pas geleden heeft ons huisbezoekteam het genoegen gehad om jou te ontmoeten en je te introduceren met de _____________ (naam van de kerk). We hopen oprecht dat je ons in de nabije toekomst zult bezoeken en deel zult nemen aan onze kerkdiensten. Als voorganger van de _____________ (naam van de kerk) verzeker ik je dat ik persoonlijke interesse heb in je geestelijke leven en wijdt ik mij toe om de Bijbel relevant te maken in de ontwikkeling van een meer betekenisvol leven met God. We bieden jou en je gezin aan om van de gemeenschap en bediening van deze kerk deel te worden. Ik zie er naar uit om je binnenkort te ontmoeten. Hartelijke groeten: ___________________________ (je naam en je titel/taak)
95 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
8. Groei in omvang, door kerken te planten Doelen Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • ‘Groei in omvang’ definiëren • Uitleggen wat er bedoeld wordt met het planten van kerken • Een samenvatting geven van de groei in omvang in de Nieuw Testamentische kerk • Uitleggen hoe kerken zich vermenigvuldigen door groei in omvang • Vier manieren noemen waarop een nieuwe kerk gestart kan worden • Drie typen kerken noemen die groeien in omvang • Bijbelse prioriteiten noemen voor het kiezen van gebieden om nieuwe kerken te starten • De boodschap uitleggen die nieuwe kerken tot gevolg heeft Sleutelvers Hand. 16:5:
De gemeenten dan werden bevestigd in het geloof en namen dagelijks in zielental toe.
Inleiding Hand. 1:8:
maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
Dit was de opdracht van Jezus, die Hij aan Zijn discipelen gaf. Zoals je in het vorige hoofdstuk al zag, onderging de kerk in Jeruzalem een heel snelle groei in aantal. De volgende stap in Gods plan was de groei in omvang. De kerk in Jeruzalem moest nieuwe kerken beginnen in andere Joodse steden. Groei in omvang Groei in omvang vindt plaats wanneer een kerk een andere kerk begint in dezelfde cultuur. De nieuwe kerk is een ‘uitbreiding’ van de moederkerk, net als een kind in de natuurlijke wereld een tastbare uitbreiding is van de ouders. Wanneer de moederkerk geestelijk volwassen is, zal de nieuwe kerk groeien naar een overeenkomstige volwassenheid. Wanneer er problemen zijn in de moederkerk, zal de nieuwe kerk overeenkomstige problemen hebben of krijgen. Daarom is het belangrijk voor een kerk om interne groei naar geestelijke volwassenheid te ondergaan voor er nieuwe kerken gestart worden. ‘Kerkplanten’ is een term die gebruikt wordt in de groei in omvang en in de overbruggingsgroei van de kerk. Deze term wordt gebruikt omdat iemand een nieuwe kerk ‘plant’ op de wijze waarop een boer een zaadje plant in het natuurlijke. In vruchtbare grond zal het zaad een nieuwe plant produceren die lijkt op de ‘moeder’ plant, waar het zaad vandaan kwam. 96 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
De term ‘planten’ heeft de voorkeur omdat het niet voldoende is om een kerk te ‘organiseren’. Daarmee past die kerk namelijk nog niet in de plaatselijke cultuur. Ook is het ‘stichten’ van een kerk niet voldoende, want bij stichten zorg je ervoor dat de kerk ontstaat en laat je haar verder achter in haar worsteling. De kerk moet ‘geplant’ worden. Zij moet geworteld zijn en groeien en de geestelijke levenscyclus voortzetten. Kerkelijke groei in omvang in het Nieuwe Testament In het menselijk lichaam delen cellen zich en groeien ze. Een cel die zich verdeeld geeft twee cellen. Die verdelen zich ook weer en zo gaat het proces door. Groei in Gods Koninkrijk komt hiermee overeen. Vermenigvuldiging vindt plaats door deling. Deling is een belangrijk middel in Gods plan voor groei. Wanneer we niet vrijwillig kiezen voor deling en vermenigvuldiging kan God omstandigheden toelaten die het veroorzaken. Hand. 8 gaat over de grote vervolging die ontstond tegen de Christenen in Jeruzalem. Door deze vervolging ontstond er deling in de kerk van Jeruzalem, want de mensen waren genoodzaakt te vluchten en moesten naar andere steden. Toen deze mensen uit Jeruzalem vertrokken gingen zij overal naar toe en verkondigden het Woord (Hand. 8:4). Doordat er nieuwe bekeerlingen bijkwamen werden er nieuwe kerken gevormd. Deze kerken waren een ‘uitbreiding’ van de ‘moeder’ kerk in Jeruzalem. Er was groei in omvang. De Nieuw Testamentische kerk breidde zich niet alleen uit door kerken te planten in gelijkwaardige culturen, zij overbrugden ook de culturele kloof en begonnen kerken in verschillende etnische gemeenschappen. In het volgende hoofdstuk komen we terug op deze overbruggingsgroei (Dit hoofdstuk en het volgende zou je eigenlijk in één keer moeten doornemen omdat zij beide gaan over het planten van nieuwe kerken). Het verslag van de kerkelijke groei in omvang, in Handelingen, laat zien dat er door de kerk in Jeruzalem kerken gestart werden in Judea, Galilea, Lydda, Saron en Joppe. Dat waren allemaal overeenkomstige Joodse culturen. In het vorige hoofdstuk heb je al gezien dat elk van deze kerken een expansieve groei doormaakte. De kerk in Jeruzalem en de geplante kerken… Hand. 16:5:
De gemeenten dan werden bevestigd in het geloofs en namen dagelijks in zielental toe.
Niet alleen de individuele gelovigen reproduceerden zich geestelijk, de kerken namen ook in aantal toe toen de kerk uit Jeruzalem haar getuigenis uitbreidde in het hele gebied. Hoe kerken beginnen bij groei in omvang Er zijn vier manieren waarop een nieuwe kerk gestart wordt: 1. Een kerk start een nieuwe kerk 2. Verschillende kerken werken samen en starten een nieuwe kerk 3. Een grote kerk splitst zich en vormt zo twee of meer nieuwe kerken 97 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
4. Een individuele gelovige wordt naar een bepaald gebied gestuurd om een kerk te starten. Iemand die apostel is, wordt vaak op zo’n manier gebruikt. Een voorbeeld hiervan is de apostel Paulus. Zo’n iemand wordt soms ‘kerkplanter’ genoemd. In elke van deze gevallen vindt er vermenigvuldiging plaats door de verbreiding van de Evangelieboodschap en door het vormen van nieuwe geloofsgemeenschappen. Soorten groei in omvang Nieuwe kerken kunnen verschillend groei in omvang hebben. 1. Kerken die een specifieke gemeenschap dienen: Deze kerken worden gestart om een specifieke gemeenschap, dorp, gebied of stad te dienen. Ze kunnen het gevolg zijn van evangelisatie, waardoor een nieuwe groep gelovigen ontstond in een bepaald gebeid. Ze kunnen geplant worden om te dienen in onbereikte of ontvankelijk gebied. 2. Kerken die een specifieke etnische groep dienen: Deze gemeenschappen dienen specifieke etnische groepen die dezelfde cultuur hebben, dezelfde voorouders en taal. Een voorbeeld: er kan een kerk gestart worden voor mensen die Spaans spreken en die het Nederlands van de ‘moeder’ kerk niet kunnen verstaan. Andere voorbeelden zijn de kerken voor Aziaten in vluchtelingkampen en voor Indianen in de reservaten. 3. Kerken met speciale doelen: Een kerk kan gevestigd worden met een speciaal doel. Bijvoorbeeld: een kerk kan vlakbij een universiteit geplant worden en richt zich speciaal op studenten. Prioriteiten bij groei in omvang De Bijbel geeft bepaalde prioriteiten in de verbreiding van het Evangelie en het starten van nieuwe kerken. Dat zijn: De onbereikten: De hoogste prioriteit zijn de mensen die nog niet bereikt zijn met het Evangelie. Paulus schreef: Rom. 10:13-14: want: al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden. Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem, van wie zij niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker?
Gebieden waarin er nog geen getuigenis van het Evangelie is, dienen altijd de hoogste prioriteit te hebben. Lees de gelijkenis van de schapen in Luk. 15:3-7. De eerste aandacht was gericht op het verloren schaap, niet op zij die al in de kudde waren. De ontvankelijken: Je leerde in het vorige hoofdstuk het belang van het werken in een ontvankelijk geestelijk veld. Jezus onderwees dat (Math. 10:13-15; Luk 8:5-15). En Paulus bracht het in de praktijk (Hand. 13:42-51). Jezus en Paulus lieten de niet ontvankelijke velden niet achter zich. Zij gingen door met het proclameren van het Evangelie aan hun en waarschuwden voor het oordeel van God. Maar hun aandacht ging in de eerste plaats uit naar de mensen die ontvankelijk waren. 98 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Eerst steden en dan de omgevende gebieden: Dit was de strategie die Paulus gebruikte. Je leert daar meer over in het volgende hoofdstuk. Steden bevatten het grootste deel van de bevolking. Veel mensen bezoeken steden om zaken te doen of gewoon om er even uit te zijn. Wanneer je de menigten in de steden bereikt, gaan zij naar het gebied in hun omgeving om het Evangelie te delen en nieuwe kerken starten. Veranderingen vinden over het algemeen het eerste plaats in de steden, of het nu om gewoonten gaat, of om levensstijl, of om regels. Wanneer je een stad met het Evangelie bereikt, zal de verspreiding naar de omgeving langs de natuurlijke lijnen in de maatschappij plaatsvinden. De boodschap De boodschap van een kerkplanter hoort te zijn: Een boodschap gebaseerd op de Bijbel: Nieuwe kerken ontstaan doordat ongelovigen het Evangelie horen en Jezus als Redder aannemen. Wanneer de verkondiging gebaseerd is op de Bijbel, draagt het de autoriteit van God in zich. Hoorders herkennen en reageren op de kracht van het Woord van God. Een boodschap waarin Christus centraal staat: Jezus is het centrum van de boodschap dat ervoor zorgt dat de Kerk zich vermenigvuldigt. Mensen moeten weten wie Hij is, wat het belang is van Zijn aardse bediening, Zijn dood en opstanding. Zij moeten onderwezen worden hoe zij moeten reageren op het Evangelie en hoe zij redding en eeuwig leven moeten ontvangen. Een boodschap gericht op de noden: Mensen reageren wanneer een boodschap tegemoet komt aan hun persoonlijke noden. Een goed voorbeeld van deze methode is Jezus en de vrouw bij de bron (Joh. 4). Zijn boodschap richtte zich op haar behoefte aan water. Hoe je een kerk moet planten Verschillende cursussen geven details over hoe je een kerk moet planten. De cursussen: ‘Een Bijbelse wereldbeschouwing ontwikkelen’; ‘Onderwijstechnieken’, ‘Krachtprincipes’ en deze cursus geven je de principes voor vermenigvuldiging. Elke cursus legt andere delen uit van Gods plan voor geestelijke vermenigvuldiging. De volgende cursussen richten zich op verschillende aspecten van het planten van kerken: • • • • •
Bijbelse managementprincipes helpt je bij het kiezen en ontwikkelen van kerkleiders. Omgevingsanalyse helpt je gebieden te vinden die ontvankelijk zijn voor het Evangelie en daarmee klaar zijn voor evangelisatie en het planten van kerken. Doelgericht management helpt je bij het vaststellen van het doel van een plaatselijke kerk, het maken van plannen en het organiseren van de kerk. Mobilisatiemethoden helpen je de leden van de kerk te mobiliseren. Evangelisatie helpt je kerken te planten als eindpunt van evangelisatie.
99 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Om kerken op de juiste manier te planten en organiseren zou je deze cursussen door moeten nemen. Ondertussen kun je god om leiding vragen. Hij kan je zeggen waar Hij wil dat jij voor Hem actief dient te zijn. Wanneer je een geestelijke leider bent (een voorganger van een kerk) zou jij je niet eens moeten afvragen OF je wel zou moeten vermenigvuldigen. Je weet dan al dat God wil dat je vermenigvuldigt. Je gebeden moeten gericht zijn op WAAR je een kerk moet planten en WANNEER dat moet gebeuren, want timing en de plaats zijn belangrijke sleutels in de geestelijke oogst. Je wilt je vermenigvuldigen op de juiste tijd op de juiste plaats. Nieuwe kerken moeten volwassen worden Net als een baby in de natuurlijke wereld, kan een nieuwe kerk afhankelijk zijn van de ‘moeder’ kerk in haar vroege ontwikkeling. Maar hoe meer de kerk volwassen wordt, hoe meer het een apart onafhankelijk functionerend lichaam van gelovigen moet worden, dat zich ook kan vermenigvuldigen door middel van geestelijke reproductie. Dat is het model voor de kerken, door Paulus ingesteld. De in omvang groeiende kerk moet zich uitbreiden op basis van Bijbelse principes die gegeven werden in het vorige hoofdstuk. Om op de juiste wijze volwassen te worden moet elke nieuwe kerk: 1. Haar doel en doelstellingen begrijpen: Elk programma en elke groep die binnen de kerk opgestart worden moet in overeenstemming zijn met het doel en de doelstellingen van de kerk. “Doelgericht management’ gaat hier dieper op in. 2. Inzicht hebben in de Bijbelse principes voor organisatie: Dit omvat de gaven van de Geest, de bedieningen en de ambten. Ook omvat het de training van nieuwe bekeerlingen opdat zij geestelijke leiders kunnen worden die hun gaven toepassen. ‘Bijbelse managementprincipes’ en ‘Doelgericht management’ gaan hier dieper op in. 3. Inzicht hebben in de Bijbelse kenmerken voor leiders: ‘Bijbelse managementprincipes’ gaat hier dieper op in. 4. Onderwezen zijn in de fundamenten van het geloof: De cursus ‘Fundamenten van het geloof’ gaat hierover. 5. Praktische zaken oplossen: Deze omvatten: • Het formuleren van een geloofsgrondslag: bezoekers weten dan wat de kerk gelooft. • Wettelijke zaken die door de regering aan nieuwe kerken opgelegd worden. • Organisatie van de kerk: leiders, functies en procedures (bijvoorbeeld voor financiën) • Locatie en eigendom van de kerkelijke bezittingen • De relatie met de ‘moeder’ kerk ten aanzien van de nieuwe uitbreiding
100 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
De vermenigvuldiging gaat door Het is Gods plan dat elke nieuwe kerk voortkomt uit een groei in omvang en dat deze de cyclus van vermenigvuldiging voortzet. De nieuwe kerk moet een interne groei naar geestelijke volwassenheid doormaken. Zij zou in aantal toe moeten nemen en daarna nieuwe kerken moeten planten. Door deze Bijbelse methode blijft de kerk groeien en zal zij uiteindelijk ‘de uitersten der aarde’ bereiken (Hand. 1:8). Hier is een schema dat dit proces laat zien: A. B. C. D.
D
C
B
A
B
De ‘moeder’ kerk “A” plant nieuwe kerken De nieuwe kerken “B” breiden zich uit. De uitbreidingen “C” starten nieuwe uitbreidingen… Het proces gaat door.
101 van 163
C
D
Vermenigvuldigingsmethoden
Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ 2. Wat is ‘groei in omvang’? ___________________________________________________________________________ 3. Wat wordt bedoel met ‘planten van kerken’? ___________________________________________________________________________ 4. Bespreek de groei in omvang in de kerk van Jeruzalem. ___________________________________________________________________________ 5. Noem vier manieren waarop een nieuwe kerk gestart kan worden. ___________________________________ _______________________________________ ___________________________________ _______________________________________ 6. Noem drie soorten groei in omvang. ____________________ ________________________ ______________________________ 7. Welke Bijbelse prioriteiten gelden er voor het uitkiezen van een gebied om nieuwe kerken te starten. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 8. Welke soort boodschap kan nieuwe kerken tot gevolg hebben? ___________________________________________________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt u achter in dit boek) 102 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Vervolgstudie Om meer te weten over het planten van kerken, kun je de volgende cursussen doornemen: • • • • •
Bijbelse managementprincipes helpt je bij het kiezen en ontwikkelen van kerkleiders. Omgevingsanalyse helpt je gebieden te vinden die ontvankelijk zijn voor het Evangelie en daarmee klaar zijn voor evangelisatie en het planten van kerken. Doelgericht management helpt je bij het vaststellen van het doel van een plaatselijke kerk, het maken van plannen en het organiseren van de kerk. Mobilisatiemethoden helpen je de leden van de kerk te mobiliseren. Evangelisatie helpt je kerken te planten als eindpunt van evangelisatie.
103 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
9. Groei door overbrugging Doelen Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • Uitleggen wat er bedoeld wordt met de ‘overbruggingsgroei’ van de kerk • Bijbelteksten noemen die Gods plan bij overbruggingsgroei verklaren • De sleutelfiguur, in het Nieuwe Testament, die overbruggingsgroei leidt, noemen • De methoden noemen die Paulus gebruikte om het Evangelie in andere culturen te verspreiden. Sleutelvers Hand. 26:18:
om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht en van de macht van de satan tot God, opdat zij vergeving van zonden en een erfdeel onder de geheiligden zouden ontvangen door het geloof in Mij.
Inleiding Het vorige hoofdstuk ging over de groei in omvang, ofwel groei door uitbreiding. Deze vindt plaats wanneer een kerk een nieuwe kerk plant in een overeenkomstige cultuur. Je zou dat eigenlijk tegelijkertijd met dit hoofdstuk moeten bekijken. Dit hoofdstuk gaat over overbruggingsgroei. Dezelfde principes die nodig zijn voor de kerkelijke groei in omvang gelden ook in overbruggingsgroei. Alles wat in het vorige hoofdstuk aan de orde kwam, geldt ook hier. Maar overbruggingsgroei vereist ook enkele bijzondere methoden en deze komen in dit hoofdstuk aan de orde. Overbruggingsgroei Deze groei vindt plaats wanneer een kerk uitbreidt en daarmee de nationale, taal- en etnische kloven overbrugt om een kerk in een andere cultuur te planten. De term ‘overbrugging’ wordt gebruikt wanneer er tijdens het proces van kerkplanten een of meerdere kloven overbrugt dienen te worden. Moderne transport- en communicatiemiddelen hebben een flinke positieve bijdrage geleverd aan de overbruggingsgroei, zelfs in de meest verre gebieden. Overbruggingsgroei in het Nieuwe Testament Deze vorm van groei was een deel van Gods plan met betrekking tot de verspreiding van het Evangelie in de wereld. De discipelen moesten beginnen in hun eigen cultuur in Jeruzalem en daarna kerken gaan planten in andere gebieden met dezelfde cultuur. Daarna moeten taalkundige -, nationale – en cultuurkloven overbrugd worden om het Evangelie te verspreiden tot aan het uiterste der aarde (Hand. 1:8). De discipelen gehoorzaamden onmiddellijk aan de opdracht om het Evangelie binnen hun eigen cultuur te brengen (Hand. 2).
104 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Uitbreiding naar andere gebieden met dezelfde cultuur was het gevolg van vervolgingen: Hand. 8:1,4:
En er ontstond te dien dage een zware vervolging tegen de gemeente te Jeruzalem; en allen werden verstrooid over de streken van Judea en Samaria, met uitzondering van de apostelen… Zij dan, die verstrooid werden, trokken het land door, het evangelie verkondigende.
Filippus was de eerste die de culturele kloof overbrugde, in Samaria (Hand. 8). Petrus en Johannes zetten het werk voort in dat gebied. Petrus had er problemen mee in andere culturen actief te zijn. Hij was een toegewijde Jood en tot nu toe had hij het contact met heidenen (nietJoden) zoveel mogelijk beperkt. God sprak tot Petrus door middel van een visioen (Hand. 10) en dit had tot gevolg dat Petrus het Evangelie naar de heidenen in Caesarea bracht. In het Nieuwe Testament wordt overbruggingsgroei het beste weergegeven in de bediening van Paulus. God had Paulus juist daarvoor geroepen. Paulus was een Jood, en toch zei God over hem: Hand. 9:15:
… deze is Mij een uitverkoren werktuig om mijn naam te brengen voor heidenen en koningen en de kinderen Israëls
Omdat Paulus geroepen was door God tot een bediening over de culturen heen, zijn de methoden van hem heel belangrijk om inzicht te krijgen in de overbruggingsgroei van de kerk. Lees het verhaal van de bekering van Paulus in Hand. 9. De rest van Handelingen is een verslag van de zendingsactiviteiten in de landen van de wereld. Veel Nieuw Testamentische brieven zijn nazorgbrieven die hij schreef aan de kerken die hij in verschillende gebieden geplant had (Rom. – Hebr.) De methoden van Paulus Paulus werd door God gekozen als een voorbeeld of een patroon voor ons: 1Tim. 1:16:
Maar hiertoe is mij ontferming bewezen, dat Jezus Christus in de eerste plaats in mij zijn ganse lankmoedigheid zou bewijzen tot een voorbeeld voor hen, die later op Hem zouden vertrouwen ten eeuwigen leven.
Daarom kunnen de methoden van Paulus een voorbeeld zijn in de overbruggingsgroei van de kerk. Hier zijn enkele principes voor overbruggingsgroei die geopenbaard worden in de bediening van Paulus: De juiste motieven: Paulus werd gemotiveerd door de toestand van de heidenen zonder Christus (‘heidenen’ zijn alle volkeren die niet Israël zijn): Ef. 2:11-12:
Bedenkt daarom dat gij, die vroeger heidenen waart naar het vlees, en onbesneden genoemd werdt door de zogenaamde besnijdenis, die werk van mensenhanden aan het vlees is, dat gij te dien tijde zonder Christus waart, uitgesloten van het burgerrecht Israëls en vreemd aan de verbonden der belofte, zonder hoop en zonder God in de wereld.
Hij voelde zich ertoe verplicht:
105 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden Rom. 1:14-15: Van Grieken en niet-Grieken, van wijzen en onwetenden ben ik een schuldenaar. Vandaar mijn bereidheid om ook u te Rome het evangelie te brengen.
Paulus werd gemotiveerd door het verlangen om gehoorzaam te zijn aan het hemelse visioen dat God Hem had gegeven: Hand. 26:19:
Daarom, koning Agrippa, ben ik dat hemelse gezicht niet ongehoorzaam geweest
Hij werd gemotiveerd door ijver en een last voor God: Hand. 17:16:
En terwijl Paulus te Athene op hen wachtte, werd zijn geest in hem geprikkeld, toen hij zag, dat de stad zo vol afgodsbeelden was.
Hij werd gemotiveerd door pure liefde: 2Cor. 6:4, 6:
maar wij doen onszelf in alles kennen als dienaren Gods: in veel dulden, in verdrukkingen, in noden, in benauwdheden… in reinheid, in kennis, in lankmoedigheid, in rechtschapenheid, in de Heilige Geest, in ongeveinsde liefde
De juiste prioriteiten: Paulus had de juiste prioriteiten. Dingen die hem tot voordeel waren: scholing, materiële rijkdom, positie etc.…. beschouwde hij als een verlies in het geestelijke vlak. Alleen dat wat bijdroeg aan de zaak van Christus was waardevol: Fil. 3:7-8:
Maar alles wat mij winst was, heb ik om Christus’ wil schade geacht. Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Here, dat alles te boven gaat. Om zijnentwil heb ik dit alles prijsgegeven en houd het voor vuilnis, opdat ik Christus moge winnen
Je prioriteiten horen altijd te zijn: 1. Je relatie met God 2. Je relatie met het Lichaam van Christus (inclusief je familie die daar ook deel van uitmaakt) 3. Je bediening voor God Relaties komen voor de bediening om de volgende redenen: 1. Je kunt niet dienen wanneer je relatie met God niet op orde is. 2. Je kunt niet dienen wanneer je relatie met anderen niet op orde is. Leden in het Lichaam van Christus (inclusief je familie) ontvangen geen bedieningen wanneer je geen goede relatie met hen hebt. Het Woord van God: De bediening van Paulus was gebaseerd op het Woord van God. Toen het Woord van God zich verspreidde in de andere culturen, werden er kerken geplant: Hand. 12:24: Hand. 19:20:
En het woord des Heren wies en verbreidde zich. Zo wies het woord des Heren krachtig en het werd sterker.
106 van 163
Hand. 16:5:
Vermenigvuldigingsmethoden De gemeenten dan werden bevestigd in het geloofs en namen dagelijks in zielental toe.
De boodschap van het Evangelie: Het Evangelie van het Koninkrijk was de boodschap van Paulus. Hij verving het niet door liefdadigheid in probleemlanden. Hij bleef altijd met kracht het Evangelie verkondigen. Hij maakte geen plannen om de aandacht van de mensen te trekken. Mensen werden aangetrokken door de kracht van het Evangelie: Rom. 1:16:
Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek.
Gebed: Paulus vroeg God aanwijzingen te geven voor de verspreiding van het Evangelie in andere culturen: Hand. 13:2-3:
En terwijl zij vastten bij de dienst des Heren, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk, waartoe Ik hen geroepen heb. Toen vastten en baden zij, en legden hun de handen op en lieten hen gaan.
De Heilige Geest: De Heilige Geest leidde de zendingsactiviteiten van Paulus. Een voorbeeld: Hand. 16:6:
En zij gingen door het Frygisch-Galatische land, maar werden door de Heilige Geest verhinderd het woord in Asia te spreken
Prediken, onderwijzen, getuigen: Paulus volgde de instructies van de grote opdracht om her Evangelie te verkondigen, te onderwijzen en te getuigen. Hand. 20:7:
En toen wij op de eerste dag der week samengekomen waren om brood te breken hield Paulus een toespraak tot hen en, daar hij van plan was de volgende dag te vertrekken, zette hij zijn rede voort tot middernacht.
Hand. 20:20-21:hoe ik niets nagelaten heb van hetgeen nuttig was om u te verkondigen en te leren in het openbaar en binnenshuis, Joden en Grieken betuigende zich te bekeren tot God en te geloven in onze Here Jezus.
Het is niet genoeg wanneer je het Evangelie overdraagt. De boodschap moet op zo’n manier gebracht worden dat zij begrepen wordt door de toehoorders. Taal, woordenschat en de manier van overdracht moet aangepast worden om het Evangelie begrijpelijk te maken. Paulus erkende dit en paste het ook toe (Hand. 21:37-40; 22:2). In hendelingen staat een formule voor de effectieve overdracht van het Evangelie aan mensen in andere culturen. God zond Paulus naar de heidenen om… Hand. 26:18:
om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht en van de macht van de satan tot God, opdat zij vergeving van zonden en een erfdeel onder de geheiligden zouden ontvangen door het geloof in Mij.
107 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Het Evangelie moet op zo’n manier gebracht worden dat: 1. 2. 3. 4. 5.
Het de ogen opent van de mensen Zij uit de geestelijke duisternis in het licht kunnen komen Zij van de macht van satan naar Go toekeren Zij vergeving van zonden mogen ontvangen door redding Zij het erfdeel der geheiligden ontvangen door het geloof
De cultuur waarin iemand opgroeit wordt bepaald door vijf gebieden: Zijn taal: Hoe hij zich uitdrukt en hoe hij communicatie en ideeën binnenkrijgt Zijn wereldbeeld:Hoe hij de wereld ziet en daar inzicht in heeft Zijn overtuiging: Religie, geloof in het bovennatuurlijke, manier van denken, gedachteprocessen Zijn waarden: Moreel, materieel, sociale waarden, motivatie, manier van besluiten Zijn gedrag: Hou hij handelt, zijn houding, sociaal en cultureel aanvaardbaar gedrag Hand. 26:18 heeft het over alle vijf vlakken: Open hun ogen (vs. 1-2):
Taal: Een boodschap die effectief overgedragen wordt, wordt begrepen en aangenomen. Wereldbeschouwing: Bijbelse wereldbeschouwing wordt overgedragen Overtuiging: De geloofsboodschap, het Evangelie van het Koninkrijk verandert hun geloof Verandering van waarden
Dat zij zich omkeren en ontvangen (vs. 3-4):
Gedragsverandering
De demonstratie met kracht: Paulus bracht het Evangelie niet alleen mondeling over, hij demonstreerde het door de kracht van God: Rom. 15:18-19: Want ik zal het niet wagen van iets anders te spreken dan van hetgeen Christus door mij bewerkt heeft, om heidenen tot gehoorzaamheid te brengen door woord en daad, door kracht van tekenen en wonderen, door de kracht des Geestes. Zo heb ik, van Jeruzalem uit rondreizende tot Illyrie toe, de prediking van het Evangelie van Christus volbracht.
Kerken planten: Paulus deelde niet alleen het Evangelie en liet de nieuwe bekeerlingen dan ook niet aan hun lot over. Hij vormde een lichaam van gelovigen waar de nieuwe gelovigen zich bij dienden te voegen. Hij plantte plaatselijke kerken. Evangelisatie zonder de vestiging van een plaatselijke gemeenschap van gelovigen is te vergelijken met kinderen op de wereld zetten en geen zorg voor hen dragen. Deze cyclus volgde Paulus in elke stad waar hij het Evangelie bracht: 108 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
1. Werkers beroepen en uitgezonden (Hand. 13:1-4; 15:39-40): Werkers werden getraind en beroepen om een bepaald gebied te bereiken met het Evangelie. De gelovigen in de thuisgemeente helpen met het voorbereiden, zenden, ondersteunen en samenwerken met hen die door God voor het werk apart zijn gezet. 2. Contact met mensen (Hand. 13:14-16; 14:1; 16:13-15): Paulus maakte eerst een vriendelijk contact met de religieuze leiders in de synagoge, wanneer hij in een nieuw gebied kwam. Hij probeerde zoveel mogelijk begrip en ondersteuning te krijgen van de plaatselijke leiders. Daarna volgden individuele en groepscontacten, de bedoeling was een zo’n groot mogelijk gehoor voor de Evangelieboodschap te krijgen. 3. Overdracht van het Evangelie (Hand. 13:17; 16:31): Het Evangelie werd gebracht door middel van prediking, onderwijs, getuigenis en betoon van kracht. Verschillende methoden werden er gebruikt om het Evangelie effectief over te dragen. In sommige steden werd er onderwijs gegeven in de synagoge (Hand. 14:1). In andere steden werden ontvankelijke mensen afgescheiden in aparte groepen (Hand. 19:9). In sommige gebieden werden afzonderlijke groepen verzorgd met een speciale bediening (Hand. 13:42). Taal en methoden werden aangepast om de juiste communicatie van het Evangelie te bewerken (Hand. 22:2). 4. Hoorders bekeren zich (Hand. 13:48; 16:14-15): De effectieve communicatie van het Evangelie had bekeringen tot gevolg. Mensen accepteerden de boodschap van redding en bekering. 5. Gelovigen bij de kerk gevoegd (Hand. 13:43): Paulus stopte niet na evangelisatie en bekering. Hij bracht de gelovigen samen in een plaatselijke kerk. Nieuwe gelovigen werden onmiddellijk ondergebracht in een geloofsgemeenschap en kwamen dan ook onder de discipline van het plaatselijke Lichaam. Er werden tijden en plaatsen vastgesteld voor de bijeenkomsten van de nieuwe kerk. 6. Geloof bevestigd en versterkt (Hand. 14:21-22; 15:41): Zoals aangegeven werd in de grote opdracht (Math. 28:19-20), vond er verder onderwijs plaats na de bekering. Dit onderwijs, binnen de plaatselijke kerk, bestond uit de fundamenten van het Christelijke geloof en hoe men moest leven in het Koninkrijk van God. Hun ‘bevestiging van het geloof’ had geestelijke volwassenheid tot gevolg. Het hielp de gelovigen om hun geestelijke gaven te ontdekken en actieve leden te worden in het Lichaam van Christus. 7. Leiders ingehuldigd (Hand. 14:23): Terwijl de gelovigen groeiden naar geestelijke volwassenheid, wees God een aantal aan om plaatselijk geestelijke leider te worden. Elke kerk ontwikkelde zich tot een Bijbelse organisatie, die functioneel en effectief was voor de omgeving waarin zij zich bevond. De autoriteit om de gaven van de Geest te gebruiken werd eens, voor altijd, aan de gemeente gegeven. Het leiderschap ontstond dan ook binnen in de nieuwe gemeenschap. Toen Paulus oudsten uitkoos, werden ze gekozen uit de geloofsgemeenschap en niet geïmporteerd vanuit andere gebieden: Tit. 1:5:
Ik heb u op Kreta achtergelaten met de bedoeling, dat gij in orde zoudt brengen hetgeen nog verbetering behoefde, en dat gij, zoals ik u opdroeg, in alle steden als oudsten zoudt aanstellen mannen 109 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
8. Overdracht van de gemeente (Hand. 14:23; 16:40): Op het moment dat leiders op hun plaats waren en effectief functioneerden, nam de invloed van de kerkplanters af. Een ordelijke overdracht van de gemeente vond dan plaats, van de kerkplanter naar de nieuwe plaatselijke leiders. De kerk werd opgedragen aan de Heer als een functionerend plaatselijk Lichaam van gelovigen. Hoewel de nieuwe kerk contact had met de moederkerk, met betrekking tot het leiderschap en gemeenschap, waren zij niet afhankelijk van de moederkerk. Zij voorzagen zichzelf en waren in staat om het werk van het Evangelie voort te zetten zonder afhankelijk te zijn van financiële hulp van buitenaf. Elke financiële regeling ten behoeve van een nieuwe kerk moet zo gemaakt worden dat de mensen hun eigen zaakjes kunnen regelen. Wanneer een kerk steun ontvangt van een andere kerk, denominatie, of gelovigen in een ander land, wordt zij daarvan afhankelijk. Wanneer die steun, om welke reden dan ook, wegvalt, zal de nieuwe kerk geen stand kunnen houden. Wanneer er wrijvingen ontstaan tussen de denominaties of landen, kan de kerk in moeilijkheden komen indien de ondersteuning vermindert of gestopt wordt. Dezelfde Heer, die water in wijn veranderde en een aantal broden en vissen vermenigvuldigde om menigten te voeden, is ook in staat om te voorzien in de noodzakelijke fondsen voor de verspreiding van het Evangelie. Paulus fundeerde de nieuwe kerken op het Woord van God en op de Rots, Jezus Christus. Hij fundeerde ze niet op een organisatie, denominatie of op zijn eigen persoonlijkheid. Afhankelijk maken is iets heel anders dan trainen om onafhankelijk te worden. 9 Relatie in stand gehouden (Hand. 15:36; 18:23): De relaties tussen de nieuwe gemeenschap en de kerkplanter (Paulus) en de moederkerk (Jeruzalem) bleven bestaan. Er werden ook nieuwe relaties aangegaan tussen de nieuwe kerk en andere kerken in de omgeving om het Evangelie verder te verspreiden. 10. De cyclus herhaalt zich (1Thess. 1:8): Net als in de kerk van Thessalonica bleef ‘het Woord van God weerklinken’ vanuit de nieuwe kerk. Het was gericht tot de onbereikte mensen en de cyclus van evangelisatie werd herhaald om nog meer kerken te planten. Een wereldwijde visie: Paulus had een duidelijke wereldstrategie. De Bijbel openbaart zijn zorg voor Asia, Galatië, Macedonië, Italië en Spanje. Bestudeer de plaatsen waar Paulus kerken plantte: • • • •
Filippi, de hoofdstad van Macedonië: Thessalonica, een grote invloedrijke handelsstad: Corinthe, een commerciële wereldstad in Griekenland: Efeze, belangrijk wegenknooppunt, met verbindingen van Rome naar het oosten. Efeze was een strategische haven en een handelscentrum.
Hand. 16 Hand. 17:1-10 Hand. 18:1-11 Hand. 19:1-10
Paulus wist dat hij meer mensen kon bereiken in de druk bevolkte steden. Hij realiseerde zich ook dat veranderingen over het algemeen in steden begonnen en zich daarna uitbreidden naar de omgeving.
110 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Deze grote centra van handel en toerisme trokken veel buitenlandse toeristen en zakenlui. De steden lagen op belangrijke verbindingswegen, waar velen gebruik van maakten. Wanneer deze bezoekers het Evangelie aannamen, namen zij de boodschap mee naar hun streek van herkomst. Paulus bewoog zich in een steeds groter wordende cirkel vanaf de gevestigde zendingsbasis. Nadat hij Jeruzalem had verlaten richtte hij zijn aandacht op Klein Azië. Hij was in eerste instantie actief in Tarsus en Antiochië (Hand. 11:25-30; 13:1-3). Daarna kwam het westen van Klein Azië aan de beurt, met Efeze als hoofdstad (Hand. 19:1-20; 16:8). Daarna ging Paulus steeds meer in westelijke richting. Hij kwam ondermeer in Rome en Spanje was de meest ver gelegen plek die hij bereikte (Hand. 19:21; 23:11; 28:14-31; Rom. 1:9-15; 15:24, 28). Ontvankelijke velden: In Math. 10 zei Jezus tegen Zijn discipelen dat zij niet naar de Samaritanen of de heidenen moesten gaan, maar naar Israël. Andere groepen zouden later rijp zijn om het Evangelie te ontvangen. Zelfs onder de Joden moesten de discipelen alleen hen benaderen die ontvankelijk waren voor de boodschap. Ze moesten blijven op de plek waar zij een positieve reactie ontvingen en dan daar het goede nieuws delen. Waar ze geen positieve reactie ontvingen, moesten zij vertrekken. Zij moesten zich concentreren op de gebieden met de grootste ontvankelijkheid. Paulus volgde deze strategie ook. Wanneer het Evangelie door de Joden werd verworpen, ging hij naar de heidenen (Hand. 13:42-51). Toen Athene er nog niet klaar voor was ging Paulus naar Corinthe. Hij ging van de Joden naar de heidenen. De ontvankelijke Grieken waren blij en velen kwamen tot geloof en werden gedoopt. De Heer keurde het handelen van Paulus goed en liet hem daarom door een visioen zien dat hij in Corinthe moest blijven en vrijmoedig Christus moest verkondigen (Hand. 18:5-11). Toen de gemeenschappen uit de synagogen hem verwierpen, begon Paulus kerken met hen die wel ontvankelijk waren. Wanneer hij door vervolging uit een stad verwijderd werd, ging hij naar de volgende stad. Zijn eigen volk: Paulus wilde heel graag zijn eigen volk bereiken met het Evangelie: Rom. 10:1:
Broeders, de begeerte mijns harten en mijn gebed over hun behoud gaan tot God uit.
Onbereikte mensen: Paulus gaf prioriteit aan de gebieden waar Christus nog niet verkondigd was: Rom. 15:20-21: Ik stelde er mijn eer in het te verkondigen, doch zo, dat ik niet optrad, waar de naam van Christus reeds genoemd was, om niet op eens anders fundament te bouwen, maar om te handelen naar hetgeen geschreven staat: Zij, aan wie niets van Hem is verkondigd, zullen Hem zien en wie het niet gehoord hebben, zullen het verstaan.
Gebieden waar er nog geen getuigenis is van het Evangelie zouden altijd de hoogste prioriteit moeten hebben. Lees de gelijkenis van het verloren schaap (Luk. 15:3-7). De prioriteit was het verloren schaap, niet de kudde (zie ook Rom. 10:13-14).
Bevolkingsgroepen: Paulus werkte onder verschillende bevolkingsgroepen binnen een stad of een gebied. In Antiochië, bijvoorbeeld, werkte hij zowel onder de Joden als onder de Grieken (Hand. 13:42). 111 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Een bevolkingsgroep is een stam, kaste of een groep die een bepaalde culturele, taalkundige of etnische achtergrond heeft. Het is belangrijk dat je een bepaald gebied bekijkt op basis van dergelijke groepen en dan kerken plant rekening houdend met die groepen. Een voorbeeld: in de VS is er een stad waar verschillende talen gesproken worden: Spaans, Engels en Mandarijn (een Chinees dialect). Wanneer men in deze plaats kerken wil planten dient men rekening te houden met die taalgroepen. Het heeft geen zin om er een kerk te planten waar alleen Nederlands gesproken wordt. Daarom moet het planten van kerken zich richten op de bevolkingsgroepen in een bepaald gebied en niet op het gebied in het algemeen. Het planten van kerken binnen bepaalde groepen zorgt ervoor dat het Evangelie zich het meest snel verspreidt. Leden van een groep spreken allemaal dezelfde taal en hebben eveneens dezelfde gebruiken. Er zijn geen taalkundige of culturele hindernissen voor de verspreiding van het Evangelie. Daarom kan het Evangelie zich op deze manier snel verspreiden. Mensen die ‘als ons’ zijn, kunnen opgesplitst worden in kleinere groepen om het Evangelie te verspreiden. Wanneer je bijvoorbeeld een zondagsschool begint, kun je die opsplitsen in leeftijdsgroepen. Hetzelfde idee wordt toegepast wanneer je verschillende bevolkingsgroepen wilt bereiken. Er is een cursus ‘Omgevingsanalyse’ die je kan helpen een bepaald gebied te analyseren voor je er aan de slag gaat. Deze cursus helpt je: 1. vast te stellen welke mensen bereikt moeten worden. Wat als het gebied bestaat uit verschillende bevolkingsgroepen? Wie wil je dan bereiken? Wat is hun religieuze, culturele, etnische en taalkundige achtergrond? 2. geestelijke noden vast te stellen. Een voorbeeld: is er een kerk nodig voor de Spaanstaligen in een bepaald gebied? Misschien niet. Misschien is er andere groep die in dat gebied geestelijk verwaarloosd wordt, zoals de Nederlanders. 3. de ontvankelijkheid voor het Evangelie vast te stellen. 4. vast te stellen welke methode je het beste kunt gebruiken om de mensen te bereiken. Hoe kun je ze het beste bereiken; wie kan hen het beste bereiken? Een voorbeeld: analfabeten kunnen niet bereikt worden met literatuurevangelisatie. Je moet dan wat anders gebruiken. Bereidheid om je aan te passen aan andere culturen: Paulus was bereid om zich aan te passen aan verschillende culturen en verschillende niveaus in de maatschappij (1Cor. 9:16-23). Een persoon wordt voornamelijk beïnvloed door de cultuur waarin hij opgroeit. Mensen in cultuur A zullen verschillen van mensen in cultuur B: Cultuur A Thuiscultuur
Cultuur B Nieuwe cultuur
112 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Wanneer jij je eigen cultuur verlaat om in een andere cultuur het Evangelie te brengen, ben jij anders, Het kan zijn dat je daar niet in past:
JIJ Maar jij kunt je aanpassen. Net als Paulus kun jij, met Gods hulp, leren je in te passen in de nieuwe cultuur. De keuze is aan jou: ben je bereid je culturele patronen te veranderen in het belang van het Koninkrijk? ?
Culturele verschillen: Paulus was niet alleen bereid om zichzelf aan te passen aan een andere cultuur, hij liet de culturele verschillen het Evangelie niet beïnvloeden. Wanneer in westelijke landen een gelovige zijn familie zou verlaten omdat hij bekeerd is, verenigt hij zich met anderen die zoals hem zijn, in de kerk. Ze spreken allemaal dezelfde taal en hebben dezelfde cultuur. Maar in andere landen betekent Christen worden dat jij je stam moet verlaten en je bij een andere groep moet aansluiten. Dat is een reden waarom het Evangelie daar niet zo snel vooruit gaat. Sommige culturen zijn veel meer ingericht op gemeenschap dan de westerse culturen. Stam, kaste, clan en groep worden dan heel belangrijk. In de tijd van het Nieuwe Testament was het niet zo dat iemand die Christen werd zijn Joodse gewoonten achter zich diende te laten. Ook hoefde een heiden geen Joodse gebruiken op zich te nemen, zoals de besnijdenis. In het begin waren er problemen met Joden die hun culturele vereisten aan de heidense bekeerlingen wilden opleggen. Paulus zei echter dat dergelijke dingen alleen maar een last oplegden die niet nodig was. Lees over deze discussie en het besluit van de Kerk in Hand. 15. Opmerking Wanneer we het hebben over ‘cultuur’, hebben we het over manieren van gedrag, die verschillen van groep tot groep en die niet in strijd zijn met het Woord van God. Zondige praktijken zijn volledig onacceptabel.
Timing: Paulus paste de tijd die hij in een bepaalde cultuur doorbracht aan, aan de behoefte die er was. Soms bleef hij ergens een paar dagen (Hand. 21:4) en op andere plaatsen verbleef hij een lange tijd (Hand. 14:28). Hij was mobiel en flexibel. Zijn rooster werd bepaald door de Heilige Geest. Massacommunicatie van het Evangelie: Paulus bracht het Evangelie door middel van massacommunicatie. Hij gebruikte de kans om grote menigten te bereiken: Hand. 14:1:
En het geschiedde evenzo te Iconium, dat zij in de synagoge der Joden gingen en zo spraken, dat er een grote menigte, zowel van Joden als van Grieken, tot het geloof kwam. 113 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Persoonlijk discipelschap: Paulus sprak tot de menigten, maar hij kende ook de waarde van de investering van zijn leven in enkele sleutelpersonen die anderen ook konden onderwijzen. Timotheüs was zo’n iemand, net als Titus en Johannes Markus, die ooit afgewezen werd voor een discipelschapstraining (Hand. 15:36-40). Door Paulus openbaarde de Heilige Geest Gods plan voor geestelijke vermenigvuldiging voor elke gelovige (2Tim. 2:2). Door met andere gelovigen, zoals Barnabas en Silas, te werken en door de discipelen die hij trainde, werd de bediening van Paulus sterk vermenigvuldigd. Op zijn tweede en derde zendingsreis, maakte Paulus gebruik van inlandse medewerkers in zijn werkgebied. Dit is een sleutelprincipe. Afrikanen kunnen nu eenmaal het beste Afrikanen bereiken, net als Indiërs hun volk het beste kunnen bereiken. Ze hebben dezelfde taal, gewoonten en levensstijl. Onafhankelijke kerken: Paulus plantte onafhankelijke kerken. Hoewel ze te maken hadden met de moederkerk, inzake gemeenschap en leiderschap, waren ze daar niet afhankelijk van. Paulus liet zich niet ondersteunen door de nieuwe kerken, ook is er geen verslag bekend waarin vermeld staat dat de nieuwe kerken de nieuwe werken in andere culturen ondersteunden. Hij plantte kerken die zichzelf konden voorzien in het werk van het Evangelie en die geen financiële steun van buiten hoefden te ontvangen. Elke financiële regeling om het voortbestaan van de nieuwe kerk te waarborgen werd gedragen door de mensen van de nieuwe kerk. Wanneer een kerk financiële steun krijgt van een andere kerk, denominatie of van gelovigen in een ander land, dan wordt zij afhankelijk van hen. Wanneer de ondersteunende kerk of denominatie faalt, zal de nieuwe kerk ook falen. Wanneer de relatie tussen de landen verslechtert, zal de kerk problemen ondervinden omdat de ondersteuning uit het andere land afgebroken wordt. Dezelfde Heer die water in wijn veranderde en enkele broden en vissen vermenigvuldigde tot een maaltijd voor grote menigten, is ook in staat om te voorzien in de fondsen die nodig zijn om het Evangelie te verspreiden. Autoriteit om de gaven van de Geest te gebruiken moet zo snel mogelijk aan de nieuwe kerk gegeven worden en het leiderschap moet voortkomen uit de nieuwe gemeenschap. Toen Paulus de oudsten koos, werden zij gekozen vanuit de groep gelovigen en niet geïmporteerd uit andere gebieden. Tit. 1:5:
Ik heb u op Kreta achtergelaten met de bedoeling, dat gij in orde zoudt brengen hetgeen nog verbetering behoefde, en dat gij, zoals ik u opdroeg, in alle steden als oudsten zoudt aanstellen mannen, die onberispelijk zijn
Paulus betrok de nieuwe kerken in alle gebieden van evangelisatie, inclusief gebed, geven en als zijn medewerkers actie in groei in aantal, expansieve groei en overbruggingsgroei van de kerk (Hand. 20:4; Ef. 6:19; Fil. 1:5, 7; 4:14-16). Elke kerk die Paulus plantte werd een nieuw centrum voor geestelijke vermenigvuldiging. 1Thess. 1:8:
Want uit uw midden heeft het woord des Heren weerklonken niet alleen in Macedonië en Achaje, maar allerwegen is uw geloof, dat zich op God richt, bekend geworden, zodat wij daarvan niets behoeven te zeggen. 114 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Paulus stichtte nieuwe kerken op het Woord van God en op de Rots, Christus Jezus. Hij richtte ze niet op, op een of andere organisatievorm, op een bepaalde denominatie of op zij n eigen persoonlijkheid. Afhankelijk maken is geen training voor onafhankelijkheid. Een samenvatting van de typen kerkgroei In de laatste paar hoofdstukken hebben we geleerd hoe de kerk zich vermenigvuldigt door interne groei, groei in aantal, groei in omvang en door overbruggingsgroei. Bestudeer de volgende schema’s. Ze geven een beeld van de verschillende soorten kerkgroei. De cirkels staan voor een kerk in je eigen cultuur en de vierkantjes voor een kerk in een andere cultuur. Interne kerkgroei:
geestelijke groei binnen de kerk
Expansieve groei:
groei in aantallen
Kerkelijke uitbreiding:
Nieuwe kerken planten in dezelfde cultuur
Overbruggingsgroei:
Nieuwe kerken planten in aan andere cultuur
115 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Wat wordt er bedoeld met de ‘overbruggingsgroei’ van de kerk? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3. Geef tekstverwijzingen die Gods plan voor overbruggingsgroei bevestigen. ___________________________________________________________________________ 4. Wie was de sleutelfiguur in het Nieuwe Testament voor de overbruggingsgroei naar heidense volkeren? ___________________________________________________________________________ 5. Noem de methoden van Paulus op voor de verspreiding van het Evangelie in andere culturen. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt u achter in dit boek) 116 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Vervolgstudie 1. De kerk in Antiochië werd geplant door de kerk in Jeruzalem. Na de vervolging van Stefanus verlieten veel gelovigen Jeruzalem. Sommigen kwamen in Antiochië in Syrië, de drie na grootste stad in het Romeinse rijk. Ze vestigden daar een kerk (Hand. 11:19-21). De discipelen werden voor het eerst ‘Christenen’ genoemd, in Antiochië. Dit was de eerste kerk waar het aantal niet-Joden de overhand had in de gemeenschap. De Grieken (heidenen) vormden de grootste groep binnen die kerk. Antiochië werd al snel het nieuwe centrum van de Nieuw Testamentische kerken. De bediening die wij nu hebben draagt vooral kenmerken van Antiochië en niet zozeer van Jeruzalem. Jeruzalem had een heel beperkt idee, zij wilde in eerste instantie alleen de Joodse cultuur bereiken 2. Paulus maakte drie zendingsreizen naar andere culturen, om te evangeliseren en kerken te planten: De eerste reis: De tweede reis: De derde reis:
Hand. 13:1-14:28 Hand. 15:36-18:22 Hand. 18:23-21:14
3. Lees het persoonlijke getuigenis van Paulus in Hand. 22: Voor zijn bekering tot Christus: Zijn algemene bediening; Zij speciale bediening:
Hand. 22:3-5 Hand. 22:6-11 Hand. 22:17-21
4. Leer meer over de cyclus die Paulus hanteerde in elke stad door de gebeurtenissen in Efeze te bekijken. • • • • • • •
Contact gemaakt met de mensen: Het Evangelie overgedragen: Toehoorders bekeerd: Discipelen afgezonderd: Geloof bevestigd: Leiders ingewijd: Kerk aanbevolen:
Hand. 18:19; 19:1, 8-9 Hand. 19:4, 9-10 Hand. 19:5, 18 Hand. 19:9-10 Hand. 20:20, 27 Hand. 20:17, 28; 1Tim. 1:3-4 Hand. 20:17; Ef. 1:1-3, 15-16
5. Was de overbruggingsgroei van de Nieuw Testamentische kerk effectief? Onderzoek dit. • • • • • • • •
Er was veel blijdschap in die stad (Samaria): Hand. 8:8 En alle inwoners in Lydda en Saron bekeerden zich: Hand. 9:35 Het Woord des Heren bleef groeien en zich vermenigvuldigen: Hand. 12:24 Het Woord des Heren verspreidde zich door de hele regio: Hand. 13:49 De kerken werden versterkt in hun geloof en hun aantal nam dagelijks toe: Hand. 16:5 Allen die in Asia woonden hoorden het Woord van de Heer, zowel Joden als Grieken: Hand. 19:10 Het Woord des Heren groeide krachtig en werd sterker: Hand. 19:20 Van Jeruzalem tot aan Illirië toe bracht Paulus het Evangelie: Rom. 15:19 117 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
6. De sociale en geografische verschillen van de bekeerlingen in Handelingen tonen aan hoe de Kerk de sociale, culturele en nationale kloven overbrugde met het Evangelie. Een incomplete lijst omvat mensen als: • • • • • • • • • • • • • • • •
Barnabas, een rijke Leviet uit Cyprus: Hand. 4:36-37 Stefanus, een Hellenist, een geschoolde man: Hand. 6:5, 8-10; 7:1-53 De Ethiopische kamerling met grote autoriteit: Hand. 8:27 Saulus, een Farizeeër en geleerde: Hand. 9:1 Cornelius, een Romeinse hoofdman uit Caesarea: Hand. 10:1-48 Simeon, Lucius en Manaën in Antiochië: Hand. 13:1 Sergius Paulus: Romeinse landvoogd van Pafos: Hand. 13:6-12 Lydia, zakenvrouw in Thyatira: Hand. 16:14-15 Gevangenbewaarder in Filippi: Hand. 16:27-34 Voorname vrouwen in Thessalonica: Hand. 17:4 Dionysius van Athene: Hand. 17:34 Aquila en Priscilla uit Pontus: Hand. 18:3 Een Alexandrijnse Jood met autoriteit: Hand. 18:24-28 Publius, bestuurder in Malta: Hand. 28:7-10 Stefanas in Corinthe: 1Cor. 1:16 Filemon uit Colosse: Filem. 1-2
118 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
10. Besluit of discipel? Doelen: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • Een definitie geven van ‘bekeerling’ • Een definitie geven van ‘discipel’ • Zes gebieden noemen waarover instructie wordt gegeven, direct na de bekering, in de nazorg • Negen principes voor discipelschap noemen, die Jezus gebruikte • Uitleggen wat de ware test voor discipelschap is • Voorzien in een uitgebreide nazorg voor de nieuwe bekeerling Sleutelvers Math. 16:24:
Toen zeide Jezus tot zijn discipelen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij.
Inleiding Je hoort vaak iets over de grote opdracht, maar begrijp je werkelijk welke opdracht Jezus aan Zijn volgelingen gaf? • • • • •
Was de opdracht alleen bedoeld om nieuwe bekeerlingen te krijgen? Was het alleen bedoeld om evangelisatiecampagnes te organiseren? Was het bedoeld om grote acties te houden en gigantische kerkgebouwen te bouwen? Moesten de discipelen in de eerste plaats zorgen voor kleding voor de armen en eten voor de hongerigen? Was het alleen bedoeld om mensen voor de Heer te winnen en dan zo snel mogelijk ergens anders naar toe te gaan?
Laten we Zijn instructie nog eens even beter bekijken: Math. 28:19-20: Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.
Het belangrijkste was: naar alle volken gaan, hen het Evangelie onderwijzen, hen dopen en hen leren wat Jezus allemaal bevolen had. De evangelisatieopdracht is niet compleet zonder het onderwijs dat op de bekering volgt. Dit is de opdracht die uitgevoerd dient te worden. Je kunt heel veel goede dingen doen, zoals eten en kleding aan de armen geven. Maar het allerbelangrijkste dat er moet gebeuren is dat het Evangelie naar alle volken gebracht dient te worden. Alle andere positieve activiteiten zijn niets anders dan een bijdrage aan de grote opdracht. Zij kunnen je helpen, en de anderen die het Evangelie horen, om een meer praktische kant te laten zien van het Christen zijn. We horen immers allemaal Christen te zijn in Woord en daad.
119 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Besluit of discipel? Er worden in de grote opdracht twee vormen van onderwijs genoemd: Ten eerste: Het Evangelie onderwijzen zodat mensen gered worden. Mensen moeten het Evangelie horen om erop te kunnen reageren, zich te bekeren van zonde en opnieuw geboren te worden. Math. 28:19:
Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.
Nieuwe gelovigen worden ‘bekeerlingen’ genoemd. Een bekeerling is iemand die in Jezus gelooft, opnieuw geboren is door het geloof en deel is gaan uitmaken van het Koninkrijk van God. Ten tweede: Onderwijs na de bekering. Nadat aan iemand het Evangelie is onderwezen en deze tot Jezus is gekomen, moet hij leren om Jezus na te volgen: Math. 28:19-20: Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.
De grote opdracht openbaart dat nieuwe gelovigen alles dienen te leren wat Jezus bevolen heeft. Dit proces wordt ‘nazorg’, of ook wel ‘discipelschapstraining’ genoemd. Paulus maakte hier echt werk van, zowel voor nieuwe bekeerlingen als voor nieuwe kerken: Hand. 18:23:
En toen hij daar een tijd lang geweest was, ging hij weer weg en doorreisde achtereenvolgens het land van Galatië en Frygië om al de discipelen te versterken.
Hand. 14:22:
om de zielen der discipelen te versterken en hen te vermanen om te blijven bij het geloof, en dat wij door vele verdrukkingen het Koninkrijk Gods moeten binnengaan.
Definitie van discipelschap Een ‘discipel’ is een bekeerling die geworteld is in de fundamenten van het Christelijke geloof en die nieuwe bekeerlingen kan maken en deze tot discipel maken. Het woord ‘discipel’ betekent: leerling, navolger, iemand die leert door na te volgen. Het gaat dus om veel meer dan hoofdkennis. Het is een vorm van leren die je hele levensstijl verandert. Discipelen maken is dus niet alleen overdracht van informatie, het is: personen ontwikkelen. De cirkel van bekeerling en discipel Een besluit nemen is slechts de eerste stap naar discipelschap. Bekeerlingen moeten verder gaan de hun besluit om van Christus te zijn. Ze moeten leden worden van het Lichaam van Christus, die verantwoordelijkheid kunnen dragen en die in staat zijn om nieuwe gelovigen toe te voegen aan dat Lichaam. Het winnen van nieuwe gelovigen is belangrijk, maar mensen trainen om Jezus na te volgen en geestelijk reproductief te worden is minstens zo belangrijk. Iedere persoon die jij traint zal nieuwe bekeerlingen maken en hen trainen om een goede discipel te worden en die zullen dan weer anderen bereiken. Dat is het Bijbelse plan ten aanzien van discipelschap, wat Jezus toepaste. 120 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Hij koos 12 mensen die Zijn discipelen werden en getraind werden om anderen te bereiken. Het schema hiernaast is de voortdurende cyclus van evangelisatie en discipelschap: Evangelisatie heeft nieuwe bekeerlingen tot gevolg. Discipelschapstraining heeft discipelen tot gevolg, die kunnen evangeliseren, nieuwe bekeerlingen maken en hen tot discipel maken. Deze cyclus wordt steeds herhaald. Houdt altijd het doel voor ogen: je maakt geen discipelen om je eigen bediening of denominatie op te bouwen. Het doel van discipelen maken is alle volkeren te bereiken voor Jezus Christus. Het uitvoeren van de grote opdracht is niet zozeer afhankelijk van betere technieken of nieuwe technologieën, het is veel meer afhankelijk van de ontwikkeling van toegewijde discipelen De oproep tot discipelschap Lees Luk. 9:57-62 in je Bijbel. In deze tekst gaan drie mannen naar Jezus toe omdat zij graag discipelen willen worden. Aan elk van hen laat Jezus een ander aspect zien van de betekenis van de oproep tot discipelschap: 1. Bereken de kosten (Luk. 9:57-58): De eerste man wilde Jezus volgen zonder af te wachten dat hij daartoe geroepen werd. Hij probeert discipel te zijn uit eigen beweging. Jezus waarschuwt hem dat hij de betekenis van discipelschap niet begrijpt. Discipelschap is geen offer dat een mens doet voor God. Het is een oproep van God aan de mens. Jezus zei: “Wanneer jij mij volgt, kom je dit tegen”. Hij legde uit dat echt discipelschap veel kost. Je kunt het niet bewerken uit eigener beweging. 2. De juiste prioriteiten (Luk. 9:59-60): De tweede man werd door Jezus zelf geroepen: “Volg Mij”. ‘Volgen’ betekent: ‘achter iemand aangaan die voor je uit gaat; een voorbeeld nadoen’. Het omvat geloof en gehoorzaamheid. Toen Jezus Zijn 12 discipelen riep, verzocht Hij hen te komen en te volgen. Hij stippelde geen route uit naar een geweldige carrière. Hij gaf ze ook geen details over hun levensprogramma. De discipelen moesten hun oude leven achter zich laten. Welke besluiten, afscheid en offers hiervoor nodig waren zullen we nooit te weten komen. De volgeling verlaat een zeker leven voor eentje vol onzekerheid, in de ogen van de wereld. De toewijding is niet aan een programma, maar aan een persoon: de Heer Jezus Christus. De reactie van de man in het tekstgedeelte was: “Sta mij eerst toe…”. Hij wilde Jezus wel volgen, maar het had niet de hoogste prioriteit. Jezus zou nooit het advies geven dat een volgeling de noden van zijn ouders moest negeren (zie Joh. 19:25-27). In dit verhaal gaat het 121 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
in de eerste plaats om de prioriteiten. Deze man wilde zijn vader eerst begraven. Op een kritiek moment riep Jezus deze men om Hem te volgen. Niets mag de reactie op die oproep in de weg staan. In een andere tekst legt Jezus meer uitgebreid uit wat ‘volgen’ inhoudt: Math. 16:24:
Toen zeide Jezus tot zijn discipelen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij.
Je moet eerst jezelf verloochenen voor jij je kruis kunt opnemen. De egoïstische zondige natuur moet verloochent worden (Lees Rom 7-8 over de worsteling die Paulus op dit vlak doormaakte). Daarna moet ij je kruis opnemen. Het kruis is symbolisch voor het offer, pijn, verwerping, belediging en tegenslagen omdat jij Gods wil doet. Het kruis kan zelfs je sterven inhouden omdat je vanwege je geloof gemarteld en gedood kunt worden. ‘Je kruis opnemen’ verwijst niet naar de moeiten in het leven. Deze komen bij alle mensen voor. Het zijn aanvallen, beproevingen, teleurstellingen en neergeslagenheid die het gevolg zijn van een leven in een zondige wereld. Ook de gelovige krijgt te maken met dergelijke levenslasten. Hij ondergaat ziekten, ongelukken en natuurlijke rampen ten gevolge van het leven in deze zondige wereld. Maar deze lasten hebben niets te maken met ‘het kruis opnemen’. Het opnemen van het kruis gebeurt vrijwillige en is niet iets dat je opgelegd wordt door de problemen in je leven. Het is voortdurend (dagelijks) kiezen om je egoïstische verlangens opzij te zetten en Gods wil te doen. Het dragen van het kruis is noodzakelijk in discipelschap. Jezus zei: “Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn.” (Luk. 14:27). Het opnemen van het kruis is niet prettig omdat jij jezelf moet verloochenen. Maar toch moet het vrijwillig gedaan worden om Zijn discipel te kunnen worden. Om het kruis te kunnen opnemen moet jij je handen leegmaken. Je moet de dingen van de wereld loslaten. Wanneer je hart gericht is op materiële dingen en geld, zijn je handen te vol om je kruis op te nemen. Wanneer je tijd volgepropt is met pleziertjes en dingen die je vlees bevredigen, zijn je handen te vol om het kruis op te nemen. Nadat jij jezelf verloochent hebt en het kruis hebt opgenomen, is de volgende stap: volgen. Je moet je oude levensstijl achter je laten, evenals je oude zondige relaties. Je wordt nooit een discipel door te gaan zitten en wachten tot het een keertje gebeurt. JIJ moet de eerste stappen ondernemen: verloochen jezelf, neem je kruis op en volg. Mattheüs kon bij zijn belastingwerk gebleven zijn en Petrus bij zijn netten. Zij konden beiden geprobeerd hebben hun beroep zo eerlijk mogelijk uit te oefenen en zouden waarschijnlijk ‘geestelijke’ zegeningen daarbij ondervinden. Maar om echt discipel te worden moesten zij hun oude situatie achter zich laten en de nieuwe binnengaan. Mattheüs moest de belastingtafel achter zich laten en Petrus zijn netten. Hiermee wordt niet bedoeld dat elke discipel hun huizen en banen achter zich moeten laten. Het gaat hier vooral om een verandering van levensstijl. In sommige gevallen betekent dat, dat jij je huis moet verlaten en/of je baan en/of geliefden in het belang van het Evangelie. Je moet Jezus volgen waarheen Hij je ook leidt, Discipelschap vraagt prioriteit.
122 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
3. Absolute doelen (Luk. 9:61-62): De derde man wilde wel volgen, maar hij wilde dat doen op zijn eigen voorwaarden. Zijn familie vaarwel zeggen is iets heel normaals, maar Jezus had hen de opdracht gegeven Hem te volgen. Wat was zijn werkelijke doel in het leven? Discipelschap of zijn eigen dingen doen? De doelen in het leven van deze man waren nog niet vastgelegd. Hij stond nog met zijn ene been in het oude leven en met het andere been in het nieuwe leven waar Jezus hem toe opriep. De methoden en de boodschap van discipelen De oproep tot discipelschap omvat de opdracht om alle volkeren te onderwijzen. De methode van de discipelen was getuigen. Jezus zei: “Gij zult Mijn getuigen zijn”(Hand. 1:8). De nadruk lag dus niet zozeer op wat zij zouden doen, maar op wat zij zouden zijn. Wat zij zouden worden vanuit dat wat zij zouden zijn. Uiteindelijk zagen de volgelingen van Jezus zichzelf als getuigen. Aan het eind van zijn leven zei Paulus: Hand. 26:22-23:Als een getuige, die hulp van God heeft ontvangen tot op deze dag, sta ik dus hier voor klein en groot, zonder iets anders te zeggen dan wat de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zou, namelijk, dat de Christus zou lijden, en dat Hij als eerste uit de opstanding der doden het licht zou aankondigen en aan het volk en aan de heidenen.
Voor de discipelen was getuigen het verkondigen, onderwijzen en dopen en de demonstratie van de kracht van God door wonderen en genezingen. De boodschap van hun getuigenis was het Evangelie van het Koninkrijk van God: Math. 24:14:
En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn.
Paulus noemt de basiselementen van het Evangelie: 1Cor. 15:3-4:
Want voor alle dingen heb ik u overgegeven, hetgeen ik zelf ontvangen heb: Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften, en Hij is begraven en ten derden dage opgewekt, naar de Schriften
Gal. 1:8:
Maar ook al zouden wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt!
Dit is wat Paulus de ‘waarheid van het Evangelie’ noemt (Gal. 2:5). Elke andere boodschap is onacceptabel. Jezus en discipelschap Jezus had een aardse bediening van slechts 3½ jaar en daarin deed Hij het werk waartoe God Hem gezonden had. Dat was een geweldige taak. Hij kon slechts een beperkt aantal plaatsen bezoeken in die korte tijd en bovendien kon Hij slechts een beperkt aantal mensen bereiken. Om de afronding van Zijn opdracht te verzekeren gaf Jezus discipelschap hoge prioriteit. Hij wist dat Zijn discipelen en de gelovigen die na hen kwamen de menigten in de dorpen en steden zouden bereiken die Hij nooit kon bezoeken. 123 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Jezus zou als Zijn tijd gebruikt kunnen hebben voor het voeden en kleden van de armen. Hij had een groot kerkgebouw in Jeruzalem neergezet kunnen hebben. Er zijn veel verschillende methoden die Hij had kunnen gebruiken. Hij wist dat Hij, door zijn leven te investeren in enkele betrouwbare en getrouwe mensen, een vermenigvuldigingsproces zou beginnen dat nooit zal eindigen. Zijn zorg werd niet bepaald door programma’s om de menigten te bereiken, maar door mensen die in staat waren om de massa te bereiken. Het doet er niet toe in welk land je leeft, of je in een grote stad of in een verafgelegen dorpje leeft, je hebt het Evangelie gehoord via de getrouwheid van de discipelen van Jezus. Wanneer je de weg terug in de geschiedenis zou kunnen traceren, hoe het Evangelie zich verspreidde en uiteindelijk jou bereikte, zou het pad terugleiden naar één van de oorspronkelijke volgelingen van Jezus. Jezus is het voorbeeld voor discipelschap. Wanneer jij Zijn voorbeeld navolgt, weet je dat reproductieve discipelen niet voortkomen uit een korte onderwijzing. Jezus investeerde veel tijd om discipelen te maken. Bij de studie van de relatie van Jezus met Zijn volgelingen komen we verscheidene principes voor discipelschap tegen. Deze spelen een belangrijke rol in het proces van discipelen maken. 1. Selectie: De aanstelling van de 12 discipelen vind je in Math. 5:1; 10:2-4; Mark. 3:13-19; en Luk. 6:1216. De aanstelling van de zeventig staat in Luk. 10:1-16. Selectie is de eerste stap in het maken van discipelen. Toen Jezus de discipelen selecteerde, riep Hij gewone mensen. Sommigen waren ongeschoold en allemaal hadden ze fouten en gebreken. Er wordt wel eens gezegd dat de eerste 12 discipelen nu afgewezen zouden worden door de zendingsgenootschappen en zendingscommissies van kerken . Jezus werkte echter op basis van potentie, niet op basis van de feiten. Hij koos mensen niet op basis van wat zij zijn, maar op basis van wat zou zouden worden. Hij ging voorbij aan de actuele problemen en zag hun potentie. Elke nieuwe bekeerling moet door iemand tot discipel gemaakt worden. Maar jij kunt niet iedereen tot discipel maken. Je bent slechts één persoon en daardoor ben je beperkt in het aantal mensen die jij in één keer tot discipel kunt maken. Daarom moet discipelschapstraining plaatsvinden binnen de plaatselijke kerk. De voorganger is er dan zeker van dat elke nieuwe bekeerling een discipel en een volwassen gelovige wordt. Hoe besloot Jezus wie Hij als discipel zou selecteren? 1. Door afhankelijk te zijn van God: Joh. 5:30:
Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet mijn wil, doch de wil van Hem, die Mij gezonden heeft.
2. Hij bad ervoor: Luk 6:12-13 geeft aan dat Hij de hele nacht bad voor Hij de mensen selecteerde die Hij discipelschapstraining zou geven.
124 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
3. Hij nam het initiatief: Hij riep Zijn discipelen Zelf. Mensen zullen nooit uit zichzelf naar je toekomen om discipel van Jezus te worden. Jij moet zelf het initiatief nemen. Door Gods kracht moet je discipelen van hen ‘maken’. 4. Hij maakte duidelijk waar het om ging: Jezus maakte duidelijk wat discipelschap inhield. Je leerde als dat de discipelen de kosten moesten berekenen, de juiste prioriteiten moesten stellen en het discipelschap tot hoogste doel in hun leven moesten verheffen. Discipelschap omvat ook betrouwbaarheid en de bekwaamheid om anderen te onderwijzen. Paulus zei tegen Timotheüs dat hij betrouwbare mensen moest selecteren en de dingen aan hen moest toevertrouwen die hijzelf geleerd had. Deze betrouwbare mensen moesten anderen kunnen onderwijzen. Deze twee kenmerken zijn essentieel in het vermenigvuldigingsproces. Wanneer iemand niet betrouwbaar of getrouw is, zal hij zijn verantwoordelijkheid om geestelijk te reproduceren niet vervullen. Wanneer hij betrouwbaar is een niet weet hoe hij anderen moet onderwijzen, zal hij ook falen. Paulus had het over gelovigen die anderen konden onderwijzen, maar nog niet geestelijk zo volwassen waren dat zij dat ook daadwerkelijk konden doen. Deze mensen waren nog niet klaar voor het echte discipelschap. Ze moesten meer onderwijs krijgen over de basiszaken van het geloof. Discipelschap vereist betrouwbare mensen die in staat zijn om anderen te onderwijzen. Betrouwbare mensen zijn niet altijd mensen zonder fouten. Discipelschap is niet hetzelfde als volmaaktheid. Richt je niet op de problemen in het leven van toekomstige discipelen. Kijk naar wat ze kunnen worden. Discipelschap is een proces dat leidt naar de ‘vervolmaking van de heiligen’(Ef. 4). Zelfs betrouwbare mensen hebben problemen en zwakheden die zij moeten overwinnen. Ook de oorspronkelijke discipelen hadden dat. De wereld neemt getalenteerde mensen en probeert ze karakter te geven. Zij richten zich op het scheppen van professionals. God zei dat we betrouwbare mensen moesten nemen en dat Hij ze zou bekrachtigen mat geestelijke talenten en bekwaamheden. Betrouwbare mensen kunnen de doelen van God bereiken, ze zijn daarvoor beschikbaar. Toen Jezus Simon en Andreas riep, lieten zij ‘onmiddellijk’ hun netten achter. Het woord ‘onmiddellijk’ duidt op beschikbaarheid. Wanneer jij mensen selecteert voor discipelschap, moeten deze beschikbaar zijn. Zij moeten bereid zijn om discipelschap een hoge prioriteit in hun leven te geven. Betrouwbare mensen worden gemotiveerd door geestelijke visie. Toen Jezus Petrus en Andreas de visie gaf om mensen te vangen, was dat de motivatie om hun netten achter zich te laten. Betrouwbare mensen hongeren naar Gods Woord, zoals de discipelen van Christus dat deden. Hun ‘harten brandde binnen in hun’ toen Hij de Schriften met hen deelde (Luk. 24:32, 45). Ze waren bereid om onderwezen te worden en wilden dat ook heel graag. 2. Band: Toen Jezus Zijn discipelen riep, riep Hij hen om ‘met Hem te zijn’. Hij deelde Zijn leven op een intieme wijze met Zijn discipelen. Hij nam tijd voor hen in de formele bedieningen en in informele omstandigheden. Discipelschap vindt niet plaats door vergaderingen en de 125 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
kerkdienst op zondag. Er moet een nauwe band zijn tussen jou en hun die jij discipelschapstraining geeft. Je moet jouw leven met hen delen. 3.Toewijding: Vanuit de band met Jezus ontstond er toewijding. Jezus riep Zijn discipelen om zich toe te wijden aan een Persoon, niet aan een denominatie, kerk of organisatie. Zo’n toewijding aan God vereist absolute gehoorzaamheid aan Zij Woord en wil (Joh. 4:34; 5:30; 15:10; 17:4; Luk. 22:42). 4. Visie: Jezus motiveerde Zijn volgelingen door hen geestelijke visie te geven. Hij riep hen tot een taak die veel grootser was dan de routine van het dagelijkse leven. Hij riep Zijn volgelingen op vissers van mensen te worden (Math. 4:19). Hij gaf hen de visie van de wereldwijde geestelijke oogst (Joh 4:35). Hij daagde hen uit met de openbaring van het Koninkrijk van God (Math. 13). Zonder visie verwildert het volk of, zoals de grondtekst zegt: zonder visie gaat een volk ten onder (Spr. 29:18). Zij weten dan niet waar ze naar toe moeten en zijn ook niet gemotiveerd. Discipelschap moet de overdracht van geestelijke visie omvatten om de opdracht te motiveren. De visie is de wereldwijde overwinning van het Evangelie van het Koninkrijk. Wordt nooit afgeleid door een lager doel. 5. Onderwijs: Jezus nam veel tijd om Zijn discipelen te onderwijzen. Zijn instructie had altijd te maken mat de visie die aan Hem gegeven was. Wanneer jij discipelen traint door middel van de methoden van Jezus, moet je hen ook onderwijzen wat Jezus onderwees. Dat is een deel van de grote opdracht (Math. 28:20). De nadruk moet liggen op het onderwijs van Jezus en op dat wat geopenbaard werd toen dat onderwijs in de praktijk werd gebracht in de eerste kerk. Wanneer je onderwijst wat Jezus onderwees, onderwijs je de hele openbaring van Gods Woord omdat het gebaseerd is op het Oude Testament. Jezus zei: Luk. 24:44, 46-47:
Hij zeide tot hen: Dit zijn mijn woorden, die Ik tot u sprak, toen Ik nog bij u was, dat alles wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en de profeten en de psalmen moet vervuld worden… En Hij zeide tot hen: Aldus staat er geschreven, dat de Christus moest lijden en ten derden dage opstaan uit de doden, en dat in zijn naam moest gepredikt worden bekering tot vergeving der zonden aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem.
6. Demonstratie: Jezus gaf iet alleen mondeling onderwijs. Hij demonstreerde wat Hij onderwees. Hij onderwees over genezing en demonstreerde het door zieken te genezen. Hij onderwees over de autoriteit van gelovigen en liet die zien door het uitwerpen van demonen. Hij onderwees de zorg voor de armen en toonde het door de menigten te voeden. De discipelen waren niet alleen studenten, ze waren ooggetuigen van de demonstratie van Gods kracht. Ze zeiden later dat zij onderwezen wat zij gezien en gehoord hadden, als ooggetuigen (1Joh. 1:11). Jezus onderwees als voorbeeld. Hij demonstreerde wat Hij zei door Zijn manier van leven en door Zijn bediening. Hij zei: 126 van 163
Joh. 13:15:
Vermenigvuldigingsmethoden want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook gij doet, gelijk Ik u gedaan heb.
De demonstratie van Gods kracht maakt dat mensen naar je boodschap luisteren: Hand. 8:6:
En toen de scharen Filippus hoorden en tekenen zagen, die hij deed, hielden zij zich eenparig aan hetgeen door hem gezegd werd.
Paulus sprak niet alleen de waarheid van het Evangelie (Gal. 2:5), maar ook van de kracht van het Evangelie (Rom. 1:16). Omdat de demonstratie met kracht erg belangrijk is in de verspreiding van het Evangelie, is hierover een cursus geschreven: ‘Krachtprincipes’. 7. Toepassen: Alleen maar kennis is niet voldoende. Om effectief te zijn dient kennis toegepast te worden. Er komt een moment van handelen. De discipelen luisterden niet alleen naar het onderwijs van Jezus en zagen niet alleen de demonstratie van Gods kracht, zij moesten het ook toepassen. Een onderwerp onderwijzen is niet voldoende om er zeker van te zij dat het ook geleerd wordt. Onderwijs op zich is te vergelijken met het uitvoeren van een hersenoperatie door een boek te lezen. Discipelen moeten ervaring opdoen in dat wat zij leren. Ze moeten het in de praktijk brengen. Ze moeten ervaring krijgen in het delen van het Evangelie, het bidden voor zieken, het uitwerpen van demonen, etc. Jezus zorgde ervoor dat de discipelen die kansen kregen (Mark. 6:7-13; Luk. 9:1-6). Jezus zond Zijn discipelen erop uit opdat zij ervaring zouden opdoen in dat wat zij geleerd hadden. Zorg ervoor dat jouw discipelen daders van het Woord worden en niet alleen hoorders. 8. Toezicht houden: Toen de discipelen van Jezus terugkeerden van hun zendingsreis, evalueerde Jezus hun pogingen (Luk. 9:10). Door het hele trainingsproces heen hield Jezus toezicht op Zijn discipelen. Ze werden niet alleen achtergelaten in hun worstelingen. Hij was er om hun te corrigeren, vermanen en bemoedigen. Je kunt er niet van uitgaan dat het werk gedaan wordt omdat jij getoond hebt aan een gewillige werker hoe hij het moet doen en je hem er daarna op uitgestuurd hebt met gigantische verwachtingen. Je moet toezicht houden. Wanneer de discipelen moeilijkheden tegenkomen moet jij hen leren die te overwinnen. Toezicht houden wordt ook wel eens ‘nazorg’ genoemd. Paulus zag toe op zijn discipelen; hij gaf ze nazorg: Hand. 18:23:
En toen hij daar een tijd lang geweest was, ging hij weer weg en doorreisde achtereenvolgens het land van Galatië en Frygië om al de discipelen te versterken.
Hand. 14:22:
om de zielen der discipelen te versterken en hen te vermanen om te blijven bij het geloof, en dat wij door vele verdrukkingen het Koninkrijk Gods moeten binnengaan.
127 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
9. Delegeren: De laatste stap in het discipelschapsproces is delegeren. Jezus gaf Zijn discipelen de opdracht om zelf discipelen te maken. Hij gaf hen de taak om zich geestelijk te vermenigvuldigen tot in alle uithoeken van de wereld. Kenmerken van een echte discipel Discipelen van Jezus moeten volwassen gelovigen worden, waarin de vrucht van de Geest duidelijk aanwezig is in hun levens en waarbij de gaven van de Geest functioneren in hun bediening. Er zijn veel kenmerken voor een echte discipel van Jezus, wanneer je kijkt naar de hele openbaring van Gods Woord. Maar Jezus benadrukte negen specifieke kenmerken. Een discipel is iemand die: 1. Alles achter zich laat: Hij laat alles achter zich om Jezus te volgen: Luk. 14:33:
Zo zal dus niemand van u, die niet afstand doet van al wat hij heeft, mijn discipel kunnen zijn.
2. Zichzelf verloochent: Een echte discipel verloochent zichzelf door het kruis van discipelschap op zich te nemen: Math. 16:24:
Toen zeide Jezus tot zijn discipelen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij.
Luk. 14:27:
Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn.
3 Jezus volgt: Math. 16:24:
Toen zeide Jezus tot zijn discipelen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij.
4. Het Koninkrijk van God tot Zijn prioriteit maakt: Math. 6:31, 33: Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden?... Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden.
5. Gods liefde toont: Joh. 13:34-35: Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt. Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander.
6. In het Woord blijft: Joh. 8:31:
Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij
128 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
‘In.. blijven’ omvat: ermee doorgaan, er aan vast houden. Een discipel is voortdurend de waarheden van Gods Woord aan het leren en toepassen. 7. Gehoorzaam is: In het Woord blijven is meer dan het alleen maar leren. Hat is handelen op basis van datgene wat geleerd is. Het is gehoorzaamheid. Alleen het Woord bestuderen en memoriseren is niet voldoende. Het moet een levensstijl worden. Math. 7:24:
Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots.
Luk. 6:47-48:
Een ieder, die tot Mij komt en mijn woorden hoort en ze doet, Ik zal u tonen aan wie hij gelijk is. Hij is gelijk aan iemand, die bij het bouwen van een huis diep gegraven en het fundament op de rots gelegd heeft. Toen een watervloed kwam en de stroom tegen dat huis aansloeg, kon hij het niet aan het wankelen brengen, omdat het goed gebouwd was.
Joh. 9:31:
Wij weten, dat God naar zondaars niet hoort, maar is iemand godvruchtig, en doet hij zijn wil, die verhoort Hij.
8. Een dienaar is: Math. 10:24:
Een discipel staat niet boven zijn meester, of een slaaf boven zijn heer.
Math. 20:26-28: Zo is het onder u niet. Maar wie onder u groot wil worden, zal uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn; gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.
9. God verheerlijkt door vrucht te dragen. Joh. 15:8:
Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt en gij zult mijn discipelen zijn.
Wanneer je geestelijk vrucht draagt ontwikkel je de vrucht van de Heilige Geest in je leven (Gal. 5:20-23). Je draagt ook vrucht door je geestelijk te reproduceren (Joh. 15:1-16) De ware test voor discipelschap De ware test voor discipelschap is dat wat er gebeurt wanneer je niet langer bij hen bent die jou de discipelschapstraining hebben gegeven. Blijven zij trouw aan dat wat jij hen onderwezen hebt? Onderwijzen zij anderen die het vermenigvuldigingsproces voort kunnen zetten. Zo ja, dan is de discipelschapstraining succesvol: Luk. 6:40:
Een discipel staat niet boven zijn meester, maar al wie volleerd is, zal zijn als zijn meester.
Bij je training van anderen kun je problemen verwachten die Jezus tegenkwam… • • •
Petrus, Jakobus en Johannes wilden het vuur van de hemel laten komen om een niet ontvankelijke stad te vernietigen (Luk. 9:51-55) Petrus verloochende Zijn Heer drie maal (Luk. 22:5-62 Alle drie sliepen terwijl hen verzocht was om te bidden (Luk. 22:45-46) 129 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Dit kleine groepje mensen was de investering van tijd en de bediening van Jezus waard. Zij bleken betrouwbaar te zijn ondanks hun fouten en falen. Toen Jezus niet langer bij hen was, gingen zij door met het vermenigvuldigingsproces en brachten het Evangelie naar de volkeren in de wereld. Jezus zei: Math. 9:37:
Toen zeide Hij tot zijn discipelen: De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig.
Arbeiders, mensen die de geestelijke oogst binnen kunnen halen, zin er nog steeds weinig. Ben jij bereid je leven te geven voor enkelen?
130 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Wat betekent ‘bekeerling’? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3. Definieer ‘discipel’. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Noem drie belangrijke aspecten van de roep tot discipelschap. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 5. Noem 9 belangrijke principes voor discipelschap van Jezus en Zijn discipelen, die in deze les aan de orde kwamen. ____________________________________ ______________________________________ ____________________________________ ______________________________________ ____________________________________ ______________________________________ ____________________________________ ______________________________________ ____________________________________ 6. Noem 9 kenmerken van een echte discipel van Jezus Christus. ____________________________________ ______________________________________ ____________________________________ ______________________________________ ____________________________________ ______________________________________ ____________________________________ ______________________________________ 131 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
____________________________________ 7. Wat is de ware test voor discipelschap? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt u achter in dit boek) 132 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Vervolgstudie 1. Discipelschapstraining heeft te maken met herderschap, het Bijbelse beeld van een herder die zorgt voor zijn schapen. • •
God wordt vergeleken met een Herder: Hebr. 13:20; Ps. 80:2-3; Ezech. 34:11 Jezus wordt vergeleken met een Herder: Joh. 10:11-18
Een herder is een gids, een verzorger en een bewaker voor de schapen. Hij redt ze uit gevaren, verbindt hun wonden, houdt van hen en geeft hen te eten. Denk aan deze taken van een herder en besef hoe zij overeenkomen met de zorg voor hen waaraan jij discipelschapstraining geeft. Lees de volgende teksten: Math. 9:36-38; Mark. 3:14-15; Joh. 21:15-17; Hand. 20:28. 2. Jezus deed herhaaldelijk de oproep om Hem te volgen. De woorden: ‘volg’, ‘volg Mij’ en ‘kom achter Mij’ worden meer dan 20 keer door Hem gebruikt. Zij waren voor: • • • • • • • •
Simon en Andreas: Jakobus en Johannes: Mattheüs: Filippus: Petrus: De rijke jongeling: Zij andere discipelen: Iedereen:
Math. 4:19; Mark. 1:17 Math. 4:21; Mark. 1:20 Math. 9:9; Mark. 2:14; Luk. 5:27 Joh. 1:43 Joh. 21:19, 22 Math. 19:21; Mark. 10:21; Luk. 18:22 Math. 8:22 Math. 16:24; Mark. 8:34; Luk. 9:23; Joh. 12:26
Paulus ziet zichzelf als een volgeling van Jezus en hij roep de Corinthiërs op hem na te volgen (1Cor. 11:1) Overeenkomstige instructies worden aan Efeze gegeven (Ef. 5:1), aan de Filippenzen (Fil. 3:17) en aan de Thessalonicenzen (1Thes. 1:6). 3. ‘Discipel’ wordt in het Oude Testament niet gebruikt, maar de principes voor discipelschapstraining kom je wel tegen: • • •
Jozua was een discipel van Mozes: Elisa was een discipel van Elia: Een profetenschool trainde discipelen:
Deut. 3:28 2Kon. 2 2Kon. 4
4. Zie hoe Paulus nazorg gaf aan zijn discipelen: • • • •
Met brieven: Met gebed: Door vertegenwoordigers te sturen: Door persoonlijk contact:
1Thess. 1:1 1Thess. 1:2; 3:10 1Thess. 3:1-5 1Thess. 2:18
5. De apostel Paulus investeerde zijn leven in betrouwbare mensen. Er worden in de Bijbel 125 namen genoemd met betrekking tot de bediening van Paulus. Leer meer over discipelschap door naar zijn volgelingen te kijken:
133 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Apollos: Hand. 18:24-28; 19:1; 1Cor. 1:12; 3:4-6, 22; 4:6; 16:12; Tit. 3:13. Aquila & Priscilla: Hand. 18:1-3, 18-19, 26; Rom. 16:3-5; 1Cor. 16:19; 2Tim. 4:19. Barnabas: Hand. 4:36-37; 11:22-30; 13:1-14:28; 15:1-40; 1Cor. 9:6; Gal. 2:1, 9, 13; Col. 4:10. Lukas: Luk. 1:1-4; Hand. 1:1; 16:10-18; 20:5-21:18; 27:1-28:16; Col. 4:14; Filem. 24; 2Tim. 4:11. Markus: Hand. 12:12, 25; 13:5, 13; 15:36-39; Col. 4:10; 2Tim. 4:11; Filem. 24; 1Petr. 5:13. Silas: Hand. 15:22, 27, 32-34, 40-41; 18:5; 17:15; 2Cor. 1:19; 1Thess. 1:1; 2Thess. 1:1; 1Petr. 5:12. Filemon: Filem. 1-25. Febe: Rom. 16:1-2. Stefanas: 1Cor. 1:16; 16:15-18. Trofimus: Hand. 20:4; 21:29; 2Tim. 4:20. Tychicus: Hand. 20:4; Col. 4:7-8; 2Tim. 4:12; Ef. 6:21-22; Tit. 3:12. Onesimus: Col. 4:9; Filem. 10-21. Lydia: Hand. 16:13-15, 40. Gajus: Hand. 19:29; 20:4; Rom. 16:23; 1Cor. 1:14. Euodia & Syntyche: Fil. 4:2-3. Erastus: Hand. 19:22; Rom. 16:23; 2Tim. 4:20. Epafroditus: Fil. 2:25-30; 4:18. Epafras: Col. 1:7-8; 4:12-13; Filem. 23. Demas: Col. 4:14; Filem. 23-24; 2Tim. 4:10. Aristarchus: Hand. 19:29; 20:4; 27:2; Col. 4:10; Filem. 24 Andronicus & Junias: Rom. 16:7 Ananias: Hand. 9:10-19; 22:12-16 Titus: 2Cor. 2:12-13; 7:6-7, 13-14; 8:6, 16-17, 23; 12:17-18; Gal. 2:1-3; Titus 1:5; 2Tim. 4:10 Timotheüs Hand. 16:1-3; 17:14-15; 18:5; 19:22; 20:4; Rom. 16:21; 1Cor. 4:17; 16:10-11; 2Cor. 1:1, 19; Fil. 1:1; 2:19-23; Col. 1:1; 1Thess. 1:1; 3:2, 6; 2Thess. 1:1; 1Tim. 1:2, 18; 6:20; 2Tim. 1:2; 4:9, 21; Filem. 1; Hebr. 13:23
6. Deze omschrijvingen gaf Paulus zijn volgelingen om enkele verantwoordelijkheden in discipelschap te openbaren: • • • • • • • • •
Medearbeider: Medewerker: Medestrijder: Dienstknecht: Dienaar: Medegevangene: Zoon: Kind: Broeder:
Rom. 16:3, 21; Fil. 2:25; 4:3; Filem. 1:24 Rom. 16:9; 2Cor. 8:23; Col. 4:11; 1Thess. 3:2 Fil. 2:25 Col. 1:7; 4:7; Fil. 1:1 Col. 1:7; 4:7 Rom. 16:7; Filem. 23: Col. 4:10 1Petr. 5:13 1Cor. 4:17 2Cor. 1:1
7. Discipelschap kost soms nogal wat. Kijk maar eens naar het lot van de eerste discipelen die stierven voor het Evangelie: 134 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
• • • • • • • • • • • • • • •
Mattheüs stierf als martelaar door het zwaard in Ethiopië Markus stierf in Alexandrië nadat hij door de straten van de stad gesleept was Lukas werd opgehangen aan een olijfboom in Griekenland Johannes werd in een pot kokende olie gestopt, maar ontsnapte aan de dood en werd verbannen naar het eiland Patmos Petrus werd in Rome ondersteboven gekruisigd (met zijn hoofd naar beneden) Jakobus (de kleine) werd onthoofd in Jeruzalem Jakobus werd van het dak van de tempel gegooid en doodgeslagen door de menigte die bij de tempel stond Filippus werd opgehangen in Frygië Bartholomeüs werd doodgeslagen Andreas werd gekruisigd tot zijn dood toe, op de plaats waar hij het Evangelie verkondigde aan zijn moordenaars Thomas werd in India met het zwaard doorstoken Judas werd met pijlen doodgeschoten Matthias werd eerst gestenigd en daarna onthoofd Barnabas werd in Salamis verbrand Paulus werd onthoofd door Nero in Rome
8. Gebruik het volgende schema om discipelschap nader te bestuderen: Discipelschap in de Evangeliën • Discipelschap moet prioriteit hebben: Luk. 9:57-62. • De discipelen volgden Jezus, waar Hij ook ging: Math. 8:23; 9:19; Mark. 6:1; 8:10; 10:46; Luk. 22:39; Joh. 1:37; 3:22; 6:3; 11:7, 54; 18:1-2. • Jezus gaf Zijn discipelen autoriteit over satan: Math. 10:1; Luk. 9:1. • Discipelen moesten dienaren zijn: Math. 10:24; Luk. 6:40; Joh. 13:5-17. • Jezus wilde dat de discipelen zich volledig toewijden: Math. 16:24; Mark. 8:34; Luk. 14:26-33; Joh. 1:20-23. • Discipelen waren als een familie voor Jezus: Math. 12:49; Joh. 2:12; 19:26-27. • De discipelen en Jezus trokken nauw met elkaar op: Joh. 2:2 • Jezus deelde maaltijden met hen: Mark. 2:15; Joh. 4:31-33. • De discipelen deden wat Jezus hen opdroeg: Math. 14:19, 22; 15:36; 21:1, 6; 24:3; 26:19; Mark. 6:41,45; 11:1; Joh. 6:12. • De discipelen kwamen naar Jezus toe met hun problemen en vragen: Math 14:15; 15:12, 33; 17:19; Mark. 5:31; 8:4; 9:28; Joh. 9:2. • Jezus corrigeerde Zijn discipelen: Math. 19:13-15; 26:8-13; Mark. 8:33; 10:13-16; Luk. 9:40-42; 9:54; Joh. 6:61. • Jezus toonde Gods macht/kracht aan de discipelen: Luk. 19:37; Joh. 2:11; 20:30 • Discipelschap vereist gehoorzaamheid aan Gods Woord: Joh. 8:31 • Discipelschap vereist liefde: Joh. 13:35 • Van een discipel wordt verwacht dat deze vrucht draagt: Joh. 15:58 • Jezus sprak specifiek over de opstanding tot Zijn discipelen en Hij verscheen aan hen: Math. 28:7-8; Mark. 16:7; Joh. 20-21. • De discipelen lieten Jezus op het laatst in de steek: Math. 26:36-45, 58; Mark. 14:32-42; Luk. 22:45; Joh. 18:17, 25. • Later bewezen ze dat ze bleken ze getrouwe mensen te zijn: Math. 28:16. 135 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
•
Jezus zonderde Zijn discipelen af voor een speciale tijd van onderwijs, openbaring, gebed en rust: Math. 11:1; 13:30, 36; 16:13, 21; Mark. 3:7; 4:34; 7:17; 9:31; 10:10, 23-24; 12:43; Luk. 6:20-49; 9:18; 10:23; 11:1; 16:1; 17:1, 22; 20:45; Joh. 2:22; 16:29.
Discipelschap in Handelingen: • De discipelen vermenigvuldigden zich, wat de opdracht was: Hand. 6:1, 7. • Discipelen hadden verschillende verantwoordelijkheden: sommigen dienden, anderen (leiders) hielden zich bezig met de bestudering van het Woord en het gebed. Ze reproduceerden zich allemaal, geestelijk gezien: Hand. 6. • Zij ondergingen verdrukking: Hand. 9:1. • Zowel mannen als vrouwen waren discipelen: Hand. 9:36. • Discipelen deelden materiële zaken met anderen: Hand. 4:32-37; 11:29. • Discipelen waren blij en vervuld met de Heilige Geest: Hand. 13:52 • Paulus zonderde discipelen uit de menigte af om hen speciaal onderwijs te geven: Hand. 19:9. • Discipelen betoonden liefde aan elkaar: Hand. 20:1. • De discipelen werden gewaarschuwd dat anderen zouden proberen hen afstand te laten nemen van het echte discipelschap met Jezus: Hand. 20:30 • Nog meer teksten over discipelschap in Hendelingen: Hand. 9:10, 19, 25-26, 38; 14:20, 28; 15:10; 16:1; 18:27; 19:1, 30; 21:4, 16.
136 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
11. Achtergebleven groei Doelen Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • De sleuteltekst uit je hoofd opschrijven • ‘achtergebleven groei’ definiëren • Factoren opnoemen die geestelijke groei en vermenigvuldiging belemmeren • Bijbelse remedies opnoemen om dergelijke problemen op te lossen Sleuteltekst Ps. 1:1-3:
Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; Maar aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. Want hij is als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt; al wat hij onderneemt, gelukt.
Inleiding Er zijn veel factoren die de normale groei en ontwikkeling van het menselijke lichaam kunnen belemmeren. Een gebrek aan goede voeding kan de lichamelijke groei vertragen. Verschillende ziekten kunnen dat ook doen. Wanneer er een gebrek aan groei is in het menselijk lichaam, moet er een remedie voor het probleem gevonden worden om te voorkomen dat de groei achterblijft. Wanneer de groei achterblijft ontwikkelt het lichaam zich niet op de juiste wijze. Je leerde dat de kerk vergeleken kan worden met een menselijk lichaam. Niet als bij het menselijke lichaam wordt haar groei en ontwikkeling bepaald door veel factoren. Soms ontstaan er problemen in de kerk. Die kunnen ervoor zorgen dat de groei achterblijft. Wanneer de groei achterblijft zal de kerk zich niet op de juiste wijze vermenigvuldigen. Er is dan een gebrek aan nieuwe bekeerlingen en discipelen en er is geen aantoonbare geestelijke volwassenheid. Jezus zei: “Ik zal mij Gemeente bouwen.” Wij kunnen er niet voor zorgen dat wij ons geestelijk vermenigvuldigen, maar wij kunnen wel die omstandigheden uit ons leven verwijderen die groei tegengaan. Wanneer we dat doen zorgen wij voor het juiste geestelijke klimaat voor geestelijke groei. Dit hoofdstuk laat een aantal algemeen voorkomende problemen zien die vermenigvuldiging tegengaan. Voor elk besproken probleem wordt een Bijbelse remedie gegeven. Achtergebleven groei Probleem: Gebrek aan geestelijke voeding Een menselijk lichaam moet natuurlijk voedsel en water hebben, anders sterft het. Het geestelijke lichaam moet geestelijk voedsel en water hebben, anders sterft het. Sommige kerken onderwijzen het Woord van God helemaal niet. Zij onderwijzen de leerstellingen van mensen. Ze zeggen wat de mensen willen horen (2Tim. 4:3). Geestelijke ondervoeding is het gevolg van een hongersnood ten aanzien van het Woord van God (Amos 8:11-12). Anderen onderwijzen alleen de ‘melk’ van het Woord, waardoor de mensen nooit geestelijk volwassen 137 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
zullen worden. Gelovigen die Bijbelstudie verwaarlozen of nooit verder gaan van de basiswaarheden naar het ‘vlees’ van Gods Woord, zijn zulke mensen. Zoals een natuurlijk lichaam sterft zonder voedsel, zo gebeurt dat ook met het geestelijke lichaam. Oplossing: Hernieuw de nadruk op het Woord van God (Rom. 10:17). Onderwijs zowel de melk als het vlees van het Woord (1Cor. 3:1; 1Petr. 2:22; Hebr. 5:12-14). Een menselijk lichaam kan niet eeuwig alleen op melk leven. Een groeiend geestelijk lichaam moet het ‘vlees’ van Gods Woord leren eten. Het Woord is het ‘brood’ voor het geestelijke leven. Het Woord is ons geestelijk voedsel. Basiswaarheden, die gemakkelijk begrepen kunnen worden, worden de ‘melk’ van Gods Woord genoemd. Diepergaand onderwijs uit de Bijbel noemt men het ‘vlees’ van Gods Woord. Probleem: gebrek aan visie De Bijbel zegt: “Indien openbaring ontbreekt, verwildert het volk.” (Spr. 29:18). In de grondtekst staat daar: “Wanneer er geen visie of openbaring is, gaat een volk verloren.” De geestelijke visie van sommige mensen is beperkt tot hun eigen gezinnen en gemeenschappen. Anderen zijn volledig gericht op veraf gelegen plaatsen met onuitsprekelijke namen, terwijl de mensen net buiten de kerkdeuren sterven zonder Christus. Oplossing: Er moet een evenwicht bereikt worden tussen de plaatselijke en de wereldwijde geestelijke visie. De kerk moet een wereldvisie ontwikkelen, maar daarbij niet de noden binnen de eigen gemeenschap uit het oog verliezen. Deze visie gaf Jezus Zijn discipelen over de geestelijke oogst da klaar staat om binnengehaald te worden. Het veld is de wereld. “Hef je ogen op en kijk””. Dat is de visie die Jezus deelde met Zijn volgelingen en die veranderde het doel en de bestemming van hun levens (Joh. 4). Probleem: Oppervlakkige groei Lees de gelijkenis van de zaaier (Mark. 4:1-20). Wanneer het Woord van God geen wortel schiet in je leven, is oppervlakkige geestelijke groei het gevolg. Wanneer er vervolgingen of moeilijkheden komen, sterf je geestelijk (Mark. 4:17). Oplossing: Onderwijs de mensen dat het lezen, horen en onderwijzen van het Woord van God niet voldoende is, Zij moeten daders van het Woord worden. Het moet hun levens veranderen (Jak. 1:22-25). Het Woord moet in hun harten doordringen zodat het verandering kan brengen (Ps. 119:130). Probleem: te weinig snoei Kerken hebben vaak niet productieve programma’s en methoden. Wanneer er niet gesnoeid wordt in dergelijke zaken, zal het vruchtdragen afnemen. Zonder snoei zal het langzame zekere proces van de dood het leven vernietigen. Er is dan geen vrucht, geen groei en geen vermenigvuldiging. De structuur is er wel, maar het leven is er uit. Hetzelfde kan gezegd worden in de geestelijke wereld. Oplossing: In de natuurlijke wereld moeten niet productieve takken gesnoeid worden om ervoor te zorgen dat de plant meer vrucht gaat dragen. In de geestelijke wereld moeten wij de niet productieve 138 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
activiteiten snoeien in onze levens en in de kerk. Methoden en programma’s die geen evangelisatie en discipelschap tot gevolg hebben, moeten ‘gesnoeid’ worden. Elke bijeenkomst, programma of activiteit van de kerk moet geëvalueerd worden. Analyseer de werken die geen vrucht dragen om erachter te komen waarom zij geen vrucht dragen. Denk eraan: snoei is niet alleen het verwijderen van de niet productieve takken. Het doel is wegen te zoeken die een meer effectieve groei tot gevolg hebben en meer geestelijke vrucht voortbrengen (zie Joh. 15). Probleem: Gefaald om de ontvankelijke gebieden vast te stellen In de gelijkenis van de zaaier (Mark. 4:1-20) zijn er ontvankelijke en niet ontvankelijke gebieden. In de niet ontvankelijke gebieden vindt slechts weinig groei plaats. Oplossing: Er zijn niet ontvankelijke gebieden in de wereld waar slechts weinig mogelijkheden voor vermenigvuldiging zijn. Er zijn andere gebieden die rijp zijn voor de geestelijke oogst en de grote mogelijkheden bieden voor de verspreiding van het Evangelie. Men moet vaststellen waar de ontvankelijke mensen zijn en zich op die gebieden richten. Toen Paulus hoorde dat de Heilige Geest in Antiochië de heidenen tot discipelen maakte, verliet hij Tarsus direct en ging naar Antiochië. Toen de tijd nog niet rijp was in Asia, richtte Paulus zich op ontvankelijke gebieden tot God een deur opende in Asia. Richt je inspanningen op ontvankelijke gebieden. Ga door met zaaien en wacht op de juiste tijd voor de velden die nog niet rijp zijn om te oogsten. Probleem: verkeerde prioriteiten Geestelijke leiders hebben de verkeerde prioriteiten wanneer ze meer bezig zijn met kerkzaken dan met het gebed en de bediening van het Woord van God. Men geeft dan de hoogste prioriteit aan zaken die van minder belang zijn, zoals goede werken, bouwprojecten etc.. Onderhoud en in stand houden wordt dan belangrijker dan de missie. Oplossing: Jezus heeft nooit iets gezegd over het bouwen van grote gebouwen, Christelijke conferentieoorden en andere dergelijke projecten. Op zichzelf zijn die dingen niet verkeerd, maar de vermenigvuldiging wordt belemmerd wanneer het project meer nadruk krijgt dan discipelschap en evangelisatie. Een probleem met prioriteiten en de oplossing daarvoor vind je in Hand. 6:1-6. Wanneer geestelijke leiders hun tijd investeren in gebed en de bediening van het Woord van God, is vermenigvuldiging het resultaat (Hand. 6:7). Probleem: De bediening is niet op de mensen gericht Sommige kerken stopten te groeien omdat hun bediening niet op de mensen gericht was. Misschien maakte de voorganger geen deel uit van de mensen waaronder hij werkte. Hij kwam uit een andere cultuur en kon hen dan ook niet in de juiste taal benaderen, hij had andere gebruiken, etc. Oplossing: Er moeten zo snel mogelijk leiders voortkomen uit de plaatselijke kerk, nadat deze geplant is (Tit. 1:5). Plaatselijke leiders, uit dezelfde cultuur en met dezelfde taal, kunnen normaal gesproken het Evangelie veel effectiever overdragen.
139 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Probleem: ‘Kom en zie’ in plaats van ‘Ga en vertel’ Veel kerken hanteren de strategie van ‘kom’ in plaats van de strategie die Jezus voorschreef: ‘Ga’. Deze kerken plannen diensten en programma’s en proberen ongelovigen over te halen naar de kerk te ‘komen’. Zij ‘gaan’ nooit de wereld in om de mensen met het Evangelie te bereiken en ze dan binnen te halen in het Koninkrijk van God. Zij openen hun deuren en wachten tot de mensen komen, maar vrijwel niemand komt. In zo’n kerk kunnen de leden heel druk zijn met de bijeenkomsten, soms zelfs elke avond van de week. Bijeenkomsten,seminars en workshops hebben de evangelisatie vervangen. Oplossing: De kerk hoort de basis in de wereld te zijn van waaruit God handelt. Maar de kerk is een activiteitencentrum geworden in plaats van een basis die discipelen de velden van de wereld instuurt om te dienen en te vermenigvuldigen. De kerk moet stoppen met interne evangelisatie en er op uit gaan om de wereld te bereiken. De kerk hoort ook een plaats te zijn waar de gelovigen getraind en toegerust worden om de wereld in te gaan en de zondaren te winnen voor Christus. De ‘ga’ strategie van Jezus moet benadrukt worden (Math. 28:19; Hand. 1:8). Probleem: onbeleden zonden Onbeleden zonden in het leven van de kerkleden belemmert de geestelijke groei. Oplossing: Bestudeer de instructies van Paulus aan de kerk in Corinthe over hoe je om moet gaan met onbeleden zonden van de leden (1Cor. 5:11-13). Wanneer het afgedwaalde lid zich bekeert, wordt hij weer aanvaard in de gemeenschap (2Cor. 2:4-8). Probleem: niet opgeloste persoonlijke problemen Er ontstaan conflicten wanneer leden van de kerk niet opgeloste persoonlijke problemen hebben. Wanneer deze conflicten niet op de juiste wijze afgehandeld worden, kan er een scheuring ontstaan. Niet opgeloste problemen verhinderen het vermenigvuldigingsproces. Oplossing: Math. 18:15-17 geeft specifieke instructies voor het oplossen van problemen tussen leden in het Lichaam van Christus. Bestudeer ook het voorbeeld van Paulus en Barnabas in Hand. 15:36-41. Wanneer er op de juiste wijze met problemen afgerekend wordt, kan zelfs opsplitsing resulteren in vermenigvuldiging ten bate van het Koninkrijk van God. Probleem: niet gekwalificeerd geestelijk leiderschap Kerkgroei wordt beïnvloed wanneer leiders niet voldoen aan de geestelijke kenmerken voor leiders, die in de Bijbel genoemd worden. De normen voor kerkleiders, die ingesteld zijn door God, zijn geestelijke vereisten. Hij maakt zich niet druk over de opleiding of bekwaamheden, Hij vindt de geestelijke toestand van de mens veel belangrijker (1Sam. 16:7). Oplossing: Een leider moet afstand doen van zijn positie tot hij ‘zijn eigen huis’ (zijn persoonlijk geestelijk leven en zijn gezin) op orde heeft. Leiders moeten voldoen aan de vereisten in 1Tim. 3 en Tit. 1:5-9.
140 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Probleem: weerstand tegen verandering Mensen hebben de neiging weerstand te bieden tegen verandering. Velen zijn tevreden met de dingen die zij ‘de laatste 40 jaar’ al zo gedaan hebben. Zij zijn niet snel bereid om nieuwe methoden te accepteren. Oplossing: Denk er aan dat het ultieme doel van de kerk: evangelisatie en geestelijke vermenigvuldiging, nooit verandert. De manieren waarop dit doel verwerkelijkt wordt kan variëren. Het is waar dat we de Bijbelse methoden van de vroege kerk dienen te hanteren, maar de wereld is veranderd sinds die tijd. We kunnen nieuwe methoden niet zomaar verwerpen omdat zij niet in de Bijbel genoemd worden. Een voorbeeld: je moet niet weigeren gebruik te maken van drukpersen en bandrecorders in de verspreiding van het Evangelie omdat Paulus daar geen gebruik van maakte. Deze methoden bestonden nog niet in zijn tijd. Erken dat traditie Gods plan kan tegenwerken (Mark. 7:13). Leer de mensen nieuwe dingen van God te verwachten (Jes. 43:19). Probleem: communicatieproblemen Vermenigvuldiging kan belemmerd worden door de manier waarop het Evangelie overgedragen wordt. Voorgangers proberen met grote woorden en met het vertoorn van hun theologische kennis indruk te maken. Ze communiceren niet op het niveau van de menselijke nood. Hun acties stemmen niet overeen met hun woorden. Oplossing: Het Evangelie dient zo overgedragen te worden dat het begrepen kan worden door de toehoorders. Predikers, onderwijzers en evangelisten moeten het overdragen op het niveau van hun publiek in plaats van proberen indruk te maken door grote woorden en vertoon van theologische kennis. Toen Jezus onderwees hoorden gewone mensen dat en ze begrepen Hem (Mark. 12:37). Communicatie moet altijd aangepast zijn aan alle niveaus in de maatschappij en aan de mate van scholing (Rom. 1:14). Mondelinge communicatie moet overeenstemmen met de levensstijl. We moeten daders van het Woord zijn en niet alleen het Woord mondeling overdragen. De overdracht van het Evangelie is alleen effectief wanneer de dingen van God zichtbaar worden in ons leven (Filem. 6). Probleem: Culturele, geografische scheiding en scheiding tussen denominaties Sommige kerken gaan er niet op uit om de mensen in hun gemeenschap te bereiken omdat ‘zij anders zijn dan wij’. Zij werken niet onder hen die op het culturele vlak anders zijn of de van een ander ras zijn of een andere taal spreken. Sommige kerken weigeren geografische grenzen over te gaan. Zij willen niet dat mensen uit een ander gebied, of een andere stad of stadsdeel, naar hun kerk komen. Sommige kerken verwerpen de gemeenschap met leden van andere denominaties (kerkgenootschappen). Sommigen hebben zich afgescheiden van de wereld en kunnen zich daardoor niet vermenigvuldigen: ze hebben geen contact meer met ongelovigen. Oplossing: Lees Ef. 2:14. Er zijn geen scheidingsmuren in Christus. De kerk heeft scheidingsmuren gebouwd, die neergehaald dienen te worden. Wij moeten culturele, taalkundige, geografische en denominatiegrenzen overschrijden om de mensen te bereiken op de plaats waar zij zijn. We moeten deze lasten en zonden aan de kant zetten en ons op de taak richten om het Evangelie te verspreiden over de hele wereld (Hebr. 12:1-2). We horens onszelf niet uit te 141 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
sluiten van de wereld. We horen in de wereld te zijn, maar geen deel te hebben aan haar zondige wegen (Joh. 17:15). Scheiding van de wereld betekent niet: volledige afzondering. Probleem: toeschouwers in plaats van deelnemers Toeschouwers zijn mensen die kijken, maar niet deelnemen in het plan van God. Zij reproduceren zich geestelijk niet. Zij laten het evangeliseren en de discipelschapstraining over aan de ‘professionele’ geestelijken. Een kerk vol toeschouwers zal niet groeien. Oplossing: Elk lid moet zijn persoonlijke verantwoordelijk ten aanzien van de grote opdracht kennen en toepassen (Math. 28:19-20). Leden moeten geleid worden in de ontdekking en het gebruik van hun gaven van de Geest, die ertoe bijdragen dat het kerklichaam op de juiste wijze functioneert (2Tim. 1:6). Voorgangers, en andere geestelijke leiders, moeten de mensen toerusten voor het werk van de bediening (Ef. 4:12). Iedereen moet reproductief worden en elk huis moet een evangelisatiecentrum worden (2Tim. 2:2). Probleem: bekeerlingen worden geen discipel Nieuwe gelovigen worden geen discipelen. Ze keren weer terug naar hun oude zondige leven of blijven geestelijke baby’s die zich niet kunnen reproduceren. Oplossing: Bekeerlingen moeten discipelen worden en toegerust worden om zich geestelijk te kunnen reproduceren. Dat moet een voortdurend proces worden, dat zich steeds herhaald. Evangelisatie is niet af tot een gelovige een actieve discipel van Christus is. Onderwijs moet voorafgaan aan evangelisatie en daarna voortgezet worden (Math. 28:19-20). Probleem: angst Faalangst is de grootste vijand van vermenigvuldiging. Lees Math. 25:14-30. De bange slaaf maakte geen winst. Hij vermenigvuldigde zich geestelijk niet. Oplossing: Ontwikkel een relatie met God op basis van liefde in plaats van angst (1Joh. 4:18). Probleem: nadruk op werken in plaats van aanbidding Plannen, programma’s en kerkelijke zaken kunnen echte aanbidding vervangen. Een dienst kan vol mededelingen, fondsenwerving en bijzondere presentaties of geplande programma’s zitten. Oplossing: Stel de juiste prioriteiten in binnen de kerk. Liefde en aanbidding van God heeft de hoogste prioriteit. Liefde en dienstbaarheid aan anderen komen daarna. Alle andere programma’s volgen deze twee grote verantwoordelijkheden (Math. 12:29-31). Probleem: de maatschappij redden in plaats van de zielen redden Er zijn veel sociale noden in de wereld van vandaag. Er zijn arme mensen die eten nodig hebben, gekleed moeten worden en onderdak nodig hebben. Er zijn mensen die medische zorg nodig hebben en er zijn er die een baan nodig hebben. Er zijn onderwijskundige en politieke problemen die opgelost dienen te worden. Dit zijn allemaal echte noden waarin de kerk in de 142 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
naam van Jezus een rol kan spelen. Maar het komt vaak voor dat de nadruk op het redden van zielen verschoven wordt naar een nadruk op het redden van de maatschappij. Oplossing: De vrouw bij de bron had een lichamelijke behoefte: water. Jezus gaf de hoogste prioriteit aan haar geestelijke nood (Joh. 4). De belangrijkste roeping van de kerk is niet het redden van de maatschappij, maar het redden van de zielen van geestelijk noodlijdende mensen. Sociale betrokkenheid en het najagen van intellect kunnen hongerige mensen, die het Brood des Levens zoeken, niet bevredigen. Probleem: ongeloof Lees het verhaal van Israël bij de grens van het land dat God hen beloofd had (Num. 13). Israël ging het land niet binnen vanwege ongeloof. Ze keerden om en bleven een hele generatie lang, 40 jaar, rondtrekken in de woestijn. Iedere gelovige en iedere kerk komt zijn geestelijke ‘Kades’ tegen op een zeker ogenblik in geestelijke leven. Ze gaan voort in het geloof en eisen de belofte van God voor zich op, of ze trekken zich terug in ongeloof en sterven geestelijk. Oplossing: Ongeloof verhindert geestelijke groei en vermenigvuldiging. De kerk moet haar doel van evangelisatie en van discipelschap bereikt kan worden door geloof (Mark. 6:15). Ongeloof moet vervangen worden door geloof. Geloof neemt toe door een vernieuwde nadruk op het Woord van God. Mensen moeten in geloof gaan handelen. Geloof dient gecombineerd te worden met werken om effectief te kunnen worden (Jak. 2:26). Probleem: kwantiteit in plaats van kwaliteit Nadruk op kwantiteit in plaats van kwaliteit zorgt ervoor dat er onvolwassen gelovigen komen. Er zijn grote aantallen, maar zij groeien niet op en worden ook geen discipelen. Oplossing: Kijk naar hoofdstuk 6 in deze cursus. Pas de principes voor geestelijke groei, uit deze les, toe. Probleem: individuen gaan verloren in de massa Wanneer kerken groeien kunnen individuen verloren gaan in de massa. Ze krijgen dan het gevoel dat zij niet meer dan een nummer zijn. Er is geen persoonlijk contact, geen zorg en meeleven. Nadruk op de ‘massa’ evangelisatie vervangt de persoonlijke evangelisatie. Oplossing: Eén ziel is meer waard dan de hele wereld (Math. 16:26). Hoewel zorg voor de hele wereld goed is, moeten we het individu niet verloren laten gaan in de massa. Er wordt slechts 1 mens op een bepaald moment wedergeboren en man gaat ook individueel verloren. Er is niet zoiets als ‘massa’ bekeringen. Zelfs als er een hele groep in één keer tot geloof komt, na een oproep bij een evangelisatieactie, wordt ieder persoon op zich opnieuw geboren. Daarom mogen we niet zo sterk gericht zijn op de menigten dat de persoonlijke noden verwaarloosd worden. Jezus riep personen uit de menigte om hen te bedienen. De ontwikkeling van de bediening onder kleine groepen en de huisgroepen is een manier om ervoor te zorgen dat een individu niet verloren gaat in een grote snelgroeiende gemeente.
143 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Probleem: kerkkliekjes Soms ontwikkelen zich ‘kliekjes’ in een kerk. Een ‘kliek’ is een groep gelovigen die samenkomt a;s een afzonderlijke groep en die weigert anderen op te nemen in hun groep. De groep is partijdig voor een aantal mensen en neem hen op in hun ‘kliek’; anderen worden verworpen. Oplossing: De Bijbels zegt dat zo’n aanzien des persoons verkeerd is. Lees Jak. 2:1-10. Dit soort gedrag is zonde en men dient zich ervan te bekeren. Probleem: de organisatie is levend, maar het organisme sterft Organisatie is heel belangrijk, maar geestelijke groei wordt belemmerd wordt doordat de organisatie benadrukt wordt in plaats van het handelen van God. Traditie, wetticisme en rituelen vervangen het echte geestelijke (Mark. 7:13). De organisatie van de kerk kan levend en gezond zijn, maar het organisme, het echte Lichaam van Christus, zal sterven wanneer er geen geestelijk leven is. Zulke kerken zijn zo goed georganiseerd dat zij ‘de naam krijgen dat zij leven’. Maar in werkelijkheid zijn zij geestelijk dood (Openb. 3:1). De geestelijke doden houden po met groeien. Ze hadden een bepaalde vorm van goddelijkheid maar ontkenden de kracht van God (2Tim. 3:5). Oplossing: De kerk wordt vergeleken met een lichaam. Een lichaam is een levend organisme en niet alleen maar een organisatie van verschillende delen. Een organisatie kan geen leven voortbrengen. Een levend organisme kan dat wel. Het leven van de kerk, als Lichaam, moet onderwezen worden en de bediening van het Lichaam moet benadrukt worden (1Cor. 12). Probleem: afwezigheid van liefde De kerk kan veel goede geestelijke activiteiten hebben, maar toch zonder liefde zijn. Mensen zijn niet vriendelijk, ze geven niet om elkaar. Er is bitterheid, haat, jaloezie en geen zorg voor elkaar. Oplossing: Elke bediening, elke gave, elke activiteit van een persoon of van de hele kerk is nutteloos zonder liefde. Bestudeer 1Cor. 13 en pas het toe. Probleem: gebrek aan middelen Mensen en geld zijn twee belangrijke middelen die nodig zijn voor vermenigvuldiging. Groei kan vertraagd worden wanneer er te weinig mensen zijn die meewerken om de visie te vervullen. Gebrek aan fondsen kan de groei en de ontwikkeling van de kerk ook beïnvloeden. Oplossing: Benadruk het Koninkrijk van God in plaats van de opbouw van de persoonlijke bediening. Jezus beloofde dat alle dingen die nodig zijn aan ons gegeven zullen worden wanneer we dat doen (Math. 6:33). Bid voor mensen die in staat zijn de geestelijke oogst binnen te halen (Math. 9:37-38).
144 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Definieer ‘achtergebleven’ groei. ___________________________________________________________________________ 3. Lees de volgende voorbeelden van algemeen voorkomende situaties van kerken. Stel het probleem vast en gebruik je Bijbel om een Bijbelse oplossing te geven. Voorbeeld A:
Twee vrouwen in de kerk spreken niet met elkaar. Zuster A heeft iets gezegd dat zuster B beledigde. Wat is de oplossing?
___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Voorbeeld B: Iedere avond van de week is er wel iets te doen in de kerk, maar er komen slechts heel weinig nieuwe bekeerlingen bij, die voor de Heer gewonnen worden. Wat kan het probleem zijn? Wat is de oplossing? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Voorbeeld C: Sommige nieuwe bekeerlingen bezoeken de kerk een tijdje. Anderen blijven in de kerk, maar zijn nog steeds geestelijke baby’s. Wat kan het probleem zijn? Wat is de oplossing? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt u achter in dit boek) 145 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Vervolgstudie 1. Bekijk de geestelijke groeiproblemen in dit hoofdstuk nog eens. Maak een lijst van de dingen in je eigen kerk, die de geestelijke groei en vermenigvuldiging belemmeren. Hoe kunnen deze problemen opgelost worden? 2. Bekijk deze les nog eens en ga na welke dingen jouw geestelijke groei en ontwikkeling belemmeren. Hoe kunnen deze problemen opgelost worden? 3. Analyseer je kerk en je eigen geestelijke leven. Zij er nog andere dingen, dan de besproken zaken in dit hoofdstuk, die de geestelijke groei tegengaan? Zo ja, maak dan een lijst van die problemen en zoek een Bijbelse oplossing voor elk probleem. 4. Lees de brieven aan de zeven kerken (Openb. 2-3). Maak een lijst van de problemen die voorkwamen in deze kerken en van de oplossingen die de Heilige Geest gaf.
146 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
12. Trainingscentrum voor groei in omvang Doelen Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • De sleuteltekst uit je hoofd opschrijven • Zeggen welke methoden Paulus gebruikte om de gelovigen in Efeze te onderwijzen • Het trainingscentrum in Efeze omschrijven • Het doel uitleggen voor een trainingscentrum voor groei in omvang • De instructies opnoemen om een trainingscentrum voor groei in omvang te starten • Een trainingscentrum voor groei in omvang opstarten
Sleutelvers Hand. 19:9-10: Maar toen sommigen verhard en ongehoorzaam bleven en ten aanhoren van de menigte kwaad bleven spreken van de weg, maakte hij zich van hen los en zonderde zijn discipelen af, terwijl hij dagelijks besprekingen hield in de gehoorzaal van Tyrannus. En dit ging twee jaar lang zo voort, zodat allen, die in Asia woonden, het woord des Heren hoorden, Joden zowel als Grieken.
Inleiding Lees Hand. 19:1-20 voor je aan dit hoofdstuk begint. Deze tekst geeft een verslag van de bediening van Paulus in Efeze. In Efeze gebruikte Paulus een speciale manier van geestelijke vermenigvuldiging. Hij vestigde daar een trainingscentrum voor groei in omvang. In dit hoofdstuk leer je hoe je moet vermenigvuldigen door middel van zo’n trainingscentrum. De methode in Efeze Toen Paulus in Efeze kwam, zocht hij de discipelen die daar leefden. Deze mensen hadden het Evangelie al aangenomen en waren volgelingen van Jezus geworden (Hand. 19:1). Deze nieuwe gelovigen hadden meer training nodig om effectief te kunnen zijn voor het Evangelie in hun stad. De eerste zorg van Paulus was deze discipelen meer onderwijs te geven over het Koninkrijk van God. Paulus onderwees hen door ervaring. Het eerste dat hij deed was hen een nieuwe geestelijke ervaring te laten ondergaan: de doop in de Heilige Geest (Hand. 19:2-8). Door de demonstratie van Gods kracht in zijn eigen leven onderwees hij hen als voorbeeld. Ze maakten veel grote wonderen mee die in de naam van de Heer plaatsvonden (Hand. 19:1112). Zij die Jezus niet echt volgden werden daarmee geconfronteerd en daardoor bekeerden zich velen (Hand. 19:13-18). Nieuwe bekeerlingen werden voor Christus gewonnen (Hand. 19:17-20). Toen kwam er tegenstand van de traditionele leiders. Daardoor begon Paulus een trainingscentrum voor de discipelen in Efeze: Hand. 19:9:
Maar toen sommigen verhard en ongehoorzaam bleven en ten aanhoren van de menigte kwaad bleven spreken van de weg, maakte hij zich van hen los en zonderde zijn discipelen af, terwijl hij dagelijks besprekingen hield in de gehoorzaal van Tyrannus. 147 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Het centrum bood een tweejarige opleiding voor discipelen. Het doel van de opleiding was de vermenigvuldiging van discipelen die de Evangelieboodschap zouden verspreiden: Hand. 19:10:
En dit ging twee jaar lang zo voort, zodat allen, die in Asia woonden, het woord des Heren hoorden, Joden zowel als Grieken.
Dit trainingscentrum kende geen culturele grenzen. Men diende zowel Joden als heidenen (andere niet Joodse volkeren in de wereld). De school kende ook geen geografische grenzen. De studenten waren niet alleen in Efeze actief, ze bereikten heel Asia. Het trainingscentrum, dat Paulus begon, voldeed aan haar doel: Hand. 19:10:
En dit ging twee jaar lang zo voort, zodat allen, die in Asia woonden, het woord des Heren hoorden, Joden zowel als Grieken.
Hand. 19:20:
Zo wies het woord des Heren krachtig en het werd sterker.
De school in Efeze trainde gelovigen opdat zij effectief het Evangelie zouden verbreiden. Deze discipelen vermenigvuldigden geestelijk zodat heel Asia bereikt werd met het Woord van God. Door zo’n centrum te starten vermenigvuldigde Paulus zijn eigen bediening. Een voortdurend proces Lees Hand. 19:23-41 en 20:1. De productie en verkoop van occulte voorwerpen, boeken, etc., had een grote vlucht genomen in Efeze. Toen de mensen zich bekeerden van hun zonden en de weg van het Evangelie gingen volgen, kochten zij deze voorwerpen die gebruikt werden om afgoden te aanbidden niet meer. Ze verbrandden die voorwerpen die veel gekost hadden. De verkopers die ervan moesten leven werden erg boos. Hierdoor ontstond er een rel. Paulus moest de stad verlaten. Maar toen Paulus de stad verliet, liet hij daar iets heel belangrijks achter. Hij liet een groep getrainde discipelen achter, die het werk voor het Evangelie voort konden zetten. Hij liet een goed functionerend trainingscentrum achter die voortging met het trainen van nieuwe bekeerlingen tot discipelen. Het centrum zette het vermenigvuldigingsproces voort toen Paulus niet langer in de stad kon blijven. De huidige nood Ook nu is er nog behoefte aan overeenkomstige trainingscentra. Wanneer er nieuwe bekeerlingen komen, is het belangrijk dat zij ook getraind worden om discipelen te zijn. Discipelen moeten uitgedaagd worden met hun verantwoordelijkheid om de wereld te bereiken met het Evangelie. Er zijn landen die te maken krijgen met politieke veranderingen, waardoor zendelingen gedwongen worden het land te verlaten. Wanneer het geestelijke vermenigvuldigingsproces door moet gaan tijdens hun afwezigheid, moeten die zendelingen ervoor zorgen dat zij trainingscentra achterlaten die overeenkomen met die in Efeze. De rest van dit hoofdstuk geeft instructie voor de vestiging van zo’n centrum. Het kan opgestart worden door een groep kerken, maar het kan ook door één persoon gedaan worden, zoals bij Paulus. Die persoon moet dan de visie voor deze manier van vermenigvuldiging overgenomen hebben. 148 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Hoe een trainingscentrum voor uitbreiding in omvang gevestigd dient te worden Om zo’n trainingscentrum te starten moet je: 1. Het plan van God zoeken: Hoewel Paulus discipelen trainde op elke plek waar hij kwam, vestigde hij niet op al die plaatsen zo’n trainingscentrum. Je hebt veel methoden voor geestelijke vermenigvuldiging geleerd in deze cursus. Gods doel voor de vermenigvuldiging van discipelen is de verspreiding van het Evangelie. Dat verandert niet. De methoden waarmee dat doel bereikt wordt kunnen verschillen. De eerste stap in het vestigen van zo’n trainingscentrum is: Gods wil zoeken. De cursus ‘Gods stem kennen’ kan je helpen inzicht te krijgen hoe God Zijn wil aan de mens openbaart. Omdat Gods plan anders is voor verschillende gebieden, en omdat culturen onderling verschillen, zal er ook een verschil zijn in de behoefte en de methode van organisatie van zo’n centrum. 2. Ken het doel: Je moet duidelijk inzicht hebben in het doel van zo’n trainingscentrum, die het patroon van de centrum in Efeze volgt. Het doel van zo’n school is niet: mensen trainen voor een carrière in het zakenleven, de industrie, de landbouw, etc. Hiervoor zijn beroepsopleidingen ingesteld. De school in Efeze trainde discipelen en rustte hen toe voor het werk van de bediening. Het doel was de verspreiding van het Evangelie, geografisch (door heel Asia) en cultureel (zowel aan de Joden als aan de heidenen). Nieuwe bekeerlingen werden getraind tot discipelschap in een voortdurend proces van vermenigvuldiging. Het kan heel goed zijn dat sommige van die discipelen zakenlieden waren, of boeren. Maar de school in Efeze trainde hen niet in die beroepen. De school train de hen om reproductieve discipelen te worden, of ze nu op een markt werkten of een volle baan als geestelijke hadden. Het trainingscentrum vervangt de kerk niet. Gelovigen bleven elkaar ontmoeten in de synagoge. Dat was de plaats waar de vroege kerk bijeen kwam. Gelovigen bleven elkaar ook ontmoeten in de kerken aan huis. De school in Efeze was een uitbreiding van de kerk. Zij verving de bediening van de kerk niet, maar breidde die uit. Het doel van een dergelijk trainingsprogramma verving geen enkele van de bestaande instituten die betrokken waren bij de verspreiding van het Evangelie. Het is goed om het doel van de school op papier te zetten. Dit noemt men ‘verklaring van het doel’. Het helpt je om vast te houden aan het gestelde doel voor het trainingscentrum (de cursus ‘doelgericht management’ zegt hier meer over). 3. Reserveer een budget: Een budget is een schatting van de kosten van iets. De faciliteit die je gebruikt voor de school, de bekendmaking van de school, de inhoud en de materialen voor de lessen, personeelskosten zijn allemaal zaken die de grootte van het budget beïnvloeden. Het zijn de dingen die bepalen hoeveel het gaat kosten.
149 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Wanneer je fondsen tot je beschikking hebt om een school op te starten, moet je deze fondsen ‘budgetteren’. Dit betekent dat je opschrijft hoeveel je precies denkt uit te gaan geven aan de verschillende kostenposten, waarvan hiervoor een aantal genoemd werden. Wanneer je geen fondsen tot je beschikking hebt om zo’n centrum te starten, vraag je God te voorzien in de financiën. Wanneer een groep kerken samenwerken om het centrum te starten, kan elke kerk een deel bijdragen aan het project. Misschien kunnen de studenten ook een financiële bijdrage leveren. Een gebrek aan fondsen moeten geen belemmering zijn voor het opstarten van een trainingscentrum. Je zou bijvoorbeeld kunnen beginnen op een plaats die niets kost (bijvoorbeeld in je eigen huis) en de medewerkers zouden in eerste instantie allemaal vrijwilligers kunnen zijn. 4. Kies een plek: Efeze werd door Paulus geselecteerd als een locatie voor zijn school voor discipelschapstraining. Het was een belangrijke handels- en havenplaats. Het was ook een toeristisch centrum en het hoofdkwartier voor de godin Diana (Artemis), een afgod voor vruchtbaarheid en de natuur. Al deze factoren hadden tot gevolg dat er veel mensen woonden in Efeze en de stad bezochten. Om de grote bevolking van Efeze te bereiken was de training van studenten een geweldige mogelijkheid. Niet alleen kon het Evangelie naar de menigte gebracht worden, die in de stad leefden, maar er was ook een kans om de duizenden te bereiken die de stad bezochten als toerist of voor zaken. Toen deze bezoekers het Evangelie geaccepteerd hadden en weer naar huis gingen, namen ze het Evangelie met zich mee. Op die manier werd het Evangelie verspreid naar verschillende steden en dorpen. Omdat Efeze het centrum van verering van de godin Diana was, gaf het mogelijkheden om mensen te trainen in het afhandelen met demonische bezetenheid en occulte praktijken. Wanneer de deelnemers aan de training leerden hoe zij om moesten gaan met de actieve demonen die werkzaam waren in deze stad, konden zij dat ook toepassen op andere plaatsen. Paulus haalde de mensen niet uit hun oorspronkelijke omgeving om ze te trainen. Hij trainde ze in de omgeving die bekend was voor hen. Ze bleven deel uitmaken van hun eigen gemeenschap een ontvingen het onderwijs in hun eigen taal. Paulus koos een strategie locatie voor de training voor de discipelen. Vraag God je te leiden voor de locatie van jouw trainingscentrum. Wanneer je een locatie in overweging neemt, stel jezelf dan de volgende vragen: •
•
Is deze locatie toegankelijk voor de mensen die getraind dienen te worden? De mensen moeten naar de school toe kunnen komen om de training te ondergaan. Wanneer je in een dorp leeft, dient het centrum zich op loopafstand te bevinden van de mensen die getraind dienen te worden. Wanneer het in de stad is dien het gemakkelijk bereikbaar te zijn met het openbaar vervoer. Is het een strategische locatie? Efeze was een strategische locatie omdat het een zeehaven was op de natuurlijke handelsroutes. Wanneer het mogelijk is kun je op een dergelijke locatie het beste 150 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
•
je centrum vestigen. Kies een plak waar de mensen van nature al bij elkaar komen, naar toe gaan of waar zich het grootste bevolkingsaantal bevindt. Wees niet bang om het trainingscentrum te vestigen in het bolwerk van satan. Het geeft een grote kans om de studenten te laten ervaren wat hen onderwezen is. Efeze was daarvoor uitermate geschikt vanwege de sterke invloed van de religie van Diana. Welke faciliteiten zijn er nodig? Het is niet nodig om een speciaal gebouw te bouwen voor het trainingscentrum. Paulus gebruikte een bestaande zaal die toebehoorde aan een zekere Tyrannus. Je kunt een trainingscentrum beginnen in een bestaand kerkgebouw, schoolgebouw, huis of een openbare zaal. Wanneer het mogelijk is kun je de school het beste plaatsen in een ‘neutrale faciliteit’. Hiermee bedoelen we dat het gebouw niet bij een specifieke kerkgenootschap dient te behoren. Daardoor is de training ook toegankelijk voor mensen uit andere kerken. Sommige voorgangers zijn bang dat zij hun mensen verliezen wanneer die naar een andere kerk toegaan. Sommige kerkgenootschappen staan niet toe dat hun leden andere kerken of groepen betreden. Zo’n houding is niet goed, maar komt toch voor. Door een ‘neutrale faciliteit’ te kiezen sluit je veel van dit soort problemen uit. Misschien kun je gebruik maken van overheidsgebouwen van de stad of de regering. Misschien kun je gebruik maken van iemands huis, openbare vergaderzaal, camping of een bestaande openbare school. Probeer een faciliteit te vinden die geschikt is voor het aantal studenten dat je denk dat er komt. Kies een faciliteit die de sociale klasse aanspreekt die jij wilt bereiken. Een voorbeeld: wanneer je mensen wilt trainen in achterstandswijken zullen zij zich zeer waarschijnlijk niet op hun gemak voelen in de vergaderzaal van een vijf sterren hotel.
5. Kies een geschikte cursusbeschrijving: Een cursusbeschrijving is een georganiseerde weergave van de cursus, Zorg ervoor dat de cursusbeschrijving van het trainingscentrum duidelijk aangeeft dat het doel van het trainingscentrum is: discipelen trainen en toerusten. Een voorbeeld; een cursus over Gods stem kennen is veel belangrijker in het bereiken van dat doel dan een cursus over de geschiedenis van het kerkgenootschap. De cursusbeschrijving van het trainingscentrum dient zich te richten op wat Jezus onderwees en waardoor gewone mensen veranderden in discipelen die de wereld bereikten met het Evangelie. De beschrijving moet op de Bijbel gebaseerd zijn. Elke Bijbelschool kan je een voorbeeld geven van de beschrijving van hun opleiding. Bij de keuze van je cursusbeschrijving moet je rekening houden met de mate van scholing van de mensen die jij wilt trainen. Kunnen zij lezen en schrijven? Welke taal spreken zij? Wanneer er verschillende plaatselijke dialecten zijn, is er dan een algemene taal die in de school gehanteerd kan worden? Is het nodig om tweetalig onderwijs te geven en een vertaler te gebruiken? 6. Selecteer onderwijzers en een staf: Vraag God je te leiden in de selectie van onderwijzers voor het trainingscentrum. Zorg ervoor dat je er zeker bent dat zij het eens zijn met de doelstellingen van de school en met de cursussen die er gegeven worden. Let op de mate van scholing van de onderwijzers. Zij 151 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
moeten de stof over kunnen brengen op het niveau van de leerlingen die getraind dienen te worden. Maar wat nog belangrijker is: hun geestelijke ervaring en gaven van de Geest. Kies onderwijzers die de studenten kunnen leiden in het in de praktijk brengen van datgene wat zij geleerd hebben. Kies onderwijzers die het juiste voorbeeld geven door de demonstratie van Gods kracht in hun eigen leven en bediening. Denk eraan dat de leerlingen in Efeze niet alleen in de klas zaten om onderwijs te ontvangen. Ze leerden door ervaring en door het voorbeeld dat hun leraar hen gaf. Kies gelovigen uit die de gave van onderwijzen hebben. Voorzie in training waarin zij die gave kunnen ontwikkelen. De cursus ‘onderwijstechnieken’ kan je hierbij helpen. Naast leraren heb je misschien ook wat stafleden nodig. Je hebt misschien iemand nodig die het leslokaal op orde maakt en schoonhoudt. Iemand die de leiding heeft om de school bekend te maken. Denk gedetailleerd na over de school. Welke taken moeten uitgevoerd worden om de school goed te laten functioneren? Kies stafleden die de noodzakelijke taken kunnen uitvoeren. 7. Maak het trainingscentrum bekend: Mensen kunnen de school niet bezoeken wanneer ze niet weten dat die bestaat. Je moet het trainingscentrum bekendmaken bij de mensen in de omgeving waar jij dienstbaar bent. Hoe je de school bekend maakt is afhankelijk van de locatie en van hoeveelheid geld die jij tot je beschikking hebt. Wanneer je school zich in een klein dorpje bevindt, kun je huis aan huis een uitnodiging doen en elke kerk benaderen die zich in dat dorp bevinden. Het nieuws kan zich dan ook mondeling verspreiden. Je kunt persoonlijk voorgangers benaderen over het programma. Je kunt gelovigen ook persoonlijk benaderen, die het verlangen hebben om training te ontvangen. Het hele dorp kan gemakkelijk bereikt worden zonder al te veel kosten. In een stad, met een groter inwoneraantal gaat dat niet zo gemakkelijk. Je kunt dan eventueel van het volgende gebruik maken om je school bekendheid te geven: Kerkbezoek: Zorg dat je de gegevens van alle kerken in je bezit krijgt, via de telefoongids of de plaatselijke gemeentegids of site. Neem contact op met de voorganger van elke kerk en deel de visie van het trainingscentrum. Vraag hem dit mee te delen aan de leden van zijn kerk tijdens de kerkdienst. Kerkblad: Wanneer de kerken in jouw omgeven een kerkblaadje hebben voor hun leden, maak dan een kleine folder die aan het kerkblaadje toegevoegd kan worden voor het verspreid wordt (voor een voorbeeld hiervan kun je terecht in de vervolgstudie van dit hoofdstuk). Persberichten: Maak persberichten over de school voor de plaatselijke krant. Informeer ook naar de kosten voor het plaatsen van een advertentie (Kijk in d vervolgstudie voor een voorbeeld van een persbericht). Posters: Ontwerp een poster om de school bekend te maken. Hang die op in de hal van de kerk, op een plek waar de mensen hem goed kunnen zien. Wanneer de kerk glazen deuren heeft hang hem dan daar op zodat de mensen buiten de kerk hem ook kunnen zien. Vraag toestemming aan 152 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
plaatselijke winkels, scholen en andere plaatsen waar veel mensen komen. Verzeker je ervan dat je toestemming hebt voor je een poster ophangt. Verzeker je er ook van dat je hiermee geen wetten overtreedt. Christelijke gebeurtenissen: Wanneer er Christelijke evenementen, concerten of conferenties in jouw omgeving zijn, die veel gelovigen trekken, vraag de leiders dan om het trainingscentrum bekend te maken. Kerkleden: Vraag kerkleden om posters op te hangen en folders te verspreiden. Folders kunnen hetzelfde ontwerp hebben als de folders die aan de kerkblaadjes toegevoegd worden. Bijeenkomst van kerkleiders: Wanneer die voorkomt kun je tijd vragen om voorlichting te geven over het trainingscentrum op zo’n bijeenkomst. Je kunt eventueel ook een verzoek doen om ondersteuning van de kerken in gebed (en middelen). Zorg ervoor dat je een voorraad posters en folders bij de hand hebt om uit te delen. Je eigen denominatie; Stuur elke voorganger binnen je eigen denominatie een brief en licht hen in over het werk. Plaatselijke Christelijke organisaties: Neem contact op met de leiders van de plaatselijke Christelijke organisaties in jouw gebied. Denk bijvoorbeeld aan: Youth for Christ, Volle Evangelie Zakenlieden, Women’s Aglow, Teen Challenge, de Hoop etc. Bezoek de leiders en vraag toestemming om voorlichting te geven over het trainingscentrum tijdens de regelmatige bijeenkomsten van hun organisatie. 8. Houdt de eerste bijeenkomst: De eerste bijeenkomst in het trainingscentrum is heel belangrijk. Het moet toegankelijk zijn voor alle gelovigen en voorgangers in de gemeenschap. Deze bijeenkomst hoort het volgende te omvatten: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Voorstelling van de onderwijzers en de staf Uitleg van het doel van het trainingscentrum Overzicht van de cursus(sen) die gegeven worden in het trainingscentrum Een tijd van gebed, lofprijs, aanbidding en zang. Een demonstratieles, een voorbeeld van wat de school te bieden heeft Afsluiten gebed waarin de faciliteit en de onderwijzers aan de Heer opgedragen worden. 7. Inschrijving van hen die deel willen nemen aan het trainingsprogramma. Inschrijving dient plaats te vinden aan het eind van de eerste bijeenkomst voor iedereen vertrekt. De studenten hebben dan contact gehad met de leraren, een inleiding gekregen op de cursusinhoud en een proefles meegemaakt. Dit moet hen motiveren om de hele trainingscursus te volgen (zie inschrijfformulier in de vervolgstudie van deze les).
153 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
9. Regelmatige lessen: Hier zijn enkele richtlijnen voor regelmatig lesgeven: 1. Wees voorbereid: Iedere leraar moet door en door bekend zijn met de stof die hij dient te onderwijzen. Hij moet de juiste middelen en materialen klaar hebben liggen voor de aanvang van de les. Hij moet specifieke doelen voor elke les hebben. Dat moeten concrete doelen zijn, zoals je die aan het begin van elk hoofdstuk in deze cursus vindt. Zorg ervaar dat de lesruimte gereedgemaakt is voor je studenten. Geef elke student een cursusboek. Misschien heb je audiovisuele materialen nodig in je les. Zorg dan dat de apparatuur gereed staat. 2. Wees punctueel: Start de les op de afgesproken tijd en sluit deze ook op tijd af, tenzij de Heilige Geest aangeeft dat het anders moet. 3 Bid: Open en besluit elke les met gebed. 4. Kijk terug en vat samen: Begin elke les met een kort overzicht van wat er in de vorige les besproken werd. Besluit elke les met een samenvatting van dat wat in de les werd behandeld. 5. Gebruik verschillende onderwijstechnieken: Om je zelf hierin te trainen kun je gebruik maken van de cursus: ‘onderwijzen’ 6. Sta open voor het werk van de Heilige Geest: Dit is veel belangrijker dan het afmaken van de les volgens de planning die jij in gedachten had. Bovendien is het veel belangrijker dan de gebruikelijke indeling van de les. 7. Leid de studenten naar ervaring in dat wat onderwezen is: Een voorbeeld: Wanneer je onderwijs hebt gegeven over genezing, bidt dan voor degenen die ziek zijn. Wanneer je onderwijs gegeven hebt over de doop in de Heilige Geest, bid dan voor hen die deze doop nog niet ontvangen hebben. 8. Plan praktijklessen: Geef opdrachten die studenten tussen twee lessen in uit kunnen voeren. Geef mogelijkheden om het geleerde in praktijk te brengen door middel van praktisch werk in hun kerk en gemeenschap. Denk hier aan: Het doel van de school is discipelen toerusten zodat zij de Evangelieboodschap kunnen verspreiden (en daarbij culturele en geografische grenzen kunnen overschrijden).
154 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Welke methoden gebruikte Paulus om de gelovigen in Efeze te? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3. Beschrijf het trainingscentrum in Efeze. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Wat is het doel van een trainingscentrum voor groei in omvang? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 5. Geef een samenvatting van de instructies, die in dit hoofdstuk gegeven worden, om een trainingscentrum te starten. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
(Antwoorden op de zelftesten vindt u achter in dit boek) 155 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Vervolgstudie 1. Elia organiseerde een profetenschool in het Oude Testament, waarvan hij het hoofd was (zie 2Kon. 2:4). Wanneer je de profetische bediening bekijkt, welke cursus zou dan aan het lespakket van die school toegevoegd moeten worden? 2. Hier zijn een aantal voorbeelden, die je kunt gebruiken, om jouw trainingscentrum bekend te maken: Voorbeeld van een krantenartikel De gezamenlijke kerken in (naam van de plaats) nodigen u uit om het trainingscentrum (naam van het centrum) te bezoeken op (datum en tijd van de opening). Het trainingscentrum wil Christenen trainen om in woord en daad te laten zien wie Christus is en wat Hij voor de wereld wil betekenen. Volgens (naam van een plaatselijke voorganger), voorzitter van het plaatselijke comité dat dit organiseerde, is het centrum toegankelijk voor Christenen uit alle kerken en kringen. Het centrum bevindt zich (adres). Demonstratielessen worden gegeven door: • Naam van de leraar: onderwerp van de les (bijv.: fundamenten van het geloof) • Naam van de leraar: onderwerp van de les (bijv.: de bediening van de Heilige Geest) Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met (naam, adres, telefoon van de contactpersoon voor extra informatie). Voorbeeld van een radioboodschap of aankondiging op televisie De gezamenlijke kerken in (naam van de plaats) nodigen u uit om het trainingscentrum (naam van het centrum) te bezoeken op (datum en tijd van de opening). Het trainingscentrum wil Christenen trainen om in woord en daad te laten zien wie Christus is en wat Hij voor de wereld wil betekenen. Volgens (naam van een plaatselijke voorganger), voorzitter van het plaatselijke comité dat dit organiseerde, is het centrum toegankelijk voor Christenen uit alle kerken en kringen. Het centrum bevindt zich (adres). Demonstratielessen worden gegeven door: • Naam van de leraar: onderwerp van de les (bijv.: fundamenten van het geloof) • Naam van de leraar: onderwerp van de les (bijv.: de bediening van de Heilige Geest) De lessen vinden op (data en tijd) Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met (naam, adres, telefoon van de contactpersoon voor extra informatie).
156 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Voorbeeld van een inschrijfformulier NAAM VAN HET TRAININGSCENTRUM Inschrijfformulier Naam: _____________________________________________________________________ Adres: _____________________________________________________________________ Postcode: __________ Woonplaats: _____________________________________________ Telefoon: ______________ E mail: _____________________________ Leeftijd: _______ Kerkgenootschap: ___________________________________________________________ Welke taak/taken vervult u momenteel in uw kerk? _________________________________ ___________________________________________________________________________ Welke onderwijs heeft u genoten? _______________________________________________ Welke talen spreekt, leest schrijft u vloeiend? ______________________________________ (je kunt eventueel nog andere zaken aan je inschrijfformulier toevoegen, wanneer je dat wilt)
157 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Instructie voor voorgangers De volgende brief kan naar de voorgangers van alle plaatselijke kerken gestuurd worden, in combinatie met informatie over het trainingscentrum: Beste (naam en titel van de voorganger): Wij bieden u een geweldige gelegenheid om de Christelijke leiders en leken te trainen die uw kerk toebehoren. Op de volgende wijze kunt u uw voordeel doen met deze training die gegeven wordt door (naam van het trainingscentrum) in (plaats). 1. Bekijk het bijgesloten materiaal goed. We hebben een speciale uitnodiging en enkele folders over het instituut aan deze brief toegevoegd. 2. Geef elk volwassen lid van uw kerk een folder over het trainingscentrum. 3. Gebruik de folder om die op te hangen op het mededelingbord in uw kerk te hangen. 4. Wanneer er nog andere kerken onder uw verantwoording vallen, wilt u ze dan ook een voorraad folders sturen? 5. We verzoeken u in elke kerk die u bezoekt, of waar u spreekt, een voorraad folders neer te leggen en een mededeling over het trainingscentrum te doen. 6. Wanneer u een evangelisatiecampagne houdt, een kamp, een musical, een conferentie of een andere bijeenkomst, wilt u dan iedereen op de hoogte brengen van het trainingscentrum door middel van een mededeling en de folders? Mocht u meer materialen nodig hebben of meer informatie wensen, neem dan contact op met: (naam, adres, telefoonnummer van contactpersoon)
158 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Voorbeeld van een folder over het trainingscentrum Het volgende is een voorbeeld van een folder voor je trainingscentrum: KOM NAAR (PLAATS)… (NAAM VAN HET TRAININGSCENTRUM) TRAINING VOOR EVANGELISCHE CHRISTENEN Data: Tijden: Plaats:
13 september 2008 – 5 januari 2009-06-2009 maandag, woensdag en vrijdag van 19.00 tot 22.00 u. adres van het trainingscentrum
De volgende onderwerpen komen aan de orde: - De geestelijke oogst - Geloofsfundamenten - Koninkrijksleven - Geestelijke strijd - Gods spreekt - Evangelisatie
- Hoe ziet God de wereld? - Onderwijs - Vermenigvuldiging - Kracht van de Christen - Bijbelstudie - Ziekte en genezing
Leraren: (Vul hier de namen van alle docenten in, hun functie in de kerk, in welke kerk zij actief zijn en eventueel hun opleiding) Algemeen: • • •
De opleiding is bedoeld voor alle gelovigen van elk kerkgenootschap Na het succesvol afronden van de opleiding wordt een getuigschrift uitgereikt De opleiding is gratis (of: de kosten voor de opleiding zijn: € ___________ )
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: (Naam, adres, telefoon…)
159 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden
Model voor een uitnodigingsbrief Hier is een brief die je naar alle plaatselijke gelovigen kunt sturen. Denk eraan dat je de naam van je eigen trainingscentrum invult op de plek waar dat nodig is: Beste vriend, Wil je weten hoe je elke minuut van je leven waardevol voor God maakt? Je kunt dat leren bij (naam van het trainingscentrum). Daar krijg je les over ondermeer de volgende onderwerpen: - De geestelijke oogst - Geloofsfundamenten - Koninkrijksleven - Geestelijke strijd - Gods spreekt - Evangelisatie
- Hoe ziet God de wereld? - Onderwijs - Vermenigvuldiging - Kracht van de Christen - Bijbelstudie - Ziekte en genezing
Aan het trainingscentrum wordt lesgegeven door: (Vul hier de namen van alle docenten in, hun functie in de kerk, in welke kerk zij actief zijn en eventueel hun opleiding. Ook kun je eventueel de cursus noemen die door elke docent gegeven wordt). (Naam van het trainingscentrum) is geen theologische opleiding, maar het is een belangrijke korte opleiding die leert om een productief Christelijk leven te leiden en de taak te vervullen die God jou heeft gegeven. De lesdata van (naam van het trainingscentrum) zijn ingepland van (begindatum) tot (einddatum). De bijeenkomsten vinden plaats op (dagen noemen) om (lestijden noemen) te (adres). Wil je meer weten, neem dan contact op met: (Naam, adres, telefoon…). Inschrijving vindt plaats op de eerste openingsavond van het trainingscentrum op (datum). De avond begint om (tijd) op (adres van het centrum).
160 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden Antwoorden op zelftesten Hoofdstuk 1: 1. Mark. 1:17: En Jezus zeide tot hen: Komt achter Mij en Ik zal maken, dat gij vissers van mensen wordt. 2. De eerste en laatste opdracht van Jezus aan Zijn volgelingen was dat zij zich geestelijk zouden vermenigvuldigen. Zie Mark. 1:7 en Hand. 1:8. 3. Wanneer iets zich vermenigvuldigt is er sprake van toename in aantal door reproductie; het is een steeds opnieuw reproduceren in een gelijkwaardige vorm. Vermenigvuldiging is het proces van vermenigvuldigen. 4. Geestelijke vermenigvuldiging vindt plaats door geestelijke reproductie. Een gelovige reproduceert zich door het Evangelie te delen met anderen, ze leiden tot het geloof en ze discipelen van de Heer Jezus Christus te laten worden. 5. Een ‘methode’ is een plan om een specifiek doel te bereiken. 6. ‘Methoden’ is een systeem van methoden die gecombineerd worden om een bepaald doel te bereiken. 7. Geestelijke ‘vermenigvuldigingsmethoden’ zijn een systeem van methoden die de gelovige in staat stellen het doel van geestelijke reproductie te bereiken. 8. Vergelijk je antwoord met de bespreking in hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2: 1. Zach. 4:10:
Want wie veracht de dag der kleine dingen? Zij zullen zich verblijden, als zij het paslood zien in de hand van Zerubbabel. Deze zeven zijn de ogen des Heren, die de ganse aarde doorlopen. 2. Vergelijk je antwoord met de bespreking in hoofdstuk 2. 3. Geografische groei, etnische groei, numerieke groei, geestelijke groei 4. Elk van de volgende tekstverwijzingen kan gebruikt worden: Num. 1:1-3; 2:23-24; 26:1-4; Math. 9:13; Luk. 15:7; 19:10 Hand. 1:15; 2:41; 4:4; 6:7; 9:32; 12:24; 16:5; 19:20; 28:30-31; Joh. 3:16; 2Petr. 3:9 5. Vergelijk je antwoord met de bespreking in hoofdstuk 2. 6. a. fout b. fout Hoofdstuk 3: 1. Mark. 4:33:
En in vele dergelijke gelijkenissen sprak Hij het woord tot hen, naardat zij het konden horen 2. Een gelijkenis is een geschiedenis die een voorbeeld uit de natuurlijke wereld gebruik om een geestelijke waarheid te verduidelijken. De oorspronkelijke betekenis van ‘gelijkenis’ is: ‘ernaast leggen, vergelijken’. In gelijkenissen gebruikt Jezus natuurlijke voorbeelden en vergelijkt deze met geestelijke waarheden. Een gelijkenis is een werelds verhaal met een Hemelse betekenis. 3. De discipelen werd gegeven om de geestelijke waarheden in de gelijkenissen te begrijpen omdat zij geestelijke konden denken. Zij die dat niet kunnen en de gelijkenissen hoorde konden die niet begrijpen. 4. Zie de bespreking van de gelijkenissen in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4: 1. 2Tim. 2:2:
en wat gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan vertrouwde mensen, die bekwaam zullen zijn om ook anderen te onderrichten. 2. ‘Getuigen’ is vertellen wat je gezien, gehoord of ervaren hebt. In een rechtbank is een getuige iemand die een getuigenis geeft over iets of iemand. Als getuigen dienen wij te spreken over Jezus en Zijn reddingsplan voor de hele mensheid. 3. De term ‘leken’ betekent: ‘zij die bij Gods vol horen’. De basisbetekenis is ‘heel Gods volk’. De term ‘leken’ werd gebruikelijk voor hen die niet actief waren in een voltijds geestelijke baan in de kerk. 4. De term ‘geestelijkheid’ is ingevoerd om de professionele geestelijken in de kerk aan te geven. Geestelijkheid verwijst naar hen die de bediening als hun beroep beschouwen en die normaal gesproken voltijds werken in een kerk. 5. De roeping ven de leken verwijst naar de verantwoordelijkheid van elke gelovige om een ‘priester’ te zijn of het Evangelie te bedienen aan ongelovigen. 6. Gods plan is samengevat in Hand. 1:8. De Heilige Geest os de Goddelijke kracht achter het vermenigvuldigingsproces. Jezus Christus moet de inhoud van de boodschap zijn en de hele wereld moet die boodschap horen. 7. Andreas en Ananias 8. Begin het Evangelie te delen met verwanten, vrienden en collegae. Het Evangelie verspreidt zich het snelst langs bestaande sociale netwerken.
161 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden Hoofdstuk 5: 1. Math. 16:18: En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. 2. Alle echte gelovigen in Jezus Christus die opnieuw geboren zijn in het Koninkrijk van God. 3. De kerk ontstond door de Heilige Geest op de Pinksterdag (Hand. 4). 4. Vergelijk je antwoord met het besprokene in hoofdstuk 5. 5. Aanbidding, dienstbaarheid, gemeenschap en zending. 6. Vergelijk je antwoord met het besprokene in hoofdstuk 5 7. Vergelijk je antwoord met het besprokene in hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6: 1. Col. 2:19:
terwijl hij zich niet houdt aan het hoofd, waaruit het gehele lichaam, door pezen en banden ondersteund en samengehouden, zijn goddelijke wasdom ontvangt. 2. Interne groei verwijst naar de geestelijke groei en ontwikkeling van leden van de Kerk. Het verwijst veel meer naar de groei in kwaliteit dan in kwantiteit. 3. Geestelijke groei is een toename van de geestelijke volwassenheid die een leven dat ijk op dat van Christus tot gevolg heeft in het leven van elke gelovige. 4. Vergelijk je antwoord met het besprokene in hoofdstuk 6. 5. Vergelijk je antwoord met het besprokene in hoofdstuk 6. 6. Vergelijk je antwoord met het besprokene in hoofdstuk 6. Hoofdstuk 7: 1. Hand. 6:7:
En het woord Gods wies en het getal der discipelen te Jeruzalem nam zeer toe en een talrijke schare van de priesters gaf gehoor aan het geloof. 2. Groei in aantal vindt plaats wanneer gelovigen nieuwe bekeerlingen voor Christus winnen en hen in de gemeenschap van hun eigen kerk opnemen. Het gevolg is een numerieke groei van de kerk. 3. Vergelijk je antwoord met het besprokene in hoofdstuk 7. 4. Vergelijk je antwoord met het besprokene in hoofdstuk 7. Hoofdstuk 8: 1. Hand. 16:5:
De gemeenten dan werden bevestigd in het geloof en namen dagelijks in zielental toe. 2. Groei in omvang vindt plaats wanneer een kerk een nieuwe kerk start in dezelfde cultuur als de ‘moederkerk’. De nieuwe kerk is een uitbreiding van de ‘moederkerk’, net als een kind een uitbreiding van het gezin (de ouders) is. 3. ‘Kerk planten’ wordt gebruikt om de groei in omvang en de overbruggingsgroei van de kerk te beschrijven. Iemand ‘plant’ een nieuwe kerk zoals een boer een zaad of een plant in de natuurlijke wereld plant. Het zaad zal een nieuwe plan voortbrengen, die lijkt op de ‘moederplant’ die het voortbracht. 4. Leden uit de kerk van Jeruzalem werden verstrooid vanwege de vervolging. Zij gingen overal naar toe en brachten het Woord. Toen er nieuwe bekeerlingen kwamen werden er nieuwe kerken gevormd. 5. Er zijn vier manieren waarop een nieuwe kerk gestart wordt: 1. Een kerk start een nieuwe kerk 2. Verschillende kerken werken samen en starten een nieuwe kerk 3. Een grote kerk splitst zich en vormt zo twee of meer nieuwe kerken 4. Een individuele gelovige wordt naar een bepaald gebied gestuurd om een kerk te starten. 6. Dit zijn de manieren waarop kerken groei in omvang kunnen hebben: 1. Kerken die een specifieke gemeenschap dienen 2. Kerken die een specifieke etnische groep dienen 3. Kerken met speciale doelen 7. De Bijbelse prioriteiten zijn: nieuwe kerken planten in onbereikte gebieden, ontvankelijke gebieden, steden en de omliggende gebieden. 8. De boodschap die resulteert in nieuwe kerken is een Bijbelse, Christocentrische, op nood gerichte boodschap. (Christocentrisch: Christus als belangrijkste persoon in de boodschap). Hoofdstuk 9: 1. Hand. 26:18: om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht en van de macht van de satan tot God, opdat zij vergeving van zonden en een erfdeel onder de geheiligden zouden ontvangen door het geloof in Mij. 2. Overbruggingsgroei vindt plaats wanneer een kerk zich uitbreidt over nationale, taalkundige of etnische kloven heen, door een kerk te planten in een andere cultuur. 162 van 163
Vermenigvuldigingsmethoden 3. Hand. 1:8. Het Evangelie moest zich van Jeruzalem uitbreiden naar de ‘uitersten der aarde’. 4. De apostel Paulus. 5. Vergelijk je antwoord met het besprokene in hoofdstuk 9. Hoofdstuk 10: 1. Math. 16:24: Toen zeide Jezus tot zijn discipelen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij. 2. Het woord ‘bekeerling’ wijst naar nieuwe gelovigen in Jezus die opnieuw geboren zijn door het geloof en deel uitmaken van het Koninkrijk van God. 3. Een ‘discipel’ is een bekeerling die gevestigd is op de fundamenten van het Christelijke geloof en die nieuwe bekeerlingen maakt en hen tot discipel maakt. Het woord ‘discipel’ betekent: ‘leerling, pupil, iemand die leert door na te volgen’. Het gaat hier om meer dan alleen maar hoofdkennis. Dit leren beïnvloedt en verandert de levensstijl van die persoon. 4. Drie belangrijke aspecten van de oproep tot discipelschap zijn de kosten, de juiste prioriteiten en absolute doelen. 5. De negen belangrijke principes voor discipelschapstraining zijn: - selectie - band - visie - toewijding - onderwijs - demonstratie - toepassing - toezicht houden - delegatie 6. Een discipel is iemand die: - Alles achter zich laat - In het Woord blijft - Zichzelf verloochent - Gehoorzaam is - Jezus volgt - Een dienaar is - Het Koninkrijk van God de hoogste prioriteit geeft - God eert door vrucht te dragen - Gods liefde toont 7. De ware test voor discipelschap is dat wat er gebeurt wanneer je niet langer bij hen bent die jou de discipelschapstraining hebben gegeven. Blijven zij trouw aan dat wat jij hen onderwezen hebt? Onderwijzen zij anderen die het vermenigvuldigingsproces voort kunnen zetten? Zo ja, dan is de discipelschapstraining succesvol. Hoofdstuk 11: 1. Ps. 1:1-3:
Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; Maar aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. Want hij is als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt; al wat hij onderneemt, gelukt. 2. Wanneer groei achterblijft in de natuurlijke wereld, ontwikkelt zich het lichaam niet naar het juiste formaat. Wanneer groei achterblijft in de geestelijke wereld, worden de mensen niet geestelijk volwassen en groeit de kerk niet. 3. Voorbeeld A: De beledigde zuster moet de aanwijzingen in Math. 18:15-17 volgen. Voorbeeld B: De kerk kan een ‘kom’ beleid hebben in plaats van een ‘ga’ beleid. Er kunnen niet productieve activiteiten zijn, waarin gesnoeid moet worden. Voorbeeld C: Het kan zijn dat deze kerk geen bekeerlingen traint om discipelen te worden. Hoofdstuk 12: 1. Hand. 19:9-10: Maar toen sommigen verhard en ongehoorzaam bleven en ten aanhoren van de menigte kwaad bleven spreken van de weg, maakte hij zich van hen los en zonderde zijn discipelen af, terwijl hij dagelijks besprekingen hield in de gehoorzaal van Tyrannus. En dit ging twee jaar lang zo voort, zodat allen, die in Asia woonden, het woord des Heren hoorden, Joden zowel als Grieken. 2. Hij onderwees door persoonlijke ervaring (Hand. 19:2-8), door voorbeeld (Hand. 19:11-12) en in het trainingscentrum (Hand. 19:9). 3. Het trainingscentrum in Efeze was een 2-jarige opleiding die discipelen trainde om het Evangelie te verspreiden (en daarbij culturele en geografische grenzen te overschrijden) (Hand. 19:10-20). 4. Het doel van zo’n trainingscentrum is discipelen trainen en hen toerusten voor het werk van de bediening. 5. Vergelijk je antwoord met het besprokene in hoofdstuk 12.
163 van 163