Tekstuitgave van de verordening voorzieningen wethouders-, raads-, burger- en commissieleden
De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 mei 2003; gelezen de circulaire van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) van 5 augustus 2002, onderwerp Bruikleenovereenkomsten voorzieningen voor wethouders, raads- en commissieleden; overwegende dat de toelichting genoemd in voornoemde VNG-circulaire en de daarin genoemde Voorbeeldverordening geldt voor zover het desbetreffende artikel is overgenomen in onderhavige gemeentelijke verordening; gelet op de artikelen 44 en 95 tot en met 99 van de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
besluit:
de Verordening voorzieningen wethouders, raads-, burger- en commissieleden 2003 als volgt vast te stellen: Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen Artikel 1 Definities In deze verordening wordt verstaan onder: a.
Commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet en genoemd in bijlage I.
b.
Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243.
c.
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244.
d.
Reisbesluit binnenland: het Koninklijk Besluit van 1 maart 1993, Stb. 144.
e.
Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56.
f.
Raadslid: lid van gemeenteraad, niet zijnde wethouder.
2
g. h.
i.
Burgerlid: een op de kandidatenlijst voorkomende persoon die door een raadsfractie is aangewezen. Commissielid: een lid van de commissie als bedoeld in het eerste lid onder e van artikel 1 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Verplaatsingskostenbesluit 1989: het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stb. 424.
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het maximumbedrag, vermeld in tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 3 Onkostenvergoeding 1. Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het maximumbedrag, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. 2. Aan een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het maximumbedrag, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden vangen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 aan op de dag van het afleggen van de eed of belofte bedoeld in artikel 14 van de Gemeentewet. 2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden eindigen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 op de dag bedoeld in artikel C4, tweede lid, van de Kieswet, dan wel het tijdstip bedoeld in de artikelen X1, eerste en derde lid, X6 en X8, tweede, derde en vijfde van de Kieswet. 3. De vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, worden maandelijks uitbetaald.
Artikel 5 Reiskosten
3 1. De ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden aan het raadslid vergoed. 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft: a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten; b. bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland.
Artikel 6 Verblijfkosten De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed, tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland.
Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium 1.
De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentebelang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.
Artikel 8 Computer of laptop 1. Aan het raadslid wordt voor de uitoefening van het raadslidmaatschap op aanvraag een computer of laptop met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld. 2. Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente. 3. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 9 Internetaansluiting via ISDN De aanlegkosten van ISDN ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het raadslidmaatschap komen voor rekening van de gemeente.
Artikel 10 Uitkering bij aftreden P.M.
4
Artikel 11 Voorzieningen ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden P.M. Artikel 12 Tegemoetkoming in de ziektekosten P.M. Artikel 13 Compensatie korting werkloosheidsuitkering P.M. Artikel 14 Kinderopvang P.M. Artikel 15 Scholing P.M. Artikel 16 Spaarloonregeling Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentepersoneel geldende spaarloonregeling.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders Artikel 17 Onkostenvergoeding 1. Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het maximumbedrag, vermeld in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders. 2. Aan de wethouder van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het maximumbedrag, vermeld in artikel 25, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders. 3. Indien de wethouder op grond van artikel 19 van deze verordening een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking is gesteld blijft de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten gehandhaafd op het ingevolge het eerste en tweede lid geldende bedrag.
Artikel 18 Reiskosten woon-werkverkeer Aan de wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling, indien de afstand daartussen meer dan tien kilometer bedraagt, een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig de bedragen die bij of krachtens artikel 12 van het Verplaatsingskostenbesluit 1989 zijn vastgesteld.
5 Artikel 19 Zakelijke reiskosten Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 18, vergoeding verleend voor gemaakte reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 18 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente. De vergoeding betreft: a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten; b. bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland.
Artikel 20 Dienstauto P.M. Artikel 21 Verblijfkosten De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 19, worden volledig aan de wethouder vergoed. Artikel 22 Buitenlandse dienstreis 1. Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt, worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten vergoed. 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist.
Artikel 23 Cursus, congres, seminar of symposium 1. De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente. 2. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 24 Computer of laptop 1. Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt de mogelijkheid geboden deel te nemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende pc-privéregeling. Aan de wethouder kan een eventuele gemeentelijke bijdrage in het kader van de pcprivéregeling worden verstrekt.
6 2. Aan de wethouder die geen gebruik maakt van de in het eerste lid bedoelde pcprivéregeling wordt, voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een computer of laptop met bijbehorende randapparatuur en software, in bruikleen ter beschikking gesteld. 3. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente. 4. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 25 Internetaansluiting via ISDN De aanlegkosten van ISDN ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het ambt van wethouder komen voor rekening van de gemeente.
Artikel 26 Mobiele telefoon 1. Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld. 2. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente. 3. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 27 Spaarloonregeling De wethouder van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.
Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 28 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen 1. Het lid van een commissie ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie een vergoeding die gelijk is aan het maximumbedrag, vermeld in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. 2. Onder vergadering van de commissie wordt mede verstaan een werkbezoek of themaavond met verslaglegging achteraf. De vergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt uitsluitend verstrekt indien de aanwezigheid van het lid van de commissie blijkt uit de bijgehouden presentielijst. 3. Het bepaalde in het eerste en het tweede lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96, tweede lid, van de Gemeentewet ontvangt.
7
4. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie a. als raadslid of wethouder; b. uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd; c. als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient. 5. De raad stelt, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, de vergoeding vast op 200% van het bedrag als bedoeld in het eerste lid ten aanzien van: a. een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en b. een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid. c. de onder a en b genoemde leden zijn vermeld in bijlage II.
Artikel 29 Reis- en verblijfkosten 1. Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De vergoeding betreft: a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten; b. bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland. 2. Aan het in het eerste lid bedoelde lid van de commissie worden vergoed de noodzakelijk gemaakte verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland.
Artikel 30 Buitenlandse excursie of reis 1. De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden. 2. De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd. 3. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.
8 Hoofdstuk V Voorzieningen voor burgerleden Artikel 31 Burgerlid als commissielid Indien een burgerlid als lid van een commissie is benoemd is hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden op hem van toepassing.
Artikel 32 Computer of laptop Op het burgerlid is artikel 8 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 33 Internetaansluiting via ISDN Op het burgerlid is artikel 9 van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk VI De procedure van declaratie Artikel 34 Betaling van kosten Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door a. betaling bij voorschot uit eigen middelen; of b. rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.
Artikel 35 Declaratie van vooruit betaalde kosten 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 13, 14, 15 en 22 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald. 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen 2 maanden - indien het een wethouder betreft bij de gemeentesecretaris en - indien het een raads-, burger- of commissielid betreft bij de griffier, of een door hem aangewezen ambtenaar ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Artikel 36 Rechtstreekse facturering bij de gemeente 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 13, 14, 15 en 16 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente. 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen. Het begeleidingsformulier en de factuur worden binnen 2 maanden ingediend bij
9 - indien het een wethouder betreft bij de gemeentesecretaris en - indien het een raads,- burger- of commissielid betreft bij de griffier, of een door hem aangewezen ambtenaar.
Hoofdstuk VII Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 37 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Verordening voorzieningen wethouders, raads-, burger- en commissieleden 2003.
Artikel 38 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de vaststelling. 2. De artikelen 3 en 11 werken terug tot en met 1 januari 2001.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel in zijn openbare vergadering van 22 mei 2003.
10
Bijlagen Bijlage I Lijst van commissies behorende bij artikel 1 onder a van de Verordening voorzieningen wethouders, raads-, burger- en commissieleden 2003: a. commissie Bestuur b. commissie Grondgebied c. commissie Samenleving d. commissie Middelen e. commissie voor Bezwaar- en beroepschriften f.
werkgroep Kunstzaken
g. cliëntenplatform Algemene Bijstandswet h. cliëntenplatform Wet Voorzieningen Gehandicapten i.
Molukse Begeleidingscommissie
j.
Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Krimpen (OPOK)
k. Rekenkamercommissie Bijlage II Lijst van functionarissen behorende bij artikel 21, lid 5 van de Verordening voorzieningen wethouders, raads-, burger- en commissieleden 2003: a. De voorzitter van de commissie voor Bezwaar- en beroepschriften
Bijlage III
Voorzieningen voor wethouders, raadsleden, commissieleden en burgerleden VOORZIENING RAADSLEDEN WETHOUDERS COMMISSIELEDEN wedde vergoeding voor werkzaamheden onkostenvergoeding vergoeding bijwonen vergaderingen (zakelijke) reiskosten verblijfkosten buitenlandse reis cursus, seminar etc. bruikleen computer + randapparatuur en software; geen deelname PC-privéregeling internetaansluiting mobiele telefoon (voor zakelijk privé-gebruik) spaarloonregeling gemeentelijke creditcard Legenda: RRC RW VV
art. 2 VV
RW -
-
art. 3 VV -
art. 17 VV -
art. 28 VV
art. 5 VV art. 6 VV art. 7 VV art. 8 VV
art. 19 en 20 VV art. 21 VV art. 22 VV art. 23 VV art. 24 VV
art. 29-1 VV art. 29-2 VV art. 30 VV -
art. 9 VV -
art. 25 VV art. 26 VV
-
art. 16 VV -
art. 27 VV -
-
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden Rechtspos itiebesluit wethouders Verordening voorzieningen wethouders