Toelichting bij Aangifte MINAS 2005 Forfaitair
2
Inhoud 1 De forfaitaire aangifte 2005
2 Het juiste formulier
· Over de forfaitaire aangifte
pag. 5
· Dienst Regelingen en één relatienummer
pag. 5
· MINAS voor akker- en tuinbouwbedrijven
pag. 5
· Meer informatie
pag. 5
· Voorwaarden verfijnde aangifte
pag. 6
· Voorwaarden vrijstelling voor extensieve bedrijven
pag. 7
· Voorwaarden aangifte voor intermediairs
3 Elektronische aangifte
pag. 7
· Voorwaarden volledige vrijstelling
pag. 7
· Bedrijfsbeëindiging
pag. 8
· Elektronische handtekening
pag. 9
· Aangifte via internet
pag. 9
· Geen verplichting tot elektronische aangifte 4 Voordat u gaat invullen
pag. 10
· Welke gegevens heeft u nodig bij het invullen?
pag. 11
· U heeft de Veesaldodiskette of een eigen managementprogramma gebruikt
5 Hulp bij het invullen van de vragen
pag. 11
· Bewijsstukken bewaren
pag. 11
· Afronden
pag. 12
· Invulhokjes
pag. 12
· Onjuiste adresgegevens
pag. 12
· Fosfaat- en stikstofproductie (vraag 1 t/m 3)
pag. 13
· Aanvoer (vraag 4 t/m 13)
pag. 14
· Toegestane verliezen (vraag 14 t/m 16)
pag. 18
· Afvoer (vraag 17 t/m 19)
pag. 20
· Opname door het gewas (vraag 20 en 21)
pag. 22
· Totaal afvoer (vraag 22 t/m 26)
pag. 22
· Overigen (vraag 27 en 28)
pag. 23
3
6 Verzamelstaat en ondertekening
7 Hulpstaten en tabellen
· De verzamelstaat invullen
pag. 25
· Heffing betalen
pag. 25
· Het formulier ondertekenen
pag. 25
· Terugsturen van het formulier
pag. 26
· Wat gebeurt er met uw aangifte?
pag. 26
· Hulpstaat 1 Berekening stikstofbinding door vlinderbloemigen
pag. 27
· Hulpstaat 2 Stikstofverlies dieren na correctie voor oppervlakte grasland
pag. 28
· Hulpstaat 3 Vrijstelling voor tuinbouw
pag. 30
· Hulpstaat 4 Berekening fosfaat- en stikstofheffing
4
pag. 33
1
De forfaitaire aangifte 2005 Over de forfaitaire aangifte Met het formulier ‘Forfaitaire aangifte 2005’ doet u forfaitair fosfaataangifte en forfaitair stikstofaangifte. Bovendien kan het zijn dat u een fosfaatheffing en/of een stikstofheffing moet betalen. U bent verplicht om het formulier in te vullen en ondertekend naar Dienst Regelingen terug te sturen vóór 1 september 2006, ook als u geen heffing hoeft te betalen. Let op! Bij de forfaitaire aangifte heeft u niet de mogelijkheid tot verrekenen. Dit in tegenstelling tot de verfijnde aangifte, waar dit onder bepaalde voorwaarden wel mogelijk is. Let op! U kunt uw aangifte ook elektronisch doen, zie hoofdstuk 3. Dienst Regelingen en één relatienummer Bureau Heffingen, Dienst Basisregistraties, Het LNV-Loket en LASER zijn gefuseerd tot Dienst Regelingen. Alle relaties van Dienst Regelingen hebben op 1 januari 2005 één relatienummer gekregen. Voor het doen van de aangifte 2005 moet u gebruik maken van uw relatienummer. Bedrijven die vroeger aangifte deden op meerdere mestnummers, moeten nu aangifte doen op één relatienummer. MINAS voor akker- en tuinbouwbedrijven In samenspraak met de agrarische sector heeft Dienst Regelingen het invullen van het aangifteformulier MINAS vereenvoudigd voor akker- en tuinbouwbedrijven. Heeft u op geen enkel moment in 2005 meer dan 3 grootvee-eenheden (GVE) op de totale grondoppervlakte van uw bedrijf gehouden, dan kunt u vereenvoudigd aangifte doen. Dat betekent dat u de vragen op het aangifteformulier die in een blauw vlak staan níét hoeft te beantwoorden. Het aantal GVE op uw bedrijf berekent u met behulp van tabel 1 van de Tabellenbrochure 2004. Meer informatie Meer informatie over de regels waaraan u moet voldoen bij de forfaitaire aangifte, vindt u in de brochure ‘MINAS: toelichting bij de boekhouding’. Voor meer informatie kunt u ook gratis bellen met Het LNVLoket: 0800 - 22 333 22 (op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur), of de internetsite raadplegen: www.minlnv.nl/loket. 5
2
Het juiste formulier De forfaitaire aangifte is bedoeld voor bedrijven die aangifteplichtig zijn: u doet hiermee forfaitair aangifte van de aan- en afvoer van fosfaat en stikstof op uw bedrijf. Als u aan bepaalde voorwaarden voldoet, kunt u aangifte voor intermediairs doen of verfijnd aangifte. Wat moet u doen? Lees eerst of u mogelijk voldoet aan de voorwaarden voor verfijnd, intermediair of volledige vrijstelling. Heeft u een ander formulier nodig dan de forfaitaire aangifte? Vraag dit dan aan bij Het LNV-Loket: 0800 - 22 333 22. Denk eraan dat de verfijnde aangifte en de aangifte voor intermediairs ook vóór 1 september 2006 door Dienst Regelingen moeten zijn ontvangen. Voorwaarden verfijnde aangifte U mag alleen verfijnd aangifte doen, als u voldoet aan alle voorwaarden voor verfijnd (zie ook de brochure ‘MINAS: toelichting bij de boekhouding’). Dat betekent onder meer: – alle aangevoerde en afgevoerde dierlijke mest is bemonsterd, gewogen en geanalyseerd (dat geldt onder voorwaarden niet voor boer-boer-transport, afvoer van vaste mest naar particulieren tot in totaal 250 kg fosfaat per jaar en ook niet voor gier van konijnen met een droge-stofgehalte van ten hoogste 2,5%; u rekent in deze gevallen met de forfaitaire gehalten en het geschatte gewicht); – u heeft het aangeleverde voer in 2005 afgenomen van een diervoederleverancier die is erkend in het kader van MINAS (dat geldt niet voor voer dat wordt genoemd in tabel 4 van de Tabellenbrochure 2004). U heeft bovendien uw relatienummer doorgegeven aan de diervoederleverancier. Let op! Heeft u meerdere bedrijven? Dan geldt de laatste voorwaarde voor al uw bedrijven. Het voer voor uw forfaitaire en vrijgestelde bedrijven moet u dus ook van erkende diervoederleveranciers hebben afgenomen.
6
Voorwaarden vrijstelling voor extensieve bedrijven Heeft u een extensief bedrijf? Dan hoeft u sinds het aangiftejaar 2003 geen aangifte meer te doen als u voldoet aan de volgende twee voorwaarden: – de stikstofproductie op uw bedrijf is niet meer dan 170 kg stikstof per hectare per jaar. Dit kunt u als volgt berekenen. Vermenigvuldig de productie van het gemiddeld aantal gehouden dieren (zie hiervoor de Veesaldo- of Diertelkaart) met de stikstofproductienormen uit tabel 1 van de Tabellenbrochure 2004. Tel vervolgens de productie van alle diercategorieën op en deel het resultaat door de gemiddelde oppervlakte landbouwgrond die uw bedrijf voor MINAS mag meetellen. – uit uw MINAS-boekhouding blijkt dat u geen fosfaat- of stikstofheffing hoeft te betalen. Of u moet betalen, kunt u berekenen met de MINAS-aangifte (op papier of digitaal). U bent verplicht om uw MINAS-boekhouding bij te houden. Bovendien kunt u dan berekenen of u aan de voorwaarden voldoet. Let op! Dit is een andere vrijstelling dan de volledige vrijstelling (zie hieronder bij Voorwaarden volledige vrijstelling). Voorwaarden aangifte voor intermediairs U mag alleen aangifte voor intermediairs doen als u in 2005 een onderneming had die dierlijke mest vervoerde, verhandelde, of mest in opslag nam of verwerkte, of als u ook overige organische meststoffen verhandelde. Bovendien mocht u in 2005 geen landbouwbedrijf uitoefenen (u had dus geen grond in feitelijk gebruik en geen dieren in 2005 onder hetzelfde relatienummer). Voorwaarden volledige vrijstelling Als u aan de voorwaarden voor volledige vrijstelling voldoet, hoeft u geen aangifte te doen. Kruis dit wel aan op de voorkant van het formulier, u bent in dit geval namelijk wél verplicht om het aangifteformulier ondertekend terug te sturen. Vul ook het formulier ‘Wijziging registratie MINAS’ in, om u als volledig vrijgesteld te laten registreren bij Dienst Regelingen. De voorwaarden voor volledige vrijstelling zijn:
7
– u had in 2005 op geen enkel moment meer dan 3 hectare landbouwgrond (reken daarbij met alle landbouwgrond met een geldige titel die u in feitelijk gebruik had), en – u had op geen enkel moment meer dan 3 GVE, en – als u in 2005 dierlijke en/of overige organische meststoffen heeft aangevoerd op uw bedrijf, dan was de hoeveelheid fosfaat in die aangevoerde meststoffen plus een eventuele fosfaatproductie van eigen dieren op uw bedrijf in 2005 niet meer dan 85 kg fosfaat per hectare. Bedrijfsbeëindiging Als u tijdens het aangiftejaar uw bedrijf heeft beëindigd, bent u voor dat jaar nog wel aangifteplichtig.
8
3
Elektronische aangifte Elektronische handtekening Om elektronisch aangifte te kunnen doen, heeft u een elektronische handtekening nodig. Deze handtekening is een pincode van vijf cijfers die ervoor zorgt dat uw aangifte persoonlijk en herkenbaar is. Zonder deze pincode wordt uw aangifte niet geaccepteerd door Dienst Regelingen. Als u in het verleden elektronisch aangifte heeft gedaan, kunt u dezelfde elektronische handtekening gebruiken. Als u in het verleden voor meerdere mestnummers (die bij uw relatienummer horen) elektronisch aangifte deed, heeft u ook meerdere elektronische handtekeningen. U kunt zelf kiezen welke van deze elektronische handtekeningen u gebruikt. U hoeft dus geen nieuwe elektronische handtekening op te geven. Heeft u nog niet eerder elektronisch aangifte gedaan? Heeft u vorig jaar niet elektronisch aangifte gedaan of bent u uw elektronische handtekening vergeten, vraag dan eerst een elektronische handtekening aan met het formulier ‘Opgave elektronische handtekening’. Zodra u dit formulier heeft ingevuld en opgestuurd naar Dienst Regelingen, kunt u aangifte doen. Het formulier kunt u aanvragen bij Het LNV-Loket. U kunt de elektronische aangifte downloaden van internet: www.minlnv.nl/loket. Let op! Het aangifteprogramma rekent voor u uit of u eventueel heffingen moet betalen. U moet de heffing vóór 1 september 2006 overmaken onder vermelding van uw relatienummer, het jaar waarvoor u heffing betaalt en de soort heffing. Ook als u elektronisch aangifte doet, is het handig om deze Toelichting te bewaren. De nummering van de vragen in het aangifteprogramma komt overeen met die in de Toelichting. Aangifte via internet In voorgaande jaren kon u elektronisch aangifte doen via de elektronische aangiftediskette én via internet. Voor het heffingsjaar 2005 kunt u alleen elektronisch aangifte doen via internet. Kijk voor de aangifte en de toelichting op internet: www.minlnv.nl/loket.
9
Geen verplichting tot elektronische aangifte Als u het formulier ‘Opgave elektronische handtekening’ heeft ingevuld en opgestuurd naar Dienst Regelingen, bent u niet verplicht om elektronisch aangifte te doen. U kunt altijd besluiten om uw aangifte op papier te doen. Daarvoor moet u gebruikmaken van het bijgaande aangifteformulier. Denk eraan dat u de aangifte moet terugsturen vóór 1 september 2006.
10
4
Voordat u gaat invullen Welke gegevens heeft u nodig bij het invullen? Bij het invullen neemt u gegevens over van verschillende documenten. Houd daarom in elk geval uw Veesaldo- of Diertelkaart(en) en Grondkaart bij de hand. Als u meststoffen heeft aan- of afgevoerd, heeft u bovendien uw exemplaren van de Vervoersbewijzen dierlijke meststoffen en Afleveringsbewijzen zuiveringsslib, compost en zwarte grond nodig. Bij aanvoer van bemonsterde en geanalyseerde dierlijke meststoffen heeft u de kopieën van de Kwartaaloverzichten en uw analyseverslagen nodig. Als u dieren in- of uitschaart, neem dan ook de Inscharingsen/of Uitscharingskaart erbij. Daarnaast heeft u gegevens nodig uit uw administratie. Ten slotte heeft u de Tabellenbrochure 2004 nodig. Daarin staan gehalten en normen om hoeveelheden fosfaat en stikstof uit te rekenen. U heeft de Veesaldodiskette of een eigen managementprogramma gebruikt Heeft u in 2005 de Veesaldodiskette gebruikt? Dan kunt u daarvan de Veesaldokaart(en) en de Grondkaart voor uw bedrijf voor 2005 uitprinten. Ook de Stikstofverlieskaart en de In- en Uitscharingskaarten kunt u vanaf de Veesaldodiskette uitprinten. Stuur deze kaarten niet mee met de aangifte. Naast het gebruik van de Veesaldodiskette is het ook toegestaan om de gegevens van een eigen managementprogramma te gebruiken. Voorwaarde is dat het programma de gegevens op dezelfde manier heeft berekend en gerangschikt als de Veesaldokaart en de Grondkaart. Stuur deze gegevens niet naar Dienst Regelingen; ze worden niet geaccepteerd als aangifte. Als verderop in de Toelichting of de aangifte sprake is van bijvoorbeeld Veesaldokaart, Grondkaart of In- en Uitscharingskaarten kunt u dus ook lezen: Veesaldodiskette of eigen managementprogramma. Bewijsstukken bewaren Alle gegevens die u op de aangifte verstrekt, moet u kunnen onderbouwen met bewijsstukken. Stuur deze niet mee, ook niet de uitdraaien van managementprogramma’s. U moet ze minimaal vijf jaar bewaren (tot en met 31 december 2010). 11
Let op! Komt u in aanmerking voor de vrijstelling voor tuinbouw (vraag 25)? Bewaar de gegevens uit uw administratie die deze vrijstelling onderbouwen dan minimaal zeven jaar (tot en met 31 december 2012). Afronden Op het formulier moet u soms de in te vullen getallen afronden. Doe dat op de volgende manier: – aantallen en kilogrammen: afronden op hele getallen; 0,5 en hoger naar boven afronden – bedragen: in euro’s; centen mag u in uw voordeel naar beneden afronden op hele euro’s – oppervlakte: druk uit in hectaren met twee cijfers achter de komma; 0,005 en hoger naar boven afronden. Invulhokjes Zet de gevraagde gegevens in de invulhokjes. Gegevens die u buiten de invulhokjes zet, zoals aantekeningen, worden niet meegenomen bij de automatische verwerking. Zorg verder dat de gegevens aan de rechterkant onder elkaar staan. Wilt u toch extra gegevens kwijt, vermeld ze dan op een aparte bijlage en stuur deze mee met de aangifte. Zet op iedere bijlage uw naam, adres, relatienummer en het aangiftejaar waarop de informatie betrekking heeft. Onjuiste adresgegevens Als uw naam of uw adresgegevens boven aan pagina 1 van de aangifte niet correct zijn, verbeter ze dan ernaast. Als er sprake is van een bedrijfsovername of als een samenwerkingsverband is gevormd of ontbonden, dan moet u dit doorgeven op een apart wijzigingsformulier. Dit formulier is verkrijgbaar bij Het LNV-Loket.
12
5
Hulp bij het invullen van de vragen Op pagina 2 van de aangifte berekent u de fosfaat- en stikstofproductie van uw dieren en de aanvoer van fosfaat en stikstof op uw bedrijf. Op pagina 3 berekent u de toegestane fosfaat- en stikstofverliezen en het stikstofverlies dieren. Op pagina 4 berekent u hoeveel fosfaat en stikstof u in 2005 op uw bedrijf heeft afgevoerd via dierlijke meststoffen waaronder een berekening van de fosfaat- en stikstofopname door gewassen. In Hulpstaat 4 achterin deze Toelichting berekent u de eventuele fosfaat- en stikstofheffing die u moet betalen. Neem deze heffing over op de verzamelstaat op pagina 1 van de aangifte. Fosfaat- en stikstofproductie (vraag 1 t/m 3)
Vraag 1
Had u in 2005 op enig moment meer dan 3 GVE op uw totale grondoppervlak? Let op! Het gaat niet om 3 GVE per hectare. · Wat invullen Kruis aan of u op enig moment in 2005 meer dan 3 GVE op de totale grondoppervlakte van uw bedrijf heeft gehad. Als u nooit meer dan 3 GVE heeft gehad, kunt u vereenvoudigd aangifte doen. U kunt dan vragen die in een blauw vlak staan overslaan. Het aantal GVE op uw bedrijf berekent u met behulp van tabel 1 van de Tabellenbrochure 2004.
Vraag 2
Fosfaat- en stikstofproductie per diercategorie · Wanneer invullen Als u bij vraag 1 ‘Ja’ heeft aangekruist. · Wat invullen en berekenen Vul in hoeveel dieren u per diercategorie gemiddeld op uw bedrijf had in 2005. Reken uitgeschaarde dieren wel mee, maar ingeschaarde dieren niet. Bereken vervolgens hoeveel kg fosfaat en stikstof er in 2005 op uw bedrijf is geproduceerd in de vorm van dierlijke mest van uw dieren.
13
· Waarvan overnemen en hoe berekenen Neem per diercategorie de gemiddelde aantallen dieren over van de Veesaldo- of Diertelkaart(en). De diercategorieën vindt u in tabel 1 van de Tabellenbrochure. Bereken vervolgens de fosfaat- en stikstofproductie op uw bedrijf. Dat doet u door per diercategorie het gemiddeld aantal dieren te vermenigvuldigen met de fosfaatproductie en stikstofproductie per dier. De fosfaatproductie en de stikstofproductie per dier vindt u in tabel 1 van de Tabellenbrochure. Aanvoer (vraag 4 t/m 13) Vraag 5
Beginvoorraad dierlijke mest (in bepaald bedrijfssysteem) · Wanneer invullen Als u bij vraag 1 ‘Ja’ heeft aangekruist. · Voor wie van belang Deze vraag is alleen van belang voor bedrijven met een bedrijfssysteem en de diercategorieën uit tabel 11 van de Tabellenbrochure 2004 en die in 2004 de eindvoorraad dierlijke mest hebben meegenomen op de verfijnde aangifte. In dit geval bent u verplicht de beginvoorraad mee te nemen op de forfaitaire aangifte 2005. · Wat invullen Vul hier de beginvoorraad dierlijke mest in. Deze is gelijk aan de hoeveelheid die u als eindvoorraad heeft ingevuld op de verfijnde aangifte 2004. Heeft u in 2004 verfijnd aangifte gedaan (voor meerdere mestnummers die bij uw relatienummer horen) en op die aangiftes een eindvoorraad opgegeven? Dan moet u deze eindvoorraden bij elkaar optellen en opgeven als beginvoorraad op de forfaitaire aangifte 2005.
Vraag 6
Dierlijke meststoffen geproduceerd door ingeschaarde dieren · Wat invullen Vul in hoeveel kg fosfaat en stikstof u in 2005 op uw bedrijf heeft aangevoerd via ingeschaarde dieren. · Waarvan overnemen Als u de Inscharingskaart of de Veesaldodiskette heeft bijgehouden, kunt u de uitkomst daarvan overnemen. 14
· Ook mogelijk: zelf berekenen U kunt ook de berekening maken vanuit uw administratie. De aantallen dieren die door de uitschaarder gemiddeld in 2005 bij u zijn ingeschaard, vermenigvuldigt u met de fosfaat- en stikstofproductie per dier uit tabel 1 van de Tabellenbrochure 2004 (gebruik dus niet tabel 8 ‘Vastlegging in in- en uitgeschaarde dieren’). Als u dieren inschaart van meer dan één uitschaarder, dan berekent u de hoeveelheden voor elke uitschaarder en telt die uitkomsten op. Let op! U hoeft geen Verklaring van in- en uitscharen meer op te maken en naar Dienst Regelingen te sturen. De gegevens moet u bijhouden in uw administratie. Hoe u dat doet, bepaalt u zelf. Let op! Had u op 31 december 2005 nog dieren ingeschaard? Bereken dan de hoeveelheid aangevoerde fosfaat en stikstof over de periode tot en met 31 december 2005. Vraag 7
Bemonsterde en geanalyseerde dierlijke meststoffen · Wat invullen Vul in hoeveel kg fosfaat en stikstof u in 2005 op uw bedrijf heeft aangevoerd via dierlijke meststoffen die zijn bemonsterd, gewogen en geanalyseerd. Let op! U bent verplicht om bij aanvoer van deze mest te rekenen met de werkelijke hoeveelheden fosfaat en stikstof (dus op basis van de analyseresultaten en het gewogen gewicht). · Waarvan overnemen U neemt de totalen aangevoerde fosfaat en stikstof over van de Servicemeldingen. De Servicemelding heeft u ontvangen van Dienst Regelingen of de intermediair. In plaats van de Servicemelding kunt u ook de Vervoersbewijzen dierlijke meststoffen en analyseverslagen gebruiken van het laboratorium waar de analyse van de mestmonsters is gebeurd.
15
· Denk aan correcties Houd bij het berekenen van de totalen rekening met eventuele correcties die u heeft doorgegeven aan Dienst Regelingen. Met andere woorden: tel per bonnummer altijd maar éénmaal de hoeveelheden fosfaat en stikstof; bij correcties zijn dat dus de hoeveelheden die u bij de correctie heeft doorgegeven. Vraag 8
Niet-bemonsterde en niet-geanalyseerde dierlijke meststoffen · Wat invullen Vul in hoeveel kg fosfaat en stikstof u in 2005 op uw bedrijf heeft aangevoerd via dierlijke meststoffen die niet zijn bemonsterd en geanalyseerd. Let op! U bent verplicht om bij aanvoer van deze mest te rekenen met de forfaitaire hoeveelheden fosfaat en stikstof (dus op basis van de gehalten uit tabel 2 van de Tabellenbrochure en het geschatte gewicht). · Waarvan overnemen U neemt de hoeveelheden fosfaat en stikstof over van de Vervoersbewijzen dierlijke meststoffen en telt die op.
Vraag 9
Overige organische meststoffen (zuiveringsslib, compost en zwarte grond) Let op! De hoeveelheid stikstof afkomstig uit compost met maximaal 16 gram stikstof per kilogram droge stof wordt niet aangemerkt als mineralenaanvoer. Deze hoeft u dus niet op te geven. De kilo’s fosfaat moet u wel opgeven. · Wat invullen Vul in hoeveel kg fosfaat en stikstof u in 2005 op uw bedrijf heeft aangevoerd via zuiveringsslib, compost en zwarte grond. Let op! Pure zwarte grond (dat wil zeggen, zwarte grond die niet is gemengd met dierlijke mest) hoeft u niet mee te tellen bij vraag 9, ook al heeft u wel een Afleveringsbewijs opgemaakt. Zwarte grond die is gemengd met dierlijke mest, moet u wel meetellen. Als het mengsel voor meer dan 50% uit dierlijke mest bestaat wordt het 16
mengsel beschouwd als dierlijke mest. · Waarvan overnemen –Vrachten compost en zwarte grond van meer dan 6 ton, en zuiveringsslib U telt de hoeveelheden fosfaat en stikstof op van alle Afleveringsbewijzen zuiveringsslib, compost en zwarte grond. –Aangevoerde compost en zwarte grond van minder dan 6 ton Voor aangevoerde vrachten compost en zwarte grond van minder dan 6 ton per vracht heeft u geen Afleveringsbewijs hoeven opmaken. Haal daarom de gegevens uit uw administratie en tel die op bij de totalen van de Afleveringsbewijzen zuiveringsslib, compost en zwarte grond. Vraag 10 Stikstof in andere meststoffen (bijvoorbeeld kunstmest) · Wat invullen Vul in hoeveel kg stikstof u op uw bedrijf in 2005 heeft aangevoerd in de vorm van andere meststoffen (zoals kunstmest). · Waarvan overnemen U neemt de totalen aangevoerde stikstof over van de eventuele jaaroverzichten die u heeft ontvangen van uw leverancier(s) en telt die op. U kunt ook uw administratie gebruiken. In tabel 12 van de Tabellenbrochure 2004 vindt u een volledige lijst van andere meststoffen. · Hoeveelheid fosfaat niet hier invullen De hoeveelheid fosfaat in andere meststoffen telt niet mee voor de berekening van de fosfaatheffing. Vraag 11 Stikstofbinding door vlinderbloemigen · Wat invullen Vul in hoeveel kg stikstof u in 2005 op uw bedrijf heeft aangevoerd via de binding van stikstof door de vlinderbloemige gewassen stamslabonen, erwten, pronkbonen, sla-, veld- en tuinbonen en luzerne. · Hoe berekenen U kunt Hulpstaat 1 achterin deze Toelichting gebruiken. Het totaal vult u in bij vraag 11. 17
Vraag 12 Beginvoorraad dierlijke mest in geregistreerde mestopslag · Voor wie van belang Deze vraag is alleen van belang voor bedrijven met een geregistreerde mestopslag en die in 2004 de eindvoorraad dierlijke mest hebben meegenomen op de verfijnde aangifte. In dit geval bent u verplicht de beginvoorraad mee te nemen op de forfaitaire aangifte 2005. · Wat invullen Vul hier de beginvoorraad dierlijke mest in geregistreerde mestopslag in. Deze is gelijk aan de hoeveelheid die u als eindvoorraad heeft ingevuld op de verfijnde aangifte 2004. Heeft u in 2004 verfijnd aangifte gedaan voor meerdere mestnummers die bij uw relatienummer horen en op die aangiftes een eindvoorraad in een geregistreerde mestopslag opgegeven? Dan moet u deze eindvoorraden bij elkaar optellen en opgeven als beginvoorraad op de aangifte 2005. Toegestane verliezen (vraag 14 t/m 16) Vraag 14 Toegestane verliezen naar de grond · Wat invullen Vul in hoeveel grasland, bouwland en braakland op klei- en veengrond of op zand- en lössgrond, uitspoelingsgevoelig en niet uitspoelingsgevoelig, en hoeveel natuurterrein met beheersregime u in 2005 gemiddeld in feitelijk gebruik had. U kunt de oppervlakte grond overnemen van de Grondkaart(en). · Hoe berekenen Vermenigvuldig de oppervlakten met de verliesnormen voor fosfaat en stikstof. Let op! Zorg ervoor dat u de grond die u opgeeft ook heeft geregistreerd bij Dienst Regelingen.
18
Vraag 15 Stikstofverlies dieren na correctie voor oppervlakte grasland · Wanneer invullen? Als u bij vraag 1 ‘Ja’ heeft aangekruist. · Wat invullen Vul in hoeveel stikstofverlies van dieren u in 2005 op uw bedrijf mag meetellen bij de toegestane stikstofverliezen. · Waarvan overnemen Als u de Veesaldodiskette heeft bijgehouden, kunt u het stikstofverlies van dieren daarvan overnemen. U kunt ook Hulpstaat 2 achter in deze Toelichting gebruiken. · Verruiming stikstofcorrecties Voor een aantal diersoorten zijn de stikstofcorrecties verruimd. De reden hiervan is dat achteraf is gebleken dat er meer stikstof in de vorm van ammoniak en andere stikstofverbindingen naar de lucht vervluchtigt dan waarvan werd uitgegaan. De verruiming geldt voor bepaalde diercategorieën varkens en kippen die worden gehouden in een stal met huisvesting op strooisel. U houdt dieren op strooisel als u deze houdt op houtkrullen, stro, gehakseld stro, turf, zand of ander materiaal met een losse structuur waarin dieren aan hun ethologische behoeften kunnen voldoen. Daarnaast geldt de verruiming voor alle diercategorieën van de diersoorten eenden en geiten. Voor de overige diersoorten bestaat geen ruimere stikstofcorrectienorm. De ruimere stikstofcorrectienormen zijn verwerkt in de Tabellenbrochure 2004. Gemiddeld aantal kippen voor toepassing van ruimere stikstofcorrecties Voor kippen van diercategorie 300 en/of 301 is een voorwaarde voor het toepassen van de ruimere normen dat ze zich vrijelijk kunnen bewegen op een geheel of gedeeltelijk met strooisel bedekte bodem. Voor deze kippen geldt een ruimere norm voor de stikstofcorrectie. U mag alleen het aantal kippen meetellen: –dat is vermeld in de milieuvergunning en ook daadwerkelijk is gehouden, en/of –waarvan u - naar het oordeel van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - voldoende kunt aantonen dat u ze op strooisel 19
heeft gehouden. Gemiddeld aantal varkens voor toepassing van ruimere stikstofcorrecties Voor varkens van diercategorie 400 t/m 407, 410 en 411 is een voorwaarde voor het toepassen van de ruimere normen dat ze voornamelijk op een laag strooisel van tenminste vijf centimeter worden gehouden. Als u varkens houdt in een scharrelsysteem dan mag u alleen het gemiddeld aantal varkens meetellen dat u in dat jaar heeft gehouden en waarvoor u voldoet aan de Regeling scharrelvarkens van het Produktschap voor Vee en Vlees en de daarin gestelde voorwaarden. Als u varkens houdt in een biologisch huisvestingssysteem dan telt u alleen de varkens mee: – waarvoor u voldoet aan de voorwaarden van de stichting Skal, of een - naar het oordeel van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - vergelijkbare organisatie die toeziet op keuring, controle en beoordeling van biologische productiemethode – waarvoor u - naar het oordeel van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - voldoet aan de voorwaarden die gelden voor een vergelijkbaar huisvestingssysteem op strooisel. Houdt u zeugen in groepshuisvesting op strooisel? Dan mag u alleen het gemiddelde aantal in het jaar gehouden zeugen meetellen dat is vermeld in de milieuvergunning en ook daadwerkelijk is gehouden. Verder telt mee het gemiddelde aantal gehouden varkens waarvan u - naar het oordeel van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - voldoende kunt aantonen dat u ze op strooisel heeft gehouden. Let op! Als er om wordt gevraagd moet u kunnen aantonen dat u de varkens op strooisel heeft gehouden. Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van een overeenkomst met het Produktschap voor Vee en Vlees of Skal. Afvoer (vraag 17 t/m 19) Vraag 17 Dierlijke meststoffen · Wanneer invullen? Als u bij vraag 1 ‘Ja’ heeft aangekruist.
20
· Wat invullen Vul in hoeveel kg fosfaat en stikstof u in 2005 van uw bedrijf heeft afgevoerd via dierlijke meststoffen. Let op! Fosfaat en stikstof in mest die wordt geproduceerd door dieren die u heeft uitgeschaard, telt u hier niet mee als afvoer, maar bij vraag 18. · Waarvan overnemen U neemt de totalen afgevoerde fosfaat en stikstof over van de Vervoersbewijzen dierlijke meststoffen of van de Servicemelding. De hoeveelheden op de Vervoersbewijzen dierlijke meststoffen heeft u berekend met behulp van tabel 2 van de Tabellenbrochure. U bent verplicht om deze hoeveelheden te gebruiken, ook als deze mest is bemonsterd en geanalyseerd bij afvoer. Denk aan correcties Houd bij het berekenen van de totalen rekening met eventuele correcties die u heeft doorgegeven aan Dienst Regelingen. Met andere woorden: tel per bonnummer altijd maar éénmaal de hoeveelheden fosfaat en stikstof; bij correcties zijn dat dus de hoeveelheden die u bij de correctie heeft doorgegeven. Vraag 18 Dierlijke meststoffen geproduceerd door uw uitgeschaarde dieren · Wanneer invullen? Als u bij vraag 1 ‘Ja’ heeft aangekruist. · Wat invullen Vul in hoeveel kg fosfaat en stikstof u in 2005 van uw bedrijf heeft afgevoerd via uitgeschaarde dieren. · Waarvan overnemen Als u de Uitscharingskaart of de Veesaldodiskette heeft bijgehouden, kunt u de uitkomst daarvan overnemen. · Ook mogelijk: zelf berekenen U kunt ook de berekening maken vanuit uw administratie. De aantallen dieren die u in 2005 gemiddeld bij de inschaarder heeft uitgeschaard vermenigvuldigt u met de fosfaat- en stikstofproductie per dier uit tabel 1 van de Tabellenbrochure 2004 (gebruik dus niet tabel 8 ‘Vastlegging in in- en uitgeschaarde dieren’). Als u dieren 21
uitschaart bij meer dan één inschaarder, dan berekent u de hoeveelheden voor elke inschaarder en telt de uitkomsten op. Let op! U hoeft geen Verklaring in- en uitscharen meer op te maken en naar Dienst Regelingen te sturen. De gegevens moet u bijhouden in uw administratie. Hoe u dat doet, bepaalt u zelf. Let op! Had u op 31 december 2005 nog dieren uitgeschaard? Bereken dan de hoeveelheid afgevoerde fosfaat en stikstof over de periode tot en met 31 december 2005. Opname door het gewas (vraag 20 en 21) Vraag 20 Opname door het gewas · Wat invullen Vul in hoeveel grasland en bouwland u in 2005 gemiddeld in feitelijk gebruik had. Let op! Grasland dat u heeft gebruikt voor graszaadproductie moet u meetellen als bouwland. · Hoe berekenen Vermenigvuldig de oppervlakten met de normen voor fosfaat en stikstof die op het formulier staan voorgedrukt. De uitkomst van de vermenigvuldiging geeft de opname van fosfaat en stikstof door het gewas weer. Totaal afvoer (vraag 22 t/m 26) Vraag 25 Vrijstelling voor tuinbouw · Voor wie van belang Deze vraag is alleen van belang als u tuinbouw bedrijft op een groeimedium of in gebouwen. · Wat invullen Teelde u in 2005 producten op een groeimedium in of buiten gebouwen (zoals in potten met grond of op grondvervangende groeimedia zoals steenwol)? Of teelde u gewassen die wortelen in grond in gebouwen (zoals vaste kassen)? Dan telt de mest die u 22
daarvoor heeft aangevoerd mee als aanvoer op de aangifte en mag u die tot een bepaald maximum als vrijstelling aftrekken bij de afvoer. U moet de mest op deze aangifte dus wel hebben meegenomen als aanvoer bij vraag 7 t/m 10. De vrijstelling is maximaal 460 kg fosfaat en 800 kg stikstof per hectare. De oppervlakte groeimedium en grond in gebouwen worden niet beschouwd als landbouwgrond en heeft u dus niet opgegeven bij vraag 14. · Hoe berekenen Met Hulpstaat 3 achterin deze Toelichting kunt u berekenen hoe groot uw vrijstelling voor 2005 is. Deze vrijstelling vult u in bij vraag 25. Let op! U moet via uw administratie aannemelijk kunnen maken dat u de mest heeft gebruikt voor het groeimedium en/of voor de grond in gebouwen. U telt alleen mee: de oppervlakte groeimedium en grond in gebouwen die u in eigendom, reguliere pacht en/of zakelijk gebruik had en die daadwerkelijk in gebruik was voor tuinbouw. Vul deze hectares in bij vraag 28. Bovendien moet u de gemiddelde oppervlakte aannemelijk kunnen maken via uw administratie. Overigen (vraag 27 en 28) Vraag 27 Oppervlakte grond in het buitenland · Wat invullen Vul de gemiddelde oppervlakte grond in die u in 2005 in feitelijk gebruik had. Grond die u verpachtte, in gebruik heeft gegeven, huurde of in mondelinge pacht had, telt dus niet mee. U kunt de oppervlakten overnemen van de Grondkaart(en). · Grond in het buitenland: alleen onder voorwaarden Bij grond in het buitenland telt u alleen landbouwgrond mee die binnen 25 km van de grens met Nederland ligt. Bovendien moet grond in België uw eigendom zijn of geregistreerd zijn bij de Vlaamse mestbank. Voor grond in Duitsland geldt dat de grond uw eigendom is, of gepacht met een in Duitsland geregistreerde pachtovereenkomst.
23
Let op! Deze grond heeft u bij Toegestane verliezen (vraag 14) al meegeteld. Vraag 28 Gegevens vrijstelling voor tuinbouw · Voor wie van belang Deze vraag hoeft u alleen in te vullen als u bij vraag 25 de vrijstelling voor tuinbouw heeft berekend. · Wat invullen Vul in hoeveel hectare groeimedium u in 2005 gemiddeld heeft gehad in en buiten gebouwen. En vul ook in hoeveel grond u gemiddeld daarnaast nog heeft gehad in gebouwen. U telt hiervoor alleen de grond mee die u daadwerkelijk in gebruik had voor teelt van het gewas in de grond. · Waarvan overnemen U kunt de gegevens van Hulpstaat 3 overnemen.
24
6
Verzamelstaat en ondertekening De verzamelstaat invullen Nadat u heeft berekend of u fosfaatheffing en/of stikstofheffing moet betalen, vult u de verzamelstaat in op pagina 1 van de aangifte. Neem de berekende fosfaatheffing en/of stikstofheffing over uit Hulpstaat 4 achterin deze Toelichting. Heffing betalen Moet u heffing betalen? Maak dan de bedragen over met de bijgesloten acceptgiro’s. Uw betaling moet zijn ontvangen bij Dienst Regelingen vóór 1 september 2006. Wilt u op een andere manier betalen? U kunt het bedrag storten op het rekeningnummer dat staat vermeld op de acceptgiro’s, ten name van Dienst Regelingen, Postbus 322, 9400 AH te Assen, onder vermelding van ‘MINAS’, de soort heffing (fosfaat en/of stikstof), het heffingsjaar en uw relatienummer. Let op! U heeft alleen tijdig betaald als het verschuldigde bedrag vóór 1 september 2006 op de rekening van Dienst Regelingen is bijgeschreven. Het niet, niet tijdig of niet geheel betalen van de verschuldigde heffing kan leiden tot een naheffingsaanslag en boete(n). Het formulier ondertekenen Ga na of u de aangifte volledig heeft ingevuld, en onderteken het formulier daarna onderaan pagina 1. Bij een eenmanszaak tekent de eigenaar/pachter, bij een juridische maatschap een bevoegde maat, bij een economische maatschap de rechthebbende zelf (eigenaar, pachter), bij een vennootschap onder firma een bevoegde vennoot, bij een BV of NV een bevoegd bestuurder. · Geboortedatum Heeft u een eenmanszaak? Vul dan uw geboortedatum in. Heeft u een BV of NV? Vul dan de oprichtingsdatum in. Bij een ander samenwerkingsverband (zoals maatschap of VOF) hoeft u geen datum in te vullen.
25
Terugsturen van het formulier Stuur het aangifteformulier met eventuele bijlagen vóór 1 september 2006 terug naar Dienst Regelingen, Antwoordnummer 7000, 9400 VD Assen. U kunt hiervoor de bijgevoegde retourenvelop gebruiken. Ook uw betaling van een eventuele heffing moet vóór 1 september 2006 zijn ontvangen door Dienst Regelingen. Let op! Het niet, niet juist of niet volledig doen van aangifte kan leiden tot een naheffingsaanslag en boete(n). Tip! Maak een kopie van de aangifte voordat u die terugstuurt naar Dienst Regelingen. Dit is handig voor uw administratie. Wat gebeurt er met uw aangifte? Dienst Regelingen stuurt u na ontvangst van de aangifte een ontvangstbevestiging. Uw aangifte wordt daarna per heffing gecontroleerd en eventueel gecorrigeerd. Dit gebeurt aan de hand van de gegevens die bij Dienst Regelingen bekend zijn.
26
7
Hulpstaten en tabellen
Hulpstaat 1 Berekening stikstofbinding door vlinderbloemigen (vraag 11 op de aangifte) A, B, C en D: neem de gemiddelde oppervlakten over van de bijlage vlinderbloemigen uit uw Boekhoudpakket 2005. Let op! Stuur deze hulpstaat niet terug naar Dienst Regelingen.
Berekening stikstofbinding door vlinderbloemigen Vlinderbloemigen
Gemiddelde
Stikstof
oppervlakte
per ha
A
x 160 =
B
x 30
C
x 120 =
D
x 50
Kg stikstof
Luzerne Stamslabonen =
Veldbonen of tuinbonen Erwten, pronkbonen of slabonen
=
Optellen
+ kg 1 Neem over bij vraag 11 op de aangifte
27
Hulpstaat 2
Stikstofverlies dieren na correctie voor oppervlakte grasland (vraag 15 op aangifte) Stap 1 Stikstofverlies voor alle dieren · neem de gemiddelde aantallen dieren over van vraag 2 van de aangifte · uitgeschaarde dieren telt u wel mee, ingeschaarde dieren niet. Het stikstofverlies per dier (stikstofcorrectie) staat in tabel 1 van de Tabellenbrochure 2004 · rond kg stikstof af op hele getallen; 0,5 en hoger naar boven. Let op! Stuur deze hulpstaat niet terug naar Dienst Regelingen.
Stikstofverlies dieren na correctie Stap 1: Stikstofverlies voor alle dieren Nummer
Gemiddeld aantal
Stikstofverlies per
diercategorie
dieren in 2005
dier (stikstofcorrectie)
Stikstof
x
,
=
kg
x
,
=
kg
x
,
=
kg
x
,
=
kg
x
,
=
kg
x
,
=
kg
x
,
=
kg
Tel op
+ A
Stikstofverlies voor alle dieren
28
kg
Stap 2 Correctie stikstofverlies voor alle dieren U moet dit stikstofverlies voor alle dieren nog corrigeren voor de oppervlakte grasland op uw bedrijf. Dit is nodig omdat bij het vaststellen van de verliesnorm voor grasland al rekening is gehouden met de stikstofverliezen van 2 GVE/ha (= 60 kg stikstof per ha).
Stikstofverlies voor alle dieren Stap 2: Correcties stikstofverlies voor alle dieren Stikstofverlies voor alle dieren A
kg
Totaal grasland ha
,
60 x
Vermenigvuldig
4
kg
Trek af
–
Stikstofverlies na correctie voor oppervlakte kg
grasland (kleiner dan 0? Vul ‘0’ in) 1
Neem over op de aangifte bij vraag 15
29
Hulpstaat 3 Vrijstelling voor tuinbouw (vraag 25 op aangifte) Op deze hulpstaat berekent u de vrijstelling die u kunt krijgen in verband met teelt op een groeimedium in of buiten gebouwen, of op grond in gebouwen. De vrijstelling die u hier berekent, vult u in bij vraag 25. De vrijstelling is maximaal 460 kg fosfaat en 800 kg stikstof per hectare. Hieronder berekent u bij 1 uw maximale vrijstelling op basis van het aantal hectare dat u gemiddeld had in 2005. Daarna vergelijkt u die bij 3 en 4 met de werkelijk aangevoerde meststoffen in 2005 voor teelt op groeimedium (in of buiten gebouwen) of op grond in gebouwen (2). Let op! Stuur deze hulpstaat niet terug naar Dienst Regelingen.
Stap 1 Bepaling maximale vrijstelling · neem gegevens over uit uw administratie · noteer oppervlakte in ha, met twee cijfers achter de komma · rond kg af op hele getallen; 0,5 en hoger naar boven.
Vrijstelling voor tuinbouw Stap 1: Bepaling maximale vrijstelling Oppervlakte groeimedium in of buiten gebouwen
,
ha 4
Vul ook in bij vraag 28 op de aangifte
,
ha 4
Vul ook in bij vraag 28 op de aangifte
Oppervlakte grond in gebouwen Tel op
+
Oppervlakte voor vrijstelling ha
,
460 x
Vermenigvuldig Maximale vrijstelling fosfaat
4 1A
kg
Oppervlakte voor vrijstelling ha
,
800 x
Vermenigvuldig Maximale vrijstelling stikstof
4 1B
30
kg
Stap 2 Aangevoerde meststoffen voor teelt op groeimedium of op grond in gebouwen · neem gegevens over uit uw administratie · vul uitsluitend in: de meststoffen die zijn gebruikt voor teelt op een groeimedium of op grond in gebouwen* · rond kg af op hele getallen; 0,5 en hoger naar boven.
Stap 2: Aangevoerde meststoffen voor teelt op groeimedium of op grond in gebouwen kg fosfaat
kg stikstof
Dierlijke meststoffen Overige organische meststoffen Andere meststoffen (fosfaat in andere meststoffen telt niet mee) Tel op
+
+
Totaal aangevoerd 2A
kg
2B
kg
Stap 3: Bepaal uw fosfaatvrijstelling Vergelijk 1A met 2A ■ 2A is kleiner dan of gelijk aan 1A 4 Vul in bij vraag 25 op de aangifte: de hoeveelheid van 2A ■ 2A is groter dan 1A
4 Vul in bij vraag 25 op de aangifte: de hoeveelheid van 1A
* De hoeveelheden dierlijke en overige organische meststoffen en stikstof in andere meststoffen moet u ook hebben meegerekend als aanvoer bij vraag 7 t/m 10. De hoeveelheid aangevoerde fosfaat in andere meststoffen telt niet mee bij het bepalen van de vrijstelling.
31
Stap 4: Bepaal uw stikstofvrijstelling Vergelijk 1B met 2B ■ 2B is kleiner dan of gelijk aan 1B 4 Vul in bij vraag 25 op de aangifte: de hoeveelheid van 2B ■ 2B is groter dan 1B
4 Vul in bij vraag 25 op de aangifte: de hoeveelheid van 1B
32
Hulpstaat 4 Berekening fosfaat- en stikstofheffing (verzamelstaat bij aangifte) In deze hulpstaat berekent u hoeveel fosfaat- en/of stikstofheffing u moet betalen. U vergelijkt daarvoor de aanvoer van fosfaat of stikstof met de afvoer ervan. Als u een fosfaat- en/of stikstofoverschot heeft, dan moet u heffing betalen. Voor zowel fosfaat als stikstof geldt een vast tarief per kilogram. Let op! Stuur deze hulpstaat níet terug naar Dienst Regelingen, maar bewaar hem bij uw administratie.
Berekening fosfaatheffing Totaal aanvoer fosfaat in kg Neem over van vraag 13 Totaal afvoer fosfaat in kg Neem over van vraag 26 Trek af
–
Fosfaatoverschot
kg
Fosfaatoverschot kleiner dan 0? Vul dan ‘0’ in Vermenigvuldig
¤9
Fosfaatheffing
x
¤
Rond naar beneden af op hele euro’s
1 Neem over op de verzamelstaat op pagina 1 van de aangifte. Ga verder met de berekening stikstofheffing
33
Berekening stikstofheffing Totaal aanvoer stikstof in kg Neem over van vraag 13 Totaal afvoer stikstof in kg Neem over van vraag 26 Trek af
–
Stikstofoverschot
A
Stikstofoverschot kleiner dan 0? Vul dan ‘0’ in Vermenigvuldig
kg ¤ 2,30
Stikstofheffing
x
¤
Rond naar beneden af op hele euro’s
1 Neem over op de verzamelstaat op pagina 1 van de aangifte
34
Hef-119-04/T11820
ZHO520
Wilt u meer informatie? Bel dan met Het LNV-Loket: 0800 – 22 333 22 (op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur). Of kijk op www.minlnv.nl/loket.
Dienst Regelingen Postbus 322 9400 AH Assen