Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN DE VENNOOTSCHAP/ONDERNEMING
1.1 Productidentificatie Materiaalnaam Productcode Andere identificatie REACH registratie nr.
: : : :
Pyrolyse benzine Q9117, Q9118, Q9120, X2304, X2319, X2320, X2337, X2354 Pygas 01-2119474887-17-0000, 01-2119474887-17-0003, 01-2119474887-17-0005, 01-2119474887-17-0004
1.2 Relevante geïdentificeerde gebruiken van de stof of mixture en gebruiken waartegen geadviseerd wordt Productgebruik
:
Grondstof voor gebruik in de chemische industrie. Raadpleeg Hoofdstuk 16 en/of de bijlagen voor het geregistreerde gebruik onder REACH.
1.3 Details over de leverancier van de stof of mengsel Fabrikant/Leverancier
:
SHELL TRADING ROTTERDAM B.V. Vondelingenweg 601 3196KK Rotterdam-Vondelingenplaat Netherlands
Telefoon
:
(+31) 10 431 9111
e-mail van contactpersoon
:
[email protected]
1.4 Telefoonnummer in Noodgevallen :
+44 (0) 151 350 4595
2. IDENTIFICATIE VAN DE GEVAREN 2.1 Classificatie van substantie of mengsel
Wettelijk Richtlijn (EC) nr. 1272/2008 (CLP) Gevarenklasse en -categorie Ontvlambare vloeistoffen, Categorie 2 Huidcorrosie/-irritatie, Categorie 2 Ernstig oogletsel/oogirritatie, Categorie 2 Aspiratiegevaar, Categorie 1 Carcinogeniteit, Categorie 1A Giftig voor de voortplanting, Categorie 2 Specifieke doelorgaantoxiciteit - eenmalige
Gevarenklassen H225 H315 H319 H304 H350 H361 H336
1/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad blootstelling, Categorie 3 Specifieke doelorgaantoxiciteit - herhaalde blootstelling, Categorie 1 Specifieke doelorgaantoxiciteit - herhaalde blootstelling, Categorie 2
H372 H373
67/548/EEC of 1999/45/EC Gevarenkenmerken
R-zin(nen)
Licht ontvlambaar. Vergiftig. Milieugevaarlijk.
R45, R46, R11, R36/38, R48/23/24/25, R62, R63, R65, R67, R51/53
2.2 Labelelementen
Naam op label
:
EC-nummer EG Bijlage I nummer
: :
Gasoline, pyrolysis, debutanizer bottoms; Low boiling point naphtha - unspecified 271-726-5 649-373-00-7
Labeling volgens Verordening (EG) nr. 1272/2008 Symbool/symbolen :
Signaalwoorden
:
Gevaarlijk
CLP gevarenklassen
:
FYSISCHE GEVAREN: H225: Licht ontvlambare vloeistof en damp. GEZONDHEIDSGEVAREN: H315: Veroorzaakt huidirritatie. H319: Veroorzaakt ernstige oogirritatie. H304: Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt. H340: Kan genetische afwijkingen veroorzaken. H350: Kan kanker veroorzaken. H361: Verdacht van het beschadigen van de vruchtbaarheid of van het ongeboren kind. H336: Kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken. H372: Langdurige of herhaalde blootstelling veroorzaakt schade aan organen. MILIEUGEVAREN: H411: Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
Classificatie, Labeling en Verpakking ('CLP') voorzorgsmaatregelverklaringen Preventie
:
P202: Pas gebruiken nadat u alle veiligheidsvoorschriften gelezen en begrepen heeft. 2/32
Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
P210: Verwijderd houden van warmte/vonken/open vuur/hete oppervlakken - niet roken. P280: Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. P273: Voorkom lozing in het milieu. Reactie
:
P303+P361+P353: BIJ CONTACT MET DE HUID (of het haar): verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken - huid met water afspoelen/afdouchen. P331: GEEN braken opwekken. P332+P313: Bij huidirritatie: een arts raadplegen. P391: Gelekte/gemorste stof opruimen.
Labeling volgens Richtlijn 1999/45/EC EG gevaarsymbolen
:
F Licht ontvlambaar. T Vergiftig. N Milieugevaarlijk.
EG indeling
:
EG gevarenzinnen
:
EG veiligheidsaanbevelingen
:
Licht ontvlambaar. Vergiftig. Kankerverwekkende stof, categorie 1. Mutagene stof, categorie 2. R45 Kan kanker veroorzaken. R46 Kan erfelijke genetische schade veroorzaken. R11 Licht ontvlambaar. R36/38 Irriterend voor de ogen en de huid. R48/23/24/25 Vergiftig: gevaar voor ernstige schade aan de gezondheid bij langdurige blootstelling bij inademing, aanraking met de huid en opname door de mond. R62 Mogelijk gevaar voor verminderde vruchtbaarheid. R63 Mogelijk gevaar voor beschadiging van het ongeboren kind. R65 Schadelijk: Kan longschade veroorzaken na verslikken. R67 Dampen kunnen slaperigheid en duizeligheid veroorzaken. R51/53 Vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. S53 Blootstelling vermijden - voor gebruik speciale aanwijzingen raadplegen. S16 Verwijderd houden van ontstekingsbronnen - Niet roken. S29 Afval niet in de gootsteen werpen. S45 Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen). S61 Voorkom lozing in het milieu.Vraag om speciale instructies/veiligheidskaart.
3/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad 2.3 Andere gevaren
Gevaren voor de veiligheid
:
Licht ontvlambaar. Kan bij gebruik een ontvlambaar/ontplofbaar damp-luchtmengsel vormen. Bij het pompen kunnen elektrostatische ladingen ontstaan. Elektrostatische ontlading kan brand veroorzaken.
3. SAMENSTELLING EN INFORMATIE OVER DE BESTANDDELEN 3.1 Stof Materiaal: Formele Naam Synoniemen CAS-nr. INDEX No. EC-nummer EINECS No.
: : : : : :
Pyrolysis Gasoline Pygas 68606-10-0 649-373-00-7 271-726-5 271-726-5
3.2 Mengsels
Gevaarlijke Bestanddelen Classificatie van componenten volgens wettelijk Richtlijn (EC) nr. 1272/2008 Chemische naam Gasolie, pyrolyse, debutanisator-bode mfracties CONTAINS: Benzene
CAS-nr. 68606-10-0
EINECS 271-726-5
REACH registratie nr. 01-2119474887-17
71-43-2
200-753-7
01-2119447106-44
Toluene
108-88-3
203-625-9
01-2119485927-18
n-Hexane
110-54-3
203-777-6
None
Chemische naam Gasolie, pyrolyse, debutanisator-bode mfracties CONTAINS: Benzene
Gevarenklasse en -categorie Carc., 1B; Muta., 1B; Asp. Tox., 1;
Toluene n-Hexane
Extra informatie
Conc. 100,00%
% 30,00 70,00%W 10,00 20,00%W 1,00 - < 5,00%W
Gevarenklassen H350, H340, H304,
Flam. Liq., 2; Carc., 1A; Muta., 1B; H225, H350, H340, H372, H304, STOT RE, 1; Asp. Tox., 1; H319, 2; Skin H319, H315, Irrit., 2; Flam. Liq., 2; Repr., 2; Asp. Tox., 1; H225, H361d, H304, H373, H315, STOT RE, 2; Skin Irrit., 2; STOT SE, 3; H336, Flam. Liq., 2; Repr., 2; Asp. Tox., 1; H225, H361, H304, H373, H315, STOT RE, 2; Skin Irrit., 2; STOT SE, 3; H336, H411, Aquatic Chronic, 2; :
Product is geen mengsel volgens richtlijn 1907/2006/EC. 4/32
Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
4. EERSTEHULPMAATREGELEN 4.1 Beschrijving van eerste hulpmaatregelen Algemene informatie
:
Inademing
:
Contact met de huid
:
Contact met de ogen
:
Inslikken
:
4.2 Belangrijkste symptomen/effecten, acuut en vertraagd
:
Zorg dat het slachtoffer kalm blijft. Zorg onmiddellijk voor medische behandeling. NEEM ONMIDDELLIJK ACTIE. In de frisse lucht brengen. Als er geen snel herstel optreedt, naar dichtstbijzijnde ziekenhuis brengen voor extra behandeling. Verontreinigde kleding uitdoen. De huid onmiddellijk minstens een kwartier met ruim water afspoelen en daarna wassen met water en zeep, indien beschikbaar. Als roodheid, gezwollenheid, pijn en/of blaren optreden, naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis brengen voor extra behandeling. Ogen onmiddellijk minstens een kwartier met ruim water uitspoelen terwijl u de oogleden open houdt. Naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis brengen voor extra behandeling. Bij inslikken geen braken opwekken: naar dichtstbijzijnde ziekenhuis brengen voor extra behandeling. Indien braken spontaan optreedt, het hoofd van het slachtoffer beneden heuphoogte houden om inademen van braaksel te voorkomen. Indien braken spontaan optreedt, het hoofd van het slachtoffer beneden heuphoogte houden om inademen van braaksel te voorkomen. Indien de volgende vertraagde symptomen zich binnen de 6 uur voordoen vervoeren naar de dichtst bijzijnde medische faciliteit: korts hoger dan 101° F (38,3° C), kortademigheid, druk op de borst of voortdurend hoesten of hijgen. Niets laten innemen. Verschijnselen en symptomen die duiden op oogirritatie kunnen onder andere zijn een branderig gevoel, rode verkleuring, zwelling en/of een vertroebeling in de visuele waarneming. Verschijnselen en symptomen van huidirritatie kunnen onder andere zijn een branderig gevoel, roodheid, zwelling en/of blaren. Indien materiaal binnendringt in de longen, kunnen de resulterende verschijnselen en symptomen onder andere zijn: hoesten, naar adem snakken, piepende ademhaling, moeilijkheden met ademhaling, beklemming op de borst, kortademigheid en/of koorts. De traumatisering van de ademhalingswegen kan zich enkele uren na de blootstelling openbaren. Inademing van damp in hoge concentraties kan tot verzwakking van het centrale zenuwstelsel (CZS) leiden, resulterend in duizeligheid, licht gevoel in het hoofd, hoofdpijn, misselijkheid en verlies van coördinatie. Voortgaande inademing kan tot verlies van bewustzijn en tot de dood leiden. Beschadiging van bloedvormende organen kan blijken uit: a) vermoeidheid en anemie (tekort aan rode bloedcellen), b) verminderde weerstand tegen infecties en/of het uitzonderlijk snel optreden van blauwe plekken (kneuzingen) en bloedingen (duidend op tekort aan bloedplaatjes). Immunotoxiciteit kan tot uiting komen in een verlaagde weerstand tegen infecties. Perifere zenuwstelselschade kan blijken uit aantasting van de bewegingsfunctie (gebrekkige coördinatie, wankel lopen) of spierzwakte in de extremiteiten en/of verlies van gevoel in de 5/32
Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
4.3 Indicatie van onmiddellijke medische hulp en vereiste speciale behandeling
:
armen en benen. Verschijnselen en symptomen die wijzen op irritatie van de luchtwegen zijn onder andere: een tijdelijk branderig gevoel in neus en keel, hoesten en/of problemen met de ademhaling. Mogelijke effecten op het gehoor kunnen tijdelijke vermindering van het gehoor en/of suizen van de oren zijn. Mogelijk effect op het gezichtsvermogen komt tot uiting door een vermindering van het kleuronderscheidend vermogen. Mogelijkheid tot longonsteking (chemische pneumonie). Potentieel voor hartsensibilisatie, met name bij misbruik. Hypoxie of negatieve inotropen kunnen deze effecten versterken. Overweeg: zuurstoftherapie. Neem contact op met een arts of instituut voor behandeling van vergiftigingen om advies te vragen.
5. BRANDBESTRIJDINGSMAATREGELEN Evacueer alle niet noodzakelijke personen 5.1 Blusmiddelen
:
Ongeschikte Blusmiddelen 5.2 Speciale gevaren voortkomend uit de substantie of het mengsel
:
5.3 Advies voor brandbestrijding Extra informatie
:
:
:
Schuim, sproeistraalwater of verneveld water. Droog chemisch poeder, kooldioxide, zand of aarde mag alleen gebruikt worden bij kleine branden. Gebruik geen waterstraal. De damp is zwaarder dan lucht en verspreidt zich over de grond; ontsteking op afstand is mogelijk. Drijft op het water en kan weer ontstoken worden. Bij onvolledige verbranding kan koolmonoxide ontstaan. Draag volledig beschermende kleding en een onafhankelijk ademhalingstoestel. Houd nabijgelegen containers koel met sproeistraalwater.
6. MAATREGELEN BIJ ACCIDENTEEL VRIJKOMEN VAN DE STOF OF HET PREPARAAT Vermijd contact met gemorst of vrijgekomen materiaal. Voor richtlijnen over de keuze van persoonlijke beschermingsuitrusting, zie Hoofdstuk 8 van dit Veiligheidsinformatieblad. Neem alle lokale en internationale wetgeving in acht. 6.1 Persoonlijke Voorzorgsmaatregelen, Beschermende Kleding en Noodmaatregelen
:
6.2 Voorzorgsmaatregelen voor Milieubescherming
:
Sluit de gevarenzone af en ontzeg de toegang aan onnodig en onbeschermd personeel. Blijf windopwaarts en vermijd laag gelegen gebieden. Alle ontstekingsbronnen in de omgeving verwijderen. Geschikt opvangsysteem gebruiken om milieuverontreiniging te voorkomen. Voorkom verspreiding en het verontreinigen van de riolering, sloten of rivieren door indammen met zand, aarde, of andere geschikte materialen. Probeer de damp te verspreiden of te sturen naar een veilige plaats, bijvoorbeeld door waternevel te gebruiken. Ventileer de verontreinigde ruimte grondig. Lekken dichten, indien mogelijk zonder persoonlijke risico's. Verwijder alle mogelijke ontstekingsbronnen in de omgeving. Pas afdoende indammingsmaatregelen toe om milieuverontreiniging te voorkomen. Voorkom verspreiding naar of binnendringing in afvoersystemen, sloten of rivieren met behulp van zand, aarde of andere geschikte barrièrematerialen. 6/32
Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
6.3 Methoden en Materiaal voor Indamming en Opruiming
:
Extra advies
:
Probeer de damp te verspreiden of de dampstroom naar een veilige plaats te leiden, bijvoorbeeld met behulp van mistsprays. Neem voorzorgsmaatregelen tegen statische ontlading. Zorg voor elektrische continuïteit door alle apparatuur te verbinden en te aarden. Ventileer de verontreinigde ruimte grondig. Grote hoeveelheden gemorste vloeistof (> 1 vat) met mechanische middelen zoals een vacuümtruck overbrengen naar een bergingstank voor terugwinning of veilige verwijdering. Residu niet met water wegspoelen. Als verontreinigd afval bewaren. Residu laten verdampen of opzuigen met een geschikt absorptiemateriaal en veilig verwijderen. Verontreinigde grond verwijderen en veilig afvoeren. Kleine hoeveelheden gemorste vloeistof (< 1 vat) met mechanische middelen overbrengen naar een gelabelde, afsluitbare container voor terugwinning of veilig afvoeren van product. Residu laten verdampen of opzuigen met een geschikt absorptiemateriaal en veilig afvoeren. Verontreinigde grond verwijderen en veilig afvoeren. Breng overheidsinstanties op de hoogte indien de gemeenschap of het milieu wordt blootgesteld of waarschijnlijk zal worden blootgesteld. Lokale autoriteiten moeten gewaarschuwd worden als lekkage niet kan worden beheerst. De damp is zwaarder dan lucht en verspreidt zich over de grond; ontsteking op afstand is mogelijk. De damp kan een explosief mengsel vormen met lucht. Zie Hoofdstuk 13 voor informatie omtrent afvoer.
7. HANTERING EN OPSLAG Algemene voorzorgsmaatregelen
:
7.1 Voorzorgsmaatregelen voor Veilige Hantering
:
7.2 Condities voor veilige opslag, inclusief
:
Vermijd inademing van of contact met materiaal. Alleen in goed geventileerde ruimten gebruiken. Na omgaan met dit product het lichaam grondig wassen. Voor richtlijnen over de keuze van persoonlijke beschermingsuitrusting, zie Hoofdstuk 8 van dit Veiligheidsinformatieblad. Neem voor uitgebreid advies m.b.t. hantering, product overslag, opslag en tankreiniging contact op met de leverancier. Gebruik de informatie in dit gegevensdocument als invoer voor een risicobeoordeling van de lokale omstandigheden ter bepaling van de toepasselijke beheersingsmiddelen voor veilige behandeling, opslag en afvoer van dit materiaal. Doof open vuur. Niet roken. Verwijder ontstekingsbronnen. Voorkom het ontstaan van vonken. Vermijd contact met huid, ogen en kleding. Vermijd het inademen van damp en/of nevel. Vermijd contact met huid, ogen en kleding. Bij het pompen kunnen elektrostatische ladingen ontstaan. Elektrostatische ontlading kan brand veroorzaken. Zorg voor elektrische continuïteit door alle apparatuur te verbinden en te aarden. Beperk de snelheid in de leiding tijdens verpompen om het optreden van elektrostatische ontlading te voorkomen. De damp is zwaarder dan lucht. Pas op voor opeenhopingen in kuilen en kleine ruimtes. Doof open vuur. Niet roken. Verwijder ontstekingsbronnen. Voorkom het ontstaan van vonken. Dampen uit tanks mogen niet naar de atmosfeer worden geloosd. Verdampingsverliezen tijdens opslag moeten met een 7/32
Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad incompatibiliteiten
7.3 Specifieke eindgebruiken Extra informatie
:
Productoverslag
:
Aanbevolen Materialen
:
Ongeschikte Materialen
:
:
geschikt dampbehandelingssysteem worden beheerst. Bulkopslagtanks dienen van een omwalling voorzien te worden. De damp is zwaarder dan lucht. Pas op voor opeenhopingen in kuilen en kleine ruimtes. Raadpleeg Hoofdstuk 16 en/of de bijlagen voor het geregistreerde gebruik onder REACH. Zorg ervoor dat alle lokale voorschriften met betrekking tot hantering en opslag opgevolgd worden. Bij het pompen kunnen elektrostatische ladingen ontstaan. Elektrostatische ontlading kan brand veroorzaken. Zorg voor elektrische continuïteit door alle apparatuur door te verbinden en te aarden. Beperk tijdens het pompen de stromingssnelheid in de leiding om opbouw van statische elektriciteit te vermijden (<= 1 m/sec tot pijp over een afstand van twee maal zijn diameter is ondergedompeld, daarna <= 7 m/sec). Voorkom spatten bij het vullen. GEEN perslucht gebruiken voor vullen, legen of behandelen. Vaten en binnenvoeringen van vaten dienen vervaardigd te zijn van zacht staal of roestvrij staal. Natuur, butyl-, neopreen- of nitrilrubber.
8. MAATREGELEN TER BEHEERSING VAN BLOOTSTELLING/PERSOONLIJKE BESCHERMING Deze ACGIH (American Conference of Governmental Industrial )-waarde wordt uitsluitend voor informatiedoeleinden verstrekt. 8.1 Controleparameters Beroepsmatige blootstellingslimieten
Materiaal Benzene
n-Hexane
Bron MAC (NL)
ppm 1 ppm
MAC (NL)
Type MAC TGG (8 uur) SKIN_DES
ACGIH ACGIH ACGIH
TWA STEL SKIN_DES
0,5 ppm 2,5 ppm
EU OELIII EU OELIII
TWA SKIN_DES
1 ppm
NL OEL
TGG
NL OEL
SKIN_DES
SHELL IS SHELL IS ACGIH ACGIH
GW STEL TWA SKIN_DES
mg/m3 3,25 mg/m3
Notatie
Kan door de huid worden opgenomen
Kan door de huid worden opgenomen 3,25 mg/m3
3,25 mg/m3
0,5 ppm 2,5 ppm 50 ppm
Kan door de huid worden opgenomen Sectie B: lijst van carcinogenen. Kan door de huid worden opgenomen
1,6 mg/m3 8 mg/m3 Kan door de huid worden opgenomen
8/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad MAC (NL) MAC (NL) NL OEL NL OEL Toluene
MAC (NL) ACGIH NL OEL NL OEL
MAC TGG (8 uur) MAC TGG (15 min) MAC TGG (8 uur) MAC TGG (15 min) MAC TGG (8 uur) TWA TGG TGG 15
Extra informatie
Materiaal Benzene
:
25 ppm
90 mg/m3
50 ppm
180 mg/m3 72 mg/m3 144 mg/m3
40 ppm
150 mg/m3
20 ppm 150 mg/m3 384 mg/m3
SHELL IS is de Interne Norm van Shell. Stoffen die relatief gemakkelijk door de huid worden opgenomen, worden aangeduid met: huidopname. Voor deze stoffen moeten ook adequate maatregelen ter voorkoming van huidcontact worden genomen.
n-Hexane
Bron CARC (NL) EU CARC. NL MUT RT (NL)
Toluene
RT (NL)
Gevaren aanduiding Kankerverwekkende stof. Carcinogeen/Mutageen Mutageen. Kan verminderde vruchtbaarheid veroorzaken. Mogelijk gevaar voor beschadiging van het ongeboren kind.
Biological Exposure Index (BEI) Geen biologische grens toegewezen. Afgeleide dosis zonder effect (DNEL) Component Blootstellingsro Blootstellingsty ute pe (lang/kort) Benzene Inademing lange termijn, systemische effecten Geen voorspelde effecten ('PNEC') gerelateerde informatie
:
Toepassingsgebi Waarde ed Werknemer 3,25 mg/m3
Dit is een koolwaterstof met een gecompliceerde, onbekende of variabele samenstelling. Conventionele methodes voor het ontlenen van PNEC's (Predicted No Effect Concentration [Voorspelde 'geen effect'-concentratie]) zijn niet van toepassing en het is niet mogelijk om een enkele typerende PNEC voor die stoffen te identificeren. 9/32
Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
8.2 Maatregelen ter beperking van blootstelling Algemene informatie
:
Lezen in combinatie met het blootstellingsscenario voor uw in de bijlage bevatte specifieke gebruik. Beschermingsniveau en types beheersingsmiddelen hangen af van de potentiële blootstellingsomstandigheden. Selecteer beheersingsmiddelen op basis van risicobeoordeling van lokale omstandigheden. Toepasselijke maatregelen zijn onder meer: Gebruik indien mogelijk afgedichte systemen. Afdoende explosieveilige ventilatie om de concentraties in de lucht beneden de richtlijnwaarden/grenswaarden te houden. Bluswaterbewaking en waterstortsystemen worden aanbevolen. Oogdouches en douches voor gebruik in noodgevallen.
Werkgerelateerde blootstellingscontroles Persoonlijke beschermings middelen
:
Oogbescherming
:
Handbescherming
:
Lichaamsbescherming
:
Bescherming van de Ademhaling
:
Persoonlijke beschermings middelen (PBM) moeten voldoen aan aanbevolen nationale standaarden. Controleren bij PBM-leveranciers. Chemische veiligheidsbril (chemische ruimzichtbril). Goedgekeurd volgens EU Norm EN166, AS/NZS:1337. Wanneer hand contact met het product kan plaats vinden dan kan het gebruik van handschoenen, die voldoen aan de relevante normen ( in Europa: EN374, in de VS: F739, AS/NZS:2161), voldoende chemische bescherming geven indien deze gemaakt zijn van de volgende materialen: Langdurige bescherming: Viton. Bescherming voor incidenteel contact: Nitrilrubber. Geschiktheid en duurzaamheid van een handschoen hangt af van het gebruik, t.w. veelvuldigheid en duur van het contact, chemische resistentie van het materiaal van de handschoen, de dikte van de handschoen en het gebruiksgemak. Vraag altijd advies aan de leverancier van de handschoenen. Vervuilde handschoenen moeten worden vervangen. Persoonlijke hygiëne is een wezenlijke voorwaarde voor goede handverzorging. Handschoenen dienen alleen gedragen te worden als de handen schoon zijn. Na het dragen van handschoenen dienen handen grondig gewassen en gedroogd te worden. Gebruik van een niet geparfumeerd vochtinbrengend product wordt aanbevolen. Chemicaliënbestendige (kap)handschoenen, laarzen en schort. Indien er risico van spatten bestaat, of bij het afvoeren van uitgestroomd materiaal, een chemisch bestendige overall uit één stuk met een geïntegreerde kap gebruiken. Wanneer technische maatregelen de concentratie in de lucht niet op een adequaat niveau houden om de gezondheid van de medewerker te beschermen, selecteer dan apparatuur voor 10/32
Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
Thermische Gevaren Meetprocedures
: :
adembescherming, geschikt voor de specifieke gebruikscondities en die voldoet aan de relevante wetgeving. Controleer geschiktheid bij de leverancier van de adembeschermingsapparatuur. Wanneer adembescherming d.m.v. een luchtfilter mogelijk is, selecteer dan een geschikte combinatie van masker en filter. Selecteer een geschikt combinatiefilter voor deeltjes/organische gassen en dampen (Kookpunt <65 gr. C) (149 °F) volgens norm EN14387. Wanneer adembeschermingsapparatuur nodig is, gebruik een volgelaatmasker. Wanneer adembescherming d.m.v. een luchtfilter ongeschikt is (hoge luchtconcentratie, risico van zuurstoftekort, besloten ruimte), gebruik dan geschikte adembeschermingsapparatuur met positieve druk. Niet van toepassing. Het meten van de concentratie van het product in of bij de werkplek kan vereist zijn teneinde zekerheid te krijgen dat wordt voldaan aan de gestelde luchtgrenswaarden en dat de beschermende maatregelen ter voorkoming van blootstelling afdoende zijn. Voor sommige stoffen kan het nodig zijn dat biologische monitoring plaatsvindt. Hieronder worden voorbeelden gegeven van bronnen van aanbevolen methoden van luchtbewaking of neem contact op met de leverancier. Andere Nationale methoden kunnen beschikbaar zijn. National Institute of Occupational Safety and Health (NIOSH), USA: Manual of Analytical Methods, http://www.cdc.gov/niosh/nmam/nmammenu.html. Occupational Safety and Health Administration (OSHA), USA: Sampling and Analytical Methods, http://www.osha-slc.gov/dts/sltc/methods/toc.html. Health and Safety Executive (HSE), UK: Methods for the Determination of Hazardous Substances, http://www.hsl.gov.uk/publications/mdhs.aspx. Berufsgenossenschaftliches Institut für Arbeitssicherheit (BIA), Germany http://www.hvbg.de/d/bia/index.html. L'Institut National de Recherche et de Securité, (INRS), France http://www.inrs.fr/securite/hygiene_securite_travail.html.
Beheersingsmiddelen voor milieublootstelling Milieublootstelling-contro : Lokale aanwijzingen voor emissielimieten voor vluchtige stoffen lemaatregelen moeten in acht genomen worden bij het vrijkomen van uitlaatgassen die dampen bevatten.
9. FYSISCHE EN CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN 9.1 Informatie over fysische en chemische basiseigenschappen Uiterlijk Geur Geurdrempel pH Kookpunt Smeltpunt/stolpunt
: : : : : :
Licht geel. Vloeistof. Aromatisch. Geen gegevens beschikbaar. Niet van toepassing. 40 - 200 °C / 104 - 392 °F ca. -50 °C / -58 °F 11/32
Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad Vlampunt Ontploffings / Ontvlambaarheidsgrenzen in lucht Zelfontbrandingstemperatuur Dampspanning Soortelijke dichtheid Dichtheid Oplosbaarheid in water. Oplosbaarheid in andere oplosmiddelen n-octanol/water verdelingscoëfficiënt (log Pow) Dynamische viscositeit Kinematische viscositeit Dampdichtheid (lucht=1) Elektrisch geleidingsvermogen Verdampingssnelheid (nBuAc=1) Oppervlaktespanning
: < -30 °C / -22 °F : 1 - 8 %(V)
: > 225 °C / 437 °F bij 1.013 hPa : : : : :
0,1 - 7,3 hPa bij 25 °C / 77 °F Geen gegevens beschikbaar. 840 kg/m3 bij 20 °C / 68 °F Geen gegevens beschikbaar. Geen gegevens beschikbaar.
: 2,1 - 6,7
: : : :
ca. 1 mPa.s bij 25 °C / 77 °F Geen gegevens beschikbaar. 3,3 < 50 pS/m
: Geen gegevens beschikbaar. : Geen gegevens beschikbaar.
9.2 Aanvullende informatie Aanvullende informatie : Niet van toepassing. 10. STABILITEIT EN REACTIVITEIT 10.1 Reactiviteit
: Stabiel onder normale gebruiksomstandigheden.
10.2 Stabiliteit
: Stabiel onder normale gebruiksomstandigheden. Reageert heftig met sterke oxidatiemiddelen. : Stabiel onder normale gebruiksomstandigheden.
10.3 Mogelijkheid van Gevaarlijke Reacties 10.4 Te Vermijden Omstandigheden 10.5 Te Vermijden Materialen 10.6 Gevaarlijke Ontledingsproducten
: Vermijd hitte, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen. Voorkom accumulatie van damp. : Sterke oxidatiemiddelen. : Thermische ontleding is in hoge mate afhankelijk van de omstandigheden. Een complex mengsel van in de lucht gesuspendeerde vaste deeltjes, vloeistoffen en gassen, waaronder koolmonoxide, koolstofdioxide en andere organische verbindingen wordt gevormd wanneer dit materiaal tot verbranding komt of thermische of oxidatieve ontleding ondergaat.
Aanvullende informatie Gevaarlijke Polymerisatie Gevoeligheid voor mechanische stoten/schokken
: Nee, gevaarlijke, exotherme polymerisatie kan niet voorkomen. : Nee, product zal niet zelfreagerend worden.
12/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad Gevoeligheid voor statische ontlading
: Ja, in bepaalde omstandigheden kan product ontbranden door statische elektriciteit.
11. TOXICOLOGISCHE INFORMATIE 11.1 Informatie over toxicologische effecten Basis voor de Beoordeling Blootstellingsroutes
:
Acute orale toxiciteit Acute dermale toxiciteit Acute toxiciteit via de luchtwegen Huidirritatie Oogirritatie Sensibilisatie
: : :
De verstrekte informatie is gebaseerd op gegevens verkregen met bestanddelen. Blootstelling kan tot stand komen via inademing, ingestie, absorptie via de huid en contact met de huid of de ogen, alsmede door accidentele ingestie. Vermoedelijk niet schadelijk: LD50 >5000 mg/kg Vermoedelijk niet schadelijk: LD50 >5000 mg/kg Naar verwachting een geringe giftigheid bij inademen.
: : :
Veroorzaakt huidirritatie. Veroorzaakt ernstige oogirritatie. Is vermoedelijk geen sensibiliserende stof.
Aspiratiegevaar
:
Mutagene eigenschappen Kankerverwekkende eigenschappen
: :
Indien de substantie in de longen binnendringt na inslikken of bij braken, kan dit chemische longontsteking veroorzaken, met mogelijk fatale afloop. Kan erfelijke genetische schade veroorzaken. (Benzene) Bekend als carcinogeen voor de mens. (Benzene)
:
Reproductieve en ontwikkelingstoxiciteit
:
Specifieke doelorgaantoxiciteit eenmalige blootstelling
:
Veroorzaakt leukemie (AML - acute myelogene leukemie). (Benzene) Verdacht van het beschadigen van de vruchtbaarheid of van het ongeboren kind. Tast het voortplantingsvermogen van dieren aan bij dosissen die tevens andere toxische effecten teweegbrengen. (n-Hexane) Heeft toxische effecten op de foetus bij dieren bij dosissen die een toxisch effect op het moederdier hebben. (Toluene) Kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken.
Inademing van dampen of nevels kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken. Specifieke doelorgaantoxiciteit herhaalde blootstelling
:
Centraal zenuwstelsel (CZS): herhaalde blootstelling kan leiden tot schade aan het zenuwstelsel. Deze effecten zijn geconstateerd bij hoge dosissen. (Toluene) Bloed: veroorzaakt hemolyse van rode bloedcellen en/of anemie. (Benzene) Bloedvormende organen: herhaalde blootstelling tast het beenmerg aan. (Benzene) Perifere zenuwstelsel: herhaalde blootstelling veroorzaakt perifere neuropathie bij dieren. (n-Hexane) Gehoor: langdurige en herhaaldelijke blootstelling aan hoge concentraties hebben bij ratten gehoorverlies veroorzaakt. Misbruik van oplosmiddelen en interactie van lawaaibronnen op 13/32
Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
Extra informatie
:
de werkplek kunnen de oorzaak zijn van gehoorverlies. (Toluene) Immuunsysteem: Dierproeven met dit materiaal of de bestanddelen ervan hebben immunotoxiciteit aangetoond. (Benzene) Ademhalingswegen: Herhaalde blootstelling tast de ademhalingswegen aan. Effecten traden alleen op bij hoge doseringen. (Toluene) Visueel systeem: kan het kleuren zien beïnvloeden. Deze geringe veranderingen hebben in de praktijk niet geleid tot een gebrek in het kleuren zien. (Toluene) Langdurige of herhaalde blootstelling kan schade veroorzaken aan organen. Blootstelling aan zeer hoge concentraties van vergelijkbare materialen is in verband gebracht met hartritmestoornissen en hartstilstand. Myelodysplastic syndrome (MDS) is waargenomen bij personen die in de werksituatie gedurende lange tijd bloot gesteld waren aan zeer hoge concentraties benzeen (50 ppm tot 300 ppm). De betekenis van deze waarneming voor blootstelling aan lagere concentraties benzeen is niet bekend.
12. MILIEU-INFORMATIE Basis voor de Beoordeling
12.1 Toxiciteit Acute Giftigheid Vissen In water levende ongewervelden Algen Micro-organismen Chronische Toxiciteit Vissen In water levende ongewervelden 12.2 Persistentie / afbreekbaarheid
Voor dit product zijn de ecotoxicologische gegevens slechts gedeeltelijk bekend. De informatie is gebaseerd op kennis van de componenten en de ecotoxicologie van soortgelijke producten.
: :
Vergiftig: LL/EL/IL50 >1 - <=10 mg/l Vergiftig: LL/EL/IL50 >1 - <=10 mg/l
: :
Vergiftig: LL/EL/IL50 >1 - <=10 mg/l Naar verwachting schadelijk: LL/EL/IL50 >10 - <=100 mg/l
: :
Geen gegevens beschikbaar. Geen gegevens beschikbaar.
:
Vermoedelijk niet goed biologisch afbreekbaar.
12.3 Mogelijkheid van Accumulatie in Lichaamscellen 12.4 Mobiliteit
:
Oxideert snel door fotochemische reacties in lucht. Bevat componenten die kunnen bioaccumuleren.
12.5 Resultaat van de PBT beoordeling
:
12.6 Andere nadelige effecten
:
:
Drijft op water. Indien het product in de bodem dringt, verspreiden één of meer bestanddelen zich en kan het grondwater verontreinigd worden. De substantie voldoet niet aan alle screeningscriteria voor persistentie, bioaccumulatie en toxiciteit, en wordt daarom niet beschouwd PBT of zPzB te zijn. Vanwege de grote vluchtigheid vormt dit product geen gevaar voor het aquatische milieu. 14/32
Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
13. INSTRUCTIES VOOR VERWIJDERING 13.1 Afvalbehandelingsmethodes Materiaalverwijdering
:
Afvoer van lege Verpakking
:
Nationale Wetgeving
:
Indien mogelijk terugwinnen of hergebruiken. Het is de verantwoordelijkheid van degene die afvalmateriaal genereert om de toxische en fysische eigenschappen van het gegenereerde materiaal vast te stellen met het oog op bepaling van de juiste afvalclassificatie en afvoermethoden in overeenstemming met de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Niet in het milieu, riool of waterwegen lozen. Afval van het product mag de bodem en het water niet verontreinigen. De verpakking zorgvuldig leegmaken. Na leegmaken op een veilige plaats, uit de buurt van vonken en vuur, ontluchten. Residuen kunnen ontploffingsgevaar opleveren. Niet schoongemaakte drums niet doorboren, snijden of lassen. Naar een vaten- of schroothandelaar sturen. Afvoer dient plaats te vinden in overeenstemming met de van toepassing zijnde regionale, nationale en plaatselijke wet- en regelgeving. Plaatselijke wet- en regelgeving kan strenger zijn dan regionale of nationale eisen en dient in acht genomen te worden.
14. INFORMATIE MET BETREKKING TOT HET VERVOER
ADR 14.1 VN-nr. 14.2 Techn. aanduiding 14.3 Transportgevarenklasse 14.4 Verpakkingsgroep Classificatiecode Gevaarsidentificatienumme r Gevaarlabel (primair risico) 14.5 Milieugevaarlijk RID 14.1 VN-nr. 14.2 Techn. aanduiding 14.3 Transportgevarenklasse 14.4 Verpakkingsgroep Classificatiecode Gevaarsidentificatienumme r Gevaarlabel (primair risico) 14.5 Milieugevaarlijk
: : :
3295 KOOLWATERSTOFFEN, VLOEIBAAR, N.E.G. (, ) 3
: : :
II F1 33
: :
3 Ja.
: : :
3295 KOOLWATERSTOFFEN, VLOEIBAAR, N.E.G. (, ) 3
: : :
II F1 33
: :
3 Ja.
15/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
Binnenlands waterwegtransport (ADN (European Agreement for International Carriage of Dangerous Goods by Inland Waterways)): 14.1 VN-nr. : 3295 14.2 Techn. aanduiding : KOOLWATERSTOFFEN, VLOEIBAAR, N.E.G. (BENZEEN, TOLUEEN, with more than 10% Benzene, pD50 <= 110 kPa, boiling point <= 60°C.) 14.3 : 3 Transportgevarenklasse 14.4 Verpakkingsgroep : II Classificatiecode : F1 Gevaarlabel (primair risico) : 3 Gevaarlabel (secundair : CMR risico) 14.5 Milieugevaarlijk : Ja.
14.7 Vermelding in vervoersovereenkomst en op vervoersdocumenten
:
NST 3212 Nafta
Zeetransport (IMDG (International Maritime Dangerous Goods Code) code): Zeetransport (IMDG (International Maritime Dangerous Goods Code) code): 14.1 VN-nr. : 3295 14.2 Techn. aanduiding : HYDROCARBONS, LIQUID, N.O.S. Technische Naam : (N-Hexane) 14.3 : 3 Transportgevarenklasse 14.4 Verpakkingsgroep : II 14.5 Marine pollutant : Ja. (N-Hexane)
Luchttransport (IATA (International Air Transport Association)): 14.1 VN-nr. : 3295 14.2 Techn. aanduiding : Hydrocarbons, liquid, n.o.s. 14.3 : 3 Transportgevarenklasse 14.4 Verpakkingsgroep : II 14.5 Milieugevaarlijk : Nee
Zee (Annex II van MARPOL 73/78 en de IBC-code) : Y Vervuilingscategorie : 2 Type schip : Pyrolysebenzine (bevat benzeen) Productnaam : Raadpleeg Hoofdstuk 7, Behandeling en Opslag, voor speciale Speciale voorzorgsmaatregel voorzorgsmaatregelen waarvan een gebruiker op de hoogte moet zijn, of noodzaken waaraan voldaan moet worden met betrekking tot transport.
16/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
15. WETTELIJK VERPLICHTE INFORMATIE De informatie omtrent de wetgeving is niet bedoeld om volledig te zijn. Andere wetgeving kan voor dit product van toepassing zijn. 15.1 Specifieke voor de stof of mengsel wettelijke veiligheids-, gezondheids- en milieuvoorschriften/-wetgeving Andere wettelijke informatie Nationale overzichtslijsten van chemische stoffen AICS : Geregistreerd. DSL : Geregistreerd. TSCA : Geregistreerd. EINECS : Geregistreerd. 271-726-5 KECI (KR) : Geregistreerd. KE-17568 Nationale wetgeving OECD. HPV
:
Geregistreerd.
Aanvullende informatie 15.2 Chemische veiligheidsbeoordeling
: :
Uitsluitend bestemd voor gebruik door professionele gebruikers. Er is voor deze substantie een Chemical Safety Assessment (Beoordeling chemische veiligheid) uitgevoerd.
16. OVERIGE INFORMATIE R-zin(nen) R11 R36/38 R45 R46 R48/23/24/25 R51/53 R62 R63 R65 R67
Licht ontvlambaar. Irriterend voor de ogen en de huid. Kan kanker veroorzaken. Kan erfelijke genetische schade veroorzaken. Vergiftig: gevaar voor ernstige schade aan de gezondheid bij langdurige blootstelling bij inademing, aanraking met de huid en opname door de mond. Vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Mogelijk gevaar voor verminderde vruchtbaarheid. Mogelijk gevaar voor beschadiging van het ongeboren kind. Schadelijk: Kan longschade veroorzaken na verslikken. Dampen kunnen slaperigheid en duizeligheid veroorzaken.
CLP gevarenklassen
17/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad H225 H304 H315 H319 H336 H340 H350 H361 H361d H372 H373 H411
Licht ontvlambare vloeistof en damp. Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt. Veroorzaakt huidirritatie. Veroorzaakt ernstige oogirritatie. Kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken. Kan genetische afwijkingen veroorzaken. Kan kanker veroorzaken. Verdacht van het beschadigen van de vruchtbaarheid of van het ongeboren kind. Verdacht van het beschadigen van het ongeboren kind. Langdurige of herhaalde blootstelling veroorzaakt schade aan organen. Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling. Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
Geïdentificeerde gebruiken volgens het gebruiksbeschrijvingssysteem Gebruiken - werknemer Titel
:
Gebruiken - werknemer Titel
productie van de stof - Industrie
Toepassing als tussenproduct - Industrie
Gebruiken - werknemer Titel
Verdeling van de stof - Industrie
VIB Versie Nummer
:
7.
VIB Ingangsdatum
:
15.03.2011
VIB Herzieningen
:
VIB Voorschrift
:
Distributie van VIB
:
Vrijwaring
:
Een verticale streep (|) in de linkermarge geeft aan dat er sprake is van een aanpassing t.o.v. de vorige versie. De inhoud en opmaak van dit veiligheidsinformatieblad is in overeenstemming met voorschrift 1907/2006/ EC. De informatie van dit document moet bekend worden gemaakt aan eenieder die met dit product werkt. De informatie is gebaseerd op onze huidige kennis en geeft de gezondheids-, veiligheids- en milieu-aspecten weer van dit product. De gegevens gelden niet als technische specificatie van het product.
18/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
Blootstellingsscenario - werknemer SECTIE 1 TITEL BLOOTSTELLINGSSCENARIO Titel productie van de stof - Industrie Gebruiksbeschrijving Gebruikssector: SU 3, SU8, SU9 Procescategorieën: PROC 1, PROC 2, PROC 3, PROC 8a, PROC 8b, PROC 15 Milieuvrijzettingscategorieën: ERC 1, ERC 4 Scope van het proces
Productie van de stof of toepassing als proceschemicalië of extractiemiddel in gesloten of gekapselde systemen. bevattoevallige blootstellingen bij recycling/verwerking, materiaaltransfer, bij opslag en monstername en hiermee verbonden laboratoriums-, onderhouds en ladingswerkzaamheden (inclustief zee-/binnenschepen, weg-/spoorvoertuigen en bulkcontainers).
SECTIE 2
BEDRIJFSCONDITIES EN RISICOBEHEERSMAATREGELEN
Sectie 2.1 Productkenmerken Fysische vorm van het product
Controle over werknemersblootstelling
Concentratie van substantie in product.
Tenzij anders vermeld.; Neemt een benzeeninhoud aan van > 25%;
Vloeistof, dampdruk 0,5 - 10 kPa bij STP.
Gebruiksfrequentie en -duur Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld). Andere operationele condities die van invloed zijn op de blootstelling van werknemers. Uitgegaan wordt van gebruik bij een temperatuurdie niet hoger is dan 20°C boven de omgevingstemperatuur (voor zover niet anders vermeld). van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.
Contribuerende scenario's Algemene maatregelen (carcinogenen)
Risicobeheersmaatregelen Rekening houden met technische voortgang en procesverbeteringen (inclusief automatisering) voor het voorkomen van vrijkomingen. blootstelling door maatregelen zoals gesloten systemen, speciale inrichtingen en geschikte algemene/plaatselijke afvoer minimaliseren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. Voor zover mogelijk, installatie vóór onderhoudswerkzaamhedenreinigen/spoelen Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: toegang uitsluitend verschaffen aan geauthoriseerde personen; speciale training inzake de minimalisering van de blootstelling voor bedieningspersoneel aanbieden; geschikte handschoenen en overalls ter voorkoming van huidverontreinigingen dragen; adembescherming dragen wanneer het gebruik voor bepaalde contribuerende scenario's is geïdentificeerd; gemorste hoeveelheden direct opnemen en afval 19/32
Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
veilig verwijderen. Zorg ervoor dat werkinstructies of gelijkwaardige regelingen met betrekking tot risicomanagement zijn opgesteld. Alle controlemaatregelen regelmatig toetsen, testen en aanpassen. Noodzaak tot een risicogebaseerde gezondheidscontrole overwegen. Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen)
Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.
Algemene blootstelling (gesloten systemen)
geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
Algemene blootstelling (gesloten systemen) met monstername bij beheerste incidentele blootsteling. Buiten.
stof in een gesloten systeem hanteren. monstername door een gesloten kring of een ander systeem voor het voorkomen van blootstelling. activiteiten met een blootstelling van meer dan4 uur voorkomen.
Algemene blootstelling (gesloten systemen) Toepassing in gesloten batchprocessen
stof in een gesloten systeem hanteren. Transport door gesloten leidingen voor voldoende algemene ventilatie zorgen (nietminder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur). of Waarborg dat de operatie buiten plaatsvindt. activiteiten met een blootstelling van meer dan1 uur voorkomen.
Procesmonster
monstername door een gesloten kring of een ander systeem voor het voorkomen van blootstelling. voor voldoende algemene ventilatie zorgen (nietminder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur). zorg voor aanvullende ventilatie op punten waaremissies optreden. activiteiten met een blootstelling van meer dan1 uur voorkomen.
Laboratoriumwerkzaamheden
zorg voor een voldoende mate aan gecontroleerdeventilatie (10 tot 15 luchtwisselingen per uur). onder rookafvoer of met een geschikte gelijkwaardige procedure behandelen om blootstelling te minimaliseren.
Bulktransfer (gesloten systemen)
Verzeker u ervan dat het omvullen van het materiaal of onder een ventilatie-installatie plaatsvindt. activiteiten met een blootstelling van meer dan4 uur voorkomen.
Reiniging en onderhoud van de uitrusting
systeme voor het openen of het onderhoud van deuitrusting uitzetten en spoelen. Waarborg dat de operatie buiten plaatsvindt. 20/32
Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
gemorste hoeveelheden direct verwijderen. adembescherming conform EN140 met filtertype A of beter dragen. afvoerwater verzegeld opslaan tot de verwijdering of later hergebruik. Reiniging en onderhoud van de uitrusting
adembescherming conform EN140 met filtertype A of beter dragen. activiteiten met een blootstelling van meer dan1 uur voorkomen. gemorste hoeveelheden direct verwijderen. afvoerwater verzegeld opslaan tot de verwijdering of later hergebruik.
Opslag bij beheerste incidentele blootsteling. Buiten.
substantie in een gesloten systeem opslaan. monstername door een gesloten kring of een ander systeem voor het voorkomen van blootstelling. activiteiten met een blootstelling van meer dan4 uur voorkomen.
Sectie 2.2 Controle over milieublootstelling Substantie is een complexe UVCB Overwegend hydrofoob Slecht biologisch afbreekbaar. Gebruikte hoeveelheden Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1 Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 5,0E+05 Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage: 1 jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 5,0E+05 Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag): 1,7E+06 Gebruiksfrequentie en -duur Voortdurende vrijkoming Emissiedagen (dagen/jaar): 300 Niet door risicobeheer beïnvloede milieufactors Lokale zoetwater-verdunningsfactor:: 40 Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100 Andere bedrijfscondities van invloed op milieublootstelling Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming 1,0E-05 voor RMM): Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke 5,0E-06 vrijkoming voor RMM): Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming 1,0E-04 voor RMM): Technische condities en maatregelen op procesniveau (bron) ter voorkoming van vrijzetting op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan. Technische on-site condities en maatregelen ter verlaging of beperking van lozingen, luchtemissies en vrijzetting in de grond Milieubedreiging wordt door mensen via indirecte blootstelling (overwegend inslikken) veroorzaakt. bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is geen afvalwaterbehandeling ter plaatse noodzakelijk. 21/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen. luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%): 90 afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor 0 noodzakelijke reinigingsprestatie van (%): Organisatiemaatregelen ter voorkoming/beperking van vrijzetting uit het werkgebied Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen. zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt. Condities en maatregelen gerelateerd aan gemeentelijk rioleringbehandelingsplan Geschatte verwijdering van substantie uit afvalwater door middel van 95,0 behandeling van huishoudelijk rioolwater (%) totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site 95,0 (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%): Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op 1,8E+06 vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d): vermoedelijk percentage afvoerwater van de huiszuiveringsinstallatie 10.000 (m3/d): Condities en maatregelen gerelateerd aan de externe behandeling van afval voor afvoer Tijdens de productie ontstaat geen stofafval. Condities en maatregelen gerelateerd aan de externe herwinning van afval Tijdens de productie ontstaat geen stofafval.
SECTIE 3 BLOOTSTELLINGSSCHATTING Sectie 3.1 - Gezondheid voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet andersvermeld.
Sectie 3.2 - Milieu De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast. SECTIE 4
ADVIES BIJ DE NALEVINGSCONTROLE VAN HET BLOOTSTELLINGSSCENARIO
Sectie 4.1 - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen. Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt. De beschikbare risicogegevens maken het afleiden van een DNEL voor dermaal irriterende effecten niet mogelijk. Maatregelen voor risicomanagement zijn gebaseerd op kwalitatieve risicokenschetsing.
Sectie 4.2 - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties toepasbaar hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate 22/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen. De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voorafvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie. De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voorlucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie. verdere details met betrekking tot de scaleringen controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.
23/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
Blootstellingsscenario - werknemer SECTIE 1 TITEL BLOOTSTELLINGSSCENARIO Titel Toepassing als tussenproduct - Industrie Gebruiksbeschrijving Gebruikssector: SU 3, SU8, SU9 Procescategorieën: PROC 1, PROC 2, PROC 3, PROC 8a, PROC 8b, PROC 15 Milieuvrijzettingscategorieën: ERC 6A Scope van het proces
Gebruik van substantie als een tussenproduct binnen gesloten of gecontroleerde systemen (niet gerelateerd aan Strikt gecontroleerde omstandigheden). Omvat incidentele blootstellingen tijdens recyclage/terugwinning, materiaaloverdracht, opslag, monsterafname, bijbehorende laboratoriumactiviteiten, onderhoud en laden (waaronder schepen/vrachtschepen, weg/spoorvoertuigen en bulkcontainers).
SECTIE 2
BEDRIJFSCONDITIES EN RISICOBEHEERSMAATREGELEN
Sectie 2.1 Productkenmerken Fysische vorm van het product
Controle over werknemersblootstelling
Concentratie van substantie in product.
Tenzij anders vermeld.; Neemt een benzeeninhoud aan van > 25%;
Vloeistof, dampdruk 0,5 - 10 kPa bij STP.
Gebruiksfrequentie en -duur Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld). Andere operationele condities die van invloed zijn op de blootstelling van werknemers. Uitgegaan wordt van gebruik bij een temperatuurdie niet hoger is dan 20°C boven de omgevingstemperatuur (voor zover niet anders vermeld). van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.
Contribuerende scenario's Algemene maatregelen (carcinogenen)
Risicobeheersmaatregelen Rekening houden met technische voortgang en procesverbeteringen (inclusief automatisering) voor het voorkomen van vrijkomingen. blootstelling door maatregelen zoals gesloten systemen, speciale inrichtingen en geschikte algemene/plaatselijke afvoer minimaliseren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. Voor zover mogelijk, installatie vóór onderhoudswerkzaamhedenreinigen/spoelen Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: toegang uitsluitend verschaffen aan geauthoriseerde personen; speciale training inzake de minimalisering van de blootstelling voor bedieningspersoneel aanbieden; geschikte handschoenen en overalls ter voorkoming van huidverontreinigingen dragen; adembescherming dragen wanneer het gebruik voor bepaalde contribuerende scenario's is geïdentificeerd; gemorste hoeveelheden direct opnemen en afval 24/32
Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
veilig verwijderen. Zorg ervoor dat werkinstructies of gelijkwaardige regelingen met betrekking tot risicomanagement zijn opgesteld. Alle controlemaatregelen regelmatig toetsen, testen en aanpassen. Noodzaak tot een risicogebaseerde gezondheidscontrole overwegen. Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen)
Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.
Algemene blootstelling (gesloten systemen)
geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
Algemene blootstelling (gesloten systemen) met monstername bij beheerste incidentele blootsteling. Buiten.
stof in een gesloten systeem hanteren. monstername door een gesloten kring of een ander systeem voor het voorkomen van blootstelling. activiteiten met een blootstelling van meer dan4 uur voorkomen.
Algemene blootstelling (gesloten systemen) Toepassing in gesloten batchprocessen
stof in een gesloten systeem hanteren. Transport door gesloten leidingen voor voldoende algemene ventilatie zorgen (nietminder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur). of Waarborg dat de operatie buiten plaatsvindt. activiteiten met een blootstelling van meer dan1 uur voorkomen.
Procesmonster
monstername door een gesloten kring of een ander systeem voor het voorkomen van blootstelling. voor voldoende algemene ventilatie zorgen (nietminder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur). zorg voor aanvullende ventilatie op punten waaremissies optreden. activiteiten met een blootstelling van meer dan1 uur voorkomen.
Laboratoriumwerkzaamheden
zorg voor een voldoende mate aan gecontroleerdeventilatie (10 tot 15 luchtwisselingen per uur). onder rookafvoer of met een geschikte gelijkwaardige procedure behandelen om blootstelling te minimaliseren.
Bulktransfer (gesloten systemen)
Verzeker u ervan dat het omvullen van het materiaal of onder een ventilatie-installatie plaatsvindt. activiteiten met een blootstelling van meer dan4 uur voorkomen.
Reiniging en onderhoud van de uitrusting
systeme voor het openen of het onderhoud van deuitrusting uitzetten en spoelen. Waarborg dat de operatie buiten plaatsvindt. 25/32
Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
gemorste hoeveelheden direct verwijderen. adembescherming conform EN140 met filtertype A of beter dragen. afvoerwater verzegeld opslaan tot de verwijdering of later hergebruik. Reiniging en onderhoud van de uitrusting
adembescherming conform EN140 met filtertype A of beter dragen. activiteiten met een blootstelling van meer dan1 uur voorkomen. gemorste hoeveelheden direct verwijderen. afvoerwater verzegeld opslaan tot de verwijdering of later hergebruik.
Opslag bij beheerste incidentele blootsteling. Buiten.
substantie in een gesloten systeem opslaan. monstername door een gesloten kring of een ander systeem voor het voorkomen van blootstelling. activiteiten met een blootstelling van meer dan4 uur voorkomen.
Sectie 2.2 Controle over milieublootstelling Substantie is een complexe UVCB Overwegend hydrofoob Slecht biologisch afbreekbaar. Gebruikte hoeveelheden Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1 Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 1,5E+05 Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage: 0,1 jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 1,5E+04 Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag): 5,0E+04 Gebruiksfrequentie en -duur Voortdurende vrijkoming Emissiedagen (dagen/jaar): 300 Niet door risicobeheer beïnvloede milieufactors Lokale zoetwater-verdunningsfactor:: 10 Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100 Andere bedrijfscondities van invloed op milieublootstelling Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming 5,0E-05 voor RMM): Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke 1,0E-05 vrijkoming voor RMM): Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming 1,0E-03 voor RMM): Technische condities en maatregelen op procesniveau (bron) ter voorkoming van vrijzetting op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan. Technische on-site condities en maatregelen ter verlaging of beperking van lozingen, luchtemissies en vrijzetting in de grond Milieubedreiging wordt door mensen via indirecte blootstelling (overwegend inslikken) veroorzaakt. bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is geen afvalwaterbehandeling ter plaatse noodzakelijk. 26/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen. luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%): 80 afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor 0 noodzakelijke reinigingsprestatie van (%): Organisatiemaatregelen ter voorkoming/beperking van vrijzetting uit het werkgebied Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen. zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt. Condities en maatregelen gerelateerd aan gemeentelijk rioleringbehandelingsplan Geschatte verwijdering van substantie uit afvalwater door middel van 95,0 behandeling van huishoudelijk rioolwater (%) totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site 95,0 (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%): Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op 1,8E+05 vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d): vermoedelijk percentage afvoerwater van de huiszuiveringsinstallatie 2.000 (m3/d): Condities en maatregelen gerelateerd aan de externe behandeling van afval voor afvoer Deze stof wordt tijdens het gebruik verbruikt en de stof produceert geen afval. Condities en maatregelen gerelateerd aan de externe herwinning van afval Deze stof wordt tijdens het gebruik verbruikt en de stof produceert geen afval.
SECTIE 3 BLOOTSTELLINGSSCHATTING Sectie 3.1 - Gezondheid voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet andersvermeld.
Sectie 3.2 - Milieu De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast. SECTIE 4
ADVIES BIJ DE NALEVINGSCONTROLE VAN HET BLOOTSTELLINGSSCENARIO
Sectie 4.1 - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen. Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt. De beschikbare risicogegevens maken het afleiden van een DNEL voor dermaal irriterende effecten niet mogelijk. Maatregelen voor risicomanagement zijn gebaseerd op kwalitatieve risicokenschetsing.
Sectie 4.2 - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties toepasbaar hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate 27/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen. De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voorafvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie. De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voorlucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie. verdere details met betrekking tot de scaleringen controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.
28/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
Blootstellingsscenario - werknemer SECTIE 1 TITEL BLOOTSTELLINGSSCENARIO Titel Verdeling van de stof - Industrie Gebruiksbeschrijving Gebruikssector: SU 3, SU8, SU9 Procescategorieën: PROC 1, PROC 2, PROC 3, PROC 8a, PROC 8b, PROC 9, PROC 15 Milieuvrijzettingscategorieën: ERC 1, ERC 2, ERC 3, ERC 4, ERC 5, ERC 6A, ERC 6B, ERC 6C, ERC 6D, ERC 7 Scope van het proces
Bulklading (inclusief zee-/binnenschepen, spoor-/wegvoertuigen en IBC-lading)
SECTIE 2
BEDRIJFSCONDITIES EN RISICOBEHEERSMAATREGELEN
Sectie 2.1 Productkenmerken Fysische vorm van het product
Controle over werknemersblootstelling
Concentratie van substantie in product.
Tenzij anders vermeld.; Neemt een benzeeninhoud aan van > 25%;
Vloeistof, dampdruk 0,5 - 10 kPa bij STP.
Gebruiksfrequentie en -duur Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld). Andere operationele condities die van invloed zijn op de blootstelling van werknemers. Uitgegaan wordt van gebruik bij een temperatuurdie niet hoger is dan 20°C boven de omgevingstemperatuur (voor zover niet anders vermeld). van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.
Contribuerende scenario's Algemene maatregelen (carcinogenen)
Risicobeheersmaatregelen Rekening houden met technische voortgang en procesverbeteringen (inclusief automatisering) voor het voorkomen van vrijkomingen. blootstelling door maatregelen zoals gesloten systemen, speciale inrichtingen en geschikte algemene/plaatselijke afvoer minimaliseren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. Voor zover mogelijk, installatie vóór onderhoudswerkzaamhedenreinigen/spoelen Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: toegang uitsluitend verschaffen aan geauthoriseerde personen; speciale training inzake de minimalisering van de blootstelling voor bedieningspersoneel aanbieden; geschikte handschoenen en overalls ter voorkoming van huidverontreinigingen dragen; adembescherming dragen wanneer het gebruik voor bepaalde contribuerende scenario's is geïdentificeerd; gemorste hoeveelheden direct opnemen en afval veilig verwijderen. Zorg ervoor dat werkinstructies of gelijkwaardige regelingen met betrekking tot risicomanagement zijn opgesteld. Alle controlemaatregelen regelmatig toetsen, testen en aanpassen. Noodzaak tot een risicogebaseerde 29/32
Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad gezondheidscontrole overwegen. Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen)
Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.
Algemene blootstelling (gesloten systemen)
geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.
Algemene blootstelling (gesloten systemen) met monstername bij beheerste incidentele blootsteling.
stof in een gesloten systeem hanteren. monstername door een gesloten kring of een ander systeem voor het voorkomen van blootstelling. activiteiten met een blootstelling van meer dan4 uur voorkomen.
Algemene blootstelling (gesloten systemen) Toepassing in gesloten batchprocessen
stof in een gesloten systeem hanteren. monstername door een gesloten kring of een ander systeem voor het voorkomen van blootstelling.
Procesmonster
stof in een overwegend gesloten systeem met afvoerinstallatie hanteren. monstername door een gesloten kring of een ander systeem voor het voorkomen van blootstelling. Waarborg dat de operatie buiten plaatsvindt.
Laboratoriumwerkzaamheden
onder rookafvoer of met een geschikte gelijkwaardige procedure behandelen om blootstelling te minimaliseren.
Bulktransfer (gesloten systemen)
Verzeker u ervan dat het omvullen van het materiaal of onder een ventilatie-installatie plaatsvindt. Waarborg dat de operatie buiten plaatsvindt. activiteiten met een blootstelling van meer dan4 uur voorkomen.
Vullen van vaten en kleine verpakkingen
zorg voor een voldoende mate aan gecontroleerdeventilatie (10 tot 15 luchtwisselingen per uur). blootstelling door ventilatie met gedeeltelijkeafdekking van de procedure of van de uitrusting alsmede ventilatie bijopeningen minimaliseren.
Reiniging en onderhoud van de uitrusting
systeme voor het openen of het onderhoud van deuitrusting uitzetten en spoelen. gemorste hoeveelheden direct verwijderen. adembescherming conform EN140 met filtertype A of beter dragen. afvoerwater verzegeld opslaan tot de verwijdering of later hergebruik.
30/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad Opslag bij beheerste incidentele blootsteling.
substantie in een gesloten systeem opslaan. Transport door gesloten leidingen Waarborg dat de operatie buiten plaatsvindt.
Sectie 2.2 Controle over milieublootstelling Substantie is een complexe UVCB Overwegend hydrofoob Slecht biologisch afbreekbaar. Gebruikte hoeveelheden Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1 Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 5,0E+05 Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage: 2,0E-03 jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 1,0E+03 Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag): 1,0E+04 Gebruiksfrequentie en -duur Voortdurende vrijkoming Emissiedagen (dagen/jaar): 100 Niet door risicobeheer beïnvloede milieufactors Lokale zoetwater-verdunningsfactor:: 10 Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100 Andere bedrijfscondities van invloed op milieublootstelling Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming 1,0E-03 voor RMM): Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke 1,0E-05 vrijkoming voor RMM): Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming 1,0E-05 voor RMM): Technische condities en maatregelen op procesniveau (bron) ter voorkoming van vrijzetting op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan. Technische on-site condities en maatregelen ter verlaging of beperking van lozingen, luchtemissies en vrijzetting in de grond Milieubedreiging wordt door mensen via indirecte blootstelling (overwegend inslikken) veroorzaakt. bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is geen afvalwaterbehandeling ter plaatse noodzakelijk. uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen. luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%): 90 afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor 0 noodzakelijke reinigingsprestatie van (%): Organisatiemaatregelen ter voorkoming/beperking van vrijzetting uit het werkgebied Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen. zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt. Condities en maatregelen gerelateerd aan gemeentelijk rioleringbehandelingsplan Geschatte verwijdering van substantie uit afvalwater door middel van 95,0 behandeling van huishoudelijk rioolwater (%) totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site 95,0 31/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL
Pyrolyse benzine Versie 7. Ingangsdatum 15.03.2011 Verordening 1907/2006/EC
Veiligheidsinformatieblad
(binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%): Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op 1,7E+05 vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d): vermoedelijk percentage afvoerwater van de huiszuiveringsinstallatie 2.000 (m3/d): Condities en maatregelen gerelateerd aan de externe behandeling van afval voor afvoer Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften. Condities en maatregelen gerelateerd aan de externe herwinning van afval externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.
SECTIE 3 BLOOTSTELLINGSSCHATTING Sectie 3.1 - Gezondheid voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet andersvermeld.
Sectie 3.2 - Milieu De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast. SECTIE 4
ADVIES BIJ DE NALEVINGSCONTROLE VAN HET BLOOTSTELLINGSSCENARIO
Sectie 4.1 - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen. Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt. De beschikbare risicogegevens maken het afleiden van een DNEL voor dermaal irriterende effecten niet mogelijk. Maatregelen voor risicomanagement zijn gebaseerd op kwalitatieve risicokenschetsing.
Sectie 4.2 - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties toepasbaar hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen. De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voorafvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie. De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voorlucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie. verdere details met betrekking tot de scaleringen controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.
32/32 Printdatum 25.03.2011
MSDS_NL