Transcripten luisteroefeningen
Thema 1: Vrije Tijd Luisteroefening 1 Nicolien Smit en Dennis Ruiter gaan elke vakantie met hun Volkswagen-camper uit 1997 op pad. Ze zijn al naar Noorwegen, Normandië en Texel gereden. Waarom een camper? Dennis: We hebben een tijdlang met de tent gereisd, maar dat beviel ons niet. Wij slapen nooit twee nachten op dezelfde plek, en om nou elke keer die tent op te zetten … Veel te veel gedoe, zeker als het heeft geregend. Daar hebben we nu sowieso geen last meer van. Bovendien is een camper warmer en je hebt alles bij de hand. Nicolien: Ik heb altijd iets met oude Volkswagenbusjes gehad. Zo een wil ik er ook, wist ik. Het heeft nog wel even geduurd voordat we ‘m vonden. Veel bussen zijn erg beschadigd en moeten compleet gerestaureerd worden. Daar hadden we dus geen zin in. Uiteindelijk vonden we deze. Hij heeft wel wat roestplekjes, en we hebben een aantal onderdelen laten vervangen, maar verder is ie in prima staat. We gaan dit jaar trouwen en je kan wel raden wat onze trouwauto wordt! Hoe rijdt ie? Dennis: Hij haalt de 120, maar je wilt niet weten hoe. Gemiddeld rijden we zo’n 90 kilometer per uur; dan rijdt ie lekker. Tot nu toe hebben we geen pech gehad. Oké, de uitlaat is er een keer onder vandaan gevallen, maar met wat bouten en schroeven hebben we dat snel verholpen. Gewoon even naar de plaatselijke doe-het-zelf-markt. Veel leuke dingen meegemaakt? Nicolien: Zodra we de camping op rijden, kijkt iedereen om. Er zit zo’n kevermotor in, dus dat ratelt als een gek. En de bus zelf is ook een flinke blikvanger. Laatst stonden we op een prachtige plek in Noorwegen, bij een waterval. Dit bleek echter een toeristische trekpleister te zijn, dus bussenvol Japanners natuurlijk. Iedereen wilde onze bus fotograferen. Dennis: Het is een kleine bus, maar we hebben het er heerlijk in. Er zit een slaapcabine op het dak, we hebben stromend water, twee gaspitten en een koelkast. Er kon ook een toilet in, maar dat vonden we zonde van de ruimte. Als we willen douchen, doen we dat gewoon op de camping. Vinden we helemaal niet vervelend. Nou ja, soms dan. Sta je net je tanden te poetsen, zit er naast je iemand te poepen; dat is toch minder prettig. Nicolien: Je ziet ons ook niet met een wc-rol over de camping lopen. Daar hebben we een toilettas voor. Maar verder kan ik alleen maar voordelen van kamperen bedenken. De vrijheid, de natuur, het contact met mensen. Wij zoeken alleen de kleine campings op, die zijn vaak mooier, gezelliger en
ook netter dan die grote familiecampings. We koken altijd zelf, elke avond. Wist je dat je zelfs gekookte aardappels in blik kunt kopen? Nou, dat soort dingen kun je van tevoren allemaal inslaan. Toen we naar het toch wel dure Noorwegen gingen, hadden we voor de meeste dagen een maaltijd meegenomen. Verse producten als melk en brood, en soms groenten en fruit, haalden we zoveel mogelijk ter plekke.
Thema 4: Eten en drinken Luisteroefening 17 Intro U gaat luisteren naar meneer Veldkamp. Hij is directeur van een koffiebranderij. Hij vertelt over zijn bedrijf. Meneer Veldkamp: Onze koffiebranderij beschikt over de allernieuwste brandertechnologie en produceert anno 2007 een heel scala aan soorten en smaken Veldkamp-koffie. De bonen worden rechtstreeks betrokken van de plantages; de meeste Arabicabonen uit Midden- en Zuid-Amerika en het grootste deel van de robustabonen uit Azië en Afrika. Door dat directe contact hebben we een band kunnen opbouwen met de koffieboeren en is de herkomst van al onze bonen bekend. Veldkamp-koffie draagt dan ook het Utz Kapehkeurmerk, dat aangeeft dat de koffie is gemaakt met aandacht voor het milieu en de arbeidsomstandigheden van de koffieboeren. Beantwoord vraag 1 Als de nog groene bonen aankomen in onze branderij, wordt er uit de partij een steekproef genomen. Als de lading wordt goedgekeurd, dan kan de vrachtwagen de bonen lossen in de silo’s. Elke silo bevat bonen van een andere plantage. Om de constante smaak en kwaliteit te garanderen, worden de verschillende bonen gemengd. Melangeren, heet dat in vaktaal. Alle Veldkamp-koffie bestaat uit melanges, behalve een aantal soorten uit de serie van Veldkamp Top. Dat is echte originekoffie, bestaand uit één soort boon uit bijvoorbeeld Ethiopië of Brazilië. Beantwoord vraag 2 Na het melangeren gaan de bonen via een buizensysteem naar de branders. Het aroma van een koffieboon komt pas vrij tijdens het branden. Hoe langer de boon wordt gebrand en hoe hoger de temperatuur, hoe donkerder en krachtiger de uiteindelijke smaak. Zo branden we Veldkamp Mokka minder lang en heet dan Veldkamp Espresso. En daarom smaakt de mokka ook een stuk zachter dan de espresso. Beantwoord vraag 3 De binnenkomende ladingen bonen worden gecontroleerd in de proefkamer. Met behulp van een kleine proefbrander kunnen de proevers de groene bonen zelf branden, malen en er koffie van zetten. Ook wordt er elk uur een pak koffie van de band gehaald om te proeven of de melanges kloppen en of de koffie in de juiste verpakking zit. En natuurlijk om te controleren of de koffie aan het gestelde kwaliteitsniveau voldoet. Omdat de koffieboon nu eenmaal een natuurproduct is dat door weersomstandigheden wordt beïnvloed, is de smaak ervan aan verandering onderhevig. Beantwoord vraag 4
Intro U gaat luisteren naar mevrouw Oosterhof. Zij werkt bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en vertelt over biologische producten. Mevrouw Oosterhof: Als je het belangrijk vindt om lekker te eten, maar ook zeker wilt weten dat je voeding dier- en milieuvriendelijk geproduceerd is, kan je kiezen voor biologische producten. Het principe van biologische producten is ‘eerlijk en puur’. Bij de teelt ervan wordt zo min mogelijk ingegrepen in het natuurlijke groeiproces. Er wordt dus geen gebruik gemaakt van kunstmest of chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen. Groenten en fruit groeien en rijpen in hun natuurlijke tempo; dieren krijgen voornamelijk biologisch voer en hebben meer bewegingsruimte dan in de reguliere veehouderij gebruikelijk is. Kippen kunnen lekker buiten rondscharrelen, varkens wroeten in de grond en koeien moeten minimaal 120 dagen per jaar in de wei lopen. Beantwoord vraag 5 Biologische boeren werken met natuurlijke gewasbescherming en bemesting. Zo gebruiken ze dierlijke mest, compost en mineralen in plaats van kunstmest. Ook groenbemesters zijn populair in de biologische landbouw. Dit is een snelgroeiend gewas als koolzaad of klaver, dat helpt de bodemstructuur te verbeteren en onkruid te onderdrukken, wat kunstmest overbodig maakt. Beantwoord vraag 6 Insecten en gewasaandoeningen worden bestreden door veelvuldig onkruid te wieden en door bestrijdingsmiddelen van natuurlijke herkomst te gebruiken, zoals vogels, roofinsecten of sluipwespen en aromatische planten als goudsbloemen. Ook wordt de grond om de zoveel jaar braak gelegd, zodat de grond niet uitgeput raakt. Allemaal methoden om goede producten te telen en het milieu te ontzien. Door biologisch te eten heb je zelf dus indirect invloed op een schonere en diervriendelijkere leefomgeving. Beantwoord vraag 7 Het bekende EKO-keurmerk wordt namens de overheid toegekend door SKAL Nederland. Deze onafhankelijke organisatie controleert de totale productieketen, vanaf land en stal tot in de winkel. Alleen als bij de productie van biologisch voedsel zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met milieu, dier en mens en de producten geen chemische kleur-, geur- en smaakstoffen en conserveringsmiddelen bevatten, mogen ze biologisch worden genoemd en krijgen ze het EKO-keurmerk. Dat staat dus voor betrouwbaarheid en geeft zekerheid dat het product biologisch is. Beantwoord vraag 8 Hierdoor zijn biologische landbouw en veehouderij arbeidsintensiever dan de reguliere landbouw en veehouderij. Bijvoorbeeld omdat biologische productie extra beïnvloedbaar is door de grilligheid van het klimaat en de natuur. En doordat er geen chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen en kunstmest worden gebruikt, zijn gewassen tijdens de groei kwetsbaarder. Vaak leidt dat tot minder opbrengst per hectare dan in de reguliere landbouw. De prijs van biologische producten ligt dan ook iets hoger dan die van vergelijkbare niet-biologische producten. Beantwoord vraag 9
Thema 5: Het milieu
Luisteroefening 11 Als voorzitter van de Commissie Integraal Waterbeheer zet prins Willem Alexander zich in om Nederland veilig en bewoonbaar te houden. Koninklijke Hoogheid, welkom… Het afgelopen decennium is Nederland geconfronteerd met dreigende overstromingen, wateroverlast en waterschade. Hoe hebt u dat ervaren? Willem Alexander: Als een signaal dat we daar toch niet goed op waren voorbereid. We waren wereldnieuws in 1995. Er was toen een grote kans dat de rivieren in MiddenNederland zouden overstromen. De Nederlanders, die dachten dat ze de strijd met het water voorgoed hadden gewonnen, werden met de neus op de feiten gedrukt. Er moesten 200.000 mensen geëvacueerd worden, de situatie was zeer bedreigend. Gelukkig zijn er geen ernstige ongelukken gebeurd. Maar het heeft me wel duidelijk gemaakt dat er iets moet veranderen in onze benadering van het water. Beantwoord vraag 1 Ja….Kan het geen toeval zijn geweest, die dreiging van overstromingen in 1995? Willem Alexander: Ik denk het niet. Wereldwijd nemen de problemen op het gebied van water in hoog tempo toe. In sommige gebieden is veel te veel water, in andere heerst een groot tekort. Vrijwel overal is het water nog steeds te vuil. Nederland is traditioneel goed in waterbeheer. Onze deskundigheid wordt in de hele wereld geprezen. We zijn overal actief. Maar langzamerhand beginnen waterbeheerders te beseffen dat we de problemen toch beter op een andere manier kunnen aanpakken, op een meer gevarieerde manier dan we de afgelopen 50 jaar hebben gedaan. Beantwoord vraag 2 Wat is er dan misgegaan? Willem Alexander: Er is teveel ruimte van het water afgenomen. Dat is de kern van het probleem. Er zijn steeds meer wegen aangelegd en er is meer bebouwing. Waar asfalt ligt en bebouwing staat, kan het water de grond niet in. We hebben het water zo veel mogelijk ingesnoerd om het zo snel mogelijk te kunnen afvoeren naar zee. Rivieren en beekjes zijn gekanaliseerd, uiterwaarden en beddingen van de rivieren zijn bebouwd. De kruik staat op barsten, zou je kunnen zeggen. Beantwoord vraag 3 En, eh…stel nou dat we niks doen… Willem Alexander: Dan kan het fout gaan. We hebben te weinig plaats om een overvloed aan water op te vangen. Door de klimaatverandering gaan vermoedelijk steeds vaker grote hoeveelheden neerslag vallen, meer nog dan nu. Bij het afvoeren van al dat water via de rivieren kan het dan misgaan. We moeten ons voorbereiden op zulke situaties. We moeten nu kiezen waar een gebied bij hoog water eventueel onder water gezet kan worden, voordat de natuur zelf kiest.
Land prijsgeven aan water? Kunnen we niet gewoon hogere dijken bouwen? Willem Alexander: Natuurlijk kan dat, en het zal op sommige plekken een goede oplossing zijn. Maar niet overal en altijd. Er is te lang gedacht dat we met technische middelen, met nog hogere dijken de zaken onder controle konden houden. Waar we naar toe moeten is een goede combinatie van techniek en meewerken met de natuur. Het water moet meer ruimte krijgen. Beantwoord vraag 4 Waar denkt u dan aan? Willem Alexander: Ik denk aan riviertjes en beken die kronkelen, en dijken die worden verlegd. Ik denk ook aan meer ruimte voor water in de steden. Vooral in de planning van nieuwbouwwijken is dat mogelijk. Een nieuwe wijk als Leidsche Rijn, bij Utrecht, is een goed voorbeeld. Het regenwater wordt daar zo lang mogelijk in de wijk gehouden. Het wordt niet rechtstreeks in het riool geloosd, maar het krijgt de kans weg te zakken in zogenoemde wadi’s. Eh..wadi’s?...wat zijn dat? Willem Alexander: Dat zijn een soort watergeulen, vanwaaruit het water weg kan lopen naar de vele sloten in de wijk. Beantwoord vraag 5 Oké.. eh, nog even iets heel anders. Nederland wordt wel ‘het putje van Europa’ genoemd. Is het niet zo dat wij moeten dweilen, als in Frankrijk, België, Zwitserland of Duitsland de kraan openstaat? Willem Alexander: We zijn aan de bovenloop van de rivieren inderdaad afhankelijk van onze buurlanden. Wanneer zij hoog water te snel afvoeren, kan dat hier in Nederland grote problemen veroorzaken. En veel van hun vervuiling komt uiteindelijk hier terecht, wat u ‘het putje van Europa’ noemt. Daarom werkt Nederland op het gebied van waterbeheer intensief samen met de buurlanden. Met de andere oeverstaten van de Rijn gebeurt dat al 50 jaar. Beantwoord vraag 6 Maar mag ik ook even een positief punt noemen? Het is echt niet zo dat de rivieren alleen maar voor problemen zouden zorgen. Wat bedoelt u? Willem Alexander: Nou, die rivieren voorzien ons bijvoorbeeld ook rijkelijk van zoet water. Hoewel wij veel klagen over regen die dagenlang op ons neervalt, is de neerslag hier absoluut onvoldoende om aan onze zoetwaterbehoefte te voldoen. We hebben enorme hoeveelheden nodig voor de huishoudens, de industrie en de landbouw. En ook, dat realiseren maar weinig mensen zich, om het zeewater uit de bodem te spoelen dat constant het land binnenstroomt en verzilting van de grond veroorzaakt. Beantwoord vraag 7
Experts voorzien dat de zeespiegel de komende eeuw 20 tot 110 centimeter zal stijgen. Is er reden voor ongerustheid? Willem Alexander: Nee, niet als we nu maatregelen nemen met een goede mix van nieuwe techniek en meebewegen met de natuur. Wie de afgelopen jaren langs het strand wandelde, heeft vast wel iets gemerkt van de zandsuppleties, het opspuiten van zand, zeg maar, om de kust te versterken. Dat is hard nodig. Uit metingen is namelijk gebleken dat het duin bij stormvloed steeds verder landinwaarts wordt weggeslagen. Bij stevige, brede duinen is dat geen probleem, maar op sommige plaatsen, bijvoorbeeld ten zuiden van Den Haag, zijn de duinen wel erg smal. Dat zijn de zwakke schakels, dáár moet iets gebeuren. Wat precies dan? Willem Alexander: Je kunt dan denken aan uitbouw van de duinen richting zee of aan de verplaatsing van bebouwing achter de duinen om op de vrijgekomen grond een extra beveiliging aan te leggen. We hebben trouwens niet alleen te maken met een stijgende zee. In westelijk Nederland daalt het land ook nog eens door de zogenaamde inklinking, het zakken van de bodem. Dat vormt dus een extra reden om de kust te versterken. Nou, ik hoor het al, onze strijd tegen het water blijft nog een grote uitdaging. Willem Alexander: Inderdaad, ja. Koninklijke hoogheid, bedankt voor dit gesprek. Willem Alexander: Graag gedaan. Beantwoord vraag 8
Thema 6: Veiligheid en gezondheid
Luisteroefening 10 Fragment 1: Een radioprogramma over fietshelmen …
Fragment 2: Navigatiesystemen U gaat luisteren naar mevrouw Kater. Zij heeft in opdracht van de Consumentenbond navigatiesystemen getest. Ze vertelt over de resultaten van haar onderzoek. Mevrouw Kater: Navigatiesystemen zijn ‘hot’ en dat is niet raar, want met zo’n apparaat in je auto is het supermakkelijk om een onbekende bestemming te vinden. Nooit meer gepuzzel op de kaart of echtelijke ruzies over de reis. Dat wil zeggen: als het apparaat makkelijk te bedienen is, want anders krijgt u alsnog mot. Beantwoord vraag 8 Het grootste gebruiks- en bedieningsgemak van de negen testapparaten biedt de ViaRoyal Y235. Dit apparaatje is eenvoudig in de auto te bevestigen, heeft een handig ‘touchscreen’ en de bediening wijst zich bijna vanzelf. Het meest ingewikkeld is de ViaRoute X151. Beantwoord vraag 9 Binnen de bebouwde kom zijn navigatieapparaten zeer nauwkeurig: tot op circa 5 meter. Buiten de bebouwde kom kunnen afwijkingen tot circa 50 meter voorkomen. Zo denkt een navigatieapparaat soms dat u op een parallelweg rijdt die 10 meter naast de snelweg ligt. Onzinnige instructies zijn het gevolg. Zelf blijven nadenken dus, en af en toe gewoon tegen die ‘mevrouw uit het dashboard’ zeggen dat ze even haar mond moet houden… Beantwoord vraag 10 De navigatiesystemen in deze test beslaan heel Europa. Soms worden dezelfde apparaten ook in een Benelux-uitvoering verkocht en zijn dan 100 tot 150 euro goedkoper. Dat loont dus als u alleen in Nederland rijdt. Maar op vakantie in het buitenland heeft u er niets aan en in de oostelijke grensstreek blijven Beneluxversies u hardnekkig door Nederland leiden, terwijl een afstekertje door Duitsland veel korter kan zijn. De Europa-uitvoeringen doen het overigens goed in alle West-Europese landen, maar gaat u naar Oost-Europa of de Balkan dan laten ze het nog te vaak afweten. Beantwoord vraag 11 en 12
Thema 8: Economie en werk
Luisteroefening 18 U gaat luisteren naar een interview met Louis en Dennis van der Laan. Ze werken voor hun eigen bedrijf: Van der Laan elektrotechniek. Welkom heren. Louis, jij staat nu aan het hoofd van het bedrijf. Hoe lang blijf je nog? Dennis: Hij kan nu nog niet weg. Zijn naam binnen de branche is echt nog te groot om gemist te worden. Louis: Maar we hebben een paar jongens rondlopen die slim genoeg zijn. Ik neem ze mee naar klanten en na vier telefoontjes kennen ze elkaar. Ik zou gek zijn als ik nog langer dan tien jaar blijf rondhangen. Maar je weet het nooit; om eerlijk te zijn vind ik het sinds de komst van Dennis alleen maar leuker worden. Beantwoord vraag 1 en 2. Hoe teleurgesteld zou je zijn als je opvolger geen Van der Laan zou zijn? Of als Dennis het bedrijf straks verkoopt en lekker gaat zeilen? Louis: Ik zou het niet aanmoedigen, integendeel. Aan de andere kant, niemand is onvervangbaar, zelfs een Van der Laan niet. Ik heb hem nooit gepusht ofzo. Beantwoord vraag 3 Dennis: Mensen vragen wel eens of mijn zoontje van twee jaar later ook op het bedrijf komt werken. Ik denk dat die kans klein is. Je moet het willen, je moet het kunnen en je moet het leuk vinden. Die ingrediënten vind je niet zomaar even in één persoon, laat staan in je kinderen. Beantwoord vraag 4 Stond het van tevoren vast dat je uiteindelijk hier terecht zou komen? Dennis: Dat is eigenlijk helemaal niet zo bewust gegaan. Ik heb na mijn studie Bedrijfseconomie eerst zes jaar bij een aantal grote bedrijven gewerkt. Juist toen ik een baan aan wilde nemen in de Verenigde Staten, vier jaar geleden, stapte mijn oom op, met wie mijn vader al zo’n 35 jaar het bedrijf runde. Het was de eerste keer dat we het erover hadden, mijn vader en ik. Louis: Samen met een adviseur hebben mijn broer ik een profiel laten maken. Helemaal niet toegespitst op iemand als Dennis trouwens… Mijn broer was ook een techneut. We deden heel weinig aan management. Beantwoord vraag 5 Toch zit Dennis er nu. Dennis: Tja, dat is wel grappig. Eigenlijk weet ik ook niet meer precies hoe dat ging… jij? Louis: Ja, dat is inderdaad een beetje onduidelijk. We hebben nog wel een paar mensen langs laten komen. Dennis:
Ik vond het heel belangrijk dat mijn vader me vroeg op basis van mijn kwaliteiten en niet omdat ik zijn zoon ben. Daar hebben we stevige gesprekken over gevoerd. Beantwoord vraag 6 Hoe gaat die langzame overdracht nu? Geen karakterbotsingen tot op heden? Dennis: Ik lijk wat karakter betreft meer op mijn moeder dan op mijn vader. Louis: En met zijn moeder kan ik het al jaren goed vinden. Ze is wat meer georganiseerd, denkt wat directer. Dennis: We vullen elkaar goed aan. Louis staat iedere week onder de sportdouche met een grote cliënt en ziet het dan niet zitten om tijdens een vergadering ‘u’ tegen die man te zeggen. Ik heb daar minder moeite mee. Beantwoord vraag 7 en 8 Wat wil je in de toekomst anders doen dan je vader? Wat wil je voortzetten? Dennis: Ik denk dat ik de overlegstructuren binnen het bedrijf meer zal gaan aansturen. Veel gaat informeel en zeker binnen een familiebedrijf moet je uitkijken dat je je niet overal tegenaan gaat bemoeien. Louis: Ik hoop dat Dennis meer tijd vrijmaakt voor zijn vrouw en kinderen dan de mensen uit mijn generatie deden. Beantwoord vraag 9 en 10
Thema 9: Het Klimaat
Luisteroefening 11 Ze hebben elkaar nog nooit ontmoet, ’s lands bekendste weervrouwen. Mocht er al sprake zijn van een harde concurrentiestrijd tussen de belangrijkste nieuwsrubrieken van het land, dan blijkt dat niet uit de hartelijke begroeting van de dames op een doordeweekse ochtend in een etablissement aan de Brink in Laren. Marjon de Hond heeft voor deze gelegenheid zelfs haar griepaanval getrotseerd. Welkom dames! Het NOS-journaal verwacht vandaag in Laren bewolkt weer bij een temperatuur van zes graden, het nieuws van RTL4 denkt dat het zonnig wordt met een temperatuur van zeven graden. Rara, hoe kan dat? Van Leur: Het is maar net waar je voor kiest. Als je denkt dat de zon door de bewolking komt, dan stijgt de temperatuur. Dus moet je dat in je verwachting meenemen. Maar waar hebben we het over: één graad verschil is toch te verwaarlozen. Als de NOS min drie voorspelt en wij plus drie, ga ik me pas zorgen maken. Dan bel ik Marjon wel op om te verifiëren hoe dat komt. De Hond: Het zou inderdaad niet goed zijn als we compleet andere weerberichten uitzenden. Kleine verschillen hou je altijd. We gaan van dezelfde basisgegevens uit, maar een weersverwachting blijft een interpretatie. Zet honderd meteorologen bij elkaar en je hebt honderd verschillende verwachtingen. Beantwoord vraag 1 Jullie zijn een soort waarzeggers. Van Leur: Ik denk dat we je hierin even moeten opvoeden. Waarzeggen is koffiedik kijken en dan zeggen wat de toekomst brengt. Wij maken een reële prognose op basis van reële wetenschappelijke gegevens. De Hond: Het heet niet voor niets weersverwachting, en niet weersvoorspelling. Beantwoord vraag 2 Het weer is niet te voorspellen? Van Leur: Het hangt er maar vanaf wat je verwacht. Als je een marge van vijf graden accepteert, zullen we het vaak bij het goede eind hebben. Maar of het nu zes of zeven graden wordt, dat kunnen we niet precies zeggen. De Hond: Bij sommige weertypes is het moeilijk een verwachting te maken. Mist en laaghangende bewolking bijvoorbeeld is voor ons een plaaggeest. Dat noem ik altijd ‘laaghangige troep’; lost dat op dan stijgt de temperatuur. Maar het kan ook blijven hangen en dan zit je er zomaar een paar graden naast. Van Leur: De modellen waar wij vanuit gaan, zijn een vereenvoudiging van de werkelijkheid. De weerbureaus hebben een aantal vaste meetpunten en vandaaruit gaan ze rekenen. Als het tussen die twee punten net mistig is, gaat onze verwachting ook de mist in. De Hond: Wij moeten uiteindelijk een keuze maken. We kunnen moeilijk zeggen: sorry mensen, maar wij weten het ook niet. Maar ik zeg er wel eens bij dat het een onzeker weertype is.
Beantwoord vraag 3 En als je ernaast zit, hebben jullie het weer gedaan. De Hond: Ja, dan ben je blij als je de volgende dag geen dienst hebt, hahaha. Van Leur: Toch vind ik niet dat je dan je excuses hoeft te maken. Wij kunnen er niets aan doen als het weer zich anders ontwikkelt dan wat je logischerwijs verwacht. Een mooi voorbeeld is het Paasweekeinde van een paar jaar geleden. We hadden destijds prachtig weer. Er kwam wel een front met bewolking aan uit de richting van België, maar elk model gaf aan dat het daar zou blijven hangen. Niet dus, het schoof die nacht tweehonderd kilometer op. Op een weerschaal is dat niets, maar het zat daardoor wel precies boven Nederland. Iedereen was erop uitgetrokken omdat het een mooie dag zou worden, de mensen waren in rep en roer. De Hond: Veel kijkers luisteren ook niet naar de details over lage- en hogedrukgebieden, ze pikken alleen op wat ze willen horen. Het enige wat ze interesseert, is of ze een paraplu of regenjas mee moeten nemen. Beantwoord vraag 4 Ik neem aan dat jullie als meteorologen drie dagen regen wel kunnen waarderen. De Hond: Regen kan mooi zijn, maar dan moet het wat heftiger zijn dan af en toe een buitje. Als het er bij stormt is het voor ons nog interessanter. Hoe meer spektakel, hoe leuker het voor ons wordt. Ik zou om die reden dus ook geen meteoroloog in Spanje willen zijn. Van Leur: Precies, niets is vervelender dan vijf weken mooi weer. Je moet wel wat te vertellen hebben, daarom is storm, sneeuw en hagel ook zo mooi. Beantwoord vraag 5 Wanneer wisten jullie: ik word weervrouw. De Hond: Ik heb nooit de ambitie gehad weervrouw te worden, maar als kind was ik wel gefascineerd door het weer. Mijn moeder vertelde me dat ik als driejarige al oog had voor naderend onweer: “De bolken zijn zwart,” zei ik dan, ik kon de ‘w’ namelijk niet zeggen. Uiteindelijk ben ik meteorologie gaan studeren. Tijdens mijn afstuderen volgde ik een workshop bij Erwin Kroll, en die belde me daarna op met de vraag of ik een screentest wilde doen. Ik wist niet wat ik hoorde. Van Leur: Bij mij is het een soortgelijk verhaal. Die hele onderzoekskant van de meteorologie was niet aan mij besteed, daarom heb ik in mijn studententijd stage gelopen bij Meteo Consult. En via hen kwam ik bij RTL terecht. Beantwoord vraag 6 Inmiddels zijn jullie publiek bezit. De Hond: Ja, en het gekke is dat de meeste reacties over je uiterlijk gaan en niet over het weer. Veel kijkers letten op mijn haar, mijn kleding en mijn taalgebruik, en ondertussen weten ze helemaal niet wat voor weer het wordt. Van Leur:
Om die reden durf ik me niet te opvallend te kleden. Als weervrouw ben je een attribuut, niet het hoofdonderwerp. Daarom blijf ik op tv altijd aan de veilige kant, misschien een beetje op het tuttige af. In het dagelijkse leven ben ik veel spontaner gekleed. De Hond: Ik houd er wel van om te experimenteren, ik doe ook wel eens een kleurtje in mijn haar of probeer een nieuw kapsel. Sommige mensen mailen dan dat zoiets echt niet kan, maar andere vinden het juist wel vrolijk. Beantwoord vraag 7 Krijgen jullie ook leuke reacties? Van Leur: Ik was een keer aan het wandelen en werd toen aangesproken door een echtpaar uit Limburg. Ze vertelden dat ze slechthorend waren en dat ze het zo prettig vonden dat ik altijd zo luid en duidelijk sprak. Daardoor konden ze me goed volgen. Dat vond ik een groot compliment. Beantwoord vraag 8 De Hond: Ik heb mijn eigen website op internet, en daar stromen de gekste reacties binnen. Er zijn zelfs kijkers die met me uit eten willen, en er zat ook een keer een huwelijksaanzoek bij. Ik heb inmiddels geleerd om dat soort mensen niet terug te schrijven. Voordat je het weet, staan ze je op te wachten bij het Mediapark. Beantwoord vraag 9 Wat is de status van weervrouw binnen de nieuwsredactie? De Hond: Je zit op een eiland, je doet alles zelf. Inhoudelijk kun je met niemand over het weer praten. Ik kan moeilijk tegen Philip Freriks zeggen: wat denk jij, komt er nu wel of geen mist. Ik vind weervrouw best een eenzaam beroep. Van Leur: Ik houd er juist van om lekker door te werken en niet constant in verbale onderonsjes te zitten. Maar vaktechnisch kun je inderdaad je ei niet kwijt op zo’n redactie. Er zit ook een tijdsverschil tussen een weer- en een nieuwsredactie: wij zeggen wat we verwachten dat er gaat gebeuren, een nieuwsredactie bericht vooral wat er is gebeurd. De Hond: Het leukste is als er iets belangrijks gebeurt op weergebied, dan ben je ineens de persoon om wie het draait op de redactie. Dus ik hoop dat het snel weer gaat stormen. Beantwoord vraag 10 Nog ultiemer voor jullie is een Elfstedentocht. Of is de kans daarop verkeken door het broeikaseffect? Van Leur: Ik denk dat je al die negatieve nieuwsberichten over het zogenaamde broeikaseffect met een korrel zout moet nemen. Er zijn geluiden dat het warmer wordt. Maar even zoveel wetenschappers wijzen erop dat juist daardoor weer een nieuwe ijstijd kan ontstaan, door verstoring van de zeestromen. Als de noordpool smelt, blijft het zoete water drijven op zout water. Daardoor wordt de oceanische pomp, die de warme luchtstroom naar ons toebrengt, verstoord. De Hond:
Precies, dat is het kloppende hart bij Groenland. Als de oceaancirculatie wordt ontregeld, kan het best zo zijn dat we weer een ijstijd krijgen. Beantwoord vraag 11 Wat een treurig beroep eigenlijk, je hele leven in de ban van een fenomeen dat zich toch niet laat vangen. Van Leur: Dat is juist de fascinatie! Het is een constante uitdaging. De Hond: Met het weer is het net als in het echte leven: je weet nooit hoe het loopt. En dat maakt ons beroep nu juist zo spannend. Beantwoord vraag 12