TULE - ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD
TULE inhouden & activiteiten
KERNDOEL 48 | 186
Oriëntatie op jezelf en de wereld - ruimte
Kerndoel 48 Kinderen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken.
Toelichting en verantwoording De kinderen wonen in een land dat, voor een groot deel, lager ligt dan de zee. De bewoners hebben zich, door de eeuwen heen, moeten beveiligen tegen het water. Niet alleen tegen het water van de zee, ook tegen het water dat via de rivieren Nederland binnenstroomt en het water dat als regen op het land valt. Het meest bekend zijn we door onze strijd tegen het zeewater, in het bijzonder door het Deltaplan na de watersnood van 1953. Actueler zijn, als gevolg van meer neerslag, hogere temperaturen en stijgende zeespiegel, de problemen met de afstroom van rivierwater en hemelwater.
Inhoud groep 1 en 2
groep 3 en 4
groep 5 en 6
groep 7 en 8
WATER IN NEDERLAND • zee, strand en duinen
als groep 1/2 + • rivieren, kanalen en meren
TULE - ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD
als groep 3/4 + als groep 5/6 + • verdediging tegen het buitenwater (de • verdediging tegen het binnenwater zee) - rivieren - terpen - dijken - duinen - dynamisch rivierbeheer (de rivier moet - dijken weer ruimte krijgen) (Westfriese Omringdijk, Zuiderzeewer- polders aanwijzen die bij extreem hoge ken en Deltaplan) afvoer water gaan bergen • bemalen van laaggelegen land • de (3891) polders in Nederland als een - molen(gang)/ gemaal vorm van 'landmaken' - boezemgebied - terpenlandschap - veenpolders - ontginningen van het veen veenpolders (het 'oude land') en veen- droogmakerijen afgravingen (Utrechts plassengebied, Groningse en Drentse veenkoloniën) - aandijkingen van opslibbend land - waddenkust - buitendijkse schorren in Zeeland - droogmakerijen (Beemster, Haarlemmermeer, Zuiderzeepolders)
KERNDOEL 48: INHOUD | 187
TULE - ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD
KERNDOEL 48: GROEP 1 EN 2 - ACTIVITEITEN | 188
Groep 1 en 2 - Activiteiten Wat doen de kinderen?
Wat doet de leraar?
– De kinderen nemen waar en beschrijven hoe de zee eruit ziet. – Ze praten met elkaar over duinen en maken daar een tekening van. – Ze maken meeuwen en hangen die op.
– De leraar creëert onderwijsleersituaties waarin de kinderen het begrip zee kunnen verkennen. • Zij maakt via het digitale schoolbord gebruik van foto's, videobeelden en geluiden.
Groep 1 en 2 - Doorkijkje De zee in de klas Het is voorjaar. Op de vloer van de klas worden, op stevig landbouwplastic, twee kruiwagens met zand uit de zandbak gestort: het strand. De zee is gemaakt van groene en blauwe lappen, met daar overheen lichtblauw afdekplastic. Het geheel maakt een golvende indruk. Vlak bij de zee liggen op het strand schelpen. In zee ‘dobbert' een luchtbed en een rubberboot. Aan het plafond hangen door de kinderen zelfgemaakte meeuwen. Op het strand staan een strandstoel, een emmertje, een schep, een schepnet en een strandbal. Aan de wanden van het lokaal hangen door de kinderen gemaakte tekeningen van duinlandschappen. Via een cassettedeck hoor je vogelgeluiden en de branding. Tijdens deze week komen aan de orde: strand, zee, branding, zeedieren, vissen, zout water, wind, zwemmen, kastelen bouwen en duinen.
TULE - ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD
Zee en strand in de klas
Bron: (1997). Praxis-Bulletin, 5 januari.
KERNDOEL 48: GROEP 1 EN 2 - DOORKIJKJE | 189
TULE - ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD
KERNDOEL 48: GROEP 3 EN 4 - ACTIVITEITEN | 190
Groep 3 en 4 - Activiteiten Wat doen de kinderen?
Wat doet de leraar?
– De kinderen verwoorden de begrippen zee, rivier, kanaal en meer. – Ze vergelijken en kunnen uitleggen wat de verschillen en overeenkomsten zijn.
– De leraar laat de kinderen nadenken over de volgende vragen: • wat is het kenmerkende van de zee? • wat is het kenmerkende van een rivier? • waarin verschillen kanalen en meren van zee en rivier? • hoe ontstaan een kanaal en een meer?
Groep 3 en 4 - Doorkijkje Vier waterhoeken Meester Rolf heeft in zijn klas vier hoeken ingericht. In elke hoek ligt op een tafeltje een foto. Op die vier foto's is het volgende te zien: – strand, branding, zee, duinen, kinderen die spelen en kastelen bouwen, mensen die zwemmen, een visser naast zijn hengel, een ijscokraan, etc. (foto van de zee); – rivier met dijken, uiterwaard met koeien, kribben, steenfabriek, binnenvaartschepen, veerpontje, meanders (bochten), fietspad over de dijk, etc. (foto van rivier); – kanaal met binnenvaartschepen, geen bochten, een zeilboot, een visser langs de kant, etc. (foto van een kanaal); – meer met zeilboten, kano's, pleziermotorboten, een uitspanning met terras, een recreatiehaven, etc. (foto van een meer). De kinderen gaan in groepjes langs de foto's en krijgen opdracht naar de foto's te kijken en met elkaar te bespreken wat ze er op zien, of ze dat herkennen en hoe ze denken dat het is gevormd. Meester Rolf begeleidt de groepjes en gaat met ze in gesprek vanuit de vragen: – Waarnemen • Wat zie je? • Hoe ziet het eruit? • Wat kun je zeggen over aantallen, hoogte, diepte, breedte, afstand? – Verklaren/begrijpen • Wat denk je, is de omgeving op deze foto gemaakt door de natuur of door de mens? • Waarom denk je dat? – Herkennen • Waar heb je zo'n omgeving wel eens vaker gezien? • Lijkt deze omgeving op de omgeving waar jij woont? • Wat is anders dan op de andere drie foto's? • Wat is hetzelfde? Als alle groepjes alle hoeken hebben bezocht vat meester Rolf met de kinderen de resultaten samen. TULE - ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD
KERNDOEL 48: GROEP 3 EN 4 - DOORKIJKJE | 191
TULE - ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD
KERNDOEL 48: GROEP 5 EN 6 - ACTIVITEITEN | 192
Groep 5 en 6 - Activiteiten Wat doen de kinderen?
Wat doet de leraar?
– De kinderen bespreken hoe mensen in Noord-Holland in 1300 beschermd werden tegen het water van de zee. – Ze oriënteren zich op wat in die tijd buitenwater was en wat binnenwater. – Ze wijzen bestaande dijken aan op een kaart van nu en uit 1300. – Ze denken na over verschillen tussen toen en nu met betrekking tot de verdediging tegen de zee. – Ze bespreken hun overwegingen aan elkaar.
– De leraar laat een kaart zien van Noord-Holland omstreeks 1300. – Zij praat met de kinderen over hoe mensen in die tijd op een natuurlijke manier werden beschermd tegen de zee (duinen) en welke maatregelen ze zelf namen (dijken). – Zij laat, door de lijn van de dijken te volgen, aangeven wat in die tijd (nog) allemaal buitenwater was (in verbinding met de zee) en wat (al) binnenwater was. – De leraar laat de kaart uit 1300 vergelijken met een kaart anno nu en laat op beide kaarten de plaats aanwijzen van de tegenwoordige Zuiderzeedijken en de Hondsbossche Zeewering. – Zij stimuleert om de verschillen te benoemen met betrekking tot de verdediging tegen de zee. – Zij bespreekt de resultaten.
Groep 5 en 6 - Doorkijkje Bescherming tegen de zee De kinderen hebben de hoogtekaart van Nederland uit de atlas voor zich. Tevens, een kopie van een 'blinde kaart' van Nederland. Op die 'blinde kaart' geven ze aan hoe Nederland, door duinen en zeewerende dijken, tegen de zee is beschermd. Ze beginnen in Zeeuws-Vlaanderen en eindigen bij de Dollard (of andersom). Hier en daar zetten ze er een naam bij, bijvoorbeeld Hondsbosse Zeewering, Delftlandse Hoofden, Afsluitdijk. Op internet zoeken ze plaatjes op die ze afdrukken en als illustraties op hun kaart plakken.
TULE - ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD
Bescherming tegen de zee
KERNDOEL 48: GROEP 5 EN 6 - DOORKIJKJE | 193
TULE - ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD
KERNDOEL 48: GROEP 7 EN 8 - ACTIVITEITEN | 194
Groep 7 en 8 - Activiteiten Wat doen de kinderen?
Wat doet de leraar?
– De kinderen leren over de tweevoudige strijd tegen het water: dat van de zee en het regen/ rivierwater. – Ze denken na over mogelijkheden je te beschermen tegen het regen/ rivierwater. – Ze discussiëren over oplossingen, gericht op een grotere waterberging: uiterwaarden afgraven en dijken van bepaalde polders doorsteken. – Ze vormen zich, in het laatste geval een mening over de 'nieuwe natuur' die daardoor ontstaat.
– De leraar vertelt dat Nederland zich niet alleen tegen het water van de zee moet verdedigen, maar ook tegen regenwater en rivierwater. – Zij brengt in dat verband in herinnering de evacuatie van een deel van het rivierengebied, enkele jaren geleden, en de regelmatig weerkerende wateroverlast in het Westland. – Zij vraagt om in groepjes na te denken wat daartegen de meest voor de hand liggende remedie zou zijn (bijv. hogere dijken langs de rivieren, betere bemaling in het Westland). – Zij vertelt dat men tegenwoordig juist denkt aan andere (bijna tegengestelde) oplossingen, gericht op een grotere waterberging: • uiterwaarden langs rivieren afgraven; • dijken doorsteken van sommige polders, zodat er een grotere waterberging ontstaat in tijden van hoge waterstand in de rivier. – De leraar stimuleert om in groepjes over de voor- en nadelen daarvan na te denken. – Zij legt, in het verlengde daarvan, uit dat beide manieren van 'water weer de ruimte geven', tevens leiden tot 'nieuwe natuur'.
Groep 7 en 8 - Doorkijkje De Millingerwaard Juffrouw Mirna laat een videofilm zien van het Wereldnatuurfonds over de ontwikkeling van een natuurlijk rivierlandschap in de Millingerwaard bij Nijmegen.
bron: www.millingerwaard.info
De uiterwaarden heeft men afgegraven en oude rivierlopen weer blootgelegd en uitgegraven. Als het nu hoog water wordt kan de Millingerwaard veel meer water bergen waardoor er minder gevaar is voor overstroming. De vegetatie bestaat weer uit het oorspronkelijk ooibos, dat bestand is tegen overstromingen. En om er voor te zorgen dat dit niet volledig dichtgroeit zijn er grote grazers uitgezet zoals Konikpaarden en Gallowayrunderen. Wat er ook teruggekomen is, zijn de rivierduinen. Omdat het zand niet meer wordt vastgehouden door akkers kan het door de westenwinden opgestoven worden tot metershoge duinen. Het Millingerduin is het hoogste (weer) 'levende' rivierduin van Nederland.
TULE - ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD
Bron: Als videocassette in 1996 verschenen bij het WNF in het kader van de ontwikkeling van nieuwe natuur in Nederland. (Niet meer verkrijgbaar.)
KERNDOEL 48: GROEP 7 EN 8 - DOORKIJKJE | 195