Vent i l at i emet enmet CO2al st r acer gas2 0 0 9
Ventilatie meten met CO2 als tracergas December 2009
G. Meijer F. Duijm GGD Groningen Postbus 584 9700 AN Groningen
Samenvatting De capaciteit van mechanische ventilatie is moeilijk te meten bij een opening waaromheen niet een paar decimeter vrije ruimte zit, bijvoorbeeld bij een afzuigopening boven een keukenkastje vlak onder het plafond. Een dergelijke opening kan overigens wel goed afzuigen. In die situatie is het mogelijk een indicatieve meting te doen met een gewone CO2-logger en een CO2-bron die te koop is voor diverse toepassingen. Aan de hand van de afname van de CO2-concentratie wordt het ventilatiedebiet berekend. De uitvoerbaarheid van deze methode in de praktijk is getest in een kantoorruimte en een klaslokaal met mechanische afzuiging en natuurlijke toevoer. Er zijn enkele ventilatoren geplaatst. Nadat CO2 op een bepaalde plek in die ruimte is gespoten, is de verdeling over de ruimte gemeten. De menging met lucht blijkt snel en volledig genoeg plaats te vinden. Daarnaast is gekeken naar de mogelijke invloed is van de natuurlijke luchttoevoer. Wanneer meer roosters dicht zijn, blijkt er minder lucht te worden afgezogen. Uit deze testen is gebleken dat de beschreven methode goed bruikbaar is in de praktijk, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan.
2
Inhoud Samenvatting ........................................................................................................................... 2 1. Vraagstelling ........................................................................................................................ 4 2. Onderzoeksopzet ................................................................................................................ 5 2.1 Onderzoek kantoorruimte ............................................................................................ 5 2.2 Onderzoek klaslokaal ................................................................................................... 6 2.3 Berekeningsformule en toetswaarden ....................................................................... 7 3. Resultaten ............................................................................................................................ 8 3.1 Resultaten kantoorruimte............................................................................................. 8 3.2 Resultaten klaslokaal ................................................................................................. 10 4. Conclusie............................................................................................................................ 12 5. Aanbevelingen ................................................................................................................... 12 Bijlage 1. Plattegrond kantoorruimte .................................................................................. 13 Bijlage 2. Foto’s klaslokaal................................................................................................... 14 Bijlage 3. Plattegrond klaslokaal ......................................................................................... 15 Bijlage 4. Ruwe data en resultaten klaslokaal .................................................................. 16
3
1. Vraagstelling Is het mogelijk het ventilatievoud indicatief te meten door met eenvoudige middelen CO2 in een ruimte te brengen en daarna de snelheid te meten waarmee de concentratie daalt? Bij het inbrengen van puur CO2-gas in een binnenruimte kan op de vloer een laag met een hoge concentratie CO2-gas ontstaan die slecht mengt met de lucht erboven, doordat CO2gas zwaarder is dan lucht. De soortlijke dichtheid van CO2 kan extra groot zijn doordat het gas na het vrijkomen uit een drukcilinder koud is. Het is dus de vraag of er voldoende verticale menging door de hele ruimte optreedt. Verder is het ook de vraag of er voldoende horizontale menging bestaat zodat er geen dode hoeken zijn. Bij onvoldoende menging zou de methode niet geschikt zijn voor het berekenen van de ventilatievoud. Daarnaast is de vraag wat de invloed van beperken van de luchttoevoer via de roosters is op de mechanische afzuiging.
4
2. Onderzoeksopzet 2.1 Onderzoek kantoorruimte De metingen zijn uitgevoerd op 21 juli 2009 in een kantoorruimte van circa 110 m3 met mechanische afzuiging via 1 of 2 TL-armaturen. Voor de test zijn alle ramen en deur gesloten. Er bevonden zich geen personen of andere CO2-bronnen in de ruimte tijdens het deel van de meting dat gebruikt is voor het berekenen van de ventilatievoud. Er is gebruik gemaakt van Telaire 7001 'dual beam NDIR' CO2-meters met ATX-ATVdatarecorders van Atal. Deze loggers kunnen waarden opslaan tot 4000 ppm. De CO2-meters zijn vooraf met elkaar vergeleken en met behulp van een 1-punts kalibratie aan elkaar gelijk gesteld bij een concentratie van 460 ppm CO2 (het gemiddelde van alle apparaten). Op verschillende plaatsen en hoogtes in de ruimte zijn 6 meetapparaten plus loggers geplaatst. In bijlage 1 staat een plattegrond van de ruimte met daarin aangegeven waar gedurende test 3 en 4 de meetapparaten en ventilator hebben gestaan. Deze test is uitgevoerd zoals omschreven staat in de richtlijn beoordeling ventilatie woningen. Een koolzuursneeuwblusser is gebruikt als CO2-bron. Voor elke test is met behulp van de brandblusser een hoeveelheid CO2 in de ruimte gebracht. Door middel van een korte krachtige stoot werd CO2 van dichtbij de vloer richting plafond gespoten. Eén of twee ventilatoren droegen zorg voor de verspreiding van het gas in de ruimte. Gedurende minimaal een half uur is de CO2-concentratie gemeten. Per minuut is een gemiddelde CO2-waarde opgeslagen. Wanneer omlaag of minder krachtig wordt gespoten, valt er veel CO2 in de vorm van “sneeuw” direct op de vloer. Hierdoor duurt het langer voordat de menging in de ruimte volledig is. In totaal zijn 4 tests uitgevoerd: 1. De CO2-meters zijn bij elkaar in het midden van de ruimte op een tafel geplaatst. Hiermee kan worden beoordeeld of de meters ook in het hogere meetbereik ongeveer hetzelfde aangeven. 2. De CO2-meters zijn verdeeld over de ruimte op verschillende hoogtes geplaatst. De menging van CO2 en lucht werd gerealiseerd met behulp van een tafelventilator op 1 meter hoogte (45W, doorsnede van 25 cm) en een ventilator op poot op 1 meter hoogte (50W, doorsnede 50cm). De ventilatoren waren gericht op de CO2-bron en werkten op de zwenkstand gedurende de gehele meting. 3. Deze test is aansluitend aan test 2 uitgevoerd om te kunnen beoordelen of de menging van CO2 met de lucht in de ruimte ook met een kleine tafelventilator te realiseren is. Dit maakt toepassing in de praktijk eenvoudiger. Opstelling CO2-meters als bij test 2. De menging van CO2 en lucht vond plaatst met behulp van alleen de tafelventilator (45W, doorsnede van 25 cm). Deze was op de grond geplaatst, gericht op de CO2-bron en werkte in de zwenkstand gedurende de gehele meting. 4. Opstelling als bij test 3. Hierbij is n.a.v. de resultaten van de eerdere tests de ventilator in de hoek geplaatst. Ook is de ventilator 15 minuten na het spuiten van de CO2 uitgezet, om te voorkomen dat de luchtbeweging extra ventilatie tot stand brengt en daardoor de capaciteit van de mechanische ventilatie wordt overschat.
5
2.2 Onderzoek klaslokaal In een klaslokaal van circa 154 m3 met mechanische afzuiging in een multifunctioneel gebouw dat is opgeleverd in 2005 zijn op 25 november 2009 metingen gedaan met de toevoerroosters op verschillende standen. De lucht wordt via twee buizen boven het verlaagde plafond met daarin roosters afgezogen. Volgens de bouwtekening wordt 600 m3/ h afgezogen. De toevoer van verse lucht vindt plaats via roosters in de ramen. Per lokaal zijn er 4 grote roosters (114 bij 5 cm) en 1 kleiner rooster (62 bij 5 cm). De roosters waren erg vuil. Verder is er onder de deur naar de gang en spleet van 180 bij 2,8 cm. In bijlage 2 staan foto’s van het onderzochte lokaal. Voor de test zijn de deur en alle ramen gesloten. Er bevonden zich geen personen of andere CO2-bronnen in de ruimte tijdens het deel van de meting dat gebruikt is voor het berekenen van de ventilatievoud. Er is gebruik gemaakt van Telaire 7001 'dual beam NDIR' CO2-meters met ATX-ATVdatarecorders van Atal. Deze loggers kunnen waarden opslaan tot 4000 ppm. De CO2-meters zijn vooraf met elkaar vergeleken en met behulp van een 1-punts kalibratie aan elkaar gelijk gesteld bij een concentratie van 1000 ppm CO2 (het gemiddelde van alle apparaten). Op verschillende plaatsen en hoogtes in de ruimte zijn 5 meetapparaten plus loggers geplaatst. In bijlage 3 staat een plattegrond van de ruimte met daarin aangegeven waar gedurende de test de meetapparaten en ventilatoren hebben gestaan. Er is een aantal malen CO2 gespoten op dezelfde wijze als bij de metingen in de kantoorruimte. Met behulp van 4 ventilatoren in het midden van het lokaal werd de CO2 verspreid. In totaal zijn 3 tests uitgevoerd: 1. De test is uitgevoerd met een groot en een klein rooster helemaal open. De CO2concentratie is verhoogd tot circa 2000 ppm. Na 25 minuten was de CO2concentratie al gedaald tot circa 1150 ppm, terwijl de ventilatoren nog aan stonden. De CO2-concentratie is nogmaals verhoogd, nu tot circa 2100 ppm. Na 8 minuten zijn de ventilatoren uitgezet en is gedurende 20 minuten gemeten. 2. Alle roosters zijn gesloten en de CO2-concentratie is verhoogd tot circa 3600 ppm. Na 10 minuten zijn de ventilatoren uitgezet. Er is 25 minuten gemeten. 3. Vervolgens zijn alle roosters ongeveer ¼ open gezet. De CO2-concentratie was aan het begin van deze test circa 2200 ppm. Na 30 minuten is de meting gestopt.
Na afloop van de metingen zijn de gegevens overgezet op de computer met behulp van de Atal software voor recorders en vervolgens verwerkt in Excel.
6
2.3 Berekeningsformule en toetswaarden Het ventilatievoud van de ruimte is berekend met behulp van onderstaande formule: ACH = ln ( Ct2 / Ct1 ) / -∆t waarin: ACH = Air Changes per Hour = het ventilatievoud (in h-1) ln = de natuurlijke logaritme Ct2 = de concentratie binnen op tijdstip t2 min de concentratie in de buitenlucht (in ppm) Ct1 = de concentratie binnen op tijdstip t1 min de concentratie in de buitenlucht (in ppm) ∆t = de tijdsduur tussen t1 en t2 (in h) De capaciteit van de mechanische afzuiging in de ruimte is te berekenen door het ventilatievoud te vermenigvuldigen met het luchtvolume van de betreffende ruimte. Gezondheidkundige criteria voor het beoordelen van de capaciteit van ventilatievoorzieningen in woningen staan in tabel 1. In tabel 2 staan de gezondheidskundige toetswaarden voor scholen en kinderdagverblijven vermeld. Tabel 1. Gezondheidkundige criteria voor ventilatiecapaciteit van ruimten in woningen bij afwezigheid van personen
ventilatievoud > 0,1/uur
bij aanwezigheid van personen zonder sterke andere bronnen
> 25 m /h per persoon
bij aanwezigheid van personen tegelijk met sterke andere bronnen
36-70 m /h per persoon
bij aanwezigheid van extra gevoelige personen
50-70 m /h per persoon
3
3
3
Het Arbobesluit bevat beleidsregel 6.2 waarin staat dat de ventilatie van een kantoorruimte tenminste 30 m3/h per persoon moet zijn. Tabel 2. Gezondheidkundige toetswaarden voor ventilatie in scholen en kindercentra Ventilatieklasse
0. zeer goed
CO2 –gehalte (P98) in ppm (incl. achtergrond van 400 ppm) < 650
Omschrijving
Streefniveau nieuw gebouw
I. goed
650-800
Streefniveau bestaand gebouw
II. matig
800-1000
Acceptabel
III. onvoldoende
1000-1400
Tijdelijk acceptabel
IV. slecht
> 1400
Onacceptabel
Het maximale debiet (de luchtstroom in de hoogste ventilatie stand) moet volgens het Bouwbesluit bij oplevering tenminste 2,8 l/s/m2 per lokaal bedragen en 3,5 l/s/m2 voor lokalen die samen een verblijfsgebied vormen. Voor een lokaal van 55 m2 (het onderzochte lokaal) betekent dit dat het maximale debiet tenminste 3,5 x 55 = 192 l/s moet zijn, dus 693 m3/h. Volgens de norm uit de ééndagsmethode is per persoon een maximaal debiet van tenminste 36 m3/h nodig om de CO2-concentratie lager te houden dan 1000 ppm (en 22 m3/h om lager te blijven dan 1400 ppm).
7
3. Resultaten 3.1 Resultaten kantoorruimte Het CO2-verloop gedurende test 1, 2 en 3 is weergegeven in figuur 1. testen CO2-meters 3500 3000
6F
2500
9I
2000
8H
1500
11K
1000
12l
500
13M
13 :2 4 13 :0 0 :2 9 13 :0 0 :3 4 13 :0 0 :3 9 13 :0 0 :4 4 13 :0 0 :4 9 13 :0 0 :5 4 13 :0 0 :5 9: 14 0 0 :0 4 14 :0 0 :0 9: 14 0 0 :1 4 14 :0 0 :1 9 14 :0 0 :2 4 14 :0 0 :2 9 14 :0 0 :3 4 14 :0 0 :3 9 14 :0 0 :4 4 14 :0 0 :4 9: 14 0 0 :5 4 14 :0 0 :5 9: 15 0 0 :0 4 15 :0 0 :0 9 15 :0 0 :1 4 15 :0 0 :1 9 15 :0 0 :2 4 15 :0 0 :2 9 15 :0 0 :3 4: 00
0
Figuur 1. Weergave CO2-verloop gedurende test 1, 2 en 3. Test 1 In het eerste deel van figuur 1 is te zien dat de meters ook in het hoge meetbereik vergelijkbare waarden geven. De spreiding is +/- 5% van de gemiddelde meetwaarde. Test 2 In de figuur is goed te zien dat de CO2-meters na circa 15 minuten allemaal ongeveer dezelfde waarden weergeven, met uitzondering van 12L. Deze meter was op de grond geplaatst, achter de ventilator. Blijkbaar is de menging in de ruimte met deze opstelling niet optimaal. Tevens is te zien dat de eerste 5-15 minuten het concentratiebeloop minder constant is dan daarna. Test 3 De gegevens van deze test zijn gebruikt voor de berekeningen. Hiertoe zijn de gegevens van meter 11K gebruikt, omdat deze de meest continue daling weergaven. De afname in CO2-concentratie is circa 160 ppm per 10 minuten. De buitenluchtconcentratie is gesteld op 450 ppm. Wanneer de gegevens worden ingevuld in de formule komt dit neer op een VV van 0,82 en een debiet van 91 m3/uur.
8
Test 4 Het CO2-verloop gedurende test 4 is weergegeven in figuur 2. test 4
6F 9I 8H 11K 12l 13M
14 :0 0 14 :0 0 :0 4 14 :0 0 :0 8 14 :0 0 :1 2 14 :0 0 :1 6: 14 0 0 :2 0 14 :0 0 :2 4 14 :0 0 :2 8 14 :0 0 :3 2 14 :0 0 :3 6 14 :0 0 :4 0 14 :0 0 :4 4 14 :0 0 :4 8 14 :0 0 :5 2: 14 0 0 :5 6 15 :0 0 :0 0 15 :0 0 :0 4 15 :0 0 :0 8 15 :0 0 :1 2 15 :0 0 :1 6 15 :0 0 :2 0 15 :0 0 :2 4 15 :0 0 :2 8: 15 0 0 :3 2 15 :0 0 :3 6 15 :0 0 :4 0 15 :0 0 :4 4: 00
4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0
Figuur 2. Weergave CO2-verloop gedurende test 4. De andere opstelling van de ventilator bij test 4 heeft er toe geleid dat het CO2 beter door de gehele ruimte is verdeeld. In eerste instantie werd te veel CO2 gespoten, de loggers zijn niet in staat om gehaltes boven 4000 ppm op te slaan. Na het luchten van de kamer is opnieuw gespoten, vervolgens heeft de ventilator in zwenkstand op de grond in de hoek van het vertrek gestaan. Na 15 minuten is de ventilator uitgezet. Voor de berekening wordt gebruik gemaakt van de periode daarna. Wanneer de gegevens worden ingevuld in de formule komt dit neer op een VV van 0,62 en een debiet van 68,0 m3/uur. Het ventilatievoud bij test 4 is in dezelfde ruimte 25% lager gemeten dan bij test 3, uitgevoerd 2 dagen eerder. Een mogelijke verklaring is dat de ventilatie bij test 3 beter is geweest door wisselende drukopbouw doordat de ventilator toen aan bleef staan. Ook kan het zijn dat de ventilatie bij test 4 lager was doordat het debiet van de mechanische afzuiging intussen veranderd is. Het is dus aan te bevelen de ventilator uit te zetten na 15 minuten stabilisatietijd.
9
3.2 Resultaten klaslokaal Het CO2-verloop gedurende test 1, 2 en 3 is weergegeven in figuur 1. testen in klaslokaal 4500 4000 3500
C3
3000
D4 E5
2500 2000
F6 G7
1500 1000
12 : 12 08: : 0 12 12: 0 :1 00 12 6: : 0 12 20: 0 : 0 12 24: 0 : 0 12 28: 0 : 0 12 32: 0 : 0 12 36: 0 : 0 12 40: 0 : 0 12 44: 0 : 0 12 48: 0 :5 00 12 2: : 0 13 56: 0 :0 00 13 0: : 0 13 04: 0 : 0 13 08: 0 : 0 13 12: 0 : 0 13 16: 0 : 0 13 20: 0 :2 00 13 4: : 0 13 28: 0 : 0 13 32: 0 :3 00 13 6: : 0 13 40: 0 : 0 13 44: 0 : 0 13 48: 0 :5 00 13 2: : 0 14 56: 0 :0 00 14 0: : 0 14 04: 0 : 0 14 08: 0 : 0 14 12: 0 :1 00 6: 00
500
Figuur 3. Weergave CO2-verloop gedurende test in klaslokaal. Tabel 3. Activiteiten in schema test 1
2 3
tijd 12.10 12.35 12.37 12.45 13.05 13.07 13.17 13.43 14.15
roosters * 1 groot (A) en klein rooster (E) open
ventilatoren aan
actie CO2 spuiten CO2 spuiten
uit Alle 5 roosters dicht
aan uit
CO2 spuiten
Alle 5 roosters ¼ open
CO2-conc. ± 2000 ± 1150 ± 2300 ± 2100 ± 980 ± 3600 ± 3500 ± 2200 ± 1200
In bijlage 4 staan de ruwe data per meter vermeld en de berekeningen van de ventilatiecapaciteit. In figuur 4 worden de gemiddelden per test gepresenteerd. Figuur 4. Gemeten luchtverversing bij verschillende roosterstanden. ventilatiedebiet lokaal EH 1/2
m 3/u 500
471
450 400 350 300
251
250 191
200 150 100 50 0 2 roosters helemaal open
*
alle 5 roosters dicht
Zie voor de plaatst van de roosters de plattegrond van het lokaal in bijlage 2
10
alle 5 roosters 1/4 open
De stand van de roosters is van invloed op de mate van luchtverversing, ook al is er een aanzienlijke spleet onder de deur naar de gang. Het gebouw is blijkbaar goed luchtdicht gebouwd. Wanneer de aanvoer wordt beperkt, is de luchtverversing geringer. Met 2 roosters open is de gemeten luchtstroom (=debiet) 471 m3/h. Volgens de bouwtekening is het maximale debiet voor dit lokaal 600 m3/h. Als dat zo is, dan is het openen van 1 groot en 1 klein rooster niet toereikend om dit maximale debiet te halen en moeten meer roosters worden geopend. Het kan ook zijn dat schoonmaken leidt tot een grotere luchtstroom.
11
4. Conclusie Uit deze test is gebleken dat de beschreven methode goed bruikbaar is in de praktijk om de ventilatievoud bij benadering te meten. CO2 wordt goed gemengd met de lucht in de ruimte bij het op de juiste wijze inbrengen van CO2. Er bestaan geen storende dode hoeken bij het plaatsen van een losse ventilator in een hoek van het vertrek. In het klaslokaal was de menging van de lucht minder goed. Dit werd veroorzaakt door de vele obstakels in het lokaal. Vooral onder het speelhuisje bleek de concentratie CO2 lager dan in de rest van het lokaal. De luchttoevoer via de roosters bleek van groot belang voor de ventilatie. Bij minder toevoer is de gemeten afzuiging lager. Mogelijk dat een beperkte toevoer ook van invloed is geweest op de berekening van de afzuiging in de kantoorruimte.
5. Aanbevelingen • • • • • • • •
12
Spuit voldoende CO2, maar laat de concentratie niet hoger oplopen dan het meetapparaat kan meten en de logger kan opslaan. Spuit de CO2 over een een zolang mogelijk traject door de lucht voordat het zware gas op de vloer komt. Laat een ventilator over de vloer blazen onder de plaats waar de CO2 neerdaalt. Gebruik twee of meer ventilatoren indien de ruimte groter is dan 35 m2 , veel obstakels bevat of bijvoorbeeld L-vormig is. Plaats de ventilator in een hoek van de ruimte zonder obstakels ervoor, omdat anders de menging niet goed is. Kies voor de berekening meetwaarden van minimaal een kwartier na het spuiten voor een goede menging van CO2 in de ruimte. Kies de meetwaarden voor de berekening op een half uur na elkaar. Zorg voor voldoende luchttoevoer. Zet voorzieningen voor natuurlijke ventilatie in een stand die tenminste overeenkomt met de vereiste capaciteit. Berekening van de benodigde open oppervlakte is mogelijk met de hulpmiddelen van de ééndagsmethode.
Bijlage 1. Plattegrond kantoorruimte locatie apparatuur en CO2-bron test 3 en 4
Ventilator test 4
11K 11K = 2 m hoogte 12L = 0 m hoogte 12L Ventilator test 3
CO2bron
13M 13M = 1 m hoogte 6F = 1 m hoogte 6F
9I 8H 8H = 2 m hoogte 9I = 0 m hoogte
xX
= CO2-meter
13
Bijlage 2. Foto’s klaslokaal
Foto opstelling ventilatoren in het lokaal; op de achtergrond het speelhuisje
Foto afzuiging
Foto vervuild rooster 14
Bijlage 3. Plattegrond klaslokaal rooster D
rooster C
rooster B
rooster A
rooster E
7G
4D 4D = 0 m hoogte
4D = 0 m hoogte
speelhuisje
CO2bron
4 ventilatoren
6F 6F = 1 m hoogte 3C 3C = 1,5 m hoogte 5E = 0 m hoogte 5F
deur
xX
= CO2-meter
15
Bijlage 4. Ruwe data en resultaten klaslokaal logger minimum conc loggers DATUM TIJD 25-11-2009 12:08:00 25-11-2009 12:12:00 25-11-2009 12:16:00 25-11-2009 12:20:00 25-11-2009 12:24:00 25-11-2009 12:28:00 25-11-2009 12:32:00 25-11-2009 12:36:00 25-11-2009 12:40:00 25-11-2009 12:44:00 25-11-2009 12:48:00 25-11-2009 12:52:00 25-11-2009 12:56:00 25-11-2009 13:00:00 25-11-2009 13:04:00 25-11-2009 13:08:00 25-11-2009 13:12:00 25-11-2009 13:16:00 25-11-2009 13:20:00 25-11-2009 13:24:00 25-11-2009 13:28:00 25-11-2009 13:32:00 25-11-2009 13:36:00 25-11-2009 13:40:00 25-11-2009 13:44:00 25-11-2009 13:48:00 25-11-2009 13:52:00 25-11-2009 13:56:00 25-11-2009 14:00:00 25-11-2009 14:04:00 25-11-2009 14:08:00 25-11-2009 14:12:00 25-11-2009 14:16:00
C3 454
D4 419
E5 370
F6 273
G7 398
Gem. 383
519 894 2045 1882 1690 1509 1375 1212 2457 2295 2120 2021 1713 1521 1331 1132 3588 3713 3464 3268 3069 2866 2679 2448 2334 2203 2141 1895 1748 1595 1497 1397 1305
566 1137 1694 1486 1380 1196 1053 931 1239 1737 1576 1378 1201 1014 906 848 4073 3557 3124 2867 2624 2466 2294 2176 2034 1862 1684 1518 1436 1347 1262 1164 1095
483 728 1974 1739 1529 1373 1209 1073 2045 2134 1853 1620 1408 1215 1065 930 3604 3541 3319 3163 3005 2816 2627 2411 2261 2089 2038 1936 1696 1543 1391 1263 1180
458 1175 2021 1897 1612 1458 1261 1162 2541 2291 2020 1703 1494 1295 1128 1730 3373 3326 3059 2835 2661 2471 2450 2202 2098 2036 1822 1608 1573 1405 1310 1225 1133
500 2717 2210 1881 1623 1440 1284 1143 2512 2264 1934 1656 1444 1228 1053 929 4088 3611 3338 3045 2763 2574 2369 2230 2081 2016 1759 1596 1470 1398 1293 1206 1135
505 1330 1989 1777 1567 1395 1236 1104 2159 2144 1900 1675 1452 1255 1097 1114 3745 3549 3261 3035 2824 2638 2484 2293 2162 2041 1889 1711 1585 1457 1350 1251 1170
Resultaten:
CO2 buiten gesteld: 400 ppm
spuiten CO2, 2r open
spuiten CO2 ventilator uit t1 test 1
t2 test 1 spuiten CO2, 5r dicht ventilator uit t1 test 2
t2 test 2 4 r 1/4 open t1 test 3
t2 test 3
C3
D4
E5
F6
G7
gem
ppm ppm luchtwisselingen/uur m3/uur
2021 1331 2,77 427
1378 906 3,30 508
1620 1065 3,03 467
1703 1128 2,91 448
1656 1053 3,27 504
1675 1097 3,06 471
test 2 (roosters dicht); t2-t1=16 min beginconcentratie CO2-afname op t1 concentratie in midden van afnamecurve op t2 ventilatievoud ventilatiecapaciteit
ppm ppm luchtwisselingen/uur m3/uur
3268 2448 1,26 194
2867 2176 1,23 190
3163 2411 1,19 184
2835 2202 1,13 174
3045 2230 1,38 213
3035 2293 1,24 191
test 3 (alle roosters 1/4 open); t2-t1=28 min beginconcentratie CO2-afname op t1 concentratie in midden van afnamecurve op t2 ventilatievoud ventilatiecapaciteit
ppm ppm luchtwisselingen/uur m3/uur
2203 1305 1,48 227
1862 1095 1,59 246
2089 1180 1,65 255
2036 1133 1,72 265
2016 1135 1,69 260
2041 1170 1,63 251
test 1 (2 roosters open); t2-t1=12min beginconcentratie CO2-afname op t1 concentratie in midden van afnamecurve op t2 ventilatievoud ventilatiecapaciteit
16