TOELICHTING AANVRAAGFORMULIER SUBSIDIEREGELING INSTANDHOUDING MONUMENTEN (Sim) INDIENINGSJAAR 2013
Toelichting algemeen deel Vraag 1 1.01
Naam eigenaar Een rechtspersoon of een natuurlijke persoon met het recht van eigendom of een ander zakelijk recht op een beschermd monument of zelfstandig onderdeel daarvan, geldt als eigenaar. Alleen zij komen voor subsidie in aanmerking. Economische eigenaren, huurders en beheerders gelden niet als eigenaar, omdat hierbij geen sprake is van zakelijke rechten. Het kan zijn dat een beschermd monument of zelfstandig onderdeel in onverdeelde eigendom is bij meerdere mede-eigenaren samen. Bijvoorbeeld bij huwelijkspartners en erfgenamen (onverdeelde boedel). Een van de mede-eigenaren doet de aanvraag dan mede namens de overige mede-eigenaren. Bij erfgenamen is daarvoor een machtiging van de overige mede-eigenaren (erfgenamen) nodig, bij huwelijkspartners niet. Is een machtiging van de mede-eigenaren nodig, dan moet deze bij de aanvraag worden gevoegd. In plaats daarvan kunnen de mede-eigenaren het aanvraagformulier ook mede-ondertekenen. Daarvoor kan gebruik worden gemaakt van blad 4 van het aanvraagformulier. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) kan de eigenaargegevens controleren in het Kadaster. Indien de gegevens in het Kadaster niet overeenkomen met de gegevens zoals ingevuld op het aanvraagformulier, kan de RCE om aanvulling of verduidelijking van uw aanvraag verzoeken. Indien de kadastergegevens naar uw mening onjuist zijn of wat betreft tenaamstelling afwijken, voegt u dan documenten bij uw aanvraag ter onderbouwing van de door u ingevulde eigenaargegevens. Bent u enig erfgenaam en blijkt uw eigendom niet uit het Kadaster, dan dient u een bewijsstuk bij de aanvraag te voegen (bijvoorbeeld een kopie van het testament). Is de eigenaar een rechtspersoon, vul dan bij vraag 1.01 de soort en de naam van de rechtspersoon in. Is de eigenaar een natuurlijk persoon (een particulier), vul dan de vragen 1.02 en 1.03 in. Een aanvraag kan ook namens de eigenaar worden ingediend door een gemachtigde. In dat geval vult u bij deze vraag de eigenaargegevens in en bij vraag 3 de gegevens van de gemachtigde.
1.04
Adres De RCE stuurt alle correspondentie met betrekking tot een aanvraag naar het bij deze vraag vermelde adres. Als echter sprake is van een gemachtigde dan wordt alle correspondentie naar diens adres gestuurd.
1.07 1.08
Telefoon en e-mail Voor het inhoudelijk behandelen van een aanvraag is het telefoonnummer of e-mailadres niet noodzakelijk. Wel zijn deze gegevens handig voor de RCE om bij vragen contact met u op te nemen.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 1
1.09
IBAN-nummer Alle bankrekeningnummers gaan veranderen. Vanaf 1 februari 2014 kunt u uw huidige bankrekeningnummer niet meer gebruiken en is het ‘nieuwe’ IBAN-nummer verplicht. Indien aan u in 2013 een subsidie wordt verleend, dan zal de uitbetaling van de subsidie op zijn vroegst in 2014 gebeuren. Het IBAN-nummer is dus nodig voor het kunnen uitbetalen van voorschotten op de subsidie. U vindt het IBAN-nummer op uw bankafschrift of op de website van de bank. Indien u deze gegevens niet invult, zult u na een eventuele subsidieverlening door het Nationaal Restauratiefonds worden benaderd om deze gegevens alsnog aan te leveren. Hieraan kunnen kosten verbonden zijn.
1.10
Burgerservicenummer / inschrijfnummer Kamer van Koophandel Als u vraag 1.01 heeft ingevuld, vult bij vraag 1.10 het inschrijfnummer van de Kamer van Koophandel in. In de overige gevallen vult u uw burgerservicenummer in. Voor het inhoudelijk behandelen van een aanvraag is het burgerservicenummer of een inschrijfnummer van de Kamer van Koophandel niet noodzakelijk. Deze gegevens zijn wel nodig, indien u in de toekomst voor een verdere digitale behandeling van uw subsidieaanvraag kiest.
2.01 – 2.06
Begunstigde U dient de vragen 1.11 tot en met 1.16 in te vullen als de subsidie uitbetaald moet worden aan een ander dan de eigenaar/zakelijk gerechtigde.
3.013.06
Gemachtigde Indien de eigenaar iemand machtigt om namens hem een aanvraag in te dienen, voegt de gemachtigde een kopie van de machtiging bij de aanvraag. In plaats van het bijvoegen van een machtiging kan de eigenaar (of de mede-eigenaren) de aanvraag ook mede-ondertekenen. Het voorgaande is ook van toepassing als sprake is van onverdeelde eigendom. Zie daarvoor de toelichting bij vraag 1.01. Als sprake is van een gemachtigde, stuurt de RCE alle correspondentie naar het postadres van de gemachtigde. Voor het inhoudelijk behandelen van de aanvraag is het telefoonnummer niet noodzakelijk.
Vraag 4 4.01 – 4.04
Contactpersoon Deze vraag kunt u invullen als u het dagelijkse beheer en/of de instandhoudingswerkzaamheden door een ander (dan de gemachtigde) laat uitvoeren.
Vraag 5 5.01
Aantal beschermde monumenten / zelfstandige onderdelen Bij deze vraag geeft u aan hoeveel afzonderlijke bijlagen u invult voor evenzoveel beschermde monumenten of zelfstandige onderdelen. Hierbij maakt u onderscheid tussen gebouwde monumenten, groene (lees: aangelegde) monumenten of archeologische monumenten, dan wel zelfstandige onderdelen van deze monumenten. Toelichting: een aanvraag kan één of meerdere beschermde monumenten of zelfstandige onderdelen bevatten. Het kan daarbij gaan om gebouwde (bijlage 1), groene (bijlage 2) en/of archeologische monumenten (bijlage 3) of zelfstandige onderdelen daarvan. Per monumentnummer dient minimaal één bijlage te worden ingevuld. Als er sprake is van twee monumentnummers, dienen dus minimaal twee bijlagen te worden ingevuld, etc. (Een beschermd monument heeft één monumentnummer. Zelfstandige onderdelen hebben het monumentnummer van het beschermd monument waarvan ze deel uitmaken) Heeft uw aanvraag betrekking op meerdere zelfstandige onderdelen van één beschermd monument, bijvoorbeeld meerdere gebouwen, vult u dan per zelfstandig onderdeel een bijlage in.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 2
Als een beschermd monument uit zowel groene als gebouwde elementen (zelfstandige bouwkundige eenheden) bestaat, vult u voor de gebouwde elementen (bruggen, beelden en gebouwen) een of meerdere kopieën van bijlage 1 in en voor de groenaanleg (beplanting, water en paden) vult u bijlage 2 in. Een kerktoren is altijd een zelfstandig onderdeel. Zijn kerktoren en de rest van de kerk in handen van dezelfde eigenaar en onder hetzelfde monumentnummer geregistreerd, dan kan de aanvrager kiezen of hij bijlage 1 invult voor kerk en toren samen of dat hij voor elk afzonderlijk een bijlage invult. Is sprake van verschillende monumentnummers, dan zal bijlage 1 voor elk afzonderlijk moeten worden ingevuld. In artikel 1 van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten 2013 en in de toelichting op dit artikel vindt u nadere informatie over het begrip zelfstandig onderdeel. Ondertekening De eigenaar of diens gemachtigde ondertekent het aanvraagformulier. Indien er sprake is van een gemachtigde, wordt een schriftelijke machtiging bijgevoegd of wordt het aanvraagformulier bij wijze van machtiging mede ondertekend door de eigenaar. Indien sprake is van een rechtspersoon, wordt het aanvraagformulier ondertekend door de bevoegde vertegenwoordiger(s) van de rechtspersoon. Indien er meerdere vertegenwoordigers moeten ondertekenen, is hiervoor de ruimte op blad 4 van het aanvraagformulier.
Mede-ondertekening Als de eigenaar een rechtspersoon is en de ondertekening door meer dan 1 vertegenwoordiger moet plaatsvinden, kan dat op dit blad. Ook mede-eigenaren kunnen de aanvraag hier mede-ondertekenen.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 3
Toelichting bijlage 1: Gebouwd monument of zelfstandig onderdeel daarvan Vraag R6 R6.01
Rijksmonumentnummer Het monumentnummer is noodzakelijk voor een efficiënte behandeling van uw aanvraag. Vult u het nummer daarom in op alle bijlagen. Mocht u het monumentnummer van uw beschermd monument niet weten, raadpleegt u dan de website www.monumentenregister.nl of neemt u contact op met de InfoDesk van de RCE (033 – 421 74 56). Let op: vult u bij een complex van beschermde monumenten niet het complexnummer in, maar het monumentnummer waaronder het onderdeel van het complex is beschermd.
R6.03 R6.04
Zelfstandig onderdeel Indien u de bijlage invult voor een zelfstandig onderdeel van een beschermd monument, geef dan hier een korte omschrijving van het zelfstandig onderdeel. Doel is de afbakening ten opzichte van de overige zelfstandige onderdelen van het beschermd monument. Bij vraag R8 wordt u ook nog gevraagd hiervoor een tekening bij te voegen.
R6.07
Deze vraag dient om vast te kunnen stellen of sprake is van een woonhuis. Woonhuizen zijn in eerste instantie beschermde monumenten of zelfstandige onderdelen daarvan die in oorsprong geheel of gedeeltelijk zijn vervaardigd voor bewoning. Maar andere gebouwen die nu voor meer dan de helft van de oppervlakte voor bewoning in gebruik zijn, gelden ook als woonhuis. Kelders, zolders, bergingen en garages worden meegerekend als woonruimte. Ook niet permanent bewoonde gebouwen, zoals een vakantiewoning, tweede huis of (tijdelijk) leegstaande woning, gelden voor de Sim als woonhuis. Het maakt geen verschil of het gebouw een eigen monumentnummer heeft of onderdeel is van een beschermd monument dat uit meerdere gebouwen bestaat. Niet als woonhuizen worden aangemerkt: gebouwen die deel uitmaken van een museum dat is geregistreerd in het Museumregister Nederland, gebouwen die oorspronkelijk gebouwd zijn als: kerkgebouw, kasteel, paleis, hoofdhuis van een buitenplaats, landhuis, gebouw van liefdadigheid, molen, gemaal, agrarisch gebouw of watertoren.
R6.08
Een kerkgebouw is een beschermd monument of zelfstandig onderdeel, dat in oorsprong uitsluitend of voor een overwegend deel is vervaardigd voor het gezamenlijk belijden van de godsdienst of levensovertuiging. Kerktorens gelden weliswaar als zelfstandig onderdeel van een kerkgebouw, maar zijn zelf geen kerkgebouw als hier bedoeld. Pastorieën en kosterswoningen worden aangemerkt als woonhuis en niet als kerkgebouw. In artikel 1 van het Brim 2013 en de toelichting daarop treft u meer informatie aan over de inhoud van de begrippen kerkgebouw en toren van een kerkgebouw.
R6.09
Een eigenaar van een kerkgebouw moet verklaren dat het kerkgebouw gedurende de gehele instandhoudingsperiode een functie heeft. Die functie kan religieus zijn of niet-religieus, of een combinatie van verschillende functies. Leegstand, kraak of anti-kraak worden niet als bestendig gebruik erkend. De eigenaar stemt zijn verklaring, voor zover dat aan de orde is, zelf af met de kerkelijke koepelorganisatie. In de toelichting bij vraag R6.08 is al aangegeven dat een kerktoren op zich niet als kerkgebouw geldt. Voor een aanvraag voor alleen een kerktoren hoeft dus geen verklaring omtrent bestendig gebruik te worden ingediend.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 4
Vraag R7 R7.01
Totale kosten Per bijlage voor een beschermd monument of zelfstandig onderdeel stelt u een afzonderlijk instandhoudingsplan met meerjarenbegroting op. Hier vult u de totale kosten van de begroting voor dit beschermd monument of zelfstandig onderdeel in. Het bedrag neemt u over uit de meerjarenbegroting.
R7.02 – R7.05
Verrekenning of terugvordering deel van de btw Hier vult u in of de eigenaar in het bezit is van een btw-nummer en of (een deel van) de btw conform het besluit van de Belastingdienst is terug te vorderen. Als u de volledige btw kunt verrekenen of terugvorderen kruist u dit aan. Kunt u een deel van de btw terugvorderen, dan dient u het desbetreffende percentage (lager dan 100%) in te vullen. Gemeenten en provincies kunnen onder voorwaarden betaalde btw terugkrijgen uit het BTWCompensatiefonds. Zij dienen na te gaan of zij voldoen aan de criteria, genoemd in de Wet op het BTW-compensatiefonds. In het geval dat de btw geheel of gedeeltelijk terugvorderbaar dan wel compensabel is, dient u dit in de begroting te verwerken op de wijze zoals in de handleiding van het begrotingsmodel is aangegeven. De RCE controleert regelmatig bij de Belastingdienst of subsidieontvangers de btw kunnen verrekenen op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 of de Wet op het BTWcompensatiefonds.
R7.06
Situaties die van invloed zijn op de subsidieverlening In de Sim is een aantal bepalingen opgenomen die van invloed zijn op een eventuele subsidieverlening. Enerzijds gaat het om bepalingen die een subsidieverlening niet mogelijk maken, anderzijds gaat het om bepalingen die van invloed zijn op het subsidiabel stellen van kosten van werkzaamheden. N.B. Gelet op het voorrangscriterium van de laagste totale begroting eerst, is het raadzaam om geen kosten in de meerjarenbegroting op te voeren die niet kunnen worden gesubsidieerd. Voert u dergelijke kosten toch op, geeft u dan duidelijk aan in de meerjarenbegroting welke kosten het betreft. Andere rijkssubsidies, vergoeding verzekering of andere dekking kosten De subsidieaanvraag wordt afgewezen voor zover deze subsidiabele kosten betreft waarvoor subsidie is verleend op grond van een andere rijkssubsidieregeling. Hiermee wordt een opeenstapeling van rijkssubsidies voorkomen. Indien die mogelijkheid bestaat, mag echter wel een beroep gedaan worden op: andere rijksoverheidsinstanties ter dekking van de niet-subsidiabele kosten; decentrale overheden, zowel voor dekking van de niet-subsidiabele kosten als voor het niet door rijkssubsidie gedekte deel van de subsidiabele kosten; de diverse (cultuur)fondsen, zowel voor dekking van de niet-subsidiabele kosten als voor het niet door subsidie gedekte deel van de subsidiabele kosten. Voor zover in het geval van schade de subsidiabele kosten van werkzaamheden gedekt (kunnen) worden door een vergoeding op grond van een verzekering, wordt voor deze kosten geen subsidie verleend. Voor zover de subsidiabele kosten voor meer dan 50% worden gedekt door subsidies of bijdragen van derden, komen ze niet voor rijkssubsidie in aanmerking. Het kan bijvoorbeeld gaan om een provinciale of gemeentelijke subsidie of een bijdrage van een fonds. Subsidieverlening in de jaren 2008 t/m 2012 Als ten behoeve van een beschermd monument of zelfstandig onderdeel waarop de aanvraag betrekking heeft in de jaren 2008 t/m 2012 een zesjarige instandhoudingssubsidie is verleend op grond van het Brim of het Brim 2011, wordt de aanvraag voor dat beschermd monument of zelfstandig onderdeel afgewezen. Voor een beschermd monument of zelfstandig onderdeel kan per periode van zes jaar slechts één instandhoudingssubsidie worden verleend.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 5
Werkzaamheden zelf uitvoeren door eigenaar Als u werkzaamheden geheel of gedeeltelijk zelf uitvoert of door vrijwilligers laat uitvoeren, komen alleen de kosten van materiaal en materieel in aanmerking voor subsidie. Arbeidsuren van de eigenaar of vrijwilligers komen niet voor subsidie in aanmerking. Voert u voor deze arbeidsuren toch kosten op, geeft u deze dan duidelijk aan op de in het begrotingsmodel aangegeven wijze. Werkzaamheden uitvoeren door eigen bedrijf Het is mogelijk dat u de werkzaamheden geheel of gedeeltelijk zelf gaat uitvoeren binnen het kader van uw onderneming en/of door personeel dat in loondienst is bij die onderneming. In het instandhoudingsplan, en dus ook in de daartoe behorende meerjarenbegroting dient u duidelijk aan te geven welke werkzaamheden u zelf of uw personeel uitvoert. In het algemeen geldt dat de kosten van ‘zelfwerkzaamheid’ alleen dan subsidiabel zijn, indien u achteraf kunt aantonen (bijvoorbeeld door middel van een accountantsverklaring) hoeveel uren door uzelf of uw personeel binnen het kader van een door u gedreven onderneming zijn besteed aan subsidiabele werkzaamheden. Uren die zijn besteed buiten het kader van de door u gedreven onderneming gelden als ‘doe-het-zelf’-uren en daarvoor opgevoerde kosten zijn niet subsidiabel. Voert u hier toch kosten voor op, geeft u deze dan duidelijk aan op de in het begrotingsmodel aangegeven wijze. Reeds uitgevoerde werkzaamheden Een subsidieaanvraag heeft betrekking op de jaren 2014 t/m 2019. Werkzaamheden die vóór die periode zijn uitgevoerd, komen niet voor een subsidieverlening in aanmerking. Alleen kosten die eerder gemaakt worden ten behoeve van de aanvraag (zoals onderzoekskosten of kosten voor het opstellen van het instandhoudingsplan) kunnen voor subsidie in aanmerking komen. Doelmatigheid instandhoudingsplan Een instandhoudingsplan is doelmatig als het betrekking heeft op de werkzaamheden die in het inspectierapport als (het meest) urgent zijn aangemerkt. Als dit niet het geval is, dient u dat hier aan te geven. Indien de werkzaamheden worden uitgevoerd gedurende de instandhoudingsperiode waarvoor subsidie wordt gevraagd en ze worden bekostigd met andere middelen dan rijkssubsidie, kunt u dat hier aangeven. In dat geval kan het instandhoudingsplan alsnog als doelmatig worden aangemerkt. Als de urgente(re) werkzaamheden uit het inspectierapport niet worden uitgevoerd gedurende de instandhoudingsperiode, kunt u hier een toelichting geven waarom u een andere keuze maakt en wanneer deze werkzaamheden wel zullen worden uitgevoerd. R7.07 – R7.09
Voor een molen hoeft geen herbouwwaarde te worden opgegeven. Voor molens geldt immers een vast maximumbedrag aan subsidiabele kosten van € 60.000. Voor alle bouwwerken, waartoe ook standbeelden, hekken, bruggen, tuinvazen etc. gerekend worden, is de herbouwwaarde noodzakelijk voor het vaststellen van het subsidiebedrag. De herbouwwaarde moet door een verzekeraar zijn geaccepteerd. In principe blijkt de herbouwwaarde uit een verzekeringspolis of uit het taxatierapport waarnaar deze polis verwijst. Voor monumenten die niet verzekerd zijn, dient een taxatie overgelegd te worden die is geaccepteerd door een verzekeraar, bijvoorbeeld in een offerte of een brief. Als bewijs van acceptatie van de herbouwwaarde door een verzekeraar kunnen de volgende documenten dienen: - een kopie van de verzekeringspolis waaruit de herbouwwaarde blijkt, of - een taxatierapport met de herbouwwaarde met een kopie van de verzekeringspolis, offerte of brief van de verzekeraar waaruit blijkt dat deze de herbouwwaarde als genoemd in het taxatierapport accepteert. De herbouwwaarde moet aansluiten op datgene waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Als een herbouwwaarde betrekking heeft op meer bouwwerken dan in de subsidieaanvraag zijn betrokken, zult u de verzekeraar om een splitsing van de herbouwwaarde moeten vragen, zodat de herbouwwaarde alleen betrekking heeft op datgene waarvoor u subsidie aanvraagt. Deze herbouwwaarde zal moeten blijken uit de polis, offerte of brief van de verzekeraar en het bijbehorende taxatierapport.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 6
Hebt u één herbouwwaarde van meerdere beschermde monumenten of zelfstandige onderdelen samen, dan kunt u desgewenst één subsidieaanvraag doen voor het geheel. U vult de gezamenlijke herbouwwaarde slechts op één bijlage 1 in. In de bijlagen die u invult voor de overige bouwwerken verwijst u hiernaar. Voor beschermde monumenten of zelfstandige onderdelen waarvoor geen herbouwwaarde is vastgesteld, kunt u geen zelfstandige subsidieaanvraag indienen. U kunt de onderhoudskosten voor deze beschermde monumenten of zelfstandige onderdelen wel opnemen in een aanvraag voor een beschermd monument of zelfstandig onderdeel waarvan wel een herbouwwaarde is vastgesteld. Dit doet u door deze kosten op te nemen in de meerjarenbegroting van het desbetreffende beschermd monument of zelfstandig onderdeel. De subsidiabele kosten kunnen dan worden berekend en de subsidie kan dan ook voor deze kosten worden aangewend. Dit is uiteraard alleen mogelijk indien het maximumbedrag aan subsidiabele kosten (3% van de herbouwwaarde) voldoende ruimte biedt. Dat is het geval indien het noodzakelijke onderhoud aan het beschermd monument of zelfstandig onderdeel waarvan de herbouwwaarde wel is vastgesteld kan worden uitgevoerd. En voor zover het maximumbedrag aan subsidiabele kosten daarmee nog niet is bereikt. Let op: de herbouwwaarde is niet altijd gelijk aan de verzekerde waarde. Soms wordt niet de gehele herbouwwaarde verzekerd, maar slechts een deel hiervan. Voor de subsidie kunt u in een dergelijk geval wel de gehele herbouwwaarde opvoeren. Vraag R8 In de Sim is bepaald, dat bij een aanvraag om subsidie gebruik wordt gemaakt van het vastgestelde aanvraagformulier. Naast het aanvraagformulier moet in ieder geval een aantal bescheiden worden ingediend. Indien er sprake is van alleen reguliere werkzaamheden en/of beperkt herstel, dienen de volgende stukken bij de aanvraag te worden gevoegd: 01. Een actueel inspectierapport (of rapporten) per beschermd monument of per zelfstandig onderdeel. Het inspectierapport beschrijft de actuele technische of fysieke staat van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel. Het inspectierapport geeft inzicht in de gebreken maar ook in de oorzaken en eventuele gevolgen daarvan. Gebaseerd op de inspectiebevindingen bevat het rapport tevens adviezen over de uit te voeren instandhoudingswerkzaamheden in volgorde van urgentie en over de termijnen van aanpak. Het rapport dient opgesteld te zijn door een ter zake deskundige. Het rapport moet voldoende actueel zijn. Een inspectierapport van ongeveer twee jaar oud, wordt geacht nog voldoende actueel te zijn als het op het moment van indiening de huidige staat van het monument juist weergeeft. Om de actualiteit van het rapport te kunnen vaststellen, moet het rapport de datum te bevatten waarop de inspectie is uitgevoerd. Doet u een subsidieaanvraag voor de instandhouding van een beschermd monument, inclusief een zich daarin bevindend monumentaal orgel, dan dient ook de technische staat van het orgel uit een inspectierapport te blijken. Vanwege de vereiste specifieke deskundigheid zal hiervoor doorgaans een apart inspectierapport moeten worden opgesteld. 02. Overzicht aard en omvang van de werkzaamheden en omschrijving van de daarmee beoogde resultaten. De beschrijving van de aard en omvang van de werkzaamheden dient minimaal te gebeuren in de vorm van een werkomschrijving. Omdat slechts sprake is van reguliere werkzaamheden en/of beperkt herstel, zonder wijziging van het monument, kan worden volstaan met de specifieke omschrijvingen van de voorgenomen werkzaamheden. Om de kwaliteit van de voorgenomen werkzaamheden inzichtelijk te maken, moeten uit het overzicht en de beschrijving tevens duidelijk af te lezen zijn: a. de toe te passen constructies; b. de te gebruiken materialen; c. de toe te passen afwerkingen en kleuren; d. de wijze van uitvoering / verwerking
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 7
Voor aanvragen met een totale begroting van € 25.000,- of minder is geen overzicht als hier bedoeld nodig en kan in plaats van het overzicht worden volstaan met een meerjarenbegroting (zie vraag 03 hierna). Het is toegestaan om naast regulier onderhoud en/of beperkt herstel ook meer ingrijpend herstel of een grote ingreep in een instandhoudingsplan op te nemen. De beschrijving van de aard en omvang van die ingrijpende werkzaamheden moet geschieden in de vorm van een bestek dan wel besteksparagrafen. In alle gevallen moet de werkomschrijving/het bestek betrekking hebben op de daadwerkelijk uit te voeren werkzaamheden uit het instandhoudingsplan. 03. Meerjarenbegroting Voor het opstellen van een meerjarenbegroting per beschermd monument of zelfstandig onderdeel is een verplicht model vastgesteld. Dit model en een toelichting voor het invullen ervan vindt u op de website van de RCE: www.cultureelerfgoed.nl. 04. Actuele overzichtsfoto’s (in kleur met vermelding opnamedatum) Overzichtsfoto’s zijn kleurenfoto’s die een duidelijke indruk geven van de aard en omvang van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel en zijn directe omgeving. Als het beschermd monument of zelfstandig onderdeel belangrijke of bijzondere onderdelen bevat (bijvoorbeeld een ingangspartij, erker, kap, enz.) dan dient u ook foto’s mee te sturen die een duidelijke indruk geven van de aard en omvang van dergelijke onderdelen. De foto’s dienen genummerd te zijn en voorzien van een korte toelichting op hetgeen in beeld is gebracht en van welke plek/richting ze zijn gemaakt (afdruk/print: minimaal 10 x 15 cm groot; digitaal: JPEG minimaal 1000 x 1500 pixels en 300dpi). Deze foto’s hoeft u niet mee te zenden als ze in het inspectierapport zijn opgenomen. 05. Actuele detailfoto’s (in kleur met vermelding opnamedatum) Detailfoto’s zijn kleurenfoto’s die, in aanvulling op de overzichtsfoto’s van onderdelen van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel, een duidelijke indruk geven van de aard en omvang van het gebrek/de gebreken. De foto’s dienen genummerd te zijn en voorzien van een korte toelichting op hetgeen in beeld is gebracht en van welke plek/richting ze zijn gemaakt (afdruk/print: minimaal 10 x 15 cm groot; digitaal: JPEG minimaal 1000 x 1500 pixels en 300dpi). Deze foto’s hoeft u niet mee te zenden als ze in het inspectierapport zijn opgenomen. 06. Tekening waarop de ligging en de omvang van het zelfstandig onderdeel worden weergegeven (alleen verplicht indien deze bijlage voor een zelfstandig onderdeel wordt ingevuld) Alleen als de aanvraag betrekking heeft op een zelfstandig onderdeel stuurt u een of meer tekeningen mee waarop de ligging en omvang daarvan, alsmede de afbakening ten opzichte van de aangrenzende zelfstandige onderdelen, duidelijk worden weergegeven. Dit indieningsvereiste geldt dus niet als het hele beschermde monument bestaat uit één zelfstandige bouwkundige eenheid of kerktoren. Wat voor tekening moet worden overgelegd, hangt af van de specifieke situatie. Bij vrijstaande gebouwen of bouwwerken kan worden volstaan met een overzichts- of situatietekening. Bij aan elkaar gebouwde zelfstandige bouwkundige eenheden is een nauwkeuriger inzicht in de bouwkundige en functionele scheiding nodig. Uit de tekening moet duidelijk blijken dat het om een zelfstandig bouwkundig en functioneel geheel gaat. Dat wil zeggen dat het geheel bouwkundig gescheiden moet zijn van de aangrenzende bebouwing, een eigen toegang moet hebben en afzonderlijk te gebruiken moet zijn. De tekening dient een dakplattegrond te bevatten, alsmede plattegronden van de begane grond en de verdiepingen met daarin aangegeven de dragende en scheidende wanden en de toegangs- en binnendeuren. Aan- of uitbouwen zoals een serre of een keuken zijn geen zelfstandige bouwkundige eenheden.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 8
Algemene toelichting op de onderdelen 7 t/m 12 Een opnametekening geeft de toestand weer ten tijde van het opstellen van het instandhoudingsplan. Op deze tekening worden aangegeven: de plaats van de gebreken de omvang en ernst van de gebreken Een plantekening geeft de toestand weer zoals die gewenst wordt/bedoeld is na uitvoering van het instandhoudingsplan. Op deze tekening worden aangegeven: alle geplande wijzigingen ten opzichte van de bestaande toestand de fasering van de geplande instandhoudingswerkzaamheden Plan- en opnametekening mogen worden samengevoegd. 07. Dakplattegrond (opname- en plantekening) Bouwkundige tekening (schaal 1:100 en met schaalstok) van het bovenaanzicht van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel, waarop is aangegeven de: vorm en omvang van het dak/de daken; soort(en) dakbedekking(en); vorm en materiaal van de goten; plaats en omvang van dakdoorbrekingen (schoorsteen, dakkapel, enz.); plaats van de bliksemafleiding; plaats van de ARBO-voorzieningen en de soort (haken, ogen, rail, enz.); plaatsen (overeenkomstig genummerd) waarvandaan de bijgevoegde overzichts- en detailfoto’s zijn gemaakt Een dakplattegrond is nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel aan het dak, de dakbedekking en/of de goten uitgevoerd zal worden. 08. Gevelaanzichten (opname- en plantekening) Bouwkundige tekening (schaal 1:100 en met schaalstok) van alle buitengevels van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel, waarop is aangegeven de: vorm en omvang van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel; soort(en) bouwmateriaal; soort(en) gevelafwerking; vorm, omvang en materiaal van de gevelopeningen; onderdelen (overeenkomstig genummerd) waarvan de bijgevoegde detailfoto’s zijn gemaakt. Een gevelaanzicht is nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel aan de vensters, gevelbekleding en/of metselwerk uitgevoerd zal worden. 09. Plattegronden (opname- en plantekening) Bouwkundige tekening (schaal 1:100 en met schaalstok) van de begane grond en eventuele kelder en/of andere verdiepingen van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel, waarop is aangegeven de: vorm en omvang van de diverse ruimtes; dragende en niet-dragende muren; balklagen; bijzondere elementen; onderdelen (overeenkomstig genummerd) waarvan de bijgevoegde detailfoto’s zijn gemaakt. Plattegronden zijn nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel aan dragende muren en/of balklagen uitgevoerd zal worden.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 9
10. Doorsneden (opname- en plantekening) Bouwkundige tekening (schaal 1:20 of 1:100 en met schaalstok) van de dwars- en/ of langsdoorsnede van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel, waarop is aangegeven de: hoogte van het gehele beschermd monument of zelfstandig onderdeel en van de onderscheiden bouwlagen; draagstructuur/draagconstructie. Deze tekeningen zijn nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel aan de draagstructuur en/of balklagen uitgevoerd zal worden. 11. Constructiedetails (opname- en plantekening) Bouwkundige tekening (schaal 1:100 en/of 1:20 en/of 1:5 en/of 1:1 en met schaalstok) van kenmerkende onderdelen van constructieve aard waarop is aangegeven de: vorm, omvang en constructieve opbouw van het onderdeel specifieke kenmerken van het onderdeel Deze tekeningen zijn nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel aan de draagstructuur, de kap en/of balklagen uitgevoerd zal worden. 12. Details (opname- en plantekening) Bouwkundige tekening (schaal 1:100 en/of 1:20 en/of 1:5 en/of 1:1 en met schaalstok) van kenmerkende onderdelen van constructieve of decoratieve aard waarop is aangegeven de: vorm, omvang en opbouw van het onderdeel specifieke kenmerken van het onderdeel Deze tekeningen zijn nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel aan de draagstructuur en/of een monumentale deuromlijsting of schouw uitgevoerd zal worden. 13. Bouwfysisch rapport Rapport van een ter zake deskundige met de opname van de aard en omvang van bouwfysische problemen (bijvoorbeeld vocht, zout) en/of het advies voor de oplossing daarvan. Dit rapport is nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel van pleisterwerk met veel zoutuitbloei en/of vochtverzadigd metselwerk uitgevoerd zal worden. 14. Constructierapport Rapport van een ter zake deskundige met de opname van de aard en omvang van constructieve problemen (bijvoorbeeld fundering, scheurvorming, instabiliteit) en/of het advies voor de oplossing daarvan. Bij een dergelijk advies horen constructieberekeningen en –tekeningen waaronder, indien van toepassing, een stut- en stempelplan. Dit rapport is nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel van de fundering en/of draagconstructie uitgevoerd zal worden. 15. Decoratie-/kleurrapport Rapport van een ter zake deskundige met de opname van de aard en omvang van specialistische (herstel-)werkzaamheden (bijvoorbeeld wand-/plafondschilderingen, stucwerk, beeldhouwwerk) en/of het advies betreffende de aanpak daarvan. Dit rapport is nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel van een monumentale wandschildering en/of stucplafond uitgevoerd zal worden. 16. Materiaalaantastingsrapport Rapport van een ter zake deskundige met de opname van de aard en omvang van de aantasting van materialen (bijvoorbeeld door schimmels, insecten, planten, e.d.) en/of het advies voor de oplossing van de problemen. Dit rapport is nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel van door bonte knaagkevers aangetaste kapspanten uitgevoerd zal worden.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 10
17. Advies behandelingsmethode/rapport preventieve aspecten Rapport van een ter zake deskundige met het advies betreffende preventieve behandeling tegen bijvoorbeeld vocht en graffiti (impregneren, anti graffiti middel). Dit rapport is nodig – soms in aanvulling op een bouwfysisch rapport - indien bijvoorbeeld het voornemen bestaat om optrekkend vocht in muurwerk te beperken/voorkomen. 18. Bouwhistorisch rapport Rapport van een bouwhistoricus dat de resultaten bevat van zijn onderzoek naar de bouw- en gebruiksgeschiedenis van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel, alsmede een daarop gebaseerde waardestelling. Deze waardestelling kan dienen als uitgangspunt voor de (herstel)werkzaamheden die zijn opgenomen in het instandhoudingsplan. De geactualiseerde Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek (Den Haag, april 2009) zijn verkrijgbaar bij de RCE en de Rijksgebouwendienst. Dit rapport is nodig, indien bijvoorbeeld een beslissing genomen moet worden over de uitvoeringswijze van ingrijpend herstel van de draagstructuur.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 11
Toelichting bijlage 2: Groen monument of zelfstandig onderdeel daarvan Onder groene monumenten worden alle aangelegde monumenten verstaan, zoals tuinen, parken, begraafplaatsen, fabrieksterreinen en boerenerven, exclusief de zelfstandige bouwkundige eenheden daarbinnen. Vraag G6 G6.01
Rijksmonumentnummer Het monumentnummer is noodzakelijk voor een efficiënte behandeling van uw aanvraag. Vult u het nummer daarom in op alle bijlagen. Mocht u het monumentnummer van uw beschermd monument niet weten, raadpleegt u dan de website www.monumentenregister.nl of neemt u contact op met de InfoDesk van de RCE (033 – 421 74 56). Let op: vult u bij een complex van beschermde monumenten niet het complexnummer in, maar het monumentnummer waaronder het onderdeel van het complex is beschermd.
G6.03 G6.04
Zelfstandig onderdeel Indien u niet de gehele beschermde aanleg in eigendom hebt, doet u de aanvraag in één keer voor alle percelen van het beschermd monument waarvan u wel eigenaar bent. Doel is de afbakening ten opzichte van de overige zelfstandige onderdelen van het beschermd monument. Bij vraag G8.07 wordt u ook nog gevraagd hiervoor een kaart bij te voegen. Als het beschermd monument uit zowel groene (aangelegde) als gebouwde elementen (zelfstandige bouwkundige eenheden, zoals bruggen, theekoepels en standbeelden) bestaat, vult u voor de gebouwde elementen (meerdere kopieën van) bijlage 1 in en voor het groene deel (de aanleg, zoals beplanting, lanen en vijvers) vult u bijlage 2 in. Voor de gebouwde elementen gelden de indieningsvereisten die voor gebouwde monumenten of zelfstandige onderdelen van toepassing zijn.
Vraag G7 Financiële en fiscale aspecten G7.01
Totale kosten Per bijlage voor een beschermd monument of zelfstandig onderdeel stelt u een afzonderlijk instandhoudingsplan met meerjarenbegroting op. Hier vult u de totale kosten van de begroting voor dit beschermd monument of zelfstandig onderdeel in. Het bedrag neemt u over uit de meerjarenbegroting.
G7.02 – G7.05
Verrekenning of terugvordering deel van de btw Hier vult u in of de eigenaar in het bezit is van een btw-nummer en of (een deel van) de btw conform het besluit van de Belastingdienst is terug te vorderen. Als u de volledige btw kunt verrekenen of terugvorderen kruist u dit aan. Kunt u een deel van de btw terugvorderen, dan dient u het desbetreffende percentage (lager dan 100%) in te vullen. Gemeenten en provincies kunnen onder voorwaarden betaalde btw terugkrijgen uit het BTWCompensatiefonds. Zij dienen na te gaan of zij voldoen aan de criteria, genoemd in de Wet op het BTW-compensatiefonds. In het geval dat de btw geheel of gedeeltelijk terugvorderbaar dan wel compensabel is, dient u dit in de begroting te verwerken op de wijze zoals in de handleiding van het begrotingsmodel is aangegeven. De RCE controleert regelmatig bij de Belastingdienst of subsidieontvangers de btw kunnen verrekenen op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 of de Wet op het BTWcompensatiefonds.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 12
G7.06
Situaties die van invloed zijn op de subsidieverlening In de Sim is een aantal bepalingen opgenomen die van invloed zijn op een eventuele subsidieverlening. Enerzijds gaat het om bepalingen die een subsidieverlening niet mogelijk maken, anderzijds gaat het om bepalingen die van invloed zijn op het subsidiabel stellen van kosten van werkzaamheden. N.B. Gelet op het voorrangscriterium van de laagste totale begroting eerst, is het raadzaam om geen kosten in de meerjarenbegroting op te voeren die niet kunnen worden gesubsidieerd. Voert u dergelijke kosten toch op, geeft u dan duidelijk aan in de meerjarenbegroting welke kosten het betreft. Andere rijkssubsidies, vergoeding verzekering of andere dekking kosten De subsidieaanvraag wordt afgewezen voor zover deze subsidiabele kosten betreft waarvoor subsidie is verleend op grond van een andere rijkssubsidieregeling. Hiermee wordt een opeenstapeling van rijkssubsidies voorkomen. Indien die mogelijkheid bestaat, mag echter wel een beroep gedaan worden op: andere rijksoverheidsinstanties ter dekking van de niet-subsidiabele kosten; decentrale overheden, zowel voor dekking van de niet-subsidiabele kosten als voor het niet door rijkssubsidie gedekte deel van de subsidiabele kosten; de diverse (cultuur)fondsen, zowel voor dekking van de niet-subsidiabele kosten als voor het niet door subsidie gedekte deel van de subsidiabele kosten. Voor zover in het geval van schade de subsidiabele kosten van werkzaamheden gedekt (kunnen) worden door een vergoeding op grond van een verzekering, wordt voor deze kosten geen subsidie verleend. Voor zover de subsidiabele kosten voor meer dan 50% worden gedekt door subsidies of bijdragen van derden, komen ze niet voor rijkssubsidie in aanmerking. Het kan bijvoorbeeld gaan om een provinciale of gemeentelijke subsidie of een bijdrage van een fonds. Subsidieverlening in de jaren 2008 t/m 2012 Als ten behoeve van een beschermd monument of zelfstandig onderdeel waarop de aanvraag betrekking heeft in de jaren 2008 t/m 2012 een zesjarige instandhoudingssubsidie is verleend op grond van het Brim of het Brim 2011, wordt de aanvraag voor dat beschermd monument of zelfstandig onderdeel afgewezen. Voor een beschermd monument of zelfstandig onderdeel kan per periode van zes jaar slechts één instandhoudingssubsidie worden verleend. Werkzaamheden zelf uitvoeren door eigenaar Als u werkzaamheden geheel of gedeeltelijk zelf uitvoert of door vrijwilligers laat uitvoeren, komen alleen de kosten van materiaal en materieel in aanmerking voor subsidie. Arbeidsuren van de eigenaar of vrijwilligers komen niet voor subsidie in aanmerking. Voert u voor deze arbeidsuren toch kosten op, geeft u deze dan duidelijk aan op de in het begrotingsmodel aangegeven wijze. Werkzaamheden uitvoeren door eigen bedrijf Het is mogelijk dat u de werkzaamheden geheel of gedeeltelijk zelf gaat uitvoeren binnen het kader van uw onderneming en/of door personeel dat in loondienst is bij die onderneming. In het instandhoudingsplan, en dus ook in de daartoe behorende meerjarenbegroting dient u duidelijk aan te geven welke werkzaamheden u zelf of uw personeel uitvoert. In het algemeen geldt dat de kosten van ‘zelfwerkzaamheid’ alleen dan subsidiabel zijn, indien u achteraf kunt aantonen (bijvoorbeeld door middel van een accountantsverklaring) hoeveel uren door uzelf of uw personeel binnen het kader van een door u gedreven onderneming zijn besteed aan subsidiabele werkzaamheden. Uren die zijn besteed buiten het kader van de door u gedreven onderneming gelden als ‘doe-het-zelf’-uren en daarvoor opgevoerde kosten zijn niet subsidiabel. Voert u hier toch kosten voor op, geeft u deze dan duidelijk aan op de in het begrotingsmodel aangegeven wijze.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 13
Reeds uitgevoerde werkzaamheden Een subsidieaanvraag heeft betrekking op de jaren 2014 t/m 2019. Werkzaamheden die vóór die periode zijn uitgevoerd, komen niet voor een subsidieverlening in aanmerking. Alleen kosten die eerder gemaakt worden ten behoeve van de aanvraag (zoals onderzoekskosten of kosten voor het opstellen van het instandhoudingsplan) kunnen voor subsidie in aanmerking komen. Doelmatigheid instandhoudingsplan Een instandhoudingsplan is doelmatig als het betrekking heeft op de werkzaamheden die in het inspectierapport als (het meest) urgent zijn aangemerkt. Als dit niet het geval is, dient u dat hier aan te geven. Indien de werkzaamheden worden uitgevoerd gedurende de instandhoudingsperiode waarvoor subsidie wordt gevraagd en ze worden bekostigd met andere middelen dan rijkssubsidie, kunt u dat hier aangeven. In dat geval kan het instandhoudingsplan alsnog als doelmatig worden aangemerkt. Als de urgente(re) werkzaamheden uit het inspectierapport niet worden uitgevoerd gedurende de instandhoudingsperiode, kunt u hier een toelichting geven waarom u een andere keuze maakt en wanneer deze werkzaamheden wel zullen worden uitgevoerd. Vraag G8 Indien er sprake is van alleen reguliere werkzaamheden en/of beperkt herstel, dienen de volgende stukken bij de aanvraag te worden gevoegd: 01. Een actueel inspectierapport (of rapporten) per beschermd monument of per zelfstandig onderdeel. Het inspectierapport beschrijft de actuele technische of fysieke staat van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel. Het inspectierapport geeft inzicht in de gebreken maar ook in de oorzaken en eventuele gevolgen daarvan. Gebaseerd op de inspectiebevindingen bevat het rapport tevens adviezen over de uit te voeren instandhoudingswerkzaamheden in volgorde van urgentie en over de termijnen van aanpak. Het rapport dient opgesteld te zijn door een ter zake deskundige. Het rapport moet voldoende actueel zijn. Een inspectierapport van ongeveer twee jaar oud, wordt geacht nog voldoende actueel te zijn als het op het moment van indiening de huidige staat van het monument juist weergeeft. Om de actualiteit van het rapport te kunnen vaststellen, moet het rapport de datum te bevatten waarop de inspectie is uitgevoerd. 02. Overzichtskaart met daarop aangegeven de omvang en hoofdstructuur van de groenaanleg en de plaats van de werkzaamheden. Tekening(en) op leesbare schaal en met schaalstok, met daarop de hoofdstructuur van de groenaanleg en de plaats van de werkzaamheden. Op de tekening zijn aangegeven: vorm, omvang en indeling van het terrein (gazon, heestergroepen, parkbos, enz., overeenkomstig § 92 van de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten 2013); beplanting; paden, lanen, wegen, enz.; waterpartijen, sloten, grachten, enz.; nummerverwijzingen naar de foto’s (zie de vragen G8.05 en G8.06). U kunt deze kaart combineren met de overzichtskaart als bedoeld onder vraag G8.07.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 14
03. Overzicht aard en omvang van de werkzaamheden en omschrijving van de daarmee beoogde resultaten. De beschrijving van de aard en omvang van de werkzaamheden dient minimaal te gebeuren in de vorm van een werkomschrijving. Omdat slechts sprake is van reguliere werkzaamheden en/of beperkt herstel, zonder wijziging van het monument, kan worden volstaan met de specifieke werkomschrijvingen. Om de kwaliteit van de voorgenomen werkzaamheden inzichtelijk te maken moeten uit het overzicht en de beschrijving tevens duidelijk af te lezen zijn: a. de toe te passen constructies; b. de te gebruiken materialen / beplantingen; c. de te vervangen materialen / beplantingen; d. de toe te passen afwerkingen en kleuren; e. de wijze van uitvoering / verwerking; f. de omvang van de werkzaamheden (in m, m², m, are, ha, etc., overeenkomstig de meerjarenbegroting). In alle gevallen moet de beschrijving betrekking hebben op de daadwerkelijk uit te voeren werkzaamheden uit het instandhoudingsplan. Ten behoeve van het voorgaande kunt u onder meer gebruik maken van een beheerplan, indien dit voorhanden is. Voor aanvragen met een totale begroting van € 25.000,- of minder is geen overzicht als hier bedoeld nodig en kan in plaats van het overzicht worden volstaan met een meerjarenbegroting (zie vraag 04 hierna). 04. Meerjarenbegroting Voor het opstellen van een meerjarenbegroting per beschermd monument of zelfstandig onderdeel is een verplicht model vastgesteld. Dit model en een toelichting voor het invullen ervan vindt u op de website van de RCE: www.cultureelerfgoed.nl. 05. Actuele overzichtsfoto’s (in kleur met vermelding opnamedatum) Overzichtsfoto’s zijn kleurenfoto’s die een duidelijke indruk geven van de aard en omvang van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel en zijn directe omgeving. Als het beschermd monument of zelfstandig onderdeel belangrijke of bijzondere onderdelen bevat (bijvoorbeeld solitaire bomen, oprijlanen, hagen, borders enz.) dan dient u ook foto’s mee te sturen die een duidelijke indruk geven van de aard en omvang van dergelijke onderdelen. De foto’s dienen genummerd te zijn en voorzien van een korte toelichting op hetgeen in beeld is gebracht en van welke plek/richting ze zijn gemaakt (afdruk/print: minimaal 10 x 15 cm groot; digitaal: JPEG minimaal 1000 x 1500 pixels 300dpi). Deze foto’s hoeft u niet mee te zenden als ze in het inspectierapport zijn opgenomen. 06. Actuele detailfoto’s (in kleur met vermelding opnamedatum) Detailfoto’s zijn kleurenfoto’s die, in aanvulling op de overzichtsfoto’s van onderdelen van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel, een duidelijke indruk geven van de aard en omvang van het gebrek/de gebreken. De foto’s dienen genummerd te zijn en voorzien van een korte toelichting op hetgeen in beeld is gebracht en van welke plek/richting ze zijn gemaakt (afdruk/print: minimaal 10 x 15 cm groot; digitaal: JPEG minimaal 1000 x 1500 pixels 300dpi). Deze foto’s hoeft u niet mee te zenden als ze in het inspectierapport zijn opgenomen.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 15
07. Overzichtskaart met kadastrale percelen in eigendom Dit indieningsvereiste geldt alleen als u niet de gehele beschermde aanleg in eigendom hebt. U kunt alleen in één keer subsidie vragen voor al uw percelen van de beschermde aanleg. Dat is het zelfstandig onderdeel. U kunt dus niet zelf een zelfstandig onderdeel afsplitsen. Op een kaart geeft u door aanduiding van de kadastrale percelen (zo mogelijk met perceelnummers) aan welk deel van de beschermde aanleg van u is. Voor de kaart kunt u bijvoorbeeld gebruik maken van een kopie van een kadastrale kaart of een kopie van de kaartbijlage bij het aanwijzingsbesluit van het beschermd monument (voor historische buitenplaatsen etc. de zogenoemde “bolletjeskaart”). U kunt deze kaart combineren met de overzichtskaart als bedoeld onder vraag G8.02. 08
Beargumenteerde opgave van alle in de meerjarenbegroting opgenomen ‘prioriteit 1 Kernwaarden’. Per kernwaarde een onderbouwing met behulp van een tuinhistorisch rapport of kopieën van literatuur Niet alle voor de instandhouding noodzakelijke kosten kunnen op grond van de Sim worden gesubsidieerd. Er is in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten 2013 (in paragraaf 92 voor groene monumenten) een splitsing aangebracht tussen subsidiabel onderhoud enerzijds en niet subsidiabel onderhoud en restauratie anderzijds. Subsidiabel op grond van de Sim zijn onderhoudswerkzaamheden met ‘prioriteit 1’. Dit zijn onderhoudswerkzaamheden aan de hoofdstructuur en de aantoonbare kernwaarden (hoofdkarakteristiek) van groene monumenten. Kernwaarden zijn elementen die aantoonbaar tot de hoofdkarakteristiek(en) van de aanleg behoren doordat ze in hun context uniek of zeldzaam zijn. Onderhoudswerkzaamheden met ‘prioriteit 2’ en restauratiewerkzaamheden zijn niet subsidiabel op grond van de Sim. De in de meerjarenbegroting opgenomen kernwaarden moeten worden aangetoond bij de aanvraag. Dit doet u door een opgave van deze kernwaarden, gevolgd door een argumentatie waaruit blijkt dat het om kernwaarden gaat. U beargumenteert dit aan de hand van een tuinhistorisch rapport of kopieën uit literatuur (relevante pagina’s en titelblad). Vermelding in de registeromschrijving van de beschermde aanleg is niet doorslaggevend. Of kernwaarden voldoende zijn aangetoond, is aan het oordeel van de minister.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 16
Toelichting bijlage 3: Beschermd archeologisch monument of zelfstandig onderdeel daarvan A6.01
Rijksmonumentnummer Het monumentnummer is noodzakelijk voor een efficiënte behandeling van uw aanvraag. Vult u het nummer daarom in op alle bijlagen. Mocht u het monumentnummer van uw beschermd monument niet weten, raadpleegt u dan de website www.monumentenregister.nl of neemt u contact op met de InfoDesk van de RCE (033 – 421 74 56).
A6.06
Bij deze vraag geeft u aan uit welke verschillende elementen het beschermd archeologisch monument of zelfstandig onderdeel bestaat en wat de aard van het terrein is (bos of geen bos, nat of droog). Daarbij geeft u tevens de aantallen aan in de diverse eenheden. De eenheden staan vermeld achter de verschillende elementen. Deze eenheden vult u tevens in in de meerjarenbegroting als bedoeld bij vraag A8.03. Hieronder volgt - voor zover nodig - een uitleg per element. Zichtbare archeologische monumenten Grafheuvel Het heuvellichaam (of resten daarvan) inclusief de bijbehorende randstructuren (bijvoorbeeld ringgreppels) en de 10 meter zone. Hunebed Spreekt voor zich. Aardwerk Omvat (inclusief bijbehorende greppels, grachten en wallen van) motteheuvel, kerkheuvel, walburg, schansen, vliedberg, schapen-, mars- en bijenkamp, landweer, banscheiding, borgen stinseheuvels, zichtbare resten van Celtic Fields en van urnenveld, karresporen en huisterp of vergelijkbare zichtbare objecten waar groot machinaal maaimateriaal (bijvoorbeeld kleppelmachine) niet kan worden ingezet. Dijk, dorpsterp Omvat dorpswierde, wierdijk, en andere zichtbare elementen en vergelijkbare zichtbare objecten waar groot machinaal maaimateriaal (bijvoorbeeld kleppelmachine) wel kan worden ingezet. Scheepswrakkenheuvels Ingepakte scheepswrakken toegedekt met een heuvel. Abri, (vuursteen)mijn, groeve Inclusief ondergrondse vuursteenmijnen. Steenbouw Resten van (ruïnes) van kastelen, kloosters, molenplaatsen, veldovens, steenhopen, borgen, villa’s en vergelijkbare objecten. Niet zichtbare archeologische monumenten Niet zichtbare resten Omvatten onder andere sporen van bewoning, begraving, beakkering (m.u.v. zichtbare Celtic Fields), grondstofexploitatie, industriële activiteiten en vergelijkbare niet zichtbare resten. In bos gelegen Wat betreft de reguliere instandhouding en de hoogte van de instandhoudingskosten maakt het uit of de werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in bos of open gebied. Voor de definitie bos wordt verwezen naar de Boswet. De Boswet is van toepassing op alle bossen en houtopstanden groter dan 10 are of - in geval van rijbeplantingen - meer dan twintig bomen die gelegen zijn buiten de zogenaamde ‘bebouwde kom Boswet’. Bij de berekening van de subsidiabele instandhoudingskosten wordt uitgegaan van bos als er sprake is van tenminste 75% bosbedekking op de aangegeven complextypen.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 17
In nat gebied gelegen tijdens uitvoering van de werkzaamheden Er is sprake van natte of drassige situaties als het beschermd archeologisch monument of zelfstandig onderdeel in een gebied ligt met tenminste 75% grondwatertrap I en/of II. Aan de hand van de meest actuele grondwatertrapkaart (1:10.000 of 1:50.000) kunt u bepalen welke grondwatertrap(pen) voor het monument gelden. Vraag A7 Financiële en fiscale aspecten A7.01
Totale kosten Per bijlage voor een beschermd monument of zelfstandig onderdeel stelt u een afzonderlijk instandhoudingsplan met meerjarenbegroting op. Hier vult u de totale kosten van de begroting voor dit beschermd monument of zelfstandig onderdeel in. Het bedrag neemt u over uit de meerjarenbegroting.
A7.02 – A7.04
Verrekenning of terugvordering deel van de btw Hier vult u in of de eigenaar in het bezit is van een btw-nummer en of (een deel van) de btw conform het besluit van de Belastingdienst is terug te vorderen. Als u de volledige btw kunt verrekenen of terugvorderen kruist u dit aan. Kunt u een deel van de btw terugvorderen, dan dient u het desbetreffende percentage (lager dan 100%) in te vullen. Gemeenten en provincies kunnen onder voorwaarden betaalde btw terugkrijgen uit het BTWCompensatiefonds. Zij dienen na te gaan of zij voldoen aan de criteria, genoemd in de Wet op het BTW-compensatiefonds. In het geval dat de btw geheel of gedeeltelijk terugvorderbaar dan wel compensabel is, dient u dit in de begroting te verwerken op de wijze zoals in de handleiding van het begrotingsmodel is aangegeven. De RCE controleert regelmatig bij de Belastingdienst of subsidieontvangers de btw kunnen verrekenen op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 of de Wet op het BTWcompensatiefonds
A7.05
Situaties die van invloed zijn op de subsidieverlening In de Sim is een aantal bepalingen opgenomen die van invloed zijn op een eventuele subsidieverlening. Enerzijds gaat het om bepalingen die een subsidieverlening niet mogelijk maken, anderzijds gaat het om bepalingen die van invloed zijn op het subsidiabel stellen van kosten van werkzaamheden. N.B. Gelet op het voorrangscriterium van de laagste totale begroting eerst, is het raadzaam om geen kosten in de meerjarenbegroting op te voeren die niet kunnen worden gesubsidieerd. Voert u dergelijke kosten toch op, geeft u dan duidelijk aan in de meerjarenbegroting welke kosten het betreft. Andere rijkssubsidies, vergoeding verzekering of andere dekking kosten De subsidieaanvraag wordt afgewezen voor zover deze subsidiabele kosten betreft waarvoor subsidie is verleend op grond van een andere rijkssubsidieregeling. Hiermee wordt een opeenstapeling van rijkssubsidies voorkomen. Indien die mogelijkheid bestaat, mag echter wel een beroep gedaan worden op: andere rijksoverheidsinstanties ter dekking van de niet-subsidiabele kosten; decentrale overheden, zowel voor dekking van de niet-subsidiabele kosten als voor het niet door rijkssubsidie gedekte deel van de subsidiabele kosten; de diverse (cultuur)fondsen, zowel voor dekking van de niet-subsidiabele kosten als voor het niet door subsidie gedekte deel van de subsidiabele kosten. Voor zover in het geval van schade de subsidiabele kosten van werkzaamheden gedekt (kunnen) worden door een vergoeding op grond van een verzekering, wordt voor deze kosten geen subsidie verleend. Voor zover de subsidiabele kosten voor meer dan 50% worden gedekt door subsidies of bijdragen van derden, komen ze niet voor rijkssubsidie in aanmerking. Het kan bijvoorbeeld gaan om een provinciale of gemeentelijke subsidie of een bijdrage van een fonds.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 18
Subsidieverlening in de jaren 2010 t/m 2012 Als ten behoeve van een beschermd archeologisch monument of zelfstandig onderdeel waarop de aanvraag betrekking heeft in de jaren 2010 t/m 2012 een zesjarige instandhoudingssubsidie is verleend op grond van het Brim of het Brim 2011, wordt de aanvraag voor dat beschermd archeologisch monument of zelfstandig onderdeel afgewezen. Voor een beschermd archeologisch monument of zelfstandig onderdeel kan per periode van zes jaar slechts één instandhoudingssubsidie worden verleend. Werkzaamheden zelf uitvoeren door eigenaar Als u werkzaamheden geheel of gedeeltelijk zelf uitvoert of door vrijwilligers laat uitvoeren, komen alleen de kosten van materiaal en materieel in aanmerking voor subsidie. Arbeidsuren van de eigenaar of vrijwilligers komen niet voor subsidie in aanmerking. Voert u voor deze arbeidsuren toch kosten op, geeft u deze dan duidelijk aan op de in het begrotingsmodel aangegeven wijze. Werkzaamheden uitvoeren door eigen bedrijf Het is mogelijk dat u de werkzaamheden geheel of gedeeltelijk zelf gaat uitvoeren binnen het kader van uw onderneming en/of door personeel dat in loondienst is bij die onderneming. In het instandhoudingsplan, en dus ook in de daartoe behorende meerjarenbegroting dient u duidelijk aan te geven welke werkzaamheden u zelf of uw personeel uitvoert. In het algemeen geldt dat de kosten van ‘zelfwerkzaamheid’ alleen dan subsidiabel zijn, indien u achteraf kunt aantonen (bijvoorbeeld door middel van een accountantsverklaring) hoeveel uren door uzelf of uw personeel binnen het kader van een door u gedreven onderneming zijn besteed aan subsidiabele werkzaamheden. Uren die zijn besteed buiten het kader van de door u gedreven onderneming gelden als ‘doe-het-zelf’-uren en daarvoor opgevoerde kosten zijn niet subsidiabel. Voert u hier toch kosten voor op, geeft u deze dan duidelijk aan op de in het begrotingsmodel aangegeven wijze. Reeds uitgevoerde werkzaamheden Een subsidieaanvraag heeft betrekking op de jaren 2014 t/m 2019. Werkzaamheden die vóór die periode zijn uitgevoerd, komen niet voor een subsidieverlening in aanmerking. Alleen kosten die eerder gemaakt worden ten behoeve van de aanvraag (zoals onderzoekskosten of kosten voor het opstellen van het instandhoudingsplan) kunnen voor subsidie in aanmerking komen. Doelmatigheid instandhoudingsplan Een instandhoudingsplan is doelmatig als het betrekking heeft op de werkzaamheden die in het inspectierapport als (het meest) urgent zijn aangemerkt. Als dit niet het geval is, dient u dat hier aan te geven. Indien de werkzaamheden worden uitgevoerd gedurende de instandhoudingsperiode waarvoor subsidie wordt gevraagd en ze worden bekostigd met andere middelen dan rijkssubsidie, kunt u dat hier aangeven. In dat geval kan het instandhoudingsplan alsnog als doelmatig worden aangemerkt. Als de urgente(re) werkzaamheden uit het inspectierapport niet worden uitgevoerd gedurende de instandhoudingsperiode, kunt u hier een toelichting geven waarom u een andere keuze maakt en wanneer deze werkzaamheden wel zullen worden uitgevoerd.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 19
Vraag A8 Indien er sprake is van alleen reguliere werkzaamheden, dienen de volgende stukken bij de aanvraag te worden gevoegd: 01. Een actueel inspectierapport (of rapporten) per beschermd archeologisch monument of per zelfstandig onderdeel. Het inspectierapport beschrijft de actuele technische of fysieke staat van het beschermd archeologisch monument of zelfstandig onderdeel. Het inspectierapport geeft inzicht in de gebreken maar ook in de oorzaken en eventuele gevolgen daarvan. Gebaseerd op de inspectiebevindingen bevat het rapport tevens adviezen over de uit te voeren instandhoudingswerkzaamheden in volgorde van urgentie en over de termijnen van aanpak. Het rapport dient opgesteld te zijn door een ter zake deskundige. Een inspectierapport wordt geacht voldoende actueel te zijn als het op het moment van indiening ongeveer twee jaar oud is. Bevat een instandhoudingsplan alleen regulier onderhoud van een archeologisch monument, dan is een inspectierapport van vijf jaar oud voldoende actueel. Het komt bij deze termijnen niet aan op enkele dagen of weken, of soms zelfs maanden, het gaat erom dat het instandhoudingsplan wordt gebaseerd op een inspectierapport dat de huidige staat van het monument juist weergeeft. Het rapport dient de datum te bevatten waarop de inspectie is uitgevoerd. 02. Overzicht aard en omvang van de werkzaamheden en omschrijving van de daarmee beoogde resultaten. De beschrijving van de aard en omvang van de werkzaamheden dient ten minste te gebeuren in de vorm van een werkomschrijving. Omdat slechts sprake is van reguliere werkzaamheden, zonder verstoring van het monument, kan worden volstaan met de specifieke werkomschrijvingen. Om de kwaliteit van de voorgenomen werkzaamheden inzichtelijk te maken moeten uit het overzicht en de beschrijving tevens duidelijk af te lezen zijn: a. de toe te passen constructies; b. de te gebruiken materialen en beplantingen; c. de toe te passen afwerkingen; d. de wijze van uitvoering / verwerking. In alle gevallen moet de beschrijving betrekking hebben op de daadwerkelijk uit te voeren werkzaamheden uit het instandhoudingsplan. Voor aanvragen met een totale begroting van € 25.000,- of minder is geen overzicht als hier bedoeld nodig en kan in plaats van het overzicht worden volstaan met een meerjarenbegroting (zie vraag 03 hierna). 03. Meerjarenbegroting Voor het opstellen van een meerjarenbegroting per beschermd monument of zelfstandig onderdeel is een verplicht model vastgesteld. Dit model en een toelichting voor het invullen ervan vindt u op de website van de RCE: www.cultureelerfgoed.nl. 04. Actuele overzichtsfoto(’s) en eventuele detailfoto’s (in kleur met vermelding opnamedatum) Overzichtsfoto’s zijn kleurenfoto’s die een duidelijke indruk geven van de aard en omvang van het beschermd archeologisch monument of zelfstandig onderdeel. Als het beschermd archeologisch monument of zelfstandig onderdeel belangrijke of bijzondere onderdelen bevat dan dient u ook foto’s mee te sturen die een duidelijke indruk geven van de aard en omvang van dergelijke onderdelen. De foto’s dienen genummerd te zijn en voorzien van een korte toelichting op hetgeen in beeld is gebracht en van welke plek/richting ze zijn gemaakt (afdruk/print: minimaal 10 x 15 cm groot; digitaal: JPEG minimaal 1000 x 1500 pixels en 300dpi). Deze foto’s hoeft u niet mee te zenden als ze in het inspectierapport zijn opgenomen.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 20
Detailfoto’s zijn kleurenfoto’s die, in aanvulling op de overzichtsfoto’s van onderdelen van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel, een duidelijke indruk geven in de aard en omvang van het gebrek/de gebreken. Dit geldt in ieder geval voor die onderdelen waaraan in het kader van het instandhoudingsplan ingrijpende werkzaamheden zullen worden verricht. De foto’s dienen genummerd te zijn en voorzien van een korte toelichting op hetgeen in beeld is gebracht en van welke plek/richting ze zijn gemaakt (afdruk/print: minimaal 10 x 15 cm groot; digitaal: JPEG minimaal 1000 x 1500 pixels en 300dpi). Deze foto’s hoeft u niet mee te zenden als ze in het inspectierapport zijn opgenomen. 05. Overzichtskaart met kadastrale percelen Dit indieningsvereiste geldt alleen als u niet het gehele beschermd archeologisch monument in eigendom hebt. U doet de aanvraag dan in één keer voor alle percelen van het beschermd archeologisch monument waarvan u wel eigenaar bent. Dat is het zelfstandig onderdeel. Op een kaart geeft u door aanduiding van de kadastrale percelen (zo mogelijk met perceelnummers) aan welk deel van het beschermd archeologisch monument van u is. Voor de kaart kunt u bijvoorbeeld gebruik maken van een kopie van een kadastrale kaart of een kopie van de kaartbijlage bij het aanwijzingsbesluit van het beschermd archeologisch monument. De kopieën dienen op schaal te zijn. 06. Tekening bestaande situatie (opnametekening) Overzichtstekening (leesbare schaal en met schaalstok) van het beschermd archeologisch monument of zelfstandig onderdeel, waarop zijn aangegeven: de elementen als bedoeld in vraag A6.06 (grafheuvels, hunebedden etc.); verwijzingen naar eventuele bijgevoegde detailfoto’s (overeenkomstig genummerd); de locatie van profieltekeningen als hierna bedoeld onder A8.08. Deze tekening geeft de toestand weer ten tijde van het opstellen van het instandhoudingsplan. Op deze tekening wordt aangegeven: de plaats van de gebreken; de omvang en ernst van de gebreken. Tekening bestaande situatie (opnametekening) Overzichtstekening (leesbare schaal en met schaalstok) van het beschermd archeologisch monument of zelfstandig onderdeel, waarop zijn aangegeven: de elementen als bedoeld in vraag A6.06 (grafheuvels, hunebedden etc.); verwijzingen naar eventuele bijgevoegde detailfoto’s (overeenkomstig genummerd); de locatie van profieltekeningen als hierna bedoeld onder A8.08. Deze tekening geeft de toestand weer ten tijde van het opstellen van het instandhoudingsplan. Op deze tekening wordt aangegeven: de plaats van de gebreken; de omvang en ernst van de gebreken. Tekening nieuwe situatie (plantekening) Overzichtstekening (leesbare schaal en met schaalstok) van het beschermd monument of het zelfstandig onderdeel, waarop zijn aangegeven: de elementen als bedoeld in vraag A6.06 (grafheuvels, hunebedden etc.); verwijzingen naar eventuele bijgevoegde detailfoto’s (overeenkomstig genummerd); de locatie van profieltekeningen als hierna bedoeld onder A8.08. Deze tekening geeft de toestand weer zoals die gewenst wordt/bedoeld is na uitvoering van het instandhoudingsplan. Op deze tekening worden aangegeven: alle geplande wijzigingen ten opzichte van de bestaande toestand; de fasering van de geplande instandhoudingswerkzaamheden 07. Tekeningen constructiedetails (bestaand en nieuw) Bouwkundige tekening (schaal 1:100 en/of 1:20 en/of 1:5 en/of 1:1 en met schaalstok) van kenmerkende onderdelen van constructieve aard (voor zover deze van bouwkundige aard zijn, zoals ruïnes of hunebedden) waarop is aangegeven de: vorm, omvang en constructieve opbouw van het onderdeel specifieke kenmerken van het onderdeel Deze tekeningen zijn nodig, indien bijvoorbeeld sprake is van restauratie/herinrichting waarbij elementen nodig zijn om het waterpeil te verhogen (damwand, sluisje), ondersteuningen van instortende mijngangen en dergelijke.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 21
08. Tekeningen details (bestaand en nieuw), zoals doorsneden of profielen Tekeningen van de doorsnede van het onderdeel, waarop zijn aangegeven: het profiel horizontale en verticale schaal maateenheid ten opzichte van N.A.P. legenda verwijzingen naar de bijgevoegde detailfoto’s (overeenkomstig genummerd) Deze tekeningen zijn nodig, indien bijvoorbeeld sprake is van restauratie van elementen die van belang zijn voor de zichtbaarheid van een grafheuvel in de oude toestand, met de geplande afdekking en ophoging. 09. Archeologisch rapport Een archeologisch rapport is een rapport waarin enkele archeologische aspecten van een monument nader zijn toegelicht. Het kan bijvoorbeeld gaan om de diepteligging van de archeologische resten en lagen of de conserveringstoestand. Het archeologisch rapport dient ter ondersteuning van de te treffen ingrepen, waaruit moet blijken dat deze inderdaad de instandhouding van het monument ten goede komen. Dit rapport is nodig, indien bijvoorbeeld beter zicht moet worden verkregen op de te consolideren objecten. Te denken valt aan de exacte locatie en het juiste profiel bij consolidatie van een grafheuvel. 10. Grondmechanisch rapport Rapport van een ter zake deskundige met de opname van de aard en omvang van eventuele grondmechanische problemen en het advies voor de oplossing ervan. Een dergelijk rapport is nodig, indien bijvoorbeeld sprake is van grote ophogingen die mogelijk leiden tot zetting. 11. Hydrologisch rapport Rapport van een ter zake deskundige met de opname van de aard en omvang van eventuele hydrologische problemen en het advies voor de oplossing ervan. Een rapport is nodig, indien bijvoorbeeld werkzaamheden gericht zijn op het veranderen van de hydrologie en/of wanneer verwacht wordt dat de hydrologie verandering kan ondergaan. 12. Bodem-geochemisch rapport Rapport van een ter zake deskundige met de opname van de aard en omvang van eventuele bodem-geochemische problemen en het advies voor de oplossing ervan. Een rapport is nodig, indien bijvoorbeeld maatregelen zijn gericht op het verbeteren van de bodem en/of de geochemische situatie, en/of wanneer verwacht wordt dat hier veranderingen in kunnen optreden.
Toelichting aanvraagformulier subsidie Sim indieningsjaar 2013 Versie 2012-11-28
Blad: 22