T-MODE
TM xx E INSTALLATION GUIDE
VERKLARING VAN CONFORMITEIT Fabrikant:
FAAC S.p.A.
Adres:
Via Benini, 1 - 40069 Zola Predosa BOLOGNA - ITALIË
verklaart dat:
de aandrijving mod. TM 45 E, TM 58 E
• in overeenstemming is met de belangrijkste eisen van de volgende EEG-richtlijnen: - 73/23/EEG - 89/336/EEG. • en dus in overeenstemming is met de bepalingen van de volgende geharmoniseerde normen: - EN 60335-1-95, EN60335-2- 97/10-2000. - EN 61000-3-2, EN61000-3-3, - EN55014-1, EN55014-2 Bologna, 1 mei 2009 De President-directeur A. Marcellan
.
LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kan ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst . Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. 3. Dit product is uitsluitend ontworpen en vervaardigd voor het gebruik dat in deze documentatie wordt beschreven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk is vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen. 4. FAAC aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die is ontstaan uit oneigenlijk gebruik of uit elk ander gebruik dan hetgeen waarvoor het automatische systeem is bedoeld 5. Alvorens werkzaamheden aan het systeem uit te voeren, moet de voeding worden afgesloten. 6. De installatie moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd technisch personeel volgens de geldende normen. 7. Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. 8. De minimale installatiehoogte van het automatische systeem bedraagt 2,5 m. 9. Controleer of er bovenstrooms van het systeem een differentiaalschakelaar is geplaatst met een drempelspanning van 0,03 A. 10. Het is mogelijk om meerdere motoren aan dezelfde omkeerinrichting aan te sluiten, mits deze de benodigde stroom voor de motoren kan leveren. 11. Het is mogelijk om twee omkeerinrichtingen aan dezelfde motor aan te sluiten, daarbij moet echter worden gelet op het feit dat het gelijktijdig indrukken van de toetsen 'omhoog' en 'omlaag' van de omkeerinrichtingen, sommige parameters van de motoren kunnen beïnvloeden.
12. Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele FAAC-onderdelen. 13. De beweging van het systeem moet altijd in de gaten worden gehouden. 14. Kinderen of volwassenen mogen zich niet ophouden in de buurt van het product terwijl dit in werking is. 15. Houd radiobesturingen of andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onbedoeld wordt ingeschakeld. 16. De gebruiker mag geen pogingen tot reparatie doen of directe handelingen uitvoeren, maar dient zich hiervoor uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd personeel. 17. Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan. 18. De set-up van de eindaanslagen moet worden uitgevoerd terwijl de motor in de buis is gemonteerd (niet op de werkbank). 19. De obstakeldetectie tijdens het neerlaten is alleen actief indien op de motor de betreffende accessoire is aangebracht. 20. Het systeem is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (waaronder kinderen) met onvoldoende ervaring of kennis, tenzij ze via een ander persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, kennis hebben genomen van de gebruiksinstructies van het systeem, of die er toezicht over houdt. 21. Kinderen dienen in de gaten te worden gehouden, om te zorgen dat ze niet in de buurt van het systeem spelen. 22. Indien het systeem buiten wordt geïnstalleerd, moet de kabel met het opschrift H05RR-F worden gemonteerd met een minimaal koolgehalte van 2% en een minimale doorsnede van 4 x 0,75mm². 23. In de uitvoering met radiobesturing, is het noodzakelijk om de stap-voor-stap-knop voor de handmatige werking te installeren, voor het geval er problemen zijn met de radiobesturing.
NEDERLANDS
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
T-MODE BUISMOTOREN MET ELEKTRONISCHE EINDAANSLAG 1 BESCHRIJVING EN MATEN
f
a
a Buismotor b Voorbeeld van een wieladapter. (Accessoire) b Voorbeeld van een kroonadapter. (Accessoire) d Eindaanslagmoer e Voorbeeld van een motorsteun (Accessoire) f Mechanische sensor voor obstakeldetectie (Accessoire)
d
e
b c
Fig.1
2 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
41
L
mm
NEDERLANDS
WANNEER DE MECHANISCHE SENSOR VOOR OBSTAKELDETECTIE WORDT GEBRUIKT, BEDRAAGT DE LENGTE “L” VAN DE MOTOR MET ADAPTER 41 mm (L + 41 mm) MODEL T-MODE 45 E
KOPPEL (Nm)
GEBRUIKSFREQUENTIE
8/17
8
20%
15/17
15
20/17
20
30/17
30
35/12
35
MAX GEBRUIKSDUUR (min.)
SNELHEID (tpm)
SPANNING (V)
FREQUENTIE (Hz)
VERMOGEN (W)
STROOM (A)
MAX ROTATIES AANDRIJFAS
DIAMETER MOTOR (mm)
LENGTE “L” MET ADAPTER (mm)
BESCHERMINGSGRAAD
4
17
230
50
135
0.6
50
45
440
IP44
20%
4
17
230
50
200
0.8
20%
4
17
230
50
20%
4
17
230
50
285
1.3
50
20%
4
12
230
50
275
1.2
50
310
1.4
45/12
45
20%
4
12
230
50
50/12
50
20%
4
12
230
50
MODEL T-MODE 58 R E
KOPPEL (Nm)
GEBRUIKSFREQUENTIE
SNELHEID (tpm)
SPANNING (V)
FREQUENTIE (Hz)
VERMOGEN (W)
70/12
70
20%
12
230
50
MAX GEBRUIKSDUUR (min.) 4
50
45
465
IP44
50
45
480
IP44
45
500
IP44
45
500
IP44
50
45
500
IP44
50
45
500
IP44
STROOM (A)
MAX ROTATIES AANDRIJFAS
DIAMETER MOTOR (mm)
LENGTE “L” MET ADAPTER (mm)
BESCHERMINGSGRAAD
377
1.64
50
45
536
IP44
405
1.76
536
IP44
80/12
80
20%
4
12
230
50
50
45
100/12
100
20%
4
12
230
50
50
45
IP44
120/12
120
20%
4
12
230
50
50
45
IP44
3 INSTALLATIE VOOR AANVANG VAN DE INSTALLATIE MOET HET VOLGENDE WORDEN GESELECTEERD:
1) DE ADAPTER (Fig.1 ref. b - c) DIE HET MEEST GESCHIKT IS VOOR HET TYPE ROL.
2) DE MOTORSTEUN DIE HET MEEST GESCHIKT IS VOOR DE TOEPASSING.
3.1 ASSEMBLAGE VAN DE BUISMOTOR
1) Steek de kroonadapter (Fig.2 ref.a) in de buismotor, totdat die zich volledig op de geleiding van de eindaanslagmoer bevindt. 2) Steek de wieladapter (Fig.2 ref. b) in de as van de motor en zet hem met de meegeleverde grendel vast. (Fig. 2 ref. c). Indien voor rolluiken de obstakeldetectie tijdens het neerlaten gewenst is, moet voor het aanbrengen van de wieladapter eerst de mechanische sensor voor obstakeldetectie worden aangebracht (fig. 2 ref. b A). a
b
b
4X10 a
c
b A
Fig.2
3.2 INSTALLATIE VAN DE BUISMOTOR Fig.4
a
6) Bevestig de wieladapter aan de rol met een zelftappende schroef 4x10 in het eerder aangebrachte gat, zoals wordt getoond in figuur 4 ref. b. 7) Monteer de eerder geselecteerde motorsteun aan de zijde van de elektrische aansluitingen (Fig 5 ref. a). 8) Plaats de aangedreven rol in de motorsteun (Fig.5 ref. b), en op de kaphouder (Fig.5 ref. c). 9) Controleer met een waterpas of de aangedreven rol perfect horizontaal is en verander eventueel de hoogte van de kaphouders of de motor.
A = ..x.. mm
. mm
x. A = ..
b
c
b Ø 3 mm
3) Meet de afstand A op de buismotor zoals wordt getoond in figuur 3 ref. a. 4) Maak met een Ø 3 mm-boor een gat in de rol (Fig. 3 ref. b) op afstand A, die eerder op de buismotor is gemeten (Fig. 3 ref. a). 5) Breng de geassembleerde buismotor in de rol aan, in het uiteinde tegenover de kap, totdat de kroonadapter zich volledig in de rol bevindt (Fig. 4 ref. a).
a
ZIJDE ELEKTRISCHE AANSLUITING Fig.5
NEDERLANDS
Fig.3
3.3 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
1) Alvorens werkzaamheden aan het systeem uit te voeren, moet de voeding worden afgesloten. 2) Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. 3) Voor het uitvoeren van de set-up moeten de niet-geblokkeerde toetsen worden gebruikt of de programmeerunit XTM PROG. 4) Bekabel de draden volgens het schema. Indien de motor de andere kant op draait, mogen de zwarte en bruine draden niet worden omgewisseld, aangezien aan het einde van de set-up de toetsen voor omhoog en omlaag en de juiste draairichting van de motor volledig automatisch met elkaar in overeenstemming worden gebracht. 5) Het is mogelijk om meerdere afstandsbedieningsknoppen aan dezelfde motor te koppelen.
L
L
230 V ~ N
OMLAAG
OMHOOG
BLAUW
OK GEEL
GROEN
BRUIN
ZWART
BRUIN ZWART
Fig.6
1) Sluit de draden die van de motor afkomstig zijn aan op twee drukknoppen (NIET-GEBLOKKEERD VOOR SET-UP), de zwarte draad voor de knop "omhoog" en de bruine draad voor de knop "omlaag". (Figuur 6) 2) Sluit de knoppen aan op de lijn, zoals in figuur 6. 3) Schakel de motor in en druk op de toetsen omhoog en omlaag om de werking ervan te controleren. Indien de motor de andere kant op draait, mogen de zwarte en bruine draden niet worden omgewisseld, aangezien aan het einde van de set-up de toetsen voor omhoog en omlaag en de juiste draairichting van de motor volledig automatisch met elkaar in overeenstemming worden gebracht. 4 SET-UP Indien de setup-procedure niet of onvolledig is uitgevoerd, zal de motor, nadat er een commandotoets is ingedrukt, niet lineair bewegen, maar eerst een korte snelle beweging maken.
NEDERLANDS
Via de SET-UP-procedure kan door het indrukken van de correct aangesloten knoppen de onderste en bovenste eindaanslag worden ingesteld en de juiste functies voor het te motoriseren rolluik (MODUS ROLLUIK, MODUS STANDAARD ZONNESCHERM EN MODUS CASSETTESCHERM). De SET-UP-procedure kan worden uitgevoerd in de modus AUTOMATISCH (met twee functies) of in de modus HANDMATIG. De AUTOMATISCHE SET-UP is alleen mogelijk voor rolluiken. De HANDMATIGE SET-UP is mogelijk voor alle toepassingen (ROLLUIK, STANDAARD ZONNESCHERM OF CASSETTESCHERM).
Indien de programmeerunit XTM PROG wordt gebruikt, moeten voor het uitvoeren van de set-up gelijktijdig de twee toetsen worden ingedrukt die overeenkomen met de rode “SET-UP-toets”, terwijl de knoppen omhoog en omlaag overeenkomen met de knoppen “L1” en “L2”.
L1
L2 =
=
= Fig.7
4.1 INGESTELDE FUNCTIES BIJ HET BEPALEN VAN HET TYPE TOEPASSING TIJDENS DE SETUP-MODUS
ROLLUIKEN
1) 2) 3) 4)
Obstakeldetectie tijdens het neerlaten. (ALLEEN MET MECHANISCHE SENSOR VOOR OBSTAKELDETECTIE.) Detectie van ijs op de geleidingen van het rolluik of van geactiveerde vergrendelingen tijdens het optrekken. Na de automatische set-up is de bovenste eindaanslag één centimeter lager dan de mechanische aanslag. (Dit voorkomt onnodige spanning op het rolluik.) Mogelijkheid om de gevoeligheid van de obstakeldetectie in te stellen in stappen van 10 en van het koppel in de laatste centimeters voor de eindaanslag. 5) Tijdens de set-up vindt de eerste bevestigende beweging plaats in tegenovergestelde richting van de laatste beweging. 1) Detectie van eventuele blokkeringen tijdens het optrekken en de daaropvolgende automatische uitschakeling van de motor. 2) Tijdens de set-up vindt de eerste bevestigende beweging plaats in tegenovergestelde richting van de laatste beweging.
STANDAARD ZONNESCHERMEN
CASSETTESCHERMEN
1) De bovenste eindaanslag wordt altijd opgezocht bij elke volledige wikkelcyclus. (BOX ALTIJD GESLOTEN) (Deze functie compenseert volledig automatisch het uitschuiven van het zonneschermdoek.) 2) Verlaging van het koppel in de laatste centimeters voor de bovenste eindaanslag, met mogelijkheid tot aanpassing ervan op 4 niveaus: 40%, 60% , 80% (default), 100% (SOFT TOUCH). (Dit zorgt voor een zachtere sluiting van de cassette, zonder de mechanische onderdelen en het zonneschermdoek te belasten.) 3) Ontspanning van het doek na sluiting van cassette (RELEASE SYSTEM). (Dit neemt de spanning van het zonnescherm, zonder de cassettebox opnieuw te openen.) 4) Detectie van eventuele blokkeringen tijdens het optrekken en de daaropvolgende automatische uitschakeling van de motor. 5) Tijdens de set-up vindt de eerste bevestigende beweging plaats in tegenovergestelde richting van de laatste beweging.
Als de bovenste eindaanslag is ingesteld, voert de motor N bewegingen in beide richtingen uit, ter bevestiging van de opslag in het geheugen van de bovenste eindaanslag en van de ingestelde modus: - 1 bevestigende beweging in beide richtingen = rolluik-modus geselecteerd en bovenste eindaanslag ingesteld - 2 bevestigende bewegingen in beide richtingen = standaard zonnescherm-modus geselecteerd en bovenste eindaanslag ingesteld - 3 bevestigende bewegingen in beide richtingen = cassettescherm-modus geselecteerd en bovenste eindaanslag ingesteld
4.2 SET-UP VOOR ROLLUIKEN 4.2.1 AUTOMATISCHE SET-UP VOOR ROLLUIKEN (Alleen voor rolluiken in de onderstaande configuratie) ALS DE AUTOMATISCHE SET-UP WORDT UITGEVOERD, GAAT DE MOTOR NAAR DE ROLLUIK-MODUS.
De automatische set-up kan uitsluitend worden uitgevoerd indien de motor wordt geïnstalleerd op een rolluik met een bovenste mechanische aanslag (Bijvoorbeeld eindaanslagstops tijdens het optrekken Fig.8 ref. c), met de mechanische sensor voor obstakeldetectie (Fig.9 ref. b) en met koppelingen tussen buis en harde rolluik (Bijv: breekbeveiligingen of gemonteerde rolluikbanden). Indien deze procedure wordt uitgevoerd, stelt de motor alle eindaanslagen automatisch in. MECHANISCHE SENSOR VOOR OBSTAKELDETECTIE
c
a
BOVENSTE MECHANISCHE AANSLAG
TIJDENS DE SET-UP MOGEN DE FASES VAN DE MOTOR NIET WORDEN OMGEKEERD ALS HET ROLLUIK DE ANDERE KANT OP DRAAIT. AAN HET EINDE VAN DE SET-UP ZULLEN DE KNOPPEN OMHOOG EN OMLAAG EN DE JUISTE DRAAIRICHTING AUTOMATISCH OVEREENSTEMMEN.
1) Druk op de knop voor het optrekken en houd deze ingedrukt. 2) Het rolluik zal omhoog gaan en de bovenste mechanische aanslag zoeken, daarna weer omlaag gaan, stoppen bij de onderste mechanische aanslag en 2 korte bewegingen maken (de ene kant en de andere kant op) 3) Laat de knop voor het optrekken los. 4) Controleer, door het rolluik op te trekken en neer te laten, de juiste instelling van de twee eindaanslagen. 5) Indien de eindaanslagen niet correct zijn ingesteld, moet een reset (hoofdstuk 7) worden uitgevoerd en moet de automatische, halfautomatische of handmatige setup-procedure worden herhaald.
NEDERLANDS
Fig.8
CONTROLEER WAT DE OMHOOG-TOETS IS EN HOUD DEZE INGEDRUKT ZONDER LOS TE LATEN TOTDAT DE MOTOR IN BEIDE RICHTINGEN BEWEEGT (EINDE VAN DE SET-UP)
X1 Fig.8 INDIEN DE MOTOR EEN VAN DE TWEE AANSLAGEN NIET BEREIKT MAAR EERDER STOPT, MOET HET ROLLUIK WORDEN GECONTROLEERD OP EVENTUELE WRIJVINGEN DIE VERVOLGENS MOETEN WORDEN VERWIJDERD OF MOET DE HANDMATIGE SET-UP WORDEN UITGEVOERD. 4.2.2 AUTOMATISCHE SET-UP VOOR ROLLUIKEN, MET HANDMATIGE INSTELLING VAN DE ONDERSTE EINDAANSLAG (Alleen voor rolluiken met mechanische openingsstops) ALS DE HALFAUTOMATISCHE SET-UP WORDT UITGEVOERD, GAAT DE MOTOR NAAR DE ROLLUIK-MODUS.
Indien de mechanische sensor voor obstakeldetectie niet is geïnstalleerd, kan de halfautomatische set-up worden uitgevoerd en kan de onderste eindaanslag handmatig worden ingesteld. Er zijn bovenste mechanische aanslagen NOODZAKELIJK om de bovenste eindaanslag te kunnen bepalen. 1) Druk op de knop voor het optrekken van het rolluik en houd deze ingedrukt. 2) Het rolluik zal omhoog gaan en de bovenste mechanische aanslag zoeken en daarna weer omlaag gaan. (De knop niet loslaten) 3) Laat de knop los op de plek waar de onderste eindaanslag moet worden ingesteld. 4) Druk gelijktijdig op de knop omhoog en omlaag totdat de motor 1 korte beweging in beide richtingen maakt. 5) Controleer, door het rolluik op te trekken en neer te laten, de juiste instelling van de twee eindaanslagen. 6) Indien de eindaanslagen niet correct zijn ingesteld, moet er een reset worden uitgevoerd en moet de setup-procedure worden herhaald.
NEDERLANDS
CONTROLEER WAT DE OMHOOG-TOETS IS EN HOUD DEZE INGEDRUKT ZONDER LOS TE LATEN, TOTDAT DE GEWENSTE POSITIE VAN DE ONDERSTE EINDAANSLAG IS BEREIKT. HOUD DE OMHOOG- EN OMLAAG-TOETS GELIJKTIJDIG INGEDRUKT OM DE POSITIE TE BEVESTIGEN TOTDAT DE MOTOR DE AANGEGEVEN BEWEGINGEN UITVOERT
EINDAANSLAG ONDER
X1 Fig.9
4.2.3 HANDMATIGE SET-UP VOOR ROLLUIKEN Tijdens de handmatige set-up kan worden gekozen welke eindaanslag als eerste wordt ingesteld. TIJDENS DE SET-UP MOGEN DE FASES VAN DE MOTOR NIET WORDEN OMGEKEERD ALS HET ROLLUIK DE ANDERE KANT OP DRAAIT (BIJV: DOOR OP DE KNOP OMLAAG TE DRUKKEN, GAAT DE MOTOR OMHOOG). AAN HET EINDE VAN DE SET-UP ZULLEN DE KNOPPEN OMHOOG EN OMLAAG EN DE JUISTE DRAAIRICHTING AUTOMATISCH OVEREENSTEMMEN. 4.2.3.1 HANDMATIGE SET-UP VOOR ROLLUIKEN OP BASIS VAN DE INSTELLING VAN DE BOVENSTE EINDAANSLAG
1) Druk op de toets omhoog of omlaag en breng het rolluik op de gewenste positie voor de bovenste eindaanslag, laat daarna de knop los. 2) Druk beide knoppen gedurende 1 seconde in, laat ze weer los, binnen 1 seconde, houd ze ingedrukt totdat de motor een korte beweging in beide richtingen uitvoert om de correcte instelling van de modus te controleren. 3) Druk op de knop voor het neerlaten en ga naar de onderste eindaanslag. 4) Druk gelijktijdig op de knop omhoog en omlaag totdat de motor één korte beweging in beide richtingen maakt. 5) Controleer of de posities van de ingestelde eindaanslagen correct zijn. Indien de eindaanslagen niet correct zijn ingesteld, moet er een reset worden uitgevoerd en moet de setup-procedure worden herhaald. DRUK OP DE TOETS OMHOOG OF OMLAAG EN BRENG HET ROLLUIK NAAR DE BOVENSTE EINDAANSLAG
EINDAANSLAG BOVEN
OF
DRUK DE OMHOOG- EN OMLAAG-TOETS GELIJKTIJDIG GEDURENDE 1 SECONDE IN, LAAT ZE 0,5 SECONDE LOS EN HOUD ZE OPNIEUW INGEDRUKT TOTDAT DE MOTOR 1 KORTE BEWEGING IN BEIDE RICHTINGEN UITVOERT, TER BEVESTIGING VAN DE OPSLAG IN HET GEHEUGEN VAN DE BOVENSTE EINDAANSLAG.
x1
Binnen 1 seconde
x 1
OF EINDAANSLAG ONDER
x 1
NEDERLANDS
DRUK OP DE OMHOOG- OF OMLAAG-TOETS EN BRENG HET ROLLUIK NAAR DE ONDERSTE EINDAANSLAG, LAAT DE KNOP LOS EN DRUK DAARNA GELIJKTIJDIG OP DE OMHOOG- EN OMLAAG-TOETS, TOTDAT DE MOTOR EEN KORTE BEWEGING IN BEIDE DRAAIRICHTINGEN UITVOERT. DE SET-UP IS VOLTOOID.
4.2.3.2 HANDMATIGE SET-UP VOOR ROLLUIKEN, OP BASIS VAN DE INSTELLING VAN DE ONDERSTE EINDAANSLAG (functie beschikbaar vanaf softwareversie 4.90)
1) Druk op de knop voor het neerlaten, ga naar de onderste eindaanslag en laat de knop los. 2) Druk gelijktijdig op de knop omhoog en omlaag totdat de motor één korte beweging in beide richtingen maakt. 3) Druk op de toets omhoog of omlaag en breng het rolluik op de gewenste positie voor de bovenste eindaanslag, laat daarna de knop los. 4) Druk beide knoppen gedurende 1 seconde in, laat ze weer los en houd ze ingedrukt totdat de motor een korte beweging in beide richtingen uitvoert om de correcte instelling van de modus te controleren. 5) Controleer of de posities van de ingestelde eindaanslagen correct zijn. Indien de eindaanslagen niet correct zijn ingesteld, moet er een reset worden uitgevoerd en moet de automatische of halfautomatische setup-procedure worden herhaald.
DRUK OP DE OMHOOG- OF OMLAAG-TOETS EN BRENG HET ROLLUIK NAAR DE ONDERSTE EINDAANSLAG, LAAT DE KNOP LOS EN DRUK DAARNA GELIJKTIJDIG OP DE OMHOOG- EN OMLAAG-TOETS, TOTDAT DE MOTOR EEN KORTE BEWEGING IN BEIDE DRAAIRICHTINGEN UITVOERT.
OF EINDAANSLAG ONDER
x 1
DRUK OP DE TOETS OMHOOG OF OMLAAG EN BRENG HET ROLLUIK NAAR DE BOVENSTE EINDAANSLAG.
EINDAANSLAG BOVEN
OF
NEDERLANDS
DRUK DE OMHOOG- EN OMLAAG-TOETS GELIJKTIJDIG GEDURENDE 1 SECONDE IN, LAAT ZE 0,5 SECONDE LOS EN HOUD ZE OPNIEUW INGEDRUKT TOTDAT DE MOTOR 1 KORTE BEWEGING IN BEIDE RICHTINGEN UITVOERT, TER BEVESTIGING VAN DE OPSLAG IN HET GEHEUGEN VAN DE BOVENSTE EINDAANSLAG. DE SET-UP IS VOLTOOID.
x1
Binnen 1 seconde
x 1
4.3 SET-UP VOOR STANDAARD ZONNESCHERMEN (MET VEER OF UITVALSCHERM) TIJDENS DE SET-UP MOGEN DE FASES VAN DE MOTOR NIET WORDEN OMGEKEERD ALS HET ROLLUIK DE ANDERE KANT OP DRAAIT (BIJV: DOOR OP DE KNOP OMLAAG TE DRUKKEN, GAAT DE MOTOR OMHOOG). AAN HET EINDE VAN DE SET-UP ZULLEN DE KNOPPEN OMHOOG EN OMLAAG EN DE JUISTE DRAAIRICHTING AUTOMATISCH OVEREENSTEMMEN.
1) Druk op de toets omhoog of omlaag en breng het rolluik op de gewenste positie voor de bovenste eindaanslag, laat daarna de knop los. 2) Druk beide knoppen gedurende 1 seconde TWEE KEER in, laat ze weer los, en houd ze ingedrukt totdat de motor twee korte bewegingen in beide richtingen uitvoert om de correcte instelling van de modus te controleren. 3) Druk op de knop voor het neerlaten en ga naar de onderste eindaanslag. 4) Druk gelijktijdig op de knop omhoog en omlaag totdat de motor één korte beweging in beide richtingen maakt. 5) Controleer of de posities van de ingestelde eindaanslagen correct zijn. Indien de eindaanslagen niet correct zijn ingesteld, moet er een reset worden uitgevoerd en moet de setup-procedure worden herhaald.
DRUK OP DE TOETS OMHOOG OF OMLAAG EN BRENG HET ROLLUIK NAAR DE BOVENSTE EINDAANSLAG.
EINDAANSLAG BOVEN
OF
DRUK TWEE KEER DE OMHOOG- EN OMLAAG-TOETS GELIJKTIJDIG GEDURENDE 1 SECONDE IN, LAAT ZE 0,5 SECONDE LOS EN HOUD ZE OPNIEUW INGEDRUKT TOTDAT DE MOTOR 2 KORTE BEWEGINGEN IN BEIDE RICHTINGEN UITVOERT, TER BEVESTIGING VAN DE OPSLAG IN HET GEHEUGEN VAN DE BOVENSTE EINDAANSLAG.
x2
Binnen 1 seconde
x 2
OF
EINDAANSLAG ONDER
x 1
NEDERLANDS
DRUK OP DE OMHOOG- OF OMLAAG-TOETS EN BRENG HET ROLLUIK NAAR DE ONDERSTE EINDAANSLAG, LAAT DE KNOP LOS EN DRUK DAARNA GELIJKTIJDIG OP DE OMHOOG- EN OMLAAG-TOETS, TOTDAT DE MOTOR EEN KORTE BEWEGING IN BEIDE DRAAIRICHTINGEN UITVOERT. DE SET-UP IS VOLTOOID.
4.4 SET-UP VOOR ZONNESCHERMEN IN CASSETTE OF BOX TIJDENS DE SET-UP MOGEN DE FASES VAN DE MOTOR NIET WORDEN OMGEKEERD ALS HET ROLLUIK DE ANDERE KANT OP DRAAIT (BIJV: DOOR OP DE KNOP OMLAAG TE DRUKKEN, GAAT DE MOTOR OMHOOG). AAN HET EINDE VAN DE SET-UP ZULLEN DE KNOPPEN OMHOOG EN OMLAAG EN DE JUISTE DRAAIRICHTING AUTOMATISCH OVEREENSTEMMEN.
1) Druk op de toets omhoog of omlaag en breng het rolluik op de gewenste positie voor de bovenste eindaanslag, laat daarna de knop los. 2) Druk beide knoppen gedurende 1 seconde DRIE KEER in, laat ze weer los, en houd ze ingedrukt totdat de motor drie korte bewegingen in beide richtingen uitvoert om de correcte instelling van de modus te controleren. 3) Druk op de knop voor het neerlaten en ga naar de onderste eindaanslag. 4) Druk gelijktijdig op de knop omhoog en omlaag totdat de motor één korte beweging in beide richtingen maakt. 5) Controleer of de posities van de ingestelde eindaanslagen correct zijn. Indien de eindaanslagen niet correct zijn ingesteld, moet er een reset worden uitgevoerd en moet de setup-procedure worden herhaald. DRUK OP DE TOETS OMHOOG OF OMLAAG EN BRENG HET ROLLUIK NAAR DE BOVENSTE EINDAANSLAG. BOVENSTE EINDAANSLAG
OF
DRUK DRIE KEER DE OMHOOG- EN OMLAAG-TOETS GELIJKTIJDIG GEDURENDE 1 SECONDE IN, LAAT ZE 0,5 SECONDE LOS EN HOUD ZE OPNIEUW INGEDRUKT TOTDAT DE MOTOR 3 KORTE BEWEGINGEN IN BEIDE RICHTINGEN UITVOERT, TER BEVESTIGING VAN DE OPSLAG IN HET GEHEUGEN VAN DE BOVENSTE EINDAANSLAG.
x3
Binnen 1 seconde
x 3
DRUK OP DE OMHOOG- OF OMLAAG-TOETS EN BRENG HET ROLLUIK NAAR DE ONDERSTE EINDAANSLAG, LAAT DE KNOP LOS EN DRUK DAARNA GELIJKTIJDIG OP DE OMHOOG- EN OMLAAG-TOETS, TOTDAT DE MOTOR EEN KORTE BEWEGING IN BEIDE DRAAIRICHTINGEN UITVOERT. DE SET-UP IS VOLTOOID.
NEDERLANDS
OF
EINDAANSLAG ONDER
10
x 1
5 RESET DE RESET BRENGT DE MOTOR TERUG IN DE FABRIEKSINSTELLING. DEZE HANDELING KAN OP ELK MOMENT WORDEN UITGEVOERD, OOK TIJDENS DE SET-UP PROCEDURE.
1) Houd de twee knoppen gelijktijdig 4 seconden ingedrukt 2) Laat ze 1 seconde los 3) Houd ze gelijktijdig 1 seconde ingedrukt 4) Laat ze 1 seconde los 5) Houd beide knoppen ingedrukt totdat een korte beweging in beide richtingen is uitgevoerd, dit geeft aan dat de RESET-procedure is uitgevoerd:
4 seconden
1 seconde
1 seconde
1 seconde
Binnen 1 seconde HOUD DE TOETSEN INGEDRUKT TOTDAT DE MOTOR DE AANGEGEVEN BEWEGINGEN UITVOERT.
X1 RESET 6 GEAVANCEERD MENU HET GEAVANCEERDE MENU IS UITSLUITEND TOEGANKELIJK NADAT DE EINDAANSLAGEN ZIJN INGESTELD. BINNEN DIT MENU IS HET MOGELIJK OM DE GEVOELIGHEID VAN DE OBSTAKELDETECTIE AAN TE PASSEN, ALSMEDE HET KOPPEL IN DE LAATSTE CENTIMETERS VOOR DE BOVENSTE EINDAANSLAG. OM HET GEAVANCEERDE MENU TE VERLATEN MOET ÉÉN VAN DE TWEE KNOPPEN WORDEN INGEDRUKT TOTDAT DE MOTOR 3 KORTE BEWEGINGEN IN BEIDE RICHTINGEN UITVOERT. OM TE CONTROLEREN OF HET GEAVANCEERDE MENU IS VERLATEN, MOET OP DE TOETS OMHOOG OF OMLOOG WORDEN GEDRUKT EN MOET DE LINEAIRE BEWEGING VAN HET ROLLUIK GECONTROLEERD WORDEN.
1) Houd de twee knoppen gelijktijdig 4 seconden ingedrukt. 2) Laat ze 1 seconde los. 3) Houd ze gelijktijdig 1 seconde ingedrukt. 4) Laat ze 1 seconde los. 5) Houd ze gelijktijdig 1 seconde ingedrukt. 6) Laat ze 1 seconde los. 7) Houd beide knoppen ingedrukt totdat een korte beweging in beide richtingen is uitgevoerd, dit geeft aan dat u in het geavanceerde menu bent, de motor voert vervolgens drie korte bewegingen in de ene en de andere richting uit. 8) Druk 2 keer gedurende 1 seconde gelijktijdig op de toetsen omhoog en omlaag en druk ze vervolgens opnieuw gelijktijdig in totdat de motor een korte beweging in beiden richtingen heeft uitgevoerd. 9) Druk N keer de toets omhoog en omlaag gedurende één seconde gelijktijdig in om het gewenste gevoeligheidsniveau van de obstakeldetectie te selecteren (1 keer drukken = obstakeldetectie inactief...10 keer drukken = maximale gevoeligheid obstakeldetectie) 10) Druk de toetsen omhoog en omlaag gelijktijdig in totdat 3 korte bewegingen zijn uitgevoerd. 11
NEDERLANDS
6.1 AANPASSEN VAN DE GEVOELIGHEID VAN DE OBSTAKELDETECTIE TIJDENS HET NEERLATEN (ALLEEN VOOR ROLLUIKEN)
4 seconden
1 seconde
1 seconde
1 seconde
1 seconde
1 seconde
Binnen 1 seconde HOUD DE TOETSEN INGEDRUKT TOTDAT DE MOTOR DE AANGEGEVEN BEWEGINGEN UTIVOERT, DIT BEVESTIGT DAT U IN HET GEAVANCEERDE MENU BENT.
X3
DRUK TWEE KEER DE OMHOOG- EN OMLAAG-TOETS GELIJKTIJDIG GEDURENDE 1 SECONDE IN, LAAT ZE 1 SECONDE LOS EN HOUD ZE OPNIEUW INGEDRUKT TOTDAT DE MOTOR 2 KORTE BEWEGINGEN IN BEIDE RICHTINGEN UITVOERT.
x 2
x2
Binnen 1 seconde indrukken en ingedrukt houden
NEDERLANDS
DRUK DE OMHOOG- EN OMLAAG-TOETS GELIJKTIJDIG GEDURENDE 1 SECONDE n KEER IN, LAAT ZE 1 SECONDE LOS EN HOUD ZE OPNIEUW INGEDRUKT TOTDAT DE MOTOR 1 KORTE BEWEGING IN BEIDE RICHTINGEN UITVOERT. DIT GEEFT AAN DAT DE GEVOELIGHEID IS GEWIJZIGD EN HET GEAVANCEERDE MENU IS VERLATEN.
x N
x 1 Binnen 1 seconde indrukken en ingedrukt houden
1 keer drukken op toets omhoog+omlaag = Obstakeldetectie inactief ....2,3,4,5,6,7,8,9 keer drukken op toets omhoog+omlaag 10 keer drukken op omhoog+omlaag = Maximale gevoeligheid obstakeldetectie 12
6.2 AANPASSING VAN HET DOOR DE MOTOR GELEVERDE KOPPEL IN DE LAATSTE CENTIMETERS VOOR DE EINDAANSLAGEN
1) Houd de twee knoppen gelijktijdig 4 seconden ingedrukt. 2) Laat ze 1 seconde los. 3) Houd ze gelijktijdig 1 seconde ingedrukt. 4) Laat ze 1 seconde los. 5) Houd ze gelijktijdig 1 seconde ingedrukt. 6) Laat ze 1 seconde los. 7) Houd beide knoppen ingedrukt totdat een korte beweging in beide richtingen is uitgevoerd, dit geeft aan dat u in het geavanceerde menu bent, de motor voert vervolgens drie korte bewegingen in de ene en de andere richting uit. 8) Druk 1 keer gedurende 1 seconde gelijktijdig op de toetsen omhoog en omlaag en druk ze vervolgens opnieuw gelijktijdig in totdat de motor een korte beweging in beiden richtingen heeft uitgevoerd. 9) Druk gedurende een seconde N keer gelijktijdig op de toets omhoog en omlaag om het gewenste koppelniveau te selecteren (1 x drukken = 40% van het maximaal geleverde koppel...4 x drukken 100% van het geleverde koppel) en blijf de toetsen omhoog en omlaag gelijktijdig indrukken totdat 1 korte beweging in beide richtingen is uitgevoerd. 10) Indien de motor drie korte bewegingen in beiden richtingen uitvoert, dan is de procedure niet correct uitgevoerd en is men nog steeds in het geavanceerde menu. Voer stap 9 opnieuw uit.
4 seconden
1 seconde
1 seconde
1 seconde
1 seconde
1 seconde
Binnen 0,5 seconde HOUD DE TOETSEN INGEDRUKT TOTDAT DE MOTOR DE AANGEGEVEN BEWEGINGEN UTIVOERT, DIT GEEFT AAN DAT U IN HET GEAVANCEERDE MENU BENT.
X3
x1
x 1 Binnen 1 seconde indrukken en ingedrukt houden
13
NEDERLANDS
DRUK EEN KEER DE OMHOOG- EN OMLAAG-TOETS GELIJKTIJDIG GEDURENDE 1 SECONDE IN, LAAT ZE 1 SECONDE LOS EN HOUD ZE OPNIEUW INGEDRUKT TOTDAT DE MOTOR 2 KORTE BEWEGINGEN IN BEIDE RICHTINGEN UITVOERT, TER BEVESTIGING VAN DE OPSLAG IN HET GEHEUGEN VAN DE BOVENSTE EINDAANSLAG.
DRUK DE OMHOOG- EN OMLAAG-TOETS GELIJKTIJDIG GEDURENDE 1 SECONDE n KEER IN OM HET GEWENSTE KOPPEL TE SELECTEREN, LAAT ZE 1 SECONDE LOS EN HOUD ZE OPNIEUW INGEDRUKT TOTDAT DE MOTOR 1 KORTE BEWEGING IN BEIDE RICHTINGEN UITVOERT. DIT GEEFT AAN DAT DE WIJZIGING IS AANGEBRACHT EN HET MENU IS VERLATEN.
x N
Binnen 1 seconde
x 1
NEDERLANDS
1 keer drukken op toets omhoog+omlaag = Geselecteerde koppel 40% 2 keer drukken op toets omhoog+omlaag = Geselecteerde koppel 60% 3 keer drukken op toets omhoog+omlaag = Geselecteerde koppel 80% 4 keer drukken op toets omhoog+omlaag = Geselecteerde koppel 100%
14
Le descrizioni e le illustrazioni del presente manuale non sono impegnative. La FAAC si riserva il diritto, lasciando inalterate le caratteristiche essenziali dell’apparecchiatura, di apportare in qualunque momento e senza impegnarsi ad aggiornare la presente pubblicazione, le modifiche che essa ritiene convenienti per miglioramenti tecnici o per qualsiasi altra esigenza di carattere costruttivo o commerciale. The descriptions and illustrations contained in the present manual are not binding. FAAC reserves the right, whilst leaving the main features of the equipments unaltered, to undertake any modifications it holds necessary for either technical or commercial reasons, at any time and without revising the present publication. Les descriptions et les illustrations du présent manuel sont fournies à titre indicatif. FAAC se réserve le droit d’apporter à tout moment les modifications qu’elle jugera utiles sur ce produit tout en conservant les caractéristiques essentielles, sans devoir pour autant mettre à jour cette publication. Die Beschreibungen und Abbildungen in vorliegendem Handbuch sind unverbindlich. FAAC behält sich das Recht vor, ohne die wesentlichen Eigenschaften dieses Gerätes zu verändern und ohne Verbindlichkeiten in Bezug auf die Neufassung der vorliegenden Anleitungen, technisch bzw. konstruktiv/kommerziell bedingte Verbesserungen vorzunehmen. Las descripciones y las ilustraciones de este manual no comportan compromiso alguno. FAAC se reserva el derecho, dejando inmutadas las características esenciales de los aparatos, de aportar, en cualquier momento y sin comprometerse a poner al día la presente publicación, todas las modificaciones que considere oportunas para el perfeccionamiento técnico o para cualquier otro tipo de exigencia de carácter constructivo o comercial. De beschrijvingen in deze handleiding zijn niet bindend. FAAC behoudt zich het recht voor op elk willekeurig moment de veranderingen aan te brengen die het bedrijf nuttig acht met het oog op technische verbeteringen of alle mogelijke andere productie- of commerciële eisen, waarbij de fundamentele eigenschappen van de apparaat gehandhaafd blijven, zonder zich daardoor te verplichten deze publicatie bij te werken.
FAAC S.p.A. Via Benini, 1 40069 Zola Predosa (BO) - ITALIA Tel. 0039.051.61724 - Fax. 0039.051.758518 www.faac.it www.faacgroup.com
800-510ETM (732622 - Rev. A)