Ambitiedocument
Taalryk foarskoalsk Fryslân Coördinatie- en Adviesgroep Fries Vroeg- en Voorschoolse Educatie
Ambitiedocument
Taalryk foarskoalsk Fryslân Coördinatie- en Adviesgroep Fries Vroeg- en Voorschoolse Educatie
CAG Voorschools (VVE), Redactie: Sytske de Boer, Andrej Palmen
Inhoudsopgave
1 Inleiding 2 Meertaligheid en Taalontwikkeling 3 Beleid Provincie Fryslân
3.1
Ontwikkeling en flankerend beleid
4 Ambities CAG 2015-2018 4.1 Voorlichtingsactiviteiten 4.1.1 Informatiemateriaal gericht op ouders 4.1.2 Voorlichtingsactiviteiten en ondersteuning op het gebied van het meertalig opvoeden 4.2 Beschikbaarheid voorschoolse meertalige voorzieningen 4.3 De doorgaande lijn 4.4 Taalvaardigheid en kennis meertaligheid in initiële opleidingen 4.5 Multimedia(materiaal) voor peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 4.6 Multimedia(materiaal) voor ouders / kinderen 4.7 Onderzoek 5 Het Tomke-project
4
Ambitiedocument
Hoofdstuk
1
Inleiding
De Coördinatie- en Adviesgroep Fries Vroeg- en Voorschoolse Educatie, kortweg CAGVoorschools (VVE) genoemd, houdt zich bezig met het ontwikkelen en coördineren van uitvoeringsactiviteiten gericht op het stimuleren van een meertalige ontwikkeling bij jonge kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Sinds begin 2005 functioneren de CAG’s in het kader van het Fries in het onderwijs (voorschools, basis- en voortgezet onderwijs in de provincie Fryslân). De CAG-Voorschools denkt mee, geeft adviezen en doet voorstellen aan de provincie Fryslân over het taalbeleid en meertaligheid. In 2007 stelde de CAG-VVE in het visiestuk ‘Alles út ‘e kast’ (CAG-Voorschools, 2007) haar visie en werkdoelen op voor het stimuleren van meertaligheid in het algemeen en de Friese taal in het bijzonder. De hierin gekozen doelen sluiten nauw aan bij de ambities en doelen beschreven in de nota ‘Boppeslach’ (Provincie Fryslân, 2006). In 2012 verschenen een evaluatienota van de activiteiten ondernomen in het kader van het visiestuk, alsmede een voortgangsnotitie voor de periode 2012-2015. Het voorliggende document bevat de ambities van de CAG-VVE voor de periode 2015-2018. Voor de realisering van de ambities in de voorschoolse periode is de ondersteuning nodig van de diverse organisaties vertegenwoordigd in de CAG-VVE. Omdat het programma ‘Boppeslach’ is afgelopen, vragen wij de Provinciale Staten spoedig nieuw beleid te ontwikkelen van waaruit deze ondersteuning geboden kan worden.
Taalryk foarskoalsk Fryslân
5
Leeswijzer In hoofdstuk 2 gaan we in op het fenomeen meertaligheid. Hoofdstuk 3 richt zich op relevante beleidsontwikkelingen en maatschappelijke ontwikkelingen. In hoofdstuk 4 volgen de doelstellingen en ambities van de CAG op het gebied van voorlichtingsactiviteiten (4.1), beschikbaarheid voorschoolse voorzieningen (4.2), de doorgaande lijn (4.3), taalvaardigheid en kennis meertaligheid in initiële opleidingen (4.4), materiaal voor peuterspeelzalen en kinderdagverblijven (4.5), materiaal voor ouders en kinderen (4.6) en onderzoek (4.7). De plannen en ambities voor de periode 2015-2018 worden telkens ingeleid door een terugblik op de periode 2012-2015. Tot slot willen wij in hoofdstuk 5 aandacht vestigen op het Tomke-project. In de Friese bijlage (taheakke 2) wordt de demografische ontwikkeling in Fryslân besproken. Aan het eind van dit document is een lijst opgenomen met definities en eindnoten. Hierin vindt u ook de afbakening van de begrippen tweetalig en meertalig.
6
Ambitiedocument
Hoofdstuk
2
Meertaligheid en taalontwikkeling
Meertaligheid is in onze samenleving een normaal verschijnsel. Ongeveer 28% van de inwoners van de Europese Unie is twee- of meertalig. De EU pleit ervoor dat alle Europeanen tenminste twee andere talen leren naast hun moedertaal. Fries is de tweede nationale taal naast het Nederlands. Daarnaast worden in gezinnen in Fryslân ook andere streektalen gesproken, zoals het Bildts en Stellingwerfs. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat meertaligheid leidt tot cognitieve1, talige, sociale, economische en culturele voordelen die voor de lange termijn gelden. Het opgroeien in een rijke taalomgeving werkt positief door op de ontwikkeling van jonge kinderen. Meertalige kinderen ontwikkelen zich ‘taliger’ dan hun eentalige leeftijdgenoten. Een meertalige ontwikkeling stimuleert bovendien de algemene cognitieve ontwikkeling van kinderen.2 Een stevige talige basis bevordert het succesvol doorlopen van het onderwijstraject. Vele onderzoeken wijzen uit dat kinderen die goed onderwijs hebben genoten in hun thuistaal beter presteren in het ontwikkelen en het leren van de tweede en derde taal.3 Onderzoek onder peuters in de provincie Fryslân4 (Dijkstra, 2011) wijst uit dat er op een leeftijd van 3,5 jaar geen significante verschillen zijn tussen Friestalige en Nederlandstalige peuters wat betreft hun passieve woordenschat in het Nederlands.
1 https://pure.knaw.nl/portal/en/clippings/de-kruistocht-voor-meertaligheid%281ff42d42-de1f-4672-b170-ff1d5fa82334%29.html 2 Worrell, 1972; Lambert et al., 1993; Myers, 1995; Bialystock, 2004; Price, 2004; Keshavarz & Asteneh, 2004; Herder & De Bot, Van Ruijven, De Houwer, 2005; Baker, 2008; van Ruijven & Ytsma, 2008; de Houwer, 2009; Grosjean, 2010; Goorhuis-Brouwer, 2012. 3 Campos & Rosenberg, 1995; Cummins, 2000; De Houwer, 2009; Grosjean 2010. 4 Dijkstra, 2011
Taalryk foarskoalsk Fryslân
7
Ook spreken Friestalige kinderen die veel Nederlands horen in de omgeving op deze leeftijd niet beter Nederlands dan kinderen die opgroeien in een overwegend Friestalige omgeving (incl. peuterspeelzaal). Landelijk is er veel aandacht voor het bestrijden van taalachterstand bij allochtonen. Impliciet wordt taalachterstand bij niet-westerse allochtonen gekoppeld aan meertaligheid, omdat vaak enkel naar de beheersing van de Nederlandse taal wordt gekeken. Maar als het taalniveau van de moedertaal past bij de ontwikkelingsleeftijd van het kind, is er geen sprake van een taalprobleem. Er is dan slechts een achterstand in de ontwikkeling van het Nederlands, die op de basisschool snel zal worden ingehaald. Ook landelijk onderzoek wijst uit dat taalachterstanden niet zozeer te maken hebben met meertaligheid, maar met het ontbreken van een rijke talige omgeving. Dit wordt bevestigd door het feit dat er, bijvoorbeeld op het gebied van woordenschatontwikkeling in het Nederlands, geen verschil is tussen (tweetalige) westerse allochtonen en autochtone Nederlanders.5 Voor het ontwikkelen van een positieve houding ten opzichte van meertaligheid is volgens wetenschappers de rol van het onderwijs heel belangrijk. Voor de ontwikkeling en verwerving van een minderheidstaal geldt dit extra. Als een school geen steun geeft aan de minderheidstaal en meertaligheid, dan is de kans aanwezig dat het belang en het gebruik van de minderheidstaal zullen verminderen en de dominante taal (vaak de staatstaal) nog meer status krijgt.6 Meertaligheid biedt vooral kansen voor kinderen op de langere termijn. Zo kijkt ook provincie Fryslân tegen meertaligheid aan en stimuleert zij een doorgaande lijn; vanaf de geboorte tot en met het hoger onderwijs.
5 6
Kuiken, 2005. De Houwer Campos & Rosenberg, 1995; Cummins, 2000; De Houwer; 2009; Grosjean, 2010.
8
Ambitiedocument
Hoofdstuk
3
Beleid provincie Fryslân
In 2006 bracht de provincie Fryslân de notitie ‘Boppeslach’ uit. ‘Boppeslach’ heeft als doel de kwaliteit van het Friese basisonderwijs op de terreinen onderwijskundige kwaliteit en integraal taalbeleid te verbeteren. Wat betreft het integraal taalbeleid worden de scholen begeleid om de positie van meertaligheid in het algemeen en Fries in het bijzonder te expliciteren en te versterken. In 2010, tijdens de eerste evaluatie, bleek dat er al goede stappen waren gezet in de richting van kwaliteitsverbetering en taalbeleid, maar dat de implementatie daarvan meer tijd zou kosten. Daarom is er een vervolgnotitie geschreven. Deze aanvullende nota geldt tot en met 2015. 2015 is een jaar van evaluatie en goede afronding. Het zal ook gebruikt worden om nieuw beleid in te richten, gebaseerd op de goede stappen die eerder gezet zijn, maar vooral met de ambitie om te vernieuwen en aan te sluiten bij de huidige praktijk. De koers zal opnieuw worden bepaald, waarin 2016 een overgangsjaar zal zijn. Tot en met 2016 geldt immers de integrale beleidsnota ‘Grinzen oer’ en wordt er vanuit de provincie gewerkt om de daar genoemde doelstellingen, bijvoorbeeld met betrekking tot meertaligheid in de voorschoolse periode, te behalen. De ervaringen die in 2015 worden opgedaan en die in 2016 verder worden uitgewerkt, vormen onderdeel van de vaststelling van de opvolger van de nota ‘Grinzen oer’, inhoudelijk en mogelijk qua bekostiging. Deze zal gelden van 2017 tot 2020.
Taalryk foarskoalsk Fryslân
9
3.1 n Ontwikkeling en flankerend beleid Positie gemeenten Aan de ene kant krijgen gemeenten een steeds nadrukkelijker regierol en meer verantwoordelijkheid op het gebied van voorschoolse educatie. Dit schept de mogelijkheid om de meertalige omgeving waarin de Friese peuters opgroeien mee te nemen in het voorschoolse en VVE-beleid. Aan de andere kant is de bewegingsvrijheid van gemeenten beperkt omdat het Rijk scherpe eisen stelt aan de vormgeving van het voorschoolse aanbod. Met de focus op veiligheid, inspecties en het aanbod aan doelgroepkinderen staan kindercentra als laagdrempelige basisvoorziening onder druk. Bij de kindercentra wordt soms te weinig ruimte gevoeld om naast deze landelijke verplichtingen ook nog te participeren in bijkomende provinciale ambities. Dit heeft gevolgen voor de manier waarop de activiteiten van de CAG-organisaties moeten worden gepresenteerd aan het werkveld. Toegankelijkheid, toepasbaarheid en een duidelijke toegevoegde waarde van activiteiten enerzijds en het kunnen meedenken en bieden van service door de uitvoerende organisaties anderzijds zijn hierbij van essentieel belang. Bezuinigingen Veel Friese gemeenten zijn genoodzaakt te bezuinigen. De CAG constateert dat de bezuinigingen vaak voorzieningen op het gebied van sport en welzijn treffen. Zo worden kleinere bibliotheken bedreigd met sluiting. Dit kan een negatief effect hebben op het voorleesgedrag van ouders en het leesgedrag van kinderen. Tevens hebben instellingen minder financiële ruimte, waardoor ze minder (educatieve) materialen aan kunnen schaffen. Harmonisatie In 2017 verdwijnt de peuterspeelzaal als aparte voorziening. De eisen en de financieringssystemen van de peuterspeelzalen en kinderopvang worden geharmoniseerd. Dit heeft grote financiële gevolgen. Voor het verblijf op een kindcentrum wordt de ouderbijdrage in veel gevallen hoger. Niet alle gezinnen komen in aanmerking voor de wettelijke kinderopvangtoeslag of een gemeentelijke tegemoetkoming. Het valt te verwachten dat deze ontwikkeling effect zal hebben op het aantal 0-4 jarigen dat een voorschoolse voorziening bezoekt. Krimp De komende beleidsperiode hebben we te maken met een afname van het aantal 0-4 jarigen. De krimp treft het ene deel van Fryslân meer dan het andere. Vooral plattelandsgebieden krijgen ermee te maken. Meer informatie over de ontwikkelingen in de populatie van jeugdigen is in de bijlage opgenomen. De combinatie van krimp, bezuinigingen en hogere exploitatiekosten door landelijke eisen leidt in sommige gevallen tot sluiting van voorschoolse centra. Voor de werkzaamheden van de CAG-organisaties heeft dit de volgende consequenties: • De provincie Fryslân heeft aan het SFBO de opdracht gegeven om het aantal voorschoolse voorzieningen met een meertalig aanbod uit te breiden. Dit wordt gemeten in absolute aantallen. Indien het aantal voorschoolse voorzieningen in Fryslân sterk afneemt, kan dit effect hebben op de haalbaarheid van deze opdracht (het streefgetal blijft immers gelijk in een afnemende markt). Het SFBO heeft hierover contact met de provincie.
10 Ambitiedocument
• O mdat de krimp vooral in de plattelandsgebieden optreedt, zullen relatief meer kinderen opgroeien in verstedelijkte omgevingen met een relatief zwakke positie van het Fries. Dit vergroot de noodzaak om door provinciaal beleid en de activiteiten van de verantwoordelijke organisaties de positie van het Fries in die verstedelijkte omgevingen te versterken.
Taalryk foarskoalsk Fryslân 11
Hoofdstuk
4
Ambities CAG 2015-2018
4.1 n Voorlichtingsactiviteiten Inleiding De mate waarin ouders de taal doorgeven aan hun kinderen, in het model van de Unesco ‘intergenerational language transmission’ genoemd, is voor een (aanzienlijk) deel bepalend voor de vitaliteit van die taal. Taaloverdracht thuis is belangrijker voor het voortbestaan van de taal dan andere onderdelen uit dit model, zoals de overdracht via media of het onderwijs.7 In het algemeen kan gezegd worden dat een taal verdwijnt als het niet van ouder op kind doorgegeven wordt.8 Bovendien heeft een taal die je van huis uit meekrijgt een andere emotionele waarde dan een op school geleerde taal. In de volgende paragrafen worden de ambities van de gezamenlijke CAG-leden voor de periode 2015-2018 op het gebied van oudervoorlichting weergegeven. Deze zijn onderverdeeld in informatiematerialen (4.1.1.) en voorlichtingsactiviteiten en ondersteuning op het gebied van het meertalig opvoeden (4.1.2). De actuele ambities worden steeds ingeleid door de (verkorte) weergave en evaluatie van de ambities uit de voortgangsnotitie 2012-2015.
7 8
http://www.lel.ed.ac.uk/~antonell/ Fishman, 1991.
12 Ambitiedocument
4.1.1 n Informatiemateriaal gericht op ouders Deze paragraaf is onderverdeeld in a) folders en dvd’s en b) websites en social media.
Folders en dvd’s Samenvatting ambities 2012-2015 In de periode vóór 2012 waren de volgende folders en dvd’s beschikbaar: • De folder ‘Talen kleuren je leven’ (voor ouders), met bijbehorende dvd. • De brochure ‘Meartaligens yn it deistich libben’ met informatie over meertaligheid en de ontwikkelingsfasen van 0-5 jaar. • De dvd ‘Troch mei talen’ met informatie over meertalig voorschools en primair onderwijs. • De CAG gaf aan de inhoud en de distributiekanalen van het materiaal te willen evalueren en de uitkomsten mee te nemen in het vervolg van dit materiaal.
Voortgang & evaluatie In de jaren 2012-2015 is een goede stap gemaakt wat betreft de samenwerking tussen de CAG-leden op het gebied van voorlichtingsmateriaal. De inhoud en distributie van de materialen worden inmiddels in nauw overleg tussen de leden vormgegeven. Uit de diverse CAG-overleggen kwam naar voren dat er behoefte was aan een verschuiving van generiek naar specifiek voorlichtingsmateriaal over tweetaligheid. De taalontwikkeling bij een van huis uit Friestalig kind verloopt anders dan die van een kind in bijvoorbeeld een Nederlands-Turks gezin. Om zorgen en verkeerde verwachtingen te voorkomen dient hier in de informatievoorziening rekening mee te worden gehouden. Verder leiden jonge ouders een druk bestaan. De kans dat verstrekte informatie kwijtraakt, wordt genegeerd of vergeten is aanmerkelijk. Dit betekent dat informatie moet worden herhaald. Dezelfde boodschap zal op verschillende momenten en op verschillende manieren moeten worden verstrekt. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de levensfase van het kind. Met deze overweging heeft de CAG de afgelopen jaren een aantal nieuwe informatiematerialen ontwikkeld, zoals de bewaar-informatieboekjes ‘Wolkom op ús bernedeiferbliuw’ en ‘Wolkom op ús pjutteboartersplak’, het Taalgroeiboekje en de Taalgroeimeter. De bestaande folder ‘Talen kleuren je leven’ is herschreven en de Boekstartfolder van Stichting Lezen bevat sinds 2014 in Fryslân informatie over meertaligheid. Daarnaast wordt zowel in de reguliere als in de speciale editie van het tijdschrift Heit & Mem structureel aandacht besteed aan meertaligheid en in de ‘Heit & Mem-foarlêsgids’ ook. Het figuurtje Tomke wordt in de materialen regelmatig als herkenbaar meertalig boegbeeld ingezet. De distributie van de materialen vindt plaats via de organisaties van de CAG. Zo komen de materialen breed via kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, consultatiebureaus, bibliotheken, boekhandels, gezinsbeurzen, basisscholen en gemeentehuizen bij de opvoeders terecht.
Taalryk foarskoalsk Fryslân 13
Ambities 2015-2018 De CAG is tevreden met het arsenaal aan voorlichtingsmateriaal dat de afgelopen vier jaar is ontwikkeld. Het up-to-date houden en bijdrukken daarvan lijkt vooralsnog voldoende. De Heit & Mem-publicaties vormen hierop een uitzondering; de inhoud van deze magazines zal regelmatig moeten worden vernieuwd. De grootste uitdaging blijft het ervoor zorgen dat de informatie op het juiste moment terecht komt bij de doelgroepen waarvoor deze is bestemd. In paragraaf 4.1.2 wordt hier verder op ingegaan.
Websites en social media (Heit & Mem, Tomke, Taalgroeimeter, Taalgroeiboekje) De organisaties die deelnemen in de CAG hebben allemaal hun eigen (organisatie)websites. Er zijn echter ook enkele websites die specifiek de doelgroep jonge ouders in Fryslân bedienen met informatie over meertaligheid, en die worden gecoördineerd door één of meer CAG-leden. In deze paragraaf worden de stand van zaken en ambities op dit gebied beschreven. Samenvatting ambities 2012-2015 In de voortgangsnotitie 2012-2015 stelde de CAG dat de websites Heit & Mem en Tomke een groot bereik hebben. De CAG gaf aan te willen inventariseren hoe het bereik van en de samenhang tussen verschillende sites kan worden versterkt. Tevens wilde men onderzoeken of er behoefte is aan een vraagbaak voor ouders en leidsters, die op deze en/of andere websites kan worden geplaatst.
Voortgang en evaluatie • In 2014 is de vernieuwde Tomke-website online gegaan. Ook via social media worden mensen op de hoogte gehouden over zaken omtrent meertaligheid en het Fries. De Facebook pagina’s, die de Afûk coördineert, hebben veel volgers: Heit & Mem heeft zo’n 4.600 volgers, Praat mar Frysk zo’n 12.300 en Tomke zo’n 1100 likes en volgers (cijfers van april 2015). Ook worden de ‘communities’ door social media (Facebook, Twitter en Pinterest) steeds groter. • Het SFBO heeft voor de uitgaven van de Taalgroeimeter en het Taalgroeiboekje aparte websites ontwikkeld die één geheel vormen met het bijbehorende voorlichtingsmateriaal. Ze bieden extra informatie aan zoals filmpjes, spelmaterialen, achtergrondinformatie en links naar verwante websites. • De provinsje Fryslân heeft de website drietalen.nl opgezet, met als doel de informatie voor ouders van kinderen in de leeftijd 0-4 jaar, de basisschoolleeftijd en de leeftijd 12+ te bundelen. Ambities 2015-2018 • De Afûk vernieuwt de Heit & Mem website door het een nieuwe uitstraling te geven en de voorlichting over het tweetalig/meertalig opvoeden nog meer toe te spitsen op de thuissituatie van de betreffende gezinnen. Er zal aandacht geschonken worden aan de doorgaande (leer)lijn van het Fries in het onderwijs en de leesbevordering van het Fries van kinderen van 0 t/m 12 jaar. • De website drietalen.nl wordt geïntegreerd binnen de site van Heit & Mem. Hiermee wordt aangesloten op de koers die is ingezet met de informatiefolders. Het is een wens om de websites www.heitenmem.nl en www.tomke.nl zo veel
14 Ambitiedocument
mogelijk interactief en actueel te maken en te houden. Dat betekent dat er structureel moet worden gewerkt aan de actualiteit van deze websites. • De CAG-leden willen graag informatie over de voordelen van meertalig opvoeden opnemen op de site van GGD Fryslân, inclusief duidelijke links naar bestaande sites over meertalig opvoeden van bijvoorbeeld de Afûk en de Taalgroeimeter van het SFBO.
4.1.2 n Voorlichtingsactiviteiten en ondersteuning op het gebied van het meertalig opvoeden In deze paragraaf worden de acties beschreven die de CAG-leden gezamenlijk ondernemen om de informatie over meertaligheid goed terecht te laten komen bij de doelgroepen waarvoor deze is bedoeld. Het gaat om de distributie van voorlichtingsmateriaal, maar ook om het verstrekken van (face-to-face) advies. Samenvatting ambities 2012-2015 • Voor de periode 2012-2015 gaf de CAG aan op het gebied van voorlichtingsactiviteiten het volgende te willen ondernemen c.q. voortzetten: • ‘Taaltaskes’: Dit belangrijke informatiemiddel wordt tot op heden samengesteld door de Afûk en bij geboorte-aangifte uitgegeven door 22 van de 27 Friese gemeenten. • ‘Tomke-ochtenden’: Een combinatie van een Tomke handpoppenvoorstelling en laagdrempelige informatieverstrekking over taalaanbod en meertalig opvoeden. De voorstellingen worden ingehuurd door kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en bibliotheken. • ‘Heit & Mem gezinsbeurs’: Een beurs gericht op opvoeders van kinderen van 0-12 jaar in samenwerking met WTC Expo in Leeuwarden. De organisaties van de CAG worden in de uitvoering daarvan opgenomen. • De CAG-leden zien het SFBO als de aangewezen organisatie om ouderavonden over meertaligheid te verzorgen op kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en gastouderopvang; Cedin verzorgt de informatieverstrekking op basisscholen. • Een ander kanaal dat in principe zeer geschikt is voor de verspreiding van informatie over meertaligheid aan jonge ouders is de Jeugdgezondheidszorg (JGZ), met name de consultatiebureaus. De CAG wil graag onderzoeken of standaardisering in de voorlichting wenselijk is (bijv. door het werken met vaste informatiebrochures en/of een checklijst). • Sommige ouders krijgen te maken met logopedie en krijgen soms van logopedisten het advies kun kind enkel Nederlandstalig op te voeden om problemen te voorkomen. Taalkundigen geven juist vrij unaniem aan dat een meertalige opvoeding niet leidt tot (verergering van de) problemen. Met het oog hierop willen de CAG-partners de voorlichting over meertaligheid aan logopedisten verbeteren, zowel op het gebied van meertaligheid binnen het gezin als in de logopedische therapie.
Voortgang en evaluatie • In de beleidsperiode 2012-2015 is de verspreiding van de Taaltaskes van de provincie Fryslân doorgezet. Het aantal gemeenten dat hierin participeert is - als men de herindeling buiten beschouwing laat - gelijk gebleven. De inhoud van het Taaltaske
Taalryk foarskoalsk Fryslân 15
•
•
•
• •
wordt regelmatig vernieuwd, op verzoek van gemeenten en in overleg met de relevante partners. Vanaf 2012 hebben verschillende Tomke-voorstellingen plaatsgevonden. In 2014 is de voorstelling ‘De Hutselfrutsel’ zo’n 80 keer gespeeld. Hierdoor is het bereik groot, vooral bij ouders en kinderen die wat minder snel in aanraking komen met (Friestalig) theater. Zo zijn de voorstellingen samen met de materialen die worden uitgedeeld (o.a. de folder ‘Talen kleuren je leven’ en Tomke-materialen) een goed en laagdrempelig voorlichtingsonderdeel. In 2013 en 2014 vond de beurs Gezin/Heit & Mem plaats in het WTC Expo in Leeuwarden. Hierin participeerden de meeste leden van de CAG-Voorschools. De beurs trok duizenden bezoekers. Maar de organisatie van de beide beurzen vroeg veel inspanning van de desbetreffende partijen en de (winst)opbrengsten vielen tegen. De informatieverstrekking via consultatiebureaus heeft vanaf 2014 in de gemeenten Súdwest-Fryslân en Littenseradiel een stevige impuls gekregen met de start van de pilot ‘Oerdracht thústaal’. Deze pilot richt zich op ouders die hun kind wel tweetalig willen opvoeden, maar hier in de praktijk moeilijkheden mee ondervinden omdat het Nederlands in hun situatie dominant is. Het gaat specifiek om tweetalige ouderstellen en gezinnen in grotere (overwegend Nederlandstalige) woonplaatsen. Op verzoek van de betreffende gemeenten zijn de medewerkers geschoold in het signaleren van deze thematiek. Zij kunnen ouders bovendien extra consulttijd aanbieden om tips door te nemen om de tweetalige ontwikkeling van de kinderen te bevorderen. De tips zijn verzameld in het Taalgroeiboekje, dat wordt meegegeven aan de ouders. De pilot duurt drie jaar. Onder logopedisten zijn posters en boekjes van ‘Rinze de Kikkert’ (project Afûk) verspreid. In de periode 2012-2015 heeft de Afûk deelgenomen aan bevallingsvoorlichtingsavonden van de ziekenhuizen in Leeuwarden en Heerenveen. In 2015 is geëvalueerd dat het bereik hiervan te beperkt is en daarom wordt er een nieuwe opzet gemaakt om deze doelgroep beter te bereiken.
Ambities 2015-2018 • Omdat het Taaltaske een bijna provinciebrede dekking heeft, adviseert de CAG de provincie door te gaan met deze activiteit. Een versterking zou kunnen plaatsvinden door het meer te integreren binnen de activiteiten van Heit & Mem (tijdschrift, website, Facebook). De CAG wil betrokken worden bij de evaluatie en distributie. • Vanwege het laagdrempelige bereik van kinderen en opvoeders zou de Tomkevoorstelling als vast onderdeel opgenomen moeten worden in het Tomkeprogramma. Punt van zorg is of de voorstelling in de bestaande uitvoeringsvorm en frequentie gehandhaafd kan blijven. De Afûk zou graag met de CAG willen kijken naar opvolging en mogelijke andere uitvoering(en). • Het geven van voorlichting over meertaligheid aan ouders via de kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en gastouderopvang is een essentieel onderdeel van het versterken van het voorschoolse meertalige onderwijs. Het SFBO wil deze activiteit de komende jaren blijven uitvoeren. De overige CAG-instellingen schakelen het SFBO in op het moment dat er voorlichtingsactiviteiten voor ouders op het gebied van meertaligheid zijn. • Het WTC Expo heeft besloten om niet verder te gaan met de Heit & Mem Beurs. De Afûk zoekt naar mogelijke andere activiteiten die de beurs kunnen vervangen. Vanaf 2015 wil de organisatie zich in samenwerking met andere CAG-Voorschools-
16 Ambitiedocument
leden richten op verloskundigen om de doelgroep aanstaande ouders te bereiken. Daarnaast worden in veel gemeenten tegenwoordig ‘ouder-en-kind-cafés’ georganiseerd. Doel daarvan is het uitwisselen van ervaringen wat betreft de opvoeding van kinderen. Heit & Mem wil van deze gelegenheden gebruik maken om bijvoorbeeld ook meertalig onderwijs onder de aandacht van ouders te brengen. Over de precieze inhoud en de organisatie zal worden overlegd met de desbetreffende partners. • Indien de JGZ voor de gemeente een uitvoerende rol heeft in prenatale voorlichting dan kunnen taalkeuze (welke taal spreek je straks met je kind) en informatie over de voordelen van een meertalige opvoeding opgenomen worden in het aanbod van de JGZ. Afhankelijk van de effecten van de bovengenoemde pilot ‘Oerdracht thústaal’ is het de ambitie om dit project na Súdwest-Fryslân en Littenseradiel ook op consultatiebureaus in andere gemeenten uit te voeren. • SFBO en Afûk werken samen met andere partners zoals de Fryske Akademy aan het opzetten van een panel van jonge ouders. Het panel zal worden ingezet om de bruikbaarheid en effectiviteit van adviezen en (informatie)materiaal op het gebied van meertalig opvoeden te onderzoeken.
4.2 n Beschikbaarheid voorschoolse meertalige voorzieningen Of er thuis nu Fries, Nederlands of een andere taal wordt gesproken, voor ouders die willen dat hun kinderen later actief tweetalig worden is een gecertificeerde ‘Berneopfang foar twatalige ûntwikkeling’ of dito peuterspeelzaal vaak een onmisbare voorziening. Daarom heeft de provincie de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de realisatie van tweehonderd tweetalige peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. De voorzieningen worden begeleid en gecertificeerd door het SFBO. De tweehonderd voorzieningen hebben een provinciale dekking van rond de 50%. In deze paragraaf blikken we weer kort terug op de ambities uit de vorige nota en formuleren we hierna de doelen voor de periode 2015-2018. Samenvatting ambities 2012-2015 In deze periode sprak de provinsje Fryslân de ambitie uit om het aantal tweetalige voorschoolse voorzieningen te doen toenemen van 100 naar 200. De CAG ondersteunde de ambitie van het SFBO om hierbij extra aandacht te geven aan de stedelijke situaties. De ervaring leert dat in dominant Nederlandstalige omgevingen er een vergrote kans is dat een tweetalige (Fries-Nederlandse) opvoeding niet lukt. Fries- of tweetalige opvang kan de kans van slagen doen toenemen. Ook wilde de CAG onderzoeken of de werkwijze van het SFBO mogelijk moet worden aangepast aan situaties waarbij naast het Fries en Nederlands vaak sprake is van buitenlandse talen.
Voortgang & evaluatie In de jaren 2012-2015 is er veel veranderd in de voorschoolse sector. De economische crisis heeft zijn sporen nagelaten in de sector kinderopvang, resulterend in stijgende kosten en afname van vraag. In deze roerige tijden is het aanbod tweetalige opvang en peuterspeelzaalwerk naar verhouding op peil gebleven. Wel is het SFBO veel tijd kwijt
Taalryk foarskoalsk Fryslân 17
aan begeleiding van steeds wisselende teams en het opnieuw invoeren van tweetalig beleid na reorganisaties en overnames. Ook is eind 2014 duidelijk geworden dat voor het halen van de provinciale doelstelling van tweehonderd locaties waarschijnlijk een half jaar extra tijd nodig zal zijn. Het SFBO streeft ernaar dat vijftig van de tweehonderd tweetalige locaties te vinden zullen zijn in de grotere, dominant Nederlandstalige woonplaatsen. Omdat juist in de grotere woonplaatsen de onrust in de sector groot is, staat dit streven onder druk, maar blijft vooralsnog wel overeind. Ambities 2015-2018 Eind 2015 voert ongeveer de helft van de locaties van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk een tweetalig beleid of is bezig dit te implementeren. De ambitie is dat het percentage eind 2018 op 70% ligt, om tot 2022 verder uit te groeien naar 80%. Door een combinatie van factoren maken veel ouders gebruik van gastouderopvang. Het is belangrijk dat ook in die context de meertaligheid van de kinderen op de juiste wijze wordt ondersteund. Het SFBO heeft daarom het certificaat ‘Gastâlder foar meartalich opgroeien’ ontwikkeld. Deelnemers kunnen dit certificaat behalen d.m.v. het volgen van twee instapcursussen, gevolgd door een jaarlijkse herhalingscursus. De cursussen kennen een theoretisch en een praktisch gedeelte. Het SFBO wil ieder jaar 50 nieuwe gastouders bereiken met dit traject.
4.3 n De doorgaande lijn Inleiding Voor kinderen die een tweetalige voorschoolse voorziening hebben bezocht is het zeer aan te bevelen dat er op de basisschool ook ruim aandacht wordt besteed aan het Fries. Vooral kinderen die thuis geen Fries horen, lopen anders een risico de basisvaardigheden die ze hebben opgedaan in deze taal weer kwijt te raken. Maar ook bij van huis uit Friestalige kinderen komt het voor dat ze op 5-jarige leeftijd hun moedertaal ‘kwijtraken’. Vooral in steden en de grotere woonplaatsen speelt dit verschijnsel. De CAG heeft er daarom in de vorige nota voor gepleit de positie van het Fries in deze woonplaatsen te versterken. Omdat stadsscholen de uitdaging om het Fries door de hele school heen een stevige plek te geven soms nog als te groot ervaren, richt de CAG zich in eerste instantie op de positie van het Fries in de onderbouw. Samenvatting ambities 2012-2015 In de voortgangsnotie 2012-2015 stelde de CAG dat het realiseren van een doorgaande lijn een langdurig en complex proces is met zowel een instrumentele (kindvolgsysteem) als een organisatorische component (opzetten educatieve netwerken). De CAG zag de volgende mogelijkheden om deze processen positief te beïnvloeden: • Door het ontwikkelen van een aanbod voor (bij)scholing van JGZ-medewerkers, zodat zij beter in staat zijn een onderscheid te maken tussen het risico op een taalarme omgeving, taalstoornissen en de tijdelijke afwijkende ontwikkeling van het Nederlands door een Friestalige, anderstalige of meertalige thuissituatie. • Door het gebruik van een kindvolgsysteem te stimuleren waarmee de meertalige ontwikkeling goed kan worden gevolgd.
18 Ambitiedocument
• D oor aan te sluiten bij bestaande netwerken, de doorgaande lijn, VVE, gemeentelijke bijeenkomsten etc. om zodoende de meertaligheid voortdurend onder de aandacht te brengen en te houden. • Door de meertaligheid in te brengen in trainingen in het kader van VVE, Vvesterk en voor- en vroegschoolse programma’s. • Door te onderzoeken of de ontwikkeling van een tweetalig dan wel drietalig concept dat (in eerste instantie) enkel gericht is op de onderbouw, de afstemming tussen voorschools en basisonderwijs kan versterken.
Voortgang & evaluatie Op het gebied van de doorgaande lijn is in de jaren 2012-2015 het nodige werk verzet. Een opsomming: • Diverse VVE-methoden zijn geheel dan wel gedeeltelijk vertaald in het Fries. • Het SFBO wordt door VVE-trainers ingeschakeld om cursisten te informeren over de specifieke kenmerken van een meertalige taalontwikkeling bij jonge kinderen. • In de gemeenten Súdwest-Fryslân en Littenseradiel zijn JGZ-medewerkers ook getraind in deze thematiek. • C edin en het SFBO werken nauw samen om te bewerkstelligen dat in zoveel mogelijk woonplaatsen in Fryslân een combinatie tweetalige peuterspeelzaal/ Trijetalige Skoalle tot stand komt. In overleggen van bijvoorbeeld dorpsnetwerken wordt dit onderwerp door Cedin en het SFBO op de agenda gezet. • Voor stedelijke, dominant Nederlandstalige woonplaatsen is een pilot gestart om Fries een grotere plek te geven in de onderbouw, in aansluiting op het tweetalige voorschoolse onderwijs. Om scholen hierbij te ondersteunen is een pool van vrijwillige moedertaalsprekers opgericht; deze vrijwilligers voeren in aanvulling op de reguliere Friese lessen extra activiteiten uit met de onderbouwleerlingen en hanteren het Fries hierbij als voertaal. Inmiddels zijn in totaal achttien scholen in Leeuwarden, Sneek, Bolsward en Heerenveen actief in deze pilot. • Scholen die door de pilot in de onderbouw overtuigd raken van de mogelijkheden van een meertalig beleid, kunnen sinds 2013 doorgroeien naar een startvariant van de Trijetalige Skoalle, speciaal gericht op stadssituaties. • Het invoeren van een overdrachtsformulier meertaligheid blijft lastige materie, vanwege de hoeveelheid organisaties die betrokken is bij de ontwikkeling hiervan. Daarbij komt dat zo’n instrument een papieren tijger blijft, indien de afzonderlijke instellingen die annex zijn met die doorgaande lijn niet ieder zelf een duidelijke betrokkenheid hebben bij dit onderwerp. Andersom wordt de realisatie van de doorgaande lijn in het taalaanbod sterk vereenvoudigd in gemeenten waarin de meerderheid van de scholen en voorschoolse instellingen vooruitstrevende ambities hebben op het gebied van meertaligheid, zo leert de ervaring9. Ambities 2015-2018 In het licht van het bovenstaande pleit de CAG-Voorschools voor verdere uitbreiding van het aantal beschikbare voorzieningen die een doorgaande lijn mogelijk maken. Hierbij moet rekening worden gehouden met een spreiding in de provincie, waardoor het voor zoveel mogelijk kinderen mogelijk is om de ingezette leerlijn op het gebied van meertaligheid te blijven volgen.
9 Zo heeft de gemeente Dantumadeel in samenwerking met het onderwijsveld een taalbeleidsplan ontwikkeld waarin voor alle scholen concrete doelen Fries en Nederlands aan het begin en het eind van de onderbouw zijn geformuleerd, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de thuistaal van de leerlingen. Het ligt in de lijn der verwachting dat een dergelijk plan de focus van de individuele PW’ers en leerkrachten aanscherpt en opbrengstverhogend werkt.
Taalryk foarskoalsk Fryslân 19
De CAG-Voorschools streeft ernaar dat de extra inzet op de doorgaande leerlijn meertaligheid in steden en grotere, dominant Nederlandstalige woonplaatsen in 2018 resulteert in dertig scholen waar het model voor Fries in de onderbouw voor stadsscholen is ingevoerd. Tien scholen met dit model zijn doorgestroomd naar de startvariant Trijetalige Skoalle.
4.4 n Taalvaardigheid en kennis meertaligheid in initiële opleidingen Pedagogisch werkers (PW’ers) in de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk vormen een onmisbare schakel in de taaloverdracht tussen generaties. In de tweetalige provincie Fryslân dienen PW’ers ten minste kennis te hebben van de specifieke kenmerken van een tweetalige ontwikkeling en tevens van de methoden en materialen die kunnen worden ingezet om deze te stimuleren. Daarnaast is het van belang dat er voldoende PW’ers beschikbaar zijn met een goede beheersing van de Friese taal, zodat deze vaardigheid in elk team aanwezig is. Samenvatting ambities 2012-2015 Het SFBO verzorgt een module meertalige opvoeding aan de opleidingen Pedagogisch Werker (niveau 3 en 4) en Onderwijsassistent van de Friese ROC’s. De CAG werkt de komende jaren graag aan het versterken en verder integreren van dit aanbod in het curriculum van de ROC’s en de bacheloropleidingen van de Friese PABO’s. Ook levert de CAG graag een bijdrage aan het verbeteren van de kwaliteit van het Fries taalgebruik van de toekomstige PW’ers. De CAG ziet graag dat werkgevers in de kinderopvang een certificaat voor de beheersing van de Friese taal als pre beschouwen bij sollicitaties. Mogelijk kan dit in het werkveldoverleg tussen opleidingen en werkgevers worden geregeld. De CAG vraagt de provincie hier een stimulerende rol in te spelen.
Voortgang & evaluatie Cedin heeft van de provincie de opdracht gekregen om de ROC’s te ondersteunen bij het opnemen van het Fries in het curriculum van verschillende opleidingen. Samenwerking tussen Cedin, Afûk en ROC Friese Poort heeft geresulteerd in de digitale lesmodule ‘Fryske Taal en Kultuer’, gericht op de opleidingen Zorg en Welzijn. Het materiaal en de nieuwe digitale omgeving zijn in het schooljaar 2014/2015 in gebruik genomen. Het doel van het project ‘Fries op ROC Friese Poort’ is om met het nieuwe digitale materiaal het Fries een (betere) plaats te geven in het programma-aanbod van ROC Friese Poort op alle locaties (Leeuwarden/Sneek/Dokkum/Drachten). Er is in 2015 een vakgroep Fries in het leven geroepen met docenten van ROC Friese Poort. Ambities 2015-2018 • De samenwerkingsverbanden tussen ROC Friese Poort, Cedin, SFBO en Afûk en eventuele andere partners dienen aangehouden en versterkt te worden. Door de fusies van de opleidingen Onderwijsassistent (OA) en Pedagogisch Werk (PW) veranderen er zaken binnen de ROC’s. De CAG-Voorschools wil op de hoogte blijven van de ontwikkelingen.
20 Ambitiedocument
• R OC Friese Poort, Afûk, Cedin, Venturaplus en KERN ontwikkelen samen een keuzedeel ‘Fries in de beroepscontext’ voor leerlingen OA en PW. Het keuzedeel bedraagt 240 studiebelastingsuren en kan vanaf 2016/2017 worden gevolgd. • De ambitie van de Friese Poort is om het daarna op alle locaties en op alle opleidingen in het onderwijsprogramma op te nemen. • De leden van de CAG-Voorschools willen in de periode 2015-2018 acties ondernemen om ook ROC Friesland College bij deze ontwikkelingen te betrekken.
4.5 n (Multimedia)materiaal voor peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Inleiding Voor het in de praktijk brengen van een meertalig beleid hebben kinderdagverblijven en peuterspeelzalen behoefte aan aantrekkelijk materiaal, zowel tastbaar als digitaal. Er is de laatste jaren veel ontwikkeld op dit gebied, zoals educatieve Tomke-materialen, de Sânglêsrige en diverse interactieve websites (www.spultsjes.nl, www.tomke.nl). Steeds meer kinderdagverblijven en peuterspeelzalen worden door de gemeente verplicht om te werken met een VVE-methode. Dit betekent dat het ontwikkelde Friese materiaal moet aansluiten bij die methode. In deze paragraaf worden de nieuwe ambities op het gebied van materiaalontwikkeling uiteengezet. Samenvatting ambities 2012-2015 In de beleidsperiode 2012-2015 wil de CAG: • evalueren waar nog behoefte is aan aanvullende materialen en dit waar mogelijk meenemen in het Tomke-project. • inventariseren welke aanvullingen van Fries materiaal op het aanbod van VVEmateriaal nodig zijn. Hierbij is de wens van de Afûk en het SFBO om te kijken naar een specifiek aanbod voor de instellingen die aangesloten zijn bij het SFBO. • nieuwe trends voornamelijk op multimediagebied bijhouden en waar mogelijk op aansluiten.
Voortgang & evaluatie In 2014 heeft de Afûk in alle gemeentes onderzoek gedaan onder beroepskrachten naar het gebruik en de verdere behoefte aan Tomke-materialen. Het onderzoek bevestigt de populariteit van de Tomke-materialen: 88% is bekend met het Tomke-project en 81% gebruikt de materialen (zeer) regelmatig. Professionals geven aan dat de Tomkematerialen gemakkelijk inzetbaar zijn. De taal is herkenbaar en de materialen zijn leuk, kleurig, mooi, veilig inzetbaar en zowel geschikt voor jongens als voor meisjes in de leeftijd 2-4 jaar. Bijna alle professionals vinden het belangrijk dat alle kinderen in de provincie Fryslân in aanraking komen met de Friese taal. Er is behoefte aan verschillende materialen: Tomke-boekjes met grotere platen, handpoppen van alle personages, meer Friese muziek/liedjes, knutselactiviteiten (kleurplaten/werkbladen) en motoriek-/ beweegactiviteiten. Wat materiaalontwikkeling betreft is er in deze periode in samenwerking met verschillende CAG-leden o.a. het volgende gerealiseerd: voor de groep 0-2 jarigen is een activiteitenmap ontwikkeld die aansluit op 13 thema’s van VVE-programma’s met tips
Taalryk foarskoalsk Fryslân 21
voor (taal)verwerkingen en liedjes; voor zowel thuis als voor leidsters zijn er de app ‘Hantsjes yn ‘e hichte’, ‘Lytskes’ en ‘Berneboel’ met o.a. verschillende liedjes voor jonge kinderen. Ambities 2015-2018 • De Afûk houdt zich op het moment bezig met het ontwikkelen van nieuw aanvullend VVE-materiaal, aansluitend op de in Fryslân meest gebruikte Nederlandstalige programma’s. Het materiaal baseert zich op de voorleesverhalen van Tomke en kan ook los van de VVE-programma’s gebruikt worden. Het materiaal sluit tevens aan bij de thema’s van de nog in ontwikkeling zijnde digitale leeromgeving van het primair onderwijs. Na de ontwikkeling van het basismateriaal zal de focus liggen op de implementatie en de doorontwikkeling, om zo kinderdagverblijven en peuterspeelzalen structureel nieuwe prikkels en stimulans te kunnen bieden voor het werken met het materiaal. • Cedin gaat een meertalige inspiratiebox Wetenschap en Techniek ontwikkelen voor de voor- en vroegschool. Deze box is in het voorjaar van 2015 klaar voor gebruik en kan zowel op peuterspeelzalen, kinderopvanginstellingen als op het MBO en de PABO ingezet worden. • Daarnaast geeft Cedin uitvoering aan het VVE-thuisprogramma van het Nederlands Jeugd Instituut en wil hiervoor graag een Friestalige variant ontwikkelen en uitvoeren in samenwerking met een Friestalige vrijwilliger. • De Bibliotheekservice Fryslân wil in navolging van de ontwikkelde meertalige versie van de Boekstartkoffer ook een meertalige component ontwikkelen voor het product ‘Boekstart in de kinderopvang’. Een en ander zal worden afgestemd met de CAG-partners. Deze activiteit hoort bij de ambitie om een doorlopende leeslijn 0-18 jaar te ontwikkelen, welke in Fryslân twee- of drietalig dient te zijn.
4.6 n (Multimedia)materiaal voor ouders/kinderen Om ouders bewust bezig te laten zijn met meertalig opvoeden is het belangrijk dat er voldoende aantrekkelijke materialen in het Fries beschikbaar zijn.10 Ook de distributie en toegankelijkheid van de materialen zijn een blijvend punt van aandacht. Samenvatting ambities 2012-2015 Voor de periode 2012-2015 formuleerde de CAG de volgende ambities: Te onderzoeken hoe het Tomke-project optimaal kan worden ingezet in gemengdtalige gezinnen en hoe de materialen hierop kunnen worden aangepast. Te blijven kijken naar de nieuwe ontwikkelingen op multimedia gebied en waar mogelijk hier op aansluiten. Te onderzoeken op welke manier de collectie van de bibliotheken in Fryslân t.b.v. een meertalige opvoeding meer en beter zichtbaar gemaakt kan worden en hoe het gebruik van die collectie gestimuleerd kan worden. Onderzoek te doen naar de mogelijkheid en wenselijkheid om een meertalige / Friestalige component toe te voegen aan de reeds bestaande bibliotheekprogramma’s voor kinderen van 0 tot 4 jaar.
10
Uit onderzoek van het SFBO blijkt dat óók Friestalige ouders hun kinderen nog steeds meer voorlezen in het Nederlands dan in het Fries.
22 Ambitiedocument
Voortgang & evaluatie Op het gebied van multimediamateriaal voor ouders en kinderen hebben de leden van de CAG-Voorschools het nodige ontwikkeld. Een aantal ontwikkelde apps is reeds besproken in de vorige paragraaf. Speciaal voor thuis is er o.a. een Tomke-app beschikbaar en komt er in 2015 een interactieve app bij het in 2013 uitgegeven boek ‘It grutte foarlêsboek’. Om het gebruik te stimuleren zijn de apps allemaal kosteloos verkrijgbaar. Tevens zijn in deze periode veel nieuwe (prenten)boeken voor jonge kinderen uitgebracht door verschillende uitgevers in Fryslân. Helaas is de Weekkrant Fryslân, waarin elke week een Tomke-voorleesverhaal werd opgenomen, in 2013 gestopt. Deze verhalen verschijnen nu op de Tomke-website. Cedin ondersteunt de Friestalige versie van Boekenpret in Dongeradeel in samenwerking met de bibliotheek. In de ‘Friese’ Boekstartkoffer is op initiatief van de BSF een folder opgenomen die ingaat op meertaligheid en het Fries. Alle Boekstarthoeken in de Friese bibliotheken hebben Friese boekjes gekregen. Dit geldt ook voor de wachtkamers in de Friese consultatiebureaus. Op de landelijke website van Boekstart staan boekentips voor Friese boeken. Ambities 2015-2018 • Het is wenselijk dat de Tomke-website en de Tomke-app geregeld een update krijgen. Ook zou er gekeken moeten worden naar een uitgebreidere versie van de Tomke-app, die zowel online als offline beschikbaar kan zijn. • Tomke zal als boegbeeld voor het Fries in de voorschoolse periode in 2018 een zichtbaar onderdeel worden van Lân fan Taal. In Lân fan Taal (een initiatief van Afûk en Tresoar) wordt de bezoeker op innovatieve wijze bewust gemaakt van de rol van taal en het individuele en collectieve bestaan. Centraal hierin staat het begrip ‘experience’. Meertaligheid, het ontstaan en de ontwikkeling van taal en van de creatieve expressie via taal wordt niet alleen aanschouwelijk gemaakt, de bezoeker wordt er helemaal in ondergedompeld. Van groot belang in Lân fan Taal zijn de verbindingen tussen taalgemeenschappen in Leeuwarden en Fryslân. Zij worden vanaf 2015 actief uitgenodigd om mee te bouwen en hun inbreng wordt in 2018 in Leeuwarden zichtbaar. Het gebruik van Tomke in gemengdtalige gezinnen wordt meegenomen in het panel-onderzoek dat is besproken in paragraaf 4.1.2. • Vanuit de BSF wordt gewerkt aan een ‘widget Frysk’ voor de sites van de bibliotheken. Hierdoor wordt de zichtbaarheid van de Friese collectie veel groter. Ook het vinden van boeken wordt eenvoudiger. De CAG ondersteunt de ambitie van de BSF om deze widget Frysk te verfijnen zodat Friese kinderboeken en jeugdboeken beter onder de aandacht worden gebracht voor ouders.
Taalryk foarskoalsk Fryslân 23
4.7 n Onderzoek De CAG-Voorschools ondersteunt het belang van ‘evidenced based werken’ en zoekt naar een goede onderbouwing van gezamenlijke activiteiten. Die onderbouwing kan zowel worden verkregen door het systematisch verzamelen van praktijkervaring als via het breder toepassen van kennis uit wetenschappelijk onderzoek. Verschillende CAGleden laten regelmatig toegepaste onderzoeken uitvoeren door studenten van de hogescholen, bijvoorbeeld naar de werking van bepaalde programma’s. Tegelijkertijd moet worden geconstateerd dat er sprake is van een zekere afstand tussen de instituten die (wetenschappelijk) onderzoek verrichten op het gebied van taalontwikkeling en tweetaligheid (Fryske Akademy, Mercator, lectoraat Meertaligheid, de Hogescholen, RUG) en een deel van de CAG-leden. Het blijft een uitdaging om te komen tot meer wisselwerking tussen praktijk en wetenschap.
24 Ambitiedocument
Hoofdstuk
Het Tomke-project
5
Ruim voor het verschijnen van de Nota ‘Boppeslach’ en de instelling van de CAG-Voorschools werd er in Fryslân gezocht naar manieren om ouders en leidsters van kindercentra informatie en handvatten te bieden bij een twee- of meertalige opvoeding. VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) bestaat in zijn huidige vorm eigenlijk pas vanaf ongeveer 2000. Hoewel goede VVE-methodes rekening houden met (ontwikkelings-) verschillen tussen kinderen, hebben de landelijke VVE-methodes geen rekening gehouden met de meertalige situatie zoals wij die in Fryslân kennen. Leidsters krijgen vanuit deze methodes geen handvatten aangereikt waarmee ze een rijke, volwaardige meertalige omgeving kunnen realiseren. Ook wordt er vanuit de landelijke VVEprogramma’s geen Friestalig materiaal aangeboden. Vanuit die realiteit is het Tomkeproject geboren. In 1996 is het project van start gegaan met een gratis (voorlees-) boekje. Inmiddels is het uitgegroeid tot een bekend en geliefd project waar zowel de peuters als de opvoeders grote waardering voor hebben. Het Tomke-project wordt structureel bewaakt en doorontwikkeld in een samenwerkingsverband van diverse organisaties, die er tijd, menskracht en geld in steken. Het project staat onder toezicht van het PLF (Platfoarm Lêsbefoardering Frysk). De algemene projectcoördinatie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Bibliotheekservice Fryslân en de Afûk.
Taalryk foarskoalsk Fryslân 25
Het Tomke-project bestaat uit vier vaste onderdelen, te weten: • De televisie-uitzendingen van Omrop Fryslân Elk jaar worden achttien nieuwe Tomke-verhaaltjes bewerkt voor Omrop Fryslân en uitgezonden in en rondom de Fryske Foarlêswike (Friese Voorleesweek). Gedurende de rest van het jaar zijn elk weekend herhalingen van de Tomkeafleveringen te zien. • Tomke-themaboekje. Elk jaar worden In de maand juni – tijdens de Fryske Foarlêswike - gemiddeld 30.000 themaboekjes met verhalen, liedjes en spelletjes verspreid onder de peuters in Fryslân. Verspreiding vindt plaats via bibliotheken en consultatiebureaus. Bovendien zorgt het ‘Selskip foar Fryske Tael en Skriftekennisse’ elk jaar voor ruim 500 voorlezers tijdens de Fryske Foarlêswike, waardoor aan ruim 12.000 peuters in kindercentra en bij gastouders uit het Tomke-themaboekje wordt voorgelezen. Ook hier wordt het Tomke-themaboekje uitgedeeld. Het Tomke-themaboekje verschijnt tevens elk jaar in het Stellingwerfs, regelmatig in het Bildts en vanaf 2015 ook in het Schiermonnikoogs. • Tomke in de bibliotheken Tussen het overweldigende aanbod van Nederlandstalige boekjes heeft Tomke zijn eigen plek verworven. Bovendien zorgt het Tomke-project jaarlijks voor een Tomkeboekje dat tijdens de Nationale Voorleesdagen (jaarlijks in januari/februari) aan peuters wordt meegeven. Hiermee worden opvoeders geattendeerd op het aanbod van Friese (voor)leesboekjes en de kansen van meertaligheid. • De Tomke-inpiratieavonden De Tomke-inspiratieavonden zijn een onderdeel van het Tomke-project en speciaal bedoeld ter ondersteuning van leidsters van kindercentra. Hoewel het Tomke-project als zodanig geen onderwerp van gesprek is geweest binnen de CAG-VVE, is het een onmisbaar onderdeel van de VVE-meertalig. Gezien de bekendheid en populariteit van juist de activiteiten van het Tomke-project, kan het project omschreven worden als de kern van de Tomke-activiteiten. Bovendien zijn veel activiteiten zoals omschreven in dit ambitiestuk, direct of indirect gekoppeld aan dit project. Om die reden wil de CAG-VVE het Tomke-project opnemen in haar ambities om het belang van dit project te benadrukken en de ambitie aan te geven (ook) door te gaan met de vaste onderdelen van het Tomke-project.
26 Ambitiedocument
Bijlage
1
Begrippen, afkortingen en definities
In deze notitie worden de begrippen tweetalig, meertalig en gemengdtalig gebruikt. Wij vinden het belangrijk een korte toelichting te geven op deze begrippen. • Een kind is of wordt tweetalig wanneer het vloeiend twee talen kan spreken, bijv. Fries en Nederlands. Kinderen hebben er natuurlijk wel tijd voor nodig om zich te ontwikkelen van ééntalig naar tweetalig. • Een tweetalige opvoeding betekent niet per se dat er thuis twee talen worden gesproken. Ook een Friestalige opvoeding leidt op den duur tot tweetaligheid. • Spreken de ouders elk een andere taal tegen het kind? Dan spreken we van een gemengdtalig gezin. • Een kind is meertalig wanneer het behalve Fries en Nederlands nog een derde taal gebruikt. In hoofdstuk 5 wordt het begrip kindercentra gebruikt als overkoepelende term voor kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. De CAG verstaat onder doorgaande lijn: een geheel van voorlichting, activiteiten en materialen waarmee de meertalige ontwikkeling Fries – Nederlands thuis, in kinderopvangvoorzieningen en onderwijs aan (jonge) kinderen goed wordt ondersteund, zodat zij zich tweetalig (Fries-Nederlands) kunnen ontwikkelen. ‘Talen kleuren je leven’ (Afûk). Nederlandstalige folder voor ouders met informatie over meertaligheid, meer gericht op de drie specifieke ‘meertalige thuissituaties’. Inhoud: de Afûk, het SFBO.
Taalryk foarskoalsk Fryslân 27
‘Heit & Mem’ (Afûk). Tweetalig tijdschrift, bedoeld voor alle vaders en moeders in Fryslân met kinderen van 0 tot 12 jaar. Het reguliere tijdschrift verschijnt twee keer per jaar. In 2014 is gestart met een speciale editie voor jonge ouders. Inhoud: Afûk. ‘Heit & Mem-foarlêsgids’ (Afûk). Gids, ontwikkeld voor de Heit & Mem-beurs met informatie en tips over meertaligheid, taal- en leesbevordering. Inhoud: Afûk. ‘De Taalgroeimeter’ (SFBO). Dit voorlichtingsinstrument is verkrijgbaar in vier varianten (Friestalige gezinnen, Fries-Nederlandse gezinnen, Nederlandse gezinnen en anderstalige gezinnen). De ontwikkeling van kinderen in deze verschillende thuissituaties wordt op beeldende wijze uit de doeken gedaan. De ‘Taalgroeimeter’ wordt vooral gedistribueerd via kinderdagverblijven en peuterspeelzalen, bibliotheken en het Taaltaske. ‘Wolkom op ús bernedeiferbliuw’ en ‘Wolkom op ús pjutteboartersplak’ (SFBO/Afûk). Deze boekjes bevatten een combinatie van informatie over meertaligheid, uitleg over het tweetalige beleid op de peuterspeelzaal en het kinderdagverblijf, een verhaal en liedjes. Het zijn bewaarboekjes die worden verspreid via de bij het SFBO aangesloten (tweetalige) peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Het Taalgroeiboekje (SFBO/JGZ/Afûk) is gericht op ouders die hun kinderen wel Friestalig of tweetalig opvoeden, maar er tegenaan lopen dat de kinderen zelf amper Fries spreken. Dit fenomeen komt in steden en tweetalige gezinnen vaak voor. In het boekje staan tips en spelactiviteiten waarmee de kinderen spelenderwijs over de drempel van het Fries spreken worden getild. Het boekje wordt verspreid via consultatiebureaus en de tweetalige voorschoolse instellingen van het SFBO.
28 Ambitiedocument
Taalryk foarskoalsk Fryslân 29
30 Ambitiedocument