U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor ALPINE NVE-N055. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de ALPINE NVE-N055 in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen, maat, accessoires, enz.). Uitgebreide gebruiksaanwijzingen staan in de gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing ALPINE NVE-N055 Gebruikershandleiding ALPINE NVE-N055 Handleiding ALPINE NVE-N055 Bedieningshandleiding ALPINE NVE-N055 Instructiehandleiding ALPINE NVE-N055
Uw gebruiksaanwijzing. ALPINE NVE-N055 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1080172
Handleiding samenvatting: H Kijk uitsluitend naar het scherm wanneer dit nodig is en als hierdoor de veiligheid op geen enkele wijze in gevaar wordt gebracht. Als u langer naar het scherm moet kijken, dient u eerst het voertuig op een veilige plaats langs de weg te parkeren. H Tijdens het rijden mag u geen bestemming invoeren, instellingen veranderen of functies oproepen waarbij u langere tijd naar het scherm moet kijken en/of de afstandsbediening moet gebruiken. Parkeer het voertuig eerst op een veilige plaats langs de weg alvorens u het systeem gaat bedienen. H Gebruik het autonavigatiesysteem niet wanneer u in noodgevallen de weg moet zoeken naar een politiebureau, brandweer, ziekenhuis enz. In de database van het systeem zijn namelijk niet de adressen van al deze diensten opgenomen. U dient in dergelijke gevallen uw eigen kennis van het gebied te gebruiken, verkeersborden te lezen of de weg te vragen. H De wegenkaart die op de CD-ROM staat, bevat de meest recente informatie beschikbaar op het moment dat de disk werd vervaardigd. Aangezien echter voortdurend veranderingen in het wegennet, de straten enz. worden aangebracht, is het mogelijk dat het autonavigatiesysteem niet altijd de weg naar uw bestemming weet. In dergelijke gevallen dient u uw eigen kennis van het gebied te gebruiken, verkeersborden te lezen of de weg te vragen. 2 H De wegenkaart die op de CDROM staat, verschaft u informatie betreffende de route naar uw bestemming. U dient echter niet te vergeten dat het autonavigatiesysteem geen rekening houdt met de veiligheid van de route en andere omstandigheden die van invloed kunnen zijn op uw reisschema. Het systeem heeft ook geen informatie over wegomleggingen, plannen voor nieuwe wegen, eigenschappen van de weg (type wegdek, eventuele hellingsgraad, gewicht- of hoogte-beperkingen, enz.), files, weersomstandigheden of eventuele andere factoren die de veiligheid of de vereiste reistijd kunnen beïnvloeden. Gebruik uw eigen beoordelingsvermogen als het autonavigatiesysteem u geen alternatieve route kan geven. H Er zijn gevallen waarin het autonavigatiesysteem de plaats waar het voertuig zich bevindt niet juist aangeeft. Gebruik dan uw eigen beoordelingsvermogen, met inachtneming van de rijomstandigheden. Gewoonlijk zal het autonavigatiesysteem de plaats waar het voertuig zich bevindt weer automatisch corrigeren. Indien dit niet gebeurt, dient u de correctie zelf uit te voeren. In dit geval parkeert u het voertuig eerst op een velige plaats langs de weg alvorens u het autonavigatiesysteem gaat bedienen. H Stel de geluidssterkte van de gesproken instructies niet te hoog in, om te voorkomen dat u geluiden van buitenaf niet meer hoort. Rijden zonder dat geluiden van buitenaf hoorbaar zijn, kan resulteren in een ongeluk. H Zorg dat ook andere personen die van het autonavigatiesysteem gebruik maken deze voorzorgsmaatregelen en de hiernavolgende instructies zorgvuldig doorlezen. H Indien er zaken in de gebruiksaanwijzing zijn die u niet goed begrijpt of als de bediening van het autonavigatiesysteem niet duidelijk is, dient u contact op te nemen met een officiële Alpine dealer alvorens u het systeem gaat gebruiken. 3 Voorzorgsmaatregelen Nuttige wenken voor een veilig gebruik a Lees de gebruiksaanwijzing van de CD-ROM en de gebruiksaanwijzingen van de diverse apparaten zorgvuldig door alvorens u het autonavigatiesysteem gaat bedienen, zodat u het systeem op een veilige en efficiënte wijze gebruikt. Alpine kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor storingen als gevolg van het niet opvolgen van de bedieningsaanwijzingen. a In deze gebruiksaanwijzing wordt onder diverse hoofdjes informatie verschaft betreffende een veilig gebruik van het autonavigatiesysteem en eventuele gevaren als gevolg van verkeerde aansluitingen of een onjuiste bediening. Hieronder ziet u de betekenis van deze hoofdjes/symbolen. Zorg dat u weet wat de hoofdjes/symbolen betekenen zodat u optimaal profijt trekt van de informatie in de gebruiksaanwijzing. aBetekenis van de hoofdjes/symbolen Hier worden belangrijke bedieningsaanwijzingen verschaft. Het niet opvolgen van deze aanwijzingen kan resulteren in ernstig letsel of de dood. Hier worden belangrijke bedieningsaanwijzingen verschaft. Het niet opvolgen van deze aanwijzingen kan resulteren in letsel of beschadiging van de apparatuur. Waarschuwing Let op Tips Aanvullende nuttige informatie betreffende de bediening van het systeem. 4 Waarschuwing HOUD EVENTUELE KLEINE ONDERDELEN UIT DE BUURT VAN KINDEREN Berg de kleine onderdelen (batterijen, schroeven enz.) van het systeem op een plaats op uit de buurt van kinderen. Mocht een kind iets doorslikken, roep dan meteen de hulp van een doktor in. STOP HET GEBRUIK VAN HET APPARAAT ONMIDDELLIJK INDIEN ER EEN STORING OPTREEDT Als er een storing optreedt zoals wegvallen van het geluid of beeld, uitstoot van vreemde geuren of rook uit het apparaat, terechtkomen van vreemde voorwerpen in het apparaat e.d. , dient u het apparaat meteen uit te schakelen en contact op te nemen met de dealer waarvan u het apparaat heeft gekocht. BEDIEN HET APPARAAT NIET TIJDENS HET RIJDEN EN KIJK OOK NIET LANGDURIG NAAR HET SCHERM U mag niet tijdens het rijden instellingen wijzigen of de bestemming veranderen. Beperk de tijd dat u tijdens het rijden naar het scherm kijkt tot een minimum. Luister naar de gesproken instructies zodat u voldoende aandacht voor de weg heeft en de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht. Parkeer de wagen altijd op een veilige plaats langs de weg voordat u het apparaat bedient. Let op NEEM ALLE VERKEERSREGELS IN ACHT TIJDENS HET RIJDEN Zorg dat u bij gebruik van het autonavigatiesysteem alle verkeersregels in acht neemt. GEBRUIK DE APPARATUUR NIET BUITEN HET VOERTUIG U mag de apparatuur niet voor andere doeleinden gebruiken dan waarvoor deze bestemd is. Indien dit wel wordt gedaan, kan dit mogelijk resulteren in een elektrische schok of ander letsel. PARKEER HET VOERTUIG LANGS DE WEG ALVORENS U EEN BEDIENING UITVOERT DIE HET RIJDEN ZOU KUNNEN HINDEREN Als het plaatsen/uitnemen van een disk of het verstellen van de monitor de besturing van het voertuig kan hinderen (de beweging van de versnellingspook wordt bijvoorbeeld belemmerd), dient u het voertuig eerst op een veilige plaats langs de weg te parkeren alvorens u de bediening uitvoert. GEBRUIK GEEN MUZIEK-CDs OF OUDERE WEGENKAART CD-ROMs Dit kan namelijk resulteren in een foutieve werking. 5 Voorzorgsmaatregelen Voorwaarden voor gebruik Door deze "SMART MAP PRO" CD-ROM (wordt hierna "Disk" genoemd), onderdeel van de Aisin AW CO., Ltd. ("Aisin AW") en Navigation Technologies Corporation ("NavTech") Database (wordt hierna "Database" genoemd), te gebruiken, verklaart u de onderstaande voorwaarden voor gebruik te accepteren. Door de verpakking te openen en uw kopie van de Database en Disk te gebruiken, toont u uw instemming met de bepalingen in deze overeenkomst. Zorg er daarom voor dat u de onderstaande informatie zorgvuldig doorleest en betekenis ervan begrijpt.
Uw gebruiksaanwijzing. ALPINE NVE-N055 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1080172
· De Disk en Database mogen niet gekopieerd, gereproduceerd, gewijzigd of op andere wijze, geheel of gedeeltelijk, bewerkt worden, zonder voorafgaande toestemming van Aisin AW, NavTech en Alpine Electronics, Inc. ("Alpine"). · De Disk en Database mogen niet overgedragen of gelicentieerd worden aan derden voor winstbejag, huur of verhuur, of gelicenteerd worden voor hergebruik op enigerlei andere wijze. · De Disk en/of de Database mogen niet gedecompileerd worden, opgesplitst of op andere wijze bewerkt, zowel geheel als gedeeltelijk. · De Disk en Database mogen niet in een netwerk gebruikt worden of op andere wijze gelijktijdig door meerdere systemen worden gebruikt. · De Disk en Database zijn uitsluitend bedoeld voor persoonlijk gebruik (of intern gebruik in een zaak). De Disk en Database mogen niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt. · Aisin AW, Alpine en NavTech geven geen garantie dat eventuele functies in de Disk en Database tegemoet komen aan een bepaald doel van de gebruiker. · Aisin AW, Alpine en NavTech kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade toegebracht aan de gebruiker of aan derden als gevolg van het gebruik van de Disk en/of de Database. · De garantie op de Disk en Database bevat niet de ruil voor een nieuw product of eventuele vergoeding als gevolg van een verkeerde spelling, het ontbreken van letters of een andere miniscule fout in de layout van de Disk en/of de Database. · Het recht tot gebruik van de Disk en Database vervalt wanneer de gebruiker de software vernietigt of als de bepalingen voor het gebruik overtreden worden en Aisin AW, Alpine en/of NavTech gebruik maken van hun recht de licentie voor gebruik van de software in te trekken. · De hiervoor beschreven bepalingen en voorwaarden gelden voor de eerste eigenaar evenals voor alle eventuele volgende gebruikers en eigenaars. WAARSCHUWINGEN · Bediening van het systeem tijdens het rijden is gevaarlijk. Parkeer het voertuig op een veilige plaats voordat u het systeem gaat bedienen. · De feitelijke omstandigheden op de weg en eventuele plaatselijke bepalingen hebben voorrang boven de informatie die het systeem verschaft. Neem altijd alle verkeersbepalingen en rijomstandigheden in acht. · Deze software is uitsluitend bedoeld voor gebruik in de NVE-N055PS serie. De software kan en mag niet in andere apparatuur worden gebruikt. 6 Inhoudsopgave Voorzorgsmaatregelen 2 .. ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ....... BELANGRIJKE INFORMATIE 4 ... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ... Nuttige wenken voor een veilig gebruik 6 .. ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... Voorwaarden voor gebruik Voorwoord 8 ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ..........
..... ..... .......... ...... Autonavigatie-terminologie 9 .... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... Kenmerken Alvorens het autonavigatiesysteem in gebruik te nemen 10 .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .... Installeren van het systeemprogramma 11 ...... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ..... Omschakelen tussen de wegenkaartschermen 12 ..... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ... In/uitschakelen van het display 13 .. ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... .....
.......... .......... ..... ..... Instellen van de taal 14 .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ...... Backup maken Zoeken van een punt op de kaart 15 .... Zoeken van de bestemming via de bestemming-categorielijst 18 .... Zoeken van de bestemming via het invoeren van het adres (plaats- en straatnaam) (snelzoekfunctie) 21 . ... Zoeken van een toeristenpunt via de categorielijst (geavanceerde zoekfunctie) 23 .. ..... Zoeken van een toeristenpunt via het invoeren van het adres 25 ... Verschuiven van de wegenkaart voor het opzoeken van een bepaald punt 26 .. ... Zoeken van de bestemming door het invoeren van de breedte- en lengtegraad 27 ....... ..... .. Oproepen van thuisadres/ vertrekpunt/tussenpunt/vorige bestemming 28 ... Oproepen van een geheugenpunt 29 ..... Zoeken van belangrijke punten in uw omgeving 30 ... Automatische grenspunt-instelling 33 .. . Handmatige zoeken van de route naar een grenspunt Vastleggen van punten in het geheugen 35 ......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... . Registreren van uw huisadres 36 ......... .......... ..... ..... .......... .......... Registreren van andere punten in het geheugen Bewerking van geheugenpunten 37 ..... ..... .......... ..... Bewerken van uw geheugenpunten - nummer/symbool/naam/ telefoonnummer/positie/speciale informatie Uitstippelen vanlegd en op het scherm worden aangegeven. Wanneer deze afstand wordt overschreden, wordt het eerste gedeelte van de afgelegde weg gewist. Afgelegde weg Route Wanneer u een bepaalde bestemming invoert, krijgt u door het autonavigatiesysteem een route aangeboden die in blauw op de wegenkaart wordt afgebeeld. Route 8 Kenmerken · Automatisch uitstippelen van de route Na het invoeren van de bestemming stippelt het autonavigatiesysteem automatisch de route naar de bestemming voor u uit. U kunt bovendien aangeven of u een route wilt hebben die gebruikt maakt van de autosnelweg of van normale wegen. · Rechtstreekse ingave van de straatnaam Om de route naar een bepaalde straat te zoeken, hoeft u enkel de naam van de straat in te voeren (de plaatsnaam hoeft niet ingevoerd te worden). Voorwoord · Gesproken instructies terwijl u rijdt Tijdens het rijden wordt u via gesproken instructies geïnformeerd betreffende de afstand tot de volgende koersverandering, in welke richting u moet afslaan, enz. Met behulp van de VOICE toets kunt u de spraakgids op ieder gewenst moment oproepen. · Wijzigen van de volgorde van de tussenpunten overeenkomstig uw reisschema Het autonavigatiesysteem kan automatisch de
volgorde van de tussenpunten wijzigen zodat deze gerangschikt worden op basis van de afstand tot de huidige voertuig-positie. Indien gewenst, kunt u ook handmatig de volgorde van de tussenpunten wijzigen. · Zoeken van een alternatieve route Deze functie bestaat uit twee delen: 1. U geeft de opdracht om een alternatieve route te zoeken wanneer er bijvoorbeeld een file optreedt. 2. U bepaalt zelf hoe veel langer de alternatieve route mag zijn (1 tot 5 km of 0,6 tot 3 mijls). · Automatische zoomfunctie voor kruisingen Wanneer u een kruising of rotonde nadert, wordt automatisch ingezoomd zodat u een duidelijker beeld heeft. Dit betekent dat u de zoomtoets in dit geval niet hoeft in te drukken. · Gids voor links of rechts afslaan Wanneer u een punt nadert (ongeveer 300 meter ervoor of 1000 feet) waar u moet afslaan, wordt u via gesproken instructies en op de wegenkaart geïnformeerd in welke richting u moet afslaan. · Automatische of handbediende instelling van het grenspunt bij gebruik van meerdere wegenkaart CD-ROMs Wanneer u naar een bestemming buiten de geplaatste wegenkaart CD-ROM gaat, kunt u de rand (grens) van de aanwezige wegenkaart automatisch of handmatig selecteren als een tussenpunt of als de bestemming, om gemakkelijker uw route op de andere wegenkaart CD-ROM te kunnen vervolgen. · Ingebouwde gyroscoop en snelheidssensor De gyroscoop kan de richting waarnemen waarin het voertuig beweegt en de snelheidssensor kan de afstand bepalen die het voertuig heeft afgelegd, zodat ook op plaatsen waar geen GPS signalen ontvangen kunnen worden (tussen hoge gebouwen, in tunnels enz.) het autonavigatiesysteem de positie van het voertuig weet. · Informatie-display voor voorzieningen op de autosnelweg Wanneer u op de autosnelweg bent, toont het autonavigatiesysteem automatisch de voorzieningen die in de buurt aanwezig zijn zoals benzinestations, restaurants, parkeerplaatsen enz.
Uw gebruiksaanwijzing. ALPINE NVE-N055 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1080172
· Autosnelweg-informatie Wanneer u over de autosnelweg rijdt, is er een display (met een pijl) dat u de afstand toont tot het eerstvolgende benzinestation/ restaurant/parkeerplaats/knooppunt (op/afrit). · Rechtstreekse ingave van het toeristenpunt, etc. waar u naar toe wilt gaan U hoeft enkel de naam van het toeristenpunt in te voeren (de plaatsnaam is niet nodig) om snel de route naar het betreffende punt uit te stippelen. 9 Alvorens het autonavigatiesysteem in gebruik te nemen Alvorens het autonavigatiesysteem in gebruik te nemen Installeren van het systeemprogramma Als u voorheen een andere wegenkaartversie heeft gebruikt, zal het systeemprogramma automatisch herschreven worden om deze SMART MAP PRO disk te kunnen lezen. 1 Neem de andere wegenkaartversie uit het CD-ROM station en plaats vervolgens deze SMART MAP PRO disk. (Zie de gebruiksaanwijzing van het autonavigatiesysteem-apparaat voor het plaatsen en uitnemen van de disk.) Op het scherm verschijnt eerst de melding "CD-ROM plaatsen" (Set Original CDROM) en daarna de melding "Programma wordt van de CD geladen". Vervolgens wordt het systeemprogramma automatisch herschreven. 2 Het beginscherm verschijnt. Zie "Alvorens het autonavigatiesysteem in gebruik te nemen" op blz. 12 voor de hiernavolgende procedure. Opmerking: Als u een andere wegenkaartversie plaatst nadat het systeemprogramma is herschreven, verschijnt het selectiemenu op het scherm. Kies de gewenste menu-optie met de joystick en druk dan op de ENTER toets van de afstandsbediening. Het beginscherm zal dan verschijnen. 10 Omschakelen tussen de wegenkaartschermen Nadat de route is ingesteld en de reis begonnen is, verschaft het autonavigatiesysteem de bestuurder de vereiste route-informatie via gesproken instructies en afbeeldingen op het monitorscherm. Indien gewenst, kunt u handmatig tussen de diverse schermen omschakelen. toets om het detailHet basis-rijinstructiescherm verschijnt automatisch wanneer de reis begint. Druk op de toets om weer terug te keren naar het basiswegenkaartscherm op te roepen. Druk nogmaals op de rijinstructiescherm. Nummer van autosnelwegafslag Afstand tot de volgende instructie Richting en afstand tot de bestemming Verwachte aankomsttijd en vereiste reistijd Basisrijinstructiescherm Richting voor tweede afslag Richting voor volgende afslag Huidige voertuigpositie Basis-rijinstructiescherm op de autosnelweg Autosnelwegknooppunt (op/afrit) Parkeerplaats Alvorens het autonavigatiesysteem in gebruik te nemen Huidige tijd Kompas-aanduiding Toont de kompasrichting voor de huidige wegenkaart. N : Noorden : Noorden boven : Rij-richting wijst naar boven Afstand en richting tot de bestemming Detailwegenkaartscherm Schaal De afstand tussen 100 m de pijlen is 100 1 meter ( 16 mijl). toets drukt terwijl Als u op de het kruising-inzoomscherm getoond wordt, kunt u omschakelen tussen het kruisinginzoomscherm en het detailwegenkaartscherm. Wanneer u een kruising nadert, verschijnt het inzoomscherm van de kruising. Dit scherm biedt informatie in aanvulling op de gesproken instructies. (Soms verschijnt het inzoomscherm ook wanneer u recht door rijdt en niet hoeft af te slaan.) Kruisinginzoomscherm · Normale weg: Naam van de eerstvolgende weg of straat · Autosnelweg: Naam van het eerstvolgende knooppunt (op/afrit) · Naam van de straat waar u nu bent Dit symbool verschijnt wanneer u de bestemming nadert. Aankomstscherm 11 Alvorens het autonavigatiesysteem in gebruik te nemen In/uitschakelen van het display Het beginscherm van het autonavigatiesysteem zal automatisch verschijnen als u de contactsleutel naar ACC of ON draait terwijl de monitor in de autonavigatiesysteem-weergavestand of de extern-signaal weergavestand staat. Zie blz. 66 van de gebruiksaanwijzing voor de autonavigatiesysteemapparatuur voor het gebruik van de afstandsbediening. 1-1 1-2 Nadat het beginscherm is getoond, verschijnt een scherm met de titel "Belangrijke informatie!". U dient de informatie op dit scherm zorgvuldig te lezen. Als de taal nog niet is ingesteld, verschijnt het taal-selectiemenu. Kies met de joystick de gewenste taal zodat deze oplicht en druk dan op de ENTER toets. (Zie voor nadere bijzonderheden de paragraaf "Instellen van de taal". ) ENTER In het taal-selectiemenu kunt u de Nederlandse taal niet selecteren. U dient "ITALIANO" te kiezen en dan op de ENTER toets te drukken. Op het scherm zal de Engelse wegenkaart verschijnen. Stel vervolgens "NEDERLANDS" in zoals beschreven in de paragraaf "Instellen van de taal" op blz. 13. 2 Druk op de ENTER toets nadat u de belangrijke informatie gelezen heeft. De wegenkaart verschijnt op het scherm. ENTER 3 Als u op de OFF toets drukt terwijl de wegenkaart wordt getoond, wordt de monitor uitgeschakeld. Als u op de ON toets drukt, verschijnt het beginscherm. OFF Tips 12 a Als er geen disk aanwezig is, verschijnt de melding "Plaats een Wegenkaart CDROM. " Zie de paragrafen "Plaatsen van een disk" en "Uitnemen van een disk" in de gebruiksaanwijzing van het autonavigatiesysteem-apparaat voor nadere bijzonderheden. a Als de disk niet gelezen kan worden, verschijnt de melding "CD-ROM kan niet gelezen worden. Controleer de CD-ROM." Plaats in dit geval de juiste disk. a Als u de monitor voor langere tijd aan laat staan terwijl de motor niet draait, kan de accu van het voertuig uitgeput raken. Instellen van de taal 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Instell." in het hoofdmenu. Het submenu zal automatisch verschijnen. Kies de optie "TAAL" in het submenu en druk op de ENTER toets. Alvorens het autonavigatiesysteem in gebruik te nemen ENTER 2 Er verschijnt een submenu op het scherm. Kies de gewenste taal en druk op de ENTER toets. ENTER Opmerking: Als u Engels als de taal instelt, kunt u kiezen voor afstandsindicatie in M (mijl) of km (kilometer). Bij de andere talen is alleen afstandsindicatie in kilometer beschikbaar. 3 De melding "Belangrijke informatie!" verschijnt. Druk op de ENTER toets nadat u deze informatie gelezen heeft. De wegenkaart verschijnt op het scherm. ENTER 13 Alvorens het autonavigatiesysteem Zoeken van een punt op de kaart in gebruik te nemen Backup maken De gemaakte instellingen (bijv. voor de geheugenpunten) worden automatisch in het geheugen bewaard wanneer het contact wordt afgezet. Mocht u de accu van het voertuig loskoppelen, dan dient u eerst handmatig een backup te maken van alle instellingen alvorens u de accu losmaakt, om te voorkomen dat de gegevens verloren gaan. 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Instell." in het hoofdmenu. Kies dan "BACKUP" en druk op de ENTER toets. 2 De vraag "Systeem gegevens bewaren" verschijnt.
Uw gebruiksaanwijzing. ALPINE NVE-N055 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1080172
Als uw antwoord ja is, kiest u "Ja" en drukt dan op de ENTER toets. 3 Het beeld op de monitor wordt donkerder en het autonavigatiesysteem begint met het maken van een backup van alle geheugen-gegevens. U ziet het beginscherm en daarna het "Belangrijke informatie!" scherm. Druk op de ENTER toets nadat u de informatie gelezen heeft. De wegenkaart verschijnt op het scherm. 4 14 Zoeken van een punt op de kaart Zoeken van de bestemming via de bestemming-categorielijst (snelzoekfunctie) Als u de categorie weet waartoe uw bestemming behoort, kunt u de bestemming opzoeken door de betreffende categorie te selecteren uit de categorielijst. Stel dat u bijvoorbeeld het Holiday Inn hotel wilt zoeken. 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Best." (Bestemming) in het hoofdmenu. Het "Invoer bestemming via categorie" menu zal dan verschijnen. ENTER 2 Kies "CATEGORIE" en druk op de ENTER toets om de categorielijst op te roepen. Zoeken van een punt op de kaart ENTER 3 De categorielijst verschijnt op het scherm. Kies de gewenste categorie (in ons voorbeeld "HOTEL") en druk dan op de ENTER toets. ENTER Opmerking: Kies de "ALLE CATEGORIEËN" optie als u de naam van de bestemming weet maar niet de categorie waartoe deze behoort. De letterset (letters van het alfabet) verschijnt dan en u kunt de naam van de bestemming invoeren op dezelfde wijze als de plaatsnaam (zie stap 4 t/m 6). Ga door naar stap 7 wanneer u klaar bent. 15 Zoeken van een punt op de kaart 4 Het plaatsnaam-selectiemenu verschijnt. U heeft vier opties in dit menu. Kies de gewenste menu-optie en druk dan op de ENTER toets. · Als u "PLAATSNAAM INVOEREN" kiest, ga dan door naar stap 5. · Als u "DICHTSTBIJZIJNDE 5 PLAATSEN" kiest, verschijnen de namen van vijf dichtbijgelegen steden op het scherm. Kies de gewenste plaatsnaam en druk op de ENTER toets. Ga vervolgens door naar stap 7. · Als de gewenste plaatsnaam reeds getoond wordt, selecteert u deze en drukt dan op de ENTER toets. Ga vervolgens door naar stap 7. · Als u "OPZOEKEN VIA ALLE STEDEN" kiest, verschijnt de letterset. Ga door naar stap 7. Dit is de plaatsnaam van de laatst X uitgevoerde zoekopdracht. ENTER 5 De letterset (letters van het alfabet) verschijnt op het scherm. Kies met de joystick de eerste letter van de plaatsnaam en druk dan op de ENTER toets. De gekozen letter verschijnt op de eerste positie in het tekstvenster. De ingevoerde letters verschijnen achter elkaar in het tekstvenster. Plaatsnaam LIST Toont een lijst van namen die overeenkomen met de ingevoerde letters. WIS (wistoets) Wissen van de vorige letter. TTW (totaalwistoets) Wissen van alle letters in het tekstvenster. Tekstvenster Hier verschijnen de ingevoerde letters. Letterset Dit zijn de letters die gekozen kunnen worden. Tips 16 a Nadat de eerste letter is ingevoerd, verdwijnen de letters die geen betekenis meer hebben uit de letterset (d.w. z. de letters die niet meer gebruikt kunnen worden voor het invoeren van de naam verdwijnen). a U kunt ook een bepaalde plaats zoeken door slechts de eerste letter(s) van de naam in te voeren. a Wilt u de lijst van mogelijke namen zien, kies dan "LIST" en druk vervolgens op de ENTER toets. Ga dan door naar stap 7. 6 7 8 Herhaal bovenstaande stap 5 totdat u alle letters heeft ingevoerd. Voer de naam van de bestemming in zoals beschreven in stap 5 en 6. Nadat u alle letters heeft ingevoerd, drukt u op "LIST" bovenaan de letterset en vervolgens op de ENTER toets. ENTER Tips Als er geen plaatsnaam is die met de ingevoerde letters overeenkomt, verschijnen de plaatsnamen met een soortgelijke spelling. Zoeken van een punt op de kaart 9 De lijst met namen van mogelijke bestemmingen verschijnt. Kies de gewenste naam en druk op de ENTER toets. 10 Het autonavigatiesystemen begint met het uitstippelen van de route naar de bestemming. Tijdens het zoeken van de route worden de details van de plaats van bestemming en de vordering van het zoekproces op het scherm aangegeven. Zodra de route gevonden is, verschijnt automatisch de wegenkaart met de huidige voertuig-positie op het scherm. 17 Zoeken van een punt op de kaart Zoeken van de bestemming via het invoeren van het adres (plaats- en straatnaam) (snelzoekfunctie) Als u het adres van de bestemming weet, kunt u de bestemming op de kaart vinden door het adres (plaats- en straatnaam) in te voeren. In het onderstaande voorbeeld wordt beschreven hoe u de bestemming vindt via het invoeren van de plaats- en straatnaam. 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Best." (Bestemming) in het hoofdmenu en druk op de ENTER toets. ENTER 2 Kies "ADRES" in het submenu en druk op de ENTER toets. ENTER 3 Het "Ingave van bestemming via adres" menu zal dan verschijnen. U heeft vier opties in dit menu. Kies de optie "PLAATSNAAM INVOEREN" en druk dan op de ENTER toets om de bestemming te zoeken via het invoeren van de plaats- en straatnaam. · Als u "OPZOEKEN VIA ALLE STEDEN" kiest, ga dan door naar stap 6. · Als u "DICHTSTBIJZIJNDE 5 PLAATSEN" kiest, verschijnen de namen van vijf dichtbijgelegen steden op het scherm. Kies de gewenste plaatsnaam en druk op de ENTER toets. Ga vervolgens door naar stap 6. · Als de gewenste plaatsnaam reeds getoond wordt, selecteert u deze en drukt dan op de ENTER toets. Ga vervolgens door naar stap 6. ENTER 18 4 De letterset (letters van het alfabet) verschijnt op het scherm. Kies met de joystick de eerste letter van de plaatsnaam en druk dan op de ENTER toets. De gekozen letter verschijnt op de eerste positie in het tekstvenster. ENTER Plaatsnaam De ingevoerde letters verschijnen achter elkaar in het tekstvenster. Zoeken van een punt op de kaart Tekstvenster Hier verschijnen de ingevoerde letters. LIST Toont een lijst van namen die overeenkomen met de gekozen letters. WIS (wistoets) Wissen van de vorige letter. TTW (totaalwistoets) Wissen van alle letters in het tekstvenster. Letterset Dit zijn de letters die gekozen kunnen worden. Tips a Nadat de eerste letter is ingevoerd, verdwijnen de letters die geen betekenis meer hebben uit de letterset (d.w.z. de letters die niet meer gebruikt kunnen worden voor het invoeren van de naam verdwijnen). a U kunt ook een bepaalde plaats zoeken door slechts de eerste letter(s) van de naam in te voeren. a Wilt u de lijst van mogelijke namen zien, kies dan "LIST" en druk vervolgens op de ENTER toets. 5 Herhaal bovenstaande stap 4 totdat u alle letters van de plaatsnaam heeft ingevoerd. 19 Zoeken van een punt op de kaart 6 Voer de naam van de straat in zoals beschreven in stap 4 en 5. Opmerking: Als de naam erg lang is, voert u een gedeelte van de naam in (bijv. voor "Godfried Bomansstraat" typt u "Bomansstraat").
Uw gebruiksaanwijzing. ALPINE NVE-N055 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1080172
Op het scherm zullen dan de straatnamen verschijnen die overeenkomen met de ingevoerde letters. 7 Nadat u alle letters van de straat heeft ingevoerd, drukt u op "LIST" bovenaan de letterset en vervolgens op de ENTER toets. ENTER Tips Als er geen plaatsnaam is die met de ingevoerde letters overeenkomt, verschijnen de plaatsnamen met een soortgelijke spelling. 8 De lijst met straatnamen verschijnt op het scherm. Kies de gewenste straatnaam en druk dan op de ENTER toets. Opmerking: Als u de "OPZOEKEN VIA ALLE STEDEN" optie gekozen heeft en de ingevoerde straatnaam wordt in meerdere steden gevonden, ziet u de lijst met steden waarin de straatnaam is gevonden op het scherm. Kies de gewenste stad en druk op de ENTER toets. ENTER Het scherm met de gedetailleerde informatie verschijnt. Als de informatie juist is, kiest u "ROUTEBEREKENING" en drukt dan op de ENTER toets. Als u "AANGRENZENDE STAAT" kiest, verschijnt de tweede lijst met straatnamen. Kies de gewenste straatnaam en druk op de ENTER toets. 9 20 Het autonavigatiesysteem begint met het uitstippelen van de route. Zodra de route gevonden is, verschijnt automatisch het scherm met de huidige voertuig-positie. Zoeken van een toeristenpunt via de categorielijst (geavanceerde zoekfunctie) Als u de categorie weet waartoe het toeristenpunt (T.P.) behoort, kunt u het punt opzoeken en op het scherm tonen door de betreffende categorie te selecteren uit de categorielijst. Stel dat u bijvoorbeeld het Holiday Inn hotel wilt zoeken. 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Zoeken" in het hoofdmenu. Het "Opzoeken via categorie" menu zal dan verschijnen. ENTER 2 Kies "CATEGORIE" en druk op de ENTER toets om de categorielijst op te roepen. Zoeken van een punt op de kaart ENTER 3 Om het gewenste punt te zoeken, volgt u stap 3 t/m 9 van het hoofdstuk "Zoeken van de bestemming via de bestemmingcategorielijst (snelzoekfunctie)" (blz. 15 t/m 17). ENTER 21 Zoeken van een punt op de kaart 4 De details van het toeristenpunt worden op het scherm getoond. Als deze correct zijn, kiest u "KAAT WEERGAVE" en drukt dan op de ENTER toets. ENTER 5 Het "Lokatie invoer op kaart mogelijk." menu verschijnt. U ziet tevens de wegenkaart met het gezochte punt op het scherm. Kies de gewenste menuoptie om het punt in te stellen als bestemmingspunt, tussenpunt, enz. ENTER 22 Zoeken van een toeristenpunt via het invoeren van het adres Als u het adres van het toeristenpunt (T.P.) weet, kunt u het punt op de kaart vinden door het adres in te voeren. In het onderstaande voorbeeld wordt beschreven hoe u London Bridge kunt vinden. 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Zoeken" in het hoofdmenu. Het "Opzoeken via adres" menu zal dan verschijnen. ENTER 2 Kies "ADRES" en druk op de ENTER toets. De letterset verschijnt op het scherm. Zoeken van een punt op de kaart ENTER 3 Voer het adres in door stap 3 t/m 8 van het hoofdstuk "Zoeken van de bestemming via het invoeren van het adres (plaats- en straatnaam) (snelzoekfunctie)" te volgen (blz. 18 t/m 20). ENTER 23 Zoeken van een punt op de kaart 4 De details van het toeristenpunt worden op het scherm getoond. Als deze correct zijn, kiest u "KAART WEERGAVE" en drukt dan op de ENTER toets. ENTER Als u "AANGRENZENDE STAAT" kiest, verschijnt de tweede lijst met straatnamen. Kies de gewenste straatnaam en druk op de ENTER toets. 5 Het "Lokatie invoer op kaart mogelijk." menu verschijnt. U ziet tevens de wegenkaart met het gezochte punt op het scherm. Kies de gewenste menuoptie om het punt in te stellen als bestemmingspunt, tussenpunt, enz. ENTER 24 Verschuiven van de wegenkaart voor het opzoeken van een bepaald punt U kunt de wegenkaart met de joystick in acht verschillende richtingen schuiven. Om een bepaald punt te vinden, kijkt u eerst op een wegenkaart waarop een groot gebied wordt afgebeeld en zoekt daarop de plaats waar het punt zich ongeveer bevindt. Vervolgens zoomt u in om een meer gedetailleerde kaart te verkrijgen. Wanneer het punten-menu verschijnt, kunt u uw route door middel van een druk op de toets opzoeken. (Zie blz. 42.) 1 Duw de joystick van de afstandsbediening in een van de acht richtingen terwijl de wegenkaart op het scherm wordt weergegeven. ENTER Zoeken van een punt op de kaart 2 De wegenkaart schuift in de richting waarin de joystick wordt geduwd. Er zijn twee snelheden voor de verschuiving van de wegenkaart, afhankelijk van hoe lang tegen de joystick wordt gedrukt. · Om de route te zoeken, verschuift u de kaart totdat het bestemmingspunt onder het dradenkruis ligt en vervolgens drukt u op de ENTER toets. (Zie blz. 42.) (Joystick wordt naar rechts gedrukt) 3 Druk op de POS. toets om terug keren naar het scherm met de huidige voertuig-positie. De wegenkaart kan niet verschoven worden wanneer een menuscherm getoond wordt. In dat geval dient u eerst op de POS. toets te drukken zodat het wegenkaartscherm verschijnt en daarna kunt u de kaart verschuiven. Tips 25 Zoeken van een punt op de kaart Zoeken van de bestemming door het invoeren van de breedte- en lengtegraad Als u de breedte- en lengtegraad van de bestemming weet, kunt u de bestemming opzoeken door deze getallen in te voeren. 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Zoeken" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "COÖRDINATEN" in het submenu en druk dan op de ENTER toets. ENTER 2 Het breedte/lengtegraad-invoerscherm verschijnt. Gebruik de joystick voor het kiezen van de cijfers en druk vervolgens op de ENTER toets. Zorg dat u alle cijfers invoert. ENTER Naar vorige of volgende kolom 3 Kies "EINDE" wanneer u klaar bent met het invoeren van de cijfers en druk dan op de ENTER toets. De positie die correspondeert met de ingevoerde breedteen lengtegraad verschijnt onder het dradenkruis en u ziet tevens het punten-menu op het scherm. · Zie blz. 42 voor nadere bijzonderheden betreffende het uitstippelen van de route. @@Wanneer slechts eenmaal op de toets gedrukt wordt, zal het punten-menu niet verschijnen. 26 4 Druk op de POS. toets om terug keren naar het scherm met de huidige voertuig-positie. Oproepen van thuisadres/vertrekpunt/ tussenpunt/vorige bestemming Als u uw huisadres/vertrekpunt/tussenpunt/vorige bestemming in het geheugen geregistreerd heeft, kunt u dit punt via een eenvoudige bediening oproepen. Zie blz. 35 voor nadere bijzonderheden betreffende het registeren van een van deze punten. Onder het vertrekpunt wordt de huidige positie van het voertuig op de route verstaan. 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Zoeken" in het hoofdmenu en selecteer dan het punt dat u wilt zien: THUIS, VERTREKPUNT, TUSSENPUNT of VORIGE BESTEM.
Uw gebruiksaanwijzing. ALPINE NVE-N055 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1080172
Druk vervolgens op de ENTER toets. Wanneer "Thuis" gekozen wordt Zoeken van een punt op de kaart ENTER 2 Het gekozen punt verschijnt onder het dradenkruis op de wegenkaart. Bij het oproepen van uw huisadres verschijnt tevens het punten-menu. · Zie blz. 42 voor nadere bijzonderheden betreffende het uitstippelen van de route. @@Wanneer slechts eenmaal op de toets gedrukt wordt, zal het puntenmenu niet verschijnen. 3 Druk op de POS. toets om terug keren naar het scherm met de huidige voertuig-positie. 27 Zoeken van een punt op de kaart Oproepen van een geheugenpunt Als er een geheugenpunt geregistreerd is, kunt u dit punt via een eenvoudige bediening oproepen. Zie blz. 35 voor nadere bijzonderheden betreffende het registeren van een geheugenpunt. 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Zoeken" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "GEHEUGEN PUNT" in het submenu en druk dan op de ENTER toets. ENTER 2 Het scherm met de geregistreerde geheugenpunten verschijnt. Kies het gewenste geheugenpunt en druk dan op de ENTER toets. ENTER 3 Het gekozen geheugenpunt verschijnt onder het dradenkruis op de wegenkaart en tevens ziet u het punten-menu op het scherm. · Zie blz. 42 voor nadere bijzonderheden betreffende het uitstippelen van de route. @@Wanneer slechts eenmaal op de toets gedrukt wordt, zal het punten-menu niet verschijnen. 4 28 Druk op de POS. toets om terug keren naar het scherm met de huidige voertuig-positie. Zoeken van belangrijke punten in uw omgeving Het autonavigatiesysteem kan zes belangrijke punten in een straal van 10 km (6 mijls) rondom het dradenkruis aangeven zoals ziekenhuizen, parkeergarages, benzinestations, restaurants, spoorwegstations, vliegvelden, hotels, toeristeninformatiebureau's en veerboten. U kunt deze punten vervolgens als uw bestemming ingeven. 1 Roep bij gebruik van een van de zoekfuncties het PUNT INSTELLEN menu op of druk op de LO.PT. toets van de afstandsbediening (RUE-4113). Kies vervolgens "LOKALE PUNTEN" en druk dan op de ENTER toets. ENTER Zoeken van een punt op de kaart 2 De lijst met locale punten verschijnt. Kies het gewenste punt en druk dan op de ENTER toets. ENTER 3 Het gekozen punt verschijnt onder het dradenkruis op de wegenkaart en tevens ziet u het puntenmenu op het scherm. · Zie blz. 42 voor nadere bijzonderheden betreffende het uitstippelen van de route. @@@@@@@@(Zie blz. @@Kies de optie "Route" in het hoofdmenu. @@@@@@@@33. @@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@(Als de CD-ROM voor het gebied waarin u nu bent, d.w.z. @@@@De instructies starten wanneer u begint te rijden. 32 Handmatige zoeken van de route naar een grenspunt U kunt het autonavigatiesysteem ook de route naar een grenspunt laten uitstippelen dat op de weg ligt naar het land waar u naar toe gaat. 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Zoeken" in het hoofdmenu. Het submenu verschijnt. ENTER 2 Kies "GRENS" in het submenu en druk op de ENTER toets. ENTER Zoeken van een punt op de kaart 3 4 Het landen-menu verschijnt. Kies de naam van het land voorbij het grenspunt (d.w.z. het land waar u naar toe gaat) en druk dan op de ENTER toets. Er verschijnt een lijst met namen (nummers) van wegen. Kies de gewenste weg uit de lijst en druk dan op de ENTER toets. Het systeem controleert automatisch of de plaats waar u nu bent, d.w. z. de huidige voertuig-positie, wel of niet in het gebied is dat bestreken wordt door de geplaatste CD-ROM. Als de huidige voertuig-positie in het gebied is van de geplaatste CD-ROM: ingesteld 5A Het grenspunt wordt route naarals de wordt bestemmming en de dit punt uitgestippeld, waarna het autonavigatiesysteem u naar dit punt leidt. Wanneer u bij het grenspunt aangekomen bent, plaatst u de CD-ROM van het andere land in het CD-ROM station en stelt dan de eindbestemming in. 33 Zoeken van een punt op de kaart Als de huidige voertuig-positie niet in het gebied is van de geplaatste CD-ROM: (tussenpunt)" submenu 5B Het "WAYPOINT op de ENTER toets en steek verschijnt. Druk de CD-ROM voor het gebied waarin uw eindbestemming is in het CD-ROM station. Kies uw eindbestemming en stel vervolgens het grenspunt in. Het systeem zoekt dan de route vanaf het grenspunt naar de eindbestemming. Steek de CD-ROM voor het gebied waarin u nu bent in het CD-ROM station en kies dan het grenspunt zodat het systeem u naar het grenspunt leidt. Wanneer u bij het grenspunt aangekomen bent, hoeft u enkel de CD-ROMs te verwisselen, waarna het systeem u naar de eindbestemming zal leiden. Opmerking: Als tijdens het invoeren van de bestemming een CD-ROM van een ander gebied in het apparaat aanwezig is, zal de Nederlandse display veranderen in de Engelse display. @@@@@@13. 6 Druk op de POS. toets om terug te keren naar het scherm met de huidige voertuigpositie. 34 Vastleggen van punten in het geheugen Registreren van uw huisadres U dient te beginnen met het registreren van uw huisadres. Wanneer u dit eenmaal gedaan heeft, is het instellen van de bestemming bij terugkeer naar huis bijzonder eenvoudig. Gebruik een zo gedetailleerd mogelijke wegenkaart om een nauwkeurige instelling te kunnen maken. 1 Breng het punt op de kaart dat u wilt registreren als uw huisadres onder het dradenkruis of plaats uw voertuig voor uw eigen huis. Druk vervolgens op de ENTER toets. ENTER 2 Het punten-menu verschijnt. Kies "GEHEUGEN PUNT" en druk op de ENTER toets. ENTER Vastleggen van punten in het geheugen 3 Er verschijnt een bericht waarin gevraagd wordt of u dit punt als u huisadres wilt registreren. Als u dit inderdaad wilt doen, kiest u "JA" en drukt dan op de ENTER toets. Als u "NEE" kiest of als u geen keuze maakt, wordt het punt als een normaal geheugenpunt vastgelegd met het laagste geheugennummer dat vrij is. Deze vraag verschijnt als u nog geen huisadres heeft geregistreerd. Tips 4 De geheugenpuntenlijst verschijnt voor 5 seconden waarmee wordt aangegeven dat de procedure is voltooid. Vervolgens verschijnt de wegenkaart weer op het scherm. Druk op de RETURN toets om terug te keren naar het vorige scherm. 5 Druk op de POS. toets om terug keren naar het scherm met de huidige voertuig-positie. 35 Vastleggen van punten in het geheugen Registreren van andere punten in het geheugen U kunt in totaal 99 punten van de kaart in het geheugen vastleggen, zoals bijvoorbeeld plaatsen waar u vaak voor werk of recreatie naar toe gaat. Gebruik een zo gedetailleerd mogelijke wegenkaart om een nauwkeurige instelling te kunnen maken. 1 Breng het punt op de kaart dat u in het geheugen wilt vastleggen onder het dradenkruis en druk vervolgens op de ENTER toets. ENTER 2 Het punten-menu verschijnt. Kies "GEHEUGEN PUNT" en druk op de ENTER toets. ENTER 3 Nadat de bevestigingsmelding is verschenen, wordt weer de wegenkaart op het scherm getoond.
Uw gebruiksaanwijzing. ALPINE NVE-N055 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1080172
· Het geheugensymbool verschijnt bij het geregistreerde punt. · Het punt wordt geregisteerd met het laagste geheugennummer dat vrij is. 4 De geheugenpuntenlijst verschijnt voor 5 seconden waarmee wordt aangegeven dat de procedure is voltooid. Vervolgens verschijnt de wegenkaart weer op het scherm. · Druk op de RETURN toets om terug te keren naar het vorige scherm. 5 36 Druk op de POS. toets om terug keren naar het scherm met de huidige voertuigpositie. Bewerking van geheugenpunten Bewerken van uw geheugenpunten - nummer/symbool/ naam/telefoonnummer/positie/speciale informatie Indien gewenst, kunt u de geheugenpuntnummers wijzigen of symbolen/namen aan de geheugenpunten toevoegen. 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Instell." in het hoofdmenu, vervolgens de optie "GEH.PUNTEN BEW." in het submenu en druk dan op de ENTER toets. ENTER 2 De geheugenpuntenlijst verschijnt. Kies het geheugenpunt dat u wilt bewerken en druk dan op de ENTER toets. ENTER 3 Het geheugenpunt-bewerkingsscherm verschijnt. Kies het onderdeel dat u wilt wijzigen en druk dan op de ENTER toets. ENTER Bewerking van geheugenpunten Het gekozen geheugenpunt wordt op de kaart aangegeven. De wissenkeuzevraag verschijnt. (Zie onderste afbeelding.) Telefoonnummer Toevoegen van een telefoonnummer aan het geheugenpunt. AZie "Telefoonnummer toevoegen" op blz. 40. Positie Veranderen van de positie van het geheugenpunt. AZie "Positie van geheugenpunt veranderen" op blz. 40. Speciale informatie Toevoegen van speciale informatie zoals wegen die u wilt vermijden, waarschuwingspieptonen enz. AZie "Speciale instellingen" op blz. 41. Nummer Wijzigen van het nummer van het geheugenpunt. AZie "Nummer wijzigen" op blz. 38. Symbool Kiezen van een symbool voor het geheugenpunt. AZie "Symbool toevoegen" op blz. 38. Naam Toevoegen van een naam aan het geheugenpunt. AZie "Benaming" op blz. 39. Kies "Ja" om te wissen. 37 Bewerking van geheugenpunten Nummer wijzigen Symbool toevoegen 4 Kies "Nr." en druk op de ENTER toets. 4 Kies "SYMBOOL" en druk op de ENTER toets. ENTER ENTER 5 Er verschijnt een lijst. Kies het gewenste nummer en druk op de ENTER toets. 5 Er verschijnt een lijst met symbolen. Kies het gewenste symbool en druk op de ENTER toets. ENTER ENTER 6 Het geheugenpuntbewerkingsscherm met het gewijzigde nummer verschijnt. 6 Het geheugenpuntbewerkingsscherm met het gekozen symbool verschijnt. Tips a De symbolen die u instelt worden ook op de wegenkaart getoond. Tijdens het rijden en tijdens het verschuiven van de kaart zijn de symbolen op de kaart niet gekleurd. a U kunt kiezen uit vijf symbolen voor uw huisadres en tien symbolen voor de andere geheugenpunten. 38 Benaming 4 Kies "NAAM" en druk op de ENTER toets. ENTER 5 De letterset verschijnt op het scherm. Kies de gewenste letters en druk telkens na het kiezen van een letter op de ENTER toets. Hier verschijnen de ingevoerde letters. Selecteer deze optie nadat u alle letters ingevoerd heeft. Terug/vooruit Wistoets Wissen van de vorige letter. ENTER Spatie Bewerking van geheugenpunten 6 7 Selecteer EINDE nadat u alle letters ingevoerd heeft en druk daarna op de ENTER toets. Het geheugenpuntbewerkingsscherm met de ingevoerde naam verschijnt. 39 Bewerking van geheugenpunten Telefoonnummer toevoegen Positie van geheugenpunt veranderen 4 Kies "TEL. Nr." en druk op de ENTER toets. 4 Kies "POSITIE" en druk op de ENTER toets. ENTER ENTER 5 De cijferset verschijnt. Kies de gewenste cijfers en druk telkens na het kiezen van een cijfer op de ENTER toets. Nadat 11 cijfers zijn ingevoerd, verschijnt automatisch het geheugenpuntbewerkingsscherm. Wilt u een 9 of 10-cijferig telefoonnummer invoeren, selecteer dan EINDE en druk vervolgens op de ENTER toets na het invoeren van het laatste cijfer. 5 Het dradenkruis staat boven het geheugenpunt waarvan de positie veranderd wordt. Gebruik de joystick om de wegenkaart te verschuiven. ENTER ENTER 6 Druk op de ENTER toets. ENTER 6 Het geheugenpuntbewerkingsscherm met het ingevoerde telefoonnummer verschijnt. Nadat de bevestigingsmelding is verschenen, wordt weer het geheugenpunt-bewerkingsscherm getoond. 40 Speciale instellingen 4 Kies "SPECIAAL" en druk op de ENTER toets. 6 Het scherm voor het invoeren van de instelling verschijnt. Maak de gewenste instelling en druk dan op de ENTER toets. ENTER ENTER 5 De lijst met speciale instellingen verschijnt. Kies het gewenste onderdeel en druk op de ENTER toets. 7 Het geheugenpuntbewerkingsscherm verschijnt. L Instellen van punten die u wilt vermijden (TE VERMIJDEN PUNT) · Gebruik deze optie wanneer u bepaalde punten wilt vermijden bij het uitstippelen van de routes. De routes worden dan zo opgesteld dat de betreffende plaatsen vermeden worden. · U kunt maximaal vijf punten instellen die vermeden moeten worden. (Deze worden aangegeven als X0 t/m X4 in de lijst.) L Instellen van punten waar een pieptoon moet klinken (ALARM PUNT) · Gebruik deze optie wanneer u wilt dat er een pieptoon klinkt wanneer u tijdens het rijden een bepaald punt nadert (bijv. een kruising waar vaak verkeersongelukken optreden). · U kunt maximaal 10 punten instellen (inclusief de rijrichting) waar een pieptoon moet klinken (B0 t/m B9). L Instellen van de rijrichting waarbij de pieptoon moet klinken (ALARM RICHTING) · Zie "Corrigeren van de richting" op blz. 59 voor nadere bijzonderheden betreffende het instellen van de rijrichting. · Het punt waar een pieptoon moet klinken en de rijrichting kunnen gelijktijdig worden vastgelegd. Dit betekent dat u het systeem bijvoorbeeld een pieptoon kunt laten produceren wanneer u langs Utrecht komt, enkel als u op weg bent van Eindhoven naar Amsterdam. · U kunt maximaal 10 pieptoon-punten met rijrichting instellen (B0 t/m B9). L Instellingen laten vervallen (GEEN) · Gebruik deze optie wanneer u de instellingen voor de te vermijden punten/ pieptoonpunten/pieptoon-punten met rijrichting, wilt laten vervallen. 41 Bewerking van geheugenpunten Uitstippelen van de route Uitstippelen van de route Instellen van de bestemming Wanneer u de plaats gevonden heeft waar u naar toe wilt gaan, kunt u het autonavigatiesysteem de route voor u laten uitstippelen. 1 Zoek uw bestemming op de wegenkaart en druk dan op de ENTER toets. Zie blz. 15 34 voor het zoeken van de bestemming op de wegenkaart. ENTER 2 Het punten-menu verschijnt. Kies "BESTEMMING" en druk dan op de ENTER toets. ENTER 3 Wanneer het zoeken van de route begint, verschijnt op het scherm de melding "autosnelweg-voorkeur (of normale-wegen-voorkeur)". Wilt u omschakelen van autosnelweg-voorkeur naar normale-wegen-voorkeur, of omgekeerd, druk dan op de ROUTE toets terwijl deze melding wordt getoond.
Uw gebruiksaanwijzing. ALPINE NVE-N055 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1080172
4 U ziet het routezoekscherm. De route naar uw bestemming wordt automatisch gezocht in de "autosnelweg-voorkeur" of de "normalewegen-voorkeur" stand. De beginmelding bij het zoeken van de route toont welke voorkeur is ingeschakeld. Wilt u deze instelling veranderen, druk dan op de ROUTE toets terwijl deze melding getoond wordt. Bij indrukken van de ROUTE toets wordt beurtelings omgeschakeld tussen de "autosnelwegvoorkeur" of de "normalewegen-voorkeur" stand. Tips 42 5 Wanneer de route gevonden is, verschijnen de vereiste tijd en de afstand naar de bestemming op het scherm. De scherm-inhoud wordt bepaald door de instellingen die gemaakt zijn bij de "GIDS" optie (zie blz. 56). Tips 6 De route wordt op het scherm weergegeven. De visuele en gesproken instructies beginnen zodra u gaat rijden. Nadat u op uw bestemming bent aangekomen, dient u de bestemming te wissen (zie blz. 44). Als u dit niet doet, worden de instructies herhaald wanneer u weer gaat rijden. Bij het wissen van de bestemming komen tevens de tussenpunten te vervallen. Route naar bestemming (blauw) Tips LET OP NEEM TIJDENS HET RIJDEN ALLE PLAATSELIJKE VERKEERSREGELS IN ACHT Zorg dat u bij gebruik van het autonavigatiesysteem alle plaatselijke verkeersregels en bepalingen in acht neemt. 43 Uitstippelen van de route Uitstippelen van de route Instellen van tussenpunten U kunt vijf tussenpunten instellen tussen uw huidige voertuig-positie en uw eindadres. Stel de tussenpunten in nadat het autonavigatiesysteem de route naar uw bestemming heeft uitgestippeld. 1 2 Zoek het gewenste tussenpunt op de wegenkaart en druk dan op de ENTER toets. ENTER Het punten-menu verschijnt. Kies "TUSSENPUNT" en druk dan op de ENTER toets. ENTER · Herhaal stap 1 en 2 voor ieder tussenpunt dat u wilt instellen. · De tussenpunten dienen vanaf de huidige voertuig-positie in oplopende volgorde te worden genummerd (TUSSENPUNT 1, TUSSENPUNT 2, TUSSENPUNT 3 enz.). Maximaal kunnen vijf tussenpunten worden ingesteld. 3 Stel het laatste tussenpunt in en druk dan op de ENTER toets. Druk vervolgens op de POS. toets. Het routezoekscherm verschijnt. POS. 4 Nadat de route gevonden is, wordt uw huidige positie op het scherm aangegeven. De visuele en gesproken instructies beginnen zodra u gaat rijden. a De tussenpunten worden aangegeven door , ... en de bestemming wordt aangegeven door . a Wanneer u de bestemming wist, worden tevens de tussenpunten gewist. a Indien u niet meer naar een bepaald tussenpunt wilt gaan, dient u dit te wissen. Als dit niet gedaan wordt, zal het autonavigatiesysteem u naar dit punt blijven leiden. De hele route is blauw gekleurd. Tussenpunt 1 Waypoint1 Tips Huidige car Present voertuigposition positie Tussenpunt 2 LET OP NEEM TIJDENS HET RIJDEN ALLE PLAATSELIJKE VERKEERSREGELS IN ACHT Zorg dat u bij gebruik van het autonavigatiesysteem alle plaatselijke verkeersregels en bepalingen in acht neemt. Waypoint2 Waypoint3 Tussenpunt 3 Destination Bestemming 44 Weergeven van de volledige route Het autonavigatiesysteem kan de volledige route op het scherm weergeven. 1 Terwijl de route op het scherm wordt weergegeven, drukt u op de ZOOM 6 toets van de afstandsbediening totdat de wegenkaart maximaal is uitgezoomd. 2 Houd de ZOOM 6 toets vervolgens tenminste 2 seconden ingedrukt. De volledige route wordt nu op het scherm weergegeven. 3 Druk op de 5 toets. Bij elke druk op de toets wordt één stapje ingezoomd. 45 Uitstippelen van de route Uitstippelen van de route Zoeken van een alternatieve route Het systeem kan drie verschillende soorten routes zoeken: aanbevolen routes, kortste routes of andere mogelijke routes. Schakel de zoekbewerking in nadat u de route heeft ingesteld. 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Route" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "ALTERN. ROUTE" en druk dan op de ENTER toets. ENTER 2 Er verschijnt een submenu op het scherm. Kies het gewenste menu-onderdeel en druk dan op de ENTER toets. Tips a Met de ROUTE toets kunt u een van de twee routetypen kiezen. a In sommige gevallen, bijv. wanneer de afstand erg kort is, is het mogelijk dat er geen twee routes mogelijk zijn. Meteen nadat u een route heeft uitgestippeld, kunt u de ROUTE toets gebruiken om een alternatieve route te zoeken. 1 Druk meteen nadat u een route heeft uitgestippeld op de ROUTE toets. Het NIEUWE ROUTE menu verschijnt. Als u "OPN.-ZOEKEN" kiest: Het systeem schakelt om tussen zoeken rondom uw voertuig-positie zoeken naar bestemming voorkeur-selectie. Als u "ROUTE 1 /ROUTE 2" kiest: De reeds gevonden routes worden weergegeven. 2 Druk op de POS. toets wanneer u geen keuze maakt. Tips LET OP 46 NEEM TIJDENS HET RIJDEN ALLE PLAATSELIJKE VERKEERSREGELS IN ACHT Zorg dat u bij gebruik van het autonavigatiesysteem alle plaatselijke verkeersregels en bepalingen in acht neemt. Instellen van de route-opties 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Route" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "ROUTE VOORKEUR" en druk dan op de ENTER toets. ENTER 2 Er verschijnt een submenu op het scherm. Gebruik de joystick om de gewenste instelling te kiezen en druk dan op de ENTER toets. ENTER MULTI-CD · AUTO: Automatische grenspuntinstelling. · MANUEEL: Handmatige grenspuntinstelling. · UIT: Kies deze instelling als u slechts één wegenkaart CD-ROM heeft of als u de wegenkaart CD-ROM voor Groot-Brittannië gebruikt. Er zijn drie instellingen voor de voorkeursroute. Kies de gewenste instelling. · KORTSTE: De kortste route. · SNELSTE: De snelste route. · HOOFDWEG: Gebruik van hoofdwegen (geen secundaire wegen). HERBEREK. Automatisch nieuwe route zoeken wanneer het voertuig de oorspronkelijke route verlaat. Kies "Ja" voor autosnelwegvoorkeur of "Nee" voor normalewegen-voorkeur. Uitstippelen van de route Er zijn negen verschillende instellingen mogelijk. Kies de gewenste instelling met de joystick en druk dan op de ENTER toets. Tips Afhankelijk van de gebruikte apparatuur is het mogelijk dat deze functie niet werkt. Raadpleeg uw Alpine dealer voor nadere bijzonderheden. Raadpleeg uw Alpine dealer tevens voor de geluidsapparatuur die gebruikt moet worden. 47 Uitstippelen van de route Controleren van de gevonden route Voordat u vertrekt, verdient het aanbeveling de volledige route op het scherm te laten verschijnen en de route te controleren. 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Route" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "ROUTE WEERGAVE" en druk dan op de ENTER toets. ENTER 2 De wegenkaart wordt zodanig aangepast dat de volledige route op het scherm kan worden weergegeven. Tips Uw huidige positie, de tussenpunten en het bestemmingssymbool worden eveneens getoond.
Uw gebruiksaanwijzing. ALPINE NVE-N055 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1080172
3 Druk op de POS. toets om terug te keren naar het normale wegenkaartscherm. POS. LET OP NEEM TIJDENS HET RIJDEN ALLE PLAATSELIJKE VERKEERSREGELS IN ACHT Zorg dat u bij gebruik van het autonavigatiesysteem alle plaatselijke verkeersregels en bepalingen in acht neemt. 48 Wijzigingen aanbrengen in de route Indient gewenst, kunt u bepaalde gedeelten van de route laten vervallen, de voorkeursinstelling (autosnelweg normale wegen) veranderen of diverse andere route-wijzigingen uitvoeren. 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Route" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "ROUTE BEWERKEN" en druk dan op de ENTER toets. ENTER 2 3 Het route-bewerkingsscherm verschijnt. Tussen twee punten van de route Kies het punt dat u wilt wijzigen (BESTEMMING/TUSSENPUNT 1/ VERTREKPUNT) en druk dan op de ENTER toets. Als bestemming gekozen wordt: De wegenkaart voor het gebied rondom de bestemming verschijnt. De bestemming en de tussenpunten worden gewist als u "JA" kiest in het bevestigingsvenster. 3 Kies het gedeelte van de route dat u wilt wijzigen (0,0 km autosnelweg) en druk dan op de ENTER toets. Als de routeinstelling gewijzigd wordt, zal automatisch een nieuwe route worden uitgestippeld. Voorkeur voor autosnelwegen/ normale wegen Route wordt gewist Toont de voorkeursinstelling voor een bepaald gedeelte van de route Als tussenpunt gekozen wordt: De wegenkaart voor het gebied rondom het tussenpunt verschijnt. Het gekozen tussenpunt wordt gewist als u "JA" kiest in het bevestigingsvenster. U krijgt instructies voor de route via het ingegeven tussenpunt. U krijgt geen instructies voor de route via het ingegeven tussenpunt. Uitstippelen van de route 4 De voertuig-positie wordt op het scherm aangegeven. Als vertrekpunt gekozen wordt: De wegenkaart voor het gebied rondom het vertrekpunt verschijnt. 4 Kies het gewenste onderdeel in het submenu. Het gekozen onderdeel wordt op het scherm weergegeven. 49 Uitstippelen van de route -- Wijzigen van de volgorde van de tussenpunten overeenkomstig uw reisschema U kunt het autonavigatiesysteem automatisch de volgorde van de tussenpunten laten wijzigen zodat deze gerangschikt worden op basis van de afstand tot de huidige voertuig-positie, of u kunt de volgorde van de tussenpunten naar eigen wens handmatig wijzigen. 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Route" in het hoofdmenu en druk dan op de ENTER toets. ENTER 2 Het "Route bewerken" menu verschijnt. Kies "ROUTE BEWERKEN" en druk op de ENTER toets. Het route-bewerkingsmenu verschijnt. ENTER Het autonavigatiesysteem zoekt de kortste route. U ziet de bestemming en de tussenpunten op het scherm. 3 Kies "KORTST" en druk op de ENTER toets. 4 De vraag "Inclusief uw bestemming?" verschijnt. Als uw antwoord ja is, kiest u "Ja" en drukt dan op de ENTER toets. ENTER Als uw antwoord nee is, kiest u "Nee" en drukt dan op de ENTER toets. Ga vervolgens door naar de volgende stap. 50 5 Het reisschema verschijnt op het scherm. Als dit in orde is, kiest u "EINDE" en drukt dan op de ENTER toets. ENTER Wilt u de route wijzigen, kies dan "SORT." en druk op de ENTER toets. Kies vervolgens het punt waar u het eerst naar toe wilt gaan en druk op de ENTER toets. 6 Het autonavigatiesysteem zoekt de nieuwe route en toont het reisschema op het scherm. Als dit in orde is, kiest u "EINDE" en drukt dan op de ENTER toets. Wilt u de route nogmaals wijzigen, herhaal dan voorgaande stap 4 t/m 6. De nieuwe route wordt op de wegenkaart aangegeven. 51 Uitstippelen van de route Uitstippelen van de route Rijsimulatie Om de gevonden route te controleren, kunt u een rijsimulatie uitvoeren door de optie "Info" in het hoofdmenu te kiezen en vervolgens de optie "DEMONSTRATIE". Het symbool voor de huidige voertuigpositie volgt dan de route en u hoort en ziet de instructies die verschaft zullen worden, zoals bijvoorbeeld de instructies bij kruisingen e. d. Indien er een tussenpunt(en) is ingesteld, wordt de rijsimulatie tot aan het tussenpunt uitgevoerd. Als dit niet het geval is, wordt de rijsimulatie tot aan de bestemming uitgevoerd. 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Info" in het hoofdmenu, vervolgens de optie "DEMONSTRATIE" en druk dan op de ENTER toets. ENTER Tips a De bevestigingsmelding verschijnt alleen als er een bestemming is ingesteld. a Tijdens de rijsimulatie kunnen de volgende toetsen gebruikt worden: VOICE, POS., OFF en RETURN. , 2 De rijsimulatie voor het gekozen gebied begint. 52 3 Druk op de RETURN toets om de rijsimulatie te stoppen. U ziet de melding "Demonstratie gestopt" waarna weer de wegenkaart op het scherm verschijnt. RE T U R N Tips Tijdens de rijsimulatie kunnen de volgende toetsen gebruikt worden: , VOICE, POS., OFF en RETURN. * Bij gebruik van de rijsimulatiefunctie worden de gesproken instructies eerst in de ingestelde taal gegeven en daarna in de andere talen, en wel in deze volgorde: Duits Engels Frans Nederlands Opmerking: Nadat de rijsimulatie is afgelopen, dient u de gewenste taal opnieuw in te stellen zoals beschreven op blz. 13. 53 Uitstippelen van de route Het systeem aan uw wensen aanpassen Het systeem aan uw wensen aanpassen Scherm-instellingen 1 Druk op de MENU toets zodat het hoofdmenu verschijnt. Kies de optie "Instell." in het hoofdmenu, vervolgens de optie "DISPLAY" en druk dan op de ENTER toets. U ziet nu het scherm waarop u de gewenste scherm-instellingen kunt maken. ENTER 2 Kies het gewenste menu-onderdeel met de joystick en druk dan op de ENTER toets. ENTER Wegenkaart-weergave NOORDEN BOVEN: De wegenkaart wordt altijd afgebeeld met het noorden boven. RIJ-RICHTING BOVEN: De wegenkaart wordt altijd afgebeeld met de richting waarin u rijdt boven. RIJ-RICHTING BREEDBEELD: Rijrichting boven; richting waarin u rijdt is uitgezoomd. 54 Wegenkaart-kleur DAG: Felle kleuren voor goede afleesbaarheid. NACHT: Donkere kleuren voor minimale schittering. AUTOM. OMSCHAKELEN: Automatisch omschakelen tussen dag/nacht-instelling, afhankelijk van de dimschakelaar van het voertuig. Afgelegde weg AAN: De afgelegde weg wordt in intervallen van 100 meter tot maximaal 50 km op het scherm afgebeeld. Wanneer deze afstand wordt overschreden, wordt het eerste gedeelte van de afgelegde weg gewist. UIT: De afgelegde weg wordt niet aangegeven. WIS: Wissen van de afgelegde weg. Weergeven van speciale punten in uw omgeving (zie de volgende bladzijde voor nadere bijzonderheden) Weergeven van speciale punten in uw omgeving U kunt vijf speciale punten (zoals parkeergarages, restaurants, benzinestations en hotels) in de buurt van de huidige voertuigpositie op het scherm weergeven.
Uw gebruiksaanwijzing. ALPINE NVE-N055 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1080172
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)