Uitgegeven: 31 januari 2008 2008 no. 2 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLAN
BESLUIT van GEDEPUTEERDE STATEN van FRYSLAN van 22 januari 2008, no. 738579 ,
Gedeputeerde Staten van Fryslân stellen met betrekking tot de arbeidsvoorwaardenregelingen het volgende vast:
Artikel I De regeling vergoeding bereikbaarheidsdiensten wordt gewijzigd als volgt: A. Artikel 1 komt te luiden: Door of namens Gedeputeerde Staten worden ambtenaren aangewezen voor het verrichten van bereikbaarheidsdiensten. De ambtenaar van 60 jaar of ouder is vrijgesteld van het verrichten van bereikbaarheidsdiensten. B. In artikel 2 wordt onder a. “teamleider” vervangen door “afdelingshoofd”; “c.q. het betreffende districtshoofd” en “c.q. het districtshoofd” komen te vervallen. C. In artikel 2 wordt onder c “artikel 15 van de bezoldigingsregeling Fryslan” gewijzigd in “artikel C20 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling Provincies. D. In artikel 2 wordt onder d “de in artikel 1 van de Bezoldigingsregeling Fryslân genoemde personen” vervangen door “personen genoemd in artikel A 1, onder a van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling Provincies”. E. Artikel 3 komt te luiden: 1. De krachtens artikel 1 aangewezen ambtenaren die bereikbaarheidsdiensten verrichten hebben daarvoor aanspraak op een vergoeding. 2. De vergoeding bedraagt € 1,29 per uur (per 1 januari 2007). 3. Voor het verrichten van bereikbaarheidsdiensten op ATV-dagen, feestdagen die niet op een zaterdag of een zondag vallen, alsmede op andere aangewezen vrije dagen, niet zijnde een zaterdag of zondag, wordt de uurvergoeding vermenigvuldigd met 2. 4. de aanspraak op een vergoeding vervalt als deze niet is aangevraagd binnen 3 kalendermaanden na afloop van de maand waarin de bereikbaarheidsdiensten werden verricht. 5. De vergoeding wordt periodiek verhoogd met hetzelfde percentage waarmee de salarissen van de provincie Fryslân worden verhoogd op grond van algemene salarismaatregelen. 6. De vergoeding maakt onderdeel uit van de pensioengrondslag; als zodanig is over de vergoeding premie verschuldigd. 7. In plaats van de onder 2 tot en met 4 genoemde vergoeding kan ook compensatie in verlofdagen plaatsvinden. Deze compensatie bedraagt:
1
•
F.
1 dag verlof voor het verrichten van bereikbaarheidsdienst gedurende een week; • ¾ dag verlof voor het verrichten van bereikbaarheidsdienst tijdens een weekend; • 3/8 dag verlof voor het verrichten van bereikbaarheidsdienst op collectief roostervrije dagen, feestdagen die niet op een zaterdag of zondag vallen én op andere aangewezen vrije dagen, niet zijn de een zaterdag of zondag. Artikel 4 lid 2 komt te luiden: Artikel C 20 lid 1, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies blijft buiten toepassing voor zover het gaat om het verrichten van bereikbaarheidsdiensten door de krachtens artikel 1 aangewezen ambtenaren.
G. In artikel 6 wordt “artikel 6 van het Provinciaal Reisbesluit Binnenland” vervangen door “het Provinciaal Reisbesluit Fryslân 2005”. H. De toelichting komt te vervallen. Artikel II A. De regeling kort buitengewoon verlof in verband met ambtjubileum wordt ingetrokken. B. Aan artikel 4 van de aanvullende bezoldigingsregeling Fryslân wordt een lid 9 toegevoegd luidende: Een ambtenaar heeft bij 25- en 40-jarig ambtsjubileum (zowel provinciale- als overheidsdienst) aanspraak op één dag buitengewoon verlof. Deeltijdwerkers krijgen verlof naar rato van de omvang van de dienstbetrekking. Als het provinciale- en het overheidsjubileum op dezelfde dag vallen wordt één dag buitengewoon verlof gegeven. Artikel III De verplaatsingskostenregeling 2005 wordt gewijzigd als volgt: A. In artikel 1 wordt onder e: “bezoldigingsregeling” vervangen door “Cap”. B. In artikel 1 onder f, artikel 2 en artikel 8 wordt “standplaats” vervangen door “plaats van tewerkstelling”. C. artikel 2 lid 1 van de verplaatsingskostenregeling komt te luiden: Aan de belanghebbende die in dienst van de provincie treedt en: • die woont op een afstand van meer dan 15 km van de standplaats (hemelsbreed gemeten) én • die naar een plaats dichter bij de standplaats verhuist over een afstand van tenminste 15 km én • die de reisafstand met ten minste 50% verkleint gemeten langs de meest gebruikelijk weg, kan door of namens gedeputeerde staten een verhuiskostenvergoeding worden toegekend. D. Lid 2 van artikel 4 vervalt. E. In de leden 2 en 6 van artikel 5 wordt “van bijlage A van de bezoldigingsregeling” vervangen door “opgenomen in bijlage II, behorende bij hoofdstuk C van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling Provincies.” F. In de toelichting vervalt de tekst bij artikel 4. Artikel IV Het provinciaal reisbesluit Fryslân 2005 wordt gewijzigd als volgt: A. Aan artikel 1 wordt toegevoegd lid 4 luidende: Op reizen gemaakt naar het buitenland is alleen artikel 8a van toepassing. B. Toegevoegd wordt artikel 8a luidende:
2
Bij reizen naar het buitenland zijn de door de Minister van Binnenlandse Zaken vastgestelde reisregeling buitenland en reisbesluit buitenland van overeenkomstige toepassing. Artikel V Het provincieaal reisbesluit Fryslân 2005 wordt gewijzigd als volgt: Aan artikel 6 wordt een lid 5 toegevoegd, luidende: “Als dienstreis geldt ook het reizen voor een cursus of opleiding in het geval de opleiding door de provincie wordt vergoed.” Artikel VI De Spaarloonregeling wordt gewijzigd als volgt: A. In artikel 1 wordt de definitie van partner: “partner in de zin van artikel 1.2 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001. Dit is de niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot, dan wel de ongehuwde meerderjarige die met de ongehuwde deelnemer in het kalenderjaar gedurende meer dan zes maanden onafgebroken een gezamenlijke huishouding voert en gedurende die tijd op hetzelfde woonadres als belastingplichtige staat ingeschreven in de basis administratie persoonsgegevens en samen en uitsluitend met de belastingplichtige voor het kalenderjaar kiest voor kwalificatie als partner.” B. De punt aan het eind in artikel 2 wordt gewijzigd in een komma en gevolgd door: “dit is de Friesland Bank”. C. Artikel 3 lid 1 komt te luiden: Deelname aan deze regeling staat open voor personen: a. die op 1 januari van het jaar van aanvang van de deelname ambtenaar waren in de zin van deze regeling, en b. ten aanzien van wie door de provincie Fryslân de algemene heffingskorting wordt toegepast sinds 1 januari van het jaar van aanvang van de deelname. c. die niet deelnemer is aan de levensloopregeling Provincies. D. In artikel 4, tweede lid wordt “onderdeel h” vervangen door “onderdeel f”. E. Aan artikel 4 wordt toegevoegd een lid 5: “Bij beëindiging van de deelname wegens ontslag is het de ambtenaar toegestaan het nog niet benutte deel van het in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 genoemde maximale spaarbedrag op jaarbasis in éénmaal te sparen”. F. De tekst van artikel 6 komt te luiden: Artikel 6 1. De ambtenaar kan het spaarloon aanwenden ter voldoening van premies op koopsommen verschuldigd ingevolge een overeenkomst van levensverzekering, waarbij een lijfrente of kapitaaluitkering is verzekerd, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 19b, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen, alsmede voor door de werknemer vrijwillig te betalen premies ingevolge een pensioenregeling. 2. De ambtenaar kan over het tegoed op de spaarloonrekening beschikken ten behoeve van de verwerving van een tot hoofdverblijf dienende eigen woning zoals bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen, door de ambtenaar of zijn/haar echtgenoot, dan wel de partner in de zin van artikel 1.2, van de Wet inkomstenbelasting 2001. 3. De ambtenaar kan over het tegoed op de spaarloonrekening beschikken binnen zes maanden na de start van activiteiten waaruit hij/zij vermoedelijk als ondernemer winst uit onderneming zal gaan genieten, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 19c van de Uitvoeringsregeling werknemersspaarrekeningen en winstdelingsregelingen.
3
4. De ambtenaar kan over het tegoed op de spaarloonrekening beschikking ter zake van compensatie van loon dat niet is genoten door de ambtenaar als gevolg van de opname van (gedeeltelijk) onbetaald verlof, een en ander met inachtneming van de voorwaarden van artikel 19d van de Uitvoeringsregeling werknemersspaarrekeningen en winstdelingsregelingen. 5. De ambtenaar kan over het tegoed van de spaarloonrekening beschikken ter zake van scholingskosten in de zin van artikel 19e van de Uitvoeringsregeling werknemersspaarrekeningen en winstdelingsregelingen een en ander met inachtneming van de in dat artikel genoemde voorwaarden. Scholingskosten zijn kosten van het volgen van een opleiding of studie door de ambtenaar met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning, kosten van cursussen alsmede de kosten van een procedure Erkenning verworven competenties (EVC-procedure). 6. De ambtenaar kan over het tegoed van de spaarloonrekening beschikken ter zake van eenzesde deel van de aan de ambtenaar of zijn partner in rekening gebrachte kosten voor kinderopvang als bedoeld in artikel 5 van de Wet Kinderopvang. 7. De ambtenaar die in de gevallen, genoemd in het eerste tot en met zevende lid, wenst te beschikken over het spaarloon, dient hiertoe toestemming te hebben van de werkgever en schriftelijk bewijs te overleggen aan de spaarinstelling. G. Toegevoegd wordt een lid 3 aan artikel 7: In geval van overlijden van de ambtenaar eindigt de deelname aan de spaarloonregeling. Het gehele tegoed van de spaarloonrekening wordt ter beschikking van de erfgenamen van de ambtenaar gesteld. Het gedeelte van het tegoed dat korter dan vier jaren is geblokkeerd wordt in de loonheffing betrokken op de in artikel 22, eerste lid, artikel 19e van de Uitvoeringsregeling werknemersspaarrekeningen en winstdelingsregelingen bedoelde manier. Artikel VII De seniorenregeling wordt in het hoofdstuk “vormen waarin de seniorenregeling kan worden gerealiseerd” de volgende tekst doorgehaald: “ * alle seniorendagen doorsparen tot het eind van het dienstverband; * diverse tussenvormen (bijv. een halve dag per week korter werken en de rest sparen per jaar of voor de rest van het dienstverband). De eerste drie vormen leveren een bijdrage aan werkdrukverlichting en zijn daarom te overwegen. Alle seniorendagen doorsparen (de vierde mogelijkheid) heeft eerder een averechts effect: door het vervallen van ATV-uren en leeftijdsdagen wordt door 55+-ers per jaar 18 dagen langer gewerkt. Door 60+-ers zelfs 23 dagen,terwijl de werktijdverkorting per dag vervalt. Dit is dus een mogelijkheid die niet aan het doel van de regeling beantwoordt. Vandaar dat het management met deze mogelijkheid zeer terughoudend zal moeten omgaan.” Tussenvormen (de vijfde mogelijkheid) zijn niet uitgesloten bijv: een halve dag per week korter werken, de rest sparen. Maar ook hier geldt: * werkdrukverlichting * doorsparen is niet gewenst * inpasbaarheid in de bedrijfsvoering * individueel vast contract. Daarnaast is zo’n regeling bewerkelijker voor het management.”
Artikel VIII Het Sociaal statuut wordt gewijzigd als volgt:
4
A. artikel 2 c komt te luiden: Managementteam: directeur; adjunct-directeur en sectordirecteuren. B. In de gehele regeling wordt “griffier of adjunct-griffier” gewijzigd in “directeur of adjunct-directeur”. C. In de gehele regeling wordt “P&O-consulent” gewijzigd in “P&O-adviseur”. Artikel IX De compensatieregeling verlies toelage bereikbaarheidsdiensten wordt gewijzigd als volgt: A. In artikel 1 lid 1 wordt “Friesland” gewijzigd in “Fryslân” en “bedrijfsgezondheidsdienst Friesland” gewijzigd in “arbo-dienst”. B. In artikel 6 wordt “overheidspersoneel” gewijzigd in “provinciaal personeel”. Artikel X De Regeling bezwarende omstandigheden en toelichting wordt gewijzigd als volgt: A. In de regeling wordt “Friesland” gewijzigd in “Fryslân”. B. In de alinea “Karakter van de extra beloning, geldigheidsduur” etc. komt punt 4 te vervallen. C. De laatste alinea in de toelichting met het kopje “Toepassing van de regeling en toekenning van een extra beloning” komt te vervallen. Artikel XI De Compensatieregeling verlies toeslag bezwarende omstandigheden wordt gewijzigd als volgt: In artikel 3 wordt “overheidspersoneel” vervangen door “provinciaal personeel”. Artikel XII De regeling gebruik dienstwoningen wordt gewijzigd als volgt: In artikel 4 na “verplaatsingskosten” de tekst tussenvoegen “conform het bepaalde in artikel 5 van de Verplaatsingskostenregeling 2005”. Artikel XIII De Aanvullende bezoldigingsregeling provincie Fryslân 2005 wordt gewijzigd als volgt: Artikel 3 komt te vervallen. De Bedrijfshulpverleningsregeling Provincie Fryslân wordt gewijzigd als volgt: Toegevoegd wordt artikel 6 lid 3, luidende: De ambtenaar die buiten zijn normale functie werkzaamheden verricht in het kader van het bedrijfshulpverleningsplan ontvangt geen vergoeding voor overwerk, indien de werkzaamheden gedurende de pauzes en buiten overeenkomstig artikel D2 vastgestelde werktijden plaatsvinden. Artikel XIV Vastgesteld wordt de volgende regeling arbeidsduurverkorting: Arbeidsduurverkorting 1. Een voltijdwerker die 40 uur per week werkt, bouwt 4 uren arbeidsduurverkorting (adv) per week op. Per jaar is dit afgerond 204 uren. 2. Een deeltijdwerker kan, tenzij het strijdig is met het bedrijfsbelang, ook adv opbouwen. Dit kan variëren van 1 tot 4 uren per week. 3. De opbouw van adv stopt zodra de werknemer 4 weken ziek is, danwel om een andere reden langer dan 4 weken afwezig is (m.u.v. verlof). 4. Vanaf volledig herstel wordt weer adv opgebouwd.
5
5. ADV-uren kunnen worden opgenomen na voorafgaande toestemming door de leidinggevende 6. Niet opgenomen adv-uren vervallen aan het eind van het jaar. 7. Er kunnen per kalenderjaar conform artikel D3 van de CAP maximaal 7 collectieve roostervrije dagen worden aangewezen. De verplichte ADV-uren worden in mindering gebracht op het tegoed aan adv-uren tot een maximum van zes dagen. 8. Bij ziekte wordt een opgenomen adv-dag gecompenseerd, tenzij het een aangewezen collectieve roostervrije dag betreft. 9. Ingevolge artikel D3 lid 2 van de CAP is 5 mei in de jaren waarop 5 mei op een werkdag valt en niet op basis van D1 als feestdag wordt aangemerkt, ook een collectieve roostervrije dag. 10. Lid 7 geldt niet voor zieken voor zover het opgebouwde saldo niet toereikend is. 11. Tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof hoeven geen verplichte adv-dagen te worden afgeschreven. 12. Het werken op verplichte ADV-dagen wordt niet als overwerk aangemerkt. De regeling Handleiding bij invoering arbeidsduurverkorting wordt ingetrokken. Artikel XV De Werktijdenregeling 60 jaar en ouder wordt gewijzigd als volgt: Toegevoegd wordt een nieuw artikel 5 luidende: Indien een werknemer gebruik maakt van de FPU+-regeling is het bepaalde in de artikelen 1 tot en met 3 niet van toepassing. Artikel XVI Het kledingreglement wordt gewijzigd als volgt: A. In het reglement wordt “sectorleider” en “sectorhoofd” vervangen door sectordirecteur. B. In artikel 1 vervalt: “/eenheden”. Artikel XVII In de Richtlijn bijzondere gebeurtenissen worden de bedragen als volgt vastgesteld: huwelijk, bloemstuk 25 geboorte, bloemen 25 4 weken ziekte, bloemen 16,50 overlijden, grafkrans 100, inclusief lint 40 jaar dienst, cadeau 110 40 jaar dienst, etentje 1000 25 jaar dienst 110 25 jaar etentje 1000 afscheid tot 5 jaar, cadeau 50 afscheid, tussen 5 en 10 jr 125 etentje of receptie 500/750 (intern/externe gasten) na 10 jaar, cadeau 250 etentje of receptie 750/1000 pensionering / FPU, cadeau 400 receptie of etentje 1000 De genoemde bedragen zijn inclusief BTW zijn en exclusief eventuele bezorgkosten. Artikel XVIII Het Reglement gebruik e-mail en internet provincie Fryslân wordt aangepast als volgt: In 4.5. wordt na “bewust software en applicaties te downloaden” toegevoegd “,tenzij door I&A hiervoor schriftelijk toestemming is gegeven.”
6
Artikel XIX De Artikelen I tot en met XVIII van dit besluit treden, na uitgifte van het provinciaal blad waarin het besluit is geplaatst, inwerking met ingang van 1 februari 2008.
Namens Gedeputeerde staten van Fryslân,
drs. E.H.T.M. Nijpels, voorzitter
mr. J. Wibier,
secretaris
7