STARTERSGIDS
© MICROSOFT NEDERLAND
STARTERSGIDS
Windows Small Business Server 2011 Essentials
INHOUD Windows SBS 2011 Essentials & Office 365 ...2 Installatie Windows SBS 2011 Essentials ...3 Tabblad Start ...11 Tabblad Gebruikers ...15 SBS Essentials Connector & Launchpad ...21 Tabblad Computers en back-up ...26 Tabblad Servermappen en harde schijfbeheer ...32
Disclaimer De resultaten van de in deze startersgids beschreven oplossingen zijn afhankelijk van diverse aspecten, die per organisatie kunnen verschillen. De uiterste zorg is betracht bij de samenstelling van deze gids, maar Microsoft is op geen enkele manier verantwoordelijk te houden voor eventuele onjuistheden in deze gids en de gevolgen daarvan. Wijzigingen voorbehouden.
Tabblad Invoegtoepassingen ...37 Eerste kennismaking Office 365 ...39 Netwerkprinter installeren en delen ...42
HOOFDSTUK
1
WINDOWS SMALL BUSINESS SERVER 2011 ESSENTIALS & OFFICE 365 Windows Small Business Server 2011 Essentials is een nieuwe, betaalbare oplossing die speciaal is ontworpen en geprijsd voor kleine bedrijven met maximaal 25 gebruikers die hun eerste server willen aanschaffen. SBS 2011 Essentials biedt in combinatie met Office 365 technologieën van topklasse voor het maken van back-ups en het herstellen van gegevens, externe toegang, bestanden en printers delen en snelle verbinding met de cloud, in één volledig geïntegreerde oplossing. SBS 2011 Essentials kent geen Client Access Licenties en kan worden gebruikt tot en met 25 gebruikers en 25 pc's. De serverlicentie die is ingesloten bij de aankoop - geeft u het recht de serversoftware te installeren en te gebruiken. Met SBS 2011 Essentials deelt u toegang tot internet, printers en faxmachines. De voordelen zijn legio!
Samenwerken aan documenten Windows Small Business Server 2011 Essentials gebruikt u als centraal opslagpunt voor alle bedrijfsgegevens. U kunt interne websites opzetten om informatie op te slaan en te delen met collega's. Ook kunt u deze sites gebruiken om samen aan documenten te werken.
E-mail op uw mobiel ontvangen In combinatie met Office 365 kunt u met SBS 2011 Essentials overal uw e-mail ontvangen, via uw smartphone kunt u altijd in contact blijven met uw klanten en leveranciers. Op die manier bent u in staat om productief te blijven, zelfs wanneer u niet op kantoor bent.
Agenda's delen met collega's Met SBS 2011 Essentials en Office 365 kunt u heel eenvoudig uw agenda delen en vergaderingen inplannen met collega's. Ook vanaf uw telefoon kan uw agenda automatisch worden bijgewerkt.
Thuiswerken Thuis kunt u alle bestanden openen die u op kantoor heeft opgeslagen. Daarnaast hebt u dankzij Office 365 overal toegang tot uw e-mail, uw agenda en alle contacten in uw adresboek. Overal waar u verbinding heeft met het internet kunt u de programma's van kantoor gebruiken alsof ze lokaal worden uitgevoerd.
Veilig toegang tot e-mail en internet Bescherm uw bedrijfsgegevens tegen virussen en spam. In één oogopslag ziet u of alle computers over de laatste updates beschikken en of uw netwerkomgeving veilig is.
Office 365-integratiemodule Met deze invoegtoepassing voor SBS 2011 Essentials wordt het beheer van Office 365 vereenvoudigd door de administratie te integreren in het Dashboard, het centrum voor opdrachten en besturing van Windows SBS 2011 Essentials.
HOOFDSTUK
2
INSTALLATIE WINDOWS SBS 2011 ESSENTIALS Het installeren van Windows Small Business Server 2011 Essentials (SBS 2011 Essentials) is vrij eenvoudig. Indien u een server hebt aangeschaft waar SBS 2011 Essentials al op geïnstalleerd is, dan kunt u dit hoofdstuk overslaan. Is dat niet het geval, dan is het zaak om rekening te houden met de minimale systeemvereisten van SBS 2011 Essentials. Om SBS 2011 Essentials te kunnen draaien zijn een dual-core processor, 4 GB RAM en een 100 Mb Ethernetkaart vereist. Bij meer dan 20 gebruikers zijn een quad-core processor, 8-12 GB RAM en een 1 Gigabit Ethernetkaart vereist.
INSTALLATIEPROCEDURE De installatieprocedure van SBS 2011 Essentials is niet moeilijk. Handel als volgt: 1.
Plaats de Windows Small Business Server 2011 Essentials installatie-dvd in de cd/dvd-drive van de computer en wacht tot het dialoogvenster Windows installeren verschijnt.
2.
Klik in het dialoogvenster Windows installeren op de optie Nieuwe installatie.
3.
In het volgende scherm kunt u controleren of alle interne schijven worden weergegeven. Is dat niet het geval, dan kunt u via Stuurprogramma's laden de stuurprogramma's hiervoor laden. Normaliter zal alles in orde zijn.
4.
Selecteer - indien nodig - de schijf waarop u SBS 2011 Essentials wilt installeren en vink de optie Ik begrijp dat als ik op Installeren klik, alle bestanden en mappen op mijn primaire harde schijf zullen worden verwijderd aan. Klik daarna op Installeren.
5.
Het scherm Setup starten verschijnt en vervolgens kunt u in het venster Windows installeren de voortgang van de installatie volgen. De installatie bestaat uit vijf stappen, te weten Windows-bestanden kopiëren, Windows-bestanden uitpakken, Onderdelen installeren, Updates installeren en Installatie voltooien. Een groene balk onder aan het scherm toont de voortgang van deze vijf stappen. Tijdens deze installatieprocedure zal uw computer verschillende keren opnieuw worden opgestart. Als uw computer niet op internet is aangesloten zal tijdens deze fase van het installatieproces de foutmelding Er zijn fouten opgetreden tijdens het installeren verschijnen. Sluit de computer alsnog aan op internet en klik op Opnieuw starten.
6.
Uiteindelijk verschijnt het dialoogvenster Setup voor Windows Small Business Server 2011 Essentials op uw scherm.
SETUP WINDOWS SBS 2011 ESSENTIALS
6.
In het dialoogvenster Geef uw administratorgegevens op (account 1 van 2) vult u bij Beheerdersaccountnaam de naam van de beheerder in en bij Wachtwoord en Bevestig het wachtwoord een wachtwoord. Dit is het account dat u als beheerder zult gebruiken om in te loggen op de SBS 2011 Essentials server. Klik daarna op Volgende.
7.
Controleer in het volgende scherm de datum- en tijdinstellingen. Indien deze niet correct zijn, klik dan op Datum- en tijdinstellingen wijzigen en pas een en ander aan. Klik op Volgende.
In het dialoogvenster Geef uw standaardgebruikersaccountgegevens op (account 2 van 2) vult u bij Naam standaardgebruikersaccount de naam en bij Wachtwoord en Bevestig het wachtwoord het bijbehorende wachtwoord op waaronder u standaard als gebruiker - dus niet als beheerder - op het netwerk wenst in te loggen. Deze naam kan niet hetzelfde zijn als de naam van de beheerder. Klik op Volgende.
8.
Accepteer na het lezen ervan in het dialoogvenster Lees de licentievoorwaarden voor Microsoft-software de licentievoorwaarden door de optie Ik ga akkoord met de licentievoorwaarden (vereist om Windows Business Small Business Server 2011 Essentials te kunnen gebruiken) aan te vinken en op Volgende te klikken.
In het dialoogvenster Server automatisch up-to-date houden kunt u kiezen uit de opties Aanbevolen instellingen gebruiken, Alleen updates installeren en Niet naar updates zoeken. Klik op de gewenste optie. Gebruik bij voorkeur Aanbevolen instellingen gebruiken, want dan worden belangrijke en aanbevolen updates automatisch gedownload en geïnstalleerd.
9.
In het volgende venster De server bijwerken en voorbereiden kunt u de voortgang van het bijwerken en voorbereiden van de server door middel van een percentagebalk volgen. Tijdens dit proces zal de server mogelijk meerdere keren opnieuw worden opgestart. Schakel de server dan ook niet uit!
De tweede fase van de installatie bestaat uit de Setup voor Windows Small Business Server 2011 Essentials. Ook deze fase is dankzij de duidelijke dialoogvensters niet al te moeilijk. Ga als volgt te werk: 1.
2.
3.
4.
5.
Controleer in het dialoogvenster Setup voor Windows Small Business Server 2011 Essentials of bij de opties Land of regio, Tijd en valuta en Toetsenbordindeling de juiste instellingen zijn geselecteerd. Standaard staan alle opties op Nederland(s) ingesteld. Wijzig de Toetsenbordindeling - indien van toepassing - in Verenigde Staten (internationaal) en klik op Volgende.
Geef in het volgende dialoogvenster Geef de productcode op de productcode in. Deze bestaat uit vijf groepen van vijf cijfer-en-lettercombinaties gescheiden door verbindingsstreepjes. Deze productcode kunt u vinden op de verpakking van de installatie-dvd. Vink daarna de optie Windows automatisch activeren als de computer online is en klik op Volgende.
10. Uiteindelijk is de installatie gereed en verschijnt het venster De server kan nu worden gebruikt. Klik op Sluiten en het Bureaublad van Windows verschijnt.
In het dialoogvenster Server aanpassen vult u bij Bedrijfsnaam uw bedrijfsnaam is, bij Interne domeinnaam de naam van het interne netwerk - kies hier bij voorkeur een generieke naam, bijvoorbeeld BEDRIJFSNETWERK of WERKGROEP, en geen firmanaam - en bij Servernaam een passende naam voor de server. Klik vervolgens op Volgende.
Mogelijk krijgt u nu een melding om de computer opnieuw op te starten om de installatie van een of meerdere updates te voltooien. Klik in dat geval op Nu opnieuw opstarten. Schakel de computer tijdens het updaten niet uit!
4
AAN DE SLAG - ALGEMENE TAKEN
UPDATES VOOR ANDERE MICROSOFTPRODUCTEN DOWNLOADEN
Na de installatie van Windows Small Business Server 2011 Essentials dient u nog enkele algemene taken uit te voeren voordat de server gereed is voor gebruik. Deze lijst vindt u in het SBS 2011 Essentials Dashboard. 1.
Druk op Ctrl+Alt+Delete, geef de naam en het wachtwoord van de beheerder in en druk op Enter.
2.
Dubbelklik op Dashboard om SBS 2011 Essentials te starten.
Via deze taak kunt u de functie Microsoft Update in- of uitschakelen. Standaard staat de functie Microsoft Update aan. Met behulp van deze functie houdt u SBS 2011 Essentials en andere Microsoft-producten up-to-date. 1.
Klik op de eerste taak Updates voor andere Microsoft-producten downloaden.
2.
Bevestig de aanbevolen en dus aangevinkte optie Microsoft Update gebruiken voor het downloaden van updates voor Microsoft-producten door op OK te klikken.
In het SBS 2011 Essentials Dashboard ziet u onder Voltooi deze taken een lijst met zeven algemene taken staan. Dat zijn de taken: 1. Updates voor andere Microsoft-producten downloaden 2. Serverback-up instellen 3. Externe webtoegang instellen
Deze optie kunt u eventueel later wijzigen via de optie Serverinstellingen (rechtsboven in het scherm). Klik daartoe in het dialoogvenster Serverinstellingen op de optie Updates installeren. In het Windows Updates venster kunt u niet alleen de instellingen wijzigen, maar ook gevonden updates laten installeren, naar updates laten zoeken, de geschiedenis van updates weergeven, verborgen updates herstellen en veel gestelde vragen over updates raadplegen.
4. Opties voor delen instellen 5. Meer informatie over centrale opslag 6. E-mailkennisgeving voor melding instellen 7. Integratie met Microsoft office 365 installeren. In het hierna volgende lopen we deze zeven taken stapsgewijs door. 5
SERVERBACK-UP INSTELLEN
U kunt nu een melding krijgen dat de desbetreffende back-upschijf opnieuw geformatteerd zal gaan worden door de server. Gebruik dus bij voorkeur een lege, nieuwe schijf! Klik op Ja om deze actie te bevestigen.
Deze taak bestaat uit een wizard waarmee u in drie stappen een routineback-up van server en gegevens kunt instellen en plannen. Voordat u begint dient u minimaal één back-upschijf aan de server te koppelen. U kunt verder aangeven dat er meerdere back-upschijven kunnen worden gebruikt, maar dat er per keer slechts één back-upschijf aan de server kan zijn gekoppeld. 1.
Klik op de tweede taak Serverback-up instellen.
2.
Na enkele seconden verschijnt het venster Aan de slag met een korte uitleg over de uit te voeren taak. Klik op Volgende.
Als SBS 2011 Essentials nu geen schijf kan vinden die geschikt is als back-uplocatie volgt er een foutmelding. Sluit dan alsnog een geschikte back-upschijf aan op de server en klik op Lijst vernieuwen. 3.
Vink in de lijst de schijf aan die als back-uplocatie moet fungeren en klik op Volgende. 6
4.
Typ in het scherm Doelschijven een label geven een label voor de desbetreffende back-upschijf en klik op Volgende.
5.
Accepteer in het dialoogvenster Het back-upschema opgeven het aanbevolen back-upschema of pas de tijden van de Eerste back-up en Tweede back-up aan. Via de optie Aangepast kan men er eventueel voor kiezen om dagelijks nog frequenter een back-up te laten uitvoeren. Stel het gewenste back-upschema in en klik op Volgende.
6.
Vink in het venster De items selecteren waarvan u een back-up wilt maken de schijven en mappen aan waarvan u een back-up wilt maken en klik op Volgende.
7.
Bevestig in het venster De back-upinstellingen bevestigen de zojuist gedane instellingen - deze worden in een keurig overzicht in dit venster getoond - door op Instellingen toepassen te klikken.
8.
De Serverback-up wordt nu ingesteld en daarna bevestigd in het venster Serverback-up is ingesteld. Klik tot slot op Sluiten.
EXTERNE WEBTOEGANG INSTELLEN Als u Externe webtoegang inschakelt, hebt u vanaf elke computer met een internetverbinding toegang tot de bestanden op de server en de computers in het netwerk. Deze taak bestaat uit een wizard waarmee u de router, domeinnaam en website kunt instellen. 1.
Klik op de derde taak Externe webtoegang instellen.
2.
Klik in het dialoogvenster Serverinstellingen onder Externe webtoegang op Inschakelen.
3.
Klik in het volgende dialoogvenster Aan de slag op Volgende.
Klik op Domeinnaam instellen en Volgende.
5.
In het dialoogvenster Hebt u een domeinnaam? kunt u een al bestaande domeinnaam invoeren bij de optie Ik wil een domeinnaam gebruiken waarvan ik al eigenaar ben of een nieuwe domeinnaam instellen via de optie Ik wil een nieuwe domeinnaam instellen.
Selecteer de optie Ik wil een nieuwe domeinnaam instellen en klik op Volgende.
7.
In het venster Welk soort domeinnaam wilt u? kunt u kiezen uit de opties Een bedrijfsnaam aanschaffen bij een ondersteunde provider of Een persoonlijke domeinnaam verkrijgen van Microsoft. Op dit moment worden in SBS 2011 Essentials uitsluitend Amerikaanse domeinnaamproviders aangeboden waar u tegen betaling een domeinnaam kunt aanschaffen. Een persoonlijke domeinnaam van Microsoft - bijvoorbeeld xxxxxx.remotewebacces.com - is echter gratis. U dient wel over een Windows Live-account te beschikken!
U kunt er eventueel voor kiezen om uw router zelf handmatig in te stellen door in het dialoogvenster Aan de slag de optie Router instellen overslaan aan te vinken. Sommige routers werken mogelijk niet goed met uw server. Ga in dat geval naar de ondersteuningswebsite van de fabrikant en download de meest recente firmware. Ook blokkeren sommige internetproviders de TCPpoorten 80 en 443 om te voorkomen dat gebruikers extern toegang hebben tot services die op hun netwerk worden gehost. Neem in dat geval contact op met uw internetprovider voor meer informatie. U kunt de problemen eventueel tijdelijk negeren door de optie De problemen negeren en de wizard later opnieuw uitvoeren aan te vinken en op Volgende te klikken. 4.
6.
8.
Kies de optie Een persoonlijke domeinnaam verkrijgen van Microsoft en klik op Volgende.
9.
Vul in het venster Aanmelden bij Windows Live de gebruikersnaam en wachtwoord van uw Windows Live account in en klik op Volgende.
10. Na het aanmelden dient u de privacyverklaring en -overeenkomst te accepteren en in het volgende scherm Een domeinnaam maken kunt u een zelf gekozen domeinnaam ingeven. Klik vervolgens op Beschikbaarheid controleren om te zien of deze naam nog niet in gebruik is. Is de naam vrij, dan kunt u deze via een klik op de knop Instellen registreren en instellen.
Voor het instellen van een bestaande domeinnaam dient u te beschikken over een domeinnaam, een vast IP-adres voor uw internetverbinding en een SSL-certificaat. Neem daarvoor contact op met uw domeinnaamprovider.
11. Na enige tijd ziet u een bevestiging dat de domeinnaam op uw server is ingesteld. Klik op Sluiten. Op een andere computer kunt u nu via https://xxxx.remotewebaccess.com - waarbij xxxx de door u gekozen naam is - op afstand inloggen op uw SBS 2011 Essentials server.
7
OPTIES VOOR DELEN INSTELLEN
MEER INFORMATIE OVER CENTRALE OPSLAG
Via deze optie kunt u afzonderlijke gebruikers een machtiging geven voor lokale en externe toegang tot gedeelde mappen op de server. Voer onderstaande zes stappen uit om de functie opties voor delen in te stellen:
Via de taak Meer informatie over centrale opslag krijgt u meer informatie over het gebruik van servermappen voor centrale opslag en het gebruik van Externe webtoegang.
1.
Klik op de vierde taak Opties voor delen instellen.
1.
Klik op de vijfde taak Meer informatie over centrale opslag.
2.
Klik in het venster Deelopties weergeven en wijzigen op de optie Delen met gebruikersaccounts (aanbevolen).
2.
Klik in het venster Meer informatie over centrale opslag op de optie Centrale opslag.
3.
Geef in het dialoogvenster Gebruikersaccount toevoegen de naam, de gebruikersaccountnaam en het wachtwoord van een nieuwe gebruiker in. Let op dat het wachtwoord minimaal 7 tekens lang is en aan de complexiteitsvoorwaarden voldoet. Controleer tot slot of het toegangsniveau op Standaardgebruiker staat en klik op Volgende.
4.
In het venster De toegang tot gedeelde mappen selecteren voor dit gebruikersaccount kunt u instellen tot welke gedeelde mappen deze gebruiker toegang heeft. U kunt kiezen uit de opties Lezen/schrijven, Alleen-lezen en Geen toegang. Maak uw keuze en klik daarna op Volgende.
3.
Klik in het dialoogvenster Online-Help en informatie weergeven op Ja.
4.
Uw internetbrowser wordt geopend - doorloop indien nodig bij eerste gebruik de gestelde vragen - en een Engelstalige website met informatie over centrale opslag verschijnt op uw scherm.
5.
Sluit na het lezen de internetbrowser.
6.
De tweede optie Bestanden openen vanaf elke computer brengt u op dezelfde wijze naar een (Engelstalige) website met informatie over het gebruik van Externe webtoegang.
7.
Sluit na het lezen de internetbrowser en klik op Sluiten.
In dit stadium is slechts de map Bedrijf beschikbaar, maar het aantal mappen kunt u later naar wens uitbreiden. Raadpleeg het hoofdstuk Tabblad Servermappen en harde schijven elders in deze startersgids. 5.
6.
In het venster Externe webtoegang selecteren voor dit gebruikersaccount kunt u aan deze gebruiker externe webtoegang toekennen en opgeven welke koppelingen worden weergegeven in zijn of haar Externe webtoegang. U kunt ook kiezen voor Geen externe toegang toestaan. Maak uw keuze en klik tot slot op Account maken. Het nieuwe gebruikersaccount wordt aangemaakt en een scherm genaamd Het nieuwe gebruikersaccount is toegevoegd verschijnt. Klik tot slot twee keer op Sluiten. 8
E-MAILKENNISGEVING VOOR MELDING INSTELLEN
INTEGRATIE MET MICROSOFT OFFICE 365 INSTALLEREN
Via de taak E-mailkennisgeving voor melding instellen kunt u e-email notificaties instellen zodat u of een andere medewerker van uw bedrijf per e-mail wordt gewaarschuwd bij serverproblemen.
Via de taak Integratie met Microsoft Office 365 installeren kunt u een nieuw of bestaand abonnement op Microsoft Office 365 in uw servernetwerk integreren. Met de Office 365-integratiemodule voor Windows SBS 2011 Essentials worden de functies van het Dashboard uitgebreid met Office 365-diensten. Wanneer u Office 365 met de server integreert, kunt u vanaf het SBS 2011 Essentials Dashboard de volgende taken voor het beheer van een Office 365-account uitvoeren:
1.
Klik op de zesde taak E-mailkennisgeving voor melding instellen.
2.
Klik in het dialoogvenster E-mailkennisgeving voor meldingen instellen op Inschakelen.
• Office 365-accounts aanmaken; • Nieuwe of bestaande Office 365-accounts toewijzen aan netwerkgebruikersaccounts; • Office 365-accounts activeren of deactiveren;
3.
4.
5.
• Uw professionele internetdomein koppelen aan Office 365;
Vul in het dialoogvenster SMTP-instellingen de gevraagde gegevens in en klik op OK.
• Status van het gebruik en andere informatie over uw Office 365-abonnement bekijken;
Vul in het volgende dialoogvenster onder E-mailgeadresseerden de e-mailadressen in van de personen die u wilt waarschuwen bij serverproblemen. Scheid eventueel meerdere e-mailadressen door middel van een puntkomma.
• Toegang krijgen tot uw beheersportaal voor Office 365 via de Office 365-pagina van het Dashboard.
Klik op Toepassen en e-mail verzenden om de e-mailkennisgevingen op hun juiste werking te controleren. Indien het testbericht niet kan worden verzonden verschijnt nu de foutmelding Kan het e-mailbericht (test) niet als melding verzenden. Klik op Sluiten. Via SMTP-instellingen wijzigen kunt u de gegevens controleren en aanpassen. Klik daarna op OK.
6.
De melding Het e-mailbericht (test) voor meldingen is verzonden verschijnt. Klik op Sluiten.
7.
Klik tot slot op OK. 9
Installatie integratiemodule Office 365
4.
Klik daarna op Ja >> OK. Uw internetbrowser wordt geopend en toont een aanmeldscherm voor een gratis 30-daagse proefversie van Office 365. Vul de gevraagde gegevens in doorloop de gehele aanmeldingsprocedure. Keer daarna terug naar SBS 2011 Essentials.
5.
Vul in het venster Uw accountgegevens van Office 365 opgeven het zojuist aangemaakte Microsoft Online Services-id (
[email protected]) en bijbehorend wachtwoord in en klik op Volgende.
6.
Lees het venster Sterk wachtwoordbeleid toepassen en vink de optie Ik begrijp dat deze wizard het wachtwoordbeleid instelt op Sterk aan.
7.
Klik op Volgende. De integratiemodule wordt nu geconfigureerd.
8.
Klik tot slot in het venster De server is nu geconfigureerd voor de integratie met office 365 op Sluiten.
9.
Windows Small Business Server 2011 Essentials wordt opnieuw opgestart en rechtsboven is nu een tabblad Office 365 toegevoegd.
Het installeren van de integratiemodule Office 365 gaat als volgt: 1.
Klik op de zevende taak Integratie met Microsoft Office 365 installeren. Als u de taak Aan de slag met Microsoft Office 365 niet ziet staan, dan dient u eerst alle noodzakelijke updates van SBS 2011 Essentials te installeren. Kies Starten >> Alle programma's >> Windows Update en voor alle noodzakelijke updates uit.
2.
In het venster Aan de slag wordt uitgelegd welke stappen de wizard gaat doorlopen om Office 365 in uw servernetwerk te integreren. Klik na het lezen op Volgende.
3.
In het venster Abonneren op Office 365 wordt u de keuze geboden of u direct een abonnement op Office 365 wilt afsluiten of het eerst wilt proberen. Klik op een koppeling om een account aan te maken voor een productversie die het meest geschikt is voor uw werkzaamheden. Wij kiezen onder Microsoft Office 365 voor professionals en kleine bedrijven voor de optie Proberen.
Gefeliciteerd! Alle algemene taken uit de Aan de slag lijst zijn nu voltooid en Windows Small Business Server 2011 Essentials is nu gereed voor gebruik! 10
H OOFDSTUK 3
VOOR UW GEMAK Na het voltooien van de installatie hebben de zeven taken in het tabblad Start plaats gemaakt voor een lijstje regelmatig terugkerende taken. Onder Voor uw gemak staan de volgende taken:
TABBLAD START
1.
Gebruikersaccounts toevoegen
2.
Gedeelde mappen toevoegen
3.
Deze lijst aanpassen
Hieronder uitleg hoe u deze taken toepast:
GEBRUIKERSACCOUNT TOEVOEGEN Het aanmaken van een nieuw gebruikersaccount gaat als volgt:
Het tabblad Start is het startpunt van het SBS 2011 Essentials Dashboard. Links staat onder Voor uw gemak een aantal regelmatig terugkerende taken en rechts staan een Zoekbalk en een lijst Communitykoppelingen. In dit hoofdstuk aandacht voor deze onderdelen.
1.
Klik onder Voor uw gemak op de optie Gebruikersaccount toevoegen.
2.
Vul in het dialoogvenster Gebruikersaccount toevoegen alle benodigde account details, te weten voornaam, achternaam, gebruikersaccountnaam en wachtwoord, in. Let op dat het wachtwoord minimaal 7 tekens lang is en aan de complexiteitsvoorwaarden voldoet.
3.
Selecteer onder Toegangsniveau het gewenste niveau, Standaardgebruiker of Beheerder, en klik op Volgende.
4.
In het venster De toegang tot gedeelde mappen selecteren voor dit gebruikersaccount kunt u instellen tot welke gedeelde mappen deze gebruiker toegang heeft en wat zijn of haar rechten - Lezen/schrijven, Alleen lezen of Geen toegang - zijn. Klik daarna op Volgende.
5.
In het volgende dialoogvenster Een Office 365-account toewijzen kunt u aan de zojuist aangemaakte gebruiker een nieuw of bestaand Office 365-account toewijzen. U kunt er ook voor kiezen om deze gebruiker geen Office 365-account toe te kennen via de optie Office
365-account niet aan dit gebruikersaccount toewijzen. In principe is de eerste optie Een nieuw Office 365-account aanmaken en toewijzen aan dit gebruikersaccount de meest logische keuze. Pas indien nodig de e-mailnaam voor het nieuwe Office 365-account aan en klik op Volgende. 6.
7.
8.
Klik op Openen om de wizard Serviceback-up aanpassen te starten om te controleren of de nieuwe map is opgenomen in de routineback-up. Zo niet, stel deze dan nu in. Doorloop daarvoor de wizard Serverback-up aanpassen. 6.
In het venster Externe webtoegang selecteren voor dit gebruikersaccount kunt u aan deze gebruiker externe webtoegang toekennen en opgeven welke koppelingen worden weergegeven in zijn of haar Externe webtoegang. Wilt u dit account geen externe webtoegang geven, kies dan de optie Geen externe webtoegang toestaan.
DEZE LIJST AANPASSEN Via deze optie kunt u de takenlijst aanpassen.
Klik tot slot op Sluiten. Het nieuwe account staat nu in de lijst met accounts links in het venster.
Klik onder Voor uw gemak op de taak Deze lijst aanpassen.
2.
Verwijder in het venster Selecteer welke taken die in de lijst moeten worden weergegeven het vinkje voor de taak die u niet meer in de lijst wilt zien.
3.
Klik tot slot op OK.
COMMUNITYKOPPELINGEN
GEDEELDE MAPPEN TOEVOEGEN
Rechts in het venster staat een Zoekbalk voor het zoeken in de Online-help
van SBS 2011 Essentials en daaronder een lijst met Communitykoppelingen. Via deze koppelingen hebt u toegang tot externe bronnen waar u aanvullende informatie en diensten kunt vinden inzake het gebruik van SBS 2011 Essentials.
Het aanmaken van een nieuwe gedeelde map doet u als volgt: Klik onder Voor uw gemak op de taak Gedeelde mappen toevoegen. De wizard Een map toevoegen verschijnt.
2.
Geef in het venster Geef een naam en beschrijving voor de map op de nieuwe map onder Naam een naam en onder Beschrijving een korte omschrijving. Via Bladeren kan eventueel een andere locatie voor de map worden ingesteld.
3.
Klik op Volgende.
4.
Stel in het venster Selecteer het toegangsniveau voor de map het toegangsniveau via de pull-down menu's voor de administrator en gebruikers in.
5.
1.
Klik op Account maken. Het nieuwe gebruikersaccount wordt aangemaakt en een scherm genaamd Het nieuwe gebruikersaccount is toegevoegd verschijnt.
1.
Klik tot slot op Sluiten.
PERMANENT IN BEELD Rechts onder tabbladen zijn de volgende opties altijd zichtbaar: 1. Servermeldingen 2. Serverinstellingen 3. Help
Klik tot slot op Map toevoegen. De map wordt toegevoegd.
12
Hieronder kort uitleg over deze opties:
1. Datum en tijd
SERVERMELDINGEN
2. Land en taal van administrator
Via deze optie (links van Serverinstellingen) hebt u toegang tot de het venster Meldingsweergave. In dit venster staat een overzicht van door de server geconstateerde fouten.
3. Land/regio van serverlocatie
1.
5. Externe webtoegang
2.
3.
4. Instellingen en foutrapportage Windows Update
Klik op het balkje met meldingen en het venster Meldingsweergave verschijnt.
Hieronder kort uitleg over deze opties:
Klik in de lijst links op een melding en rechts verschijnt een korte toelichting alsmede uitleg hoe u het desbetreffende probleem kunt oplossen. Volg dit advies op om het gemelde probleem op te lossen.
Datum en tijd wijzigen
Via de optie De melding negeren kunt u een melding eventueel uitschakelen.
4.
Via de optie E-mailkennisgeving voor meldingen instellen kunt u een of meer e-mailadressen opgeven om de server automatisch per e-mail een kennisgeving van kritieke meldingen te laten versturen.
5.
Klik tot slot op Sluiten.
SERVERINSTELLINGEN Via de optie Serverinstellingen kunt u de volgende (serverspecifieke) instellingen wijzigen, te weten: 13
1.
Klik op Serverinstellingen.
2.
Klik in het venster Serverinstellingen achter Datum en tijd op Wijzigen.
3.
Klik in het venster Datum en tijd op Datum en tijd wijzigen.
4.
Pas in het venster Datum en tijd instellen de datum (in de kalender) en/of de tijd aan en klik op OK.
5.
Klik - indien nodig - op Tijdzone wijzigen en selecteer in het venster Tijdzone instellen een nieuwe tijdzone.
6.
Sluit alle vensters via OK.
Land en taal van administrator wijzigen
Externe webtoegang herstellen
1.
Klik op Serverinstellingen.
1.
Klik op Serverinstellingen.
2.
Klik in het venster Serverinstellingen achter Land en taal van administrator op Wijzigen.
2.
Klik in het venster Serverinstellingen op de optie Externe webtoegang.
3.
Wijzig in het dialoogvenster Land en taal onder Notatie de taal, pas indien nodig de Datum- en tijdnotaties aan en klik op OK.
3.
Klik in het venster Externe webtoegang op Herstellen.
4.
Doorloop de wizard. Hierbij wordt de werking van de Externe webtoegang gecontroleerd.
5.
Na afloop wordt een lijst met de gevonden problemen getoond. Volg de instructies op om de gevonden problemen op te lossen.
6.
Sluit na afloop alle vensters.
4.
Sluit het venster Serverinstelling door op OK te klikken.
Land/regio van serverlocatie wijzigen 1.
Klik op Serverinstellingen.
2.
Wijzig in het venster Serverinstellingen onder Land/regio van de serverlocatie het land.
3.
Klik op OK.
Instellingen en foutrapportage Windows Update wijzigen 1.
Klik op Serverinstellingen.
2.
Klik in het vak Instellingen en foutrapportage van Windows Update op Updates installeren.
In het venster Windows Updates kunt u niet alleen de instellingen wijzigen, maar ook gevonden updates laten installeren, naar updates laten zoeken, de geschiedenis van updates weergeven, verborgen updates herstellen en veel gestelde vragen over updates raadplegen. 3. 4.
5.
HELP Via deze optie kunt u hulp zoeken over het gebruik van het Dashboard voor het beheren van uw server.
Klik op Instellingen wijzigen. 1.
Klik op Help of F1.
Pas in het venster Bepaal hoe updates voor Windows moeten worden geïnstalleerd de instellingen onder Belangrijke updates aan.
2.
Uw internetbrowser wordt geopend en een Engelstalige website met informatie over het Dashboard verschijnt op uw scherm.
Klik op OK en sluit alle vensters.
3.
Sluit uw internetbrowser
14
H OOFDSTUK 4
TAKEN GEBRUIKERS In de lijst Taken Gebruikers staan drie taken, te weten: 1. Gebruikersaccount toevoegen
TABBLAD GEBRUIKERS
Het aanmaken en beheren van gebruikers vindt plaats via het tabblad Gebruikers. Hier kunt u onder andere gebruikers toevoegen, het wachtwoordbeleid instellen en Office 365-accounts toevoegen.
2. Het wachtwoordbeleid instellen 3. Office 365-account toevoegen
In dit hoofdstuk uitleg hoe u deze taken toepast.
NIEUW GEBRUIKERSACCOUNT TOEVOEGEN Het aanmaken van een nieuw gebruikersaccount gaat via de optie Gebruikersaccount toevoegen in de lijst Taken Gebruikers. 1.
Klik in het SBS 2011 Essentials Dashboard op het tabblad Gebruikers.
2.
Klik onder Taken gebruikers op de optie Gebruikersaccount toevoegen.
3.
Vul in het dialoogvenster Gebruikersaccount toevoegen alle benodigde account details, te weten voornaam, achternaam, gebruikersaccountnaam en wachtwoord, in. Let op dat het wachtwoord minimaal 7 tekens lang is en aan de complexiteitsvoorwaarden voldoet.
4.
Selecteer onder Toegangsniveau het gewenste niveau, Standaardgebruiker of Beheerder, en klik op Volgende.
5.
In het venster De toegang tot gedeelde mappen selecteren voor dit gebruikersaccount kunt u instellen tot welke gedeelde mappen deze gebruiker toegang heeft en wat zijn of haar rechten - Lezen/schrijven, Alleen lezen of Geen toegang - zijn. Klik daarna op Volgende.
6.
7.
webtoegang geven, kies dan de optie Geen externe webtoegang toestaan.
In het volgende dialoogvenster Een Office 365-account toewijzen kunt u aan de zojuist aangemaakte gebruiker een nieuw of bestaand Office 365-account toewijzen. U kunt er ook voor kiezen om deze gebruiker geen Office 365-account toe te kennen via de optie Office 365-account niet aan dit gebruikersaccount toewijzen. In principe is de eerste optie Een nieuw Office 365-account aanmaken en toewijzen aan dit gebruikersaccount de meest logische keuze. Pas indien nodig de e-mailnaam voor het nieuwe Office 365-account aan en klik op Volgende.
8.
Klik op Account maken. Het nieuwe gebruikersaccount wordt aangemaakt en een scherm genaamd Het nieuwe gebruikersaccount is toegevoegd verschijnt.
9.
Klik tot slot op Sluiten. Het nieuwe account staat nu in de lijst met accounts links in het venster.
WACHTWOORDBELEID Via de optie Het wachtwoordbeleid instellen in de lijst Taken gebruikers kan het wachtwoordbeleid voor alle gebruikers in één keer worden aangepast.
In het venster Externe webtoegang selecteren voor dit gebruikersaccount kunt u aan deze gebruiker externe webtoegang toekennen en opgeven welke koppelingen worden weergegeven in zijn of haar Externe webtoegang. Wilt u dit account geen externe
16
1.
Klik onder Taken gebruikers op de optie Het wachtwoordbeleid instellen.
2.
In het dialoogvenster Het wachtwoordbeleid voor alle gebruikers wijzigen kan voor alle gebruikersaccounts het wachtwoordbeleid door middel van schuifbalk worden gewijzigd van Zwak via Gemiddeld en
Beste tot Sterk. Kies het gewenste wachtwoordbeleid. Vanuit veiligheidsoverwegingen is het aan te bevelen om de optie Sterk (standaardinstelling) te gebruiken! 3.
4.
desbetreffende fout(en) kunt u zien door in dit venster op hier te klikken. Via Sluiten kunt u terug keren naar het Dashboard.
Vink - indien gewenst - de optie Wachtwoorden verlopen nooit aan en klik op Beleid wijzigen. Het venster Wachtwoordbeleid gewijzigd verschijnt ter bevestiging. Klik tot slot op OK.
OFFICE 365-ACCOUNT TOEVOEGEN
4.
Het venster Office 365-accounts toevoegen verschijnt. Wacht tot het Office 365-account is aangemaakt.
5.
Het venster U hebt Office 365-accounts toegevoegd bevestigt dat er een Office 365-licentie is toegewezen aan het gebruikersaccount.
6.
Klik tot slot op Sluiten.
TAKEN INDIVIDUELE GEBRUIKER
Via de optie Office 365-account toevoegen in de lijst Taken gebruikers kan aan een gebruiker een Office 365-account worden toegekend.
In de lijst Taken
staan vijf taken die op een individueel account kunnen worden toegepast, te weten:
1.
Klik onder Taken gebruikers op de optie Office 365-account toevoegen.
1. De accounteigenschappen weergeven
2.
Wacht tot er verbinding met Office 365 is gemaakt.
2. Het gebruikersaccount deactiveren
3.
In het dialoogvenster Office 365-accounts toevoegen worden alle actieve gebruikersaccounts getoond. Zorg dat alleen het gebruikersaccount waaraan u een Office 365-account wilt toekennen is aangevinkt en klik op Volgende.
3. Het gebruikersaccount verwijderen 4. Het wachtwoord voor het gebruikersaccount verwijderen 5. Toewijzing Office 365-account opheffen
Als u onverhoopt een gebruikersaccount hebt geselecteerd die al een Office 365-account heeft, dan verschijnt er een foutmelding in de vorm van het dialoogvenster Enkele Office 365-accounts zijn niet gemaakt. Informatie over de
Lees verder hoe u deze taken toepast. 17
ACCOUNTEIGENSCHAPPEN AANPASSEN
GEBRUIKERSACCOUNT DEACTIVEREN
Via de optie De accounteigenschappen weergeven kan van elk gebruikersaccount de eigenschappen worden getoond en eventueel aangepast.
Via de optie Het gebruikersaccount deactiveren kan een gebruikersaccount tijdelijk worden uitgeschakeld.
1.
2.
1.
Selecteer in de lijst met accounts een specifieke gebruiker en klik op de optie Het gebruikersaccount deactiveren.
2.
Bevestig het uitschakelen van het gebruikersaccount door bij de vraag Weet u zeker dat u dit gebruikersaccount wilt deactiveren? op Ja te klikken.
3.
In de lijst is nu achter het desbetreffende gebruikersaccount de status gewijzigd van Actief naar Inactief.
4.
Het gebruikersaccount kan later weer worden geactiveerd door het desbetreffende account in de lijst met gebruikers te selecteren op de optie Het gebruikersaccount activeren te klikken en de vraag Weet u zeker dat u dit gebruikersaccount wilt activeren? met Ja te beantwoorden.
Selecteer in de lijst met accounts een specifieke gebruiker en klik op de optie De accounteigenschappen weergeven. Een dialoogvenster Eigenschappen van verschijnt met de tabbladen genaamd Algemeen, Gedeelde mappen, Externe webtoegang, Office 365 (indien geïnstalleerd) en Computertoegang.
3.
Raadpleeg de informatie in de diverse tabbladen. Klik na eventuele wijzigingen op Toepassen.
4.
Klik tot slot op OK als u gereed bent om het dialoogvenster Eigenschappen van te sluiten. 18
GEBRUIKERSACCOUNT VERWIJDEREN
WACHTWOORD VAN EEN GEBRUIKERSACCOUNT WIJZIGEN
Via de optie Het gebruikersaccount verwijderen kan een gebruikersaccount definitief worden verwijderd. Hierbij kunt u tevens opgeven of u de bestanden van de te verwijderen gebruiker bewaard moeten blijven of eveneens moeten worden verwijderd.
Via de optie Het wachtwoord voor het gebruikersaccount verwijderen kan een wachtwoord van een gebruikersaccount worden gewijzigd.
1.
Selecteer in de lijst met accounts de gebruiker die u wenst te verwijderen en klik op de optie Het gebruikersaccount verwijderen.
2.
In het dialoogvenster Wilt u de bestanden behouden? kunt u opgeven of u de bestanden die bij dit gebruikersaccount horen wilt bewaren of verwijderen. Vink de optie De bestanden voor dit gebruikersaccount verwijderen aan als u de bestanden niet wilt bewaren. Vink deze optie niet aan als u de bestanden wilt bewaren.
3.
Klik op Volgende.
4.
Bevestig het verwijderen van het gebruikersaccount door in het dialoogvenster Weet u zeker dat u dit gebruikersaccount wilt verwijderen? op Account verwijderen te klikken.
5.
Het verwijderen wordt bevestigd met de mededeling Het gebruikersaccount is verwijderd. Klik op Sluiten om het proces af te sluiten. Het desbetreffende gebruikersaccount is uit de lijst met gebruikersaccounts verwijderd.
19
1.
Selecteer in de lijst met accounts de gebruiker waarvan u het wachtwoord wenst te wijzigen en klik op de optie Het wachtwoord voor het gebruikersaccount verwijderen.
2.
Typ in het dialoogvenster Een nieuw wachtwoord voor deze gebruikersaccount typen in het vak onder Wachtwoord het nieuwe wachtwoord en typ hetzelfde wachtwoord nogmaals in het vak onder Bevestig het wachtwoord.
3.
Let op dat het wachtwoord minimaal 8 en maximaal 16 tekens lang is en aan de complexiteitsvoorwaarden voldoet. Als alles in orde is, klik dan op Wachtwoord wijzigen.
4.
Het dialoogvenster Wachtwoord is gewijzigd verschijnt om de wijziging te bevestigen. Klik tot slot op OK.
TAKEN ADMINISTRATOR
TOEWIJZING OFFICE 365-ACCOUNT OPHEFFEN Via de optie Toewijzing Office 365-account opheffen kan een gebruikersaccount van zijn Office 365-account worden ontdaan. U kunt dit later altijd weer aanpassen via de optie Office 365-account toewijzen. 1.
Selecteer in de lijst met accounts de gebruiker waarvan u het Office 365-account wenst te verwijderen en klik op de optie Toewijzing Office 365-account opheffen.
2.
Bevestig de opheffing door in het venster Weet u zeker dat u de toewijzing van het Office 365-account voor wilt opheffen? op Ja te klikken.
3.
Het Office 365-account wordt nu opgeheven.
Als u in de lijst gebruikers op de Admin(istrator) gaat staan, dan verschijnt rechts een lijst Taken Admin met twee opties, te weten De accounteigenschappen weergeven en Het wachtwoord voor het gebruikersaccount wijzigen. De werking van beide taken is gelijk aan die van een normale gebruiker. Raadpleeg de voorgaande pagina’s van dit hoofdstuk om te zien hoe u de diverse taken kunt uitvoeren. Er zijn echter twee verschillen:
de taken Het gebruikersaccount deactiveren en Het gebruikersaccount verwijderen ontbreken om de voor de hand liggende reden: de server moet namelijk altijd toegankelijk blijven voor de Administrator.
Bij de gebruikers waar geen Office 365-account aan is toegekend, staat de melding Office 365-account toewijzen.
20
H OOFDSTUK 5
WINDOWS-COMPUTER OPNEMEN IN NETWERK Het opnemen van een Windows-computer in een SBS 2011 Essentials netwerk gaat als volgt:
SBS 2011 ESSENTIALS CONNECTOR & LAUNCHPAD Teneinde de computer van een individuele gebruiker op SBS 2011 Essentials 'aan te sluiten', dient u op deze computer de SBS 2011 Essentials Connector te instal- leren. Hiermee kunt u Windows XP SP3, Windows Vista, Windows 7 en Mac-computers in het netwerk opnemen. Na installatie beschikt de Windows- of Mac-computer over een zogeheten Launchpad.
1.
Zorg dat de computer is aangesloten op het lokale netwerk. Open uw internetbrowser en typ http://<servernaam>/connect waarbij op de plek van <servernaam> de feitelijke naam van de SBS 2011 Essentials Server moet worden ingevoerd. Deze naam hebt u in het dialoogvenster Server aanpassen tijdens de installatie opgegeven.
2.
Klik op Software voor Windows downloaden.
3.
Klik op Uitvoeren.
4.
Klik - indien daarom gevraagd wordt - op Ja om toestemming te geven om wijzigingen aan deze computer aan te brengen.
5.
De wizard Een computer verbinden met de server verschijnt. Klik op Volgende.
10. In het venster Wilt u de computer automatisch uit de slaapstand of stand-by modus halen om er een back-up van te maken? kunt u opgeven of de computer automatisch uit de slaapstand of stand-by modus mag worden gehaald om een back-up te maken. Kies voor Ja, haal de computer uit de slaapstand of stand-by modus om een back-up te maken of Nee, maak alleen back-ups van de computer als deze is ingeschakeld en klik op Volgende. 11. In het volgende venster kunt u opgeven of u wilt deelnemen aan het Windows-programma voor kwaliteitsverbetering. Maak uw keuze en klik op Volgende. De computer wordt nu geconfigureerd voor gebruik en verbonden met het netwerk. 12. Het venster Deze computer is nu verbonden met de server verschijnt. Standaard staat het vinkje voor de optie Open het dashboard voor het beheren van de server aan. Verwijder dit vinkje en klik op Voltooien.
6.
Lees de informatie in het venster en klik op Volgende.
7.
Geef in het venster Uw nieuwe netwerkgebruikersnaam en wachtwoord typen uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op Volgende. Start de computer opnieuw op om deze met de server te verbinden.
8.
Geef in het venster Geef aan of u de bestaande gegevens en instellingen wilt verplaatsen of u bestaande gegevens en instellingen, zoals Mijn documenten, Bureaubladachtergrond en Favorieten, naar het nieuwe netwerkgebruikersaccount wilt verplaatsen door de optie Mijn gegevens en instellingen naar mijn nieuwe netwerkgebruikersaccount verplaatsen aangevinkt (standaardinstellingen) te laten of niet en klik op Volgende.
9.
Geef in het venster De beschrijving van deze computer weergeven en indien nodig wijzigen de computer bij Beschrijving van de computer een omschrijving - bijvoorbeeld Notebook van Piet - en klik op Volgende.
Als u de optie Open het dashboard voor het beheren van de server aangevinkt laat, dan verschijnt het aanmeldscherm van het Dashboard. Alleen een beheerder kan op afstand inloggen op SBS 2011 Essentials.
13. De SBS 2011 Essentials Launchpad verschijnt. De Windows-computer is nu opgenomen in het SBS 2011 Essentials netwerk. 22
WINDOWS-COMPUTER UIT NETWERK VERWIJDEREN
7.
Geef in het volgende venster de naam of het serveradres van SBS 2011 Essentials in en klik op Continue.
8.
Geef in het volgende venster bij Identification of this computer een herkenbare naam van deze MAC-computer in en klik op Continue.
9.
Geef in het volgende venster uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op Continue. De computer wordt nu met het netwerk verbonden.
Het verwijderen uit het netwerk van een Windows-computer doet u als volgt: 1.
Klik Starten en open het Configuratiescherm.
2.
Klik onder Programma's op Een programma verwijderen.
3.
Selecteer in de lijst het programma Windows Small Business Server 2011 Connector en klik op Verwijderen.
4.
Bevestig de vraag Weet u zeker dat u Windows Small Business Server 2011 Connector wilt verwijderen? door op Ja te klikken.
5.
Klik - indien nodig - in Gebruikersaccountbeheer nogmaals op Ja en de SBS 2011 Connector software wordt van de computer verwijderd.
10. Geef de computer een beschrijving en klik op Continue. 11. De installatie wordt uitgevoerd. Het venster This computer is now connected to the server verschijnt. 12. Bepaal of u wel of niet de Windows Server Launchpad automatisch wenst op te starten en klik op Close. 13. De installatie is voltooid. Herstart de computer.
WINDOWS SERVER LAUNCHPAD
MAC-COMPUTER OPNEMEN IN HET NETWERK
Na installatie van de SBS 2011 Essentials Connector beschikt de computer over een Windows Server Launchpad. Via dit Launchpad kunt u inloggen op de server en tal van taken uitvoeren.
Het opnemen van een Mac-computer in een SBS 2011 Essentials netwerk gaat als volgt : 1.
Zorg dat de computer is aangesloten op het lokale netwerk. Open uw internetbrowser en typ http://<servernaam>/connect waarbij op de plek van <servernaam> de feitelijke naam van de SBS 2011 Essentials Server moet worden ingevoerd. Deze naam hebt u in het dialoogvenster Server aanpassen tijdens de installatie opgegeven.
2.
Klik op Software voor Mac downloaden.
3.
Dubbelklik in de folder Downloads op het gedownloade bestand MacConnector.dmg.
4.
Klik op Connector for Mac >> Open
5.
Geef als daar om gevraagd wordt het Gebruikerswachtwoord van uw Mac-computer.
6.
Afhankelijk van de instellingen en toegewezen toegangsrechten staan een of meer van de volgende functies in uw Launchpad:
Klik in het scherm Connect a Computer to the Server op Continue. 23
BACK-UP
1.
Klik in de Launchpad op Externe webtoegang.
Via de optie Back-up kunt u een tussentijdse ofwel handmatige back-up van uw computer laten uitvoeren.
2.
Uw internetbrowser wordt geopend en toont het inlogscherm van Externe webtoegang.
1.
Klik in de Launchpad op Back-up.
3.
Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in en druk op Enter.
2.
Klik in het venster Back-upeigenschappen op de knop Back-up starten.
3.
Door de optie Deze computer automatisch uit de slaapstand of stand-by modus halen om een geplande back-up uit te voeren aan te vinken en op Toepassen te klikken zorgt u er voor dat geplande back-ups ook worden uitgevoerd als de computer in slaapstand of stand-by modus staat.
4.
Vink eventueel de optie Onthouden op deze computer aan om gebruikersnaam en wachtwoord op de computer op te slaan. Het voordeel is dat u vlot kunt inloggen, maar er zit wel een veiligheidsriscio aan vast! 4.
De Startpagina van Externe webtoegang - met de opties Computers, Gedeelde mappen, Koppelingen en Microsoft Office 365 -
Na het starten van een back-up dient u in het venster Typ een beschrijving voor deze back-up een omschrijving in te geven. U kunt eventueel de standaard tekst Handmatige back-up laten staan.
verschijnt op het scherm van uw computer. 5.
Via Afmelden kunt u de sessie sluiten.
GEDEELDE MAPPEN 5.
Klik op OK om de back-up te starten.
6.
Als de back-up gereed is verschijnt de tekst De back-up is voltooid op .
7.
Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten.
Via de optie Gedeelde mappen zijn de gedeelde servermappen op de server toegankelijk.
EXTERNE WEBTOEGANG De optie Externe webtoegang biedt u op afstand (via remotewebacces.com) toegang tot de server. Hiermee krijgt u op afstand toegang tot de bestanden op de server. 24
1.
Klik in de Launchpad op Gedeelde mappen.
2.
De Windows Verkenner wordt geopend met daarin de beschikbare gedeelde mappen en printer(s).
3.
Open de gewenste servermap.
4.
Sluit de Windows verkenner.
DASHBOARD
MICROSOFT OFFICE 365
De optie Dashboard biedt administrators de mogelijkheid om op afstand toegang te krijgen tot de server.
Via de optie Microsoft office 365 hebt u toegang tot uw Office 365 account.
1.
Klik in de Launchpad op Dashboard.
1.
Klik in de Launchpad op Microsoft Office 365.
2.
Geef in het venster Dashboard onder Aanmelden de gebruikersnaam en wachtwoord in en druk op Enter.
2.
Een nieuw Launchpad verschijnt met diverse opties, te weten Outlook Web App, Startpagina Office 365 en Snel aan de slag. Klik op Startpagina Office 365.
Deze optie kunt u alleen uitvoeren als u netwerkbeheerder bent. Bent u dat niet, dan zal een foutmelding verschijnen. Klik op OK om deze foutmelding te sluiten. 3.
Het Windows Small Business Server 2011 Dashboard wordt geopend.
Klik de eerste keer op de optie Snel aan de slag voor meer informatie over Microsoft Office 365.
Als er al een Dashboard-sessie op de server door u wordt uitgevoerd, dan dient u deze eerst te sluiten. Klik daartoe op
3.
Log in met uw Office 365 gebruikers-id en wachtwoord en klik op Aanmelden.
4.
De Startpagina van Microsoft Office 365 wordt geopend.
5.
Via Afmelden kunt u de sessie sluiten
OK. 4.
Als u gereed bent kunt u het Dashboard sluiten door op het rode kruisje linksboven te klikken. 25
H OOFDSTUK 6
TAKEN COMPUTER Als u links in de lijst een clientcomputer aan klikt, dan verschijnen rechts de beschikbare taken voor die desbetreffende computer, te weten:
TABBLAD COMPUTERS EN BACK-UP Via het tabblad Computers en back-up kunt u diverse taken uitvoeren met betrekking tot de server zelf en de aangesloten clientcomputers alsmede het back-uppen van data. In het venster ziet u links een overzicht van de clientcomputers en servers en rechts de taken die u kunt uitvoeren.
1. De computereigenschappen weergeven 2. Een back-up van de computer starten
3. Bestanden of mappen van de computer terugzetten 4. Back-up aanpassen voor de computer 5. De computer verwijderen 6. Extra back-uptaken op clientcomputer 7. Hoe kan ik computers verbinden met de server? De opties 2, 3 en 4 zijn alleen zichtbaar als de desbetreffende computer aanstaat! In dit hoofdstuk uitleg hoe u deze taken toepast.
DE COMPUTEREIGENSCHAPPEN TONEN
EEN BACK-UP VAN DE COMPUTER STARTEN
Via deze taak kunt u informatie over de desbetreffende computer opvragen.
Via deze taak kunt u vanaf het Dashboard op afstand een back-up van een clientcomputer starten of annuleren.
1.
Klik in de lijst Computers op de naam van een clientcomputer.
2.
Klik op de taak De computereigenschappen tonen.
3.
In het venster Eigenschappen van staan de naam, beschrijving, besturingssysteem en systeemtype (32 of 64 bits) van de desbetreffende computer vermeld.
1.
Selecteer in de lijst Computers een van de clientcomputers die de status Online heeft.
2.
Klik op de taak Een back-up van de computer starten.
3.
Na het starten dient u in het venster Typ een beschrijving voor deze back-up een omschrijving in te geven. U kunt eventueel de standaard tekst Handmatige back-up laten staan.
4.
Klik op OK om de back-up te starten. Wilt u de back-up stopzetten, klik dan op Back-up stoppen voor de computer.
BESTANDEN OF MAPPEN VAN DE COMPUTER TERUGZETTEN Via deze taak kunt u bestanden of mappen van de computer terugzetten. Dit kan echter alleen vanaf het Dashboard van de desbetreffende clientcomputer. 4.
5.
In het tabblad Back-up staat een overzicht van de uitgevoerde back-ups. Selecteer in de lijst een back-up en klik op Details weergeven voor meer informatie over de desbetreffende back-up. Klik op OK (of Annuleren) om de vensters te sluiten. 27
1.
Klik in de Launchpad op Dashboard en meldt u aan.
2.
Selecteer het tabblad Computers en back-up.
3.
Selecteer in de lijst Computers uw clientcomputer.
4.
BACK-UP AANPASSEN VOOR DE COMPUTER
Klik op de taak Bestanden of mappen van de computer terugzetten.
Via deze taak kunt u de back-up aanpassen van een clientcomputer. 5.
Selecteer in het venster Een back-up selecteren de gewenste back-up en klik op Volgende.
1.
Selecteer in de lijst Computers een van de clientcomputers die de status Online heeft.
6.
Selecteer in het venster Een volume selecteren het gewenste volume en klik op Volgende.
2.
Klik op de taak Back-up aanpassen voor de computer.
7.
Selecteer in het venster De items selecteren die u wilt terugzetten de terug te zetten items en klik op Volgende.
3.
Klik in het venster Een back-upoptie selecteren op Back-upitems toevoegen of verwijderen.
4.
Pas de selectie in het venster De items selecteren waarvan u een back-up wilt maken aan en klik op Volgende.
5.
Klik in het venster De items bevestigen waarvan u een back-up wilt maken op Wijzigingen opslaan.
6.
Klik tot slot op Sluiten.
DE COMPUTER VERWIJDEREN Via deze taak kunt u een computer uit het netwerk verwijderen.
8.
Selecteer in de lijst Computers een van de clientcomputers.
2.
Klik op de taak De computer verwijderen.
3.
Klik in het venster Weet u zeker dat u deze computer van de server wilt verwijderen? op Ja.
4.
De computer is van de server verwijderd en wordt dan ook niet meer in de lijst Computers vermeld.
Blader in het venster Een terugzetlocatie voor het bestand selecteren naar de gewenste terugzetlocatie en klik op Volgende. Kies - indien de geselecteerde items op de terugzetlocatie al aanwezig zijn - de optie Kopiëren en vervangen of - nog beter - Kopiëren, maar beide bestanden behouden. Vink eventueel de optie Dit voor de volgende conflicten uitvoeren aan.
9.
1.
Tot slot verschijnt het venster De items zijn teruggezet.
10. Klik tot slot op Sluiten. 28
EXTRA BACK-UPTAKEN OP CLIENTCOMPUTER
5.
In het tabblad Hulpprogramma's kunt u via Nu herstellen een onbruikbare back-up van de clientcomputer herstellen. Via Sleutel maken kunt u een met behulp van een computerherstelsleutel een clientcomputer terugzetten uit een back-up.
6.
Klik op OK (of Annuleren) om het dialoogvenster te sluiten.
Via deze taak kunt u de (standaard of ingestelde) back-uptaken van een op het netwerk aangesloten computer aanpassen, onbruikbare back-ups herstellen of een clientcomputer terugzetten uit een back-up. 1.
Selecteer in de lijst Computers een van de aangesloten clientcomputers.
2.
Klik op de taak Extra back-uptaken op clientcomputer.
3.
Pas in het dialoogvenster Extra back-uptaken op clientcomputer in het tabblad Instellingen onder Back-upschema voor clientcomputers het back-upschema aan en klik op Toepassen.
4.
Via de knop Standaardwaarden kunt u alle wijzigingen in het back-upschema ongedaan maken en terugkeren naar de standaardinstellingen.
HOE KAN IK COMPUTERS VERBINDEN MET DE SERVER? Via deze taak kunt u on-line informatie opvragen over het verbinden van computers met de server.
Pas onder back-upbewaarbeleid voor clientcomputers het bewaarbeleid aan en klik op Toepassen. 29
1.
Selecteer in de lijst Computers een van de aangesloten clientcomputers.
2.
Klik op de taak Hoe kan ik computers verbinden met de server?
3.
Klik in het venster Online-Help en informatie weergeven op Ja.
4.
Uw internetbrowser wordt gestart met daarin (Engelstalige) informatie over het verbinden van computers met de server.
5.
Sluit na het raadplegen van de informatie de website.
TAKEN SERVER
EEN BACK-UP VAN DE SERVER STARTEN
Als u links in de lijst op een server gaat staan, dan verschijnen rechts de beschikbare taken voor die desbetreffende computer, te weten:
1.
Selecteer in de lijst Server de server.
2.
Klik op de taak Een back-up van de server starten.
3.
Bevestig de vraag Wilt u een back-up van de computer starten? door op Ja te klikken.
4.
Er wordt een back-up aangemaakt.
1. Servereigenschappen weergeven 2. Een back-up van de server starten 3. Bestanden of mappen van de server terugzetten 4. Back-up aanpassen voor de server
Via de nu zichtbare optie Back-up stoppen voor de server kunt u de back-up eventueel tussentijds stoppen. Lees verder hoe u deze taken toepast.
BESTANDEN OF MAPPEN VAN DE SERVER TERUGZETTEN SERVEREIGENSCHAPPEN WEERGEVEN 1.
Selecteer in de lijst Server de server.
2.
Klik op de taak Servereigenschappen weergeven.
3.
In het venster Eigenschappen van <servernaam> staan in het tabblad Algemeen de naam, beschrijving, besturingssysteem en systeemtype van de desbetreffende server vermeld.
4.
5.
In het tabblad Back-up staat een overzicht van de uitgevoerde back-ups. Klik op Details weergeven voor meer informatie over een specifieke back-up. Klik op OK (of Annuleren) om de vensters te sluiten. 30
1.
Selecteer in de lijst Server de server.
2.
Klik op de taak Bestanden of mappen van de server terugzetten.
3.
Lees de informatie in het venster Het terugzetten voorbereiden en klik op Volgende.
4.
Selecteer in het venster De back-uplocatie opgeven de optie Op een andere locatie en klik op Volgende
5.
Selecteer in het venster Terug te zetten back-upschijf en server installeren de back-upschijf en - indien nodig - de server voor terugzetbewerking en klik op Volgende.
6.
BACK-UP AANPASSEN VOOR DE SERVER
Klik in het venster Een optie voor het terugzetten selecteren op Terugzetten uit de meeste recente back-up (aanbevolen).
1.
Selecteer in de lijst Server de server.
2.
Klik op de taak Back-up aanpassen voor de server. De gegevens worden geladen.
3.
Lees de informatie in het venster Aan de slag en klik op Volgende.
4.
Klik in het venster Configuratieopties op de optie De instellingen van Serverback-up wijzigen.
5.
Selecteer in het venster Het back-updoel selecteren in de lijst de gewenste schijf en klik op Volgende.
6.
Geef de schijf in het venster Doelschijven een label geven een label en klik op Volgende.
7.
Pas - indien gewenst - in het venster Het back-upschema opgeven het back-upschema aan en klik op Volgende.
8.
Selecteer in het venster De items selecteren waarvan u een back-up wilt maken door middel van selectievakjes de items aan die waarvan u een back-up wilt maken en klik op Volgende.
9.
Klik in het venster De back-upinstellingen bevestigen op de knop Instellingen toepassen om een en ander te bevestigen.
Bij de optie Terugzetten uit een back-up die ik selecteer (geavanceerd) kunt u in het venster Een back-up selecteren de gewenste back-up via een kalender kiezen. Klik daarna op Volgende. 7.
Klik in het venster Wat wilt u terugzetten? op de optie Bestanden of mappen. Met de optie Een volledig station kunt u de volledige inhoud van een schijf terugzetten, bijvoorbeeld alle gegevens die zijn opgeslagen op schijf C:.
8.
9.
Selecteer links in het venster De items selecteren die u wilt terugzetten de harde schijf waar u mappen en bestanden naar terug wilt zetten. Selecteer rechts in het venster de map of het bestand dat u wilt terugzetten en klik op Volgende.
10. Selecteer in het venster Waar wilt u de bestanden terugzetten? de gewenste locatie - Oorspronkelijke locatie of Een andere locatie en klik op Volgende. 11. Klik in het venster De informatie voor de terugzetting bevestigen op Nu terugzetten. Het terugzetten wordt uitgevoerd. Na voltooiing verschijnt het venster De Items zijn teruggezet. Via de optie De teruglocatie openen kunt u eventueel controleren of een en ander ook is uitgevoerd.
10. Na het aanpassen van de back-upinstellingen verschijnt het venster De Serverback-up is ingesteld. 11. Klik tot slot op Sluiten.
12. Klik tot slot op Sluiten. 31
H OOFDSTUK 7
TABBLAD SERVERMAPPEN EN HARDE SCHIJFBEHEER
SERVERMAPPEN In het tabblad Servermappen staat links een overzicht van de servermappen en rechts de taken die u kunt uitvoeren. Als u links in de lijst op een servermap gaat staan, dan verschijnen rechts - afhankelijk van de mapsoort - onder Taken gebruikers de taken voor de desbetreffende servermap en onder en Taken Servermappen de algemene taken, te weten: 1. De map openen 2. De map verwijderen 3. De mapeigenschappen weergeven 4. De map verplaatsen 5. Het delen van de map beëindigen
Via het tabblad Servermappen en harde schijfbeheer kunt u diverse taken uitvoeren met betrekking tot de servermappen en de harde schijven. Boven het venster links ziet u twee tabbladen, te weten Servermappen en Harde schijven. 6. Een map toevoegen 7. Uitleg van servermappen De opties 2 en 5 zijn alleen beschikbaar bij door uzelf aangemaakte (niet-systeem) mappen.
In dit hoofdstuk uitleg hoe u deze taken toepast.
DE MAP OPENEN
DE MAPEIGENSCHAPPEN WEERGEVEN
1.
Selecteer links in de lijst de te openen servermap.
1.
Selecteer links in de lijst de gewenste servermap.
2.
Klik rechts onder Taken <mapnaam> op de taak De map openen.
2.
3.
De desbetreffende map wordt in de Windows verkenner geopend.
Klik rechts onder Taken <mapnaam> op de taak De mapeigenschappen weergeven.
3.
Het venster Eigenschappen van <mapnaam> verschijnt.
4.
In het venster Eigenschappen van <mapnaam> kunt u bij Beschrijving eventueel de beschrijving wijzigen. Klik daarna op Toepassen.
5.
Via de optie Deze map openen kunt u de map eventueel openen.
6.
Klik op OK (of Annuleren) om het venster te sluiten.
4.
Sluit als u gereed bent de Windows Verkenner.
DE MAP VERWIJDEREN 1.
Selecteer links in de lijst de te verwijderen servermap.
2.
Klik rechts onder Taken <mapnaam> op de taak De map verwijderen.
3.
Het venster Weet u zeker dat u de map wilt verwijderen? verschijnt.
DE MAP VERPLAATSEN
4.
5.
Vink de optie Ik begrijp dat de map en de inhoud ervan permanent worden verwijderd aan. Klik op Ja om de map te verwijderen. 33
1.
Selecteer links in de lijst de te verplaatsen servermap.
2.
Klik rechts onder Taken <mapnaam> op de taak De map verplaatsen. De wizard Een map verplaatsen verschijnt.
3.
Lees het venster Aan de Slag en klik op Volgende.
4.
5.
6.
EEN MAP TOEVOEGEN
Selecteer in het venster Een nieuwe locatie voor de map kiezen onder Nieuwe locatie de schijf waar u de map naar toe wilt verplaatsen. Klik op Map verplaatsen. De map wordt nu verplaatst naar de nieuwe locatie.
1.
Klik rechts onder Taken Servermappen op de taak Een map toevoegen. De wizard Een map toevoegen verschijnt.
2.
Geef in het venster Geef een naam en beschrijving voor de map op de nieuwe map onder Naam een naam en onder Beschrijving een korte omschrijving. Via Bladeren kan eventueel een andere locatie
Het venster De map is verplaatst verschijnt. Klik op Openen om de wizard Serviceback-up aanpassen te starten om te controleren of de verplaatste map geselecteerd is voor het maken van een back-up. Doorloop de wizard.
7.
Klik tot slot in het venster De map is verplaatst op Sluiten. voor de map worden ingesteld.
HET DELEN VAN DE MAP BEËINDIGEN 1.
Selecteer links in de lijst de gedeelde servermap.
2.
Klik rechts onder Taken <mapnaam> op de taak Het delen van de map beëindigen.
3.
3.
Klik op Volgende.
4.
Stel in het venster Selecteer het toegangsniveau voor de map het toegangsniveau via de pull-down menu's voor de administrator en gebruikers in.
5.
Klik tot slot op Map toevoegen. De map wordt toegevoegd. Klik op Openen om de wizard Serviceback-up aanpassen te starten om voor de nieuwe map een routineback-up in te stellen. Doorloop de wizard.
Het venster Weet u zeker dat u het delen van de map wilt beëindigen? verschijnt. Klik op Ja om het delen te beëindigen.
6.Klik tot slot op Sluiten.
UITLEG VAN SERVERMAPPEN
4.
1.
Klik rechts onder Taken Servermappen op de taak Uitleg van servermappen.
2.
Uw internetbrowser wordt geopend met (Engelstalige) informatie over werken met servermappen.
3.
Sluit na het lezen de internetbrowser.
Klik tot slot op Sluiten.
34
HARDE SCHIJVEN
controle af. In respectievelijk het venster De harde schijf is gecontroleerd of De harde schijf is hersteld worden de resultaten van de controle en/of herstelling getoond. Klik op Sluiten om het venster te sluiten.
In het tabblad Harde schijven staat links een overzicht van de harde schijven en rechts de taken die u kunt uitvoeren. Als u links in de lijst op een harde schijf gaat staan, dan verschijnen rechts onder Taken <schijfnaam> de taken voor de desbetreffende harde schijf en onder Taken Harde Schijven de algemene taken, te weten:
4.
Klik op OK (of Annuleren) om het venster te sluiten.
5.
Klik op het tabblad Schaduwkopieën.
1. Eigenschappen van de harde schijf weergeven 2. Harde schijf verwijderen uit de serverback-up 3. Hoe vergroot ik de opslagruimte van de server? Hieronder uitleg hoe u deze taken toepast.
EIGENSCHAPPEN VAN DE HARDE SCHIJF WEERGEVEN 1.
Selecteer links in de lijst de harde schijf waarvan u de eigenschappen wilt zien.
2.
Klik onder Taken <schijfnaam> op de taak De eigenschappen van de harde schijf weergeven.
3.
Met schaduwkopieën hebben gebruikers toegang tot bestanden en mappen zoals ze op een eerder tijdstip waren. Standaard worden twee keer per dag schaduwkopieën gemaakt.
Het venster Eigenschappen van <schijfnaam> verschijnt. In het tabblad Algemeen van dit venster staan de opties Schijf opschonen en Controleren en herstellen.
6.
Door het vinkje voor Schaduwkopieën te verwijderen kunt u deze optie indien gewenst uitzetten.
7.
Klik tot slot op OK (of Annuleren).
HARDE SCHIJF VERWIJDEREN UIT DE SERVERBACK-UP
Via Schijf opschonen kunt u de functie Schijfopruiming starten. Hiermee kunt u overbodige bestanden verwijderen en/of programma's verwijderen. Vink in het tabblad Schijfopruiming de te verwijderen bestanden aan en klik op OK. In het tabblad Meer opties kunt u via de opties Opruimen extra schijfruimte vrijmaken door respectievelijk programma's en oudere herstelpunten te verwijderen. Klik op OK (of Annuleren) om het venster te sluiten. Via Controleren en herstellen kunt u de harde schijf op fouten controleren en eventueel automatisch laten herstellen. Kies Alleen controleren of Controleren en automatisch herstellen en wacht het resultaat van de 35
1.
Selecteer links in de lijst Serverback-up de harde schijf die u wenst te verwijderen uit de serverback-up.
2.
Klik onder Taken <schijfnaam> op de taak harde schijf verwijderen uit de serverback-up.
3.
De gegevens worden geladen, waarna de wizard Serverback-up aanpassen verschijnt. Klik op Volgende.
4.
Klik op Serverback-up uitschakelen.
5.
Klik in het venster Serverback-up uitschakelen op Uitschakelen.
6.
Klik tot slot in het venster Serverback-up is uitgeschakeld op Sluiten.
4.
Selecteer de gewenste partitiestijl, MBR of GPT (voor schijven groter dan 2 TB), en klik op OK.
5.
Selecteer een in te delen schijf en kies Actie >> Alle taken en selecteer de gewenste methode voor het aanmaken van een nieuw volume. Een goede en veilige keuze voor twee schijven is Nieuw gespiegeld volume. Bij drie of meer schijven is Nieuw RAID-5 volume aan te bevelen.
De schijf is nu verwijderd uit de lijst Serverback-up en toegevoegd aan de lijst Harde Schijven. Selecteer de harde schijf en via de nu zichtbare optie Harde schijf toevoegen aan de serverback-up kan de schijf weer worden toegevoegd. Daarbij kunt u de reeds bestaande back-ups behouden. Doorloop verder de wizard Serverback-up instellen.
HOE VERGROOT IK DE OPSLAGRUIMTE VAN DE SERVER? 1.
Klik onder Taken Harde Schijven op de taak Hoe vergroot ik de opslagruimte van de server?
2.
Uw internetbrowser wordt geopend met (Engelstalige) informatie over vergroten van de opslagruimte van de server.
6.
Klik op Nieuw gespiegeld volume.
7.
De wizard Nieuw gespiegeld volume maken wordt gestart. Klik op Volgende.
SCHIJFBEHEER
8.
Selecteer de schijf waarop het volume gespiegeld dient te worden en kies Toevoegen.
Als in het tabblad Harde schijven nog harde schijven ontbreken, dan dient u deze via Schijfbeheer eerst te initialiseren en in te delen. Dat doet u als volgt:
9.
Klik op Volgende.
3.
Sluit na het lezen de internetbrowser.
1.
Klik in de Taakbalk op Serverbeheer.
2.
Klik in de linker kolom op Opslag >> Schijfbeheer.
3.
De melding Schijf initialiseren verschijnt met daarin een overzicht van de nog te initialiseren harde schijven.
10. Wijzig eventueel de toegewezen schijfletter en klik op Volgende. 11. Geef het volume een Volumenaam en klik op Volgende. De wizard is voltooid. 12. Klik tot slot op Voltooien. 13. Lees de getoonde waarschuwing en klik op Ja 36
H OOFDSTUK 8
INVOEGTOEPASSING INSTALLEREN Om een invoegtoepassing te installeren, handelt u als volgt:
TABBLAD INVOEGTOEPASSINGEN Met behulp van invoegtoepassingen kunt u - veelal tegen betaling - extra functionaliteit aan SBS 2011 Essentials toevoegen. Via het tabblad Invoegtoepassingen kunt u invoegtoepassingen installeren, beheren en verwijderen. Beschikbare invoegtoepassingen kunt u vinden op de website Microsoft Pinpoint.
1.
Klik in de lijst Taken Invoegtoepassingen op Zoeken naar invoegtoepassingen op Microsoft Pinpoint.
2.
Uw internetbrowser wordt geopend met daarin de homepage van Microsoft Pinpoint.
3.
Klik links in de lijst onder Works With Products op Windows Server Product Family >> Windows Small Business Server 2011 Essentials. Een lijst met beschikbare invoegtoepassingen wordt getoond. Een goed voorbeeld van een gratis invoegtoepassing die extra functionaliteit toevoegt is het Windows 7 Professional Pack. Deze biedt eenvoudiger beheer van de beveiliging en bescherming van gebruikersgegevens van Windows 7 Professional-computers die verbonden zijn met de server.
4.
Klik in de lijst rechts op Windows 7 Professional Pack for Small Business Server 2011.
5.
Klik op Download.
6.
Zet in het Download Center bij Change Language de taal op Dutch en klik nogmaals op Download.
7.
Klik achter de bestandsnaam Win7ProAddIn.wssx op Download.
8.
Klik op Opslaan.
9.
Ga met de Windows Verkenner naar de map Downloads en dubbelklik op de bestandsnaam Win7ProAddIn.wssx.
12. Klik in het volgende venster op De invoegtoepassing installeren. 13. Als de installatie voltooid is, verschijnt het venster De invoegtoepassing is geïnstalleerd.
14. Klik tot slot op Sluiten. De invoegtoepassing staat nu in de lijst met invoegtoepassingen. Klik voor meer informatie over het installeren of verwijderen van invoegtoepassingen op de link Hoe installeer of verwijder ik invoegtoepassingen?
10. Klik op Ja om de installatie toe te staan en de wizard Een invoegtoepassing installeren verschijnt. 11. Lees de licentiebepalingen en klik op Accepteren.
INVOEGTOEPASSING VERWIJDEREN Om een invoegtoepassing te verwijderen, handelt u als volgt:
38
1.
Selecteer in de lijst met geïnstalleerde invoegtoepassingen, de invoegtoepassing die u wenst te verwijderen.
2.
Klik onder Taken op De invoegtoepassing verwijderen.
3.
Bevestig de vraag Weet u zeker dat u wilt verwijderen? door op Verwijderen te klikken. De invoegtoepassing wordt verwijderd.
4.
Klik tot slot in het venster
H OOFDSTUK 9
EERSTE KENNISMAKING OFFICE 365 Met de invoegtoepassing Office 365-integratiemodule voor Windows SBS 2011 Essentials kunnen kleine bedrijven de productieve cloudprogramma's van Microsoft Office 365 naadloos combineren met Windows SBS 2011 Essentials.
OFFICE 365 Na het via de Launchpad aanmelden verschijnt automatisch de Startpagina van Microsoft Office 365. Bovenaan deze pagina ziet u een soort menubalk met vier opties: Startpagina, Outlook, Teamsite en Beheerder. Van die vier staat de Startpagina nu op het scherm. Hieronder volgt een korte kennismaking met de belangrijkste functies.
WORD WEB APP Onderaan de Startpagina ziet u vier bekende iconen: Word, Excel, PowerPoint en OneNote. Klik op Word en geef het document dat u wilt gaan typen een bestandsnaam, bijvoorbeeld TEST, en klik op OK. Even later ziet u in uw internetbrowser een bekende tekstverwerker verschijnen, de Microsoft Word Web App. Typ wat tekst, varieer met lettertypes en kleur. Er zijn knoppen voor onder andere cursief, vet en opslaan, maar dat kan ook met de bekende sneltoetsen: bijvoorbeeld Ctrl+I en Ctrl+B voor Cursief en Vetschrift en Ctrl+S voor Opslaan.
De Office Web Apps bevatten niet alle functionaliteiten van een lokaal geïnstalleerde versie van Office 2010. Wel is het zo dat beiden volledig compatibel zijn. U hoeft dus geen uitwisselproblemen te verwachten tussen de Word Web App en Word 2010. U sluit het document via het bekende zwarte (!) kruisje rechtsboven of met sneltoets Ctrl+F4. Mocht u uw werk nog niet bewaard hebben, dan wordt u daar nu op geattendeerd. Na het sluiten keert u terug naar de Startpagina. Wilt u weten waar uw document gebleven is en hoe u het weer terughaalt, lees dan verder bij SharePoint Online.
De Excel, PowerPoint en OneNote Apps werken op vergelijkbare wijze.
OUTLOOK WEB APP Zojuist hebt u de Word Web App uitgeprobeerd. Aanmelden voor de Outlook Web App gaat als volgt:
SHAREPOINT ONLINE Alle documenten die met Office 365 worden gemaakt, worden opgeslagen op de beveiligde SharePoint Online portal van uw Office 365 omgeving, kortweg de Teamsite. Dus ook het testdocument wordt online bewaard in de SharePoint Online omgeving. Wilt u uw document weer terugzien, klik dan bovenaan de Startpagina op Teamsite. Onderaan de Teamsite pagina vindt u de bestandsnamen van alle opgeslagen documenten. Dubbelklik op de naam van uw document. Als op uw pc ook een lokale versie van Office geïnstalleerd is, dan zal het document in Word 2007 of Word 2010 worden geopend. Als u het vervolgens wijzigt en opslaat, wordt het weer opgeslagen op de Teamsite. Via de koppeling Teamsite bent u terecht gekomen op de standaard Teamsite. Als de beheerder al eventuele subsites heeft aangemaakt, bijvoorbeeld voor uw afdeling of voor een project waar u aan werkt, dan vindt u de naam van die site in de grijze balk, rechts van Teamsite en Zoeken. De naam is tevens een koppeling, dus klik op die naam en prompt ziet u alle documenten die betrekking hebben op uw afdeling of het desbetreffende project.
1.
Klik bovenaan de Office 365 Startpagina op Outlook. Bent u niet ingelogd op Office 365, klik dan in de Launchpad op Outlook Web App.
2.
De eerste keer wordt u gevraagd de taal en tijdzone te kiezen.
Taal : Nederlands (Nederland)
Tijdzone : (UTC+01:00) Amsterdam, Berlijn, Bern, Rome.
3.
Indien van toepassing schakelt u ook de opties voor blinden en slechtzienden in.
4.
Klik op OK.
De Outlook Web App wordt geopend en het Postvak IN verschijnt op uw scherm. Als u bekend bent met Microsoft Outlook zal de Outlook Web App 40
verder geen geheimen voor u hebben. Zo verstuurt u bijvoorbeeld een e-mailbericht:
in het leesvenster rechts. Hebt u het bericht ook nog naar een ander e-mailadres gestuurd, check dan of het bericht ook daar is aangekomen.
1.
Om te testen of u ook berichten van derden kunt ontvangen, moet u vanaf een ander e-mailsysteem een testbericht versturen:
2.
Klik boven in het scherm op Nieuw. Een nieuw venster wordt geopend met invulvelden voor de geadresseerde, het onderwerp en de berichttekst. Dit eerste e-mailtje stuurt u naar uzelf, dus typ bij Aan uw Office 365 e-mailadres, bijvoorbeeld [email protected].
1.
Open een e-mailsysteem zoals Hotmail of Outlook 2010.
2.
Verstuur een testbericht naar uw Microsoft Office 365 e-mailadres, bijvoorbeeld [email protected].
3.
Schakel terug naar de Outlook Web App en kijk of het bericht binnenkomt.
4.
Klik op Startpagina om terug te keren naar de Startpagina.
U ziet dat u met de Outlook Web App e-mailberichten kunt verzenden en ontvangen. Merk op dat u nu niet meer afhankelijk bent van Outlook 2007 of Outlook 2010 op uw werkplek. De Outlook Web App draait immers in de internetbrowser van elke willekeurige pc. Dus bent u onderweg, bij een klant of in een hotel, of hebt u een laptop met een mobiele internetverbinding: u logt in op Office 365 en kunt direct al uw e-mails ontvangen en verzenden! Wilt u stoppen met Office 365 zorg dan dat eerst alle documenten in de Word en Excel Web App zijn bewaard en sluit vervolgens de internetbrowser.
3.
Eventueel typt u daarachter een komma, gevolgd door een tweede e-mailadres, bijvoorbeeld uw Hotmail-adres of uw huidige zakelijke e-mailadres.
4.
Vul een onderwerp in en typ een stukje berichttekst.
5.
Klik op Verzenden.
Na deze korte kennismaking hebt u een idee gekregen van wat u allemaal met Office 365 kunt doen. En er is nog veel meer mogelijk. Raadpleeg daarvoor de gratis te downloaden Startersgids Office 365.
Binnen enkele seconden moet uw bericht in het Postvak IN van de Outlook Web App binnenkomen. Als u erop klikt, verschijnt de inhoud van het bericht 41
H OOFDSTUK 10
NETWERKPRINTER Het delen van een printer in een SBS 2011 Essentials netwerk is niet moeilijk. U kunt daarbij kiezen uit twee opties:
NETWERKPRINTER INSTALLEREN EN DELEN Een van de grote voordelen van een hetwerk is het kunnen delen van randapparatuur. In dit hoofdstuk aandacht voorn het installeren en delen van een netwerkprinter.
1. De printer met een USB-kabel op de server aansluiten 2. De printer met een Ethernet-kabel op het netwerk aansluiten Hieronder uitleg hoe een en ander in zijn werk gaat:
DE PRINTER MET EEN USB-KABEL OP DE SERVER AANSLUITEN Het aansluiten van een printer op een USB-poort van de server is de meest eenvoudige manier om uw netwerk van een netwerkprinter te voorzien. Handel als volgt: 1.
Zet de printer aan en sluit deze via een USB-kabel aan op uw SBS 2011 Essentials server.
2.
Het venster Apparaatstuurprogramma installeren verschijnt rechtsonder. De printer wordt in principe automatisch herkend en geïnstalleerd.
Mocht het stuurprogramma ontbreken, dan verschijnt de foutmelding Het stuurprogramma voor het apparaat is niet geïnstalleerd. In dat geval moet u het stuurprogramma handmatig installeren. U dient daarvoor te beschikken over de met de printer meegeleverde cd-rom of het benodigde stuurprogramma eerst te downloaden van de website van de fabrikant. 3.
Het venster Het apparaat is gereed voor gebruik verschijnt.
4.
Klik op Sluiten.
5.
Kies vervolgens Starten >> Apparaten en printers.
6.
Rechtsklik onder Printers en faxapparaten op de printernaam van de zojuist geïnstalleerde printer en kies Eigenschappen van printer.
DE PRINTER MET EEN ETHERNET-KABEL OP HET NETWERK AANSLUITEN
7.
Selecteer in het dialoogvenster Eigenschappen van <printernaam> het tabblad Delen.
Om een printer met een Ethernetkabel op het netwerk aan te sluiten, dient u deze eerst van een vast IP-adres te voorzien. Raadpleeg de handleiding van uw printer hoe u dat moet doen. Als u uw netwerkprinter van een vast IP-adres hebt voorzien, handel dan als volgt:
8.
Klik op Opties voor delen wijzigen.
9.
Vink de opties Deze printer delen en In Active Directory opnemen aan.
10. Pas - indien gewenst - de Sharenaam aan. Via de optie Extra stuurprogramma's kunt u eventueel extra stuurprogramma's installeren, bijvoorbeeld voor gebruikers van een Mac-computer.
1.
Sluit de printer met behulp van een Ethernet-kabel op het netwerk aan.
2.
Zet de printer aan en kies Starten >> Apparaten en printers.
3.
Kies Een printer toevoegen.
4.
Selecteer in het venster Een optie selecteren de optie Een lokale printer of netwerkprinter toevoegen als administrator.
5.
Selecteer in de lijst de printer die u als netwerkprinter in het netwerk wenst op te nemen.
6.
Selecteer in het venster Printer op naam of TCP/IP-adres zoeken de optie Een printer met behulp van een TCP/IP-adres of hostnaam toevoegen en klik op Volgende.
7.
Vul in het dialoogvenster Typ een hostnaam of het IP-adres voor de printer bij Hostnaam of IP-adres het IP-adres van de netwerkprinter in en klik op Volgende.
8.
Selecteer in het venster Installeer het stuurprogramma voor de printer de fabrikant en het model van uw netwerkprinter. Staat deze niet in de lijst, kies dan Windows Update om de lijst bij te werken. Selecteer de netwerkprinter en klik op Volgende. Als na het bijwerken van Windows Update uw printer nog steeds niet in de lijst staat, dan dient u via de optie Bladeren het stuurprogramma handmatig te installeren. U dient daarvoor te beschikken over de met de printer meegeleverde cd-rom of het benodigde stuurprogramma eerst te downloaden van de website van de fabrikant.
11. Klik tot slot op OK. De netwerkprinter is nu gereed voor gebruik.
43
9.
Geef in het venster Geef een naam voor de printer op de netwerkprinter een herkenbare naam en klik op Volgende.
10. De printer wordt nu geïnstalleerd. In het venster Printer delen kunt u eventueel de Sharenaam wijzigen, een Locatie opgeven en een Opmerking toevoegen. Klik op Volgende. 11. In het scherm <printernaam> is toegevoegd kunt u via de optie Testpagina afdrukken controleren of de printer juist functioneert. 12. Klik tot slot op Voltooien.
NETWERKPRINTER DELEN Tot slot moet u een zojuist geïnstalleerde printer delen met de gebruikers in het netwerk. Dat doet u als volgt: 1.
Klik op Starten >> Apparaten en printers.
2.
Rechtsklik op de zojuist geïnstalleerde printer en kies Eigenschappen van printer.
3.
Open in het dialoogvenster Eigenschappen van <printernaam> het tabblad Delen.
4.
Klik op Opties voor delen wijzigen.
5.
Vink - indien nodig - de opties Deze printer delen, Afdruktaken op clientcomputers renderen en In Active Directory opnemen aan. Als uw bedrijf of organisatie computers in het netwerk gebruikt anders dan Windows XP, Windows Vista of Windows 7, dan dient u voor deze computers handmatig client printerdrivers te installeren. Dat doet u via de optie Extra stuurprogramma's. U moet de printerstuurprogramma's wel eerst zelf downloaden.
6.
Klik tot slot op OK.
De netwerkprinter is gereed voor gebruik! 44