Ij~)' 6
MER Zuidplas Noord Aanvulling
.
. .
. .
. .
.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.
.
.
. . . . .
.
.
.
.
.
.
. . . .
.
.
.
.
.
. . . . .
.
.
.
.
.
. . . . .
.
.
. . . .
.
.
. .
.
.
Projectbureau RZG Driehoek Zuidplas 25 mei 2009 definitief
Gateway ta sa/utians
.
~~/' MER Zuidplas Noord Aanvulling
Om praktische redenen zijn wij genoodzaakt een aantal figuren in de bijlage aan te bieden
in plaats van op te nemen in de tekst. Het gaat om de figuren 2, 4, 5, 6 en 7, die herhaaldelijk problemen veroorzaakten in het tekstbestand. Wij hebben dit niet tijdig kunnen oplossen. Wij vragen hiervoor uw begrip.
dossier: 82903.01.001
registratienummer: WN-ZH20090135 versie: 5.0
Projectbureau RZG Driehoek Zuidplas 25 mei 2009 definitief HV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd er'ol opnbargemaakI d.m.v. drukwerk, fotokoie, microfim of op
welke andere wljze oo, zonder
riftelijke toestemming van DHV B.V., noh mag hel zondareen dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waaoor hel
kwaliteitssysteem van DHV BV.ls gecertifIceerd volgens iso 9001.
Is vervrdigd.
vorafgaade
i
I
I
DHVB.V.
INHOUD
BLAD
INLEIDING
2
2 KAARTMATERIAAL
3
3 EFFECTEN VAN DE REGIONALE INFRASTRUCTUUR OP ZUIDPLAS NOORD 3.2 Luchtkwaliteit
6 6 8
3.3 Externe Veiligheid
9
3.1 Geluid
4 BEDRIJVENTERREIN A12 NOORD 4.1 Het MMA 4.2 Het TVA 4.3 Huidige situatie en autonome ontwikkeling milieuhinder
4.4 Effecten op mileuhinder
5 ECOLOGIE
15 15 15 16 16
5.2 Effecten op ecologische verbindingszones
18 18 19
6 COLOFON
26
5.1 Effecten op Natura 2000-gebied
BIJLAGEN: Bijlage 1: Bijlage 2:
Figuren 2, 4, 5, 6, 7 SOVON-gegevens voorkomen smient en kleine zwaan
I
i
I
I i
Projectbureau RZG Driehoek Zuidplas/MER Zuidplas Noord
WN.ZH20090135
25 mei 2009, versie 5.0
-,-
DHVB.V.
1 INLEIDING Op 12 februari 2009 heeft de gemeenteraad van Zevenhuizen-Moerkapelle het ontwerp bestemmingsplan Zuidplas Noord en het MER Zuidplas Noord gepubliceerd. De stukken hebben tot 26 maart ter inzage
gelegen. Het MER is ook naar de Commissie voor de milieueffectrapportage gestuurd met het verzoek het MER te toetsen aan de vastgestelde richtlijnen voor het MER. Lopende het toetsingsproces heeft de Commissie tekortkomingen in het MER geconstateerd en het bevoegd gezag geadviseerd het MER op enkele punten aan te vullen.
Met dit rapport levert de initiatiefnemer de gevraagde aanvullng op het MER. De Commissie zal een plas Noord én de aanvulling op het MER. Het MER Zuidplas Regionale Infrastructuur (inclusief de bijhorende deelrapporten) vormt een achtergronddocument bij het MER Zuidplas Noord.
toetsingsadvies uitbrengen op basis van het MER Zuid
N.B. 1. Zuidplas Noord ligt voor een deel binnen de grenzen van zowel de gemeente ZevenhuizenMoerkapelle als de gemeente Waddinxveen. De gemeente Waddinxveen heeft geen ontwerp bestemmingsplan gepubliceerd en ook het MER Zuidplas Noord niet ter inzage gelegd. In deze aanvullng wordt daarom met name gekeken naar eventuele milieueffecten van het voornemen in het gebied dat in de gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle ligt.
N.B 2. In deze aanvuliing is gebruik gemaakt van informatie uit het ontwerp bestemmingsplan Zuidplas Noord (deel gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle). Deze gegevens kunnen in het definitieve bestemmingsplan anders zijn.
25 mei 2009, versie 5.0
-2 -
Projectbureau RZG Driehoek ZuidplasIER Zuidplas Noord WN-ZH20090135
DHVB.V.
2 KAARTMATERIAAL De Commissie heeft aangegeven dat in het MER kaarten en illustraties ontbreken die een goed beeld geven van zowel de ontwikkelingen in het deelgebied Noord als de totale ontwikkeling in Zuidplaspolder. Hierdoor is het MER moeilijk te doorgronden en niet goed leesbaar. In dit hoofdstuk wordt nader kaartmateriaal gepresenteerd om meer duidelijkheid te scheppen op dit punt. ISVen ISP In de Nota Ruimte is de driehoek Rotterdam-Zoetermeer-GoudaJZuidplaspolder aangewezen als
uitbreidingsruimte van de Zuidvleugel van de Randstad. In de Interregionale Structuurvisie (ISV) driehoek RZG-Zuidplas en het Intergemeenteiijk Structuurplan Zuidplas (ISP) hebben de vijf zuidplasgemeenten de ruimtelijke kaders voor de Zuidplas vastgelegd. Het ISP is een uitwerking van de ISV. In figuur 1 zijn de plangrenzen van de ISV en het ISP weergegeven.
/
.. "Benthuizen I
I
BDSkoOp
.
,
/ A. grens fSV
/
Gebied.kaart grens ISP
Figuur 1 Plangrenzen IS V en ISP
Het ISP gaat over de ontwikkelingen in de Zuidplas tot 2030, waarbij het accent ligt op de periode 20102020. In figuur 2 is weergegeven wat de ontwikkelingen behelzen.
Projectbureau AZG Driehoek Zuidplas/MER Zuidplas Noord
WN-ZH20090135
25 mei 2009, versie 5.0
.3.
DHVB.V.
Deelgebieden De Zuidplas is opgedeeld in een aantal deelgebieden, waaronder Zuidplas Noord. Deze deelgebieden zijn aangegeven in Figuur 3.Het ISP vormt bij het opstellen van gemeentelijke bestemmingsplannen voor deze deelgebieden het uitgangspunt. _----- N
.
.
,.I'
,
¡:
,
i I I
I
,
,
, ,
, , ,
'I I " :i I \,
I: I l' i' .' I ;' ',' I: l ¡, ')1 "0'
.. i;I, I ¡:
Waddini(Veen
-="",~,,!;l
"
.,
.
,
I ,,
Gouda
l ,
..'/;:;;:=:
.
:::-.. ....~&*.
..::.... - -..
Zevenhuizen "
,
,
,
.'
,
; /~"" ...j..... ! t./."",'i
,~.......'"
..'
.... _. I) so 1(0
Figuur 3 Deelgebieden Zuid
25 mei 2009, versie 5.0
.4.
plas
Projectbureau RZG Driehoek ZuidplasiMER Zuidplas Noord
WN-ZH20000135
DHVB.V.
plas Noord In het ISP zijn aanpassingen aan de regionale infrastructuur in de Zuidplas voorzien. Deze regionaie Regionale Infrastructuur in Zuid
infrastructuur is uitgewerkt in het MER Zuidplas Regionale Infrastructuur, waarbij verschillende deelprojecten zijn onderscheiden. Sommige van deze deelprojecten kennen twee varianten. In figuur 4 is weergegeven welke tracés in het MER Regionale Infrastructuur worden onderscheiden: . N219, waarbij
o het zuidelijke deel op de huidige locatie blijft liggen, of o het zuidelijk deel verlegd wordt; . Parallel
structuur A 12: Veiling
route, waarbij
o alleen de Korte Veilingroute wordt aangelegd, of o de weg verder wordt doorgetrokken: Lange Veiling
route;
. Parallelstructuur A 12: Moordrechtboog, waarbij
o de Moordrechtboog een directe halve aansluiting krijgt op de A 12. Daar sluit ook het deel van de parallelstructuur tussen aansluiting Gouda en de Moordrechtboog op aan (deel buiten de Zuidplas) ; o de Moordrechtboog over de A 12 wordt heengeieid en aansluit op de Zuidelijke Randweg
Waddinxveen en op de parallelstructuur vanuit Gouda. De parallelstructuur tussen
aansluiting Gouda en de Moordrechtboog wordt zonder aansluiting op de Moordrechtboog of de A12 verlengd tot aansluiting WaddinxveenlZevenhuizen,
waardoor een gecombineerde aansluiting ZevenhuizenNiaddinxveen/Gouda ontstaat. . Aansluiting Waddinxveen: Westelijke Randweg en Zuidelijke Randweg
De alternatieven die voorzien zijn binnen het plangebied van Zuidplas Noord zijn de Westelijke Randweg,
de Zuidelijke Randweg en de Korte Veilingroute. Ook het deel van de parallelstructuur A 12 tussen de Moordrechtboog en de aansluiting Waddinxveen/Zevenhuizen valt binnen Zuidplas Noord. Deze maakt echter geen onderdeel uit van het MMA, wel van het TVA. Overigens wordt in het bestemmingsplan van de gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle alleen voorzien in de aanleg van de Korte Veilingroute. Voor de andere delen is nog geen ontwerp bestemmingplan gepubliceerd.
Alternatieven In de figuren 5 en 6 zijn het MMA en het TVA weergegeven.
Projectbureau AZG Driehoek Zuidplas/MER Zuidplas Noord
WN-ZH2090t 35
25 mei 2009, versie 5.0 - 5-
DHV B.V.
3 EFFECTEN VAN DE REGIONALE INFRASTRUCTUUR OP ZUIDPLAS NOORD De effecten van de aanleg van verschillende alternatieven voor een regionale infrastructuurnetwerk in de Zuidplas zijn beschreven in het MER Zuidplas Regionale Infrastructuur. Het MER Zuidplas Regionale Infrastructuur gaat onder andere in op de effecten op verkeer en vervoer, geluid, luchtkwaiiteit en externe onderdeel van het MER Zuidplas Noord. In het MER Zuidplas Noord (hoofdstuk 9) is uitgelegd, dat de afweging over de regionale infrastructuur een integrale afweging moet zijn voor het gehele netwerk (totale Zuidplas) en niet over delen daarvan. Bij de beoordeling van de effecten van de inrichtingsalternatieven in het MER Zuidplas Noord zijn dan ook de effecten van specifiek die delen van de regionale infrastructuur die in het plangebied van Zuidplas Noord veiligheid. Dit MER kan gezien worden als integraal
liggen (Korte Veilingroute, Westelijke en Zuidelijke Randweg)) niet betrokken. Dit om niet de indruk te wekken dat het besluit over de Korte Veilingroute en de Westelijke en Zuidelijke Randweg gemaakt kan worden op basis van de effecten van alleen deze wegen, los van de effecten van de rest van het nefwerk. De effecten van de regionale infrastructuur kunnen evenwel gevolgen hebben voor het voornemen in de
deelgebieden. Bijvoorbeeld, gezien de wettelijke normen voor geluidbelasting op woningen kan de geluidbelasting langs regionale wegen beperkingen geven voor het aantal woningen dat in de buurt van deze wegen gebouwd kan worden. Deze koppeling tussen de effecten van de regionale infrastructuur en de haalbaarheid van het voornemen in Zuidplas Noord is in het MER Zuidplas Noord niet gemaakt. In het onderstaande wordt daarom nader ingegaan op eventuele belemmeringen voor het voornemen in Noord door de aanleg van regionale infrastructuur.
3.1 Geluid Wet geluidhinder Voor nieuw te bouwen woningen langs bestaande wegen of voor woningen langs nieuwe wegen wordt in de Wet geluidhinder een voorkeursgrenswaarde op de gevels van de woningen gehanteerd van 48 dB
door geluid van verkeer op de betreffende weg. Wanneer deze waarde wordt overschreden, zal moeten worden nagegaan welke maatregelen kunnen worden getroffen om deze overschrijding terug te brengen, bij voorkeur tot 48 dB. Het is mogelijk hogere geluidbelastingen toe te staan. Deze waarde kan bij nieuwe
woningen maximaal 53 of 63 dB bedragen voor respectievelijk buitenstedelijke en stedelijke wegen. Bij wijziging van een bestaande weg gelden andere regels (zie deelrapport Geluid bij het MER Zuidplas Regionale Infrastructuur), maar ook hiervoor geldt dat 48 dB voor woningen over het algemeen als toelaatbaar wordt gezien.
Geluidbefasting door regionale wegen In figuur 7 zijn geluidcontouren vanaf 48 dB rond de regionale wegen in Zuidplas Noord weergegeven zoals deze zijn berekend in het kader van het MER Zuidplas Regionale Infrastructuur. Weergegeven is
Alternatief 3 (waarbij de Veilingroute niet is doorgetrokken) en het plangebied van het bestemmingplan van de gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle. Omdat het onfwerp bestemmingspian van Waddinxveen niet ter inzage heeft gelegen, wordt op de geluidbelasting in dit gebied niet verder ingegaan.
25 mei 2009, versie 5.0
.6-
Projectbureau RZG Driehoek ZuidplasiMER Zuidplas Noord
WN.ZH20090135
DHVB.V.
Wanneer deze kaart wordt vergeleken met de kaarten van de alternatieven van het MER Noord blijkt op de geplande locatie voor woningbouw in Moerkapelle Zuid de geluidbelasting hoger te zijn dan 48 dB. Ook de
geluidbelasting in de lintzones langs de Bredeweg en de Noordelijke Dwarsweg hebben een te hoge geluidbelasting. N.B. De geluidbelasting op de geplande woningen in Zuidplas Noord is bij andere altematieven van de regionale infrastructuur vergelijkbaar.
Maatregelen Geluidbelastingen hoger dan 48 dB zijn niet zonder meer toegestaan. Om de geluidbelasting op woningen te beperken zijn verschillende maatregelen mogelijk. De gemeente wil daar als volgt mee omgaan.
Voor zover mogelijk worden eerst bronmaatregelen, dan overdrachtsmaatregelen en tenslolle gevelmaatregelen getroffen om het geluid te beperken. . Bronmaatregelen
Bij het berekenen van bovenstaande geiuidcontouren is gerekend met een wegdekverharding van dicht aan te leggen regionale wegen voorzien van stil asfalt. Ten aanzien van de lokale wegen wordt onderzocht of stiller asfalt toepasbaar is en kosteneffectief is. In het bestemmingsplan is vastgelegd dat gestreefd wordt naar het toepassen van stiller asfalt. asfaltbeton op de regionale wegen. Als bronmaatregel worden de nieuw
. Overdrachtsmaatregelen
Met overdrachtsmaatregelen kan de geluidbelasting eveneens worden beperkt. In de Zuidplas worden in principe geen geluidschermen geplaatst vanwege landschappelijke bezwaren (zie Handboek Kwaliteit Zuidplas). Met de invullng van de woningbouwlocaties wordt gebruik gemaakt van een zoveel mogelijk
aaneengesloten afschermende eerste lijnsbebouwing langs wegen. Deze bebouwing schermt de achterliggende bebouwing af. In het bestemmingsplan wordt een ontheffing opgenomen dat deze bebouwing hoger mag worden. . Geve/maatregelen
De gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle heeft gemeentelijk beleid voor hogere geluidswaarden. Hiermee wordt het akoestisch klimaat op de woningen gewaarborgd. Een woning mag maximaal één dove gevel hebben en elke woning waarvoor een hogere waarde wordt vastgesteld dient minimaal één geluidluwe buitenruimte of gevel te hebben. Tenslolle is gesteld dat aan de gevel waar de hoogste geluidbelasting optreedt bij voorkeur geen verblijfsruimte wordt gerealiseerd.
Indien op woningen niet aan de bovenstaande eisen van het gemeentelijk beleid wordt voldaan, dan kan
dat gevolgen hebben voor het aantal te realiseren woningen. De in de MER genoemde aantallen woningen op de locaties betreffen een bovengrens, die afhankelijk van de geluidbelastingen per woning,
bijgesteld kan worden.
Conclusie/samenvalling Op een aantal plaatsen in Zuidplas Noord is woningbouw gepland daar waar de geluidbelasting hoger is
dan 48 dB. Dergelijke hoge geluidbelastingen zijn niet zonder meer toegestaan volgens de Wet
geluidhinder. Om de geluidbelasting op woningen te beperken zal de gemeente bronmaatregelen, overdrachtsmaatregelen en/of gevelmaatregelen treffen. Indien dit niet genoeg zal blijken te zijn om de
Projectbureau RZG Driehoek ZuidplaslMER Zuidplas Noord
WN-ZH2090135
25 mei 2009, versie 5.0
- 7.
DHVB.V.
geiuidbelasting aan de wettelijke normen te laten voldoen, kan dat gevolgen hebben voor het aantal te realiseren woningen.
3.2 Luchtkwaliteit In de Wet luchtkwaliteit zijn grenswaarden vastgelegd voor concentraties in de buitenlucht van zeven stoffen, te weten zwaveldioxide (SO,), stikstofdioxide (NO,), stikstofoxiden (NO,), zwevende deeltjes (fijn stof, afgekort PMio), benzeen (C6H6), koolmonoxide (CO) en lood (Pb). De normen gelden overal in de buitenlucht. De concentraties NO, en PM,o iiggen over het algemeen het dichtst bij de grenswaarden. Voor
NO, is de jaargemiddelde grenswaarde van 40 ~g/m3 het meest kritisch. Ten aanzien van PMio is de grenswaarde voor het 24 uur gemiddelde van 50 ~g/m3 dat maximaal 35 keer per kalenderjaar mag worden overschreden het meest kritisch.
In het MER Regionale Infrastructuur is globaal beoordeeld in hoeverre de aanleg van de regionale infrastructuur bijdraagt aan overschrijding van de normen voor N02 en PM10 door de uitstoot van deze stoffen door het verkeer. Daarbij is rekening gehouden met de ruimtelijke ontwikkeling van de Zuidplas
waarin het ISP voorziet' en het verkeer dat die ontwikkeling genereert. Deze beoordeling was bedoeld om alternatieven voor de regionale infrastructuur tegen elkaar af te wegen en niet als formele toetsing van het voornemen aan de Wet luchtkwaliteit.
Uit de berekeningen bleek, dat in de autonome ontwikkeling 2020 (zonder ontwikkeling van de Zuidplas) sprake zou zijn van een overschrijding van de grenswaarde van NO, langs een klein stukje van de A 12. De ruimtelijke ontwikkeling van de Zuidplas en de aanpassing van de regionale infrastructuur genereert extra verkeer ten opzichte van de autonome situatie zonder ontwikkeling van de Zuidplas. Dit extra verkeer stoot NO, en PM,o uit. Uit het MER bleek nog, dat ook bij ontwikkeling van de Zuidplas een overschrijding van de jaargemiddelde grenswaarde van NO, (40
491m3) langs de A 12 zou optreden. In twee alternatieven
voor de regionale infrastructuur was het overschrijdingsoppervlak groter dan in de autonome ontwikkeling.
Aangezien een initiatief in principe niet mag bijdragen aan het overschrijden van de normen (ongeacht waar de overschrijding optreedt) werd in het MER geconstateerd dat dit een knelpunt kon opleveren bij toetsing van het voornemen aan de normen in de Wet luchtkwaliteit. Indien bij een dergelijke toetsing ook normoverschrijding zou blijken, zou het voornemen geen doorgang kunnen vinden. Inmiddels is ten behoeve van de bestemmingplannen nader onderzoek gedaan naar luchtkwaliteit en is de totale Zuidplasontwikkeling getoetst aan de normen in de Wet luchtkwaliteit (op basis van Alternatief 3 van de regionale infrastructuur). Uit dit aanvullend (gedetaileerder) onderzoek bleek de overschrijding van de norm voor N02 niet meer. Er zijn dus vanuit luchtkwaliteit geen belemmeringen voor de ontwikkeling van
de Zuidplas Noord na Zuidplasontwikkeling overal lager is dan 30 491m3, dus ruim onder de grenswaarde van 40 491m3. De jaargemiddelde concentratie PM,o lag overal in Zuidplas Noord lager dan 28 491m3. Op
basis van die relaties kan worden afgeleid dat pas bij een jaargemiddelde PM,o-concentratie van 32,4 ~g/m3 of hoger de etmaalgemiddelde grenswaarde wordt overschreden.
1 Op globaal niveau, met het Verstedelijkingsscenario 15.000 woningen (zie H 6 van het MER RI) als uitgangspunt.
25 mei 2009, versie 5.0 -8 -
Projectbureau RZG Driehoek Zuidplas/MER Zuidplas Noord
WN-ZH20090135
DHVB.V.
3.3 Externe Veiligheid
Begrippen Externe veiligheid gaat over de risico's van opslag, gebruik, vervoer en productie van gevaarlijke stoffen
voor de omgeving (met name voor woningen en andere zogenaamde kwetsbare objecten). Onderscheid wordt gemaakt in plaatsgebonden risico en groepsrisico.
Het plaatsgebonden risico is het risico op een bepaalde plaats in de buurt van een inrichting of een transportas met vervoer van gevaarlijke stoffen. Dit wordt uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het groepsrisico geeft de cumulatieve kansen per jaar dat tenminste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting of een transportas met vervoer van gevaarlijke stoffen.
De overheid stelt grenzen aan de externe risico's van gevaarlijke stoffen. De grenzen zijn vertaald in normen voor het plaatsgebonden risico. Voor het groepsrlsico bestaat geen wettelijke norm waaraan getoetst wordt. In plaats daarvan wordt getoetst aan de orientatiewaarde van het groepsrisico. Als de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico wordt overschreden of als er een toename van het groepsrisico is, dient het bevoegd gezag te verantwoorden dat hiervoor gewichtige redenen zijn.
Plaatsgebonden risico in Zuidplas Noord door vervoer gevaarlijke stoffen Externe veiligheid in relatie tot weginfrastructuur heeft betrekking op het risico van vervoer van gevaarlijke
stoffen over de weg. Daarom wordt in het onderstaande alleen ingegaan op de gevolgen die de aanpassing van de regionale infrastructuur heeft op het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg en of dit beperkingen met zich meebrengt voor de ontwikkeling van Zuidplas Noord.
Het plaatsgebonden risico is afhankelijk van de omvang van het transport van gevaarlijke stoffen (deze bepaalt de grootte van het risico) en van de ligging van de weg waarover het transport plaats vindt (deze bepaalt de locatie van het risico). De aanpassing van regionale infrastructuur in de Zuidplas kan tot gevolg hebben dat het vervoer van stoffen via andere wegen gaat lopen. Hierdoor verandert mogelijk ook het plaatsgebonden risico langs een bepaalde weg verandert. Voor het transport van gevaarlijke stoffen geldt als grenswaarde in nieuwe situaties (aanpassing van een weg of de bouw van woningen langs een weg), dat de kans dat iemand overlijdt die zich onafgebroken in een zogenaamd kwetsbaar object bevindt (zoals een woning) niet meer mag zijn dan 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt dit als richtwaarde. In het MER Zuidplas Regionale Infrastructuur zijn de alternatieven voor de regionale infrastructuur getoetst
aan deze norm. Conclusie was dat de wettelijke norm voor het plaatsgebonden risico noch langs de rijkswegen, noch langs het regionale wegen wordt overschreden. Er bleek dus geen belemmering voor aanpassing van de infrastructuur in de Zuidplas, noch voor de bouw van nieuwe woningen.
i I
Groepsrisico in Zuidplas Noord door vervoer gevaarlijke stoffen: MER Zuidplas Regionale
Infrastructuur De omvang van het groepsrisico wordt bepaald door de ligging van de weg, de omvang van het transport en de aanwezigheid van groepen mensen, in met name de bestaande en geplande woonbebouwing in de Zuidplas. Over de toekomstige woonbebouwing in de Zuidplas waren siechts de verstedelijkingsscenario's
bekend (zie H6 van het MER). Gezien het globale niveau van de verstedelijkingsscenario's was niet bekend hoeveel personen zich na ontwikkeling van de Zuidplas op welke iocatie zullen bevinden. Voor Projectbureau RZG Driehoek ZuidplaslMER Zuidplas Noord
WN-ZH20090135
25 mei 2009, versie 5.0
- 9.
DHVB.V.
bepaling van de effecten voor het groepsrisico zijn daarom geen kwantitatieve risicoanalyses uitgevoerd, maar is een schatting gemaakt van de toename van het aantal personen binnen het invloedsgebied van de weg.
Conclusie was dat door de woningbouw in de Zuidplas het aantal mensen binnen het invloedsgebied van
de regionale infrastructuur toeneemt, onder andere door de dorpsuitbreiding Moerkapelle, het Bedrijventerrein A 12 Noord en de glastuinbouw in Zuidplas Noord.
Externe veilgheid in Zuidplas Noord door vervoer gevaarlijke stoffen: nader onderzoek Ten behoeve van het bestemmingsplan is door de Milieudienst Midden-Holland nader onderzoek gedaan naar externe veiligheid in de Zuidplas , waaronder het effect van vervoer van gevaarlijke stoffen. . Plaatsgebonden risico Voor de wegen in het plangebied zijn, op grond van het criterium plaatsgebonden risico, geen ruimtelijke beperkingen voor de bestemming van woongebieden of andere gebiedsfuncties waar de realisatie van
kwetsbare objecten mogelijk is. Het basisbeschermingsniveau voor de individuele burger tegen de aanwezige risico's is voldoende op grond van de reeds aanwezige inherente veilgheid.
. Groepsrisico a. het nieuwe groepsrisico, b het bestaande groepsrisico
De bestaande situatie van het groepsrisico is berekend en vergeleken met de verandering van het
groepsrisico door het bestemmingsplan Zuidplas Noord. In figuur 8 zijn zowei de bestaande groepsrisicosituatie als de nieuwe groepsrisicosituatie weergegeven. Een groene kleur geeft aan dat het groepsrisico kleiner is dan 0.1 x de oriëntatiewaarde. Er verandert in dat geval dus niets. De kansen op een zwaar ongeval blijven daarmee voldoende klein om ze acceptabel te achten. De hoogte van een groepsrisico onder dit niveau (0.1 x oriëntatiewaarde) wordt in de praktijk voldoende klein geacht om geen extra veiligheidsmaatregelen te treffen, bovenop de inherente veilgheid van de risicobronnen zelf. Het advies van de Regionale brandweer (of VeilIgheidsregio) voor eventuele extra veiligheidsmaatregelen
dat in dit kader wordt gegeven, kan wel extra veiligheidsmaatregelen betreffen voor de bestrijding en beperking van de gevolgen van een zwaar ongeval of ramp. Hierbij speelt, blijkens de praktijk, de hoogte van het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde ligt geen leidende roL.
Het groepsrisico is bepaald op basis van het globale inzicht dat het bestemmingsplan biedt in de te verwachten dichtheid van personen in de verschillende deelgebieden.
N.B. In het bestemmingplan wijkt de ligging van de korte Veilingroute iets af van de ligging in het MER Zuidplas Regionale Infrastructuur.
25 mei 2009, versie 5.0 -10 -
Projectbureau RZG Driehoek ZuidplasiMER Zuidplas Noord
WN-ZH20090135
DHVB.V.
'"
t fS
=.
l' i ~
~'
_c
~ ;¡
~ Il "' Zuidplas Noord
-'
~
", ~
GR ,.1,0 x OW GR,. 0.1 x OW '"
GR" 0.1 x OW
.
'" ~
~
Figuur 8 Overzicht groepsrisico wegtransport: situatie bestaand en op basis van bestemmingsplannen (situatie toekomstig)
c. aanwezigheid personen in het invloedsgebied De aanwezigheid van de personen in het invloedsgebied is bepaald op basis van het bestemmingsplan. Dit gegeven is dus indicatief van aard. In tabel 1 zijn de aanwezigen binnen het invloedsgebied
aangegeven. Het groepsrisico is berekend op basis van deze cijfers.
Projectbureau AZG Driehoek Zuldplas/MER Zuidplas Noord
WN-ZH2090135
25 mei 2009, versie 5.0
-11-
DHVB.V.
(1~J
n
,
'I:
z.
"E
I.
I'
~
r.
/ ~ ~
I
\ "l
"
~
Figuur 9 Invloedsgebieden weg (blauwe lijn) en spoor (oranje lijn) met gebieden bestemd voor bedrijven, woningbouw en agrarische activiteiten.
i
25 mei 2009, versie 5.0 -12 -
Projectbureau RZG Driehoek ZuidplasiMER Zuidplas Noord
WN.ZH2090135
DHVB.V.
Tabel
1. Overzicht van aanwezigheid personen in plangebied Zuidplas Noord en binnen 200 meter van de
weg Volk_ID Deelgebied
Omschrijving
15 Zuidplas Noord
Glas, bedrijven/woningen
16 Zuidplas Noord
Swanla Spoor
Personen totaal in
Personen in zone 200
plangebied Dag Nacht
m langs de weg Dag Nacht
1869
0
206
0
447
0
0
Glas, bedrijven/woningen
1381
0
310 464
18 Zuidplas Noord
Bedrijventerrein A 12 Noord
0
19 Zuidplas Noord
Vredenburghzone
600 279
Glastuinbouw, 280 ha
3500 300 140 594
0
301
0
Totaal
8231
879
3122
n4
17
Zuid
plas Noord
20 Zuidplas Noord 21
Zuidplas Noord
Lintbebouwing
0
1454 247
495
140
279
0
d. Toekomstige vervoersstromen De prognose voor de toekomstige ontwikkeling van het wegtransport van gevaarlijke stoffen is gebaseerd
op de "Toekomstverkenning vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg 2007" van het Ministerie van V&W, Rijkswaterstaat, Kennisinstituut voor Mobiliteit. Het blijkt dat het transport van LPG landeiijk gezien geen toename zal vertonen tot 2020. Deze stof is bepalend voor het groepsrisico. Door het verdwijnen of oprichten van LPG-tankstations in de omgeving van het bestemmingsplan kan het transport van LPG veranderen. Verwacht mag worden dat dit niet zal leiden tot significante wijzigingen van het groepsrisico langs de betreffende weg(en). De toekomstige wegen die geprojecteerd zijn in de Zuidplaspolder zullen naar verwachting geen wezenlijke verandering veroorzaken in de groepsrisicosituaties.
e. Bijdrage op hoofdlijnen van de aanwezige en van de redelijkerwijs voorzienbare toekomstige kwetsbare objecten aan de hoogte van het groepsrisico De aanwezige kwetsbare objecten binnen het plangebied langs de wegen dragen niet merkbaar bij aan de
hoogte van het groepsrisico. Het bestemmingsplan voorziet vrijwel uitsluitend in gebiedfuncties voor agrarische activiteiten (vnl. glastuinbouw). Ten zuidoosten van Moerkapelle langs de N219 is gebied bestemd voor woningbouw. Ten oosten van Moerkapelle aan de noordzijde van het bestemmingsplan is eveneens gebied bestemd voor woningbouw. De bijdrage van laatst genoemd gebied aan de hoogte van het groepsrisico is te verwaarlozen. De bijdrage aan het groepsrisico van de woningen in het gebied ten zuidoosten van Moerkapelle zal wel merkbaar zijn, indien over dit gedeelte van de weg LPG-transport
plaatsvindt. Dit is op grond van de waargenomen vervoerstromen niet aannemelijk. Bovendien is in Moerkapelle geen LPG-tankstation gesitueerd, waardoor een lokale bestemmingsgerelateerde
transportstroom van LPG niet voor de hand ligt. Gelet op het bestaande groepsrisico en de te voorziene
toename aan kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied van de wegen zal de bijdrage naar verwachting niet leiden tot groepsrisico dat hoger is dan 0.1 x oriëntatiewaarde. Het groepsrisico is
bepaald op basis van deze redelijkerwijs voorzienbare toekomstige (kwetsbare) objecten. Als de opgenomen wijzigingsbevoegdheid in de plan
regels, wordt toegepast zal volgens regelgeving een
nieuwe verantwoording groepsrisico nodig zijn. Hiermee wordt bereikt dat het groepsrisico niet zonder
toetsing kan toenemen. Daarmee is geborgd dat het groepsrisico niet tot een onaanvaardbaar geacht niveau kan toenemen.
Projectbureau RZG Driehoek ZuidplaslMER Zuidplas Noord
WN-ZH2090135
25 mei 2009, versie 5.0 -13 -
DHVB.V.
f. Mogelijkheden beperking groepsrisico door de ruimteiijke ontwikkelingen en door vervoer; voor- en nadeien hiervan De ruimtelijke ontwikkelingen voorzien in het bestendigen van de al aanwezige agrarische gebiedsfuncties.
De geprojecteerde en nader uit te werken woongebieden zijn ten opzichte van de A 12 gunstig geprojecteerd. Het groepsrisico wordt verder beperkt gehouden door bijzonder kwetsbare objecten binnen een bepaalde veiligheidszone langs de aangegeven wegen (zie figuur 9) niet toe te staan, hoewel het mogelijk is volgens de circulaire RVGS om deze objecten binnen de bedoelde zone wel te realiseren. Er is immers binnen het plangebied geen plaatsgebonden risico 10-6 langs de provinciale wegen en het plaatsgebonden risico 10-6 langs de A12 ligt binnen de rijksinfrastructuur. Verder wordt het groepsrisico langs de A12 beperkt door een zone aan te houden waarbinnen geen woningen gerealiseerd worden. Deze zone is gebaseerd op andere milieucriteria dan de externe veiligheid maar leidt wel tot het beperkt houden van het groepsrisico.
Door de toekomstige verandering van het wegenplan is het mogelijk een routering vast te stellen voor gevaarlijke stoffen. Het is pas zinvol deze maatregel concreet te beoordeien, om het groepsrisico verder te beperken, als het bestemmingsplan nader is uitgewerkt.
Conclusie/samenvatting In het MER Zuidplas Regionale Infrastructuur zijn de effecten van de ontwikkeling van de Zuidplas op externe veiligheid in relatie tot wegtransport globaal in beeld gebracht. In relatie tot de wettelijke norm voor
het plaatsgebonden risico is geconstateerd dat er geen belemmering voor aanpassing van de infrastructuur in de Zuidplas is, noch voor de bouw van nieuwe woningen. Wel is gesteld dat door de
woningbouw in de Zuidplas, binnen het invloedsgebied van het groepsrisico langs de regionale infrastructuur het aantal mensen toeneemt. Dit kan betekenen dat het groepsrisico toeneemt. Als de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico wordt overschreden of als er een toename van het groepsrisico is, dient het bevoegd gezag te verantwoorden dat hiervoor gewichtige redenen zijn.
Ten behoeve van het bestemmingsplan (waarin de inrichting van Zuidplas Noord gedetailleerder is ingevuld dan in het MER) is door de Milieudienst Midden-Holland nader onderzoek gedaan naar externe veiligheid in de Zuidplas, waaronder veiligheid in relatie tot vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. Uit
dit onderzoek is eveneens gebleken dat op grond van het plaatsgebonden risico er geen ruimtelijke beperkingen zijn voor de bestemming van woongebieden of andere kwetsbare objecten. Ook is gebleken dat het groepsrisico nu en na realisatie van de Zuidplas kleiner is dan 0.1 x de oriëntatiewaarde. Er is dus geen overschrijding van de oriëntatiewaarde, noch neemt het groepsrisico toe.
Er zijn dus in relatie tot externe veiligheid de regionale infrastructuur geen beperkingen voor de realisatie van Zuidplas Noord.
25 mei 2009, versie 5.0 .14 -
Projectbureau RZG Driehoek ZuidplasiMER Zuidplas Noord
WN.ZH2090135
DHVB.V.
4 BEDRIJVENTERREIN A12 NOORD Dit hoofdstuk geeft wat meer duidelijkheid over wat het voornemen behelst omtrent het bedrijventerrein A12 Noord en de te verwachten effecten van dit terrein.
4.1 Het MMA A 12 Noord is een gemengd bedrijventerrein van circa 55 ha. Het terrein is deels bestemd voor de vestiging van bedrijven van de milieucategorie 4 of 5. Er wordt uitgegaan van een oppervlakte voor bedrijven met een zware miljeucategorie van 12 tot 15 hectare met buffer van circa 40 hectare voor bedrijven van een lagere categorie. De milieucategorie 5-bedrijven worden gepositioneerd op een locatie waar ze de minste
hinder voor de omgeving veroorzaken, namelijk aan de A 12. Momenteel zijn er al twee bedrijven met milieucategorie 4.1 in het gebied A 12 Noord gevestigd, te weten Vis (verkoop van propaan- en butaangas en 1978 industriële gassen) en Wagro (composteerinrichting) aan de Tweede Bloksweg in Waddinxveen.
LEGENDA A12 NOORD (9) met stedelijk uitloopgebied en bestaande bedrijven zonder parallelweg A12 _ Ma-imaal Categone 5.2 _ M¿¡l(m¿ial Categorie 51 _ Maximaal Categorie
42
N
_ Maiomaal Categorie 41
_ Maiimaal Categorie 32 _ Maiimaal Categorie 3 1 ai Stedelijk uitloopgebied
o zone geurcontOUf Wago o Grens pangebied
A
o Cat4eI15(15ha)
Figuur 10 Inrichling bedrijventerrein A 12 Noord in MMA
4.2 Het TVA A is rekening gehouden met de mogelijk aan te leggen parallelstructuur A 12. Deze structuur zal aan de zuidkant van bedrijventerrein A 12 Noord worden geprojecteerd, waardoor het bedrijventerrein aan ruimte moet inleveren. Dit zal vooral ten koste gaan van de bedrijven met zware mileucategorieën, omdat die alleen aan de zuidkant van het bedrijventerrein gevestigd kunnen worden. In het TV
Projectbureau RZG Driehoek ZuidplasiMER Zuidplas Noord
WN.ZH2000135
25 mei 2009. versie 5.0 -15 -
DHVB.V.
--i: ---
~"'". pUnl'.,.d e"'¡OnoU
C"'iGnoll hUi""'
U
e...,o...' C..,0..3.2 C_,orio "
ri 1....';0. "'''O~ ci Zono '''''MomW.,.. i: Cm,... 4 on ~ ('~ h.)
SCHAA
.'.
"'.\,
"' "\~
Figuur 11 Inrichting bedrijven
terrein A 12 Noord in rVA
4.3 Huidige situatie en autonome ontwikkeling milieuhinder In de publicatie Bedrijven en Milieuzonering (Vereniging voor Nederlandse Gemeenten, 2007) zijn 600
typen bedrijvigheid ingedeeld in milieucategorieën met richtafstanden die kunnen worden aangehouden tussen het bedrijf en milieugevoelige functies, waaronder wonen. Deze afstanden geven voor gemiddelde bedrijfssituaties aan op welke afstand geen hinder is te verwachten. Het betreft geen wettelijke afstanden. Er zijn richtafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar. De bestaande composteerinrichting Wagro heeft een richtafstand van 700 meter (geur), welke op figuur 10
en 11 staan aangegeven (buitenste gele contour). Deze hinder contour valt over de toekomstige Vredenburghzone (in figuur 10 en 11 aangegeven als stedelijk uitloopgebied). Het voornemen voor Zuidplas Noord omvat de bouw van circa 250 woningen in deze zone. Mogelijk dat bij de woningen enige geurhinder zal
optreden.
Er zijn geen relevante autonome ontwikkelingen bekend.
4.4 Effecten op mileuhinder Op A12 Noord zullen bedrijven worden gevestigd die vallen in milieucategorie 3, 4 of 5. In onderstaande tabel is weergegeven welke miiieucategorie welke maximale VNG-richtafstand heeft tot woon bebouwing. Welk milieuaspect verantwoordelijk is voor de maximale afstand is per bedrijf verschillend. Gekeken naar de richtafstand tot een rustige woonwijk, zoals Triangel in Waddinxveen en de woonbebouwing in de
Vredenburghzone.
25 mei 2009, versie 5.0 - 16-
Projectbureau AZG Driehoek ZuidplasIER Zuidplas Noord WN-ZH20090135
DHVB.V.
Milieucatenorie
Maximale richtafstand
3.1
50
3.2
100
4.1
200
4.2
300
5.1
500
5.2
700
De bedrijvigheid tot milieucategorie 5.1 zal waarschijnlijk geen hinder veroorzaken in Triangel of de Vredenburghzone. Er is, uitgaande van de indicatieve richtafstanden voor hinder, voldoende afstand tot deze woongebieden. Categorie 5.2 is echter op zo'n 550 meter van de Vredenburghzone gelegen. Gezien de richtafstand van 700 meter is in de Vredenburghzone enige hinder mogelijk indien binnen deze afstand
woningen gebouwd worden. Over de veiligheidsafstanden van nieuwe bedrijvigheid is niet meer bekend dan de richtafstand die in het criterium Mileuzonering rond bedrijven al is meegenomen.
Projectbureau AZG Driehoek ZuidplasIER Zuidplas Noord WN-ZH20090135
25 mei 2009, versie 5.0
.17.
DHVB.V.
5 ECOLOGIE 5.1 Effecten op Natura 2000-gebied In het MER Zuid plas Noord wordt geconstateerd dat 'significante gevolgen niet zijn uit te sluiten' voor Natura 2000-gebieden en dat mogelijk een passende beoordeling op grond van de Natuurbeschermingswet nodig is. Inmiddels is duidelijk dat deze passende beoordeling niet nodig is, hetgeen in het onderstaande wordt onderbouwd.
plas Noord stelt het volgende: Binnen de Zuidplas zijn geen Natura 2000-gebieden aanwezig. De dichtstbijzijnde gebieden zijn De
Het MER Zuid
Wilck en Broekvelden, Vetlenbroek & Polder Stein. Deze veen
weidegebieden liggen op ca. 8 km
afstand van het plangebied en zijn van belang als foerageer- en rustgebied voor met name kleine
zwaan en smient. Directe effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van deze gebieden als gevolg van vernietiging, verstoring, verdroging en versnippering zijn vanwege de grote afstand niet te verwachten. Er wordt daarom hiervoor niet verwacht dat vervolgstappen zoals een passende beoordeling of verslechteringstoets dienen te worden uitgevoerd.
De Zuidplas bevat waardevolle weidevogelgebieden en lijkt daarmee geschikt als foerageergebied
voor verschilende weide-, maar ook watervogels. Zo zijn waarnemingen binnen de Zuidplas bekend van de smient en kleine zwaan. Indien deze vogels hun verblijfplaats hebben in genoemde
Natura 2000-gebieden, maar foerageren in het plangebied, dan zou er sprake kunnen zijn van externe werking. Hier zou het dan met name gaan om vernietiging en verstoring van foerageergebieden door realisatie van woningbouw, bedrijventerreinen, glastuinbouw, gemengde kavels en infrastructuur. Hiermee zijn negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen van
genoemde Natura 2000-gebieden niet uit te sluiten. Het is mogelijk dat vervolgstappen zoals een passende beoordeling of verstorings- of versJechteringstoets als gevolg van een nieuwe inrichting dienen te worden uitgevoerd. In de bijlage bij deze aanvulling is aanvullende informatie opgenomen over de aanwezigheid van de Kleine
zwaan en Smient in de Zuidplaspolder (afkomstig van SOVON). Wij gaan er vanuit dat de gegevens gelden voor de periode van 2000 tot heden en dat overige telgebieden binnen deelgebied Noord wel zijn
geïnventariseerd, maar dat er geen waarnemingen van smienten of kleine zwanen zijn gedaan in de periode 2000 tot heden. Uit de gegevens van SOVON vait op te maken dat (in de directe omgeving van) deelgebied Noord de volgende waarnemingen zijn gedaan: . Telgebied 8041 (zuidoost hoek van deelgebied Noord en buiten deelgebied Noord): 150 smienten
waargenomen in het jaar 2000 . Telgebied 8046 (zuidwest hoek van deelgebied Noord en buiten deelgebied Noord): 76 kleine
zwanen waargenomen in het jaar 2006. Dit is overigens de enige waarneming van de Kleine zwaan binnen de hele Zuidplaspolder in de periode 2000 tot heden.
Verder is bepaald dat de Natura 2000-gebieden de volgende populatieomvang smienten en kleine zwanen
kennen: . De Wilck: 2100 smienten en 10 kleine zwanen . Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein: 7500 smienten en 40 kleine zwanen
(bron: www.synbiossys.alterra.nl)
25 mei 2009, versie 5.0 -18 -
Projectbureau RZG Driehoek ZuidplasIER Zuidplas Noord WN-ZH20090135
DHV B.V.
Gezien bovenstaande kan gesteld worden dat sinds 2000 deelgebied Noord niet in gebruik is door de Smient. Afgezien van het jaar 2006 is deelgebied Noord (en de hele Zuidplaspolder) in de periode 2000 tot heden nog nooit in gebruik geweest door de Kleine zwaan. Die ene keer in 2006 dat de Kleine Zwaan wel is waargenomen, zal dat naar verwachting vooral ook buiten deelgebied Noord zijn geweest. Dit omdat telgebied 8046 voor het grootste gedeelte buiten deelgebied Noord ligt. Deelgebied Noord functioneert daarom naar verwachting niet als biotoop (foerageergebied) voor de smienten en kleine zwanen van De Wilck en Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein. Daarom is er naar verwachting geen kans op een negatief effect van de voorgenomen ontwikkelingen in deelgebied Noord op de instandhoudingdoelstellingen van de betreffende nabijgelegen Natura 2000-gebieden. Daarmee is een passende beoordeling of een verslechterings- en verstoringstoets niet nodig, waardoor ook gesteld kan worden dat er geen vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 nodig is.
5.2 Effecten op ecologische verbindingszones De Commissie mist in het MER Zuidplas Noord aandacht voor eventuele knelpunten in het realiseren van
ecologische verbindingen in en rond de Zuidplas. Duidelijk moet worden welke doelsoorten met de verbinden gediend worden, of de ontwikkelingen in Zuidplas Noord de realisatie van de verbindingen in de
weg staan en welke rnitigerende maatregelen mogelijk zijn om effecten op te realiseren verbindingen beperkt kunnen worden.
Ambitie In het intergemeentelijk structuurplan (ISP, zie figuur 12) en de streekplanherziening Zuidplaspolder zijn de
belangrijke ecologische verbindingszones aangegeven (1) tussen het Bentwoud en de Krimpenerwaard langs de (nieuw
aan te leggen) Noordelijke Dwarstocht en de te verbreden Vierde Tocht en Derde Tocht.
De verbinding naar de Rottemeren (3) vindt plaats langs de nieuw te maken Zevenhuizer Dwarstocht.
Aan de oostzijde van de polder zijn groene verbindingszones (2) aan de westrand van Waddinxveen en Westergouwe aangegeven. Voorts is de relatie tussen 't Weegje en Groene Waterparelgebied geduid (4).
Daarmee zijn de gewenste ecologische verbindingen uit de provinciale Nota Ecologische verbindingszones in Zuid-Holland van 1996 geconcretiseerd in een formeel ruimtelijk plan. De in deze nota
genoemde ambities zijn in belangrijke mate nog actueel. Dit betekent dat de volgende doelsoorten kunnen
worden gehanteerd: Waterspitsmuis, Hermelijn, Aardmuis, Rosse woelmuis, Dwergmuis, Ringslang en
Zeggedoorntje. Bij de uitwerking van het ISP en het formuleren van nadere ambities op milieugebied en qua ruimtelijke kwaliteit is in het Handboek Kwaliteit een nadere detaillering geformuleerd, met name met betrekking tot
ligging en maatvoering. Dat "de doelsoorten en de inrichtingseisen nader moeten worden onderzocht" betekent in dit verband dat een actualisenng van de ambitie mogelijk is.
i.
I
Projectbureau AZG Driehoek ZuidplasiMER Zuidplas Noord
WN-ZH2090135
25 mei 2009, versie 5.0
-19-
DHVB.V.
, ,
G&dI
IA
~..-:. -Groen en recreatie Figuur 12 ¡SP-kaart Groen en recreatie
Inrichting Bij de inrichting wordt rekening gehouden met de eisen vanuit het provinciaal beleid ten aanzien van de ecologische verbindingszones. Dit betekent dat de doorgaande verbinding als een kralensnoer zal zijn,
waarbij het snoer de doorgaande verbinding vormt en de kralen de sleutelgebieden en stapstenen zijn. Daarbij worden de volgende inrichting gehanteerd: . Moerascorridor van ca. 30 m. breed, direct grenzend aan open water met watervegetatie.
. Stapstenen van ca. 1 ha op max. 1 km. afstand.
. Grotere sleutelgebieden om de 2 km. . Maximale onderbreking in de verbinding ca. 30 m.
profielen en details opgenomen die de uitgangspunten, In het Handboek Kwaliteit zijn reeds principe minimale ontwerpeisen en ruimtelijke opbouw van de basis van de Hoofdplanstructuur weergeven. Deze principeprofielen zijn per thema maatgevend voor de algemene kwaliteit van de polder, en een flexibel
toetsingskader voor de toekomst. De principeprofielen zijn samengevoegd in zones van i
25 mei 2009, versie 5.0 - 20-
Projectbureau AZG Driehoek ZuidplasiMER ZUidpias Noord
I
WN-ZH2090135 I
DHVB.V.
structuurbepalende lijnen (trajecten), zoals deze in de diverse hoofdstukken zijn benoemd. Voor deelgebied Noord zijn, ten aanzien van ecologische verbindingszones, Zone 3 en Zone 8 relevant:
ZONE
3
Bentwoudlaan -
Plasweg
N
__;.L~ 5 7 5 5 $ j I
IIll
l, j
0
..
,
,
,,
l
¿J
n J, l 7
f ~
! s 2: j "i iñ IÆ"
. ~ ,
!!l '"
'"
U*-_
.£~
"
, "
~ro (mln 50)
l
l
!
i
i
J
l ¡
l
~,
B!
H .š !.
h
W
;
20
!
l
,"
0
I l I I
.
~
~
§
~
!
.5 !.
! o t,~J
'"
II
1
· Î
J
~
ZONES 4e Tochtzone
l
~,
l~
Z
m,n ~ l
Æ
ç
..
.. .~ .
:F '"¡¡:l
i ~
Hieruit valt op te maken dat de ecologische verbindingszones ca. 30 m. breed zullen zijn. Ze krijgen vooral
de vorm van moeras, direct grenzend aan open water met watervegetatie. Daarnaast kan beperkt kruidenrijk grasland, ruigte en struweel en bos voorkomen.
Voor de waterspitsmuis en diverse libellen is een direct aan het water grenzende kruidenrijke en structuurrijke moeraszone essentieeL. Voor alle soorten geldt dat een structuurrijke, overwegend vochtige vegetatie aanwezig moet zijn.
Verder sluiten de inrichtingseisen van de ecologische verbindingszones aan bij groene Waterparel. De groene Waterparel vormt een kerngebied in de ecologische verbinding tussen de Rottemeren en de
Krimpenerwaard. De na te streven natuurdoelen zijn gerelateerd aan de gewenste functie als natuurkerngebied en zijn verder afgestemd op de aanwezige natuurwaarden en potenties. Dit betreft met name de specifieke aquatische waarden. Een voor Zuid-Holland unieke natuurkwaliteit vait in het gebied te bereiken door de abiotische omstandigheden te benutten en de daarmee samenhangende natuurwaarden te ontwikkelen. Dit uitgangspunt leidt tot overwegend natte natuurdoeltypen, zoals
zoetwatergemeenschap, nat schraalgrasland, moeras en op de hogere delen bloemrijk grasland. Aanvullend is het natuurdoeltype rietland en ruigte gewenst om een meer gedifferentieerd gebied te krijgen. Nabij de A20 is enige verdichting nodig om de migratie van diersoorten beter mogelijk te maken.
Projectbureau AZG Driehoek ZuîdplaslMER Zuidplas Noord
WN-ZH20090135
25 mei 2009, versie 5.0
.21.
DHVB.V.
Gestreefd wordt om de landschappelijke openheid te behouden en bij de aanleg van het natuurgebied rekening te houden met in het gebied aanwezige kreekruggen.
Het doeltype "zoetwatergemeenschap" omvat de beginstadia van het proces waarbij open water langzaam verlandt. Het betreft voor een groot deel vegetaties van het moeras. Naast de kwaliteit en herkomst van het water wordt bepaald door onder andere de grootte van de watergangen en partijen en het beheer. Met het natuurdoeltype nat schraallandgrasland wordt een complex van vochtige tot natte, matig voedselrijke tot schrale graslandvegetaties nagestreefd. Een goede kwaliteit van grond en oppervlaktewater vormt dan ook een belangrijke voorwaarde om waardevolle vegetaties op de graslanden te kunnen ontwikkelen. Deze milieus zijn realiseerbaar als het gebied waterhuishoudkundig wordt geïsoleerd van het overige, agrarische gebied en schoon kwelwater langer wordt vast gehouden. Daarbij is het van belang dat de grondwaterstand in de winterperiode plaatselijk tot aan het maaiveld staat en in de zomerperiode niet lager dan 0.30m beneden maaiveld daalt. Gelet op de hydrologische omstandigheden in de Zuidplaspolder
(kwel en grondwatertrap 1/11) lijkt dit realiseerbaar. De soortenrijkdom in dit soort gebieden kan zeer hoog worden. Het betreft naast het moeras het dotterbloemverbond en wellicht blauwgraslanden. In afwisseling met de natte doeltypen zullen op enkele drogere delen op relatief korte termijn (6 tot 12 jaar) zal in de
Zuidplas het natuurdoeltype "bloemrijk grasland" kunnen worden gerealiseerd in het natuuronfwikkelingsgebied. Tot bloemrijk grasland behoren onder meer glanshaverhooilanden en bloemrijke kamgrasweiden. Bloemrijke graslanden worden gekenmerkt door een grote rijkdom aan kruiden. Grote ratelaar, Echte koekoeksbloem, Moerasrolklaver, Brunei en Kale jonker zijn indicatoren.
In het bestemmingsplan worden bovenstaande inrichting(seisen) als randvoorwaarde opgenomen voor de ontwikkeling van deelgebied Noord, en worden daarin verder uitgewerkt.
plas Noord op ecologische verbindingszones Op basis van de provinciale Nota Ecologische verbindingszones in Zuid-Holland van 1996 worden de volgende doelsoorten gehanteerd: Waterspitsmuis, Hermelijn, Aardmuis, Rosse woelmuis, Dwergmuis, Effecten ontwikkeling Zuid
Ringslang en Zeggedoorntje. Onderstaand wordt gekeken naar de te verwachten effecten van de
voorgenomen ontwikkelingen op de migratiemogelijkheden van de doelsoorten binnen de ecologische verbindingszones van de Zuidplaspolder, zoals die zijn aangegeven in figuur 12. Aanpassing regionale infrastructuur De Korte Veilingroute ligt langs de ecologische verbinding van Bentwoud met de Krimpenerwaard via de Rottewig, de Groene Zoom en Hitland. Naar verwachting zullen de doelsoorten niet of nauwelijks beperkt worden door de verandering in geluid en lichtintensiteit ter plaatse.
De Westelijke Randweg kruist de ecologische verbindingszone langs de Kleikade met barrièrevorming en
lichtverstoring als gevolg. Dit kan in het bijzonder de grondgebonden zoogdieren (Waterspitsmuis, Hermelijn, Aardmuis, Rosse woelmuis, Dwergmuis) en ook de Ringslang en Zeggedoomtje beperken in hun migratiemogelijkheden.
Glastuinbouw De glastuinbouw vindt grotendeels plaats langs de te realiseren ecologische verbindingszones 1, 2 en 3. De glastuinbouw veroorzaakt geen vernietiging of versnippering van de kerngebieden of
verbindingszones. Door de aanleg van glastuinbouw zal Iichtuitstraiing en menselijke activiteit toenemen, waardoor een toename van verstoring (licht en geluid) te verwachten is. Dit betekent naar verwachting niet dat de migratiemogelijkheden van de doelsoorten significant worden aangetast.
25 mei 2009, versie 5.0
-22-
Projectbureau AZG Dnehoek ZuidplasiMER Zuldplas Noord
WN-ZH20090135
DHVB.V.
Woningbouw De uitbreiding van Moerkapelle veroorzaakt geen fysieke aantasting op de kerngebieden of
verbindingszones. Het meest nabij gelegen kerngebied bevindt zich op een afstand van 4,5 km. De kortste afstand tussen de verbindingszone 3 en woningbouw is 2,4 km. Door de grote afstand is naar verwachting
geen sprake van enige toename van verstoringen (licht en geluid) op natuurgebieden en ecologische verbindingszones. Hierdoor is ook geen effect te verwachten op de migratiemogelijkheden van de
verschillende doelsoorten.
De extra woningen die in de lanen en linten gepland zijn, hebben negatieve effecten op de ecologische verbindingszones. Deze verbindingen worden minder robuust en raken mogelijk verstoord en versnipperd. Dit kan vooral grondgebonden zoogdieren (Waterspitsmuis, Hermelijn, Aardmuis, Rosse woelmuis,
Dwergmuis) en waarschijnlijk ook de Ringslang beperken in hun migratiemogelijkheden.
Bebouwing van de Vredenburghzone zal naar verwachting een toename van verstoring (licht en geluid) op
de ecologische verbindingszone 2 creëren. Omdat deze verbindingszone al wordt verstoord door de naastgelegen bebouwing, is hier geen sprake van een extra grote beperking van migratiemogelijkheden.
Het overige oppervlak van de Vredenburghzone zal grotendeels als natuur en dagrecreatie worden ingericht. Dit draagt juist weer bij aan het robuuster worden van de ecologische verbindingszone 2. Hierdoor kunnen vooral de grondgebonden zoogdieren (Waterspitsmuis, Hermelijn, Aardmuis, Rosse woelmuis, Dwergmuis) en mogelijk de Ringslang en Zeggedoorntje beter migreren.
Bedrijven
Het bedrijventerrein A 12 Noord staat langs de ecologische verbindingszone 2 gepland. Het bedrijventerrein veroorzaakt geen vernietiging of versnippering van de kerngebieden of verbindingszones Wel is naar verwachting sprake van verstoring (licht, geluid) richting de verbindingszone door de zware bedrijven. Dit betekent naar verwachting niet dat de migratiemogelijkheden van de doelsoorten significant worden aangetast. Gemengde kavels
De gemengde kavels liggen langs de ecologische verbindingszones 1 en 3. Dit veroorzaakt geen vernietiging of versnippering van deze verbindingszones. Met deze inrichting zullen wellichtuitstraling en menselijk activiteiten toenemen, waardoor een toename van verstoring (licht en geluid en beweging) te verwachten is. Mogelijk dat dit de grondgebonden zoogdieren (Waterspitsmuis, Hermelijn, Aardmuis,
Rosse woelmuis, Dwergmuis) en de ringslang beperken in hun migratiemogelijkheden. Water en groen De groene en blauwe elementen in de lintzones kunnen als extra leefgebied voor soorten gaan fungeren. Waar al ecologische verbindingszones bestaan of ingepland zijn, zal deze groenblauwe ontwikkeling de migratiemogelijkheden voor grondgebonden zoogdieren (Waterspitsmuis, Hermelijn, Aardmuis, Rosse woelmuis, Dwergmuis),en mogelijk ook de Ringslang en Zeggedoorntje verbeteren.
Mitigerende maatregelen Het voornemen om deelgebied Noord te ontwikkelen heeft een aantal negatieve effecten voor het functioneren van de ecologische verbindingszones tot gevolg. In het algemeen betreft dit een toename van
licht- en geluidverstoring. Niet zozeer de doelsoorten, als wel een aantal van de reeds aanwezige beschermde soorten zijn hier gevoelig voor (met name vogels en vleermuizen). Voor deze verstoring zijn verschillende preventieve en mitigerende maatregelen denkbaar. Geluid- en lichtverstoring tijdens de aanlegwerkzaamheden kan worden voorkomen door overdag te werken. Een verlichtingsplan voor de fase na ingebruikname kan lichtverstoring beperken, bijv. door zo beperkt mogelijk nachtelijke verlichting te Projectbureau RZG Driehoek ZuidplasIER Zuidplas Noord WN-ZH20090135
25 mei 2009, versie 5.0 - 23-
DHVB.V.
gebruiken met minder verstorende armaturen. Ook kan gebruik worden gemaakt van licht- en geluidswallen. Om te voorkomen dat vogels zich tegen eventuele glazen geluidsschermen doodvliegen, kan gedacht worden aan het opplakken van UV-folie, folie met streping of roofvogelsilhouetten. De lichten geluidswallen kunnen wellicht ook worden gevormd door (hoogopgaande) vegetatie met een grotere dichtheid te creëren. L TO en Stichting Natuur en Milieu hebben overigens een convenant gesloten waarin afspraken zijn gemaakt over nagenoeg 100% lichtafscherming vanaf 2014. Voor de ontwikkelingen in Zuidplas Noord zal dit convenant direct in werking treden. Wat betreft barrièrewerking, dit kan beperkt worden door aanleg van juist ontworpen faunapassages, met bijbehorende geleidende structuren.
Voor de inrichting van de ecologische verbindingszones zijn de oevers en watergangen in het veen en katteklei gebied van groot belang. Dit zijn namelijk geschikte biotopen voor verschillende doelsoorten zoals de Ringslang en de Waterspitsmuis en diverse bijzondere planten als Vlottende bies en Pilvaren. Deze biotopen worden gevormd door de aanwezigheid van een kruidenrijke oever- en watervegetatie, hoge waterstanden en structuurrijke oevers. De kruidenrijke oever- en watervegetatie is een gevolg van de aanwezige kwel, het extensieve beheer van de weilanden en het ontbreken van beschoeiingen. Ook de beperkte beschaduwing door bomen heeft een positieve invloed. Bij beschaduwing van bomen verdwijnen al snel bijzondere soorten, en worden deze vervangen door soorten als kroos en waterpest. Dit is een gevolg van verminderde lichtval en overbemesting door bladval in het water. Ten aanzien van de Meervleermuis zijn diverse grotere watergangen geschikt als verbindingszone. Bij deze watergangen is het van belang dat deze in de nacht onverlicht blijven. Ook dienen nieuw te bouwen bruggen of duikers groot genoeg te zijn om onder door te viiegen (minimaal 4 meter breed en 1,5 meter
hoog). Voor de instandhouding van deze biotoop is het van belang dat de waterstanden niet verder worden verlaagd, er extensief beheer op de weilanden plaatsvindt, de duisternis boven de vaarten behouden blijft (de hoeveelheid licht op een vaart door uitstraling van oever licht mag niet meer zijn dan 0,5 lux gemeten op het midden van de vaart op 30 cm hoogte) en de huidige oeverstructuur behouden
blijft.
Conclusie/samenvallng Op basis van de provinciale Nota Ecologische verbindingszones in Zuid-Holland van 1996 worden de volgende doelsoorten gehanteerd: Waterspitsmuis, Hermelijn, Aardmuis, Rosse woelmuis, Dwergmuis, Ringslang en Zeggedoorntje. Met onderhavige aanvuling wordt gekeken naar de te verwachten effecten van de voorgenomen ontwikkelingen op de migratiemogelijkheden van de doelsoorten binnen de ecologische verbindingszones van de Zuidplaspolder, zoals die zijn aangegeven in figuur 12.
Door Zuidplas Noord loopt de verbinding van Bentwoud met de Krimpenerwaard via de Rottewig, de Groene Zoom en Hitland. Ook loopt er een robuuste verbinding van Bentwoud naar de Krimpenerwaard via de Rottewig, groenzone Zevenhuizen, Vierde Tocht, Waterparel en Restveengebied. De aanleg van de Korte Vellingroute en de Westelijke Randweg heeft barrièrevorming en lichtverstoring tot gevolg. Door de aanleg van glastuinbouw en gemengde kavels neemt verstoring (licht en geluid) toe. De extra woningen
die in de lanen en linten gepland zijn maken de ecologische verbindingszones minder robuust en zorgen voor mogelijk voor verstoring en versnippering. Met name de migratiemogelijkheden van de
grondgebonden zoogdieren (Waterspitsmuis, Hermelijn, Aardmuis, Rosse woelmuis, Dwergmuis) en ook de Ringslang en Zeggedoorntje kunnen door een aantal ontwikkelingen worden beperkt: . barrièrevorming door aanpassing van de regionale infrastructuur (Westelijke randweg)
. barrièrevorming door woningbouw in de lanen en linten
25 mei 2009, versie 5.0
.24.
Projectbureau AZG Driehoek Zuidplas/MER Zuidplas Noord
WN-ZH20090135
DHVB.V.
. verstoring door de gemengde kavels
Daartegenover staat dat de geplande groene en blauwe èlementen in Zuidplas Noord als extra leefgebied voor soorten kunnen gaan fungeren. Om de negatieve effecten te beperken zijn verschillende m¡tigerende maatregelen mogelijk.
Bij de inrichting wordt rekening gehouden met de eisen vanuit het provinciaal beleid ten aanzien van de ecologische verbindingszones. In het bestemmingsplan worden deze eisen als randvoorwaarde
opgenomen voor de ontwikkeling van deelgebied Noord, en worden daarin verder uitgewerkt.
Projectbureau RZG Driehoek ZuidplasiMER Zuidplas Noord
WN-ZH20090135
25 mei 2009, versie 5.0 .25 -
DHVB.V.
6 COLOFON
Opdrachtgever Project Dossier
Projectbureau RZG Driehoek Zuidplas MER Zuidplas Noord
Omvang rapport
26 pagina's
Auteur Bijdrage Projectleider Projectmanager Datum Naam/Paraaf
Leonie Dekker Ramon Nieborg, Jeroen van Haasteren Leonie Dekker Robert de Jager 25 mei 2009
25 mei 2009, versie 5.0 - 26-
B2903.01.001
Projectbureau RZG Driehoek ZuidplasiMER Zuidplas Noord
WN-ZH20090135
DHV B.V.
Bijlage 1 Figuren 2, 4, 5, 6, 7
i I
Projectbureau RZG Driehoek ZUidplas/MER Zuidplas Noord
WN-ZH20090135
bijlage 1
-1.
I
I-
L Benrwoud
.~
-I
..-..-~~,ri _...., .
.
, ,
,,-
..
12. Plankaart Infranetwerken
Occupatie c: bestaand en gepland: wonen en werken _ nieuw: accent wonen (aan bestaande kernen)
-~ i= 111
o
=
______ grens ISP
(inter)nationale weg =:==::::;:=:: nationale weg - optioneel
regionale gebiedsontsluitende weg
nieuw: accent wonen bestaand en gepland: accent werken nieuw: accent werken
--_. _.- regionale gebiedsontsluîtende weg - reservering
_ - _. regionale gebiedsontsluitende weg - optioneel
lokale gebiedsontsluitende weg
bestaand en gepland: glastuinbouw nieuw: glastuinbouwbedrijvenlandschap
--- - --- lokale gebiedsontsluitende weg. reservering
reservegebied glastuinbouw of nieuw wonen
rail
nieuw: wonen, werken en voorzieningen
-- .-- --- -- Nesselandelijn - inclusief reservering verlenging
nieuw: accent werken I voorzieningen concentratiegebieden 1 c fase concentratiegebieden 2e fase
--~ halte aan raH
hov I¡jo. reservering __ '0-. zoekgebied halte op hoofdr¿iilnet
.. - ",',',-. halte in studie
agrarisch landschap
kreekruggebied: accent wonen
.------.. fietspass3ge
plantage kwadrant
Groen blauw casco Linten, lanen en tochten lintzones lanen verbrede tochten
. overkluiiing snelweg
--,
Groen- en waterstruetuur
recreatie landschap _ restveengcbied kreekruggebied accent groen en water:. ,_
~,~~ natuurkerngebied i= Figuur 2 Plankaart ISP
groene zone grootschalige waterberging recreatie water ringvaart
--
..
.... 'ol
,i
- Bestaand plan
- Parallelstructuur Al2 (buiten MER)
- ParalleistructuurA12 (binnen MER)
.....,..'..
.
II.~
,,,.,
-,......
."
:!; \.
,.%.-
.~ _-"R?tterdà':;¡ !
... ~ ""'
,
- Tracé-variant .......,.~..,;..
- Verkeerskundige basisstructuur
,
'.
"
"' 1
!
F 'i
f
1
!~
Figuur 4 Tracés regionale infrastructuur en plangebied Zuidplas Noord (in blauw)
,
rtJ
(~
-
Legenda
~
!l"¥,, ./. :~ ..
7~,."" ~ZO. etermeer
~/ -
';S~
,-
," ......
i;
~~
../
"
cO il
....~.... .-_."
." OUder~rk ,
"'
?~ .//
...........
;;
. ......,.-.-
/.£:
~'~~:rt.. ' ,; ~
"~.. ~ , "GoUda
~'1 ,i~il. 4 "' ';'
('~~,.:.~,~:;" '; -ñ.~'
~'" ',. ;~.,..~ .-'.
........, - \..... _ .,,~J 'L~, ,
" "':~' .'tv',-/i."
,~ddinirv~en." i=.. r--i \
:~.~ -~.. ¡'-~..~::" .__"rl "". "..-~ J'Mc
Wi t;, ii:t:;;i___. _
."~i~~, .....ti"," :'~"''=I~;;~iJ . ~ltJ _..
~~. ~\itfar-, . ~i . I'
. ,-I ~1 " _ -, R..uwlJk
~i "'¡~\~Fi;.~II'. ';!.\:~ F~ I
i: ~ "~ £
~"'
"§' (:
"1
E: Q) Q)
Q¡ ~ ~ -5
~
\\\\
.~
_l "5 :§
~ 0 0 (2
~
l "g
~
jc .~
i3
~
c
"i c;
-i c
g' j
~
~
:;
co
2
~
~ -" D
~
f ~ w co
~
co
'"
1 ¡¡
1 ~
1
1
N
g
g'
g'
g'
~
~
~
:i
. . c. c. c ~ c e
~
C
e
e
êí
zw Cl
w ~
ElIIJDO.Dmll !
~
lJ Ë
Ol n~o
c 'õ
/
~
il
" Æ
0: ¡ 11
p:j I: 11'
Cl:
\
TIl'. i ""
l
E C ~ ~ ~ :-.
Ol .§ ~ :5§ '5 J ~ ~
l' ;e
-
\\\\
~
E
~ .!
~ '"
. l! 2 .. ~~ ~~N ~0~ ~0~ ., c:. , . . . . ~0 u~ . -" 3 .E :i, "':~ . ~. .e~ ~e .e~ ~ ~ . ::E m. '- '- !! !! !! ~ '3 ''~C
C
C
0"
zw
\0 w ~
D
ìl C
C
2
~
C
C
C
E
E
C
C
C
C
C
C
C
C
I li D ~ I 0 £t I I ~ :
",.
'" ~
/
'5
il
*& E
Ol ni.~
C
~
~
~
~
.
t: ¡ 11
.oi I: 11:
Cl:
l, ~ ~
l
\T 2
~
i
.,~ ~ ~
i1
,t:..~
r:
t L
,
i
L ~._. ...~. i
k
Jr-
,-" ,,- .
't'..'
,~,
" ¡
,.*_~.. 1~~
~'-''''.
....~~ :':i~;;. ".- ~-.".. .....~:;.':.,
.~? :¡. \.."v:
,," ,¡ r ..
..r
,.t, 1~.
1J.1Ç ..
...
...... ..
.......... ~
,,
,,
..'~..
,,
, .. ..." /-
.
'"
.; , , ., ~~ ,, , L'. ,, ,, 6~ ''/'. ,, :;/' , ,;
..': 't... , -ý
~;.. /"
,'/
(";,,
, .,~
# ,_.c"-
... ..,
.,;~
~fr.'. J.,.. i i J¡.
- ...,?
. ...
" ~ /
..i
,~
,'f~
~
,: . .",cf
.
~
,.
""~
#
~.
ø.r
~ß' Ni ~
..4 À
1; ~.
:t'~ ~" &'. ~ ¡¡- "~....... ..r~ ..
.4f, . ~// ~~~.
~ "..11 ..-L"" ~,
;"'~~~~,
.~"..1\..~.,~..., é'\Jy~ii ..".~'
..~!/ iii" ,. ~.
.~ .~~,,~~~. ~)~ (
~::u i: .4 . L¥l;:
...
~~- ~
n"-
""~,i:,"G.~1 l:...1~.~
\a;l'''~.;~~ .,~t:'~t~
""
n
Geluidscontouren
Alternatief 3 bij 15.000 woningen
regionale wegen Wh =5m excl. aftrek art. 110g Wgh
Legenda
48-52dB 53-57dB 58-62dB 63-67dB 68-72dB
Geluidbelasting in Lden
_ _ _ _ _
_ 73 dB en hoger
250
500 Meter
~ . . . ~ Gebiedsbegrenzing
I..... .1
o
Kaartnummer: Kaart 3
Kaartnaam: Overzichtskaart
Pcoi"ectnaam: Zuidplaspolder Pro ectnummer: MER Zuidpl~spolder O~rachigever: Provincie Zuid Holland
_.... - --"...
(Ç DHV Ruimte & Mobiliteit BV
~T1/
Opgesteld door: Simon Bos
Datum": 2S april 2009
Versie" Definitief
--
i.
i
I
DHVB.V.
Bijlage 2 SOVON.gegevens voorkomen smient en kleine zwaan
I LSK NAAM Droogm. Zuidplasp. Rottemeren Droogm. Zuidplasp. Zevenhuizerpfas Zevenhuizerptas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuìzerplas Zevenhuìzerpfas Zevenhuizerptas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas
levenhujzerplas Zevenhuìzerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuizerplas Zevenhuìzerplas Droogrn. Zuìdplasp. Oroogrn. Zuìdplasp.
Dro()gm. Zuìdplasp.
Droogm. Zuìdplasp. Droogm. Zuìdplasp. Droogm. Zuidptasp. Oroogm. Zujdplasp.
bijlage 1
- 2-
ITEL NRITEL GEBIEOIOAGIMANOiJAARI NED NAAM lEUR NRIAANTALI
37025 8041 15 2 2000 Smient 1790 150 36983 8050 15 2 2000 Smient 1790 60 36989 8071 16 1 2000 Smient 1790 791 36990 8071 13 2 2000 Smient 1790 292 36991 8071 19 3 2000.Smient 1790 267 38790 8071 14 10 2000 Smient 1790 16 61326 8046 18 2 2006 Kleine Zwaan 1530 76
38791 8071 11 11 2000 Smient 1790 392 38792 8071 14 1 2001 Smient 1790 1153 38793 8071 16 12 2000 Smient 1790 2500
38794 8071 18 2 2001 Smient 1790 788 38795 8071 18 3 2001 Smient 1790 220
45474 45475 45476 45477
8071 8071 8071 8071
14 18 10 13
10 2001 Smient 1790 547 11 2001 Smient 1790 733 12 2001 Smient 1790 3014 1 2002 Smient 1790 5010
49064 49065 49066 49067 49068
8071 8071 8071 8071 8071
13 18 14 18 15
10 2002 Smient 1790 508 11 2002 Smient 1790 2185 12 2002 Smient 1790 5214 1 2003 Smient 1790 1053 2 2003 Smient 1790 4105
45478 8071 16 2 2002 Smient 1790 468 45479 8071 17 3 2002 Smient 1790 200
49069 8071 15 3 2003 Smient 1790 285 50907 8071 18 10 2003 Smient 1790 1200 51359 8071 16 11 2003 Smient 1790 101 51776 8071 14 12 2003 Smient 1790 1000
52252 8071 17 1 2004 Smient 1790 755 52625 8071 14 2 2004 Smient 1790 757 53051 8071 13 3 2004 Smient 1790 360 55723 8071 16 10 2004 Smient 1790 87
56208 8071 13 11 2004 Smient 1790 207 56695 8071 18 12 2004 Smient 1790 1698
57201 8071 15 1 2005 Smient 1790 755 58090 8071 12 3 2005 Smient 1790 73 59107 8071 17 9 2005 Smient 1790 50
59507 59938 60378 60880
8071 8071 8071 8071
16 12 17 15
10 2005 Smient 1790 198 11 2005 Smient 1790 4902 12 2005 Smient 1790 1525 1 2006 Smient 1790 2781
61327 8071 18 2 2006 Smient 1790 352 61739 8071 18 3 2006 Smient 1790 1932 63400 8071 15 9 2006 Smient 1790 39 63917 8071 14 10 2006 Smient 1790 98
64450 8071 18 11 2006 Smient 1790 838 65549 8071 13 1 2007 Smient 1790 1340
66076 8071 17 2 2007 Smient 1790 165 66580 8071 17 3 2007 Smient 1790 85 36976 9051 12 2 2000 Smient 1790 677 36977 9051 19 3 2000 Smient 1790 772 37143 9051 15 1 2000 Smient 1790 420 38767 9051 18 3 2001 Smient 1790 748
38785 9051 15 10 2000 Smient 1790 164 38786 9051 12 11 2000 Smient 1790 688
38787 9051 14 1 2001 Smient 1790 465
Projectbureau RZG Driehoek ZuidplasiMER Zuidplas Noord
WN-ZH20090135
DHV B.V.
Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp, Droogm. Zuidplasp.
Droogm. Zuidplasp. Droogm..Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm, Zuidplasp.
39037 39040 45425 45426 45427 45428 45429 45430 49090 49091 49092 49093 49094 49095 50912 51365
Droogm. Zuidpl~sp.
51781
Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp.
52259
Droogm. Zuidplasp.
56700 57206 57666 58095 59518 59945 60385 60885 61334 61746 63924 64457 65003 65558 66083 66585 36978 36979
Oroogm. Zuidplasp.
Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp.
Drogm. Zuidplasp.
Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp. Droogm. Zuidplasp.
52631 53057 55728 56213
9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9051 9053 9054
Projectbureau RZG Driehoek ZuidplasiMER Zuidplas Noord
WN.ZH20090135
18 17 14 17 15 13 16 16 12 16 15 18 15 17 19 17 16 18 15 13 16 14 19 16 12 11
16 13
20
2 12 10 11
12 1
2 3 10 11
12 1
2 3 10 11
12 1
2 3
10 11
12 1
2 3 10 11
12
2001 2000 2001 2001 2001
Smient Smient Smient Smient Smient
2002 Smient 2002 Smient 2002 Smient
2002 Smient 2002 Smient 2002 2003 2003 2003 2003 2003
Smient Smient Smient Smient Smient Smient
2003 2004 2004 2004
Smient Smient Smient Smient
2004 Smient 2004 Smient 2004 Smient 2005 Smient 2005 2005 2005 2005 2005
Smient Smient Smient Smient Smient
15
1
2006 Smient
20
2 3 10
2006 Smient
19 15 17 17 14 18 18 15 15
11
12
2006 Smient 2006 Smient 2006 Smient
2
2006 2007 2007 2007 2000
2
2000 Smient
1
2 3
Smient Smient Smient Smient Smient
1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790 1790
1014 343 220 660 1622 856 1040 1025 620 670 940 565 1090 1260 290 265 712 600 965 1125 114 430 1080 1490 1235 414 530 482 930 2640 862 1822 330 1350 397 710 1064 410 180 108
bijlage 1 -3 -
DHVB.V.
bijlage 1
-4-
Projectbureau AZG Driehoek ZuidplasiMER Zuidplas Noord
WN-ZH20090135