TWINBLOC® MONTAGEINSTRUCTIES VLAKKE REGENWATERTANK TWINBLOC®
ENERGIE- EN SANITAIRSYSTEMEN
Veiligheidsrichtlijnen,toepassingsgebieden en technische gegevens A lgemene instructies, veiligheid
Bij alle werkzaamheden moeten de betreffende voorschriften voor ongevallenpreventie volgens de geldende normen worden nageleefd. Voorts moeten bij de inbouw, montage, het onderhoud en de reparatie de mogelijke voorschriften en normen in acht worden genomen. De installatie van het systeem of van afzonderlijke onderdelen ervan moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel of gespecialiseerde firma’s. Bij alle werken aan het systeem of aan de onderdelen ervan moet het systeem steeds volledig uit bedrijf worden genomen en beveiligd
tegen herinschakeling door onbevoegde personen. Het deksel van de tank moet steeds, behalve bij werken in de tank, gesloten blijven, zodat ongevallen worden vermeden. Uitsluitend originele Roth onderdelen mogen worden gebruikt. Roth biedt een omvangrijk assortiment van toebehoren, die op elkaar zijn afgestemd en kunnen worden uitgebreid tot volledige systemen. Het gebruik van andere toebehoren kan ertoe leiden dat de goede werking van het systeem wordt tenietgedaan en de aansprakelijkheid voor daaruit voortvloeiende schade wordt afgewezen.
T oepassingsgebied en technische gegevens
• De tanks mogen als afzonderlijke tanks opgesteld worden of verschillende tanks mogen gecombineerd worden en voor de ondergrondse opslag van regenwater worden gebruikt. • Meerdere tanks kunnen worden gekoppeld als bij de bestelling wordt opgegeven dat dit nodig is of door middel van de Roth verbindingsset en afvoerbuis DN 100 (bouwzijdig te voorzien).
• De tanks mogen in een ondergrond tot klasse 2 volgens het ATV-werkblad 127 (doorlatende of waterdoorlatende grond) worden ingebouwd. • Het gebied omheen de tankput moet voldoende worden afgeschermd en afgebakend zodat voertuigen er niet over kunnen rijden.
T abel 1 Afmetingen
Roth regenwatertank Twinbloc® Tankvolume l
Lengte mm
Breedte mm
Hoogte mm
max. hoogte met schacht mm
Gewicht kg
1500
2350
1350
680
1355
80
3500
2350
2300
975
1675
140
5000
2440
2300
1350
2050
170
2
Inbouw algemeen
De inbouw moet worden uitgevoerd door installatiebedrijven, die beschikken over degelijke competentie, geschikte toestellen en materialen alsook geschoold personeel. Voor de preventie van
risico’ s voor werknemers en derden moeten de betreffende voorschriften voor ongevallenpreventie worden nageleefd. De inbouw moet volgens deze montageinstructies worden uitgevoerd
Algemeen
De glooiingen en bouwputbreedtes moeten beantwoorden aan DIN-EN 4124. De diepte van de bouwput moeten zodanig worden berekend, dat het maximale grondwaterpeil de helft van de hoogte van de tank niet overschrijdt. De ondergrond van de bouwput moet volledig vlak zijn en ook voldoende draagvermogen hebben. Bij een stabiele grond moet een grindbed (of betonbed) worden aangebracht, verdicht en genivelleerd op de voorgeschreven hoogte.
aan elke kant van de tank 0,60 m groter zijn dan de maten van de tank. De afstand tot vaste constructies moet minstens 1,20 m bedragen.
isen E bouwput
De diepte van de bouwput moet zodanig worden berekend dat de maximale bedekking met aarde over de tank niet wordt overschreden. Voor een gebruik gedurende het hele jaar is het nodig alle waterafvoeren te installeren in de vorstvrije zone. Doorgaans is een inbouwdiepte noodzakelijk van 0,60 tot 0,80 m.
Om voldoende ruimte te scheppen voor de montage moeten de buitenmaten van de bouwput
chets 1 S afmetingen bouwput
u = opvulhoogte max.: 1200 mm (bij toepassing van de schachtverlenging van 500 mm) h = noodzakelijke beddinghoogte h >100 mm Bouwputbreedte = breedte tank + 2 × 600 mm Bouwputlengte = lengte tank + 2 × 600 mm
Afmetingen van de bouwput Tankvolume l
Lengte bouwput mm
Breedte bouwput mm
Diepte bouwput max. zonder schachtverlenging
Diepte bouwput max. met schachtverlenging
1500
3550
2550
1355
1855
3500
3550
3500
1675
2175
5000
3630
3500
2050
2550
3
abel 2 T afmetingen bouwput
Inbouw algemeen
Inbouw in grondwater en waterhoudende grond
In geval van grondwater of een waterhoudende laag of waterondoorlatende leembodem moet worden gezorgd voor een voldoende afvoer van het aangevoerde water door middel van drainage.
De tanks mogen maximaal tot aan de helft van de tankhoogte (zonder schacht) in het grondwater worden ingebouwd.
H elling, glooiing, inbouw naast bereden terreinen
Bij de inbouw van de tank in een terrein met een helling of in de onmiddellijke buurt (<5 m) van een helling, heuvel of een glooiing moet een statisch berekende steunmuur worden gebouwd om de gronddruk van de aarde op te nemen. De muur moet aan alle zijden minstens 0,50 m groter zijn dan de tankafmetingen en minimum een afstand van 1,20 m van de tank houden.
Bij de installatie van de tanks naast bereden terreinen moet worden gegarandeerd dat de belastingen die ontstaan door zware voertuigen niet op de tank worden overgedragen. Een statisch bewijs moet op het bouwterrein worden geleverd.
• De verbinding van twee of meerdere tanks gebeurt via het onderaan de tank voorziene boorvlak door middel van de Roth verbindingsset en KG-buizen DN 100 of door tanks die al vooraf van boorgaten zijn voorzien.
• De KG-buizen moeten minstens 0,20 m in de tanks steken. • De afstand tussen twee tanks moet minstens 0,60 m bedragen
S chets 2 Inbouw van de tanks bij een helling, glooiing
v erbinden van meerdere tanks
4
Inbouw vlakke tank
• Voor inbouw moet worden gecontroleerd of de tankwand zich in perfecte toestand bevindt en geen transportschade vertoont. • De tank moet met geschikt gereedschap schokvrij in de bouwput worden gebracht en in de juiste positie worden gezet. • Zie opmerkingen op pagina 4 als meerdere tanks met elkaar moeten worden verbonden. • De bouwput moet met geschikt vulmateriaal (materiaal vrij van stenen) worden gevuld. Daarbij moet rond de tank een 200 mm dikke grindlaag (korrelgrootte 4 tot 16 mm) als tankomhulsel worden geplaatst en voorzichtig en zonder gaten worden samengeperst.
• Tussen de ribben en onder de afgeronde tankvorm moet het vulmateriaal eveneens manueel goed worden samengeperst. • Bij de inbouw van meerdere tanks naast elkaar is een tussenruimte nodig van minstens 600 mm tussen de tanks. Deze moet bij het opvullen eveneens goed en zonder gaten worden aangeduwd. • De bouwput moet eerst en vooral tot circa 50 mm onder de overlooprand worden opgevuld.
• Elk tank wordt met een schachtsysteem geleverd, dat tijdens het transport volledig in de tank is geschoven.
• Bij enkele montagestappen is het nodig de schacht volledig uit de tank te trekken. • Als u de schacht terug in de tank plaatst, moet als volgt te werk worden gegaan: -- Controleer of de schachtdichting juist in de schachtopening zit en erop ligt. -- Voorzie de dichtingslippen van voldoende glijmiddel. -- Plaats de schacht op de inkeping van de rubber dichtingslip en schuif hem in de tank. -- De schacht moet circa 60 mm diep in de tank steken. -- Til hem eventueel met geschikt gereedschap erin (Opgelet: gebruik geen gereedschap met scherpe randen zodat de dichting niet wordt beschadigd).
-- Als de schacht in de tank zit, moet de bovenste kortere dichtingslip er naar boven worden uitgetrokken (opgelet: gebruik ook hier geen gereedschap met scherpe randen) zodat deze compleet met het binnenvlak op de schachtrand ligt (zie schets 3). -- Zorg er hier ook voor dat de onderste langere dichtingslip bij het uittrekken van de bovenste niet mee naar boven wordt getrokken.
5
Plaatsing in de bouwput
ontage van de M schacht bij de inbouw van een basitank (zonder geïntegreerd filtersysteem)
Inbouw vlakke tank
S chets 3 Toestand van de dichtingslippen
Rubber lippendichting
Bovenste lip
Schacht Tank Onderste lip
S chets 4 Ondersteuning schacht
• De schacht moet onder de bovenste schachtring met geschikt kanthout worden ondersteund.
Inbouw van de schacht voor berijdbaarheid met personenwagens
• Als toebehoren wordt een schachtdeksel voor berijdbaarheid door personenwagens met een wiellast tot 600 kg aangeboden. • Moet de schacht door personenwagens berijdbaar zijn, dan moet het originele deksel vervangen worden door dit deksel. • Bij het aanvullen aan de schacht moet op de bovenste 200 mm een ring van schraal beton met een breedte van minstens 300 mm als steunoppervlak voor de schachtring worden geplaatst.
6
• Gelieve rekening te houden met de eventuele aanpassing in de hoogte voor een gelijkaansluitende bestrating.
Inbouw vlakke tank
ca. 200 mm
Bestrating Ring van mager beton
Schacht met berijdbaar deksel
chets 5 S Inbouw schacht met berijdbaarheid door personenwagens
ca. 300 mm
Bij de uitrustingsvarianten “basistank met filterkorf” of pakket huis houdelijke techniek I” met geïntegreerde patroonfilter moet het schachtsysteem volledig uit de tank worden genomen voor de voormontage. Vervolgens moet de filtereenheid worden geïnstalleerd volgens de handleiding die bij het uitbreidingspakket is geleverd.
Wanneer het schachtsysteem teruggeplaatst wordt in de tank moet volgens de instructies op pagina 5 van deze handleiding worden gehandeld.
ontage van M de schacht met geïntegreerde tuinof patroonfilter
Inkorten van het schachtsysteem
Montage van een schachtverlenging
A anpassen van het schachtsysteem
• Nadat het schachtsysteem passend in de tank werd geplaatst, is het eventueel nodig de schacht korter te maken. • Daarvoor moeten aan de bovenste schachtring zijdelings vanbinnen aangebrachte schroeven worden losgemaakt en de schachtring moet worden verwijderd. • De schacht moet dan, passend van bovenaan, op de juiste lengte worden ingekort
• Is de inbouwdiepte groter dan de standaard schachtlengte, dan kan deze worden verlengd met de schachtverlenging die als optioneel onderdeel kan worden bijgeleverd. -- Daarvoor moet de schachtring gedemonteerd worden, zoals reeds werd beschreven. -- De schachtverlenging moet met de overlappingsring naar onderen op de tank worden geplaatst en worden aangepast aan de desbetreffende inbouwdiepte. -- Dan moet de verlenging worden vastgeschroefd aan de schacht en de schachtring er bovenop worden geplaatst en eveneens worden vastgeschroefd. -- De kunststof afdekking moet op de schacht worden aangebracht en met de beide schroeven stevig worden vastgezet.
OPGELET: De dekselring moet minimaal boven het oppervlak van het terrein uitsteken. • De schachtring moet opnieuw op de schacht worden geplaatst en worden vastgeschroefd.
7
Inbouw vlakke tank
Installatie van de leidingen
• Bij de inbouw van de uitvoering “basistank” moet de toevoerleiding van buiten in de dichting op de toevoerzijde worden geschoven zodat deze circa 90 mm in de tank steekt. • Bij de inbouw van een Twinbloc® met toevoervertraging/geluiddemping moet deze volgens de erbij gevoegde handleiding worden geïnstalleerd. • Moet een externe filter vooraf worden geplaatst, dan moet de betreffende handleiding in acht genomen worden. • De toevoerleiding van de filter naar de tank moet ook worden geïnstalleerd.
• De tweede aansluiting kan voor de montage van nutsleidingen (aanzuig- of opvoerleiding of eventueel voor kabels) worden gebruikt. Daarbij moet er rekening mee worden gehouden dat de wachtleiding in DN 100 met voldoende helling naar de tank wordt geplaatst, zodat terugstromend water niet in de wachtleiding kan stromen. • Bij de montage van de uitvoering filterkorf, patroonfilter of een toevoervertraging/ geluiddemping met externe filter moeten de leidingen worden geïnstalleerd zoals weergegeven in de betreffende systeemtekeningen.
V erder opvullen van de bouwput
• Na het afwerken van de volledige schachtmontage en ook de installatie van de leidingen moet de bouwput verder in lagen worden opgevuld en goed worden verdicht met geschikt vulmateriaal (materiaal vrij van stenen) tot circa de helft van de schachthoogte. • De leidingen moeten tijdens het vulproces met grind (korrelgrootte 0 tot 8 mm) worden omgeven en manueel worden aangedrukt. • Als het schachtsysteem vast zit en niet meer beweegt, kunnen de steunen voorzichtig worden verwijderd. De ontstane holle ruimten moeten dan worden opgevuld en aangedrukt. • De put wordt nu verder opgevuld tot direct onder de dekselring van de bovenste schachtring
Opmerking: Bij het vullen van de schacht met aarde moet worden verzekerd dat het vulmateriaal tot onder de bovenste schachtring goed aangedruktwordt zodat wordt voorkomen dat de schacht later dieper zakt. Daarvoor moet vulmateriaal worden gebruikt dat goed samengeperst kan worden.
8
Basistank 1500 l
Toevoer
Overloop
Toleranties van +/- 50 mm moeten in acht worden genomen 9
Basistank 3500 l
Aansluiting voor de voorzieningsleidingen
Overloop
Toevoer
Toleranties van +/- 50 mm moeten in acht worden genomen 10
Basistank 5000 l
Weergave met ingeschoven schacht
Aansluiting voor voorzieningsleidingen
Overloop
Toevoer
Toleranties van +/- 50 mm moeten in acht worden genomen 11
Pakket voor technisch gebruik in huis I - 3500 l
Inlaat DN 100 naar de patroonfilter
Schachtdeksel
Uitbreidingspakket patroonfilter
Uitlaat DN 100 van de patroonfilter
Overloopsifon met rooster tegen ongedierte
Drukslang met klemfitting D=32 Vlottende aanzuiging Voorgemonteerde schacht voor uitbreidingspakket patroonfilter Rubberen dichting voor schacht
Kabel- en buisdoorvoerstuk DN 100
Aansluiting voor overloopbuis Bocht DN 100/45° Mof DN 100x210 lang Bocht MF DN 100/100/45°
Toleranties van +/- 50 mm moeten in acht worden genomen 12
Pakket voor technisch gebruik in huis I - 5000 l
Schachtdeksel
Inlaat DN 100 naar de patroonfilter
Uitbreidingspakket patroonfilter
Uitlaat DN 100 van de patroonfilter
Overloopsifon met rooster tegen ongedierte
Drukslang met klemfitting D=32
Voorgemonteerde schacht voor uitbreidingspakket patroonfilter
Vlottende aanzuiging
Rubberen dichting voor schacht
Kabel- en buisdoorvoerstuk DN 100
Aansluiting voor overloopbuis Bocht DN 100/45° Mof DN 100x210 lang Bocht MF DN 100/100/45°
Toleranties van +/- 50 mm moeten in acht worden genomen 13
Pakket voor technisch gebruik in huis II - 3500 l
Toevoer DN 100 van de in de grond ingebouwde filter
Schachtdeksel
Aansluiting voor afloopbuis DN 100 Drukslang D = 32 naar automatische schakeling KIT 02 Aansluitleiding D = 32 voor de navulmodule Dompelpomp Combipress
Geluiddempende inloop
Schacht Rubberen dichting voor schacht
Kabel- en buisdoorvoerstuk DN 100
Toleranties van +/- 50 mm moeten in acht worden genomen 14
Overloopsifon met rooster tegen ongedierte
Pakket voor technisch gebruik in huis II - 5000 l
Schachtdeksel
Toevoer DN 100 van de in de grond ingebouwde filter
Aansluiting voor afloopbuis DN 100 Drukslang D = 32 naar automatische schakeling KIT 02 Aansluitleiding D = 32 voor de navulmodule
Geluiddempende inloop Schacht
Rubberen dichting voor schacht
Kabel- en buisdoorvoerstuk DN 100
Toleranties van +/- 50 mm moeten in acht worden genomen 15
Dompelpomp Combipress
Overloopsifon met rooster tegen ongedierte
Pakket tuinberegening 1500 l
Inlaat DN 100 naar de filterkorf
Drukslang met klemfitting D=32 Schacht met voorgemonteerde filterkorf
Schachtdeksel
Overloop DN 100 van de filterkorf Aansluiting voor afloopbuis Bocht DN 100/45° Mof DN 100x210 lang Bocht MF DN 100/100/45°
Dompelpomp
Rubberen dichting voor schacht
Kabel- en buisdoorvoerstuk DN 100
Toleranties van +/- 50 mm moeten in acht worden genomen 16
Overloopsifon met rooster tegen ongedierte
Pakket tuinberegening 3500 l
Inlaat DN 100 naar de filterkorf
Schachtdeksel
Uitbreidingspakket tuin
Overloop DN 100 van de filterkorf
Drukslang met klemfitting D=32 Voorgemonteerde schacht voor het uitbreidingspakket tuinfilter
Overloopsifon met rooster tegen ongedierte
Dompelpomp
Rubberen dichting voor schacht
Aansluiting voor afloopbuis Bocht DN 100/45° Mof DN 100x210 lang Bocht MF DN 100/100/45°
Kabel- en buisdoorvoerstuk DN 100
Toleranties van +/- 50 mm moeten in acht worden genomen 17
Pakket tuinberegening 5000 l
Inlaat DN 100 naar de filterkorf
Schachtdeksel
Uitbreidingspakket tuin
Overloop DN 100 van de filterkorf
Aansluiting voor afloopbuis Bocht DN 100/45° Mof DN 100x210 lang Bocht MF DN 100/100/45°
Drukslang met klemfitting D=32 Voorgemonteerde schacht voor het uitbreidingspakket tuinfilter
Dompelpomp Rubberen dichting voor schacht
Overloopsifon met rooster tegen ongedierte
Aansluiting voor afloopbuis Bocht DN 100/45° Mof DN 100x210 lang Bocht MF DN 100/100/45°
Kabel- en buisdoorvoerstuk DN 100
Toleranties van +/- 50 mm moeten in acht worden genomen 18
GARANTIEBEWIJS Vlakke regenwatertank Twinbloc® Met een inhoud van 1500 l 3500 l 5000 l Fabricagenummer: is vervaardigd van grootmoleculig polyethyleen, een kunststof met hoge dichtheid en grote stijfheid. Het werd vervaardigd in een uitblaasvormproces. De fabricage van elk afzonderlijke tank is onderworpen aan een regelmatige en uitgebreide controle. We garanderen dat de eigenaar van deze tank een
productgarantie heeft van 10 jaar en een dekking van gevolgschade gedurende 10 jaar voor materiaal- en fabricagefouten die aan ons toe te schrijven zijn. De garantie neemt een aanvang vanaf de eerste ingebruikneming, uiterlijk echter 12 maanden na productiedatum. In gevallen van productgarantie kunnen wij vrij beslissen of wij of derden onze garantiebelofte in de vorm van een vervangende prestatie of reparatie nakomen. De garantie valt weg bij wijzigingen, reparaties en pogingen tot reparatie door personen aan wie we geen opdracht hebben gegeven. Het honoreren van onze garantie stelt voorop dat een gespecialiseerd bedrijf met stempel en handtekening de eerste ingebruikneming op dit document heeft bekrachtigd binnen 12 maanden na productiedatum en dat de montage- en gebruiksaanwijzing en ook de officiële inbouw- en bedrijfsvoorschriften en ook de geldige normen bij planning, inbouw en tijdens de werking nageleefd werden. Een schadegeval moet samen met de verzending van het ingevulde garantiebewijs meteen aan ons worden gemeld. Worden voornoemde punten niet nageleefd, dan is de garantie nietig. Onze garantie doet geen afbreuk aan de contractuele en wettelijke eisen van de consumentenbescherming. Eerste ingebruikneming op: Installatiebedrijf:
Datum
Plaats
Handtekening
Datum
Plaats
Handtekening
ROTH UMWELTTECHNIK Filiaal van ROTH WERKE GMBH 01877 BISCHOFSWERDA
19
Onder voorbehoud van technische wijzigingen.
Tel: 015/50 92 91 . Fax 015/50 92 98 E-mail
[email protected]
Material-Nr.: ????????? ???????
Roth Belgium