uno GEZIN IN TIJD VAN BEVRIJDING UITGAVE VAN
DE COMMISSIE J N Z A K E
HUISHOUDELIJKE
GEZINSLEIDING TER V E R V A N G I N G
VOORLICHTING
EN
V A N „HUISHOUDING V A N N U "
Dr. KUYPERSTRAAT 8 -
'S-GRAVENHAGE
Juli
1945.
VOORWOORD E N ANTWOORD. T o t onze groote v r e u g d e o n t v i n g e n w i j t o e s t e m m i n g tot het d o e n v e r s c h i j n e n v a n d i t eerste n u m m e r v a n „ O n s g e z i n i n t i j d v a n b e v r i j d i n g " . H e t is e e n v e r v o l g op „ O n s gezin i n tijd v a n nood", w a a r v a n het derde n u m m e r , geheel g e r e e d e n gezet, w e g e n s s t r o o m g e b r e k n i e t k o n w o r d e n a f g e d r u k t . W i j h o p e n n u t o e s t e m m i n g te v e r k r i j g e n t o t h e t v o o r l o o p i g d o e n v e r s c h i j n e n v a n o n s „ G e z i n i n tijd v a n bevrijding", totdat het wederverschijnen v a n „ H u i s h o u d i n g v a n N u " t w e e m a a l per maand, en v a n „ H e l p t N u " é é n m a a l per maand, i n grooter o m v a n g e n f o r m a a t d a n vroeger, m o g e l i j k is; v o o r deze v e r g r o o t e u i t g a v e , d i e zeer g o e d k o o p b l i j f t ' ) , is m e d e w e r k i n g v e r k r e g e n v a n v e l e d e s k u n d i g e n . Z o o d r a de t o e s t e m m i n g er is, k u n n e n w i j U er m e d e — w i j k u n n e n w e l zeggen — v e r blijden, w a n t v e l e n hebben ons medegedeeld, dat zij het tijdschrift zeer missen. B r i e v e n voor de redactie te zenden aan M e v r o u w M . E . H . S a n d b e r g — G e i s w e i t v a n der Netten, S u r i n a m e s t r a a t 44, den H a a g . B r i e v e n met adressen v a n p e r sonen, die gaarne „ O n s gezin i n tijd v a n b e v r y d i n g " zouden o n t v a n g e n , zende m e n a a n de a d m i n i s t r a t i e : Secretariaat C o m m i s s i e inzake H u i s h o u d e l i j k e V o o r l i c h t i n g en G e z i n s l e i d i n g , D r . K u y p e r s t r a a t 8, den H a a g . Ieder, die n a m e n en adressen weet v a n a b o n n é ' s op „ H u i s h o u d i n g v a n N u " , w o r d t d r i n g e n d verzocht deze op te geven a a n onze a d m i n i s t r a t i e , eveneens v a n lezeressen v a n „ H e l p t N u " , d a a r het k a a r t s y s t e e m v a n laatstgenoemd tijdschrift bij de r a m p , die den H a a g getroffen heeft, is v e r b r a n d en wij reden h e b b e n te vreezen, dat dit ook met het kaartsysteem v a n „ H u i s h o u d i n g v a n N u " het g e v a l is. H e l p t a l l e n mee het k a a r t s y s t e e m w e e r i n orde te k r i j g e n ! H O L L A N D IS V R I J ! Na een jarenlangen druk v a n achterdocht en w a n t r o u w e n k u n n e n w e weer ademhalen, b e v r i j d v a n machteloos z w i j g e n en dadenloos toezien, hoe onrecht en d w a n g hoogtij v i e r d e n . O n s hart, b e v r i j d v a n d r u k , is l i c h t en w i j d g e w o r d e n , d o c h k a n z o o v e e l v r e u g d e e n d a n k b a a r h e i d t o c h a m p e r o m v a t t e n . D e s p a n n i n g is g e w e k e n , w e o n t w a k e n i n een n i e u w e w e r e l d e n de v r i j h e i d , die deze w e r e l d ons t e r u g s c h e n k t , b e t o o v e r t ons en sleept ons mee. E n dat is n a t u u r l i j k en goed! G o e d , o m d a t w e n è den eersten vreugderoes onszelf z u l l e n t e r u g v i n d e n , ook i n n e r l i j k b e v r i j d en ons d a n z u i v e r d e r k u n n e n bez i n n e n , hoe w i j ons dit k o s t b a a r g e s c h e n k het beste w a a r d i g k u n n e n t o o n e n . W i j w e r d e n g e m a a k t tot v r i j e m e n s c h e n e n op i e d e r v a n ons r u s t n u de t a a k z i c h b e w u s t te w o r d e n v a n z i j n i n n e r l i j k e g e b o n d e n h e i d , w a n t s l e c h t s z i j , die in gebondenheid vrij zijn, k u n n e n opbouwen. W i j w e t e n a l l e n , dat i n de a f g e l o o p e n j a r e n v e l e n v a n ons v o l k g e g r o e i d zijn i n kracht en overtuiging, m a a r dat ook v e l e n alle houvast hebben verloren, dat v e l e n zijn o n t w o r t e l d e n dat w i j juist v o o r h é n de v e r a n t w o o r d i n g d r a g e n . (Ons Gezin in tüd van bevrijding ontvangt U gratis.)
2 Voor ons allen ligt hier een taak, die heel mooi is, maar heel zwaar, en die men alleen kan vervullen, als men zich van eigen houding volkomen bewust is geworden. Wie verantwoording draagt voor anderen, draagt een nog zwaarder verantwoording voor zich zelf. Daarom moeten wij, zonder eenige sentimentaliteit, doch ook zonder eenige onnoodige hardheid, leeren beoordeelen, wat is geweest en wat is. Bijna ieder van ons heeft in de jaren, die achter ons liggen, gevoelens van machteloozen haat gekend, al was het maar één oogenblik, wanneer de eenvoudigste normen van menschelijkheid met voeten werden getreden. E n bij velen ging deze haat gepaard met wraakzucht. E n juist omdat dit alles zoo heel begrijpelijk was, zoo menschelijk en eigenlijk zoo triest, omdat bijna allen zich in hun haat- en wraakgevoelens zoo rechtvaardig voelden, zal het moeilijk zijn om te beseffen, dat deze gevoelens i n weerlooze menschen aanvaardbaar zijn, doch dat deze zelfde gevoelens den vrijen weerbaren mensch omlaag trekken. E n juist omdat wij jarenlang opstandig zijn geweest tegen de mentaliteit van hen, die Vae Victis i n hun wapenschild voerden, die, maar al te weerbaar, aan hun haat en hun wraak vrijen loop hebben gelaten, juist daarom moeten wij onszelf beschermen tegen een levenshouding, die on-vrij en on-waardig is. Wanneer wij hiervan overtuigd zijn en bovendien beseffen, dat de waardigheid van onze eigen houding voor velen van heel groot belang is, zullen wij ruime, warme en wezenlijk-vrije menschen kunnen zijn. M . Macintosh. OP EEN KEERPUNT V A N DEN TIJD. Het leven der volken gaat jarenlang als 't ware langs effen baan; tijden van voorspoed noemt men dat. Maar dan — soms plotseling, soms dreigend voorbereid — zijn er catastrophale gebeurtenissen, revoluties, oorlogen. De grootste van deze — sinds eeuwen — hebben wij beleefd in deze jaren. Dit groote gebeuren heeft diepen zin. We mogen met nog zooveel zekerheid en felheid de aanstichters van dit gebeuren, de schuldigen i n onze oogen, aanwijzen, zelfs op vergelding en wraak zinnen, niets ontlast ons van de verantwoordelijkheid, die deze tijd ons oplegt. We zijn hier en we dragen mee — aan leed en last, zorgen en moeite —, maar bovenal: wij zijn dienaars van den tijd, waarin wij leven. Dienen moeten we met ons werk, met ons medeleven, met te dragen ons deel. Maar dienen bovenal onzen tijd door te verstaan, wat hij van ons vraagt, wat hij ons opdraagt. Op dit keerpunt in der tijden loop m o e t het leven der volken een „keer" nemen, moet ingeluid worden een nieuwe tijd, waarin niet alleen niet meer mogelijk zal zijn — zoo hopen wij —, wat nu de wereld verscheurt, maar waarin wij i n ieder geval bewijzen, dat wij den zin van dit gebeuren hebben verstaan, de les hebben geleerd, die met bloed en tranen bezegeld is. Een ieder steke de hand in eigen boezem en vrage zich af, wat verkeerd is geweest in deze jaren. Willen wij een nieuwen tijd voorbereiden, dan moet allereerst het peil van ons leven een waarborg zijn, dat wij in deze verantwoordelijk k u n n e n zijn. * Herstel der normen. Door de tijdsomstandigheden is het peil der normen bij sommigen gerezen, bij velen gedaald. De normen b.v. van eerlijkheid en waarheidsliefde moeten worden hersteld. Menschen, die er vroeger niet over gedacht zouden hebben zich iets van een ander toe te eigenen, deden dit in de afgeloopen maanden als een vanzelfsprekende eisch van beveiliging van het eigen leven. Vooral is dit gebleken i n de maanden van hongersnood en brandstoffenschaarschte i n het
•westen van ons land. Een recht — ook ten koste van anderen — op de eerste levensbehoeften werd in dien tijd van groote ellende door velen als algemeen geldig aangenomen. Verbijsterend moet dit geweest zijn voor de opgroeiende jeugd; ook vooral wat zij ouderen, de volwassenen, zagen doen en goedkeuren. Angst voor tekort en eigenbelang vierden i n menig geval hoogtij, zelfs daar, waar van werkelijken nood nog geen sprake was. . De foutieve gedachte, dat, wanneer een ander liegt en steelt, men gerechtigd is dat ook te doen, moet worden uitgeroeid. Hoe kan het peil der normen worden hersteld? Meer door voorbeeld dan door woorden; ofschoon een woord, van pas gesproken, ook van grooten invloed kan zijn Het is beter het positieve aan te kweeken, dan het negatieve te bestrijden; b v het voorbeeld geven van den moed om waar te zijn, de dingen te zeggen, zooais zij zijn. Eerbied voor waarheid, dien aankweeken, daarvoor moed betoonen, — zelf- moed is aanstekelijk, evengoed als liegen, stelen besmettelijk is; een moedig woord van moeder, de eerbied, dien vader heeft voor de waarheid, blijven in de herinnering en komen op moeilijke oogenblikken naar voren als steun. Het voorbeeld van anderen is echter niet de hechtste steun; de sterkste grondslag is het geloof in een zedelijke wet, die den menschen gesteld is in een buiten hem liggende en boven hem verheven norm". Het woord „geweten geeft zoo juist aan, dat het hier gaat om een innerlijk weten, dat een richtsnoer is een gebod, dat het peil aangeeft, waarop een mensch moet leven. N u is er geen woord, waaraan de mensch van dezen tijd meer hekel heeft, dan aan het woord ,gebod", en toch zal ieder mensch moeten leeren gehoorzamen, ook om later te kunnen bevelen; ook zal degeen, die beveelt, zich gebonden moeten voelen door een zedelijk gebod, dat boven hem staat. Dat is de gebondenheid, die werkelijk vrij maakt. Deze vijf jaren hebben duidelijk getoond, hoe het de volken en de menschen vergaat, wanneer zij zich niet gebonden voelen door een hooger zedewet, en God noch gebod erkennen. Wij moeten het peil van ons leven niet afmeten naar wat wij ervaren hebben in deze vijf jaren en om ons heen hebben zien gebeuren. Wij moeten het leed en de krenking ook niet willen vergelden aan de overwonnenen, volgens het zoo juiste Engelsche spreekwoord: „never hit a man when he is down" (sla nooit een man, die ter aarde gevallen is); toeDassing van Duitsche methoden, zooals reeds hier en daar is geschied, is onwaardig en onteert meer dengeen, die ze toepast, dan dengeen, die ze ondergaat. Laat het recht zijn loop hebben door de bevoegde autoriteiten. Spanning en inzinking. Langen tijd hebben wij ln spanning geleefd, getracht ons goed te houden; nu is de bevrijding, waarop al ons willen en wenschen gericht was, een feit, maar het is toch in menig opzicht anders en moeilijker dan wij dachten, en bij menigeen is er een inzinking, lichamelijk of geestelijk, of beide. Het is soms moeilijk zich te concentreeren, rustig zijn werk te doen. Het komt er nu op aan vol te houden, standvastig te zijn. niet, af te zakken, moedig voort te gaan, vast besloten zich door geen tegenslag te laten afbrengen van de rechte baan, noch zijn geduld te verliezen, omdat het herstel der normale levenswijs langer tijd vordert, dan wij dachten; daarover niet kankeren of veroordeelend spreken, maar begijpend meewerken waar wij kunnen, ook door ons vrijwillig beperkingen op te leggen. Door den storm, die over de wereld gaat, door de verwoestingen en het wegvoeren van voor ons volk noodzakelijke voorraden, is allerwege zoo'n tekort ontstaan, dat elk mensch zich beperkingen moet opleggen; velen waren tot groote ontbering gedwongen. Waartoe zal dit leiden? Tot verbittering? Tot verwildering? Tot ondergang? Of tot ontwikkeling van de persoonlijkheid? Laten wij aansturen op dit laatste.
4 De daad i n het dagelJiksch leven. Hoe brengen wij het bovenstaande, kort samengevat, over i n de daad van het dagelijksche leven? Wij moeten ons voelen als één volk — Nederlanders — tot in hart en nieren; met een bestemming ook op geestelijk en religieus gebied. Trouw zijn aan ons voorgeslacht; aan de idealen van gewetensvrijheid van Willem de Zwijger. Dat handhaven. Chistus volgen, te zamen, niet verdeeld. Sterk en moedig medestrijder zijn tegen het booze, in de eerste plaats i n ons eigen hart; tegen alles wat ongoddelijk is. De rechtspraak overlaten aan den rechter; niet die i n eigen hand nemen. Verstaan de juiste mate van eigenbelang, gezinsbelang, gemeenschapsbelang. Dienen, niet alleen ons gezin, maar ook de gemeenschap; daardoor voorbereiden een beter en rechtvaardiger wereld voor het nageslacht; voor onze kinderen. Elke burger, elke huisvrouw moet beseffen mede verantwoordelijk te zijn — zij het voor een klein deel —, dat elke Nederlander een menschwaardig bestaan heeft. Dat houdt i n : weten hoe een ander het heeft, medeleven, deelen, zorgen voor een goede volkshuisvesting. Ons niet laten gaan, nu we het i n de toekomst beter en ruimer kunnen hebben, tot overdaad; maar een gepaste beheersching betrachten van onze eigen wenschen, zooals wij deze i n de jaren, die achter ons liggen, ons hebben eigen gemaakt. E r moet zooveel saamhoorigheid zijn, dat er gezorgd wordt, dat er genoeg zij voor allen. Door den nood gedreven, werd voedsel opgehaald langs de huizen, de kinderen werden er op uit gestuurd. Hoe langer het duurde, des te gemakkelijker ging het. E r moet gezorgd worden, dat elk mensch door eigen verdienste zich den noodigen leeftocht kan aanschaffen; dat allen weer leeren op eigen beenen te staan. N u er betere tijden te verwachten zijn, ons zelf goed i n de hand houden; met geloof, vertrouwen en blijdschap onzen weg gaande; bewijzende, dat wijsheid uit leed geboren wordt. E n weest dankbaar.
M . E. H . Sandberg—Geisweit van der Netten.
VOEDING EEN AANVULLING V A N HET GROENTE-RANTSOEN. In de meeste steden en dorpen des lands is de beschikbare hoeveelheid groente slechts gering. Een aanvulling is zeker wenschelijk, want de groenten hebben wij hard noodig. De vitaminen en zouten die zij bevatten, heeft ons lichaam n, naast vleesch, vet en zetmeel ook noodig om weer fit te worden en te blijven. Zoo'n aanvulling kan men op twee manieren krijgen. De eerste mogelijkheid is: er op uit te trekken en in het w i l d groeiende planten te verzamelen, die eetbaar zijn, zooals de brandnetel, doovenetel, melde, paardenbloem (molsla). In verwaarloosde tuinen, i n bosschen, in weiden en langs de wegen zijn zij te vinden. ) De andere weg is niets van de groenten, die op den bon verkrijgbaar zijn, weg te doen, doch deze i n haar geheel te gebruiken. We hebben hier voornamelijk op het oog de bloemkool en de worteltjes, waarvan de bladen en het groen uitstekend als groenten te gebruiken zijn. Eenige recepten zijn: Gekookte melde of vogelmuur. l V i kg melde of vogelmuur, zout (aardappel, boter). V a n meldeplanten de wortels en eventueel ook de harde stengeldeelen verwijderen. De groente goed wasschen, l
*) Zie „Onze wilde groenten en vruchten", uitgave van het Voorlichtingsbureau van den Voedingsraad. Prijs 35 cent; aan te vragen: Dr Kuyperstraat 8, 's-Gravenhage. Postrekening no. 363U81.
n m e t a a n h a n g e n d w a t e r snel a a n de k o o k b r e n g e n e n g a a r k o k e n . K o o k t i j d ± 5 m i n u t e n . D e groente fijn snijden, w a t zout toevoegen, zoo n o o d i g het g r o e n t e n a t b i n d e n m e t g e r a s p t e r a u w e a a r d a p p e l e n (deze n o g 5 m i n u t e n l a t e n koken) of g e m a l e n biscuits. N a a r v e r k i e z i n g v o o r het opdoen een k l o n t j e boter d o o r de g r o e n t e r o e r e n .
Sla van melde of vogelmuur. 500 g m e l d e o f v o g e l m u u r , 2 f i j n g e m a a k t e , g e k o o k t e a a r d a p p e l e n , ( a z i j n ) , m e l k , m o s t e r d , z o u t , e v e n t u e e l w a t p e t e r s e l i e , s e l d e r i j o f k e r v e l e.d. D e groente wasschen en heel fijn snijden. De fijngemaakte aardappelen met (azijn), m e l k , m o s t e r d e n z o u t tot e e n g e l i j k m a t i g p a p j e m e n g e n e n er z o u t e n w a t s u i k e r a a n toevoegen. D i t sausje door de g r o e n t e roeren, het slaatje i n e e n schaal o v e r d o e n en d r a g o n of bieslook er o v e r strooien. A l s alle r a u w e groenten, dit slaatje k o r t v o o r den m a a l t i j d bereiden.
Brandnetelstamppot of Doovenetel. l'/i k g a a r d a p p e l e n , l ' / i k g t o p p e n v a n z e e r j o n g e b r a n d n e t e l s o f d o o v e n e t e l s , zout, m a r g a r i n e of vet, m e l k . D e aardappelen schoonboenen, i n s t u k k e n snijden, opzetten met w e i n i g k o k e n d w a t e r e n g a a r k o k e n . D e g r o e n t e w a s s c h e n , zeer f i j n s n i j d e n e n de laatste 10 m i n u t e n m e t d e a a r d a p p e l e n m e e k o k e n . D e n s t a m p p o t a f m a k e n m e t e e n klontje vet of m a r g a r i n e en m e l k . V o o r het v e r z a m e l e n dient m e n h a n d s c h o e n e n a a n te t r e k k e n . A l s m e n d e b r a n d n e t e l s m e t k o k e n d w a t e r o v e r g i e t , b r a n d e n ze n i e t m e e r . D i t is n i e t n o o d i g v o o r d o o v e n e t e l , o m d a t de b l a d e r e n h i e r v a n niet met brandhaartjes zijn overdekt.
Gekookte molsla. VA k g m o l s l a , l ' / i k o p j e m e l k , 4 l e p e l s g e m a l e n b i s c u i t s , b o t e r o f m a r g a r i n e , z o u t . D e m o l s l a u i t z o e k e n e n zoo n o o d i g de b l o e m k n o p p e n v e r w i j d e r e n . D e g r o e n t e opzetten met aanhangend water en zout en v l u g gaar k o k e n . A l s molsla even g e k o o k t h e e f t , de g r o e n t e o m l e g g e n . K o o k t i j d ± 20 m i n u t e n . D e m e l k b i n d e n met w a t aangemengde b l o e m . D e groente door het sausje r o e r e n en er n a a r v e r k i e z i n g w a t vet of m a r g a r i n e door mengen.
Wortelgroen. VI' k g a a r d a p p e l e n , 1 b o s w o r t e l e n m e t g r o e n , m e l k , e e n r e s t j e k o o k n a t v a n w o r t e l e n , m a r g a r i n e of vet, zout. D e w o r t e l e n op de gewone w i j z e gaar k o k e n . Het kooknat bewaren. D e aardappelen schoonboenen en i n vieren snijden. H e t w o r t e l g r o e n w a s s c h e n e n zeer f i j n s n i j d e n e n m e t de a a r d a p p e l e n e n e e n b o d e m p j e k o k e n d w a t e r e n z o u t o p z e t t e n e n g a a r k o k e n . K o o k t i j d 25 m i n u t e n . D e aardappelen en groente v l u g fijnstampen en op s m a a k a f m a k e n met m a r garine of vet en w a t w o r t e l n a t of m e l k . D e s t a m p p o t n o g e v e n door en door w a r m laten w o r d e n en direct opdienen.
Bloemkool en bloemkoolblad. 1 b l o e m k o o l , zout. D e b l o e m k o o l v a n de groene b l a d e n o n t d o e n . D e b l o e m k o o l w a s s c h e n e n i n stukjes v e r d e e l e n . H e t b l a d , de n e r v e n en de z a c h t e d e e l e n v a n d e n s t r o n k wasschen en heel fijn snipperen. B l o e m k o o l , b l o e m k o o l b l a d , n e r v e n en stronk opzetten m e t een b o d e m p j e k o k e n d w a t e r e n zout. S n e l a a n de k o o k b r e n g e n e n g a a r k o k e n i n e e n g o e d g e s l o t e n p a n . K o o k t i j d 20 m i n u t e n . H e t v o c h t b i n d e n m e t w a t a a n g e m e n g d e b l o e m of fijn g e m a l e n b i s c u i t s , o f a f g i e t e n e n v o o r soep b e w a r e n en een melksausje erbij geven. Z i j n d e b l a d e n d o n k e r g r o e n e n s t u g , d a n d e z e m e t d e n s t r o n k e n de n e r v e n f i j n snijden, a f z o n d e r l i j k k o k e n e n m e t de a a r d a p p e l e n tot e e n s t a m p p o t v e r w e r k e n .
BISCUITS IN PLAATS VAN BROOD. Gedurende de afgeloopen dagen is bij menigeen de vraag gerezen, waarom biscuits en geen brood worden verstrekt. Het antwoord op deze vraag is zeer eenvoudig. Brood kan als zoodanig niet worden aangevoerd, het is te veel aan bederf onderhevig en moet daarom ter plaatse gebakken worden. Hiervoor zijn naast meel verschillende artikelen noodig zooals gist en zout, doch vooral brandstof, niet alleen om den oven te kunnen stoken, maar ook electriciteit voor de kneedmachines, e.d. De biscuits daarentegen kunnen zonder meer aan den consument worden uitgereikt. Omdat men het publiek snel van voedsel w i l voorzien, wordt aan de biscuit de voorkeur gegeven. Bovendien is de voedingswaarde van de biscuit ongeveer anderhalf maal zoo groot als die van brood. Wie de kaken te hard vindt om ze zoo op te knabbelen, kan de onderstaande recepten ervan klaarmaken. Pap met kaken. 100 g kaken (± 10 stuks), 1 liter melk of water, zout. De kaken fijn malen of in kleine stukjes breken en met de helft van de melk weeken ± 4 uur. De rest van de melk aan de kook brengen, de geweekte kaken toevoegen en de pap, onder roeren, ± 10 minuten zachtjes koken. Vla met kaken. Zie vorig recept: Pap met kaken. De pap koud laten worden en vermengen met vruchtenessence en suiker of zoetstof naar smaak. Th. van Schaik, Leerares bij het Voorlichtingsbureau van den Voedingsraad. GEZONDHEID, ONS KOSTBAARSTE GOED. Het tij is verloopen, de bakens moeten verzet! Inderdaad, de maatschappij is ijverig bezig de bakens te verzetten. Het lijkt wel, of men alles, dat aan voorafgaande periodes herinnert, w i l sloopen. Waarlijk, wij wenschen de wereld niet terug, zooals zij was. Niet zooals zij werd na M e i 1940, maar ook niet zooals zij was vóórdien. De wereld, zoo hoort men allerwege, mag onder geen voorwaarde weer i n haar oude fouten terugvallen. Maar de man, wien de volksgezondheid ter harte gaat, denkt toch met eenigen weemoed terug aan het verloren wereldbeeld. Niet, dat ook hij niet met al zijn krachten w i l werken aan een betere wereld, maar i n ieder geval zal hij met rechtzetten van de oude fouten wel moeten wachten, totdat het ontstellend aantal nieuwe ongerechtigheden eenigermate is opgeruimd. Het is goed ona nu voor oogen te stellen, hoeveel wij op het gebied der Volksgezondheid door den oorlog nebben verloren. Pas als wij de fout vermijden, om te véél van het oude af te keuren, kunnen wij denken aan het opruimen van dat oude en, profiteerend van de bittere ervaringen van de oorlogsjaren, vernieuwing en verbetering ter hand nemen. Iedere maatregel, iedere mogelijkheid tot verbetering van de Volksgezondheid kan pas dan eenige waarlijke beteekenis krijgen, als zij door den enkeling wordt aanvaard en volledig met zijn wezen versmolten raakt. De Volksgezondheid wordt in laatste instantie door den enkeling gedragen en dan nog wel i n het bijzonder door de huisvrouw. Wat ik nu als eersten wenk ter bevordering van het tempo van de reconstructie van onze Volksgezondheid zou willen inprenten, is dit: Werkt mede om in eigen omgeving, te beginnen bij Uzelve, den zin voor het kostbaarste levensgoed, de gezondheid, weer wakker te schudden. In een somberen winter, verstoken van licht, warmte, voedsel, dekking, reinheid,
7 vrijheid, belaagd door een eerloozen vijand, die slechts onreinheid, gebrek, onveiligheid, ontucht en leugen medebracht, zijn wij onze maatstaven daarvoor geheel kwijt geraakt. Laat men mij niet tegenwerpen, dat wij nog wel de maatstaven kennen, doch dat het naleven ervan ons alleen maar onmogelijk is gemaakt. Ik houd vol, dat wij den zin voor ons kostbaarste bezit werkelijk zijn kwijtgeraakt! Een der zegenrijkste eigenschappen van den mensch — helaas ook een der meest trieste, die hij bezit — is het vermogen tot aanpassen. Deze eigenschap bestaat voor een niet onaanzienlijk deel uit verloochenen en vergeten, uit de bereidheid dus om afstand te doen. Daarin hebben we het heel ver gebracht; ware dit niet zoo, het is de vraag of wij nog betrekkelijk zóó goed door den ellendigen toestand heen waren gekomen. Maar in feite beteekent het toch niet anders, dan dat wij onze maatstaven hebben prijsgegeven. Dit te beseffen is de eerste stap tot herstel. Het terugroepen van onze maatstaven van vóór den oorlog is de snelste weg en — voorloopig — genoeg. Het gaat er maar om, dat een ieder zich er voor hoede gewend te raken aan den bestaanden toestand ten aanzien van de zorg voor de gezondheid en geen moeite spaart om levendig te blijven streven naar herstel van het gedaalde peil. Wat zou het baten, als ik op dit oogenblik, nu het contact weer wordt opgevat, bij U aan zou komen met een reeks practische wenken, die zouden vallen op een ongeploegden grond, waarin zij geen wortel konden schieten? Details en nadere besprekingen over de vele en schoone facetten van ons onderwerp komen later wel aan de orde. N u slechts twee algemeene en principieele wenken. Ten eerste: vermijdt het buitensporige! E r bestaat, na het wegvallen van den allervreeselijksten druk, waaronder wij hebben geleefd, neiging om uit den band te springen. Eet niet te veel! Onderneemt niet te veel, overschat U w krachten niet. Weliswaar biedt het leven nog weinig gelegenheid tot excessen, maar zij komen toch voor: gaat niet overmatig laat naar bed, bedenkt, dat ge nog de gevolgen van een lange periode van overbelasting hebt in te halen. Loopt niet onrustig her en derwaarts te zoeken naar avontuur. Speelt niet met de moraliteit. Houdt de kinderen, niet het minst de rijpere meisjes, onder U w hoede. Zij zullen er hun leven lang den wrangen nasmaak van houden, als zij zich i n de begrijpelijke onevenwichtigheid van het oogenblik hebben laten gaan. M e n moet hen daartegen krachtig steunen. Ten tweede: tracht de harmonie in het dagelijksche leven te herkrijgen. Zorgt voor voldoende en geregelde rust; regelt U w slaap, die i n zorgvolle tijden herhaaldelijk gestoord is geweest. De maatschappij biedt zooveel zorgen en teleurstellingen, dat meer dan ooit harmonie thuis moet worden nagestreefd. Herstelt Uw goede gewoonten op het gebied der lichaamsreinheid. Tracht, ondanks dat zeep, tandenborstels en pasta schaarsch zijn, toch iets te bereiken met gebrekkiger hulpmiddelen. De berusting i n het lage peil moet doorbroken worden. Een volgenden keer willen wij wat meer i n bijzonderheden treden. N u kan worden volstaan met U te verwijzen naar het Novembernummer van „Ons Gezin in tijd van Nood", waarin op blz. 2 door Dr. C. den Hartog een keur van wenken is gegeven, die onverminderde waarde hebben gehouden Prof. Dr. H . W. Julius. WENKEN OVER DE ZUIGELINGENVERZORGING. Onze zuigelingen hebben, vooral i n de groote steden, een moeilijken tijd achter den rug. Vooral de laatste maanden is dit in de verhoogde sterfte tot uiting gekomen. In A p r i l van dit jaar was de sterfte in Rotterdam 78 zuigelingen, in M e i zelfs 108, terwijl de laatste jaren vóór den oorlog dit cijfer steeds onder de 30 lag. Gelukkig kunnen we nu weer beginnen met te trachten de omstandigheden voor onze kinderen zoo goed mogelijk te maken. Het zal echter nog veel
s moeite kosten weer tot den goeden vooroorlogschen toestand terug te keeren, maar ook dan kunnen we nog niet tevreden zijn. Sindsdien is er op het gebied der voedingsleer allerlei nieuws gekomen. Door van deze vermeerderde kennis gebruik te maken zal het mogelijk zijn onze kinderen gezonder dan voorheen te laten opgroeien. Voorloopig zijn we echter nog niet zoover en zullen we eerst met betrekkelijk eenvoudige middelen moeten trachten den toestand te verbeteren. Een van de moeilijkste problemen is het verwarmingsprobleem. De jonge zuigeling kan in ons klimaat, ook 's zomers, niet zonder een behoorlijken toevoer van warmte leven. Kruiken en een behoorlijke bedekking zijn noodzakelijk. Zelfs op h é t oogenblik komen er i n de kinderafdeelingen der ziekenhuizen nog geregeld jonge zuigelingen binnen met ernstige ondertemperaturen, alleen door onvoldoende verwarming veroorzaakt. Het verraderlijke is, dat een kind, dat tijdens een kouden nacht te koud is geworden, zoo moeilijk weer op temperatuur is te brengen en zoo gemakkelijk weer opnieuw een te lage temperatuur krijgt. De moeders kunnen, behalve door het koud aanvoelen van het kind, dezen toestand vaak ook daaraan herkennen, doordat het kind slecht gaat drinken. Een tweede oorzaak van veel moeilijkheden is het veel meer voorkomen van infecties. Gedeeltelijk is dit te wijten aan het opeengehoopt wonen van vele menschen. Waar dit eenigszins mogelijk is, moet de zuigeling i n een apart kamertje liggen. Een chronische verkoudheid of ook wel eens een enkelen keer een tuberculose van inwonende grootouders of evacué's heeft al vaak rampen gegeven. Een schijnbaar eenvoudige verkoudheid is vaak voor zuigelingen een ernstige ziekte. De grootste bron van infecties, waarmee de zuigeling te kampen heeft, vormt het voedsel. Door de veel geringere hygiëne zien we op het oogenblik weer zeer vele heftige acute voedingsstoornissen bij den zuigeling. De oorzaak ervan is, dat de voeding, vooral de melk, schadelijke bacteriën, bijv. dysenteriebacteriën, bevat, die het kind ziek maken. We kunnen dit bestrijden door al het voedsel, i n het bijzonder de melk, goed te koken. Doch daarmee is men er niet. Ook het vaatwerk, zuigflesch en bordje moeten telkens met heet water gereinigd worden. Uitkoken is natuurlijk het beste. Het gebrek aan mogelijkheden tot koken is natuurlijk de grootste belemmering, doch zoo gauw er gas komt, moeten deze voorzorgen wel nummer 1 zijn. Gelukkig is er op het oogenblik voldoende voedsel om onze zuigelingen, als het ten minste geen borstkinderen zijn, weer normaal te voeden. Door het gebrek aan kookgelegenheid komt het middagprakje vaak i n het gedrang. Dit is erg jammer. Op deze wijze krijgt het kind gebrek aan allerlei noodzakelijke stoffen (o.a. vitamine C). Hoewel door koken het vitamine C gehalte van veel groenten en fruit achteruitloopt, is het op het oogenblik toch geheel onjuist zuigelingen rauwe inlandsche groenten en fruit te geven, daar groenten en fruit op het oogenblik vaak de dragers van dysenterie zijn. Het is dan ook noodzakelijk om alle vruchten eenige minuten i n kokend water te dompelen. Op deze wijze kan men het infectiegevaar grootendeels bezweren. Tot slot nog een raad. Laten de moeders vooral de consultatiebureaux voor zuigelingen en kleuters blijven bezoeken. Vaak is het er door de bijzondere tijdsomstandigheden druk en moet de moeder, die toch al zooveel i n rijen moet staan, ook hier weer wachten. Een geregelde controle van de zuigelingen is echter het beste middel om U w kind goed te laten gedijen. Dr. J . H . P. Jonxis, Kinderarts te Rotterdam. O M OVER TE DENKEN. Twee mannen waren bezig steenen te bikken. Een voorbijganger stond naar hen te kijken en vroeg: „Wat doet gij?" De een antwoordde: „Ik bik steenen." De ander zei: „Ik bouw een cathedraal."