Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen
STANDAARDVOORZORGSMAATREGELEN Opgemaakt door de werkgroep Standaardvoorzorgsmaatregelen van het RPZ: V. Blomme, A. Catoor, F. Hauspie, B. Heyneman, A.M. Vanden Bulcke
Goedgekeurd door de leden van het RPZ op 10/05/2007 1
INLEIDING .................................................................................................... 1
2
PRAKTISCHE TOEPASSING ............................................................................ 2 2.1
Persoonlijke hygiëne ................................................................................. 2
2.2
Handhygiëne............................................................................................ 3
2.2.1 Indicaties voor handen wassen en / of ontsmetten.................................... 3 2.2.2 Materiaalvereisten voor hygiënische handontsmetting ............................... 3 2.2.3 Materiaalvereisten voor handen wassen .................................................. 4 2.2.4 Techniek van handen wassen / ontsmetten.............................................. 5 2.3 Handschoenen ......................................................................................... 6 2.3.1 Indicaties voor handschoengebruik......................................................... 6 2.3.2 Materiaalvereisten................................................................................ 7 2.3.3 Bijhorigheden...................................................................................... 8 2.4 Mond-neusmasker .................................................................................... 9 2.4.1 Indicaties ........................................................................................... 9 2.4.2 Aanbevelingen..................................................................................... 9 2.4.3 Gebruik .............................................................................................. 9 2.5 Beschermbril............................................................................................ 9 2.5.1 Indicaties ........................................................................................... 9 2.5.2 Vereisten .......................................................................................... 10 2.5.3 Gebruik ............................................................................................ 10 2.6 Beschermjas .......................................................................................... 10 2.6.1 Indicatie ........................................................................................... 10 2.6.2 Materialen ........................................................................................ 10 2.7 Afval..................................................................................................... 10 2.7.1 Niet-risicohoudend medisch afval ......................................................... 10 2.7.2 Risicohoudend medisch afval ............................................................... 10 2.8 Linnen .................................................................................................. 10 2.8.1 Linnentraject..................................................................................... 11 2.9 Kamerkeuze........................................................................................... 11 2.10 Verpleegkundig en medisch materiaal ........................................................ 12 2.11 Onderhoud van een patientenkamer .......................................................... 12 3
1
LITERATUUR ................................................................................................ 12
INLEIDING
Standaardvoorzorgsmaatregelen ter bestrijding van ziekenhuisinfecties zijn van toepassing bij de benadering van elke patiënt in het ziekenhuis ongeacht de diagnose of infectieuze status. Ze hebben betrekking op contacten met bloed, alle lichaamsvochten, -secreties, en excreties (ongeacht het feit of er al dan niet zichtbaar bloed aanwezig is), niet intacte huid en slijmvliezen. Transpiratievocht wordt niet meer beschouwd als een potentieel besmette substantie.
Draft SVM 9 2007
maart 2007
1
Standaardvoorzorgsmaatregelen zijn het belangrijkst omdat de toepassing ervan het risico op transmissie van pathogenen uit bloed en uit vochtige lichaamssubstanties van een gekende of ongekende bron in het ziekenhuis kan beperken. Wil men dit in de praktijk waar maken, zal implementatie van de standaardvoorzorgsmaatregelen een prioriteit moeten krijgen bij het opstellen van een nosocomiale preventiestrategie.
2
PRAKTISCHE TOEPASSING
Dit document beschrijft wat standaardvoorzorgsmaatregelen zijn en geeft tevens informatie over procedures en materialen om de praktische uitvoering van de standaardvoorzorgsmaatregelen vlot te verwezenlijken.
2.1 Persoonlijke hygiëne Een goede persoonlijke hygiëne van alle gezondheidswerkers tijdens hun contact met patiënten draagt bij tot ziekenhuisinfectiebeheersing. Dit zijn in ieder geval en minimaal: •
Verzorgde en kortgeknipte nagels, nagellakvrij en geen kunstnagels (CDC cat1A).
•
Ringen, armbanden of polshorloges zijn niet toegelaten.
•
Open wonden aan handen of huidbeschadigingen worden afgedekt met een niet vochtdoorlatende pleister.
•
Piercings vertegenwoordigen op zich geen verhoogd risico op ziekenhuisinfecties.Ze mogen echter niet worden verwijderd onmiddellijk vóór de zorg, daar ze op dat moment wél een verhoogd infectierisico vormen.
•
Lange haren zijn samengebonden of opgestoken.
•
Baarden en snorren zijn rein en kort geknipt.
•
Alle gezondheidswerkers dragen propere werkkledij met korte mouwen. Wanneer deze kledij tijdens de werkzaamheden zichtbaar wordt vervuild, moet andere worden aangetrokken. Halskettingen of andere sieraden mogen niet over de werkkledij worden gedragen. Dassen zijn vastgespeld of onder de dienstkledij. Specifieke werkkleding blijft beperkt tot de daartoe aangewezen werkruimte. Medewerkers die alleen sociale contacten hebben met de patiënten, zoals een ziekenhuispastor of een pedagogisch medewerker, hoeven geen dienstkleding te dragen.
•
Persoonlijke kledij onder de dienstkledij kan wanneer deze volledig door de dienstkledij is bedekt.
•
Schoenen en klompen moeten van goed te reinigen materiaal zijn. Bij zichtbare verontreiniging moet het schoeisel worden schoongemaakt.
•
Men gebruikt alleen wegwerpzakdoekjes.
•
De verkouden of hoestende gezondheidswerker draagt een verzorgingsmasker indien hij de patiënt benadert op een afstand kleiner dan 1meter.
•
Handcontact met eigen mond, neus, haren e.a. vermijden tijdens het verzorgen van patiënten. Indien dit toch is gebeurd, worden de handen onmiddellijk ontsmet.
•
In ruimten waar wordt gewerkt met patiënten wordt niet gegeten, gedronken of gerookt.
Het is tevens van groot belang de patiënt voor een goede persoonlijke hygiëne te sensibiliseren: •
Niet laten rondslingeren van zakdoeken.
•
Gebruik van papieren wegwerpzakdoekjes.
•
Hand voor mond houden en/of gebruik van zakdoekjes bij hoesten of niezen.
•
Correcte handhygiëne bvb. na gebruik van het toilet of vóór de maaltijden.
Standaardvoorzorgsmaatregelen
versie mei 2007
P.2
2.2 Handhygiëne 2.2.1 Indicaties voor handen wassen en / of ontsmetten1 Ontsmetten van de handen geniet de voorkeur t.o.v. het handen wassen omwille van het onmiddellijk vernietigen van de transiënte flora, het overal ter beschikking hebben van het product en de korte behandelingsduur (30 sec Ù 1 min.). 2.2.1.1 Ontsmetten van de handen De ziekenhuiswerker past in de volgende situaties een hygiënische handontsmetting toe2: -
Voor patiëntencontact
-
Na patiëntencontact
-
Voor een zuivere / invasieve handeling
-
Na blootstelling aan lichaamsvochten / slijmvliezen
-
Na contact met de directe patiëntenomgeving
2.2.1.2 Wassen van de handen De handen worden met water en zeep gewassen indien ze zichtbaar vuil zijn of bevuild door lichaamsvochten of slijmvliezen.
2.2.2 Materiaalvereisten voor hygiënische handontsmetting 2.2.2.1 Noodzakelijke vereisten Voldoen aan de norm EN1500. Actief op Gram+ en Gram- bacteriën, schimmels en virussen Gebruiksvriendelijk: weinig irritatie, weinig kleven en weinig vlekken 2.2.2.2 Ontsmettingsmiddelen a. Alcoholische oplossingen met remanent effect Vb. Alcohol & chloorhexidine, alcohol & mecetronium ethylsulfaat b. Alcoholische oplossingen zonder remanent effect c. Hydro-alcoholische gels met en zonder remanent effect Hou er rekening mee dat de kiemdodende werking van de diverse producten verschillend is en een verschillende contacttijd kan nodig hebben volgens het soort kiemen. 2.2.2.3 Bijhorigheden a. Dispenser3 Met doseerpomp – dosis 3ml (1 pompbeurt = 1,5ml ¿ 2X pompen) Bij voorkeur wegwerpbaar Herbruikbare dispensers NOOIT bijvullen zonder deze vooraf machinaal te reinigen en thermisch te ontsmetten.
1
WHO Guidelines on Hand Hygiene in Health Care (Advanced Draft) –10/10/2005 –P. 74
2
Nationale Campagne Handhygiëne 2006-2007
3
Houder: bevat de verpakking
Standaardvoorzorgsmaatregelen
versie mei 2007
P.3
b. Houder4 Eenvoudig van uitvoering zodat onderhoud vlot uit te voeren is. Huishoudelijke reiniging gebeurt bij het verwisselen van de dispenser en bij zichtbare vervuiling. Zo dicht mogelijk bij de handeling plaatsen (in patiëntenkamer, aan bed, op verzorgingswagen, medicatiewagen, dossierwagen...).
2.2.3 Materiaalvereisten voor handen wassen 2.2.3.1 Vereisten a. Zeep Vloeibaar Niet geparfumeerd Hypoallergeen PH neutraal tot licht zuur b. Water Stromend leidingwater c. Wegwerphanddoek Wegwerpbare losse vellen Zacht Absorberend d. Voedende crèmes Pompsysteem – geen tubes of potten Niet vettig aanvoelend Hypoallergeen Samenstelling moet compatibel zijn met handschoenen5 Huidvriendelijk 2.2.3.2 Bijhorigheden a. Dispenser6 Met doseerpomp Bij voorkeur wegwerpbaar Herbruikbare dispensers NOOIT bijvullen zonder deze vooraf machinaal te reinigen en thermisch te ontsmetten b. Houder voor zeep7 Eenvoudig van uitvoering zodat onderhoud vlot en eenvoudig uit te voeren is. Huishoudelijke reiniging gebeurt bij het verwisselen van de dispenser en bij zichtbare verontreiniging. Bij wastafel plaatsen. c. Houder voor wegwerphanddoek
4
Houder: bevat de verpakking
5
Handcrèmes of –lotions op basis van petroleum kunnen de integriteit van latexhandschoenen aantasten. Bij gebruik van gepoederde latexhandschoenen kan het poeder, in combinatie met de handcrème een korrelig gevoel geven op de handen.
6
Dispenser: verpakking met zeep
7
Houder: bevat de verpakking
Standaardvoorzorgsmaatregelen
versie mei 2007
P.4
Eenvoudig van uitvoering zodat onderhoud vlot en eenvoudig uit te voeren is. Huishoudelijke reiniging gebeurt bij het aanvullen van de houder en bij zichtbare verontreiniging. Het gebruik van toestellen waarbij de bevuilde handdoek wordt opgerold en het gebruik van elektrische toestellen worden afgeraden. d. Afvalemmer Model moet van die aard zijn dat men deze kan hanteren zonder de handen te hercontamineren.
2.2.4 Techniek van handen wassen / ontsmetten 2.2.4.1 Wassen van de handen Het wassen van de handen gebeurt als volgt: 0. Regel stromend water op matig debiet en temperatuur en bevochtig de handen 1. neem een dosis vloeibare zeep 2-7. Wrijf de handen grondig in zodat alle delen van de handen worden bereikt (handpalm, handrug, duimen, vingers, vingertoppen, vingernagels en tussen de vingers) 8. Spoel de handen onder stromend water 9. Dep de handen goed droog met wegwerpdoekje 10. Kraan sluiten met wegwerpdoekje Duur: 40-60 sec 2.2.4.2 Ontsmetten van de handen De hygiënische handontsmetting wordt uitgevoerd op droge, niet-bevuilde handen en volgens de hieronder omschreven procedure:
Standaardvoorzorgsmaatregelen
versie mei 2007
P.5
Stap 1:
Stap 2:
Handpalm tegen handpalm
Rechter handpalm over linker handrug en omgekeerd
Stap3:
Stap 4:
Achterkant van de vingers in de andere handpalm brengen en de vingers tegen deze handpalm heen en weer wrijven
Handpalm tegen handpalm met de vingers van beide handen tussen elkaar
Stap 5:
Stap 6:
Duim van elke hand inwrijven met palm van andere hand
Vingertoppen van elke hand draaiend inwrijven in palm van andere hand
2.3 Handschoenen 2.3.1 Indicaties voor handschoengebruik Bij een vermoeden van contact met bloed, lichaamsvochten (uitgezonderd transpiratievocht), secreta, excreta, slijmvliezen, niet-intacte huid of verpleeg -en behandelingsmaterialen die hiermee in aanraking zijn geweest. Standaardvoorzorgsmaatregelen
versie mei 2007
P.6
Het dragen van handschoenen is geen alternatief voor handhygiëne. Handschoenen worden tijdens patiëntgebonden handelingen gedragen en worden direct na de handeling uitgetrokken. Handschoenen worden aangedaan wanneer de handen droog zijn. Handschoenen worden steeds eenmalig gebruikt en nooit naar een andere patiënt meegenomen. Wanneer de handelingen in volgorde van "vuil" naar "schoon" plaatsvinden, is het noodzakelijk om de handschoenen tussen de handelingen te vervangen door nieuwe.
2.3.2 Materiaalvereisten8 Handschoenen moeten voldoen aan de normeringen: NEN-EN 455:1-3:2000: Eisen en beproevingsmethoden voor de fysische eigenschappen en voor de biologische evaluatie voor medische handschoenen voor eenmalig gebruik NEN-EN 374:1-3:2003: Weerstand van beschermende handschoenen tegen chemicaliën en micro-organismen NEN-ISO 11193-1:2005/C1:2005: Medische onderzoekshandschoenen voor eenmalig gebruik - Specificatie voor handschoenen gemaakt van rubberlatex of van rubberoplossing NEN-ISO 11193:2:2006: Medische onderzoekshandschoenen voor eenmalig gebruik Specificatie voor handschoenen gemaakt van polyvinylchloride Ze moeten voldoen aan een Acceptable Quality Level (AQL) van 1,5 waarbij een lekkage van 3,15% acceptabel is. 2.3.2.1 Vinyl handschoenen Deze bieden minder barrière t.o.v. latex en nitrile handschoenen omwille van kleine gaatjes (pinholes); zowel voor of tijdens het gebruik ervan. Ze zijn minder elastisch, minder stevig en hebben minder pasvorm omwille van het feit dat polyvinylchloride een vertakte broze structuur heeft, wat snel breken in de hand werkt. Om de elasticiteit te verhogen, worden weekmakers zoals ftalaten toegevoegd. Ftalaten zouden de hormoonhuishouding kunnen verstoren en effect hebben op de voortplanting en ontwikkeling. Sommige ftalaten zijn mogelijk kankerverwekkend. Vanuit ecologisch standpunt is het gebruik van vinyl handschoenen af te raden. Bij verbranding ontwikkelen ze immers dioxine. Vinylhandschoenen worden aangetast door bepaalde chemicaliën (aceton, ether, tolueen, bepaalde alcoholen,…) en chemotherapeutica (cisplatinum en andere cytostatica, …). Rego et al. (1999) toonde aan dat deze handschoenen een opmerkelijk hoger percentage lekkage vertonen dan latex en nitrile handschoenen. Percentage lekken
Latex
Nitrile
PVC
Tijdens gebruik
0% - 4%
1% - 3%
12% - 61%
Vóór gebruik
0% - 5%
3%
1 – 12%
2.3.2.2 Latex handschoenen Bij aankoop van latex handschoenen moet men zich laten leiden door het volgende: 8
zie de literatuurbronnen achteraan dit document
Standaardvoorzorgsmaatregelen
versie mei 2007
P.7
De duurzaamheid van de latexhandschoen wordt bepaald door de spiraalstructuurvorm van het natuurlijk rubber die zorgt voor de terugkeer naar de oorspronkelijke vorm. Treksterkte≥14Mpa
9
Rek of elasticiteit≥ 700%
10
Het gehalte additieven zoals thiazolen, thiuramen, carbamaten moeten laag zijn. Deze additieven zijn altijd noodzakelijk bij een vulcanisatieproces, dus zowel bij nitrile als bij latex Poedervrije latex handschoenen bieden de latexeiwitten minder risico van verspreiding via de lucht en direct contact. Het eiwitgehalte moet < 50 microgram/gram zijn en zo laag mogelijk. Het "antigen" eiwitgehalte moet tussen 0.2 en 5.5 microgram/gram latex liggen. Hierdoor wordt het ontstaan van latexallergie type IV voorkomen. Latex kan worden aangetast door lotions op basis van olie (lanoline, minerale olie, petroleum, palmolie, …). Handcrèmes op basis van deze producten worden dus best niet gebruikt. Welke handschoenen gebruiken in geval van latexallergie: Type allergie
Uitgelokt door
Kenmerken
Latex mag gebruikt worden?
Alternatieven
Type I
Latex
Onmiddellijke reactie.
NEEN
Nitrile of vinyl
Type IV
Additieven uit het vulcanisatieprocede
Reactie na 6 – 48 uur
JA, maar poedervrij en laag eiwitgehalte en zonder additieven
Na dermatologische testen
Beide typen samen
Latex + additieven
Onmiddellijke + laattijdige reactie
NEEN
thermoplastische elastomeren (TPE)
2.3.2.3 Nitrile handschoenen Nitrile is een synthetisch polymeer met gelijkaardige kenmerken van rubber. Biedt een betere barrière tegen chemische middelen dan een latex handschoen. De vervaardiging van nitrile handschoenen gebeurt door vulcanisatie. Dit proces vraagt toevoeging van chemische additieven die gelijkaardig zijn aan die bij de latex handschoenen. Deze additieven kunnen ook leiden tot een type IV allergie. Momenteel nog duurder dan latex- en vinylhandschoenen.
2.3.3 Bijhorigheden a. Dispenser11 Wegwerpbaar voor éénmalig gebruik. 9
Druk of trekkracht op het midden van de handschoen met een voorwerp tot die scheurt
10
Rek of elasticiteit wordt uitgedrukt in % t.o.v. de originele lengte. De handschoen wordt getrokken tot aan het breekpunt 11
Dispenser: verpakking
Standaardvoorzorgsmaatregelen
versie mei 2007
P.8
De handschoenen moeten horizontaal en gelaagd in de dispenser geplaatst zijn om contaminatie van de onderliggende handschoen te voorkomen. b.
Houder12
Eenvoudig van uitvoering zodat onderhoud vlot en eenvoudig uit te voeren is. Huishoudelijke reiniging gebeurt bij het verwisselen van de dispenser en bij zichtbare vervuiling.
2.4 Mond-neusmasker 2.4.1 Indicaties Een mond-neusmasker beschermt tegen spatten, spuiten en aërosolvorming van bloed of andere lichaamsvochten, secreta en excreta. Indien de zorgverstrekker zélf verkouden is, beschermt het tevens de patiënt tegen spatten tengevolge hoesten/niezen van de zorgverstrekker.
2.4.2 Aanbevelingen Een 3-lagig masker, waarvan de middenlaag uit een bacteriefilter bestaat (polypropyleen of ethylvinylacetaat). Bacteriële filtratie efficiëntie (BFE) van minimum 95% en bij voorkeur > dan 99%. BFE is een maat voor het filtrerend vermogen van het masker wanneer het blootgesteld wordt aan een geijkte hoeveelheid van Staphylococcus aureus. Luchtdoorlaatbaarheid (of delta P) van minimum 1,5 tot 1,8 mm H2O/cm². Dit is een maat voor het ademhalingscomfort van het masker. Aluminium neusbeschermer Waterafstotend Hypo-allergeen Glasvezel-, formaldehyde- en latexvrij Bij voorkeur met elastieken Op diensten (bloederige heelkunde, bevallingen, bronchoscopie,) waar grotere kans op spatten met bloed en lichaamsvochten bestaat, wordt een hogere standaard geëist. Dit is een masker met een extra bescherming tegen bloed en lichaamsvochten.
2.4.3 Gebruik De werking van de bacteriefilter stopt als deze vochtig is geworden. De duur van het filtratievermogen is afhankelijk van de kwaliteit van het masker en de hoeveelheid te absorberen vocht en bedraagt meestal 3 uur. Het masker wordt vervangen: -
bij gebruik ter bescherming van de gezondheidswerker: na elke patiënt
-
bij gebruik ter bescherming van de patiënt: indien masker vochtig is en/of vuil.
2.5 Beschermbril 2.5.1 Indicaties Een beschermbril dient om de drager te beschermen tegen spatten en spuiten van bloed of ander lichaamsvochten, secreta en excreta. 12
Houder: bevat de verpakking
Standaardvoorzorgsmaatregelen
versie mei 2007
P.9
Dragen van een bril is vereist bij ingrepen als intubatie, bronchiaal toilet, endoscopie, operatie, bevalling en obductie.
2.5.2 Vereisten Een persoonlijke bril kan als beschermbril fungeren, mits deze adequaat te reinigen is met water en zeep en te ontsmetten met alcohol 70°. Leesbrillen met halve glazen en contactlenzen vormen uiteraard geen bescherming. Ook gezichtschermen en face shields zijn geschikt om de ogen te beschermen. Een alternatief voor een beschermbril is een mond-neusmasker, voorzien van een gezichtsschild.
2.5.3 Gebruik Een beschermbril wordt na iedere verontreiniging gereinigd en ontsmet met alcohol 70°. NB : De omstandigheden waaronder het gebruik van beschermbril en mond-neusmasker zijn geïndiceerd zijn identiek=> steeds tegelijk te dragen en ook beschermkledij!
2.6 Beschermjas 2.6.1 Indicatie Beschermende kledij is noodzakelijk ter bescherming van huid en werkkledij tegen contact met bloed, lichaamsvochten, secreties, excreties en besmette voorwerpen. De beschermjas moet vochtafstotend zijn. De beschermjas is bestemd voor eenmalig gebruik.
2.6.2 Materialen Men gebruikt best een plastiek schortje want dit is handig, goedkoop en beschermt tegen vocht en spatten.
2.7 Afval 2.7.1 Niet-risicohoudend medisch afval Voor de behandeling en verwerking ervan wordt verwezen naar de procedure ‘Afvalbeleid’ van het RPZ West-Vlaanderen.
2.7.2 Risicohoudend medisch afval Voor de behandeling en verwerking ervan wordt verwezen naar de procedure ‘Afvalbeleid’ van het RPZ West-Vlaanderen.
2.8 Linnen Het is essentieel dat bevuild of mogelijks met potentieel besmette substanties bevuild linnen zo verwijderd wordt dat geen contaminatie van de omgeving (personen, materiaal, omgeving) mogelijk is. We verwijzen hierbij ook naar de richtlijnen van de Hoge Gezondheidsraad ‘Aanbevelingen inzake behandeling van het linnen van verzorgingsinstellingen’ – april 2005: http://www.md.ucl.ac.be/didac/hosp//LINNEN_2005_NL.pdf en naar de WIPrichtlijnen ivm Linnengoed – mei 2006 www.wip.nl
Standaardvoorzorgsmaatregelen
versie mei 2007
P.10
2.8.1 Linnentraject 2.8.1.1 Wasserij Mensen van de wasserij moeten op de hoogte zijn van de maatregelen die nodig zijn om het linnen verder veilig te verwerken. Moet voldoen aan de vereisten qua hygiëne en GMP. 6-maandelijkse attesten van het wasproces door wasserij te leveren. 2.8.1.2 Transport proper linnen naar ziekenhuis tot op de verpleegeenheid en opslag op de verpleegeenheid Minimum aan manipulaties met kans op scheuren van de verpakking Stofvrij en beschermd tegen vuil en vocht Ruimtelijk gescheiden van opslag t.o.v. vuil linnengoed Handhygiëne vóór uitpakken proper linnen ter preventie van besmetting ervan. 2.8.1.3 Patiëntenkamer Men brengt geen proper linnen over van het ene patiëntenbed naar het andere. Tijdens gebruik bij patiënt: geen linnen op de grond! Afhalen bed: linnen niet tegen werkkledij houden - linnen onmiddellijk in lekvrije zakken. Vuil linnen niet onnodig manipuleren. Wanneer wasgoed moet worden gesorteerd, dient dat zoveel mogelijk direct op de patiëntenkamer te gebeuren. Tijdens en tot 30 minuten na het opmaken van een bed mogen in de desbetreffende kamer geen aseptische handelingen worden uitgevoerd omwille van de in de lucht verspreide stofdeeltjes13. Alvorens aanraken zuiver linnen voor het opnieuw opmaken van het bed: handhygiëne. 2.8.1.4 Stockage vuil linnen op de afdeling Er wordt gebruik gemaakt van stevige, vochtwerende stofdichte, goed afsluitbare zakken van wasbaar of disposable materiaal. De zakken moeten rein zijn. De houders moeten van goed reinigbaar materiaal zijn gemaakt en wekelijks worden gereinigd. Tijdens het verplaatsen van de houders met de waszakken, mogen de waszakken niet over de grond slepen. Stockage van afgesloten linnenzakken in een lokaal gescheiden van proper materiaal en gelegen op aangepaste plaats ten opzichte van het verwijderingcircuit. Handhygiëne na hanteren van vuil wasgoed. Minstens dagelijkse afhaling van de afdeling.
2.9 Kamerkeuze Patiënten die de omgeving contamineren en / of slechte hygiënische gewoontes aanhouden worden bij voorkeur in een individuele kamer met sanitaire faciliteiten verzorgd.
13
www.wip.nl Linnengoed – mei 2006
Standaardvoorzorgsmaatregelen
versie mei 2007
P.11
Op die manier beperkt men niet alleen het risico van rechtstreekse overdracht van kiemen van patiënt naar patiënt, maar reduceert men ook de kans op besmetting van de medepatiënt via gecontamineerd materiaal en oppervlakten.
2.10 Verpleegkundig en medisch materiaal Zie tekst RPZ West-Vlaanderen ‘Richtlijnen en procedures voor het reinigen en ontsmetten van oppervlakken en materialen’.
2.11 Onderhoud van een patientenkamer De standaard schoonmaak van een patiëntenkamer gebeurt dagelijks én na ontslag. Zie ook ‘Schoonmaken van huishoudelijke oppervlakken’ in tekst RPZ West-Vlaanderen ‘Richtlijnen en procedures voor het reinigen en ontsmetten van oppervlakken en materialen’.
3
LITERATUUR
http://www.health.fgov/CSH_HGR/Nederlands/Brochures/nosocomiale%20infectiesNL2.h tm Aanbevelingen Hoge Gezondheidsraad Ministerie Volksgezondheid en leefmilieu Garner J.S. and HICPAC. Guideline for isolation precautions in Hospitals AJIC 1996; 24:24-52 Aanbevelingen inzake de behandeling van ziekenhuislinnen - Hoge Gezondheidsraad Ministerie Volksgezondheid en leefmilieu – april 2005 Garner J. et al, CDC Guidelines for the Prevention and Control of Nosocomial Infections. Guidelines for Handwashing and Hospital Environmental Control, 1985. American Journal of Infection Control, 14, 1986, 110-129 CDC Guideline for Hand Hygiene in Health-Care Settings: http://www.cdc.gov/mmwr/PDF/rr/rr5116.pdf - oktober 2002 CDC Guidelines for Environmental Infection Control in Health-Care Facilities, juni 2003 http://www.cdc.gov/mmwr/PDF/rr/rr5210.pdf WHO Guidelines on Hand Hygiene in Health Care (Advanced Draft): www.who.int/patientsafety/events/05/HH_en.pdf Jones RDn et al. Moisturising alcohol hand gels for surgical hand preparation. Association of periOperative Registered Nurses Journal, 2000, 71:584-592 Werkgroep Infectiepreventie: Linnengoed – mei 2006: www.wip.nl Werkgroep Infectiepreventie: Reiniging en desinfectie van ruimten, meubilair en voorwerpen – januari 2004: www.wip.nl Werkgroep Infectiepreventie: Linnengoed – mei 2006: www.wip.nl Effect of Jewellry on surface bacterial counts of operating Theatres. G.E. Bartlett et al. JHI 2002 Impact of Ring Wearing on Hand Contamination and Comparison of Hand Hygiene Aspects in a Hospital. W.E. Trick et al. CID 2003 BICS-Richtlijnen ter preventie van overdracht van MRSA in Woon- en Zorgcentra – juli 2005 – www.belgianinfectioncontrolsociety.be Van Laer F., Jansens H., Goovaerts E., Onderzoekshandschoenen: vloek of zegen? – Noso Info, vol IX nr 4 2005 Van Laer F., Haxhe J.J., Maskers, welke, wanneer en hoe? – Noso Info Vol VII nr 2 – 2003 Nationale Campagne Handhygiëne 2006-2007
Standaardvoorzorgsmaatregelen
versie mei 2007
P.12
Rego, Albert PhD; Roley, Lorraine MA, In-use barrier integrity of gloves: Latex and nitrile superior to vinyl - AJIC: American Journal of Infection Control. 27(5):405-410, October 1999. Latex Allergie Links: http://www.woking.nhs.uk/intranet/Woking-PCG/Polices---/HSRM14-Latex-AllergyPolicy---Staff.pdf http://www.latexallergyresources.org American Latex Allergy Association Lehrman E MD, Selecting the right glove: understanding Latex Allergy and Glove Chemistry – 29/08/1996 www.immune.com.rubber/nr3.html
Standaardvoorzorgsmaatregelen
versie mei 2007
P.13