Thermische analyse van bouwkundige detaillering: prestaties en vormgeving Inge Raes
Promotor: prof. Jan Moens Begeleider: Nathan Van Den Bossche Scriptie ingediend tot het behalen van de academische graad van Burgerlijk ingenieur-architect
Vakgroep Architectuur en stedenbouw Voorzitter: prof. dr. Bart Verschaffel Faculteit Ingenieurswetenschappen Academiejaar 2007-2008
Dankwoord Deze scriptie is mede tot stand gekomen dankzij de steun van een aantal mensen die ik graag zou willen bedanken. In de eerste plaats denk ik hierbij aan mijn promotor Prof. Jan Moens en begeleider Ir.arch Nathan Van Den Bossche. De heldere kijk en snelle feedback hebben mij op het juiste spoor gehouden. Daarnaast wil ik ook Prof. Ir.arch. Dirk De Meester bedanken voor de kritische kijk op de detaillering. Tenslotte wil ik nog Bart Willemijns en mijn mama bedanken voor het technisch en taalkundig advies bij het nalezen van de tekst en mijn papa voor zijn geduld bij het afdrukken. En als laatste natuurlijk nog vrienden en familie voor de steun tijdens de moeizame momenten.
Toelating tot bruikleen “De auteur geeft de toelating deze scriptie voor consultatie beschikbaar te stellen en delen van de scriptie te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze scriptie.” 20 augustus 2008
Thermische analyse van bouwkundige detaillering: prestaties en vormgeving Door Inge Raes Promotor: prof. Jan Moens Begeleider: ir.arch. Nathan Van Den Bossche Scriptie ingediend tot het behalen van de academische graad van Burgerlijk ingenieur-architect Vakgroep Architectuur en stedenbouw Voorzitter: prof. dr. Bart Verschaffel Faculteit Ingenieurswetenschappen Academiejaar 2007-2008
Samenvatting De regelgeving omtrent de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen ondergaat grote aanpassingen om de energieverbruiken in nieuwbouw- en renovatieprojecten te beperken. In de inleiding wordt een duidelijke kijk gegeven op de stand van zaken, door de huidige wetgeving te schetsen. Daaruit wordt ook duidelijk dat er nood is aan een databank van koudebrugvrije bouwknopen. Nadat in hoofdstuk 2 een voorstel gegeven wordt voor een koudebrugatlas worden de ontworpen details toegelicht wat betreft ontwerpbeslissingen, bouwtechnische vereisten en belangrijke factoren waar rekening met gehouden moet worden in de simulaties. Tenslotte beslaat het laatste en grootste deel de resultaten van de thermische berekeningen van de beschouwde details. A.d.h.v. bouwfysische waarden worden de details geanalyseerd en kunnen er vergelijkingen gemaakt worden tussen de verschillende varianten van de bouwknopen.
Trefwoorden Detaillering, thermisch onderzoek, koudebrugatlas
Thermal analysis of architectural joints: performances and design Inge Raes Supervisors: Prof. Jan Moens, Nathan Van Den Bossche I.
INTRODUCTION
The legislation on the energy performance of buildings and indoor climate environment is undergoing large adaptations to limit energy consumption. It has been blamed commonly that more thermal insulation produces a more low-energy house, but moreover it is just as important to avoid thermal bridges so that one deals efficiently with the increasing costs which accompany these measures. One of the possibilities to charge thermal leaks in buildings and avoid calculating the thermal loss in every joint is to use an atlas of thermal bridges. It is not yet commonly used and still needs to be optimized. Therefore firstly a possible manner to establish a synoptic atlas is presented and then a thermal analysis of some construction joints is made. II.
An f-factor of 0,7 is the same as a surface temperature of 14°C indoors. If the temperature drops below this value there is a chance of condensation. The two parameters are calculated using Trisco and Bisco, thermal analysis programs that identify materials and boundary conditions using separate colors. The visual result of such a calculation is seen in figure 1.
THERMAL BRIDGE ATLAS
In the Netherlands an atlas of thermal bridges is already in use by the SBR (Stichting Bouwresearch). Since 1999 they started to develop so-called ‘reference details’ and by now this library has grown up to a thousand details for house construction and more than hundred for utility buildings. The success lies in the fact that, with each detail information concerning building physics -such as thermal resistance, linear thermal transmittance,…- is given. The proposition for a template of an atlas is therefore mainly based on its Dutch counterpart. III. THERMAL ANALYSIS JOINTS A. Working method The joints will be analyzed by means of two building physics-parameters: linear thermal transmittance (ψ-factor) and temperature factor (f-factor). The heat loss through a building element is calculated by a one-dimensional U-factor. But when two building elements come together it becomes more complicated and the linear thermal transmittance expresses the additional heat loss: Q − (U i . Ai) ψ= ∆T The f-factor is a value that indicates if there is a risk of condensation: ߠ − ߠ ݂= ߠ − ߠ
Figure 1: Temperature range of a joint
B. Results The details are designed with some different solutions to prevent thermal bridges. That way it is possible to compare these solutions to see what is the most effective. Aside from this, every joint is simulated with a number of different isolations and a varying crosssection, so that the influence of every parameter can be thoroughly compared. IV. CONCLUSIONS To optimize each joint the same working method has to be conducted: find the weakest link and improve it. The defect can either be in a separate building element or in the way the joint is established. In the legislation are requirements imposed to the Ufactor, to limit the heat-flow in these building elements. If these requirements are met, the problem is usually situated in the joint itself. It is important that they pay enough attention to that, so that thermal insulation is not uselessly added to the building. The market is also anticipating on the need of new solutions to minimize the heat loss. Products like high efficiency glazing, improved window profiles and thermal protective construction elements are already commonly used.
Inhoudstafel Hoofdstuk 1: Inleiding .............................................................................................................................. 1 1.1 Probleemstelling ............................................................................................................................ 1 1.2 Juridisch kader ............................................................................................................................... 3 1.2.1 Warmtedoorgangscoëfficiënt (U-waarde) .............................................................................. 5 1.2.2 Lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt (ψ-waarde) ................................................................ 6 1.2.2 Temperatuursfactor (f-waarde) .............................................................................................. 8 Hoofdstuk 2: Koudebrugatlas ................................................................................................................ 10 2.1 Koudebrugatlas van de Stichting Bouwresearch (SBR) ................................................................ 10 2.2 Template ...................................................................................................................................... 10 Hoofdstuk 3: Werkwijze onderzoek ....................................................................................................... 12 3.1 Overzicht details .......................................................................................................................... 12 3.2 Trisco en Bisco.............................................................................................................................. 13 3.3 Varianten binnen 1 detail ............................................................................................................ 13 3.3.1 Muur...................................................................................................................................... 14 3.3.2 Plat dak.................................................................................................................................. 14 3.3.3 Hellend dak ........................................................................................................................... 15 Hoofdstuk 4: Toelichting details ............................................................................................................ 16 4.1 Plat dak – Standaard .................................................................................................................... 16 4.2 Plat dak – In overkraging.............................................................................................................. 17 4.3 Plat dak – In overkraging met schrijnwerk................................................................................... 18 4.4 Hellend dak – Standaard .............................................................................................................. 19 4.5 Hellend dak – Dwarsdoorsnede ................................................................................................... 20 4.6 Hellend dak – Verholen dakgoot.................................................................................................. 21 4.7 Hellend dak – Bakgoot ................................................................................................................. 22 4.8 Raam – Standaard ........................................................................................................................ 23 4.9 Raam – In binnenvlak ................................................................................................................... 24 4.10 Raam – In buitenvlak.................................................................................................................. 25 4.11 Raam – Uitspringend (hout) ....................................................................................................... 26 4.12 Raam – Uitspringend (aluminium) ............................................................................................. 27
Hoofdstuk 5: Berekeningen en conclusies ............................................................................................. 28 5.1 Numerieke benadering ................................................................................................................ 28 5.1.1 Algemene conclusies ............................................................................................................. 28 5.1.2 Plat dak – Standaard ............................................................................................................. 34 5.1.3 Plat dak – In overkraging....................................................................................................... 38 5.1.4 Plat dak – In overkraging met schrijnwerk ............................................................................ 42 5.1.5 Hellend dak – Standaard ....................................................................................................... 45 5.1.6 Hellend dak – Dwarsdoorsnede ............................................................................................ 48 5.1.7 Hellend dak – Verholen dakgoot........................................................................................... 51 5.1.8 Hellend dak – Bakgoot .......................................................................................................... 56 5.1.9 Raam – Standaard ................................................................................................................. 59 5.1.10 Raam – In binnenvlak .......................................................................................................... 64 5.1.11 Raam – In buitenvlak........................................................................................................... 73 5.1.12 Raam – Uitspringend (hout) ................................................................................................ 78 5.1.13 Raam – Uitspringend (aluminium) ...................................................................................... 83 5.2 Visuele benadering ...................................................................................................................... 87 5.2.1 Algemeen .............................................................................................................................. 87 5.2.2 Plat dak – Standaard ............................................................................................................. 88 5.2.3 Plat dak – Overkraging .......................................................................................................... 89 5.2.4 Plat dak – Overkraging met schrijnwerk ............................................................................... 91 5.2.5 Hellend dak – Algemeen ....................................................................................................... 92 5.2.6 Raam – Algemeen ................................................................................................................. 93 Hoofdstuk 6: Besluit ............................................................................................................................... 95
Referenties ............................................................................................................................................. 96
Bijlagen....................................................................................................................................... zie deel 2
Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Probleemstelling Sinds 1 januari 2006 is in Vlaanderen de energieprestatieregelgeving van kracht. Door de strengere eisen voor het bouwgebeuren wordt er meer aandacht besteed aan isoleren. De logische redenering dat meer isolatie een energiezuinigere woning oplevert is alom bekend, maar daarnaast is het even belangrijk om koudebruggen te vermijden zodat er efficiënt wordt omgesprongen met de meerkost die gepaard gaat met deze maatregelen. Reeds in de bepalingen van het besluit van 11 maart 20051 werd aangegeven hoe koudebruggen in rekening dienen gebracht te worden: 1) Twee- of driedimensionale berekening van de invloed van koudebruggen volgens de NBNnormen met een gevalideerd software-pakket. 2) Uitvoering van de bouwdetails in overeenstemming met voorschriften die door de overheid bepaald of erkend zijn. Van die bouwdetails is de invloed gekend en deze wordt forfetair ingerekend met een (kleine) toeslag. 3) Forfaitaire (grote) toeslag zonder berekening of uitvoering overeenkomstig de voorschriften. Deze berekeningen werden nog niet mee in werking gesteld op 1 januari 2006 aangezien de berekeningswijzen nog niet in de praktijk toepasbaar waren. Ondertussen is de invoering hiervan opnieuw uitgesteld van 2008 naar 2010 aangezien er nog steeds geen softwarepakket gevalideerd is en de aanleg van een koudebrugatlas nog niet ver genoeg gevorderd is. Een koudebrugatlas is een praktische manier voor het in rekening brengen van de koudebruggen en hoort thuis onder punt 2) van het besluit. Bij elke koudebrug die in de atlas opgenomen is, hoort een bepaalde toeslag. Als een architect dit detail dan toepast in zijn ontwerp, dient er geen specifieke berekening meer te gebeuren omtrent de warmteverliezen. Het gebruik van een koudebrugatlas staat op dit moment nog in zijn kinderschoenen. In deze scriptie wordt daarom eerst kort ingegaan op een manier om een koudebrugatlas op te stellen en leesbaar te maken en worden daarna een aantal bouwaansluitingen thermisch onder de loep genomen. Het is de bedoeling niet alleen de traditionele bouwknopen te onderzoeken, maar ook minder voor de hand liggende details waarbij meer aandacht besteed wordt aan de perceptie van aansluitingen.
1
Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het
binnenklimaat van gebouwen – 11 maart 2005
1
2
1.2 Juridisch kader De invoering van de energieprestatieregelgeving leidt tot dikkere isolatiepakketten, een gezonder binnenklimaat en meer aandacht voor koudebruggen. Deze aanpassing was nodig om het energieverbruik van woningen te verminderen, wat een positieve invloed heeft op het milieu en op langere termijn ook op de uitgaven van de gebruiker. De aanleiding van de aanpassing in de Vlaamse wetgeving ligt o.a. in een Europese richtlijn van 20022 die ontstaan is in het kader van het Kyotoprotocol. De nieuwe EPB-eisen (eisen inzake de EnergiePrestatie en Binnenklimaat) zijn van toepassing op al de nieuwbouwprojecten en verbouwings- of uitbreidingsinitiatieven indien ze voorzien zijn van een verwarmings- of koelingsinstallatie en indien de bouwaanvraag ingediend is na 1 januari 2006. Er zijn drie luiken terug te vinden in de EPB-norm (zie figuur 1.1): thermische eisen, energieprestatieeisen en binnenklimaat eisen. De thermische eisen worden omschreven door gebruik te maken van een maximaal K-peil en maximale U-waarden of minimale R-waarden. Het K-peil duidt op de totale thermische verliezen door de gebouwschil, terwijl de U- of R-waarde een aanduiding is voor het warmteverlies door scheidingsconstructies. Om de energiezuinigheid van een gebouw te bepalen wordt gebruik gemaakt van het E-peil, wat betrekking heeft op de energieprestatie van een gebouw en de eisen voor het binnenklimaat ten slotte worden voorzien onder de vorm van minimale ventilatievoorzieningen.
2
Europese Richtlijn 2002/91/EG
3
Figuur 1.1: EPB-eisen in Vlaanderen
4
1.2.1 Warmtedoorgangscoëfficiënt (U-waarde) Voor deze uiteenzetting wordt gewerkt op het niveau van de bouwknopen. Er zal dus uit de EPBregelgeving enkel rekening gehouden moeten worden met de U- of R-waarde. De eisen hieromtrent zijn terug te vinden in bijlage III van de energieprestatieregelgeving (zie tabel 1.1). Voor de details die verder aan bod komen is enkel 1.2.1 en 1.2.2 in de tabel van belang. Tabel 1.1 : Maximaal toelaatbare U-waarden of minimaal te realiseren R-waarden
5
De warmtedoorgangscoëfficiënt of U-waarde [W/m²K] heeft betrekking op ééndimensionaal warmteverlies. Het geeft weer hoeveel energie verloren gaat per m² en per seconde bij een temperatuursverschil van 1°C. U en R Waarbij:
1 R
(1)
d 1 1 λ α α
(2)
R = warmteweerstand [m²K/W]
α , α = de overgangscoëfficiënt van respectievelijk buiten en binnen d = de dikte van laag i in de opbouw van de constructie
λ = de thermische geleidbaarheid van laag i in de opbouw van de constructie Hierbij wordt verondersteld dat de lagen van de scheidende delen homogeen zijn en dat de warmtestroom loodrecht op deze constructiedelen staat. Hoe lager de U-waarde hoe beter de wand isoleert.
1.2.2 Lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt (ψ-waarde) In bouwknopen is echter vooral de lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt of ψ-waarde [W/mK] van belang. Dit is een
correctiefactor
die
aanduidt
hoeveel warmte verloren gaat per eenheidslengte
bij
opnieuw
een
temperatuursverschil van 1°C tussen binnen en buiten. In het detail in figuur 1.2 kan dit voorgesteld worden als het warmteverlies door de zwarte lijn. Ook hier geld dat een lagere ψwaarde
een
beter
geïsoleerd
knooppunt voorstelt.
Figuur 1.2: Visuele voorstelling ψ –waarde
6
Voor de lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt zijn in de wetgeving richtwaarden opgegeven (zie tabel 1.2). In deze scriptie zullen twee richtwaarden van belang zijn: de buitenhoek-details en de raam- en deur-details. Tabel 1.2: ψe-richtwaarden voor koudebrugarme bouwdetails
De ψ-waarde kan berekend worden met behulp van een software-pakket zoals Bisco, Trisco, Kobra,... of met onderstaande formule: ψ Waarbij:
Q − (U i . Ai) ∆T
(3)
Q = het totale warmteverlies van het detail [W]
∆T = het temperatuursverschil tussen binnen en buiten [K]
Ui = de warmtedoorgangscoëfficiënt van de scheidende elementen i in het detail [W/m²K] Ai = de afmetingen van de scheidende elementen i in het detail [m²]
Afhankelijk van welke afmetingen, binnen (Ai) of buiten (Ae), worden genomen in een detail zal de lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt mee verschillen naar respectievelijk de ψi- en de ψe-waarde (zie figuur 1.3). Er zal verder enkel nog gewerkt worden met buitenafmetingen en dus ook met de ψe-waarde aangezien dit de gangbare waarde is in België.
7
Figuur 1.3: Buiten- en binnenafmetingen van een detail
Er is ook nog een driedimensionale correctiefactor voor koudebruggen, de χ-waarde, die een aanduiding geeft van het warmteverlies in een hoek van een detail. Hier zal verder niet op ingegaan worden, aangezien dit niet aan bod komt in deze scriptie.
1.2.2 Temperatuursfactor (f-waarde) Om oppervlaktecondensatie te vermijden wordt een parameter ingevoerd: de temperatuursfactor of f-waarde [ - ].
− −
(4)
Waarbij:
= de laagste oppervlaktetemperatuur die voorkomt aan de binnenzijde van het detail = buitentemperatuur = binnentemperatuur
Hoe lager de f-waarde wordt, hoe meer kans op oppervlaktecondensatie. Als algemene regel om dit te vermijden wordt een minimale f-waarde opgelegd van 0,7; wat overeenkomt met een minimale oppervlaktetemperatuur van 14°C over heel het binnenoppervlak. 8
De temperatuursfactor wordt niet enkel beïnvloed door de geometrie en de materialen die gebruikt worden in de opbouw van het detail, maar ook door de overgangscoëfficiënten αi en αe. In de berekeningen van de temperatuursfactor die volgen zullen altijd volgende waarden aangenomen worden: αi = 5 αe = 25 αi is enkel van toepassing op warmtestromen die maximaal tot 30° afwijken van het horizontaal vlak3, maar aangezien de binnenomgeving één geheel vormt in de simulaties zal deze waarde ook gebruikt voor de warmteverliezen door het dak. Voor de berekening van de lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt wordt een andere waarde genomen voor de overgangscoëfficiënt binnen: αi = 7,7
3
NBN B62-002
9
Hoofdstuk 2: Koudebrugatlas 2.1 Koudebrugatlas van de Stichting Bouwresearch (SBR) Het gebruik van de koudebrugatlas is niet nieuw. De belangrijkste ontwikkeling hierin binnen de Lage Landen is tot stand gekomen door de Stichting Bouwresearch (SBR). In 1999 is de SBR in Nederland reeds begonnen met het ontwikkelen van zogenaamde ‘referentie-details’. Ondertussen is deze bibliotheek gegroeid tot een duizendtal details voor de woningbouw en meer dan honderd details voor de utiliteitsbouw. Het succes van deze koudebrugatlas ligt in het feit dat er bij elk detail informatie wordt meegegeven over de bouwfysische prestaties zoals warmteweerstand, lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt, luchtdoorlatendheidscoëfficiënt,... en dat er aanbevelingen omtrent ontwerp en uitvoering worden meegegeven met verwijzingen naar de bouwregelgeving.
2.2 Template Dat een koudebrugatlas een nuttig instrument is binnen de architectenwereld dient geen betoog meer. Ik wil hier dan ook een aanzet geven tot het opstellen van een template voor een koudebrugatlas die grotendeels steunt op de Nederlandse tegenhanger maar waarin het mogelijk is het gekozen detail op thermisch vlak aan te passen: al dan niet isolerend metselwerk invoeren, keuze van isolatiesoort en isolatiedikte,...
Figuur 2.1: Template
10
Op de linkerpagina wordt bovenaan een 3D weergegeven waarop men snel kan navigeren naar een bepaald detail. Al deze details zijn ook georganiseerd terug te vinden in uitklapbare menu’s die daarnaast zijn weergegeven. Eénmaal men een detail gekozen heeft, komt dit links onderaan in beeld en kan het verder aangepast worden op de rechterpagina met behulp van een aantal submenu’s. De samenstelling van de submenu’s kan ik door dit beperkt onderzoek niet bepalen, maar kan onderdelen bevatten zoals: de structuur (houtskeletbouw, gietbouw, metselwerk,...), geluidsisolatieeisen, bekledingsmogelijkheden en natuurlijk isolatievarianten (zie figuur 2.1). Na optimalisatie van het detail, kan men in het eerste tabblad onderaan de rechterpagina de bouwfysische eigenschappen aflezen die automatisch worden berekend bij het aanpassen van de waarden in de submenu’s. Deze resultaten dienen gelinkt te worden aan de regelgeving die van toepassing is, zo kunnen groene of rode waardes duiden op het feit of al dan niet aan de norm voldaan is. In het tweede tabblad tenslotte, zijn de eisen en beperkingen samengevat die opgelegd worden door Technische Voorlichtingen (TV’s). Dit kunnen uitvoeringsrichtlijnen zijn of ontwerpopmerkingen zoals de minimale opstand van een plat dak.
11
Hoofdstuk 3: Werkwijze onderzoek 3.1 Overzicht details Om een nauwkeurig onderzoek te kunnen voeren is er een afbakening nodig van de details die ontworpen en thermisch onderzocht kunnen worden. De keuze is gevallen op dakdetails (zowel hellende als platte daken) en raamdetails. Hierbij dient zeker vermeld te worden dat de raamdetails grotendeels gebaseerd zijn op het eindwerk van Femke Van Renterghem.4 Hier volgt een overzicht van al de details, deze zijn op schaal 1/5 terug te vinden in bijlage A. De nummering van dit overzicht zal verder in de scriptie gebruikt worden om de verwijzingen duidelijker te maken. 1) Plat dak – Standaard (a) Geen extra maatregelen (b) Isolatie opgetrokken (c) Geïsoleerd metselwerk 2) Plat dak – In overkraging (a) Geen extra maatregelen (b) Met koudebrugonderbreking (c) Met koudebrugonderbreking tot in het hellingsbeton (d) Binnen ingepakt (e) Binnen ingepakt en geïsoleerd metselwerk (f) Buiten ingepakt 3) Plat dak – In overkraging met schrijnwerk (a) Geen extra maatregelen (b) Met koudebrugonderbreking (c) Buiten ingepakt 4) Hellend dak – Standaard 5) Hellend dak – Dwarsdoorsnede 6) Hellend dak – Verholen dakgoot 7) Hellend dak – Bakgoot 8) Raam – Standaard 9) Raam – In binnenvlak 10) Raam – In buitenvlak 11) Raam – Uitspringend (hout) 12) Raam – Uitspringend (aluminium)
4
F. VAN RENTERGHEM, Onderzoek naar hedendaagse detaillering: haalbaarheid van raamaansluitingen in het
vlak, (2007)
12
3.2 Trisco en Bisco Om de details thermisch te analyseren, is gebruik gemaakt van de programma’s Trisco en Bisco. Deze software-pakketten koppelen materialen en voorwaarden voor grensoppervlakken aan verschillende kleuren. Als een twee- of driedimensionale bouwknoop ingevoerd wordt en al de onderdelen een kleur toebedeeld krijgen, kan het programma de bouwfysische eigenschappen berekenen. Aangezien de berekeningswijze van de lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt in Trisco en Bisco onderling verschillen, zijn deze apart berekend in een Excel-file a.d.h.v. de U-waarden, de oppervlakten en de totale warmteverliezen van de ingevoerde bouwknopen. De temperatuursfactor is wel rechtstreeks uit de bekomen output overgenomen.
3.3 Varianten binnen 1 detail Naast de opdeling in 3.1 wordt in elk bouwdetail de isolatiesoort en -dikte gevarieerd volgens een bepaald patroon zodat vergelijkingen getrokken kunnen worden zowel binnen elk detail als tussen de details onderling. In tabel 3.1 zijn de isolatiesoorten terug te vinden die aan bod komen in al de details met bijhorende λ-waarde (warmtegeleidingscoëfficiënt) in W/mK: 5
Tabel 3.1: overzicht isolatiesoorten met hun warmtegeleidingscoëfficiënten [W/mK]
Minerale Wol (MNW)
0,041
Polyurethaan (PUR)
0,028
Geëxtrudeerd Polystyreen binnen (XPSi)
0,034
Geëxtrudeerd Polystyreen buiten (XPSe)
0,048
Geëxpandeerd Polystyreen(EPS)
0,040
De variërende dikte van de isolatie is verschillend afhankelijk van waar (muur, plat dak, hellend dak of dwarse isolatie in een raamdetail) de isolatie geplaatst wordt aangezien de courante afmetingen hierin verschillen. Voor de daken zijn er telkens vijf verschillende isolatiedikten berekend zodat het mogelijk is een functie op te stellen die het verband legt tussen een bouwfysische eigenschap zoals de temperatuursfactor en de dikte van de isolatie in die bouwcomponent. De functies die bepaald zijn volgens deze methode kunnen (hypothetisch gezien) dan ook ingevoerd worden in de template uit hoofdstuk 2 zodat gelijk welke isolatiedikte ingevoerd kan worden in de template en niet enkel de waarden die specifiek berekend zijn.
5
Deze waarden werden bepaald a.d.h.v. bijlage A van de Belgische norm NBN B62-002.
13
3.3.1 Muur De muur is in elk detail op volgende manier samengesteld:
gevelsteen
90mm
spouw
30mm
isolatie
50 – 80mm
snelbouwsteen
140mm
gipspleister
15mm
De isolatie in de muur zal slechts variëren tussen minerale wol en polyurethaan van 5 en 8cm. Dit levert volgende U-waarden op, die allemaal voldoen aan de norm: MUURISOLATIE
U-WAARDE [W/m²K]
MNW50
0,493
MNW80
0,362
PUR50
0,386
PUR80
0,273
3.3.2 Plat dak Het plat dak is in elk detail op volgende manier samengesteld:
dakafdichting isolatie
60 – 80 – 100 – 150 – 200 mm
dampscherm hellingsbeton
50mm (laagste punt)
gewapend beton
200mm
gipspleister
15mm
14
In tabel 3.2 worden de U-waarden weergegeven van de verschillende combinaties in daksamenstellingen die zullen voorkomen in de details. In het roze zijn de waarden aangegeven die niet voldoen aan de norm. Tabel 3.2: U-waarde voor al de dakcombinaties
60 80 100 150 200
MNW 0,482 0,391 0,328 0,234 0,182
PUR 0,363 0,288 0,239 0,168 0,129
XPSi 0,421 0,338 0,282 0,199 0,154
XPSe 0,538 0,439 0,371 0,268 0,209
EPS 0,474 0,383 0,322 0,229 0,178
3.3.3 Hellend dak Het hellend dak is meestel op volgende manier samengesteld:
Dakpannen Pannenlatten
32 x 22mm
Tengenlatten
50 x 32 mm
Onderdak
3 à 5 mm
Isolatie
120 – 150 – 180 – 200 mm
Dampscherm Latwerk
47 x 22 mm
gipskartonplaten
12,5 mm
De U-waarden van de dakcombinaties bij een hellend dak zakken ver onder de opgelegde norm: DAKISOLATIE
U-WAARDE [W/m²K]
MNW120
0,293
MNW150
0,241
MNW180
0,205
MNW200
0,186
15
Hoofdstuk 4: Toelichting details 4.1 Plat dak – Standaard Bij elk plat dak detail is er op de dakrand een afwerking in helling voorzien, zodat er geen water op kan blijven staan en is er in de hoek van de dakopstand een driehoekige stut voorzien zodat de dakafdichting geen hoek maakt van 90°. De dakafdichting en het dampscherm worden met elkaar verlijmd, dus moeten deze uit compatibele componenten bestaan zoals bijvoorbeeld bitumen.
Figuur 4.1: Plat dak standaard, met geïsoleerd metselwerk
Bij het plat dak – standaard behoren drie varianten: (a) geen extra maatregelen, (b) isolatie opgetrokken en (c) geïsoleerd metselwerk. Voor de technische tekeningen van deze details wordt er verwezen naar bijlage A. Voor detail 1(b) is de verticale isolatie steeds 60mm, onafhankelijk van de dikte van de dakisolatie en bij detail 1(c) is gebruik gemaakt van geïsoleerd metselwerk van 150mm breed en 200mm hoog.
16
4.2 Plat dak – In overkraging
Figuur 4.2: Plat dak in overkraging, met koudebrugonderbreking
Het plat dak – in overkraging heeft 6 varianten: (a) Geen extra maatregelen
(d) Binnen ingepakt
(b) Met koudebrugonderbreking
(e) Binnen ingepakt en geïsoleerd
(c) Met koudebrugonderbreking tot in het hellingsbeton
metselwerk (f) Buiten ingepakt
Aangezien de bekleding van een overkraging vele mogelijkheden heeft, is er in de simulaties geen rekening gehouden met de afwerking ervan en is elk detail ingevoerd zoals weergegeven in figuur 4.2 en dus voorzien van zichtbeton. In de technische tekeningen zijn wel verschillende vormen uitgewerkt zoals een buitenbepleistering of metselwerk. De koudebrugonderbreking voor balkons of overkragingen heeft ondertussen zijn ingang gevonden op de bouwwerf. Het is standaard voorzien van een EPS isolatie van 80mm6 en is dan ook zo in de berekeningen ingegeven. Voor de extra isolatie onderaan bij het buiten of binnen inpakken van het beton is de dikte constant gehouden op 60mm. 6
Voorbeelden: Halfen Iso-element HIT of Schöck Isokorf
17
4.3 Plat dak – In overkraging met schrijnwerk
Figuur 4.3: Plat dak in overkraging met schrijnwerk, geen extra maatregelen
Dit detail is uitgewerkt in 3 varianten: (a) geen extra maatregelen, (b) met koudebrugonderbreking en (c) buiten ingepakt. Ook hier geldt dat de afwerking van de overkraging verschillende mogelijkheden beslaat waaronder een metselwerk bekleding zoals in figuur 4.3. Als ontwerp-eis is gekozen het plafond binnen op gelijke hoogte te houden als de buitenafwerking. Om dit mogelijk te maken, moet het profiel in het plafond verdwijnen. Dit is niet vanzelfsprekend aangezien de glaslat toegankelijk moet blijven indien het glas vervangen moet worden. Het is mogelijk een kleine spatie te laten tussen de plafond-afwerking en het schrijnwerk of men kan deze spatie vergroten en de gordijnroede of -rail hierin bevestigen. Om het detail winddicht te maken en de warmtestroom naar buiten te verkleinen is het nodig de spatie rond het profiel op te vullen met spuitisolatie.
18
4.4 Hellend dak – Standaard
Figuur 4.4: Hellend dak standaard
Om het vocht uit de spouw niet in de dakisolatie te laten dringen wordt er zo hoog mogelijk in de muur een slab geplaatst. Aangezien er een materiaalovergang is tussen de ringbalk en het binnenspouwblad kan het pleisterwerk dat hierop bevestigd is scheuren op deze grens. Om dit tegen te gaan wordt er ter hoogte van de overgang een wapening voorzien in het pleisterwerk.
19
4.5 Hellend dak – Dwarsdoorsnede
Figuur 4.5: Hellend dak dwarsdoorsnede
De laatste dakpan wordt mee ondersteund door het gevelmetselwerk dat tot op de juiste hoogte opgetrokken wordt.
20
4.6 Hellend dak – Verholen dakgoot
Figuur 4.6: Hellend dak verholen dakgoot
Er is gekozen voor een naadloze overgang tussen de dakpannen en de muur, maar het doorsijpelend regenwater van de laatste drie dakpannen moet nog via het onderdak tot buiten afgevoerd worden. Om dit mogelijk te maken wordt het onderdak verlengd d.m.v. een slab die op de laatste steen van het metselwerk dient verlijmd te worden. De laatste dakpan heeft geen volledige ondersteuning en wordt vastgespijkerd in de panlat. Aangezien er een betonnen vloer voorzien is voor de zolderverdieping, dient deze eveneens als ringbalk en wordt de muurplaat hierin vastgezet.
21
4.7 Hellend dak – Bakgoot
Figuur 4.7: Hellend dak bakgoot
Evenals bij de verholen dakgoot dient de betonnen vloerplaat als ringbalk voor de muurplaat. Het is belangrijk dat de dakafdichting die doorloopt onder het onderdak, hoger komt dan de dakrand, zodat het water eerder over de dakrand zal lopen dan in de dakconstructie. In geval van herstellingen moet de dakgoot in staat zijn personen te kunnen dragen. Hiervoor is een houten plaat voorzien op de isolatie die steunt op houten balkjes. Om een goede afwatering te voorzien moeten de balkjes in de richting van de goot liggen.
22
4.8 Raam – Standaard
Figuur 4.8: Raam standaard
Langs de raamprofielen en onder het binnentablet wordt een kit voorzien zodat de winddichtheid verzekerd is. Bij de raamdetails moet er plaatselijk opnieuw een pleisterwapening voorzien worden waar het metselwerk overgaat in de betonbalk en waar de betonbalk op zijn beurt overgaat in een houten ondergrond.
23
4.9 Raam – In binnenvlak
Figuur 4.9 Raam in binnenvlak
Het vaste raamkader wordt in dit detail verbreed zodat het mogelijk is voldoende isolatie te voorzien onder en boven het profiel en toch een mooie afwerking te garanderen. Er wordt een dikkere pleisterlaag voorzien dan normaal zodat een tolerantie wordt ingebouwd voor eventuele afwijkingen bij de plaatsing van het schrijnwerk. De raamdorpel moet voldoende ondersteund worden. Hiervoor kunnen tussen de isolatie houten balkjes voorzien worden. Een ondersteuning d.m.v. ankers kan niet uitgevoerd worden, omdat in dat geval de slab die vertrekt van onder het raamprofiel onderbroken moet worden. 24
4.10 Raam – In buitenvlak
Figuur 4.10: Raam in buitenvlak
Het raam dient (grotendeels) te steunen op het binnenspouwblad. Om dit te verzekeren zijn er onderaan L-ankers geplaatst die de dwarse isolatie ‘omarmen’.
25
4.11 Raam – Uitspringend (hout)
Figuur 4.11 Raam uitspringend (hout)
Om een overspanning van (in dit geval) om en bij de 40cm te kunnen maken wordt het raamkader aan het binnenspouwblad bevestigd met stalen kokers. Dit veroorzaakt natuurlijk een aanzienlijke koudebrug waardoor het het overwegen waard is om deze overspanning in hout te maken indien dit mogelijk is.
26
4.12 Raam – Uitspringend (aluminium)
Figuur 4.12: Raam uitspringend (aluminium)
Bij het aluminiumprofiel wordt de isolatie boven- en onderaan verder doorgetrokken zodat deze zeker tot aan de thermische onderbreking komt in het profiel. Dit is nodig om de isolerende functie van de thermische onderbreking niet teniet te doen.
27
Hoofdstuk 5: Berekeningen en conclusies 5.1 Numerieke benadering 5.1.1 Algemene conclusies In al de uitgewerkte dakdetails wordt een ψ-waarde nagestreefd kleiner dan 0, voor de raamdetails moet deze slechts kleiner zijn dan 0,1; dit overeenkomstig met tabel 1.2. Om condensatie te vermijden moet de f-waarde voor alle details boven 0,7 liggen. Hieronder worden enkele algemene conclusies gemaakt a.d.h.v. het detail plat dak – standaard variant (a) geen extra maatregelen; deze zijn van toepassing zijn op quasi al de details.
5.1.1.1 Bevindingen omtrent de ψ-waarde Grafiek 5.1 toont de invloed van het soort dakisolatie op de ψ-waarde. We zien dat de hoogste ψwaarde wordt bekomen bij de isolatie met de laagste warmtegeleidingscoëfficiënt of λ-waarde(zie tabel 3.1). Een logisch resultaat aangezien in ééndimensionaal warmteverlies de λ-waarde recht evenredig is met de U-waarde (zie vergelijkingen 1 en 2) en bij een grotere U-waarde en kleinere ψwaarde bekomen wordt. Deze tendens zal dus binnen elk detail terug te vinden zijn. Daarnaast is af te lezen dat de maximale ψ-waarde niet voorkomt bij de kleinste hoeveelheid isolatie en dat het maximum in elke curve bekomen wordt bij een verschillende dikte, afhankelijk van het soort dakisolatie. De numerieke waarde van deze maximale ψ-waarde is niet alleen kenmerkend voor de soort isolatie, maar zal ook verschillen van detail tot detail, aangezien het totale warmteverlies telkens zal verschillen. Grafiek 5.1: Plat dak standaard, geen extra maatregelen – ψ-waarde i.f.v. dakisolatie
ψ-waarde ifv dakisolatie (muurisolatie: MNW50) 0,04
soort dakisolatie
0,03
ψ-waarde [W/mK]
0,02
MNW y = 3E-08x3 - 2E-05x2 + 0,002x - 0,121
0,01
PUR
0 -0,01 0
50
100
150
250
y = 3E-08x3 - 1E-05x2 + 0,002x - 0,058 XPSi y = 3E-08x3 - 2E-05x2 + 0,002x - 0,087
-0,02 -0,03
XPSe y = 3E-08x3 - 2E-05x2 + 0,002x - 0,146
-0,04 -0,05 -0,06
200
EPS y = 3E-08x3 - 2E-05x2 + 0,002x - 0,116 dikte dakisolatie [mm]
28
Grafiek 5.2: Plat dak standaard, geen extra maatregelen – ψ-waarde i.f.v. muurisolatie
ψ-waarde ifv muurisolatie (dakisolatie: MNW) 0,03
dikte dakisolatie [mm]
ψ-waarde [W/mK]
0,02
100 0,01
150 200
0,00 MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
60 80
-0,01 -0,02 -0,03
muurisolatie
In grafiek 5.2 is de ψ-waarde uitgezet tegenover de verschillende combinaties van muurisolatie. We zien opnieuw dat niet noodzakelijk een dunner pakket isolatie een hogere lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt oplevert. Daarnaast valt ook op te merken dat de ψ-waarden van het detail met de muurisolatie PUR50 meestal hogere waarden bereikt dan het detail met een muurisolatie MNW80. Dit tegen de verwachtingen in, aangezien de U-waarde van de muur met PUR50 (U = 0,386) hoger ligt dan deze van de muur met MNW80 (U = 0,362). Deze
twee
verschijnselen
zijn
te
verklaren
a.d.h.v.
de
formule
voor
de
lineaire
warmtedoorgangscoëfficiënt (vergelijking 3): ψ
Q − (U i . Ai) ∆T
De vergelijking weerspiegelt een correctiefactor op het berekende warmteverlies door de scheidende delen die in het detail voorkomen en wordt dus berekend door gebruik te maken van de U-waarde van deze delen. Als de U-waarde aangepast wordt, zal automatisch de ψ-waarde mee variëren m.a.w. als men in een detail enkel de isolatiesoort aanpast en niet de dikte zal ook een andere ψ-waarde bekomen worden. Dit is dus te zien in grafiek 5.1. Maar door de sommatie heeft de vergelijking betrekking op alle scheidende delen. Zo zal de sommatie opgesplitst kunnen worden in U1*A1 (warmtedoorgangscoëfficiënt van de muur * de oppervlakte van die muur) en U2*A2 (warmtedoorgangscoëfficiënt van het dak * de oppervlakte van het dakvlak). 29
Tabel 5.1: Berekening ψ-waarde ‘plat dak standaard, geen extra maatregelen’ voor muurisolatie MNW80 en PUR50
muur dak MNW 80 MNW 60 80 100 150 200 PUR 50 MNW 60 80 100 150 200
U1 0,362 0,362 0,362 0,362 0,362 0,386 0,386 0,386 0,386 0,386
U2 0,440 0,362 0,308 0,224 0,176 0,440 0,362 0,308 0,224 0,176
A1 1,355 1,375 1,395 1,445 1,495 1,355 1,375 1,395 1,445 1,495
A2 1,355 1,355 1,355 1,355 1,355 1,325 1,325 1,325 1,325 1,325
Q ψ--waarde waarde f-waarde 21,328 -0,020 0,808 19,678 -0,004 0,821 18,502 0,003 0,831 16,594 0,003 0,847 15,459 -0,007 0,858 21,852 -0,013 0,805 20,222 0,001 0,818 19,047 0,006 0,827 17,159 0,003 0,844 16,036 -0,008 0,854
A.d.h.v. tabel 5.1 kan de afwijking in de ψ-waarde tussen MNW80 en PUR50 met volgend voorbeeld verklaard worden: We bekijken de in het geel gemarkeerde waarden. Voor de eerste term uit vergelijking 3 geldt:
Q ∆T
stijgt voor PUR50 aangezien Q stijgt tegenover MNW80. De tweede term uit vergelijking 3 geeft: ∑(U i . Ai) 1,087 voor MNW80 en ∑(U i . Ai) 1,106 voor PUR50, een lichte stijging dus. Het is slechts een lichte stijging door het tegenwerkende effect van een stijgende U1-waarde en een dalende A2-waarde, dus door het feit dat er een dikker pakket minerale wol nodig is om dezelfde isolerende waarde te halen als 5cm polyurethaan. Aangezien de tweede term kleiner is dan verwacht, wordt er een kleinere waarde afgetrokken van de eerste term en is de ψ-waarde groter dan verwacht. Dit effect zou zich dus niet voordoen als we de vergelijking maken met eenzelfde isolatiesoort. Om de plaats van de maximale ψ-waarde in grafiek 5.1 te verklaren, zoomen we in op één functie uit deze grafiek, weergegeven in grafiek 5.3. Grafiek 5.3: Plat dak standaard, (a) geen extra maatregelen – ψ-waarde i.f.v. de dakisolatie
ψ-waarde ifv dakisolatie (muurisolatie: MNW50) ψ-waarde [W/mK]
0,015
soort dakisolatie
0,010
XPSi
0,005 0,000 -0,005 0 -0,010 -0,015 -0,020
50
100
A
B
150
200
250
C
dikte dakisolatie [mm] y = 0,000000032x3 - 0,000015731x2 + 0,002221871x - 0,087027732
30
We splitsen de functie op in drie delen: A, B en C. In deel A zal bij het verkleinen van het isolatiepakket, Q zijn maximale waarde naderen. U2 daarentegen zal theoretisch convergeren naar oneindig. De tweede term in vergelijking 3 slorpt zo de eerste term op en we krijgen dus de sterke daling in het linkeruiteinde van de functie. In deel C zal er bij een grotere isolatiedikte steeds minder energie ‘gewonnen’ worden, Q zal opnieuw een constante naderen, maar deze keer zijn minimum. De sommatie zal in waarde groeien aangezien A2 zal blijven stijgen, maar U1 zal stagneren. Het verschil tussen de eerste en de tweede term zal daarom vergroten en leidt tot een daling in het rechteruiteinde van de functie. Als gevolg daarvan houdt deel B automatisch een maximum in. Eigenlijk kan men dit deel beschouwen als het deel waar het efficiëntste met de isolatie wordt omgesprongen. Het dak en de muur zijn namelijk niet over- of onde geïsoleerd. Belangrijke opmerking!! De vergelijking van de functie kan enkel toegepast worden binnen het berekende interval, hier dus van 60 tot 200mm. Daarbuiten is de functie niet meer representatief. Dit kan aangetoond worden door bovenstaand voorbeeld verder uit te werken. Eerst wordt aangetoond dat binnen dit interval de functie een zeer goede beschrijving geeft van de te verwachten ψ-waarden: als we 3 extra meetpunten invoeren en de best passende functie door al deze punten zoeken, bekomen we onderstaande grafiek 5.4(a). De functie uit grafiek 5.3 loopt quasi gelijk met deze functie en ook de vergelijkingen vertonen slechts kleine verschillen. Binnen het interval wordt er dus een goede benadering gegeven. Grafiek 5.4(a): Plat dak standaard, (a) geen extra maatregelen – ψ-waarde i.f.v. de dakisolatie (3 extra meetpunten)
ψ-waarde ifv dakisolatie (muurisolatie: MNW50 en dakisolatie XPSi)
0,015
soort dakisolatie
ψ-waarde [W/mK]
0,010
spooklijn tabel 5.3(a)
0,005 0,000 -0,005
0
50
100
150
200
250
XPSi
-0,010 -0,015 -0,020
dikte dakisolatie [mm] y = 0,000000030x3 - 0,000014869x2 + 0,002130511x - 0,084161836
31
Voeren we één extra waarde in buiten het interval, bijvoorbeeld een dakisolatie met een dikte van 250mm, bekomen we de groene curve in grafiek 5.4(b). De vergelijking van deze grafiek verschilt aanzienlijk met deze uit grafiek 5.3: 5.3(a): 5.3(c):
" 0,000000032% & − 0,000015731% ( 0,002221871% − 0,087027732
" 0,000000016% & − 0,000009552% ( 0,001514184% − 0,062449212
Daarnaast is in onderstaande grafiek de functie van grafiek 5.3 doorgetrokken als spooklijn waardoor duidelijk wordt dat de functie geen enkele gelijkenis meer vertoont buiten het aangegeven interval. De ψ-waarde van de spooklijn voor 250mm XPSi (ψ = -0,015) verschilt significant met de ψ-waarde die we bekomen uit de simulaties (ψ = -0,037). Grafiek 5.4(b): Plat dak standaard, (a) geen extra maatregelen – ψ-waarde i.f.v. de dakisolatie (buiten interval)
ψ-waarde ifv dakisolatie (muurisolatie: MNW50 en dakisolatie XPSi)
ψ-waarde [W/mK]
0,02 0,01
soort dakisolatie
0,00
spooklijn tabel 5.3(a) 0
50
100
150
200
250
300
-0,01
XPSi
-0,02 -0,03 -0,04
dikte dakisolatie [mm] y = 0,000000016x3 - 0,000009552x2 + 0,001514184x - 0,062449212
5.1.1.2 Bevindingen omtrent de f-waarde In grafiek 5.5 wordt de temperatuursfactor uitgedrukt in functie van de dikte van het pakket isolatie in
het
dak.
De
grafiek
is
dus
vergelijkbaar
met
grafiek
5.1
waarin
de
lineaire
warmtedoorgangscoëfficiënt uitgedrukt werd i.f.v. datzelfde dakisolatiepakket. Er zijn dan ook vooral gelijkenissen terug te vinden in beide grafieken. Hoe hoger de f-waarde, hoe hoger de oppervlaktetemperatuur van de binnenwand in dat detail. Dus als een muur, dak of bouwknoop beter wordt geïsoleerd, zal de oppervlaktetemperatuur stijgen en zal ook de f-waarde stijgen. In onderstaande grafiek is het dan ook logisch dat de functie die het hoogst ligt, PUR, de laagste warmtegeleidingscoëfficiënt heeft.
32
Grafiek 5.5: Plat dak standaard, geen extra maatregelen – f-waarde i.f.v. de dakisolatie
f-waarde ifv dakisolatie (muurisolatie: MNW50) 0,85
soort dakisolatie MNW
0,84
y = 3E-08x3 - 2E-05x2 + 0,002x - 0,121 f-waarde [-]
0,83
PUR
0,82
y = 3E-08x3 - 1E-05x2 + 0,002x - 0,058
0,81
XPSi y = 3E-08x3 - 2E-05x2 + 0,002x - 0,087
0,80
XPSe
0,79
y = 3E-08x3 - 2E-05x2 + 0,002x - 0,146
0,78
EPS y = 3E-08x3 - 2E-05x2 + 0,002x - 0,116
0
50
100
150
200
250
dikte dakisolatie [mm]
In dit specieke geval loopt de curve van minerale wol, volledig gelijk met de curve van geëxpandeerd polystyreen. Dit komt omdat de warmtegeleidingscoëffciënt slechts 1/100 verschilt en dit kleine verschil zich minder snel toont bij de temperatuursfactor als bij de lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt. In elk detail zullen de twee curven dus quasi samenvallen. Ook bij de grafieken van de temperatuursfactor dient in acht genomen te worden dat de functies enkel gelden binnen het interval dat onderzocht werd.
33
5.1.2 Plat dak – Standaard 5.1.2.1 Bevindingen omtrent de ψ-waarde In grafiek 5.6 worden de drie varianten onderling vergeleken. De hoekoplossing waar isolerend metselwerk wordt voorzien, haalt wat betreft de lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt betere resultaten dan het detail waar de isolatie langs de dakopstand wordt opgetrokken, wat op zijn beurt weer betere resultaten boekt dan het standaard detail. Deze resultaten zijn te verwachten aangezien de ψ-waarde een maat is voor het extra warmteverlies doorheen het knooppunt en naarmate het knooppunt beter geïsoleerd wordt en de andere factoren constant blijven, dit warmteverlies zal dalen. Grafiek 5.6: Plat dak standaard – ψ-waarde i.f.v. de dakisolatie
ψ-waarde ifv dakisolatie (muurisolatie: MNW80 en dakisolatie: MNW)
0,02
detail
ψ-waarde [W/mK]
0,00 0
50
100
150
200
-0,02
250
(a) geen extra maatregelen y = 3E-08x3 - 2E-05x2 + 0,002x - 0,124 (b) isolatie opgetrokken
-0,04
y = 4E-08x3 - 2E-05x2 + 0,003x - 0,193 -0,06
(c) geïsoleerd metselwerk y = 3E-08x3 - 2E-05x2 + 0,002x - 0,201
-0,08 -0,10
dikte dakisolatie [mm]
In tabel 5.2 zijn de roze gemarkeerde cellen de waarden die niet voldoen aan de voorwaarde: ψwaarde < 0. Het is duidelijk dat de eis voornamelijk niet gehaald wordt in het geval van een dakisolatie in PUR en XPSi. Dit is een gevolg van de hogere warmtegeleidingscoëfficiënten van deze isolatiesoorten (tabel 3.1). Bij de andere varianten is dezelfde trend terug te vinden, maar liggen de waarden lager. De overzichtstabellen hiervan zijn terug te vinden in bijlage B.
34
DAK
Tabel 5.2: Plat dak standaard, (a) geen extra maatregelen: ψ-waarde i.f.v. dak- en muurisolatie
MNW 60 80 100 150 200 PUR 60 80 100 150 200 XPSi 60 80 100 150 200 XPSe 60 80 100 150 200 EPS 60 80 100 150 200
MUUR MNW50 MNW80 PUR50 -0,026 -0,020 -0,013 -0,013 -0,004 0,001 -0,008 0,003 0,006 -0,013 0,003 0,003 -0,028 -0,007 -0,008 0,017 0,025 0,029 0,025 0,035 0,038 0,027 0,039 0,040 0,014 0,031 0,029 -0,006 0,015 0,012 -0,004 0,003 0,009 0,007 0,016 0,020 0,009 0,021 0,023 0,001 0,017 0,016 -0,016 0,006 0,050 -0,046 -0,041 -0,033 -0,031 -0,023 -0,017 -0,024 -0,014 -0,010 -0,025 -0,010 -0,009 -0,038 -0,017 -0,066 -0,023 -0,017 -0,010 -0,010 -0,002 0,003 -0,005 0,006 0,009 -0,010 0,006 0,006 -0,026 -0,005 -0,007
PUR80 -0,009 0,008 0,016 0,018 0,011 0,036 0,047 0,051 0,045 0,032 0,015 0,028 0,034 0,032 0,023 -0,028 -0,010 -0,001 0,006 0,000 -0,005 0,011 0,019 0,021 0,013
35
5.1.2.2 Bevindingen omtrent de f-waarde Grafiek 5.7 toont dat de beter geïsoleerde knooppunten ook een hogere oppervlaktetemperatuur hebben, maar op de grafiek is eveneens af te lezen dat de grootste verschillen in f-waarde teweeg gebracht worden door dikkere isolatiepakketten te gebruiken in het dak. Daarnaast lijkt er een toenadering te zijn tussen de functie van het standaard detail en het detail waar de isolatie opgetrokken is. Dit is waarschijnlijk het gevolg van het feit dat bij een toenemende dikte van het isolatiepakket op het dak, in het standaard detail de koudebrug beter wordt ingepakt, terwijl in het detail waar de isolatie opgetrokken is, dit geringe invloed heeft aangezien het detail reeds ingepakt was (figuren 5.1(a), (b), (c) en (d)).
21cm 6cm
Figuur 5.1(a) : Plat dak standaard, (b) isolatie
Figuur 5.1(c) : Plat dak standaard, (a) geen extra
opgetrokken – dakisolatie MNW60
maatregelen – dakisolatie MNW60
30cm
15cm
Figuur 5.1(b) : Plat dak standaard, (b) isolatie opgetrokken
Figuur 5.1(d) : Plat dak standaard, (a) geen extra
– dakisolatie MNW150
maatregelen – dakisolatie MNW150
36
Grafiek 5.7: Plat dak standaard – f-waarde i.f.v. de dakisolatie
f-waarde ifv dakisolatie (muurisolatie: MNW80 en dakisolatie:MNW)
0,88
detail
0,87
f-waarde [-]
0,86
(a) geen extra maatregelen y = 1E-08x3 - 7E-06x2 + 0,001x + 0,744
0,85
(b) isolatie opgetrokken
0,84
y = 1E-08x3 - 6E-06x2 + 0,001x + 0,770
0,83
(c) geïsoleerd metselwerk 0,82
y = 1E-08x3 - 6E-06x2 + 0,001x + 0,776
0,81 0,80 0
50
100
150
200
250
dikte dakisolatie [mm]
DAK
Tabel 5.3: Plat dak standaard, (a) geen extra maatregelen: f-waarde i.f.v. dak- en muurisolatie
MNW 60 80 100 150 200 PUR 60 80 100 150 200 XPSi 60 80 100 150 200 XPSe 60 80 100 150 200 EPS 60 80 100 150 200
MUUR MNW50 MNW80 PUR50 0,789 0,808 0,805 0,801 0,821 0,818 0,810 0,831 0,827 0,825 0,847 0,844 0,834 0,858 0,854 0,799 0,819 0,816 0,810 0,831 0,828 0,818 0,840 0,837 0,832 0,855 0,851 0,840 0,864 0,860 0,794 0,814 0,811 0,806 0,826 0,823 0,814 0,835 0,832 0,828 0,885 0,847 0,837 0,861 0,851 0,784 0,803 0,800 0,796 0,816 0,813 0,805 0,826 0,823 0,821 0,844 0,840 0,831 0,855 0,857 0,789 0,809 0,806 0,801 0,822 0,819 0,810 0,831 0,828 0,825 0,883 0,844 0,834 0,858 0,854
PUR80 0,822 0,835 0,845 0,863 0,874 0,833 0,846 0,855 0,870 0,880 0,827 0,840 0,850 0,867 0,877 0,816 0,830 0,841 0,859 0,871 0,822 0,836 0,846 0,863 0,874
De f-waarde ligt voor elk detail ver boven de ondergrens van 0,7. Dit betekent dat er geen condensatie verwacht wordt op de binnenmuren. Voor
de
andere
varianten
wordt de ondergrens eveneens steeds
behaald.
Deze
overzichts-tabellen zijn terug te vinden in bijlage B.
37
5.1.3 Plat dak – In overkraging 5.1.3.1 Bevindingen omtrent de ψ-waarde In grafiek 5.8 worden de varianten onderling vergeleken. De details 2(b) en (c) met de koudebrugonderbreking behalen de laagste ψ-waarde. Het verschil tussen de twee varianten is zeer klein, waardoor de voorkeur in de praktijk uitgaat naar detail 2(b), waarbij de isolatie niet wordt doorgetrokken tot in het hellingsbeton. Hierbij is er nog een kleine koudebrug aanwezig door het hellingsbeton te storten, maar de extra maatregelen op de werf wegen niet op tegenover de kleine energiewinst. De details waarbij het plafond of de overkraging ingepakt wordt zal in nieuwbouwprojecten meestal geen ingang vinden. Deze varianten houden wel een sterke energiewinst in tegenover het standaarddetail en bewijzen dus een groot nut bij renovatieprojecten. Grafiek 5.8: Plat dak in overkraging – ψ-waarde i.f.v. de dakisolatie
ψ-waarde ifv dakisolatie (muurisolatie: MNW80 en dakisolatie:MNW)
detail
0,5
(a) geen extra maatregelen y = 5E-08x3 - 2E-05x2 + 0,004x + 0,179
0,4
(b) met koudebrugonderbreking ψ-waarde [W/mK]
0,3
y = 3E-08x3 - 1E-05x2 + 0,002x - 0,213
0,2
(c) met koudebrugonderbreking tot in het hellingsbeton
0,1
y = 3E-08x3 - 1E-05x2 + 0,002x - 0,231 (d) binnen ingepakt
0
y = -1E-08x3 + 2E-06x2 + 0,000x + 0,016 0
50
100
150
-0,1 -0,2
dikte dakisolatie [mm]
200
250
(e) binnen ingepakt en geïsoleerd metselwerk y = -8E-09x3 + 8E-07x2 + 0,000x - 0,054 (f) buiten ingepakt y = 5E-09x3 - 5E-06x2 + 0,001x + 0,121
In tabel 5.4 wordt duidelijk dat voor dit detail de invloed van de muurisolatie significanter is dan de invloed van de soort dakisolatie. Deze eigenschappen verschillen van detail tot detail. De overzichtstabellen van de andere varianten zijn opnieuw terug te vinden in bijlage B.
38
DAK
Tabel 5.4: Plat dak overkraging, (e) binnen ingepakt en geïsoleerd metselwerk: ψ-waarde i.f.v. dak- en muurisolatie
MNW 60 80 100 150 200 PUR 60 80 100 150 200 XPSi 60 80 100 150 200 XPSe 60 80 100 150 200 EPS 60 80 100 150 200
MUUR MNW50 MNW80 PUR50 -0,061 -0,014 -0,011 -0,051 0,002 0,004 -0,048 0,011 0,011 -0,028 0,038 0,036 -0,024 0,048 0,045 -0,052 -0,001 -0,001 -0,047 0,009 0,008 -0,047 0,014 0,012 -0,037 0,032 0,027 -0,038 0,037 0,031 -0,057 -0,007 -0,006 -0,049 0,005 0,005 -0,046 0,013 0,012 -0,031 0,035 0,032 -0,030 0,043 0,039 -0,085 -0,036 -0,035 -0,080 -0,026 -0,026 -0,080 -0,020 -0,021 -0,065 0,001 -0,001 -0,062 0,011 0,007 -0,060 -0,013 -0,010 -0,051 0,003 0,004 -0,047 0,011 0,011 -0,029 0,036 0,035 -0,025 0,047 0,044
PUR80 0,027 0,047 0,059 0,090 0,105 0,041 0,054 0,063 0,084 0,094 0,034 0,050 0,062 0,088 0,100 0,005 0,019 0,028 0,054 0,068 0,029 0,047 0,060 0,089 0,104
39
5.1.3.2 Bevindingen omtrent de f-waarde De resultaten van grafiek 5.9 komen grotendeels overeen met de bevindingen uit grafiek 5.8. Enkel de curven van de details binnen ingepakt en buiten ingepakt vertonen een spiegeling van de te verwachten volgorde. De oorzaak wordt duidelijk met behulp van figuren 5.2(a) en (b). Uit de resultaten van Trisco blijkt dat de details buiten ingepakt een veel
groter
warmteverlies
ondervinden dan de details binnen ingepakt. Aangezien de ψ-waarde sterk beïnvloed wordt door dit warmteverlies, zal deze waarde ook hoger liggen. De lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt heeft hierdoor betrekking op het ganse detail. De f-waarde daarentegen heeft enkel betrekking op het koudste punt van het binnenoppervlak. In figuren 5.2(a) en (b) is te zien dat Figuur 5.2(a): Plat dak in overkraging, (d) binnen ingepakt – thermisch detail
globaal genomen de oppervlaktetemperatuur van het detail waar de binnenzijde ingepakt wordt, hoger ligt dan waar de buitenzijde ingepakt wordt. Bij de bepaling van de f-waarde heeft dit echter geen invloed: hier is het hoekpunt van de variant binnen ingepakt kouder en dus ligt de temperatuursfactor ook lager.
Figuur 5.2(b): Plat dak in overkraging, (f) buiten ingepakt – thermisch detail
Het feit dat sommige functies steiler zijn dan anderen in grafiek 5.9 heeft te maken met de invloed die de dikte van de dakisolatie heeft op het totale detail. Zo zal een goed geïsoleerde bouwknoop meer beïnvloed worden, aangezien het warmteverlies evenzeer door de muur en het dak plaatsvindt als door de bouwknoop zelf. Een detail waarbij het grootste energieverlies zich in de knoop situeert, zal minder sterk beïnvloed worden door een nog beter geïsoleerd dak of muur. 40
Grafiek 5.9: Plat dak in overkraging – f-waarde i.f.v. de dakisolatie
f-waarde ifv dakisolatie (muurisolatie: MNW80 en dakisolatie:MNW) detail
0,95
(a) geen extra maatregelen
0,90
y = 1E-08x3 - 6E-06x2 + 0,001x + 0,601 (b) met koudebrugonderbreking
f-waarde [-]
0,85
y = 2E-08x3 - 1E-05x2 + 0,001x + 0,753 0,80
(c) met koudebrugonderbreking tot in het hellingsbeton y = 2E-08x3 - 1E-05x2 + 0,001x + 0,759 (d) binnen ingepakt
0,75 0,70
y = 6E-09x3 - 3E-06x2 + 0,000x + 0,701
0,65 0,60 0
50
100
150
200
(e) binnen ingepakt en geïsoleerd metselwerk y = 4E-09x3 - 2E-06x2 + 0,000x + 0,762 (f) buiten ingepakt 250 y = 1E-08x3 - 7E-06x2 + 0,001x + 0,663
dikte dakisolatie [mm]
DAK
Tabel 5.5: Plat dak overkraging, (e) binnen ingepakt en geïsoleerd metselwerk: f-waarde i.f.v. dak- en muurisolatie
MNW 60 80 100 150 200 PUR 60 80 100 150 200 XPSi 60 80 100 150 200 XPSe 60 80 100 150 200 EPS 60 80 100 150 200
MNW50 0,772 0,775 0,777 0,781 0,783 0,778 0,780 0,782 0,785 0,786 0,776 0,778 0,777 0,783 0,785 0,772 0,775 0,777 0,780 0,782 0,773 0,775 0,778 0,781 0,783
MUUR MNW80 PUR50 0,781 0,777 0,785 0,780 0,787 0,782 0,791 0,786 0,793 0,788 0,787 0,783 0,790 0,786 0,792 0,787 0,795 0,790 0,796 0,791 0,784 0,781 0,788 0,783 0,790 0,785 0,793 0,788 0,795 0,790 0,781 0,777 0,784 0,780 0,786 0,782 0,790 0,786 0,793 0,788 0,782 0,778 0,785 0,781 0,788 0,783 0,791 0,786 0,794 0,788
PUR80 0,786 0,789 0,792 0,796 0,798 0,792 0,795 0,796 0,799 0,801 0,789 0,792 0,794 0,798 0,800 0,785 0,789 0,791 0,795 0,797 0,786 0,790 0,792 0,796 0,798
De temperatuursfactor stijgt overal uit boven de 0,7. Er is dus
opnieuw
geen
condensatierisisco. Er dient opgemerkt te worden dat enkel voor de variant (a), geen extra maatregelen, geen enkele eis wordt behaald, noch voor de ψ-waarde noch voor de f-waarde (zie bijlage B). In combinatie met tabel 5.3 kan men stellen dat de eis omtrent de f-waarde sneller behaald wordt, dan de eis voor de ψ-waarde.
41
5.1.4 Plat dak – In overkraging met schrijnwerk Aangezien dit detail voorzien is van schrijnwerk moet de ψ-waarde slechts kleiner zijn dan 0,1.
5.1.4.1 Bevindingen omtrent de ψ-waarde De grote verschillen in grafiek 5.10 zitten in de varianten, niet de dikte van de dakisolatie. Onder de varianten steekt de koudebrugonderbreking er weer met kop en schouders boven uit. Het is ook de enige koudebrugoplossing waarbij altijd aan de ψ-waarde voldaan is. Grafiek 5.10: Plat dak in overkraging met schrijnwerk – ψ-waarde i.f.v. de dakisolatie
ψ-waarde ifv detail (Uf-waarde: 0,7 en dakisolatie:
ψ-waarde [W/mK]
MNW) 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0 -0,1 0 -0,2 -0,3
detail (a) geen extra maatregelen y = -7E-06x2 + 0,002x + 0,256 (b) met koudebrugonderbreking y = 3E-08x3 - 1E-05x2 + 0,002x - 0,213 (c) buiten ingepakt y = -3E-06x2 + 0,000x + 0,129
50
100
150
200
250
dikte dakisolatie [mm]
Blijven we binnen éénzelfde variant, dan zijn de grote verschillen in ψ-waarde merkbaar als de Ufwaarde verandert (tabel 5.6(b)). In werkelijkheid heeft deze geen grote impact op het detail waarbij de buitenkant ingepakt wordt. Het totale warmteverlies kan dit aantonen. In tabel 5.6(a) zien we dat het warmteverlies sterk wordt beperkt door de dikte van het isolatiepakket in het dak te vergroten, niet door de Uf-waarde te verkleinen. Zie ook bijlage B voor de overzichtstabellen van de andere varianten.
MNW
Tabel 5.6(a): Plat dak overkraging met schrijnwerk, (c) buiten ingepakt: Q bij MNW-dak i.f.v. isolatiepakket en Uf-waarde
60 80 100 150
0,7 20,985 19,165 17,930 16,081
1,4 21,397 19,574 18,337 16,486
Uf-WAARDE 1,8 21,580 19,755 18,517 16,664
200
15,060
15,462
15,640
2,0 21,658 19,833 18,594 16,740
2,4 21,797 19,971 18,731 16,876
15,716
15,851
42
DAK
Tabel 5.6(b): Plat dak overkraging met schrijnwerk, (c) buiten ingepakt: ψ-waarde i.f.v. dak- en muurisolatie
MNW 60 80 100 150
0,7 0,254 0,246 0,238 0,211
1,4 -0,006 -0,028 -0,050 -0,112
Uf-WAARDE 1,8 -0,157 -0,187 -0,217 -0,299
2,0 -0,233 -0,267 -0,301 -0,393
2,4 -0,386 -0,428 -0,470 -0,583
200 PUR 60 80 100 150
0,180 0,244 0,235 0,224 0,194
-0,178 -0,016 -0,039 -0,064 -0,130
-0,385 -0,167 -0,198 -0,231 -0,317
-0,489 -0,243 -0,278 -0,315 -0,411
-0,698 -0,397 -0,440 -0,485 -0,601
200 XPSi 60 80 100 150
0,162 0,249 0,240 0,230 0,202
-0,197 -0,011 -0,034 -0,058 -0,121
-0,404 -0,162 -0,193 -0,225 -0,308
-0,508 -0,238 -0,273 -0,309 -0,402
-0,718 -0,391 -0,434 -0,478 -0,592
200 XPSe 60 80 100 150
0,171 0,257 0,252 0,244 0,218
-0,187 -0,002 -0,022 -0,044 -0,105
-0,395 -0,153 -0,180 -0,211 -0,292
-0,499 -0,229 -0,260 -0,295 -0,386
-0,708 -0,382 -0,421 -0,464 -0,575
200 EPS 60 80 100 150
0,189 0,253 0,246 0,235 0,210
-0,169 -0,007 -0,028 -0,052 -0,113
-0,376 -0,158 -0,187 -0,219 -0,300
-0,480 -0,234 -0,267 -0,303 -0,394
-0,689 -0,387 -0,428 -0,472 -0,584
200
0,179
-0,179
-0,386
-0,490
-0,700
5.1.4.2 Bevindingen omtrent de f-waarde De curven in grafiek 5.11 liggen bijna horizontaal en ver uit elkaar. Dit betekent dat de manier waarop het detail ontworpen is de belangrijkste factor is om de oppervlaktetemperatuur te laten dalen, niet de dikte van de dakisolatie. De variant met de koudebrugonderbreking geeft voor de fwaarde ook de beste resultaten. Het is opnieuw de enige optie waarbij de eis wordt gehaald. Indien er geen enkele maatregel wordt genomen, wijken de resultaten drastisch af van de bouwfysische eisen. Dergelijke opbouw moet dus vermeden worden. De overzichtstabel van detail 3(c) buitenkant ingepakt stijgt net niet tot boven 0,7 uit. Ook in deze resultaten is te zien dat, binnen eenzelfde variant, de dikte van de dakisolatie het grootste verschil maakt. Zie ook bijlage B. 43
Grafiek 5.11: Plat dak in overkraging met schrijnwerk – f-waarde i.f.v. de dakisolatie
f-waarde ifv detail (Uf-waarde: 0,7 en dakisolatie: MNW)
1,0
detail (a) geen extra maatregelen y = -1E-06x2 + 0,000x + 0,395
f-waarde [-]
0,8
(b) met koudebrugonderbreking
0,6
y = 8E-09x3 - 4E-06x2 + 0,000x + 0,810 (c) buiten ingepakt y = -2E-06x2 + 0,001x + 0,572
0,4 0,2 0,0 0
50
100 150 dikte dakisolatie [mm]
200
250
DAK
Tabel 5.7: Plat dak overkraging met schrijnwerk, (c) buiten ingepakt: f-waarde i.f.v. dak- en muurisolatie
MNW 60 80 100 150
0,7 0,622 0,638 0,648 0,665
1,4 0,624 0,639 0,650 0,666
Uf-WAARDE 1,8 0,625 0,640 0,651 0,667
200 PUR 60 80 100 150
0,674 0,652 0,665 0,674 0,688
0,675 0,653 0,667 0,676 0,689
0,676 0,654 0,667 0,676 0,690
0,676 0,654 0,668 0,677 0,690
0,677 0,655 0,668 0,677 0,690
200 XPSi 60 80 100 150
0,695 0,637 0,652 0,662 0,677
0,696 0,639 0,653 0,663 0,678
0,697 0,640 0,654 0,664 0,679
0,697 0,640 0,654 0,664 0,679
0,697 0,641 0,655 0,665 0,680
200 XPSe 60 80 100 150
0,685 0,609 0,625 0,636 0,654
0,686 0,611 0,627 0,638 0,655
0,687 0,611 0,627 0,639 0,656
0,687 0,612 0,628 0,639 0,657
0,688 0,612 0,628 0,640 0,657
200 EPS 60 80 100 150
0,664 0,624 0,640 0,650 0,666
0,665 0,626 0,641 0,652 0,668
0,666 0,627 0,642 0,653 0,669
0,666 0,627 0,642 0,653 0,669
0,667 0,628 0,643 0,654 0,670
200
0,676
0,677
0,678
0,678
0,678
2,0 0,625 0,640 0,651 0,667
2,4 0,626 0,641 0,652 0,668
44
5.1.5 Hellend dak – Standaard De details van het hellend dak en de raamaansluitingen zijn niet onderverdeeld in varianten aangezien ze onderling te sterk verschillen. Er worden wel extra paramaters aangepast zoals in dit geval, de grootte van de muurplaat.
5.1.5.1 Bevindingen omtrent de ψ-waarde Het is logisch dat een grotere muurplaat een hogere ψ-waarde oplevert, aangezien een grotere muurplaat de plaats van de isolatie inneemt en dit op een kritisch punt (figuur 5.3 en grafiek 5.12).
Figuur 5.3: Vergelijking van de invloed van de grootte van de muurplaat
Grafiek 5.12: Hellend dak standaard – ψ-waarde i.f.v. de dakisolatie
ψ-waarde ifv dakisolatie (muurisolatie: MNW50) 0,10
ψ-waarde [W/mK]
0,08
grootte muurplaat [mm x mm]
0,06
100 x 50 y = -2E-08x3 + 2E-05x2 - 0,003x + 0,335
0,04
120 x 50 y = -5E-08x3 + 3E-05x2 - 0,006x + 0,497
0,02
140 x 50 y = -8E-08x3 + 5E-05x2 - 0,009x + 0,725
0,00 100
150
200
250
-0,02 -0,04
dikte dakisolatie [mm]
Verder is in grafiek 5.12 te zien dat de invloed van de muurplaat significanter is bij een kleiner isolatiepakket in het dak.
45
Uit de resultaten van de simulaties in tabel 5.8 blijkt dat al de parameters doorslaggevend kunnen zijn wat betreft de ψ-waarde. Bij een dakisolatie van 120mm, heeft de muurisolatie bijna geen invloed, maar bekomen we uiteenlopende resultaten als de muurplaat verandert. Nemen we een dakisolatie van 200mm, is het omgekeerde waar: de significante invloed van de muurplaat valt weg en de muurisolatie wordt een belangrijke parameter. Tabel 5.8: Hellend dak standaard: ψ-waarde i.f.v. dak- & muurisolatie en muurplaat
MUUR MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
MUURPLAAT 100 x 50 120 x 50
0,046 0,057
0,045 0,057
0,046 0,058
0,042 0,054
150
140 x 50 100 x 50 120 x 50
0,076 0,016 0,021
0,076 0,016 0,021
0,077 0,020 0,025
0,074 0,018 0,023
180
140 x 50 100 x 50 120 x 50
0,029 -0,005 -0,002
0,029 0,001 0,004
0,033 0,003 0,006
0,032 0,007 0,010
200
140 x 50 100 x 50 120 x 50
0,002 -0,016 -0,014
0,009 -0,006 -0,004
0,011 -0,005 -0,003
0,014 0,001 0,004
140 x 50
-0,011
-0,001
0,001
0,007
DAK
MNW 120
46
5.1.5.2 Bevindingen omtrent de f-waarde De bevindingen uit grafiek 5.12 gelden eveneens voor grafiek 5.13: de invloed van de muurplaat weegt zwaarder door bij kleinere dakisolatiepakketten en een kleinere muurplaat behaalt betere resultaten. Grafiek 5.13: Hellend dak standaard – f-waarde i.f.v. de dakisolatie
f-waarde ifv dakisolatie (muurisolatie: MNW50) 0,87
grootte muurplaat [mm x mm]
0,86
100 x 50
f-waarde [-]
0,85
y = 4E-08x3 - 3E-05x2 + 0,005x + 0,436 120 x 50
0,84
y = 4E-08x3 - 3E-05x2 + 0,005x + 0,409
0,83
140 x 50 y = 7E-08x3 - 4E-05x2 + 0,008x + 0,217
0,82 0,81 0,80 0,79 100
150
200
250
dikte dakisolatie [mm]
Wederom wordt de minimale f-waarde ruimschoots gehaald (tabel 5.9). Tabel 5.9: Hellend dak standaard: f-waarde i.f.v. dak- & muurisolatie en muurplaat
MUUR MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
MUURPLAAT 100 x 50 120 x 50
0,817 0,809
0,830 0,822
0,828 0,821
0,840 0,832
150
140 x 50 100 x 50 120 x 50
0,797 0,845 0,841
0,809 0,862 0,858
0,808 0,896 0,853
0,819 0,871 0,868
180
140 x 50 100 x 50 120 x 50
0,836 0,860 0,858
0,853 0,878 0,876
0,848 0,872 0,870
0,862 0,888 0,886
200
140 x 50 100 x 50 120 x 50
0,855 0,866 0,864
0,873 0,885 0,883
0,867 0,879 0,877
0,882 0,895 0,893
140 x 50
0,862
0,880
0,874
0,890
DAK
MNW 120
47
5.1.6 Hellend dak – Dwarsdoorsnede Bij de dwarsdoorsnede van het hellend dak wordt gekeken naar de invloed van de isolatie in de overgangszone tussen dak- en muurisolatie. Hier zal verder naar verwezen worden met de term ‘hoekisolatie’.
5.1.6.1 Bevindingen omtrent de ψ-waarde Uit de berekeningen wordt voor het beschouwde interval een lineair verband gevonden tussen de lineaire warmtedoorgangscoëffciënt en de dikte van de dakisolatie (grafiek 5.14). Verder blijkt uit de richtingscoëfficiënten van de functies, dat de invloed van dit isolatiepakket groter is als de hoekisolatie vermindert.
Er is geen waarde ingevoerd voor een hoekisolatie van 15cm in combinatie met een dakisolatie van 12cm. hoogte
In de praktijk zal dit niet uitgevoerd worden
hoekisolatie
aangezien het metselwerk dan eindigt onder de plafondafwerking (figuur 5.4).
Figuur 5.4: Hellend dak dwarsdoorsnede – hoekdetail Grafiek 5.14: Hellend dak dwarsdoorsnede – ψ-waarde i.f.v. dakisolatie
ψ-waarde ifv dakisolatie (muurisolatie: MNW50) hoogte hoekisolatie [mm]
0,08 0,06
0
ψ-waarde [W/mK]
0,04
y = -0,0006x + 0,1441 0,02
75 y = -0,0003x + 0,0318
0 -0,02
100
150
200
250
150 y = -0,0001x - 0,0344
-0,04 -0,06 -0,08
dikte dakisolatie [mm]
48
Uit onderstaande resultaten wordt duidelijk dat het zeer belangrijk is hoekisolatie te plaatsen om een groot energieverlies tegen te gaan. Het is wenselijk te kiezen voor een volledige opvulling van de hoek met isolatie (= een hoekisolatie van 150mm) omdat de winstmarge zeer groot is. Tabel 5.10: Hellend dak dwarsdoorsnede: ψ-waarde i.f.v. dak-, muur- en hoekisolatie
MUUR MNW5
MNW8
PUR5
PUR8
HOEKISOLATIE 0 75
0,072 -0,003
0,087 0,005
0,087 -0,003
0,110 0,012
150
150 0 75
0,055 -0,017
0,073 -0,006
0,071 -0,017
0,097 0,001
180
150 0 75
-0,049 0,036 -0,023
-0,038 0,057 -0,009
-0,048 0,054 -0,020
-0,030 0,083 0,001
200
150 0 75
-0,052 0,024 -0,028
-0,038 0,047 -0,012
-0,049 0,043 -0,023
-0,027 0,074 0,000
150
-0,054
-0,039
-0,049
-0,027
DAK
MNW 120
49
5.1.6.2 Bevindingen omtrent de f-waarde Wat betreft de f-waarde i.f.v. de dakisolatie werd geen logisch verband gevonden met onderstaande resultaten. Het is mogelijk relaties te vinden tussen de bekomen resultaten, maar dit zou meer giswerk inhouden dan wetenschappelijk onderbouwde verbanden. Grafiek 5.15: Hellend dak dwarsdoorsnede – f-waarde i.f.v. de dakisolatie
f-waarde ifv dakisolatie (muurisolatie: MNW50) 0,84 0,82
hoogte hoekisolatie [mm]
f-waarde [-]
0,80 0,78
0
0,76
75
0,74
150
0,72 0,70 100
150 200 dikte dakisolatie [mm]
250
Ook in tabel 5.11 wordt duidelijk wat de invloed van de hoekisolatie betekent. De geel gemarkeerde waarden vertonen een verschil groter dan 0,12; wat overeenkomt met een verschil in oppervlaktetemperatuur groter dan 2,4 °C. Tabel 5.11: Hellend dak dwarsdoorsnede: f-waarde i.f.v. dak-, muur- en hoekisolatie
MUUR HOEKISOLATIE 0 75
MNW50 0,708 0,779
MNW80 0,720 0,798
PUR50 0,719 0,804
PUR80 0,730 0,822
150
150 0 75
0,726 0,792
0,740 0,813
0,738 0,819
0,750 0,839
180
150 0 75
0,832 0,740 0,793
0,852 0,755 0,815
0,860 0,753 0,820
0,878 0,766 0,840
200
150 0 75
0,824 0,747 0,793
0,846 0,763 0,816
0,852 0,761 0,820
0,872 0,775 0,841
150
0,821
0,844
0,848
0,869
DAK
MNW 120
50
5.1.7 Hellend dak – Verholen dakgoot Deel 2
Om
dit
detail
te
kunnen
onderzoeken is een opsplitsing nodig
in
twee
aparte
bouwknopen. Deel 1 beslaat de buitenhoek links onder (figuur 5.5(b)) en
Deel 1
deel 2 de buitenhoek rechts boven
(figuur
5.5(c)).
De
ingesloten hoek wordt dus buiten beschouwing gelaten.
Figuur 5.5(a): Hellend dak verholen dakgoot
Figuur 5.5(b): Hellend dak verholen dakgoot, deel 1
Figuur 5.5(c): Hellend dak verholen dakgoot, deel 2
5.1.7.1 Bevindingen omtrent de ψ-waarde DEEL1 De functies in grafiek 5.16 liggen zeer dicht bij elkaar en kruisen elkaar zelfs op sommige plaatsen. Dit neemt niet weg dat een betere muurisolatie de warmtestroom Q, naar buiten toe vermindert (zie gele waarden in tabel 5.12). De reden van de kruisende curven wordt toegelicht in deel 2. In de beschouwde tabel zijn eveneens de waarden gemarkeerd die niet voldoen: de details met een isolatiedikte van 60mm in het dakvlak.
51
Grafiek 5.16: Hellend dak verholen dakgoot, deel1 – ψ-waarde i.f.v. plat dak-isolatie
ψ-waarde ifv plat dak-isolatie 0,05 0,04
muurisolatie
ψ-waarde [W/mK]
0,03
MNW 50
0,02
y = -5E-07x3 + 0,000x2 - 0,017x + 0,613
0,01
MNW 80
0 -0,01 40
60
80
100
140 y = -5E-07x3 + 0,000x2 - 0,017x + 0,611 PUR 50 y = -5E-07x3 + 0,000x2 - 0,018x + 0,639
120
-0,02 -0,03
PUR 80 y = -5E-07x3 + 0,000x2 - 0,017x + 0,633
-0,04 -0,05 -0,06
dikte plat dak-isolatie [mm]
Tabel 5.12: Hellend dak verholen dakgoot, deel1 – rekenblad ψ-waarde
muur isolatie MNW 50 MNW 60 80 100 120 MNW 80 MNW 60 80 100 120 PUR 50 MNW 60 80 100 120 PUR 80 MNW 60 80 100 120
U1 0,493 0,493 0,493 0,493 0,362 0,362 0,362 0,362 0,386 0,386 0,386 0,386 0,273 0,273 0,273 0,273
U2 0,553 0,435 0,359 0,306 0,553 0,435 0,359 0,306 0,553 0,435 0,359 0,306 0,553 0,435 0,359 0,306
A1 1,225 1,245 1,265 1,285 1,225 1,245 1,265 1,285 1,225 1,245 1,265 1,285 1,225 1,245 1,265 1,285
A2 1,325 1,325 1,325 1,325 1,355 1,355 1,355 1,355 1,325 1,325 1,325 1,325 1,355 1,355 1,355 1,355
Q ψ--waarde waarde 27,393 0,033 23,423 -0,019 21,202 -0,039 19,760 -0,051 24,449 0,030 20,378 -0,021 18,091 -0,040 16,603 -0,050 24,871 0,038 20,828 -0,016 18,564 -0,036 17,093 -0,047 22,361 0,034 18,233 -0,018 15,913 -0,036 14,402 -0,045
DEEL2 In onderstaande grafiek is er opnieuw een kruising van de functies te zien, maar dit keer is ze prominenter aanwezig en kan ze beter toegelicht worden. Vergelijking 3 indachtig zijn in tabel 5.13 de waarden weergegeven die nodig zijn om de ψ-waarde te berekenen. ψ
Q − ∆T
∑(U i . Ai) 52
Hoe lager de ψ-waarde zakt, hoe efficiënter er geïsoleerd wordt. Want een kleiner energieverlies Q, door een beter geïsoleerd dak of muur, betekent eveneens een lagere U1 of U2. Als Q dus, in verhouding, sneller zakt dan één van de U-waarden, zal de ψ-waarde eveneens sneller dalen. Dit kan verduidelijkt worden met een voorbeeld. Stel de isolatiedikte in de muur is 100mm en in het dak 180mm. Moeten we nu een keuze maken tussen 20mm isolatie bijsteken in de muur of in het dak, kan er best gekozen worden voor optie 1 omdat er een grotere energiewinst plaats vindt: Q=12,884 > Q= 12,290 voor eenzelfde hoeveelheid isolatie. Dit geldt voor een dakisolatie vanaf ongeveer 150mm. Voor lagere waarden is het tegenovergestelde waar. Wat betekent dit nu concreet? In de linkerhelft van de curven ligt het zwakste punt van het detail in de dakisolatie. Een verbetering hierin zal een efficiënter resultaat geven dan een verbetering in de muurisolatie. In de rechterhelft van de curven ligt het zwakste punt van het detail in de muurisolatie en dus is een verbetering hiervan meer aangewezen. Grafiek 5.17: Hellend dak verholen dakgoot, deel2 – ψ-waarde i.f.v. hellend dak-isolatie
ψ-waarde ifv hellend dak-isolatie 0,000 50
100
150
200
250
muurisolatie
ψ-waarde [W/mK]
-0,005 MNW 100 y = -3E-08x3 + 2E-05x2 - 0,003x + 0,196
-0,010
MNW 120 -0,015
y = -4E-08x3 + 2E-05x2 - 0,003x + 0,198 MNW 140
-0,020
y = -4E-08x3 + 2E-05x2 - 0,003x + 0,192 -0,025
dikte hellend dak-isolatie [mm]
Tabel 5.13: Hellend dak verholen dakgoot, deel2 – rekenblad ψ-waarde
muur isolatie MNW 100 MNW 120 150 180 200 MNW 120 MNW 120 150 180 200 MNW 140 MNW 120 150 180 200
U1 0,342 0,342 0,342 0,342 0,293 0,293 0,293 0,293 0,256 0,256 0,256 0,256
U2 0,366 0,311 0,266 0,242 0,366 0,311 0,266 0,242 0,366 0,311 0,266 0,242
A1 1,170 1,212 1,254 1,283 1,170 1,212 1,254 1,283 1,170 1,212 1,254 1,283
A2 1,021 0,991 0,961 0,941 1,050 1,020 0,990 0,970 1,078 1,048 1,018 0,998
Q ψ--waarde waarde 15,371 -0,005 14,152 -0,015 13,298 -0,020 12,884 -0,022 14,422 -0,006 13,166 -0,014 12,290 -0,016 11,866 -0,017 13,720 -0,008 12,439 -0,014 11,544 -0,015 11,109 -0,015 53
5.1.7.2 Bevindingen omtrent de f-waarde DEEL1 In grafiek 5.18 is de invloed van de muurisolatie wel zichtbaar. De f-waarde zal stijgen aangezien het warmteverlies verkleint. Grafiek 5.18: Hellend dak verholen dakgoot, deel1 – f-waarde i.f.v. plat dak-isolatie
f-waarde ifv plat dak-isolatie muurisolatie
0,90 0,88
MNW 50 y = 2E-07x3 - 6E-05x2 + 0,007x + 0,501
f-waarde [-]
0,86
MNW 80
0,84
y = 2E-07x3 - 6E-05x2 + 0,007x + 0,522
0,82
PUR 50 y = 2E-07x3 - 6E-05x2 + 0,008x + 0,505
0,80 0,78
PUR 80 y = -5E-07x3 + 0,000x2 - 0,017x + 0,633
0,76 40
60
80 100 120 dikte plat dak-isolatie [mm]
140
In onderstaande tabel staat het overzicht van de f-waarden die ook terug te vinden zijn in grafiek 5.17. Er zijn geen onverwachte waarden te bemerken. Tabel 5.13: Hellend dak verholen dakgoot, deel 1 – f-waarde i.f.v. muur- en plat dakisolatie
MUUR MNW50 MNW80 PUR50 PUR80 PLAT DAK - ISOLATIE MNW 60 80 100 120
0,780 0,813 0,831 0,843
0,797 0,832 0,852 0,865
0,796 0,831 0,850 0,862
0,811 0,847 0,867 0,881
DEEL 2 In grafiek 5.19 is hetzelfde verhaal zichtbaar als onder 5.1.7.1 deel 2 is toegelicht: in de linkerhelft van de grafiek ligt de zwakste schakel in het dak, in de rechterhelft bij de muur. De grenswaarden verschillen wel omdat de f-waarde een andere betekenis heeft dan de ψ-waarde. Als we in de grafiek vertrekken van een muur- en een dakisolatie van 120mm en we dan 20mm isolatie toevoegen in het dak of de muur, zien we dat een hogere oppervlaktetemperatuur gehaald wordt met 140mm dakisolatie. Doen we dezelfde vergelijking met een muurisolatie van 120mm en een dakisolatie van 150mm, blijkt de muurisolatie een betere investering. 54
Grafiek 5.19: Hellend dak verholen dakgoot, deel2 – f-waarde i.f.v. hellend dak-isolatie
f-waarde ifv hellend dak-isolatie 0,910
ψ-waarde [W/mK]
0,905
muurisolatie
0,900
MNW 100
0,895
y = 1E-09x3 - 2E-06x2 + 0,000x + 0,836
0,890
MNW 120 y = 7E-09x3 - 5E-06x2 + 0,001x + 0,792
0,885 0,880
MNW 140 y = 4E-09x3 - 4E-06x2 + 0,001x + 0,816
0,875 100
150 200 dikte hellend dak-isolatie [mm]
250
Tabel 5.14: Hellend dak verholen dakgoot, deel 2 – f-waarde i.f.v. muur- en hellend dakisolatie
MUUR HELLEND DAK -
MNW100 MNW120 MNW140
ISOLATIE MNW 120
0,881
0,887
0,892
150
0,886
0,895
0,900
180
0,889
0,899
0,905
200
0,890
0,900
0,907
55
5.1.8 Hellend dak – Bakgoot Dit
detail
moet
eveneens
opgesplitst worden om het te kunnen
invoeren
softwarepakket.
in
Deel
het
1
is
weergegeven in figuur 5.6(b), deel 2 is op precies dezelfde wijze opgebouwd als deel 2 van het detail met de verholen dakgoot, dus wordt er voor deze resultaten verwezen naar
5.1.7. Figuur 5.6(a): Hellend dak bakgoot
De parameters in
deel 1
bestaan uit: de muurisolatie, de
van
het
metselwerk,
de
afmetingen
isolerend
gootisolatie en de breedte van de houten balkjes in de goot.
Figuur 5.6(b): Hellend dak bakgoot, deel 1
5.1.8.1 Bevindingen omtrent de ψ-waarde We merken op dat een grotere afmeting van isolerend metselwerk een hogere ψ-waarde oplevert
(grafiek 5.20). Als het isolerend metselwerk verbreedt wordt de afstand tussen de muur- en dakisolatie groter. Aangezien isolatie nog steeds beter isoleert dan isolerend metselwerk, ontstaat er zo een grotere spatie waarlangs warmte kan ‘ontsnappen’ (figuur 5.7).
Figuur 5.7: Hellend dak bakgoot – invloed isolerend metselwerk
56
Grafiek 5.20: Hellend dak bakgoot – ψ-waarde i.f.v. de gootisolatie
ψ-waarde ifv gootisolatie (muurisolatie: MNW50, hout: 80) 0,400
grootte geïsoleerd metselwerk [mm x mm]
ψ-waarde [W/mK]
0,350 0,300
75 x 250 y = -2E-07x3 + 1E-04x2 - 0,015x + 0,939
0,250
100 x 250 0,200
y = -2E-07x3 + 0,000x2 - 0,015x + 0,973 150 x 250
0,150
y = -2E-07x3 + 1E-04x2 - 0,015x + 1,014
0,100 50
70
90 110 dikte gootisolatie [mm]
130
In tabel 5.15 wordt duidelijk dat voor geen enkel detail een lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt wordt gehaald kleiner dan 0. Het zwakste punt in het detail ligt in de gootisolatie, aangezien hier de grootste verschillen op te merken zijn. Het detail kan eventueel verbeterd worden door de isolatie op te trekken zoals in detail 1(b): Plat dak standaard– isolatie opgetrokken. Tabel 5.15: Hellend dak bakgoot: ψ-waarde i.f.v. muur- & gootisolatie, geïsoleerd metselwerk en hout
MUUR MNW50
MNW80
ISOLEREND
PUR80
BREEDTE HOUT
METSELWERK 75 x 250 100 x 250 150 x 250 75 x 250 100 x 250
60 0,297 0,310 0,338 0,201 0,212
80 0,331 0,348 0,377 0,231 0,246
60 0,297 0,309 0,336 0,198 0,209
80 0,332 0,348 0,376 0,228 0,243
60 0,300 0,312 0,339 0,201 0,212
80 0,334 0,351 0,379 0,231 0,246
60 0,311 0,323 0,349 0,210 0,220
80 0,346 0,362 0,390 0,241 0,255
100
150 x 250 75 x 250 100 x 250
0,237 0,137 0,147
0,271 0,163 0,176
0,233 0,132 0,141
0,268 0,158 0,172
0,236 0,135 0,145
0,271 0,162 0,175
0,244 0,142 0,151
0,279 0,169 0,182
120
150 x 250 75 x 250 100 x 250
0,169 0,094 0,103
0,199 0,117 0,129
0,163 0,087 0,095
0,194 0,111 0,122
0,167 0,090 0,099
0,197 0,114 0,126
0,173 0,096 0,104
0,204 0,120 0,131
150 x 250
0,123
0,150
0,115
0,142
0,119
0,146
0,124
0,151
MNW 60
80 GOOTISOLATIE
PUR50
57
5.1.8.2 Bevindingen omtrent de f-waarde In onderstaande grafiek wordt duidelijk dat de invloed van het geïsoleerd metselwerk op de f-waarde gering is, maar dat ze naarmate de gootisolatie uitbreidt wel belangrijker wordt. De oorzaak van de dilaterende curven is te vinden in het verschuiven van het zwakste punt van het detail. Als de gootisolatie grotere afmetingen aanneemt, zal het grootste energieverlies verschuiven naar het geïsoleerd metselwerk. Grafiek 5.11: Hellend dak bakgoot – f-waarde i.f.v. de gootisolatie
f-waarde ifv gootisolatie (muurisolatie: MNW50, hout: 80)
0,810 0,800
grootte geïsoleerd metselwerk [mm x mm]
f-waarde [-]
0,790
75 x 250
0,780
y = 6E-08x3 - 2E-05x2 + 0,003x + 0,613 100 x 250 y = 1E-07x3 - 4E-05x2 + 0,004x + 0,585 150 x 250
0,770 0,760 0,750
y = 8E-08x3 - 3E-05x2 + 0,003x + 0,605
0,740 50
70
90 110 dikte gootisolatie [mm]
130
De f-waarden benaderen nergens de risicogrens voor condensatie (tabel 5.16). Als we de invloed van de muurisolatie bekijken, merken we op dat deze toch een grotere impact heeft op het detail dan verwacht in vergelijking met de resultaten van de ψ-waarde. Tabel 5.16: Hellend dak bakgoot: f-waarde i.f.v. muur- & gootisolatie, geïsoleerd metselwerk en hout
MUUR MNW50
GOOTISOLATIE
MNW 60
80
100
120
ISOLEREND METSELWERK 75 x 250 100 x 250 150 x 250 75 x 250 100 x 250 150 x 250 75 x 250 100 x 250 150 x 250 75 x 250 100 x 250 150 x 250
60 0,762 0,761 0,757 0,784 0,782 0,777 0,799 0,797 0,792 0,810 0,808 0,802
80 0,754 0,752 0,750 0,777 0,775 0,771 0,793 0,790 0,785 0,805 0,802 0,796
MNW80 PUR50 BREEDTE HOUT 60 80 60 80 0,778 0,771 0,776 0,768 0,777 0,768 0,775 0,766 0,775 0,767 0,772 0,764 0,802 0,795 0,799 0,792 0,800 0,792 0,797 0,789 0,796 0,788 0,793 0,786 0,818 0,812 0,815 0,809 0,816 0,808 0,813 0,806 0,811 0,804 0,808 0,802 0,830 0,824 0,827 0,821 0,828 0,821 0,825 0,818 0,822 0,816 0,819 0,813
PUR80 60 0,790 0,788 0,787 0,814 0,812 0,808 0,831 0,829 0,824 0,843 0,841 0,835
80 0,782 0,779 0,778 0,807 0,804 0,801 0,825 0,821 0,817 0,838 0,834 0,830
58
5.1.9 Raam – Standaard
Voor de raamdetails wordt de grenswaarde van de ψ-waarde opgetrokken tot 0,1 (tabel 1.2). De details zullen steeds opgedeeld worden in een boven- en onderkant om de berekeningen te kunnen uitvoeren. De parameters in de raamdetails bestaan uit isolatie A
de
muurisolatie
(die
dezelfde
variaties
aanneemt als in de dakdetails), de Uf-waarde of U-waarde van het houten raamkader (= 0,7; 1,4; 1,8; 2,0 en 2,4) en extra isolatiestroken uit polyurethaan nabij de raamkaders. In het eerste raamdetail is er slechts 1 extra isolatiestrook voorzien in het bovenste deel: isolatie A (figuur 5.8). Figuur 5.8: Raam standaard
5.1.9.1 Bevindingen omtrent de ψ-waarde BOVENAAN De lineaire warmtedoorgangscoëfficiënt stijgt in waarde naarmate de Uf-waarde stijgt of de dikte van isolatie A afneemt. Deze tendens was te verwachten. Maar er moet opgemerkt worden dat de schaal van het verschil zeer klein is. Een variatie in ψ-waarde van 0,005 heeft in de praktijk geen betekenis. Grafiek 5.22: Raam standaard, bovenaan – ψ-waarde i.f.v. de Uf-waarde
ψ-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50) 0,015
dikte isolatie A [mm]
ψ-waarde [W/mK]
0,010
40 y = -0,001x3 + 0,009x2 - 0,005x - 0,008 60
0,005 0,000 0
0,5
1
1,5
2
-0,005
2,5
3
y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012 80 y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012
-0,010 -0,015
Uf-waarde [W/m²K]
59
In tabel 5.17 valt op dat naarmate de muur beter geïsoleerd wordt, de verschillen in waarde nog kleiner worden. De ψ-waarde blijft hierbij overal voldoende onder 0,1.
Uf-WAARDE
Tabel 5.17: Raam standaard, bovenaan – ψ-waarde i.f.v. Uf-waarde, isolatie A en muurisolatie
MUUR MNW80 PUR50 -0,013 0,032 -0,015 0,031
0,7
ISOLATIE A 40 60
MNW50 -0,005 -0,008
1,4
80 40 60
-0,012 0,001 -0,003
-0,017 -0,012 -0,014
0,029 0,038 0,036
0,019 0,022 0,021
1,8
80 40 60
-0,007 0,005 0,002
-0,016 -0,008 -0,010
0,034 0,042 0,041
0,021 0,025 0,025
2,0
80 40 60
-0,003 0,007 0,004
-0,013 -0,007 -0,009
0,039 0,044 0,043
0,024 0,027 0,026
2,4
80 40 60
-0,001 0,012 0,008
-0,011 -0,002 -0,004
0,041 0,049 0,047
0,026 0,031 0,031
80
0,003
-0,007
0,045
0,030
PUR80 0,020 0,020
ONDERAAN In onderstaande grafiek zien we dat er nauwelijks een verschil op te merken is tussen de ψ-waarde als de muurisolatie varieert. Aangezien er wel een daling is in het totale energieverlies, doelt dit op een evenwicht tussen de eerste en tweede term in vergelijking 3: Q − (U i . Ai) ψ ∆T Grafiek 5.23: Raam standaard, onderaan – ψ-waarde i.f.v. de muurisolatie
ψ-waarde [W/mK]
ψ-waarde ifv Uf-waarde 0,070 0,065 0,060 0,055 0,050 0,045 0,040 0,035 0,030 0,025 0,020
Uf-waarde[W/m²K] 0,7 1,4 1,8 2,0 2,4
MNW50
MNW80 PUR50 muurisolatie
PUR80
60
De eis voor de ψ-waarde wordt ook onderaan overal behaald.
Uf-WAARDE
Tabel 5.18: Raam standaard, onderaan – ψ-waarde i.f.v. Uf-waarde en muurisolatie
0,7 1,4 1,8 2,0
MNW50 0,029 0,038 0,047 0,051
2,4
0,063
MUUR MNW80 PUR50 0,028 0,029 0,037 0,038 0,047 0,047 0,052 0,052 0,064
PUR80 0,030 0,039 0,049 0,054
0,064
0,066
5.1.9.2 Bevindingen omtrent de f-waarde BOVENAAN De isolatiestrook A heeft (bijna) geen invloed op de f-waarde van het detail (grafiek 5.24): het koudste punt komt voor op het profiel (figuur 5.9) en de variatie in de isolatie heeft hier nagenoeg geen effect op.
Figuur 5.9: Raam standaard, bovenaan – thermische tekening
Het is duidelijk dat de Uf-waarde de grootste invloed heeft op het detail, zowel wat de f- als de ψwaarde betreft. Grafiek 5.24: Raam standaard, bovenaan – f-waarde i.f.v. isolatie A
f-waarde ifv isolatie A (muurisolatie: MNW50) 0,90 0,85
Uf-waarde [W/m²K]
f-waarde [-]
0,80 0,75
0,7
0,70
1,4
0,65
1,8
0,60
2,0
0,55
2,4
0,50 40
60 dikte isolatie A [mm]
80
61
A.d.h.v. het overzicht van de waarden in tabel 5.19 merken we een grens op voor het standaard raamdetail: de warmtedoorgangscoëfficiënt van het raamkader mag maximum 1,4 zijn om condensatie te vermijden. Tabel 5.19: Raam standaard, bovenaan – f-waarde i.f.v. de Uf-waarde, isolatie A en de muurisolatie
MUUR
Uf-WAARDE
ISOLATIE A 0,7 40 60
MNW50 0,841 0,841
MNW80 0,824 0,823
PUR50 0,841 0,841
PUR80 0,824 0,823
1,4
80 40 60
0,841 0,721 0,721
0,823 0,726 0,725
0,841 0,721 0,721
0,823 0,726 0,725
1,8
80 40 60
0,721 0,655 0,655
0,725 0,674 0,673
0,721 0,655 0,655
0,725 0,674 0,673
2,0
80 40 60
0,655 0,625 0,625
0,673 0,649 0,649
0,655 0,625 0,625
0,673 0,649 0,649
2,4
80 40 60
0,625 0,568 0,568
0,648 0,601 0,600
0,625 0,568 0,568
0,648 0,601 0,600
80
0,567
0,600
0,567
0,600
ONDERAAN Ook voor grafiek 5.25 geldt opnieuw hetzelfde: de Uf-waarde speelt de belangrijkste rol en de invloed van de muurisolatie is niet zichtbaar in de f-waarde. Grafiek 5.25: Raam standaard, onderaan – f-waarde i.f.v. muurisolatie
f-waarde ifv muurisolatie 0,85
Uf-waarde[W/m²K]
f-waarde [-]
0,80 0,75
0,7
0,70
1,4
0,65
1,8
0,60 0,55
2,0
0,50
2,4 MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
muurisolatie
62
Voor het standaard raamdetail onderaan is dezelfde grens te trekken als voor het detail bovenaan: Uf-waarde ≤ 1,4 om condensatie op de raamkaders te vermijden. Tabel 5.20: Raam standaard, onderaan – f-waarde i.f.v. de Uf-waarde en de muurisolatie
Uf-WAARDE
MUUR MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
0,7
0,819
0,819
0,819
0,819
1,4
0,713
0,714
0,714
0,714
1,8
0,661
0,661
0,662
0,662
2,0
0,637
0,637
0,637
0,637
2,4
0,590
0,590
0,591
0,591
63
5.1.10 Raam – In binnenvlak
In dit detail spelen de isolatiestroken een veel grotere rol dan in het standaard raamdetail. Ze zijn opgedeeld in 4 afzonderlijke delen die variëren in dikte. Als de dikte van isolatie B of D verandert, zal het vaste raamkader eveneens aangepast isolatie A
isolatie B
worden in de simulaties zodat de isolaie niet zichtbaar wordt en een mooie afwerking behouden blijft.
isolatie C
isolatie D
Figuur 5.10: Raam in het binnenvlak
5.1.10.1 Bevindingen omtrent de ψ-waarde BOVENAAN De dikte van isolatie A verspringt telkens met 20mm in grafiek 5.26(a), maar de sprong tussen de curven in de grafiek verschilt bijna met een factor 3. Om dus een efficiënte dikte te voorzien voor deze isolatie, kan er binnen de gesimuleerde opties best gekozen worden voor 35mm. In grafiek 5.26(b) maken de curven een vreemde kruising. Voor een lage Uf-waarde wordt blijkbaar best gekozen voor 90mm isolatie B, maar voor een hoge Uf-waarde is 65mm beter. De oorzaak hiervan is te vinden in de profieldikte van het vaste kader die mee aangepast wordt als de dikte van isolatie B verandert. Door het raamkader te verbreden, is er een grotere oppervlakte van het profiel blootgesteld aan de buitentemperatuur. In geval van een slecht isolerend profiel ontstaat een geleidend effect en dus een negatieve invloed, bij een goed isolerend profiel fungeert de extra breedte als isolerend element en heeft het een positief effect op de ψ-waarde.
64
Figuur 5.11(a): Raam in binnenvlak, bovenaan –
Figuur 5.11(b): Raam in binnenvlak, bovenaan –
Uf-waarde: 2,4 & isolatie B: 65mm
Uf-waarde: 2,4 & isolatie B: 90mm
Grafiek 5.26(a): Raam in binnenvlak, bovenaan – ψ-waarde i.f.v. de Uf-waarde
ψ-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50, isolatie B: 65)
ψ-waarde [W/mK]
0,14
dikte isolatie A [mm]
0,12 15 y = -0,001x3 + 0,009x2 - 0,005x - 0,008 35 y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012 55 y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012
0,10 0,08 0,06 0,04 0,02 0,00 0,0
1,0 2,0 Uf-waarde [W/m²K]
3,0
Grafiek 5.26(b): Raam in binnenvlak, bovenaan – ψ-waarde i.f.v. de Uf-waarde
ψ-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50, isolatie A: 35)
0,12
dikte isolatie B [mm]
ψ-waarde [W/mK]
0,10
65 0,08
y = -0,001x3 + 0,009x2 - 0,005x - 0,008 75
0,06
y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012 90
0,04
y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012
0,02 0,00 0,0
1,0 2,0 Uf-waarde [W/m²K]
3,0
In tabel 5.21 wordt aangetoond dat 15mm isolatie A meestal onvoldoende is om de ψ-waarde-eis te respecteren en dat naarmate de Uf-waarde toeneemt, de andere parameters moeten verstrengen om de ψ-waarde voldoende klein te houden. 65
Tabel 5.21: Raam in binnenvlak, bovenaan – ψ-waarde i.f.v. Uf-waarde, isolatie A & B en muurisolatie
ISOLATIE A 0,7 15
35
55
1,4 15
35
55
Uf-WAARDE
1,8 15
35
55
2,0 15
35
55
2,4 15
35
55
ISOLATIE B 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90
MNW50 0,102 0,085 0,069 0,046 0,033 0,024 0,023 0,012 0,003 0,106 0,109 0,116 0,050 0,058 0,071 0,028 0,036 0,050 0,112 0,122 0,128 0,056 0,070 0,082 0,033 0,049 0,062 0,115 0,122 0,134 0,059 0,071 0,089 0,037 0,050 0,068 0,122 0,132 0,148 0,067 0,081 0,103 0,045 0,060 0,083
MUUR MNW80 PUR50 0,117 0,142 0,099 0,125 0,083 0,109 0,057 0,087 0,044 0,074 0,035 0,114 0,034 0,066 0,023 0,055 0,015 0,046 0,121 0,146 0,123 0,149 0,130 0,156 0,062 0,091 0,069 0,099 0,082 0,111 0,039 0,071 0,048 0,079 0,062 0,093 0,127 0,152 0,137 0,162 0,142 0,167 0,068 0,097 0,082 0,111 0,094 0,123 0,045 0,077 0,061 0,092 0,035 0,105 0,130 0,155 0,137 0,162 0,148 0,173 0,071 0,100 0,083 0,112 0,100 0,130 0,048 0,080 0,062 0,093 0,079 0,111 0,138 0,162 0,147 0,172 0,162 0,188 0,079 0,108 0,093 0,122 0,115 0,144 0,056 0,088 0,072 0,103 0,094 0,126
PUR80 0,140 0,122 0,106 0,081 0,068 0,058 0,060 0,048 0,040 0,144 0,147 0,153 0,086 0,093 0,106 0,064 0,073 0,086 0,150 0,160 0,164 0,092 0,106 0,118 0,070 0,086 0,098 0,153 0,160 0,171 0,095 0,107 0,124 0,073 0,087 0,105 0,161 0,170 0,185 0,103 0,117 0,138 0,082 0,097 0,119
66
ONDERAAN In grafiek 5.27(a) en (b) is precies hetzelfde op te merken als in het detail bovenaan: een dikte van 40mm isolatie C is te verkiezen boven 20 of 60mm en er is opnieuw een kruising van de curven te zien. Het omslagpunt in grafiek 5.27(b) ligt wel bij een hogere Uf-waarde dan bij het detail bovenaan, dit kan te maken hebben met het verschil in isolatiedikte tussen isolatie B en D. Grafiek 5.27(a): Raam in binnenvlak, onderaan – ψ-waarde i.f.v. de Uf-waarde
ψ-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50, isolatie D: 30)
0,20
dikte isolatie C [mm]
0,18 ψ-waarde [W/mK]
0,16 20
0,14
y = -0,001x3 + 0,009x2 - 0,005x - 0,008 40
0,12 0,10
y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012 60 y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012
0,08 0,06 0,04 0,02 0,00 0,0
1,0 2,0 Uf-waarde [W/m²K]
3,0
Grafiek 5.27(b): Raam in binnenvlak, onderaan – ψ-waarde i.f.v. de Uf-waarde
ψ-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50, isolatie C: 40)
0,16
dikte isolatie D [mm]
ψ-waarde [W/mK]
0,14 0,12
20 y = -0,001x3 + 0,009x2 - 0,005x - 0,008 30
0,10 0,08 0,06
y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012 45
0,04
y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012
0,02 0,00 0,0
1,0 2,0 Uf-waarde [W/m²K]
3,0
Het overzicht van de ψ-waarde in tabel 5.22 toont ons dat de grenswaarde van 0,1 bijna nooit wordt gehaald. De enige parameter die geen grote schommelingen oplevert is de Uf-waarde. Deze heeft wel de grootste invloed op het totale energieverlies, maar het vindt zijn uitwerking niet in de ψwaarde. 67
Uf-WAARDE
Tabel 5.22: Raam in binnenvlak, onderaan – ψ-waarde i.f.v. Uf-waarde, isolatie C & D en muurisolatie
ISOLATIE C ISOLATIE D 0,7 20 20 30 45 40 20 30 45 60 20 30 45 1,4 20 20 30 45 40 20 30 45 60 20 30 45 1,8 20 20 30 45 40 20 30 45 60 20 30 45 2,0 20 20 30 45 40 20 30 45 60 20 30 45 2,4 20 20 30 45 40 20 30 45 60 20 30 45
MNW50 0,146 0,119 0,088 0,108 0,080 0,050 0,090 0,062 0,032 0,150 0,148 0,137 0,112 0,109 0,099 0,094 0,091 0,082 0,156 0,158 0,150 0,117 0,119 0,112 0,100 0,102 0,095 0,158 0,165 0,156 0,120 0,126 0,119 0,103 0,108 0,101 0,166 0,178 0,172 0,128 0,139 0,134 0,110 0,121 0,117
MUUR MNW80 PUR50 0,168 0,161 0,141 0,133 0,109 0,102 0,127 0,122 0,099 0,093 0,069 0,064 0,109 0,105 0,080 0,076 0,051 0,047 0,172 0,165 0,170 0,163 0,158 0,151 0,131 0,126 0,128 0,123 0,118 0,113 0,113 0,109 0,110 0,106 0,101 0,096 0,178 0,171 0,180 0,173 0,171 0,164 0,137 0,131 0,139 0,133 0,131 0,126 0,119 0,115 0,120 0,116 0,113 0,109 0,181 0,173 0,187 0,180 0,178 0,170 0,140 0,134 0,146 0,140 0,138 0,133 0,122 0,118 0,127 0,123 0,120 0,116 0,188 0,181 0,200 0,192 0,193 0,186 0,147 0,142 0,158 0,153 0,153 0,148 0,130 0,125 0,140 0,136 0,136 0,131
PUR80 0,181 0,153 0,121 0,139 0,111 0,081 0,122 0,093 0,064 0,185 0,182 0,170 0,144 0,140 0,130 0,126 0,123 0,113 0,191 0,193 0,183 0,149 0,151 0,143 0,132 0,133 0,126 0,194 0,200 0,190 0,152 0,158 0,150 0,135 0,140 0,133 0,201 0,212 0,205 0,160 0,170 0,165 0,143 0,153 0,148
68
5.1.10.2 Bevindingen omtrent de f-waarde BOVENAAN De dikte van isolatie A heeft nagenoeg geen invloed op de f-waarde van het detail bovenaan, aangezien deze isolatiestrook te ver verwijderd is van het zwakste punt van het detail: het profiel. De enige waarde waarbij er toch een klein verschil op te merken is, is dan ook bij het best isolerend profiel met een U-waarde van 0,7 (grafiek 5.28(a)). Zoals ook te zien was bij de ψ-waarde, is er een kruising van de curven in grafiek 5.28(b). Voor de details met een lage Uf-waarde is een dikkere isolatiestrook B beter, voor die met een hogere Ufwaarde is een dunnere isolatiestrook geschikter. Grafiek 5.28(a): Raam in binnenvlak, bovenaan – f-waarde i.f.v. isolatie A
f-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50, isolatie B: 65)
0,90
Uf-waarde [W/m²K]
0,85
0,7
f-waarde [-]
0,80 0,75
1,4
0,70
1,8
0,65
2,0
0,60
2,4
0,55 0,50 15
35 dikte isolatie A [mm]
55
Grafiek 5.28(b): Raam in binnenvlak, bovenaan – f-waarde i.f.v. de Uf-waarde
f-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50, isolatie A: 35)
0,90
dikte isolatie B [mm]
0,85
f-waarde [-]
0,80
65 y = -0,001x3 + 0,009x2 - 0,005x - 0,008 75
0,75 0,70 0,65
y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012 90
0,60
y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012
0,55 0,50 0,0
1,0 2,0 Uf-waarde [W/m²K]
3,0
Zoals in het standaard raamdetail is er voor de Uf-waarde een opvallende grens afgetekend in tabel 5.23. De waarden in onderstaande tabel liggen wel iets hoger dan in tabel 5.19. 69
Tabel 5.23: Raam in binnenvlak, bovenaan – f-waarde i.f.v. Uf-waarde, isolatie A & B en muurisolatie
ISOLATIE A 0,7 15
35
55
1,4 15
35
55
Uf-WAARDE
1,8 15
35
55
2,0 15
35
55
2,4 15
35
55
ISOLATIE B 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90 65 75 90
MNW50 0,828 0,834 0,841 0,837 0,848 0,856 0,837 0,848 0,856 0,741 0,733 0,710 0,742 0,734 0,710 0,743 0,734 0,710 0,692 0,674 0,649 0,693 0,674 0,649 0,693 0,674 0,649 0,668 0,645 0,620 0,670 0,645 0,620 0,670 0,645 0,620 0,620 0,592 0,567 0,621 0,592 0,567 0,621 0,592 0,567
MUUR MNW80 PUR50 0,837 0,836 0,848 0,843 0,856 0,850 0,838 0,837 0,849 0,848 0,856 0,856 0,838 0,837 0,849 0,848 0,856 0,856 0,742 0,741 0,734 0,733 0,710 0,710 0,743 0,743 0,735 0,734 0,710 0,710 0,743 0,743 0,735 0,735 0,710 0,710 0,693 0,692 0,674 0,674 0,649 0,649 0,694 0,693 0,674 0,674 0,649 0,649 0,694 0,694 0,674 0,674 0,649 0,649 0,669 0,669 0,645 0,645 0,621 0,620 0,670 0,670 0,645 0,645 0,621 0,620 0,671 0,670 0,645 0,645 0,621 0,620 0,621 0,620 0,592 0,592 0,567 0,567 0,621 0,621 0,592 0,592 0,567 0,567 0,621 0,621 0,592 0,592 0,567 0,567
PUR80 0,837 0,848 0,856 0,838 0,849 0,857 0,838 0,849 0,857 0,742 0,734 0,710 0,743 0,735 0,710 0,743 0,735 0,710 0,693 0,674 0,649 0,694 0,674 0,649 0,694 0,674 0,649 0,670 0,645 0,621 0,671 0,645 0,621 0,671 0,645 0,621 0,621 0,592 0,567 0,621 0,592 0,567 0,621 0,592 0,567
70
ONDERAAN Er is nauwelijks een verschil op te merken tussen de conclusies van het raamdetail bovenaan en onderaan. Aangezien dit ook het geval was voor de ψ-waarde kunnen we stellen dat het detail gelijkwaardig geïsoleerd is bovenaan en onderaan. Grafiek 5.29(a): Raam in binnenvlak, onderaan – f-waarde i.f.v. isolatie C
f-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50, isolatie D: 30) Uf-waarde [W/m²K]
0,90 0,85
0,7
f-waarde [-]
0,80 0,75
1,4
0,70
1,8
0,65
2,0
0,60 2,4
0,55 0,50 20
40 dikte isolatie C [mm]
60
Grafiek 5.29(b): Raam in binnenvlak, onderaan – f-waarde i.f.v. Uf-waarde
f-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50, isolatie C: 40) 0,90
dikte isolatie D [mm]
0,85
20
f-waarde [-]
0,80
y = -0,001x3 + 0,009x2 - 0,005x - 0,008 30
0,75 0,70 0,65
y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012 45
0,60
y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012
0,55 0,50 0,0
1,0 2,0 Uf-waarde [W/m²K]
3,0
Ook tabel 5.24 vertoont geen verrassingen meer.
71
Tabel 5.24: Raam in binnenvlak, onderaan – f-waarde i.f.v. Uf-waarde, isolatie A & B en muurisolatie
ISOLATIE C 0,7 20
40
60
1,4 20
40
60
Uf-WAARDE
1,8 20
40
60
2,0 20
40
60
2,4 20
40
60
ISOLATIE D 20 30 45 20 30 45 20 30 45 20 30 45 20 30 45 20 30 45 20 30 45 20 30 45 20 30 45 20 30 45 20 30 45 20 30 45 20 30 45 20 30 45 20 30 45
MNW50 0,819 0,834 0,842 0,824 0,839 0,850 0,825 0,839 0,850 0,730 0,714 0,706 0,730 0,714 0,706 0,730 0,714 0,706 0,678 0,660 0,643 0,679 0,661 0,644 0,679 0,661 0,644 0,654 0,634 0,615 0,654 0,634 0,615 0,654 0,635 0,615 0,607 0,583 0,560 0,607 0,583 0,560 0,607 0,583 0,560
MUUR MNW80 PUR50 0,873 0,822 0,839 0,839 0,850 0,850 0,826 0,826 0,839 0,839 0,850 0,850 0,827 0,827 0,839 0,839 0,850 0,850 0,730 0,730 0,714 0,714 0,706 0,706 0,730 0,730 0,714 0,714 0,706 0,706 0,730 0,730 0,715 0,715 0,706 0,706 0,679 0,679 0,661 0,661 0,643 0,643 0,679 0,679 0,661 0,661 0,644 0,644 0,679 0,679 0,661 0,661 0,644 0,644 0,654 0,654 0,634 0,634 0,615 0,615 0,655 0,655 0,635 0,635 0,615 0,615 0,655 0,655 0,635 0,635 0,615 0,615 0,607 0,607 0,583 0,583 0,560 0,560 0,608 0,608 0,583 0,583 0,560 0,560 0,608 0,608 0,583 0,583 0,560 0,560
PUR80 0,824 0,839 0,850 0,828 0,839 0,850 0,828 0,839 0,850 0,730 0,714 0,706 0,730 0,715 0,706 0,730 0,715 0,706 0,679 0,661 0,644 0,679 0,661 0,644 0,679 0,661 0,644 0,655 0,634 0,615 0,655 0,635 0,615 0,655 0,635 0,615 0,608 0,583 0,560 0,608 0,583 0,560 0,608 0,583 0,560
72
5.1.11 Raam – In buitenvlak Er zijn twee afzonderlijke isolatiestroken terug te vinden in dit raamdetail: isolatie A en B (figuur 5.12).
isolatie A
isolatie B
Figuur 5.12: Raam in buitenvlak
5.1.11.1 Bevindingen omtrent de ψ-waarde BOVENAAN De dikte van isolatie A speelt een belangrijke rol in tabel 5.30. Voorbeeld: Vertrekkend van 40mm isolatie en een Uf-waarde van 2,4 is er een even grote reductie van de ψ-waarde als er 20mm isolatie wordt toegevoegd of als de Uf-waarde wordt verlaagd tot 0,7! Naarmate de dikte van isolatie A toeneemt zal de impact verkleinen en komt de nadruk op de Ufwaarde te liggen.
73
Grafiek 5.30: Raam in buitenvlak, bovenaan – ψ-waarde i.f.v. de Uf-waarde
ψ-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50) 0,05
dikte isolatie A [mm]
ψ-waarde [W/mK]
0,04
40
0,03
y = -0,001x3 + 0,009x2 - 0,005x - 0,008 60 y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012 80
0,02 0,01
y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012
0,00 -0,01
0
1
2
3
Uf-waarde [W/m²K]
Tabel 5.25: Raam in buitenvlak, bovenaan – ψ-waarde i.f.v. Uf-waarde, isolatie A en muurisolatie
MUUR
Uf-WAARDE
ISOLATIE A 0,7 40 60
MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
0,030 0,012
0,032 0,015
0,059 0,043
0,059 0,043
1,4
80 40 60
-0,001 0,034 0,016
0,004 0,036 0,020
0,032 0,063 0,048
0,034 0,062 0,048
1,8
80 40 60
0,005 0,038 0,022
0,010 0,040 0,025
0,038 0,067 0,053
0,040 0,067 0,053
2,0
80 40 60
0,010 0,041 0,024
0,015 0,043 0,028
0,044 0,070 0,056
0,045 0,069 0,056
2,4
80 40 60
0,013 0,047 0,031
0,018 0,049 0,034
0,046 0,076 0,062
0,048 0,075 0,062
80
0,020
0,025
0,053
0,055
74
ONDERAAN Voor het raamdetail onderaan speelt de Uf-waarde een prominentere rol dan voor het detail bovenaan. Dit is een gevolg van het bredere schrijnwerk onderaan: de zwakste schakel (grootste warmtedoorgangscoëfficiënt) wordt uitgebreid en duwt de isolatie weg. Grafiek 5.31: Raam in buitenvlak, onderaan – ψ-waarde i.f.v. de Uf-waarde
ψ-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50) 0,12
dikte isolatie B [mm]
ψ-waarde [W/mK]
0,10
40
0,08
y = -0,001x3 + 0,009x2 - 0,005x - 0,008
0,06
60
0,04
y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012
0,02
80 y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012
0,00 0
1 2 Uf-waarde [W/m²K]
3
Tabel 5.26: Raam in buitenvlak, onderaan – ψ-waarde i.f.v. Uf-waarde, isolatie B en muurisolatie
MUUR
Uf-WAARDE
ISOLATIE B 0,7 40 60
MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
0,041 0,024
0,051 0,036
0,047 0,033
0,057 0,044
1,4
80 40 60
0,012 0,066 0,051
0,025 0,076 0,062
0,023 0,072 0,059
0,036 0,082 0,070
1,8
80 40 60
0,040 0,084 0,069
0,058 0,093 0,081
0,051 0,090 0,078
0,063 0,100 0,089
2,0
80 40 60
0,059 0,093 0,079
0,072 0,102 0,090
0,070 0,099 0,087
0,082 0,109 0,098
2,4
80 40 60
0,069 0,113 0,099
0,082 0,122 0,110
0,079 0,119 0,108
0,092 0,129 0,119
80
0,090
0,103
0,100
0,113
75
5.1.11.2 Bevindingen omtrent de f-waarde BOVENAAN De variatie in de dikte van isolatie A heeft bijna geen impact op de f-waarde omdat die te ver verwijderd is van het zwakste punt in het detail: het houten profiel. De grens bepaald door de Uf-waarde wordt opnieuw benadrukt in tabel 5.27: al de details met een warmtedoorgangscoëfficiënt van 1,8 of meer voldoen niet aan de condensatie-eis. Grafiek 5.32: Raam in buitenvlak, bovenaan – f-waarde i.f.v. de Uf-waarde
f-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50) 0,850
Uf-waarde [W/m²K]
f-waarde [-]
0,800 0,750
0,7
0,700
1,4
0,650
1,8
0,600
2,0 2,4
0,550 0,500 40
60 dikte isolatie A [mm]
80
Tabel 5.27: Raam in buitenvlak, bovenaan – f-waarde i.f.v. Uf-waarde, isolatie A en muurisolatie
MUUR
Uf-WAARDE
ISOLATIE A 0,7 40 60
MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
0,809 0,819
0,807 0,819
0,809 0,819
0,807 0,819
1,4
80 40 60
0,821 0,710 0,714
0,820 0,710 0,714
0,821 0,710 0,714
0,820 0,710 0,714
1,8
80 40 60
0,716 0,655 0,659
0,716 0,655 0,659
0,716 0,655 0,659
0,716 0,655 0,659
2,0
80 40 60
0,661 0,629 0,633
0,661 0,629 0,633
0,661 0,629 0,633
0,661 0,629 0,633
2,4
80 40 60
0,635 0,578 0,582
0,635 0,578 0,581
0,635 0,578 0,582
0,635 0,578 0,581
80
0,583
0,583
0,583
0,583 76
ONDERAAN De simulaties van het raamdetail onderaan leiden tot dezelfde conclusies als bovenaan. Grafiek 5.33: Raam in buitenvlak, onderaan – f-waarde i.f.v. de Uf-waarde
f-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50) 0,850
Uf-waarde [W/m²K]
f-waarde [-]
0,800 0,750
0,7
0,700
1,4
0,650
1,8
0,600
2,0
2,4
0,550 0,500 40
60 dikte isolatie B [mm]
80
Tabel 5.28: Raam in buitenvlak, onderaan – f-waarde i.f.v. Uf-waarde, isolatie B en muurisolatie
MUUR
Uf-WAARDE
ISOLATIE B 0,7 40 60
MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
0,825 0,827
0,825 0,827
0,825 0,827
0,825 0,827
1,4
80 40 60
0,828 0,726 0,729
0,828 0,762 0,729
0,828 0,726 0,729
0,828 0,726 0,729
1,8
80 40 60
0,730 0,674 0,677
0,730 0,674 0,677
0,730 0,674 0,677
0,730 0,674 0,677
2,0
80 40 60
0,679 0,650 0,653
0,678 0,649 0,652
0,679 0,650 0,653
0,678 0,649 0,652
2,4
80 40 60
0,654 0,601 0,604
0,654 0,601 0,604
0,654 0,601 0,604
0,654 0,601 0,604
80
0,605
0,605
0,605
0,605
77
5.1.12 Raam – Uitspringend (hout) De detaillering van het uitspringend raam verloopt quasi gelijk met die van het raam in het buitenvlak. Dezelfde isolatiestroken zijn hier dan ook terug te vinden (figuur 5.13).
isolatie A
isolatie B
Figuur 5.13: Raam uitspringend, hout
5.1.12.1 Bevindingen omtrent de ψ-waarde BOVENAAN Er is een ongelijke verhouding te zien tussen de ligging van de functies in grafiek 5.34, al neemt de isolatie telkens 20mm toe. Hetzelfde effect was reeds terug te vinden in 5.1.10.1 bij de analyse van de ψ-waarde van het raam in het binnenvlak, maar deze keer is het verschil minder opvallend. Om een efficiënte dikte te voorzien voor isolatie A, kan er in dit geval best gekozen worden voor 60mm. Grafiek 5.34: Raam uitspringend hout, bovenaan – ψ-waarde i.f.v. de Uf-waarde
ψ-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50) ψ-waarde [W/mK]
0,14
dikte isolatie A [mm]
0,12
40
0,10
y = -0,001x3 + 0,009x2 - 0,005x - 0,008 60 y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012 80 y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012
0,08 0,06 0,04 0,02 0,00 0
1 2 Uf-waarde [W/m²K]
3
78
In het algemeen kan worden gesteld dat voor dit detail een isolatiestrook van 40mm niet voldoende is om de ψ-waarde onder 0,1 te houden (tabel 5.29). Tabel 5.29: Raam uitspringend hout, bovenaan – ψ-waarde i.f.v. Uf-waarde, isolatie A en muurisolatie
MUUR
Uf-WAARDE
ISOLATIE A 0,7 40 60
MNW50 0,115 0,069
MNW80 0,118 0,073
PUR50 0,141 0,097
PUR80 0,141 0,099
1,4
80 40 60
0,042 0,118 0,073
0,048 0,120 0,077
0,072 0,144 0,101
0,075 0,144 0,103
1,8
80 40 60
0,047 0,122 0,078
0,053 0,125 0,077
0,077 0,148 0,106
0,080 0,149 0,108
2,0
80 40 60
0,052 0,125 0,080
0,058 0,127 0,085
0,082 0,150 0,108
0,086 0,151 0,110
2,4
80 40 60
0,055 0,130 0,086
0,061 0,132 0,091
0,085 0,156 0,114
0,088 0,156 0,116
80
0,061
0,067
0,091
0,095
ONDERAAN Grafiek 5.35 toont steilere curven dan grafiek 5.34. De Uf-waarde heeft dus een grotere invloed op het detail onderaan dan op het detail bovenaan. Aangezien dezelfde detailopbouw is toegepast zoals in het raam in het buitenvlak, is ook hier het schrijnwerk breder onderaan en verklaart dit de grotere impact van de Uf-waarde. Grafiek 5.35: Raam uitspringend hout, onderaan – ψ-waarde i.f.v. de Uf-waarde
ψ-waarde [W/mK]
ψ-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50) 0,18 0,16 0,14 0,12 0,10 0,08 0,06 0,04 0,02 0,00
dikte isolatie B [mm] 40 y = -0,001x3 + 0,009x2 - 0,005x - 0,008 60 y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012 80 y = -0,001x3 + 0,008x2 - 0,004x - 0,012 0
1 2 Uf-waarde [W/m²K]
3
79
In tabel 5.30 wordt de grenswaarde van 0,1 bijna overal overschreden. Als we de vergelijking maken tussen de ψ-waarden van het raamdetail in het buitenvlak (tabel 5.25 en 5.26) en die van het uitspringend raam (tabel 5.29 en 5.30) zijn de verschillen zeer groot. Er treedt dus een enorm energieverlies op door het deel van de isolatiestroken dat buiten de muren valt. Tabel 5.30: Raam uitspringend hout, onderaan – ψ-waarde i.f.v. Uf-waarde, isolatie B en muurisolatie
MUUR
Uf-WAARDE
ISOLATIE B 0,7 40 60
MNW50 0,119 0,080
MNW80 0,129 0,092
PUR50 0,125 0,088
PUR80 0,136 0,100
1,4
80 40 60
0,055 0,143 0,105
0,068 0,153 0,117
0,065 0,149 0,114
0,079 0,160 0,125
1,8
80 40 60
0,081 0,160 0,123
0,095 0,170 0,135
0,092 0,166 0,132
0,105 0,177 0,144
2,0
80 40 60
0,100 0,169 0,133
0,113 0,179 0,144
0,110 0,175 0,141
0,124 0,186 0,153
2,4
80 40 60
0,109 0,188 0,153
0,123 0,198 0,164
0,120 0,195 0,161
0,133 0,205 0,173
80
0,129
0,143
0,140
0,153
5.1.12.2 Bevindingen omtrent de f-waarde BOVENAAN Al spelen de isolatiestroken in dit detail een belangrijke rol in het energieverlies, het komt nog steeds niet tot uiting in de f-waarde. Grafiek 5.36: Raam uitspringend hout, bovenaan – f-waarde i.f.v. de Uf-waarde
f-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50) 0,85
Uf-waarde [W/m²K]
f-waarde [-]
0,80 0,75
0,7
0,70
1,4
0,65
1,8
0,60
2,0
0,55
2,4
0,50 40
60 dikte isolatie A [mm]
80
80
De grens van 1,4 in de Uf-waarde is ondertussen geen verrassing meer en is terug te vinden in onderstaande tabel. Tabel 5.31: Raam uitspringend hout, bovenaan – f-waarde i.f.v. Uf-waarde, isolatie A en muurisolatie
MUUR MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
0,788 0,815
0,788 0,815
0,788 0,815
0,788 0,815
1,4
80 40 60
0,819 0,704 0,712
0,819 0,704 0,712
0,819 0,704 0,712
0,819 0,704 0,712
1,8
80 40 60
0,714 0,651 0,657
0,714 0,651 0,657
0,714 0,651 0,657
0,714 0,651 0,657
2,0
80 40 60
0,659 0,625 0,631
0,659 0,625 0,631
0,659 0,625 0,631
0,659 0,625 0,631
2,4
80 40 60
0,633 0,574 0,579
0,633 0,574 0,579
0,633 0,574 0,579
0,633 0,574 0,579
80
0,582
0,582
0,582
0,582
Uf-WAARDE
ISOLATIE A 0,7 40 60
ONDERAAN Het detail onderaan vertoont dezelfde tendens als bovenaan wat betreft de f-waarde. Grafiek 5.37: Raam uitspringend hout, onderaan – f-waarde i.f.v. de Uf-waarde
f-waarde ifv Uf-waarde (muurisolatie: MNW50) 0,85
Uf-waarde [W/m²K]
f-waarde [-]
0,80 0,75
0,7
0,70
1,4
0,65
1,8
0,60
2,0
0,55
2,4
0,50 40
60
80
dikte isolatie B [mm]
81
Tabel 5.32: Raam uitspringend hout, onderaan – f-waarde i.f.v. Uf-waarde, isolatie B en muurisolatie
Uf-WAARDE
MUUR MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
0,7
ISOLATIE B 40 60
0,821 0,824
0,821 0,824
0,821 0,824
0,821 0,824
1,4
80 40 60
0,826 0,719 0,724
0,826 0,719 0,724
0,826 0,719 0,724
0,826 0,719 0,724
1,8
80 40 60
0,727 0,667 0,672
0,727 0,667 0,672
0,727 0,667 0,672
0,727 0,667 0,672
2,0
80 40 60
0,675 0,642 0,647
0,675 0,642 0,647
0,675 0,642 0,647
0,675 0,642 0,647
2,4
80 40 60
0,650 0,593 0,598
0,650 0,593 0,598
0,650 0,593 0,598
0,650 0,593 0,598
80
0,601
0,601
0,601
0,601
82
5.1.13 Raam – Uitspringend (aluminium) De detaillering van een raam met een aluminiumprofiel is natuurlijk anders dan deze met een houten profiel, maar de twee isolatiestroken blijven aanwezig. Enkel de lengte verschilt zodat ze kunnen aansluiten op de koudebrugonderbreking in het profiel. isolatie A
isolatie B
Figuur 5.14: Raam uitspringend, aluminium
5.1.13.1 Bevindingen omtrent de ψ-waarde BOVENAAN De functies in grafiek 5.38 kunnen gezien worden als duo’s: die met dezelfde isolatiesoort in de muur vallen quasi samen. Minerale wol haalt voor dit detail lagere en dus betere resultaten dan polyurethaan. De reden van deze splitsing is mij niet duidelijk. Grafiek 5.38: Raam uitspringend aluminium, bovenaan – ψ-waarde i.f.v. isolatie A
ψ-waarde ifv isolatie A 0,14
muurisolatie
ψ-waarde [W/mK]
0,12
MNW 50 y = 2E-05x2 - 0,004x + 0,245 MNW 80 y = 2E-05x2 - 0,004x + 0,244 PUR 50 y = 2E-05x2 - 0,004x + 0,267 PUR 80 y = 2E-05x2 - 0,004x + 0,264
0,10 0,08 0,06 0,04 0,02 0,00 20
40
60 80 dikte isolatie A [mm]
100
83
Er worden grote sprongen in de ψ-waarde gemaakt als de dikte van isolatie A toeneemt. Tabel 5.33: Raam uitspringend aluminium, bovenaan – ψ-waarde i.f.v. isolatie A en muurisolatie
MUUR ISOLATIE A 40 60 80
MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
0,094 0,048 0,021
0,096 0,052 0,027
0,120 0,076 0,051
0,120 0,077 0,054
ONDERAAN Bij de onderkant van het het raamdetail vallen de duo’s uit elkaar en vinden we de ’normale’ volgorde terug van de curven, waarbij de muurisolatie een belangrijkere rol zal spelen als de dikte van isolatie B toeneemt. De ψ-waarden liggen hoger dan bovenaan en overschrijden vaker de grens van 0,1. Grafiek 5.39: Raam uitspringend aluminium, onderaan – ψ-waarde i.f.v. isolatie B
ψ-waarde ifv isolatie B 0,16
muurisolatie
ψ-waarde [W/mK]
0,14 MNW 50 0,12 0,10
y = 1E-05x2 - 0,003x + 0,221 MNW 80 y = 1E-05x2 - 0,003x + 0,233
0,08
PUR 50 y = 1E-05x2 - 0,002x + 0,223
0,06
PUR 80 y = 1E-05x2 - 0,002x + 0,236
0,04 20
40
60 80 dikte isolatie B [mm]
100
Tabel 5.34: Raam uitspringend aluminium, onderaan – ψ-waarde i.f.v. isolatie B en muurisolatie
MUUR ISOLATIE B 40 60 80
MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
0,124 0,092 0,071
0,136 0,105 0,086
0,131 0,101 0,082
0,143 0,114 0,096
84
5.1.13.2 Bevindingen omtrent de f-waarde BOVENAAN De f-waarde is overal gelijk ongeacht de muurisolatie. Zoals te verwachten, is het de dikte van de isolatiestrook die de f-waarde bepaalt en is die invloed significanter bij de sprong van 40 naar 60mm dan van 60 naar 80mm. Toch blijft de f-waarde overal onder 0,7 en zal er condensatie neerslaan op het profiel aangezien ook bij het aluminiumprofiel dit het koudste binnenoppervlak is (figuur 5.15). Om deze condensatie te vermijden zal niet alleen isolatie A van belang zijn, maar zal ook het profiel aangepast moeten worden.
Figuur 5.15: Raam uitspringend aluminium – thermische tekening Grafiek 5.40: Raam uitspringend aluminium, bovenaan – f-waarde i.f.v. muurisolatie
f-waarde ifv muurisolatie 0,676
dikte isolatie A [mm]
f-waarde [-]
0,674 0,672
40
0,670 0,668
60
0,666 0,664
80
0,662 0,660 0,658 0,656 MNW50
MNW80 PUR50 muurisolatie
PUR80
Tabel 5.35: Raam uitspringend aluminium, bovenaan – f-waarde i.f.v. isolatie A en muurisolatie
MUUR ISOLATIE A 40 60 80
MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
0,663 0,671 0,675
0,663 0,671 0,675
0,663 0,671 0,675
0,663 0,671 0,675 85
ONDERAAN Voor het detail onderaan kunnen dezelfde conclusies getrokken worden als bovenaan. Ook hier zal condensatie neerslaan op het profiel ongeacht de dikte van isolatie B of de samenstelling van de isolatie in de muur. Grafiek 5.41: Raam uitspringend aluminium, onderaan – f-waarde i.f.v. muurisolatie
f-waarde ifv muurisolatie 0,688
dikte isolatie B [mm]
f-waarde [-]
0,686 0,684
40
0,682
60
0,680
80
0,678 0,676 0,674 0,672 MNW50
MNW80 PUR50 muurisolatie
PUR80
Tabel 5.36: Raam uitspringend aluminium, onderaan – f-waarde i.f.v. isolatie B en muurisolatie
MUUR ISOLATIE B 40 60 80
MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
0,677 0,682 0,685
0,678 0,684 0,687
0,677 0,682 0,685
0,678 0,684 0,687
Vergelijken we de resultaten van het aluminiumprofiel met deze van het houten profiel kunnen we stellen dat het aluminiumprofiel altijd een lagere oppervlaktetemperatuur zal hebben en er dus sneller condensatie zal optreden. In het algemeen gezien ligt de ψ-waarde van het detail lager bij gebruik van het aluminiumprofiel. Als we concreet vergelijken zelfs veel lager aangezien de Uf-waarde van het aluminiumprofiel 2,333 bedraagt en we dus de ψ-waarde moeten vergelijken met het detail van een houten profiel met een Uf-waarde van 2,4.
86
5.2 Visuele benadering De simulatieprogramma’s voor de thermische berekeningen geven naast numerieke gegevens ook een visueel beeld van de warmtestroom in het detail. Hieronder worden de belangrijkste thermische verschillen van de details op een rij gezet.
5.2.1 Algemeen De invloed van een variërende dikte van een dak- of muurisolatie op de warmtestroom verschilt van detail tot detail. Als de zwakste schakel net in de dakisolatie ligt die aangepast wordt, kan dit een zeer gunstig effect hebben op de f-waarde; maar als het grootste deel van de warmte reeds verloren gaat langs een slecht ontworpen bouwknoop is bij-isoleren een verloren inspanning. In figuren 5.16 neemt de dikte van de dakisolatie telkens toe en heeft dit een uitgesproken gunstig effect. De dakisolatie is dan ook een cruciale factor wanneer de buitenzijde ingepakt wordt.
Figuur 5.16(a): Plat dak overkraging – buitenzijde ingepakt
Figuur 3.16(b): Plat dak overkraging – buitenzijde ingepakt
dakisolatie = 60mm
dakisolatie = 100mm
Figuur 5.16(c): Plat dak overkraging – buitenzijde ingepakt
Figuur 5.16(d): Plat dak overkraging – buitenzijde ingepakt
dakisolatie = 150mm
dakisolatie = 200mm
87
5.2.2 Plat dak – Standaard In de figuren 5.17 is bijna geen verschil op te merken tussen de 14°-lijn van de drie varianten met dezelfde randcondities. De condensatielijn stijgt lichtjes in het metselwerk van de dakopstand bij het detail met de opgetrokken isolatie en ligt nog iets hoger bij het geïsoleerd metselwerk. Dit komt overeen met de numerieke gegevens van de f-waarde uit 5.1.2 en bijlage B. Zowel bij het traditioneel als bij het isolerend metselwerk heeft de warmteverdeling dezelfde vorm; enkel als de isolatie opgetrokken wordt, liggen de isothermen hoger en horizontaal.
Figuur 5.17(a): Plat dak standaard – geen extra maatregelen
Figuur 5.17(b): Plat dak standaard – isolatie opgetrokken
Figuur 5.17(c): Plat dak standaard – geïsoleerd metselwerk
88
5.2.3 Plat dak – Overkraging
Figuur 5.18(a): Plat dak overkraging – zonder extra maatregelen
Figuur 5.18(c): Plat dak overkraging – met koudebrugonderbreking tot in hellingsbeton
Figuur 5.18(e): Plat dak overkraging – binnen ingepakt met isolerend metselwerk
Figuur 5.18(b): Plat dak overkraging – met koudebrugonderbreking
Figuur 5.18(d): Plat dak overkraging – binnen ingepakt
Figuur 5.18(f): Plat dak overkraging – buiten ingepakt
89
De verschillen tussen deze varianten zijn veel duidelijker. Als er geen extra maatregelen worden getroffen, zien we dat er een kritisch condensatiepunt wordt gevormd in de binnenhoek en dat er een groot energieverlies is doorheen het beton. Wordt er een koudebrugonderbreking voorzien, dan is de isolatie continu en volgt de condensatielijn nauwgezet de binnenkant ervan. Het doortrekken van deze isolatie tot in het hellingsbeton heeft bijna geen gevolgen; plaatselijk zijn er wel verschillen op te merken in de isothermen, maar ze geven nauwelijks temperatuursveranderingen op het binnenoppervlak. Het inpakken van de binnenzijde brengt geen condensatie met zich mee, maar zorgt voor een grote temperatuursval in het gewapend beton. Het toevoegen van geïsoleerd metselwerk om de continuïteit van de isolatie te vergroten heeft opnieuw weinig invloed. Als de buitenzijde ingepakt wordt, is er zeker geen gevaar voor condensatie en zien we een zeer geleidelijke temperatuursovergang in het beton.
90
5.2.4 Plat dak – Overkraging met schrijnwerk De figuren 5.19 spreken voor zich: Variant (a) is geen optie met een oppervlaktetemperatuur tot 8°C in de hoek. Variant (b)voldoet aan al de eisen en draagt als enige de voorkeur. Variant (c) is niet aan te raden, maar kan toegepast worden indien er geen andere mogelijkheid is.
Figuur 5.19(a): Plat dak overkraging met schrijnwerk – geen extra maatregelen
Figuur 5.19(b): Plat dak overkraging met schrijnwerk – met koudebrugonderbreking
Figuur 5.19(c): Plat dak overkraging met schrijnwerk – buiten ingepakt
91
5.2.5 Hellend dak – Algemeen Bij het standaard detail en deel 2 van het dakgoot- en bakgoot-detail is het niet mogelijk de thermische tekeningen weer te geven. Er kunnen dus ook geen volledige vergelijkingen gemaakt worden voor het hellend dak. Uit de figuren die wel ter beschikking zijn, zien we dat hout het zwakste punt vormt in de details, al wordt het vaak gebruikt als structureel element om koudebruggen te vermijden. Bij het dakgoot- en bakgoot-detail stijgt de 14°-lijn wel in het hout, maar dat is een gevolg van de isolatie die erop ligt (figuren 5.20(c) en (d)). Voor de dwarsdoorsnede wordt nu de significantie duidelijk van de hoekisolatie. Indien het metselwerk wordt doorgetrokken tot aan het onderdak en er dus geen isolatie geplaatst wordt (figuur 5.20(b)), dreigt er oppervlaktecondensatie in de hoek plaats te vinden.
Figuur 5.20(a): Hellend dak – dwarsdoorsnede, hoekisolatie: 150mm
Figuur 5.20(c): Hellend dak – verholen dakgoot
Figuur 5.20(b): Hellend dak – dwardoorsnede, hoekisolatie: geen
Figuur 5.20(d): Hellend dak - bakgoot
92
5.2.6 Raam – Algemeen
Figuur 5.21(a): Raam standaard
Figuur 5.21(b): Raam in binnenvlak
Figuur 5.21(d) Raam uitspringend (hout)
Figuur 5.21(c): Raam in buitenvlak
Figuur 5.21(e) Raam uitspringend (aluminium)
93
De condensatielijnen bij de raamdetails grenzen allemaal zeer dicht bij de rand, enkel bij het aluminiumprofiel gaan ze er duidelijk over. Door het raam naar binnen te brengen, wordt de koude mee naar binnen gezogen. Dit is zichtbaar aan de lichtere kleuren die nergens zo ver doordringen als in figuur 5.21(b). Bij het naar buiten brengen van het raam worden de isothermen zeer dicht bij elkaar gedrukt (figuur 5.21(d)); de warmtegeleidingscoëfficiënten van het profiel en de isolatie zijn dan zeer belangrijk. Als we figuren 5.21(d) en (e) vergelijken zijn er duidelijke verschillen op te merken aan de warmtestroom in het profiel, maar deze dringen niet volledig door tot in de rest van het detail.
94
Hoofdstuk 6: Besluit Om elk detail te optimaliseren is dezelfde werkwijze terug te vinden: het zwakste punt vinden en dat verbeteren. Dat zwakste punt zal ofwel in de muur of het dak liggen ofwel in de manier waarop de bouwknoop ontworpen is. In de wetgeving worden eisen opgelegd aan de U-waarde om de warmtestroom via de scheidende delen te beperken. Als daar aan voldaan is, zal het probleem zich meestal in de bouwknoop zelf situeren. Het is belangrijk dat daar genoeg aandacht aan besteed wordt, zodat er niet nutteloos geïnvesteerd wordt in het bijplaatsen van isolatie. De markt speelt ondertussen ook goed in op de nood aan nieuwe oplossingen in de bouwknopen. Specifiek voor de behandelde details is er de koudebrugonderbreking voor balkons en overkragingen of de extra aandacht voor goed isolerende beglazingen en raamprofielen. De lineaire warmtedoorgangcoëfficiënt die wordt gehanteerd om te bepalen of een detail voldoende geïsoleerd is, moet soms in zijn context geplaatst worden om geen verkeerde conclusies te trekken. Zo kan een detail dat aan de eisen voldoet, een ψ-waarde bekomen die tot boven het maximum stijgt als het dak extra geïsoleerd wordt, terwijl er eigenlijk minder energie verloren gaat. Als details onderling vergeleken worden kan de ψ-waarde dus best bekeken worden in combinatie met het totale warmteverlies Q, van dat detail; maar als het slechts om één detail gaat of geen gerelateerde details, is die vergelijking niet meer mogelijk aangezien Q voornamelijk afhangt van de afmetingen die het detail heeft. De f-waarde is wel eenduidig opgesteld om het koudste punt van het detail te bepalen, maar men mag daarbij niet vergeten dat het geen uitspraak doet over de rest van het binnenoppervlak.
95
Referenties
Syllabi [1] Inleiding tot de bouwtechniek en bouwstructuren, Prof. Dirk De Meester [2] Bouwtechnische aspecten van de bouwhuid, Prof. Jan Moens [3] Bouwfysische aspecten van gebouwen, Prof. Arnold Janssens
Scripties [1] D. DELVAEL, Onderzoek naar hedendaagse detaillering: hellende daken, (2005). [2] K. DE NORRE & D. LELOUP, Onderzoek naar systematieken in hedendaagse raamaansluitingen,(2006). [3] F. VAN RENTERGHEM, Onderzoek naar hedendaagse detaillering: haalbaarheid van raamaansluitingen in het vlak, (2007).
Literatuur [1] A. JANSSENS, Bouwdetails: ontwerpcriteria en invloed op warmteverliezen, (2006). [2] B. VANDERMARCKE, Koudebruggen: een praktische theoretische benadering, (2006). [3] A. JANSSENS, Development of limits for the linear thermal transmittance of thermal bridges in buildings.
Literatuur uit de wetgeving [1] Europese Richtlijn 2002/91/EG [2] Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen, (11 maart 2005). [3] NBN B62 – 002, Thermische prestaties van gebouwen – Berkening van de warmtedoorgangscoëfficiënten van gebouwcompinenten en gebouwelementen – Berekening van de warmteoverdrachtscoëfficiënten door transmissie en ventilatie, (2006). [4] EPB Bijlage III, Maximaal toelaatbare U-waarden of minimaal te realiseren R-waarden [5] TV 186, Daken met tegelpannen: opbouw en uitvoering [6] TV 188, Plaatsen van buitenschrijnwerk [7] TV 191, Het platte dak: aansluitingen en afwerking [8] TV 199, Binnenbepleisteringen deel I [9] TV 201, Binnenbepleisteringen deel II [10] TV 202, Daken met betonpannen: opbouw en uitvoering [11] TV 209, Buitenbepleistering [12] TV 215, Het platte dak: opbouw, materialen, uitvoering, onderhoud
Websites www.energiesparen.be www.halfen.be www.schöck.nl www.sbr.nl
96
Bijlage A: Details
1) Plat dak – Standaard (a) Geen extra maatregelen (b) Isolatie opgetrokken (c) Geïsoleerd metselwerk 2) Plat dak – In overkraging (a) Geen extra maatregelen (b) Met koudebrugonderbreking (c) Met koudebrugonderbreking tot in het hellingsbeton (d) Binnen ingepakt (e) Binnen ingepakt en geïsoleerd metselwerk (f) Buiten ingepakt 3) Plat dak – In overkraging met schrijnwerk (a) Geen extra maatregelen (b) Met koudebrugonderbreking (c) Buiten ingepakt 4) Hellend dak – Standaard 5) Hellend dak – Dwarsdoorsnede 6) Hellend dak – Verholen dakgoot 7) Hellend dak – Bakgoot 8) Raam – Standaard 9) Raam – In binnenvlak 10) Raam – In buitenvlak 11) Raam – Uitspringend (hout) 12) Raam – Uitspringend (aluminium)
Bijlage B: overzichtstabellen Plat dak overkraging, geen extra maatregelen:
Plat dak overkraging, geen extra maatregelen:
ψ-waarde ifv dak- en muurisolatie
f-waarde ifv dak- en muurisolatie
MUUR
MUUR MNW50 MNW80 PUR50 PUR80
0,358
0,373
0,404
0,412
MNW 60
0,633
0,647
0,636
0,650
80
0,390
0,409
0,438
0,450
80
0,642
0,656
0,645
0,659
100
0,410
0,433
0,461
0,475
100
0,647
0,662
0,650
0,665
150
0,430
0,461
0,486
0,508
150
0,656
0,671
0,659
0,674
200
200
0,431
0,469
0,492
0,520
0,661
0,676
0,664
0,679
PUR 60
0,413
0,430
0,459
0,469
PUR 60
0,644
0,659
0,647
0,661
80
0,439
0,460
0,487
0,499
80
0,651
0,666
0,654
0,668
100
0,452
0,476
0,502
0,518
100
0,655
0,671
0,658
0,673
150
0,461
0,493
0,516
0,539
150
0,662
0,678
0,665
0,680
200
200
0,455
0,494
0,516
0,545
0,665
0,681
0,668
0,684
XPSi 60
0,386
0,403
0,432
0,441
XPSi 60
0,639
0,653
0,642
0,656
80
0,414
0,435
0,462
0,475
80
0,646
0,661
0,649
0,664
100
0,431
0,455
0,482
0,497
100
0,652
0,667
0,654
0,669
150
0,447
0,478
0,502
0,525
150
0,659
0,674
0,662
0,677
200
200
DAK
DAK
MNW50 MNW80 PUR50 PUR80 MNW 60
0,444
0,482
0,505
0,533
0,663
0,679
0,666
0,681
XPSe 60
0,334
0,346
0,378
0,385
XPSe 60
0,628
0,642
0,631
0,644
80
0,368
0,387
0,417
0,428
80
0,637
0,651
0,640
0,654
100
0,388
0,413
0,441
0,455
100
0,643
0,658
0,646
0,660
150
0,414
0,445
0,470
0,491
150
0,653
0,668
0,656
0,670
200
200
0,418
0,456
0,479
0,507
0,658
0,673
0,661
0,676
EPS 60
0,361
0,368
0,407
0,416
EPS 60
0,634
0,648
0,637
0,651
80
0,394
0,414
0,442
0,454
80
0,642
0,657
0,645
0,659
100
0,412
0,436
0,463
0,478
100
0,648
0,663
0,651
0,665
150
0,433
0,464
0,488
0,510
150
0,656
0,672
0,659
0,674
200
0,433
0,471
0,494
0,522
200
0,661
0,676
0,664
0,679
Plat dak overkraging, met koudebrugonderbreking:
Plat dak overkraging, met koudebrugonderbreking:
ψ-waarde ifv dak- en muurisolatie
f-waarde ifv dak- en muurisolatie
MUUR
MUUR MNW50 MNW80 PUR50 PUR80
-0,135
-0,109
-0,101 -0,080
MNW 60
0,823
0,833
0,831
0,839
80
-0,122
-0,090
-0,086 -0,060
80
0,838
0,848
0,846
0,854
100
-0,114
-0,078
-0,076 -0,047
100
0,849
0,859
0,856
0,865
150
-0,112
-0,068
-0,070 -0,033
150
0,864
0,874
0,872
0,881
200
-0,122
-0,070
-0,074 -0,030
200
0,873
0,883
0,880
0,916
PUR 60
-0,105
-0,075
-0,071 -0,047
PUR 60
0,843
0,853
0,851
0,859
80
-0,094
-0,061
-0,059 -0,031
80
0,856
0,866
0,897
0,872
100
-0,091
-0,054
-0,054 -0,023
100
0,864
0,874
0,872
0,881
150
-0,097
-0,052
-0,055 -0,016
150
0,876
0,887
0,884
0,893
200
-0,110
-0,057
-0,063 -0,018
200
0,882
0,893
0,890
0,900
XPSi 60
-0,120
-0,092
-0,086 -0,063
XPSi 60
0,834
0,843
0,841
0,849
80
-0,108
-0,076
-0,073 -0,046
80
0,847
0,857
0,855
0,864
100
-0,105
-0,066
-0,065 -0,035
100
0,857
0,867
0,864
0,873
150
-0,104
-0,059
-0,062 -0,024
150
0,870
0,881
0,878
0,887
200
-0,116
-0,064
-0,068 -0,024
200
0,878
0,888
0,886
0,920
XPSe 60
-0,151
-0,125
-0,116 -0,096
XPSe 60
0,814
0,824
0,821
0,829
80
-0,133
-0,103
-0,097 -0,072
80
0,830
0,840
0,837
0,846
100
-0,124
-0,090
-0,087 -0,058
100
0,841
0,851
0,849
0,857
150
-0,121
-0,078
-0,078 -0,042
150
0,858
0,868
0,866
0,875
200
-0,128
-0,077
-0,080 -0,037
200
0,868
0,878
0,875
0,884
EPS 60
-0,134
-0,107
-0,100 -0,078
EPS 60
0,825
0,834
0,832
0,840
80
-0,119
-0,087
-0,083 -0,057
80
0,840
0,849
0,847
0,856
100
-0,113
-0,077
-0,075 -0,046
100
0,850
0,860
0,857
0,866
150
-0,111
-0,067
-0,068 -0,031
150
0,865
0,875
0,873
0,882
200
-0,121
-0,069
-0,073 -0,029
200
0,873
0,884
0,881
0,890
DAK
DAK
MNW50 MNW80 PUR50 PUR80 MNW 60
Plat dak overkraging, met koudebrugonderbreking tot in HB:
Plat dak overkraging, met koudebrugonderbreking tot in HB:
ψ-waarde ifv dak- en muurisolatie
f-waarde ifv dak- en muurisolatie
MNW 60
MUUR
MNW50 MNW80 PUR50 PUR80
MNW50 MNW80 PUR50 PUR80
-0,156
-0,130
-0,123 -0,102
MNW 60
0,831
0,841
0,839
0,847
80
-0,143
-0,113
-0,108 -0,083
80
0,847
0,857
0,854
0,863
100
-0,136
-0,101
-0,099 -0,070
100
0,857
0,868
0,865
0,874
150
-0,135
-0,092
-0,094 -0,057
150
0,873
0,884
0,881
0,890
200
-0,146
-0,095
-0,099 -0,055
200
0,882
0,893
0,890
0,899
-0,127
-0,098
-0,094 -0,071
PUR 60
0,852
0,862
0,860
0,869
PUR 60
80
-0,117
-0,085
-0,083 -0,056
80
0,865
0,875
0,873
0,882
100
-0,115
-0,079
-0,079 -0,048
100
0,873
0,884
0,881
0,890
150
-0,122
-0,077
-0,080 -0,042
150
0,886
0,896
0,894
0,903
200
-0,135
-0,083
-0,089 -0,044
200
0,892
0,903
0,900
0,910
-0,141
-0,114
-0,108 -0,086
XPSi 60
0,842
0,852
0,850
0,858
80
0,856
0,866
0,864
0,873
100
0,866
0,876
0,873
0,883
XPSi 60 80
-0,130
-0,099
-0,096 -0,069
100
-0,126
-0,090
-0,089 -0,059
150
-0,128
-0,084
-0,086 -0,049
150
0,880
0,890
0,888
0,897
200
-0,140
-0,089
-0,093 -0,049
200
0,887
0,898
0,895
0,905
-0,171
-0,146
-0,137 -0,117
XPSe 60
0,822
0,832
0,829
0,838
XPSe 60
DAK
DAK
MUUR
80
-0,154
-0,125
-0,119 -0,095
80
0,838
0,848
0,846
0,854
100
-0,146
-0,112
-0,109 -0,081
100
0,850
0,860
0,857
0,866
150
-0,143
-0,101
-0,101 -0,066
150
0,867
0,877
0,875
0,884
200
-0,151
-0,101
-0,104 -0,061
200
0,877
0,887
0,885
0,894
-0,155
-0,128
-0,121 -0,100
EPS 60
0,833
0,843
0,840
0,849
EPS 60 80
-0,141
-0,110
-0,105 -0,080
80
0,848
0,858
0,856
0,865
100
-0,135
-0,100
-0,098 -0,069
100
0,858
0,869
0,866
0,875
150
-0,134
-0,091
-0,092 -0,056
150
0,874
0,885
0,882
0,891
200
-0,145
-0,094
-0,098 -0,054
200
0,883
0,893
0,891
0,900
Plat dak overkraging, binnen ingepakt:
Plat dak overkraging, binnen ingepakt:
ψ-waarde ifv dak- en muurisolatie
f-waarde ifv dak- en muurisolatie MUUR
MUUR
MNW50 MNW80 PUR50 PUR80
0,000
0,047
0,050
0,089
MNW 60
0,715
0,726
0,721
0,732
80
0,009
0,061
0,063
0,106
80
0,719
0,731
0,725
0,736
100
0,010
0,068
0,069
0,117
100
0,722
0,734
0,728
0,739
150
0,028
0,093
0,092
0,146
150
0,726
0,739
0,733
0,745
200
0,031
0,102
0,100
0,159
200
0,729
0,742
0,736
0,748
PUR 60
0,013
0,063
0,063
0,105
PUR 60
0,718
0,729
0,724
0,735
80
0,016
0,072
0,070
0,117
80
0,721
0,733
0,728
0,738
100
0,015
0,075
0,073
0,124
100
0,723
0,735
0,730
0,741
150
0,023
0,091
0,087
0,144
150
0,727
0,739
0,734
0,745
200
0,021
0,095
0,090
0,152
200
0,729
0,742
0,736
0,747
XPSi 60
0,006
0,055
0,056
0,097
XPSi 60
0,717
0,728
0,723
0,733
80
0,012
0,066
0,066
0,111
80
0,720
0,732
0,727
0,738
100
0,013
0,073
0,072
0,121
100
0,723
0,735
0,729
0,740
150
0,026
0,092
0,090
0,145
150
0,727
0,739
0,734
0,745
200
0,027
0,099
0,095
0,157
200
0,729
0,742
0,736
0,748
XPSe 60
-0,020
0,029
0,030
0,070
XPSe 60
0,712
0,718
0,718
0,728
80
-0,017
0,044
0,037
0,082
80
0,713
0,727
0,722
0,733
100
-0,018
0,042
0,041
0,090
100
0,719
0,730
0,725
0,736
150
-0,006
0,060
0,058
0,113
150
0,723
0,736
0,730
0,741
200
-0,004
0,069
0,065
0,126
200
0,726
0,739
0,733
0,744
EPS 60
0,001
0,049
0,051
0,090
EPS 60
0,715
0,726
0,722
0,732
80
0,009
0,062
0,063
0,107
80
0,719
0,731
0,726
0,736
100
0,011
0,069
0,069
0,118
100
0,722
0,734
0,728
0,740
150
0,027
0,092
0,091
0,145
150
0,727
0,739
0,733
0,745
200
0,030
0,101
0,099
0,159
200
0,729
0,742
0,736
0,748
DAK
DAK
MNW50 MNW80 PUR50 PUR80 MNW 60
Plat dak overkraging, binnen ingepakt met geïsoleerd metselwerk:
Plat dak overkraging, binnen ingepakt met geïsoleerd metselwerk:
ψ-waarde ifv dak- en muurisolatie
f-waarde ifv dak- en muurisolatie
MNW50 MNW80 PUR50 PUR80
MNW50 MNW80 PUR50 PUR80
-0,061
-0,014
-0,011 0,027
80
-0,051
0,002
0,004
0,047
80
0,775
0,785
0,780
0,789
100
-0,048
0,011
0,011
0,059
100
0,777
0,787
0,782
0,792
150
-0,028
0,038
0,036
0,090
150
0,781
0,791
0,786
0,796
200
-0,024
0,048
0,045
0,105
200
0,783
0,793
0,788
0,798
-0,052
-0,001
-0,001 0,041
0,778
0,787
0,783
0,792
80
-0,047
0,009
0,008
0,054
80
0,780
0,790
0,786
0,795
100
-0,047
0,014
0,012
0,063
100
0,782
0,792
0,787
0,796
150
-0,037
0,032
0,027
0,084
150
0,785
0,795
0,790
0,799
200
-0,038
0,037
0,031
0,094
200
0,786
0,796
0,791
0,801
-0,057
-0,007
-0,006 0,034
0,776
0,784
0,781
0,789
80
-0,049
0,005
0,005
0,050
100
-0,046
0,013
0,012
0,062
150
-0,031
0,035
0,032
200
-0,030
0,043
0,039
-0,085
-0,036
-0,035 0,005
XPSe 60
PUR 60
XPSi 60 DAK
MUUR
XPSe 60
MNW 60
PUR 60
XPSi 60
0,772
0,781
0,777
0,786
80
0,778
0,788
0,783
0,792
100
0,777
0,790
0,785
0,794
0,088
150
0,783
0,793
0,788
0,798
0,100
200
0,785
0,795
0,790
0,800
0,772
0,781
0,777
0,785
DAK
MNW 60
MUUR
80
-0,080
-0,026
-0,026 0,019
80
0,775
0,784
0,780
0,789
100
-0,080
-0,020
-0,021 0,028
100
0,777
0,786
0,782
0,791
150
-0,065
0,001
-0,001 0,054
150
0,780
0,790
0,786
0,795
200
-0,062
0,011
0,007
200
0,782
0,793
0,788
0,797
-0,060
-0,013
-0,010 0,029
0,773
0,782
0,778
0,786
80
-0,051
0,003
0,004
0,047
80
0,775
0,785
0,781
0,790
100
-0,047
0,011
0,011
0,060
100
0,778
0,788
0,783
0,792
150
-0,029
0,036
0,035
0,089
150
0,781
0,791
0,786
0,796
200
-0,025
0,047
0,044
0,104
200
0,783
0,794
0,788
0,798
EPS 60
0,068
EPS 60
Plat dak overkraging, buiten ingepakt:
Plat dak overkraging, buiten ingepakt:
ψ-waarde ifv dak- en muurisolatie
f-waarde ifv dak- en muurisolatie MUUR
MUUR
MNW50 MNW80 PUR50 PUR80
0,126
0,171
0,168
0,206
MNW 60
0,720
0,728
0,725
0,731
80
0,131
0,181
0,184
0,220
80
0,735
0,742
0,735
0,746
100
0,130
0,188
0,180
0,231
100
0,745
0,751
0,749
0,755
150
0,131
0,196
0,189
0,244
150
0,760
0,767
0,764
0,771
200
0,121
0,192
0,183
0,244
200
0,769
0,776
0,773
0,779
PUR 60
0,144
0,189
0,186
0,224
PUR 60
0,745
0,752
0,749
0,756
80
0,144
0,194
0,190
0,232
80
0,758
0,765
0,762
0,769
100
0,137
0,195
0,187
0,237
100
0,766
0,773
0,771
0,777
150
0,128
0,193
0,184
0,240
150
0,779
0,786
0,783
0,790
200
0,113
0,185
0,175
0,236
200
0,786
0,793
0,790
0,797
XPSi 60
0,135
0,180
0,178
0,216
XPSi 60
0,733
0,740
0,737
0,744
80
0,138
0,187
0,184
0,226
80
0,746
0,754
0,751
0,758
100
0,133
0,191
0,173
0,234
100
0,756
0,763
0,760
0,766
150
0,130
0,195
0,187
0,243
150
0,770
0,777
0,774
0,780
200
0,117
0,189
0,179
0,240
200
0,778
0,785
0,782
0,788
XPSe 60
0,115
0,160
0,158
0,196
XPSe 60
0,709
0,717
0,714
0,720
80
0,125
0,175
0,170
0,214
80
0,724
0,732
0,729
0,736
100
0,125
0,184
0,176
0,228
100
0,735
0,742
0,739
0,745
150
0,131
0,195
0,188
0,243
150
0,751
0,758
0,755
0,762
200
0,104
0,176
0,166
0,227
200
0,768
0,775
0,772
0,778
EPS 60
0,127
0,171
0,169
0,207
EPS 60
0,722
0,729
0,726
0,733
80
0,133
0,183
0,179
0,221
80
0,736
0,744
0,741
0,748
100
0,130
0,188
0,180
0,231
100
0,746
0,753
0,751
0,756
150
0,131
0,196
0,189
0,244
150
0,762
0,769
0,765
0,772
200
0,121
0,192
0,183
0,243
200
0,770
0,777
0,774
0,781
DAK
DAK
MNW50 MNW80 PUR50 PUR80 MNW 60
Plat dak + schrijnwerk, geen extra maatregelen:
ψ-waarde ifv dakisolatie en Uf-waarde
DAK
Uf-WAARDE 0,7
1,4
1,8
2,0
2,4
MNW 60
0,673
0,424
0,279
0,205
0,057
80
0,686
0,273
0,269
0,192
0,035
100
0,692
0,414
0,253
0,171
0,007
150
0,687
0,374
0,193
0,101
-0,083
200
0,669
0,321
0,120
0,018
-0,186
PUR 60
0,709
0,459
0,301
0,240
0,092
80
0,718
0,455
0,301
0,224
0,068
100
0,720
0,442
0,280
0,199
0,035
150
0,707
0,394
0,213
0,121
-0,063
200
0,685
0,338
0,136
0,035
-0,170
XPSi 60
0,691
0,442
0,296
0,223
0,075
80
0,702
0,439
0,285
0,208
0,052
100
0,706
0,428
0,267
0,185
0,021
150
0,698
0,385
0,204
0,112
-0,072
200
0,678
0,330
0,128
0,027
-0,177
XPSe 60
0,656
0,407
0,262
0,188
0,040
80
0,672
0,409
0,255
0,178
0,022
100
0,679
0,402
0,240
0,159
-0,006
150
0,676
0,364
0,182
0,091
-0,094
200
0,661
0,313
0,112
0,010
-0,194
EPS 60
0,675
0,426
0,281
0,207
0,059
80
0,689
0,426
0,272
0,195
0,038
100
0,693
0,416
0,254
0,173
0,009
150
0,689
0,376
0,195
0,103
-0,081
200
0,670
0,323
0,121
0,020
-0,185
Plat dak + schrijnwerk, geen extra maatregelen:
f-waarde ifv dakisolatie en Uf-waarde
DAK
Uf-WAARDE 0,7
1,4
1,8
2,0
2,4
MNW 60
0,414
0,415
0,415
0,415
0,416
80
0,420
0,421
0,421
0,421
0,422
100
0,424
0,425
0,425
0,426
0,426
150
0,430
0,431
0,431
0,432
0,432
200
0,433
0,434
0,435
0,435
0,435
PUR 60
0,421
0,423
0,424
0,423
0,424
80
0,426
0,427
0,428
0,428
0,428
100
0,429
0,431
0,431
0,431
0,432
150
0,434
0,435
0,436
0,436
0,436
200
0,437
0,438
0,438
0,438
0,439
XPSi 60
0,418
0,419
0,419
0,419
0,420
80
0,423
0,424
0,425
0,425
0,425
100
0,427
0,428
0,428
0,429
0,429
150
0,432
0,433
0,434
0,434
0,434
200
0,435
0,436
0,437
0,437
0,437
XPSe 60
0,410
0,411
0,412
0,412
0,412
80
0,416
0,418
0,418
0,418
0,419
100
0,421
0,422
0,422
0,423
0,423
150
0,428
0,429
0,429
0,429
0,430
200
0,431
0,432
0,433
0,433
0,434
EPS 60
0,414
0,415
0,416
0,416
0,416
80
0,420
0,421
0,422
0,422
0,422
100
0,424
0,425
0,426
0,426
0,426
150
0,430
0,431
0,432
0,432
0,432
200
0,433
0,435
0,435
0,435
0,436
Plat dak + schrijnwerk, met koudebrugonderbreking: ψ-waarde ifv dakisolatie en Uf-waarde
DAK
Uf-WAARDE 0,7
1,4
1,8
2,0
2,4
MNW 60
-0,132
-0,382
-0,527
-0,601
-0,749
80
-0,138
-0,402
-0,555
-0,633
-0,789
100 -0,145
-0,422
-0,584
-0,665
-0,830
150 -0,168
-0,481
-0,662
-0,754
-0,938
200 -0,196
-0,544
-0,745
-0,847
-1,051
PUR 60
-0,122
-0,371
-0,517
-0,590
-0,739
80
-0,128
-0,391
-0,545
-0,622
-0,779
100 -0,137
-0,414
-0,576
-0,657
-0,822
150 -0,164
-0,476
-0,658
-0,749
-0,933
200 -0,193
-0,540
-0,742
-0,843
-1,048
XPSi 60
-0,127
-0,377
-0,522
-0,596
-0,744
80
-0,133
-0,397
-0,550
-0,628
-0,784
100 -0,141
-0,419
-0,580
-0,662
-0,826
150 -0,166
-0,478
-0,660
-0,751
-0,935
200 -0,195
-0,542
-0,744
-0,845
-1,049
XPSe 60
-0,137
-0,387
-0,532
-0,606
-0,754
80
-0,141
-0,405
-0,558
-0,636
-0,792
100 -0,148
-0,426
-0,587
-0,669
-0,833
150 -0,172
-0,484
-0,666
-0,757
-0,941
200 -0,198
-0,546
-0,747
-0,849
-1,053
EPS 60
-0,132
-0,381
-0,527
-0,600
-0,748
80
-0,137
-0,400
-0,554
-0,631
-0,787
100 -0,145
-0,422
-0,584
-0,665
-0,829
150 -0,168
-0,480
-0,662
-0,753
-0,938
200 -0,196
-0,543
-0,745
-0,846
-1,051
Plat dak + schrijnwerk, met koudebrugonderbreking: f-waarde ifv dakisolatie en Uf-waarde
DAK
Uf-WAARDE 0,7
1,4
1,8
2,0
2,4
MNW 60
0,844
0,816
0,785
0,771
0,747
80
0,850
0,816
0,785
0,771
0,747
100
0,855
0,817
0,785
0,772
0,747
150
0,861
0,817
0,785
0,772
0,748
200
0,865
0,817
0,786
0,772
0,748
PUR 60
0,852
0,817
0,785
0,771
0,747
80
0,858
0,817
0,785
0,772
0,748
100
0,861
0,817
0,785
0,772
0,748
150
0,866
0,817
0,786
0,772
0,748
200
0,869
0,817
0,786
0,772
0,748
XPSi 60
0,848
0,816
0,785
0,771
0,747
80
0,854
0,817
0,785
0,772
0,747
100
0,858
0,817
0,785
0,772
0,748
150
0,864
0,817
0,786
0,772
0,748
200
0,867
0,817
0,786
0,772
0,748
XPSe 60
0,840
0,816
0,785
0,771
0,747
80
0,847
0,816
0,785
0,771
0,747
100
0,851
0,816
0,785
0,771
0,747
150
0,859
0,817
0,785
0,772
0,748
200
0,863
0,817
0,786
0,772
0,748
EPS 60
0,844
0,816
0,785
0,771
0,747
80
0,851
0,816
0,785
0,771
0,747
100
0,855
0,817
0,785
0,772
0,747
150
0,861
0,817
0,785
0,772
0,748
200
0,865
0,817
0,786
0,772
0,748
Plat dak + schrijnwerk, buiten ingepakt: ψ-waarde ifv dakisolatie en Uf-waarde Uf-WAARDE
DAK
0,7
1,4
1,8
2,0
2,4
MNW 60
0,254 -0,006
-0,157
-0,233
-0,386
80
0,246 -0,028
-0,187
-0,267
-0,428
100 0,238 -0,050
-0,217
-0,301
-0,470
150 0,211 -0,112
-0,299
-0,393
-0,583
200 0,180 -0,178
-0,385
-0,489
-0,698
PUR 60
0,244 -0,016
-0,167
-0,243
-0,397
80
0,235 -0,039
-0,198
-0,278
-0,440
100 0,224 -0,064
-0,231
-0,315
-0,485
150 0,194 -0,130
-0,317
-0,411
-0,601
200 0,162 -0,197
-0,404
-0,508
-0,718
XPSi 60
0,249 -0,011
-0,162
-0,238
-0,391
80
0,240 -0,034
-0,193
-0,273
-0,434
100 0,230 -0,058
-0,225
-0,309
-0,478
150 0,202 -0,121
-0,308
-0,402
-0,592
200 0,171 -0,187
-0,395
-0,499
-0,708
XPSe 60
0,257 -0,002
-0,153
-0,229
-0,382
80
0,252 -0,022
-0,180
-0,260
-0,421
100 0,244 -0,044
-0,211
-0,295
-0,464
150 0,218 -0,105
-0,292
-0,386
-0,575
200 0,189 -0,169
-0,376
-0,480
-0,689
EPS 60
0,253 -0,007
-0,158
-0,234
-0,387
80
0,246 -0,028
-0,187
-0,267
-0,428
100 0,235 -0,052
-0,219
-0,303
-0,472
150 0,210 -0,113
-0,300
-0,394
-0,584
200 0,179 -0,179
-0,386
-0,490
-0,700
Plat dak + schrijnwerk, buiten ingepakt:
f-waarde ifv dakisolatie en Uf-waarde
DAK
Uf-WAARDE 0,7
1,4
1,8
2,0
2,4
MNW 60
0,622
0,624
0,625
0,625
0,626
80
0,638
0,639
0,640
0,640
0,641
100 0,648
0,650
0,651
0,651
0,652
150 0,665
0,666
0,667
0,667
0,668
200 0,674
0,675
0,676
0,676
0,677
PUR 60
0,652
0,653
0,654
0,654
0,655
80
0,665
0,667
0,667
0,668
0,668
100 0,674
0,676
0,676
0,677
0,677
150 0,688
0,689
0,690
0,690
0,690
200 0,695
0,696
0,687
0,697
0,697
XPSi 60
0,637
0,639
0,640
0,640
0,641
80
0,652
0,653
0,654
0,654
0,655
100 0,662
0,663
0,664
0,664
0,665
150 0,677
0,678
0,679
0,679
0,680
200 0,685
0,686
0,687
0,687
0,688
XPSe 60
0,609
0,611
0,611
0,612
0,612
80
0,625
0,627
0,627
0,628
0,628
100 0,636
0,638
0,639
0,639
0,640
150 0,654
0,655
0,656
0,657
0,657
200 0,664
0,665
0,666
0,666
0,667
EPS 60
0,624
0,626
0,627
0,627
0,628
80
0,640
0,641
0,642
0,642
0,643
100 0,650
0,652
0,653
0,653
0,654
150 0,666
0,668
0,669
0,669
0,670
200 0,676
0,677
0,678
0,678
0,678
Plat dak standaard, geen extra maatregelen:
Plat dak standaard, geen extra maatregelen:
ψ-waarde ifv dak- en muurisolatie
f-waarde ifv dak- en muurisolatie
MUUR
MUUR
MNW50 MNW80 PUR50 PUR80 MNW 60
-0,026
-0,020
-0,013 -0,009
80
-0,013
-0,004
0,001
100
-0,008
0,003
150
-0,013
200
0,789
0,808
0,805
0,822
0,008
80
0,801
0,821
0,818
0,835
0,006
0,016
100
0,810
0,831
0,827
0,845
0,003
0,003
0,018
150
0,825
0,847
0,844
0,863
-0,028
-0,007
-0,008
0,011
0,834
0,858
0,854
0,874
PUR 60
0,017
0,025
0,029
0,036
PUR 60
0,799
0,819
0,816
0,833
80
0,025
0,035
0,038
0,047
80
0,810
0,831
0,828
0,846
100
0,027
0,039
0,040
0,051
100
0,818
0,840
0,837
0,855
150
0,014
0,031
0,029
0,045
150
0,832
0,855
0,851
0,870
200
200
-0,006
0,015
0,012
0,032
0,840
0,864
0,860
0,880
XPSi 60
-0,004
0,003
0,009
0,015
XPSi 60
0,794
0,814
0,811
0,827
80
0,007
0,016
0,020
0,028
80
0,806
0,826
0,823
0,840
100
0,009
0,021
0,023
0,034
100
0,814
0,835
0,832
0,850
150
0,001
0,017
0,016
0,032
150
0,828
0,885
0,847
0,867
0,023
200
200
DAK
200
DAK
MNW50 MNW80 PUR50 PUR80 MNW 60
-0,016
0,006
0,050
0,837
0,861
0,851
0,877
XPSe 60
-0,046
-0,041
-0,033 -0,028
XPSe 60
0,784
0,803
0,800
0,816
80
-0,031
-0,023
-0,017 -0,010
80
0,796
0,816
0,813
0,830
100
-0,024
-0,014
-0,010 -0,001
100
0,805
0,826
0,823
0,841
150
-0,025
-0,010
-0,009
0,006
150
0,821
0,844
0,840
0,859
0,000
200
-0,038
-0,017
-0,066
EPS 60
200
-0,023
-0,017
-0,010 -0,005
0,831
0,855
0,857
0,871
EPS 60
0,789
0,809
0,806
0,822
80
-0,010
-0,002
0,003
0,011
80
0,801
0,822
0,819
0,836
100
-0,005
0,006
0,009
0,019
100
0,810
0,831
0,828
0,846
150
-0,010
0,006
0,006
0,021
150
0,825
0,883
0,844
0,863
200
-0,026
-0,005
-0,007
0,013
200
0,834
0,858
0,854
0,874
Plat dak standaard, isolatie opgetrokken:
Plat dak standaard, isolatie opgetrokken:
ψ-waarde ifv dak- en muurisolatie
f-waarde ifv dak- en muurisolatie MUUR
MUUR
MNW50 MNW80 PUR50 PUR80
-0,064
-0,063
-0,055
-0,054
MNW 60
0,802
0,823
0,820
0,838
80
-0,044
-0,040
-0,034
-0,031
80
0,812
0,834
0,830
0,849
100
-0,035
-0,028
-0,024
-0,018
100
0,819
0,842
0,838
0,857
150
-0,031
-0,019
-0,018
-0,006
150
0,831
0,855
0,851
0,871
200
-0,040
-0,022
-0,023
-0,007
200
0,838
0,863
0,859
0,880
PUR 60
-0,023
-0,022
-0,015
-0,012
PUR 60
0,813
0,874
0,832
0,851
80
-0,008
-0,003
0,000
0,005
80
0,822
0,881
0,841
0,860
100
-0,002
0,006
0,008
0,015
100
0,828
0,886
0,848
0,868
150
-0,005
0,008
0,007
0,020
150
0,838
0,863
0,859
0,879
200
-0,020
-0,001
-0,004
0,013
200
0,844
0,900
0,865
0,887
XPSi 60
-0,042
-0,040
-0,034
-0,032
XPSi 60
0,808
0,870
0,826
0,844
80
-0,025
-0,021
-0,016
-0,012
80
0,817
0,877
0,836
0,855
100
-0,018
-0,011
-0,008
-0,002
100
0,824
0,883
0,843
0,863
150
-0,018
-0,005
-0,005
0,007
150
0,835
0,859
0,855
0,876
200
-0,029
-0,010
-0,012
0,005
200
0,842
0,898
0,863
0,884
XPSe 60
-0,083
-0,082
-0,073
-0,073
XPSe 60
0,797
0,861
0,814
0,832
80
-0,062
-0,058
-0,051
-0,048
80
0,807
0,870
0,825
0,844
100
-0,051
-0,044
-0,039
-0,034
100
0,815
0,876
0,834
0,853
150
-0,043
-0,031
-0,029
-0,018
150
0,828
0,851
0,847
0,868
200
-0,051
-0,043
-0,033
-0,017
200
0,835
0,893
0,856
0,877
EPS 60
-0,061
-0,060
-0,052
-0,051
EPS 60
0,803
0,866
0,821
0,839
80
-0,042
-0,038
-0,032
-0,029
80
0,812
0,874
0,831
0,850
100
-0,032
-0,026
-0,022
-0,015
100
0,820
0,880
0,839
0,858
150
-0,028
-0,016
-0,015
-0,004
150
0,832
0,856
0,852
0,872
200
-0,038
-0,020
-0,022
-0,005
200
0,839
0,895
0,860
0,881
DAK
DAK
MNW50 MNW80 PUR50 PUR80 MNW 60
Plat dak standaard, met isolerend metselwerk:
Plat dak standaard, met isolerend metselwerk:
ψ-waarde ifv dak- en muurisolatie
f-waarde ifv dak- en muurisolatie MUUR
MUUR
MNW50 MNW80 PUR50 PUR80
-0,088
-0,087
-0,079 -0,077
MNW 60
0,812
0,833
0,830
0,848
80
-0,072
-0,067
-0,062 -0,057
80
0,823
0,845
0,841
0,860
100
-0,065
-0,058
-0,054 -0,047
100
0,831
0,853
0,850
0,869
150
-0,064
-0,051
-0,050 -0,038
150
0,844
0,867
0,864
0,884
200
-0,074
-0,055
-0,057 -0,040
200
0,851
0,876
0,872
0,893
PUR 60
-0,046
-0,043
-0,038 -0,035
PUR 60
0,823
0,845
0,841
0,860
80
-0,035
-0,029
-0,026 -0,020
80
0,833
0,855
0,852
0,871
100
-0,031
-0,023
-0,021 -0,013
100
0,840
0,863
0,859
0,879
150
-0,037
-0,024
-0,025 -0,011
150
0,851
0,875
0,871
0,892
200
-0,053
-0,034
-0,037 -0,019
200
0,857
0,882
0,878
0,899
XPSi 60
-0,066
-0,064
-0,257 -0,055
XPSi 60
0,817
0,839
0,836
0,854
80
-0,053
-0,047
-0,043 -0,038
80
0,828
0,850
0,847
0,865
100
-0,048
-0,040
-0,038 -0,030
100
0,835
0,858
0,855
0,874
150
-0,051
-0,037
-0,037 -0,025
150
0,847
0,871
0,868
0,888
200
-0,062
-0,043
-0,045 -0,028
200
0,854
0,879
0,875
0,896
XPSe 60
-0,108
-0,107
-0,097 -0,097
XPSe 60
0,806
0,828
0,824
0,842
80
-0,089
-0,086
-0,079 -0,075
80
0,818
0,840
0,836
0,855
100
-0,081
-0,074
-0,069 -0,063
100
0,826
0,849
0,845
0,864
150
-0,076
-0,063
-0,062 -0,050
150
0,840
0,864
0,860
0,880
200
-0,084
-0,066
-0,066 -0,050
200
0,848
0,873
0,869
0,890
EPS 60
-0,085
-0,084
-0,076 -0,074
EPS 60
0,812
0,834
0,830
0,848
80
-0,070
-0,065
-0,060 -0,055
80
0,823
0,845
0,842
0,861
100
-0,062
-0,055
-0,051 -0,044
100
0,831
0,854
0,850
0,870
150
-0,061
-0,048
-0,047 -0,035
150
0,844
0,868
0,864
0,884
200
-0,072
-0,053
-0,055 -0,038
200
0,852
0,876
0,873
0,893
DAK
DAK
MNW50 MNW80 PUR50 PUR80 MNW 60
Hellend dak standaard: ψ-waarde ifv dak- & muurisolatie en muurplaat MUUR MNW50 MNW80 PUR50
PUR80
MUURPLAAT MNW 120
DAK
150
180
200
100 x 50
0,046
0,045
0,046
0,042
120 x 50
0,057
0,057
0,058
0,054
140 x 50
0,076
0,076
0,077
0,074
100 x 50
0,016
0,016
0,020
0,018
120 x 50
0,021
0,021
0,025
0,023
140 x 50
0,029
0,029
0,033
0,032
100 x 50
-0,005
0,001
0,003
0,007
120 x 50
-0,002
0,004
0,006
0,010
140 x 50
0,002
0,009
0,011
0,014
100 x 50
-0,016
-0,006
-0,005
0,001
120 x 50
-0,014
-0,004
-0,003
0,004
140 x 50
-0,011
-0,001
0,001
0,007
Hellend dak standaard: f-waarde ifv dak- & muurisolatie en muurplaat MUUR MNW50 MNW80 PUR50
PUR80
MUURPLAAT MNW 120
DAK
150
180
200
100 x 50
0,817
0,830
0,828
0,840
120 x 50
0,809
0,822
0,821
0,832
140 x 50
0,797
0,809
0,808
0,819
100 x 50
0,845
0,862
0,896
0,871
120 x 50
0,841
0,858
0,853
0,868
140 x 50
0,836
0,853
0,848
0,862
100 x 50
0,860
0,878
0,872
0,888
120 x 50
0,858
0,876
0,870
0,886
140 x 50
0,855
0,873
0,867
0,882
100 x 50
0,866
0,885
0,879
0,895
120 x 50
0,864
0,883
0,877
0,893
140 x 50
0,862
0,880
0,874
0,890
Hellend dak dwarsdoorsnede: ψ-waarde ifv dak- & muurisolatie en muurplaat MUUR MNW50 MNW80 PUR50
PUR80
HOEKISOLATIE MNW 120
DAK
150
180
200
0
0,072
0,087
0,087
0,110
75
-0,003
0,005
-0,003
0,012
150
-
-
-
-
0
0,055
0,073
0,071
0,097
75
-0,017
-0,006
-0,017
0,001
150
-0,049
-0,038
-0,048
-0,030
0
0,036
0,057
0,054
0,083
75
-0,023
-0,009
-0,020
0,001
150
-0,052
-0,038
-0,049
-0,027
0
0,024
0,047
0,043
0,074
75
-0,028
-0,012
-0,023
0,000
150
-0,054
-0,039
-0,049
-0,027
Hellend dak dwarsdoorsnede: f-waarde ifv dak- & muurisolatie en muurplaat MUUR MNW50 MNW80 PUR50
PUR80
HOEKISOLATIE MNW 120
0
0,708
0,720
0,719
0,730
75
0,779
0,798
0,804
0,822
150
DAK
150
180
200
-
-
-
-
0
0,726
0,740
0,738
0,750
75
0,792
0,813
0,819
0,839
150
0,832
0,852
0,860
0,878
0
0,740
0,755
0,753
0,766
75
0,793
0,815
0,820
0,840
150
0,824
0,846
0,852
0,872
0
0,747
0,763
0,761
0,775
75
0,793
0,816
0,820
0,841
150
0,821
0,844
0,848
0,869
Hellend dak verholen dakgoot (1): ψ-waarde ifv dak- & muurisolatie en muurplaat MUUR MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
PLAT DAK ISOLATIE MNW 60
0,033
0,030
0,038
0,034
80
-0,019
-0,021
-0,016
-0,018
100
-0,039
-0,040
-0,036
-0,036
120
-0,051
-0,050
-0,047
-0,045
Hellend dak verholen dakgoot (1): f-waarde ifv dak- & muurisolatie en muurplaat MUUR MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
0,780 0,813
0,797 0,832
0,796 0,831
0,811 0,847
PLAT DAK ISOLATIE MNW 60 80 100
0,831
0,852
0,850
0,867
120
0,843
0,865
0,862
0,881
Hellend dak verholen dakgoot & bakgoot (2): ψ-waarde ifv dak- en muurisolatie MUUR HELLEND DAK -
MNW100
MNW120
MNW140
MNW 120
-0,005
-0,006
-0,008
150
-0,015
-0,014
-0,014
180
-0,020
-0,016
-0,015
200
-0,022
-0,017
-0,015
ISOLATIE
Hellend dak verholen dakgoot & bakgoot (2): f-waarde ifv dak- en muurisolatie MUUR HELLEND DAK -
MNW100
MNW120
MNW140
MNW 120
0,881
0,887
0,892
150
0,886
0,895
0,900
180
0,889
0,899
0,905
200
0,890
0,900
0,907
ISOLATIE
Hellend dak bakgoot (1): ψ-waarde ifv muur- & gootisolatie, geïsoleerd metselwerk en hout MUUR MNW50
MNW80
ISOLEREND MNW 60
GOOTISOLATIE
80
100
120
PUR50
PUR80
BREEDTE HOUT
METSELWERK
60
80
60
80
60
80
60
80
75 x 250
0,297
0,331
0,297
0,332
0,300
0,334
0,311
0,346
100 x 250
0,310
0,348
0,309
0,348
0,312
0,351
0,323
0,362
150 x 250
0,338
0,377
0,336
0,376
0,339
0,379
0,349
0,390
75 x 250
0,201
0,231
0,198
0,228
0,201
0,231
0,210
0,241
100 x 250
0,212
0,246
0,209
0,243
0,212
0,246
0,220
0,255
150 x 250
0,237
0,271
0,233
0,268
0,236
0,271
0,244
0,279
75 x 250
0,137
0,163
0,132
0,158
0,135
0,162
0,142
0,169
100 x 250
0,147
0,176
0,141
0,172
0,145
0,175
0,151
0,182
150 x 250
0,169
0,199
0,163
0,194
0,167
0,197
0,173
0,204
75 x 250
0,094
0,117
0,087
0,111
0,090
0,114
0,096
0,120
100 x 250
0,103
0,129
0,095
0,122
0,099
0,126
0,104
0,131
150 x 250
0,123
0,150
0,115
0,142
0,119
0,146
0,124
0,151
Hellend dak bakgoot (1): f-waarde ifv muur- & gootisolatie, geïsoleerd metselwerk en hout MUUR MNW50
MNW80
ISOLEREND MNW 60
GOOTISOLATIE
80
100
120
PUR50
PUR80
BREEDTE HOUT
METSELWERK
60
80
60
80
60
80
60
80
75 x 250
0,762
0,754
0,778
0,771
0,776
0,768
0,790
0,782
100 x 250
0,761
0,752
0,777
0,768
0,775
0,766
0,788
0,779
150 x 250
0,757
0,750
0,775
0,767
0,772
0,764
0,787
0,778
75 x 250
0,784
0,777
0,802
0,795
0,799
0,792
0,814
0,807
100 x 250
0,782
0,775
0,800
0,792
0,797
0,789
0,812
0,804
150 x 250
0,777
0,771
0,796
0,788
0,793
0,786
0,808
0,801
75 x 250
0,799
0,793
0,818
0,812
0,815
0,809
0,831
0,825
100 x 250
0,797
0,790
0,816
0,808
0,813
0,806
0,829
0,821
150 x 250
0,792
0,785
0,811
0,804
0,808
0,802
0,824
0,817
75 x 250
0,810
0,805
0,830
0,824
0,827
0,821
0,843
0,838
100 x 250
0,808
0,802
0,828
0,821
0,825
0,818
0,841
0,834
150 x 250
0,802
0,796
0,822
0,816
0,819
0,813
0,835
0,830
Raam standaard, bovenaan: ψ-waarde ifv Uf-waarde, muurisolatie en isolatie A MUUR MNW50 MNW80 PUR50
PUR80
ISOLATIE A 0,7
Uf-WAARDE
1,4
1,8
2,0
2,4
40
-0,005
-0,013
0,032
0,020
60
-0,008
-0,015
0,031
0,020
80
-0,012
-0,017
0,029
0,019
40
0,001
-0,012
0,038
0,022
60
-0,003
-0,014
0,036
0,021
80
-0,007
-0,016
0,034
0,021
40
0,005
-0,008
0,042
0,025
60
0,002
-0,010
0,041
0,025
80
-0,003
-0,013
0,039
0,024
40
0,007
-0,007
0,044
0,027
60
0,004
-0,009
0,043
0,026
80
-0,001
-0,011
0,041
0,026
40
0,012
-0,002
0,049
0,031
60
0,008
-0,004
0,047
0,031
80
0,003
-0,007
0,045
0,030
Raam standaard, bovenaan: f-waarde ifv Uf-waarde, muurisolatie en isolatie A MUUR MNW50 MNW80 PUR50
PUR80
ISOLATIE A 0,7
Uf-WAARDE
1,4
1,8
2,0
2,4
40
0,841
0,824
0,841
0,824
60
0,841
0,823
0,841
0,823
80
0,841
0,823
0,841
0,823
40
0,721
0,726
0,721
0,726
60
0,721
0,725
0,721
0,725
80
0,721
0,725
0,721
0,725
40
0,655
0,674
0,655
0,674
60
0,655
0,673
0,655
0,673
80
0,655
0,673
0,655
0,673
40
0,625
0,649
0,625
0,649
60
0,625
0,649
0,625
0,649
80
0,625
0,648
0,625
0,648
40
0,568
0,601
0,568
0,601
60
0,568
0,600
0,568
0,600
80
0,567
0,600
0,567
0,600
Raam standaard, onderaan: ψ-waarde ifv Uf-waarde en muurisolatie
Uf-WAARDE
MUUR
MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
0,7
0,029
0,028
0,029
0,030
1,4
0,038
0,037
0,038
0,039
1,8
0,047
0,047
0,047
0,049
2,0
0,051
0,052
0,052
0,054
2,4
0,063
0,064
0,064
0,066
Raam standaard, onderaan: f-waarde ifv Uf-waarde en muurisolatie
Uf-WAARDE
MUUR MNW50
MNW80
PUR50
PUR80
0,7
0,819
0,819
0,819
0,819
1,4
0,713
0,714
0,714
0,714
1,8
0,661
0,661
0,662
0,662
2,0
0,637
0,637
0,637
0,637
2,4
0,590
0,590
0,591
0,591
Uf-WAARDE
Raam in binnenvlak, bovenaan: ψ-waarde ifv Uf-waarde, muurisolatie en isolatie A & B MUUR ISOLATIE A ISOLATIE B MNW50 MNW80 PUR50 0,7 15 65 0,102 0,117 0,142 75 0,085 0,099 0,125 90 0,069 0,083 0,109 35 65 0,046 0,057 0,087 75 0,033 0,044 0,074 90 0,024 0,035 0,114 55 65 0,023 0,034 0,066 75 0,012 0,023 0,055 90 0,003 0,015 0,046 1,4 15 65 0,106 0,121 0,146 75 0,109 0,123 0,149 90 0,116 0,130 0,156 35 65 0,050 0,062 0,091 75 0,058 0,069 0,099 90 0,071 0,082 0,111 55 65 0,028 0,039 0,071 75 0,036 0,048 0,079 90 0,050 0,062 0,093 1,8 15 65 0,112 0,127 0,152 75 0,122 0,137 0,162 90 0,128 0,142 0,167 35 65 0,056 0,068 0,097 75 0,070 0,082 0,111 90 0,082 0,094 0,123 55 65 0,033 0,045 0,077 75 0,049 0,061 0,092 90 0,062 0,035 0,105 2,0 15 65 0,115 0,130 0,155 75 0,122 0,137 0,162 90 0,134 0,148 0,173 35 65 0,059 0,071 0,100 75 0,071 0,083 0,112 90 0,089 0,100 0,130 55 65 0,037 0,048 0,080 75 0,050 0,062 0,093 90 0,068 0,079 0,111 2,4 15 65 0,122 0,138 0,162 75 0,132 0,147 0,172 90 0,148 0,162 0,188 35 65 0,067 0,079 0,108 75 0,081 0,093 0,122 90 0,103 0,115 0,144 55 65 0,045 0,056 0,088 75 0,060 0,072 0,103 90 0,083 0,094 0,126
PUR80 0,140 0,122 0,106 0,081 0,068 0,058 0,060 0,048 0,040 0,144 0,147 0,153 0,086 0,093 0,106 0,064 0,073 0,086 0,150 0,160 0,164 0,092 0,106 0,118 0,070 0,086 0,098 0,153 0,160 0,171 0,095 0,107 0,124 0,073 0,087 0,105 0,161 0,170 0,185 0,103 0,117 0,138 0,082 0,097 0,119
Raam in binnenvlak, bovenaan: f-waarde ifv Uf-waarde, muurisolatie en isolatie A & B
Uf-WAARDE
MUUR ISOLATIE A ISOLATIE B MNW50 MNW80 PUR50 0,7 15 65 0,828 0,837 0,836 75 0,834 0,848 0,843 90 0,841 0,856 0,850 35 65 0,837 0,838 0,837 75 0,848 0,849 0,848 90 0,856 0,856 0,856 55 65 0,837 0,838 0,837 75 0,848 0,849 0,848 90 0,856 0,856 0,856 1,4 15 65 0,741 0,742 0,741 75 0,733 0,734 0,733 90 0,710 0,710 0,710 35 65 0,742 0,743 0,743 75 0,734 0,735 0,734 90 0,710 0,710 0,710 55 65 0,743 0,743 0,743 75 0,734 0,735 0,735 90 0,710 0,710 0,710 1,8 15 65 0,692 0,693 0,692 75 0,674 0,674 0,674 90 0,649 0,649 0,649 35 65 0,693 0,694 0,693 75 0,674 0,674 0,674 90 0,649 0,649 0,649 55 65 0,693 0,694 0,694 75 0,674 0,674 0,674 90 0,649 0,649 0,649 2,0 15 65 0,668 0,669 0,669 75 0,645 0,645 0,645 90 0,620 0,621 0,620 35 65 0,670 0,670 0,670 75 0,645 0,645 0,645 90 0,620 0,621 0,620 55 65 0,670 0,671 0,670 75 0,645 0,645 0,645 90 0,620 0,621 0,620 2,4 15 65 0,620 0,621 0,620 75 0,592 0,592 0,592 90 0,567 0,567 0,567 35 65 0,621 0,621 0,621 75 0,592 0,592 0,592 90 0,567 0,567 0,567 55 65 0,621 0,621 0,621 75 0,592 0,592 0,592 90 0,567 0,567 0,567
PUR80 0,837 0,848 0,856 0,838 0,849 0,857 0,838 0,849 0,857 0,742 0,734 0,710 0,743 0,735 0,710 0,743 0,735 0,710 0,693 0,674 0,649 0,694 0,674 0,649 0,694 0,674 0,649 0,670 0,645 0,621 0,671 0,645 0,621 0,671 0,645 0,621 0,621 0,592 0,567 0,621 0,592 0,567 0,621 0,592 0,567
Uf-WAARDE
Raam in binnenvlak, onderaan:
ψ-waarde ifv Uf-waarde, muurisolatie en isolatie C & D
MUUR ISOLATIE C ISOLATIE D MNW50 MNW80 PUR50 0,7 20 20 0,146 0,168 0,161 30 0,119 0,141 0,133 45 0,088 0,109 0,102 40 20 0,108 0,127 0,122 30 0,080 0,099 0,093 45 0,050 0,069 0,064 60 20 0,090 0,109 0,105 30 0,062 0,080 0,076 45 0,032 0,051 0,047 1,4 20 20 0,150 0,172 0,165 30 0,148 0,170 0,163 45 0,137 0,158 0,151 40 20 0,112 0,131 0,126 30 0,109 0,128 0,123 45 0,099 0,118 0,113 60 20 0,094 0,113 0,109 30 0,091 0,110 0,106 45 0,082 0,101 0,096 1,8 20 20 0,156 0,178 0,171 30 0,158 0,180 0,173 45 0,150 0,171 0,164 40 20 0,117 0,137 0,131 30 0,119 0,139 0,133 45 0,112 0,131 0,126 60 20 0,100 0,119 0,115 30 0,102 0,120 0,116 45 0,095 0,113 0,109 2,0 20 20 0,158 0,181 0,173 30 0,165 0,187 0,180 45 0,156 0,178 0,170 40 20 0,120 0,140 0,134 30 0,126 0,146 0,140 45 0,119 0,138 0,133 60 20 0,103 0,122 0,118 30 0,108 0,127 0,123 45 0,101 0,120 0,116 2,4 20 20 0,166 0,188 0,181 30 0,178 0,200 0,192 45 0,172 0,193 0,186 40 20 0,128 0,147 0,142 30 0,139 0,158 0,153 45 0,134 0,153 0,148 60 20 0,110 0,130 0,125 30 0,121 0,140 0,136 45 0,117 0,136 0,131
PUR80 0,181 0,153 0,121 0,139 0,111 0,081 0,122 0,093 0,064 0,185 0,182 0,170 0,144 0,140 0,130 0,126 0,123 0,113 0,191 0,193 0,183 0,149 0,151 0,143 0,132 0,133 0,126 0,194 0,200 0,190 0,152 0,158 0,150 0,135 0,140 0,133 0,201 0,212 0,205 0,160 0,170 0,165 0,143 0,153 0,148
Raam in binnenvlak, onderaan:
f-waarde ifv Uf-waarde, muurisolatie en isolatie C & D
Uf-WAARDE
MUUR ISOLATIE C ISOLATIE D MNW50 MNW80 PUR50 0,7 20 20 0,819 0,873 0,822 30 0,834 0,839 0,839 45 0,842 0,850 0,850 40 20 0,824 0,826 0,826 30 0,839 0,839 0,839 45 0,850 0,850 0,850 60 20 0,825 0,827 0,827 30 0,839 0,839 0,839 45 0,850 0,850 0,850 1,4 20 20 0,730 0,730 0,730 30 0,714 0,714 0,714 45 0,706 0,706 0,706 40 20 0,730 0,730 0,730 30 0,714 0,714 0,714 45 0,706 0,706 0,706 60 20 0,730 0,730 0,730 30 0,714 0,715 0,715 45 0,706 0,706 0,706 1,8 20 20 0,678 0,679 0,679 30 0,660 0,661 0,661 45 0,643 0,643 0,643 40 20 0,679 0,679 0,679 30 0,661 0,661 0,661 45 0,644 0,644 0,644 60 20 0,679 0,679 0,679 30 0,661 0,661 0,661 45 0,644 0,644 0,644 2,0 20 20 0,654 0,654 0,654 30 0,634 0,634 0,634 45 0,615 0,615 0,615 40 20 0,654 0,655 0,655 30 0,634 0,635 0,635 45 0,615 0,615 0,615 60 20 0,654 0,655 0,655 30 0,635 0,635 0,635 45 0,615 0,615 0,615 2,4 20 20 0,607 0,607 0,607 30 0,583 0,583 0,583 45 0,560 0,560 0,560 40 20 0,607 0,608 0,608 30 0,583 0,583 0,583 45 0,560 0,560 0,560 60 20 0,607 0,608 0,608 30 0,583 0,583 0,583 45 0,560 0,560 0,560
PUR80 0,824 0,839 0,850 0,828 0,839 0,850 0,828 0,839 0,850 0,730 0,714 0,706 0,730 0,715 0,706 0,730 0,715 0,706 0,679 0,661 0,644 0,679 0,661 0,644 0,679 0,661 0,644 0,655 0,634 0,615 0,655 0,635 0,615 0,655 0,635 0,615 0,608 0,583 0,560 0,608 0,583 0,560 0,608 0,583 0,560
Raam in buitenvlak, bovenaan: ψ-waarde ifv Uf-waarde, muurisolatie en isolatie A MUUR MNW50 MNW80 PUR50
PUR80
ISOLATIE A 0,7
Uf-WAARDE
1,4
1,8
2,0
2,4
40
0,030
0,032
0,059
0,059
60
0,012
0,015
0,043
0,043
80
-0,001
0,004
0,032
0,034
40
0,034
0,036
0,063
0,062
60
0,016
0,020
0,048
0,048
80
0,005
0,010
0,038
0,040
40
0,038
0,040
0,067
0,067
60
0,022
0,025
0,053
0,053
80
0,010
0,015
0,044
0,045
40
0,041
0,043
0,070
0,069
60
0,024
0,028
0,056
0,056
80
0,013
0,018
0,046
0,048
40
0,047
0,049
0,076
0,075
60
0,031
0,034
0,062
0,062
80
0,020
0,025
0,053
0,055
Raam in buitenvlak, bovenaan: f-waarde ifv Uf-waarde, muurisolatie en isolatie A MUUR MNW50 MNW80 PUR50
PUR80
ISOLATIE A 0,7
Uf-WAARDE
1,4
1,8
2,0
2,4
40
0,809
0,807
0,809
0,807
60
0,819
0,819
0,819
0,819
80
0,821
0,820
0,821
0,820
40
0,710
0,710
0,710
0,710
60
0,714
0,714
0,714
0,714
80
0,716
0,716
0,716
0,716
40
0,655
0,655
0,655
0,655
60
0,659
0,659
0,659
0,659
80
0,661
0,661
0,661
0,661
40
0,629
0,629
0,629
0,629
60
0,633
0,633
0,633
0,633
80
0,635
0,635
0,635
0,635
40
0,578
0,578
0,578
0,578
60
0,582
0,581
0,582
0,581
80
0,583
0,583
0,583
0,583
Raam in buitenvlak, onderaan: ψ-waarde ifv Uf-waarde, muurisolatie en isolatie B MUUR MNW50 MNW80 PUR50
PUR80
ISOLATIE B
0,7
Uf-WAARDE
1,4
1,8
2,0
2,4
40
0,041
0,051
0,047
0,057
60
0,024
0,036
0,033
0,044
80
0,012
0,025
0,023
0,036
40
0,066
0,076
0,072
0,082
60
0,051
0,062
0,059
0,070
80
0,040
0,058
0,051
0,063
40
0,084
0,093
0,090
0,100
60
0,069
0,081
0,078
0,089
80
0,059
0,072
0,070
0,082
40
0,093
0,102
0,099
0,109
60
0,079
0,090
0,087
0,098
80
0,069
0,082
0,079
0,092
40
0,113
0,122
0,119
0,129
60
0,099
0,110
0,108
0,119
80
0,090
0,103
0,100
0,113
Raam in buitenvlak, onderaan: f-waarde ifv Uf-waarde, muurisolatie en isolatie B MUUR MNW50 MNW80 PUR50
PUR80
ISOLATIE B 0,7
Uf-WAARDE
1,4
1,8
2,0
2,4
40
0,825
0,825
0,825
0,825
60
0,827
0,827
0,827
0,827
80
0,828
0,828
0,828
0,828
40
0,726
0,762
0,726
0,726
60
0,729
0,729
0,729
0,729
80
0,730
0,730
0,730
0,730
40
0,674
0,674
0,674
0,674
60
0,677
0,677
0,677
0,677
80
0,679
0,678
0,679
0,678
40
0,650
0,649
0,650
0,649
60
0,653
0,652
0,653
0,652
80
0,654
0,654
0,654
0,654
40
0,601
0,601
0,601
0,601
60
0,604
0,604
0,604
0,604
80
0,605
0,605
0,605
0,605
Raam uitspringend hout, bovenaan: ψ-waarde ifv Uf-waarde, muurisolatie en isolatie A MUUR MNW50 MNW80 PUR50
PUR80
ISOLATIE A 0,7
Uf-WAARDE
1,4
1,8
2,0
2,4
40
0,115
0,118
0,141
0,141
60
0,069
0,073
0,097
0,099
80
0,042
0,048
0,072
0,075
40
0,118
0,120
0,144
0,144
60
0,073
0,077
0,101
0,103
80
0,047
0,053
0,077
0,080
40
0,122
0,125
0,148
0,149
60
0,078
0,077
0,106
0,108
80
0,052
0,058
0,082
0,086
40
0,125
0,127
0,150
0,151
60
0,080
0,085
0,108
0,110
80
0,055
0,061
0,085
0,088
40
0,130
0,132
0,156
0,156
60
0,086
0,091
0,114
0,116
80
0,061
0,067
0,091
0,095
Raam uitspringend hout, bovenaan: f-waarde ifv Uf-waarde, muurisolatie en isolatie A MUUR MNW50 MNW80 PUR50
PUR80
ISOLATIE A 0,7
Uf-WAARDE
1,4
1,8
2,0
2,4
40
0,788
0,788
0,788
0,788
60
0,815
0,815
0,815
0,815
80
0,819
0,819
0,819
0,819
40
0,704
0,704
0,704
0,704
60
0,712
0,712
0,712
0,712
80
0,714
0,714
0,714
0,714
40
0,651
0,651
0,651
0,651
60
0,657
0,657
0,657
0,657
80
0,659
0,659
0,659
0,659
40
0,625
0,625
0,625
0,625
60
0,631
0,631
0,631
0,631
80
0,633
0,633
0,633
0,633
40
0,574
0,574
0,574
0,574
60
0,579
0,579
0,579
0,579
80
0,582
0,582
0,582
0,582
Raam uitspringend hout, onderaan: ψ-waarde ifv Uf-waarde, muurisolatie en isolatie B MUUR MNW50 MNW80 PUR50
PUR80
ISOLATIE B
0,7
Uf-WAARDE
1,4
1,8
2,0
2,4
40
0,119
0,129
0,125
0,136
60
0,080
0,092
0,088
0,100
80
0,055
0,068
0,065
0,079
40
0,143
0,153
0,149
0,160
60
0,105
0,117
0,114
0,125
80
0,081
0,095
0,092
0,105
40
0,160
0,170
0,166
0,177
60
0,123
0,135
0,132
0,144
80
0,100
0,113
0,110
0,124
40
0,169
0,179
0,175
0,186
60
0,133
0,144
0,141
0,153
80
0,109
0,123
0,120
0,133
40
0,188
0,198
0,195
0,205
60
0,153
0,164
0,161
0,173
80
0,129
0,143
0,140
0,153
Raam uitspringend hout, onderaan: f-waarde ifv Uf-waarde, muurisolatie en isolatie B MUUR MNW50 MNW80 PUR50
PUR80
ISOLATIE B 0,7
Uf-WAARDE
1,4
1,8
2,0
2,4
40
0,821
0,821
0,821
0,821
60
0,824
0,824
0,824
0,824
80
0,826
0,826
0,826
0,826
40
0,719
0,719
0,719
0,719
60
0,724
0,724
0,724
0,724
80
0,727
0,727
0,727
0,727
40
0,667
0,667
0,667
0,667
60
0,672
0,672
0,672
0,672
80
0,675
0,675
0,675
0,675
40
0,642
0,642
0,642
0,642
60
0,647
0,647
0,647
0,647
80
0,650
0,650
0,650
0,650
40
0,593
0,593
0,593
0,593
60
0,598
0,598
0,598
0,598
80
0,601
0,601
0,601
0,601
Raam uitspringend aluminium, bovenaan: ψ-waarde ifv muurisolatie en isolatie A MUUR MNW50 MNW80 PUR50 PUR80 ISOLATIE A 40
0,094
0,096
0,120
0,120
60
0,048
0,052
0,076
0,077
80
0,021
0,027
0,051
0,054
Raam uitspringend aluminium, bovenaan: f-waarde ifv muurisolatie isolatie A MUUR MNW50 MNW80 PUR50 PUR80 ISOLATIE A 40 60
0,663 0,671
0,663 0,671
0,663 0,671
0,663 0,671
80
0,675
0,675
0,675
0,675
Raam uitspringend aluminium, onderaan: ψ-waarde ifv muurisolatie isolatie B MUUR MNW50 MNW80 PUR50 PUR80 ISOLATIE B 40 60
0,124 0,092
0,136 0,105
0,131 0,101
0,143 0,114
80
0,071
0,086
0,082
0,096
Raam uitspringend aluminium, onderaan: f-waarde ifv muurisolatie isolatie B MUUR MNW50 MNW80 PUR50 PUR80 ISOLATIE B 40
0,677
0,678
0,677
0,678
60
0,682
0,684
0,682
0,684
80
0,685
0,687
0,685
0,687