Stand van zaken energiebesparing Openbare Verlichting Consultatie gemeenten en provincies
SenterNovem november 2009
Stand van zaken energiebesparing Openbare Verlichting Consultatie gemeenten en provincies
dossier : C6432-01.001 registratienummer : versie : 1.0
SenterNovem november 2009
© DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.
DHV B.V.
INHOUD
BLAD
1
INLEIDING
2
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
STAND VAN ZAKEN PROVINCIES Aanpak en Respons Koploperaanpak Energieverbruik en besparingsmaatregelen Draagvlak en knelpunten Ondersteuning en kennisuitwisseling Overige initiatieven voor duurzame openbare verlichting
3 3 3 3 4 5 7
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
STAND VAN ZAKEN GEMEENTEN Aanpak en respons Koploperaanpak Energiebesparingscan Uitvoeringsplan openbare verlichting Besparingspercentages en -maatregelen Energieverbruik Knelpunten bij realiseren energiebesparing Ondersteuning en kennisuitwisseling Overige initiatieven voor duurzame openbare verlichting
8 8 8 9 9 11 12 13 14 16
4
TOETSING AAN DOELSTELLINGEN EN AMBITIES: OP KOERS?
17
5
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
19
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. -1-
DHV B.V.
1
INLEIDING
Achtergrond energiebesparing GWW Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft SenterNovem in maart 2006 opdracht gegeven voor het uitvoeren van het programma Implementatie Energiebesparing GWW, in de periode april 2006 t/m december 2009. De hoofddoelstelling van dit programma is inbedding van energiebesparing in de GWWsector in de reguliere bedrijfsvoering, met het accent op openbare verlichting in gemeenten. Voor het behalen van deze doelstelling voert SenterNovem diverse activiteiten uit. Achtergrond koploperaanpak Om energiezuinige openbare verlichting (OVL) te stimuleren, heeft de Minister van VROM de Taskforce Verlichting ingesteld. Eén van de acties van de projectgroep “openbare verlichting” is het opzetten en uitvoeren van de koploperaanpak. SenterNovem heeft in opdracht van het Ministerie VROM de coördinatie van de acties. De koploperaanpak houdt in dat “koplopende’ gemeenten en provincies zelf aan de slag gaan of al zijn besparing bij openbare verlichting en mogelijk andere gemeenten, provincies en overige verlichtingsbeheerders enthousiast maken voor en betrekken bij de activiteiten die leiden tot energiebesparing bij openbare verlichting. De aanpak heeft drie stappen: 1. Scan energieverbruik en besparingspotentieel openbare verlichting 2. Uitvoeringsplan openbare verlichting 3. (verkorte) beleidsnotitie openbare verlichting De koploperaanpak kent ambitieuze doelstellingen. Het doel is dat in 2009 al 90 gemeenten en 6 provincies een uitvoeringsplan opgesteld hebben om de openbare verlichting energiezuinig te maken. In 2010 moeten dit al 270 gemeenten en 12 provincies zijn. In 2011 dient zelfs nagenoeg iedere gemeente een uitvoeringsplan opgesteld te hebben. De aanpak kent eveneens een energiebesparingsopgave: in 2011 moet er ten opzichte van 2007 al 15% energie bespaard worden op de openbare verlichting (incl. nieuwbouw), in 2013 20% en in 2020 moet zelfs 30% worden bespaard. De doelstellingen voor openbare verlichting zijn gerelateerd aan de EU-brede (klimaat) doelstelling om in 2020 in totaliteit 20% energie te besparen. Nederland heeft deze doelstellingen overgenomen en doorvertaald naar verschillende sectoren. Ook gemeenten en provincies moeten dus aan de slag. Omdat openbare verlichting goed is voor ongeveer 30 tot 70 procent van het energieverbruik in gemeenten, ligt het voor de hand om in te zetten op energiebesparing bij openbare verlichting. Monitoren voortgang energiebesparing GWW en koploperaanpak Om de doelstellingen te halen, zijn als onderdeel van het project energiebesparing GWW en de koploperaanpak diverse acties geformuleerd. Van belang is te weten in hoeverre gemeenten en provincies op koers liggen om de doelstellingen te halen. Daarom laat SenterNovem de voortgang betreffende de koploperaanpak periodiek onderzoeken. In september en oktober 2009 zijn alle 441 gemeenten en 12 provincies daarom telefonisch, per post en/of online benaderd. Met de resultaten van de consultatie wil SenterNovem inzicht krijgen in de stand van zaken betreffende energiebesparing bij openbare verlichting en in de eventuele belemmeringen die het behalen van de (besparings-)doelstellingen in de weg staan. Op deze wijze kan SenterNovem tijdig bijsturen om eventueel aanvullende acties te nemen om gemeenten verder op weg te helpen bij het behalen van de doelstellingen. In dit rapport staan de resultaten van de consultatie van gemeenten en provincies.
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. -2-
DHV B.V.
2
STAND VAN ZAKEN PROVINCIES
2.1
Aanpak en Respons De enquêtes zijn medio september 2009 naar de provincies verstuurd. Alle provincies zijn verschillende malen benaderd via telefoon en mail. De meeste provincies gaven er voorkeur aan de vragen per mail te beantwoorden, enkele Provincies zijn telefonisch geïnterviewd. Uiteindelijk hebben 11 van de 12 provincies de vragenlijst vrijwel volledig ingevuld. Eén provincie weigerde medewerking vanwege het vele werk dat voortkomt uit de diverse enquêtes die provincies regelmatig ontvangen. Een dergelijk hoge respons geeft een representatief beeld van de activiteiten rond energiebesparing in de openbare verlichting (OVL) bij provincies.
2.2
Koploperaanpak De meeste (9 van 11) provincies doen mee aan de koploperaanpak. Acht provincies hebben een scan uitgevoerd, waarbij een besparingspercentage wordt berekend. De mogelijke besparingen variëren van 6 tot 50% met een gemiddelde van 25%. Bij de provincies met lage besparingspercentages zijn over het algemeen al veel maatregelen genomen, terwijl bij besparingspercentages van 50% ook het weghalen van verlichting wordt meegerekend. Vier provincies hebben een uitvoeringsplan gereed, bij zes andere is deze in ontwikkeling. Vijf provincies maken melding van concrete kwantitatieve besparingsdoelstellingen. Genoemde doelstellingen zijn: o Van 5% in 2010 tot 50% in 2013 o 15% in 2011 o 15% in 2012 o 40% in 2010 o 50% in 2020 (alleen bij het deel van de OVL dat in de periode tot 2020 vervangen wordt) Vergeleken met de doelstellingen voor de koploperaanpak (15% in 2011 en 20% in 2013), zijn de genoemde individuele doelstellingen redelijk in lijn. Wel moet hier een kanttekening gemaakt worden, omdat het gaat om slechts 5 provincies.
2.3
Energieverbruik en besparingsmaatregelen Vermogen en energieverbruik 8 provincies hebben een opgesteld vermogen van OVL opgegeven. Deze varieert van 140 kW tot 1714 kW met een gemiddelde van 600 kW. Het energieverbruik, opgegeven door 10 provincies, varieert van 600 tot 7000 Mwh per jaar (2007/2008) met een gemiddelde van 2700 Mwh. Het merendeel van de provincies geeft aan dat het energieverbruik de komende jaren gaat dalen (8). Slechts 2 provincies geven aan dat door uitbreiding van het te verlichten areaal en/of hogere lichtniveaus het energiegebruik zal toenemen.
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. -3-
DHV B.V.
Besparingsmaatregelen Alle provincies voeren één of meerdere besparingsmaatregelen uit. De belangrijkste maatregelen staan opgesomd in onderstaande tabel. Naast deze maatregelen worden ook nog vaker spontaan genoemd: o Weghalen of weglaten van verlichting; o Gebruik van dynamische wegmarkering (verlichting op aanvraag). Tabel 1
Nr.
1
2 3 4 5
6
7
8
9
10
2.4
Welke besparingsmaatregelen voor OVL gaan provincies de komende jaren uitvoeren?
Aantal provincies
Maatregel Voorzien van alle conventioneel geschakelde SON-lampen van elektronische en dimbare apparaten met een eenvoudig dimprofiel (bijv. dimmen tussen 23:00 en 5:00). Installeren van habitat vriendelijke/mesopische verlichting binnen natuur- en buitengebieden indien openbare verlichting noodzakelijk is Vervangen openbare verlichting door andere initiatieven, zoals reflecterende markering Vervangen hogedruk kwiklampen (HPLN) door energie-efficiëntere (en dimbare) SON-, CPO- of PLL-oplossingen Vervangen daar waar mogelijk van conventionele verlichting door zeer energiezuinige, (mesopische) LED-verlichting Voorzien van alle conventioneel geschakelde SON-lampen van elektronische en dimbare apparaten met een intelligent dimprofiel (bijv. o.b.v. op weer- en verkeersomstandigheden). Vervangen oude TL (D/E/M/S) installaties door (dimbare) elektronisch bedreven PLLoplossingen Voorzien van alle conventioneel geschakelde PLL-lampen van elektronische en dimbare apparaten met een eenvoudig dimprofiel (bijv. dimmen tussen 23:00 en 5:00). Voorzien van alle conventioneel geschakelde PLL-lampen van elektronische en dimbare apparaten met een intelligent dimprofiel (bijv. gebaseerd op meerdere bewegingsintensiteit). Verminderen lichthinder van reclameborden en stads- of gebouwenverfraaiing op tijdstippen dat dit kan (bijv. tussen 24:00 en 6:00)
7
6 6 5 5
4
3
3
2
1
Draagvlak en knelpunten Volgens alle 11 provincies is er bestuurlijk draagvlak voor energiebesparing in OVL. Drie provincies ondervinden helemaal geen knelpunten bij het uitvoeren van energiebesparing in OVL. De knelpunten die wel worden genoemd door de verschillende provincies staan in onderstaand figuur. Het meest genoemd worden gebrek aan budget en onvoldoende medewerking van de netbeheerder. Onvoldoende aantrekkelijke besparingsmaatregelen wordt door 2 provincies genoemd. Problemen met tegenstrijdig beleid (verkeersveiligheid, sociale veiligheid), waardoor energiebesparing in OVL gehinderd wordt, worden slechts door 1 provincies genoemd.
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. -4-
DHV B.V.
Figuur 1
Welke knelpunten ervaren provincies bij plannen om energie te besparen bij OVL? Door provincies genoemde knelpunten
4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 budget
Tabel 2
Nr. 1 2 3 4 5 6 7
maatregelen
netbeheerder
capaciteit
tegenstrijdig beleid
geen
anders
Welke knelpunten ervaren provincies bij plannen om energie te besparen bij OVL?
Knelpunt Geen budget Geen medewerking van de netbeheerder Geen aantrekkelijke besparingsmaatregelen Onvoldoende ambtelijke capaciteit Energiebesparing is tegenstrijdig aan provinciaal beleid (sociale veiligheid) Overige knelpunten (technische beperkingen) Geen bestuurlijk draagvlak
Aantal keer genoemd 4 4 2 1 1 1 0
Aanvullend wordt genoemd dat er technische beperkingen zijn, die knelpunten opleveren. Drie provincies hebben aangegeven geen knelpunten te ervaren bij hun plannen om energie te besparen bij openbare verlichting.
2.5
Ondersteuning en kennisuitwisseling In de koploperaanpak wordt van provincies verwacht dat zij gemeenten ondersteunen bij de uitvoering van energiebesparing OVL. Bij acht provincies worden initiatieven ontplooid om gemeenten te ondersteunen. De activiteiten lopen sterk uiteen: o Organiseren van een beleidsontwikkeltraject voor GWW-mensen van gemeenten; o Het beschikbaar stellen van middelen vanuit klimaatprogramma’s voor specifieke (innovatieve) projecten of voor het uitvoeren van scans en opstellen uitvoeringsplannen; o Stimuleren van samenwerking en kennisuitwisseling tussen gemeenten, bijv. door organisatie van bijeenkomsten.
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. -5-
DHV B.V.
Alle provincies hebben behoefte aan kennisuitwisseling met het Rijk en met andere provincies. Vaak wordt aangegeven dat in IPO-verband een dergelijke kennisuitwisseling al tot stand komt (werkgroep duurzame wegen). Zeven provincies geven aan behoefte te hebben aan ondersteuning. In onderstaande tabel worden de meest genoemde manieren van ondersteuning opgesomd. Tabel 3
Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Op welke vlakken hebben provincies behoefte aan ondersteuning?
Aandachtspunt voor ondersteuning Maatregelen om energie te besparen Regelen budget voor energiebesparing OVL Implementeren van LED-verlichting Overige behoeftes Opstellen van een plan van aanpak energiebesparing OVL In kaart brengen huidig energieverbruik en besparingspotentieel Cursus- en opleidingsmogelijkheden (energiebesparing) OVL Creeren draagvlak bij college van B&W en/of gemeenteraad Opstellen beleidsnotitie (nota)
Aantal provincies 4 4 3 3 2 2 2 2 1
Uit het overzicht blijkt dat er geen behoeftes zijn die er bovenuit springen. De grootste behoeftes zijn het aandragen van aantrekkelijke maatregelen om energie te besparen en het regelen van budget om energiebesparing mogelijk te maken. Het minste behoefte is aan het opstellen van een beleidsnotitie. In de categorie overige behoeftes worden genoemd: • Kennisuitwisseling via een link met de IPO-website; • Hulp bij problemen met de netwerkbeheerder; • Contact met klimaatadviseurs. Het merendeel van de provincies heeft al eens gebruik gemaakt van de diensten en producten die SenterNovem heeft ontwikkeld in het kader van het programma ‘Energiebesparing in de GWW-sector’. In de onderstaande tabel wordt op volgorde van meest naar minst een overzicht gegeven van de diensten en producten waarvan gebruik is gemaakt bij het realiseren van bij OVL. Tabel 4
Van welke diensten en producten van SenterNovem hebben provincies gebruik gemaakt?
Nr.
Diensten en producten SenterNovem
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
De digitale nieuwsbrief De website Overige publicaties (bijv. ‘handleiding duurzame aanpak OVL, Pluk en Play lijst) Diensten/bezoek klimaatadviseurs Rekenmodel Zicht op Licht Boekje kwaliteitsprofielen Koploperaanpak Beleidstraject Ondersteuning bij LED-pilots Overige diensten/producten
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Aantal provincies 10 8 7 6 5 4 2 1 1 0
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. -6-
DHV B.V.
Het meeste hebben provincies gebruik gemaakt van de digitale nieuwsbrief en de website. Hiernaast hebben veel provincies gebruik gemaakt van overige publicaties, diensten van de klimaatadviseurs en het rekenmodel zicht op licht.
2.6
Overige initiatieven voor duurzame openbare verlichting De meeste provincies (9) zijn op de hoogte van het initiatief om energielabels op te stellen voor het energieverbruik voor OVL. Ook zijn de meeste provincies (8) op de hoogte van het programma duurzaam inkopen en hebben de criteria al (deels) geïmplementeerd, of gaan dit op korte termijn doen.
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. -7-
DHV B.V.
3
STAND VAN ZAKEN GEMEENTEN
3.1
Aanpak en respons Begin september zijn alle 441 gemeenten per post aangeschreven om deel te nemen aan de enquête over de koploperaanpak openbare verlichting. Ongeveer 70% van de enquêtes is op naam gestuurd naar een bekende contactpersoon binnen een gemeente. Bij de gemeenten zonder contactpersoon was de brief gericht aan de beheerder openbare verlichting. Respondenten kregen de mogelijkheid om de enquête online of op papier in te vullen. Om voldoende respons te krijgen, kregen de gemeenten die nog niet hadden gereageerd en waarbij de contactpersoon bekend was, een herinnering per e-mail toegestuurd. Aansluitend zijn gemeenten door DHV tot half oktober nagebeld met het verzoek de enquêtes in te vullen. Daarnaast is in de online SenterNovem nieuwsbrief “Energiebesparing Openbare Verlichting” uit september 2009 een oproep gedaan om de enquête in te vullen. Via een link in de nieuwsbrief konden lezers de enquête online invullen. Deze inspanningen hebben ertoe geleid dat in totaal 192 gemeenten de enquête hebben ingevuld. Dit komt overeen met een respons van 44%. De respons op de enquête is hoog waardoor met deze steekproef representatieve uitspraken gedaan kunnen worden over energiebesparing bij openbare verlichting in Nederland. De meeste enquêtes zijn online ingevuld (104 stuks). Per post zijn 88 enquêtes teruggekomen. Elf enquêtes zijn binnengekomen na de data-analyse en zijn daarom niet meegenomen in de in de verslaggeving in de volgende paragrafen. De meeste respondenten zijn beleidsmedewerker (40%) of beheerder openbare verlichting (37%). Van de overige 23% geven de meeste respondenten aan zowel beleidsmedewerker als beheerder openbare verlichting te zijn.
3.2
Koploperaanpak Koplopers zijn gemeenten die aan de slag gaan met energiebesparing bij openbare verlichting (zie hoofdstuk 1). De meeste gemeenten (84%) nemen nog niet deel aan de koploperaanpak. De rest (16%) zegt wel mee te doen met de koploperaanpak. Vertaald over alle gemeenten in Nederland komt dit neer op 71 gemeenten. De koploperaanpak is echter bij driekwart (75%) van de gemeenten die niet deelnemen aan de koploperaanpak wel bekend. Een kwart (26%) van de gemeenten die nu nog niet deelneemt aan de koploperaanpak zegt de komende jaren wel mee te willen doen aan de koploperaanpak. Veel gemeenten (38%) weten nog niet of ze willen deelnemen. De rest (37%) zegt de komende jaren niet mee te willen doen aan de koploperaanpak. Veel genoemde redenen om niet deel te nemen aan de koploperaanpak zijn: • We willen de (LED-) ontwikkelingen afwachten • Er is al veel geïnvesteerd in OVL • We willen eerst de achterstanden wegwerken • Geen tijd • Geen budget • We zijn maar een kleine gemeente, dus niet haalbaar • Reorganisatie of herindeling gemeente
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. -8-
DHV B.V.
3.3
Energiebesparingscan Onderdeel van de koploperaanpak is het uitvoeren van een scan naar het energie besparingspotentieel van OVL. Opvallend is dat de meeste gemeenten (61%) al een scan hebben uitgevoerd om het energie besparingspotentieel bij OVL te bepalen. De meeste scans zijn uitgevoerd in 2008 (49%) en 2009 (30%). De oudste scan is gedaan in 2003. Het gemiddelde besparingspercentage bij deze gemeenten bedroeg 17%. Het gemiddelde besparingspercentage bij de koplopers bedroeg 16,5% en die van niet koplopers 17,7%. Het hoogste besparingspercentage bedroeg 35%. In totaal heeft 36% van de gemeenten nog geen scan uitgevoerd en 3% weet niet of er een scan is uitgevoerd. Van deze gemeenten geeft 37% aan een scan te willen doen in 2009 of na 2009. Figuur 2
Wordt er in de toekomst een scan uitgevoerd in uw gemeente?
10% scan in 2009
32%
scan na 2009
27%
geen scan weet niet belangstelling
21%
3.4
11%
Uitvoeringsplan openbare verlichting Een ander onderdeel van de koploperaanpak is het maken van een uitvoeringsplan energiebesparing voor openbare verlichting. Een klein deel van de gemeenten (23%) beschikt al over een plan van aanpak of uitvoeringsplan. Bijna de helft (47%) heeft nog geen plan, maar is daar wel mee bezig. De rest (30%) heeft nog geen plan. Figuur 3
Beschikt uw gemeente over een uitvoeringsplan energiebesparing openbare verlichting?
30%
1%
23% gereed in ontwikkeling nee weet niet
47%
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. -9-
DHV B.V.
Er is duidelijk een verschil zichtbaar tussen koplopers en niet koplopers: 50% van de koplopers heeft een uitvoeringsplan gereed tegen 18% van de niet koplopers. Overigens is 14% van de koplopers überhaupt niet van plan om een uitvoeringsplan te maken. Van de gemeenten die een uitvoeringsplan gereed of in ontwikkeling hebben, heeft 77% besparingsdoelstellingen opgenomen voor de komende vier jaar (2009-2013). De meeste gemeenten (70%) konden niet aangeven hoeveel energie er bespaart zal worden de komende vier jaar. Op basis van de 30% (54 gemeenten) die wel percentages hebben genoemd, is op basis van de gemiddelden aangegeven hoe de energiebesparing is voor de periode 2009 tot en met 2013 en hoe zich dit verhoudt tot de doelstellingen die in de koploperaanpak zijn gedefinieerd. Figuur 4
Besparingsdoelstellingen gemeenten en doelstellingen koploperaanpak
25% 20% doelstellingen gemeenten
15%
doelstellingen koploperaanpak
10% 5% 0% 2009
Tabel 5
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Besparingsdoelstellingen gemeenten en doelstellingen koploperaanpak
Energie besparingsdoelstellingen (in %) Doelstellingen gemeenten Doelstellingen koploperaanpak 2009 2010 2011 2012 2013
2,8% 4,9% 6,0% 7,4% 8,6%
15% 20%
Uit de figuur en de tabel blijkt dat met de energie besparingsdoelstellingen van de gemeenten de doelstellingen van de Taskforce/koploperaanpak niet gehaald worden. Ook dienen de nodige kanttekeningen geplaatst te worden bij de opgegeven doelstellingen van de gemeenten: • De meeste gemeenten kunnen geen besparingspercentages opvoeren • Slechts 52 gemeenten (30% steekproef) hebben besparingspercentages ingevuld Het vermoeden bestaat dat niet alle gemeenten de besparingspercentages goed hebben ingevuld.
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. - 10 -
DHV B.V.
Besparingspercentages en -maatregelen Vrijwel alle gemeenten (92%) zeggen de komende jaren maatregelen uit te voeren om energie te besparen op OVL. Koplopers scoren hierbij iets hoger (95% wel en 5% niet) dan niet koplopers (91% wel en 9% niet). Op basis van de ‘Pluk en Play lijst’ is aan gemeenten gevraagd welke maatregelen zijn de komende jaren verwachten uit te voeren. In de onderstaande tabel wordt per maatregel op volgorde (van meest populair naar minst populair) aangegeven hoeveel gemeenten de maatregelen uitvoeren. Tabel 6
Welke besparingsmaatregelen gaat u de komende jaren uitvoeren?
1 2 3
4
5
6
7 8 9 10
11
12
Maatregel
Vervangen hogedruk kwiklampen (HPLN) door energie-efficiëntere (en dimbare) SON-, CPO- of PLL-oplossingen Vervangen oude TL (D/E/M/S) installaties door (dimbare) elektronisch bedreven PLL-oplossingen Uitvoeren van LED projecten in woonwijken (PLL-omgevingen) om ervaring op te doen met energiezuinige LED-oplossingen. Voorzien van alle conventioneel geschakelde PLL-lampen van elektronische en dimbare apparaten met een eenvouding dimprofiel (bijv. dimmen tussen 23:00 en 5:00). Vervangen van geel licht (SON 50-150W) in de binnenstad en andere centra door energie-efficiënter wit licht (CPO 45-140W) Voorzien van alle conventioneel geschakelde SON-lampen van elektronische en dimbare apparaten met een eenvouding dimprofiel (bijv. dimmen tussen 23:00 en 5:00). Vervangen daar waar mogelijk van conventionele verlichting door zeer energiezuinige, (mesopische) LED-verlichting Installeren van habitat vriendelijke/mesopische verlichting binnen natuur- en buitengebieden indien openbare verlichting noodzakelijk is Verminderen lichthinder van reclameborden en stadsof gebouwenverfraaiing op tijdstippen dat dit kan (bijv. tussen 24:00 en 6:00) Vervangen openbare verlichting door andere initiatieven, zoals reflecterende markering Voorzien van alle conventioneel geschakelde PLL-lampen van elektronische en dimbare apparaten met een intelligent dimprofiel (bijv. gebaseerd op meerdere bewegingsintensiteit). Voorzien van alle conventioneel geschakelde SON-lampen van elektronische en dimbare apparaten met een intelligent dimprofiel (bijv. o.b.v. op weer- en verkeersomstandigheden).
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Niet koplopers
Nr.
Koplopers
Aantal gemeenten
gemiddeld
3.5
69%
75%
68%
66%
68%
66%
54%
82%
49%
39%
32%
40%
27%
46%
23%
26%
29%
26%
26%
39%
23%
21%
29%
20%
19%
37%
16%
9%
14%
7%
8%
14%
7%
8%
18%
5%
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. - 11 -
DHV B.V.
De meest populaire maatregelen zijn het vervangen van oude HPLN en TL installaties door PLLoplossingen. Respectievelijk 69% en 66% van de gemeenten wil deze maatregelen nemen. Opvallend is dat veel gemeenten (55%) proeven willen doen met LED-verlichting om de komende jaren te kunnen komen tot verdere energiebesparing. Dit zijn vooral de koploper gemeenten (82%). Ook bijna de helft (49%) van de niet koploper gemeenten wil aan de slag met LED-projecten. Minder populaire maatregelen zijn het voorzien van conventioneel geschakelde SON- en PLL-lampen van elektronische en dimbare apparaten met een intelligent dimprofiel (bijv. op basis van weer- en verkeersomstandigheden). De koploper gemeenten lopen over het algemeen meer warm voor maatregelen dan de niet koploper gemeenten. Dit geldt vooral voor: • Het uitvoeren van LED-projecten in woonwijken (82% tegen 49%); • Het vervangen van geel licht in de binnenstad (46% tegen 23%); • Verminderen van lichthinder (37% tegen 16%). Naast de maatregelen die zijn opgenomen in de Pluk en Play lijst, worden de onderstaande maatregelen door gemeenten spontaan genoemd: • Aanpassen schakel- en dimtijden OVL (later aan, eerder uit); • Bij vervanging overal een (statisch) dimregime invoeren; • Daar waar mogelijk lichtmasten verwijderen/verminderen aantal lichtmasten; • Verlichting uitzetten tijdens de nacht (minder nachtbranders, meer avond- en ochtendbranders); • LED-lampen in reclame bakken en richtingaanwijzers; • Niet volgen NSVV normen en afwijken van de NPR; • Plaatsen LED-verlichting op zonne-energie.
3.6
Energieverbruik Relatief veel gemeenten bleken niet in staat te zijn om gegevens over het opgestelde vermogen (48%) en het jaarlijkse energieverbruik (26%) te verstrekken. Van de gemeenten die wel gegevens konden verstrekken inzake het huidige energieverbruik, zijn de meeste gegevens afkomstig uit het jaar 2008 (62%). Van 15% van de gemeenten is het energieverbruik het geraamde verbruik voor 2009. in de onderstaande figuur is weergegeven in hoeverre deze gegevens zich verhouden tot basisjaar 2007. Hieruit blijkt dat voor de meeste gemeenten het energieverbruik ongeveer gelijk is gebleven ten opzichte van basisjaar 2007. Tabel 7
Energiegebruik gemeenten ten opzichte van basisjaar 2007
Lager
Energieverbruik t.o.v. basisjaar 2007 Gelijk
Hoger
22% 22%
48% 56%
30% 22%
2008 (80 gemeenten) 2009 (18 gemeenten)
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. - 12 -
DHV B.V.
Voor de komende jaren verwacht 36% van de gemeenten dat het energieverbruik ongeveer gelijk zal blijven ten opzichte van het energieverbruik in 2007. 33% verwacht een daling van het energieverbruik. Eveneens 31% verwacht een stijging van het energieverbruik de komende jaren ten opzichte van 2007. Wanneer onderscheid gemaakt wordt tussen koplopers en niet koplopers, blijkt er een groot verschil te bestaan tussen koplopers en niet koplopers. Bijna de helft van de koplopers (46%) tegen 30% van de niet koplopers verwacht namelijk dat het energieverbruik de komende jaren gaat dalen. Er bestaat dus een positief verband tussen het zijn van een koploper en de verwachtingen in energieverbruik de komende jaren. Figuur 5
Verwachte veranderingen in energieverbruik de komende jaren
Daling niet koploper Gelijk
koploper gemiddeld
Stijging
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Als redenen voor de stijging van het energieverbruik worden aangevoerd: 1. uitbreiding van het te verlichten areaal (86%) 2. hogere verlichtingsniveaus (44%) 3. invoering politiekeurmerk (12%) 4. andere reden (12%)
3.7
Knelpunten bij realiseren energiebesparing Bij veruit de meeste gemeenten (86%) is bestuurlijk draagvlak en betrokkenheid aanwezig voor het realiseren van energiebesparing bij openbare verlichting. Bij slechts 6% van de gemeenten is geen bestuurlijk draagvlak aanwezig voor het realiseren van energiebesparing bij OVL en 8% weet niet of draagvlak aanwezig is. Bestuurlijk draagvlak lijkt dus geen groot knelpunt zijn. In de onderstaande tabel wordt op volgorde van grootste naar kleinste een overzicht gegeven van knelpunten die de respondenten tegenkomen bij plannen om energie te besparen bij OVL. Opvallend is dat geen enkele gemeente heeft aangegeven geen enkel knelpunt te ervaren! Het grootste knelpunt (54%) dat gemeenten signaleren is het ontbreken van voldoende budget om energiebesparende maatregelen uit te voeren. Ook een gebrek aan ambtelijke capaciteit en tijd is voor veel gemeenten (39%) een groot knelpunt. Opmerkelijk hierbij is dat ondanks het bestuurlijk draagvlak er toch onvoldoende middelen en capaciteit beschikbaar zijn voor energiebesparing OVL.
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. - 13 -
DHV B.V.
Geen medewerking kunnen krijgen van de netbeheerder (6%) en het ontbreken van bestuurlijk draagvlak (3%) is voor weinig gemeenten een knelpunt. Tabel 9
Welke knelpunten ervaart u bij uw plannen om energie te besparen bij OVL?
Niet koplopers
1 2 3 4 5 6 7
Koplopers
Nr.
Gemiddelde
Aantal gemeenten
54% 39% 23% 21% 19% 6% 3%
48% 30% 18% 19% 7% 4% 7%
55% 40% 24% 22% 20% 6% 2%
Knelpunt
Geen budget Onvoldoende ambtelijke capaciteit Energiebesparing is tegenstrijdig aan gemeentelijk OVL-beleid Overige knelpunten Geen aantrekkelijke besparingsmaatregelen Geen medewerking van de netbeheerder Geen bestuurlijk draagvlak
Wat ook opvalt, is dat de koplopers, met uitzondering van bestuurlijk draagvlak, minder knelpunten ervaren om energiebesparing bij OVL te realiseren dan de niet koplopers. Met de aanpak die koplopers hanteren, kunnen knelpunten kennelijk gemakkelijker worden opgelost. In de categorie overige knelpunten worden verschillende keren genoemd: • geen beleid of plannen • bij vervangen verlichting moeten de verlichtingsniveaus omhoog (door NPR) • nog geen betrouwbare/optimale energiezuinige alternatieven • bijplaatsing feestverlichting, sfeerverlichting en aanlichting van gebouwen • lange terugverdientijden (hoge investering noodzakelijk) • gebrek aan kennis en tijd
3.8
Ondersteuning en kennisuitwisseling Het grootste deel van de gemeenten (80%) geeft aan behoefte te hebben aan kennisuitwisseling over OVL met andere gemeenten, provincies of de rijksoverheid. De overige 20% zegt daar geen behoefte aan te hebben. Er is hierbij nauwelijks onderscheid tussen koplopers en niet koplopers (respectievelijk 78% en 80% heeft behoefte aan ondersteuning). In de onderstaande tabel wordt op volgorde van grootste naar kleinste een overzicht gegeven van de behoefte aan ondersteuning bij het realiseren van bij OVL. Een klein deel van de gemeenten (15%) heeft aangegeven geen enkele behoefte te hebben aan ondersteuning. Vooral de koploper gemeenten (34%) hebben geen behoefte aan ondersteuning.
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. - 14 -
DHV B.V.
Tabel 10
Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Op welke vlakken heeft u behoefte aan ondersteuning?
Knelpunt Maatregelen om energie te besparen Regelen budget voor energiebesparing OVL Opstellen van een plan van aanpak energiebesparing OVL Opstellen beleidsnotitie (nota) Implementeren van LED-verlichting In kaart brengen huidig energieverbruik en besparingspotentieel Cursus- en opleidingsmogelijkheden (energiebesparing) OVL Overige behoeftes Creëren draagvlak bij college van B&W en/of gemeenteraad
Aantal gemeenten 35% 33% 32% 27% 27% 26% 24% 17% 11%
Uit het overzicht blijkt dat er geen behoeftes zijn die er bovenuit springen. De grootste behoeftes zijn het aandragen van aantrekkelijke maatregelen om energie te besparen (35%) en het regelen van budget om energiebesparing mogelijk te maken (33%). Het minst behoefte is er aan het creëren van draagvlak bij het college van B&W (11%). In de categorie overige behoeftes worden verschillende keren spontaan genoemd: • informatie over subsidies • samenwerking met (buur)gemeenten, provincies en andere partijen • mogelijkheden (dynamisch) dimmen Het merendeel van de gemeenten (60%) heeft al eens gebruik gemaakt van de diensten en producten die SenterNovem heeft ontwikkeld in het kader van het programma ‘Energiebesparing in de GWW-sector’. Hierbij valt op dat vrijwel alle koplopers (89%) hiervan gebruik hebben gemaakt. Voor niet koplopers is dit ruim de helft (55%). In de onderstaande tabel wordt op volgorde van meest naar minst een overzicht gegeven van de diensten en producten waarvan gebruik is gemaakt bij het realiseren van bij OVL. Tabel 11
Van welke diensten en producten van SenterNovem heeft u gebruik gemaakt?
Nr.
Diensten en producten SenterNovem
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Rekenmodel Zicht op Licht De website De digitale nieuwsbrief Overige publicaties (bijv. ‘handleiding duurzame aanpak OVL, Pluk en Play lijst) Koploperaanpak Boekje kwaliteitsprofielen Beleidstraject Ondersteuning bij LED-pilots Overige diensten/producten Diensten/bezoek klimaatadviseurs
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Aantal gemeenten 61% 52% 52% 41% 17% 15% 14% 13% 10% 6%
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. - 15 -
DHV B.V.
Het meeste hebben gemeenten gebruik gemaakt van het rekenmodel Zicht op Licht (62%). Ook de website wordt veelvuldig bezocht (52%) en de nieuwsbrief wordt door de meeste gemeenten gelezen (52%). Binnen de categorie overige diensten en producten noemen diverse gemeenten spontaan de cursus Licht & Donker die is georganiseerd (alleen niet door SenterNovem).
3.9
Overige initiatieven voor duurzame openbare verlichting Energielabels De meeste gemeenten (51%) zijn op de hoogte van het initiatief om energielabels op te stellen voor het energieverbruik voor OVL. Koplopers (74%) zijn hiervan veel beter op de hoogte dan niet koplopers (46%). Het grootste deel (55%) van de gemeenten ziet het ontwikkelen van energielabels voor OVL als een welkome ontwikkeling. Ongeveer een derde (34%) geeft aan nog niet te weten of dit een positieve ontwikkeling is en 11% ziet de ontwikkeling van het energielabel niet als een welkome ontwikkeling. Programma duurzaam inkopen De meeste gemeenten (73%) zijn op de hoogte van het programma duurzaam inkopen. De overige 27% is dit niet. Koplopers zijn hiervan iets beter op de hoogte (80%) dan de niet koplopers (70%). Bij 7% van de gemeenten worden de criteria van duurzaam inkopen al helemaal toegepast bij het inkopen van diensten of materialen voor openbare verlichting en bij 46% van de gemeenten doet dit al deels. De rest zegt nog niet te weten of diensten of materialen duurzaam ingekocht (gaan) worden (36%), per 2010 duurzaam in te kopen (5%), dit per 2011 te doen (1%) of geeft aan dit helemaal niet te gaan doen (6%). Figuur 6
Worden de criteria voor duurzaam inkopen gehanteerd voor OVL in uw gemeente?
7%
helemaal deels
36%
per 2010 46%
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
nooit weet niet
5% 1%
per 2011
6%
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. - 16 -
DHV B.V.
TOETSING AAN DOELSTELLINGEN EN AMBITIES: OP KOERS?
250 gemeenten en 9 provincies aan de slag met energiebesparing Binnen het programma “implementatie energiebesparing GWW” dat loopt van 2006 tot 2011 is de doelstelling geformuleerd dat in 2009 250 gemeenten en 9 provincies aan de slag zijn met energiebesparing OVL en een uitvoeringsplan hebben. Gemeenten Anno 2009 geven vrijwel alle gemeenten (92%) aan momenteel of de komende jaren maatregelen te willen uitvoeren om energie te besparen. Dit komt overeen met 406 gemeenten. Het aantal gemeenten dat nu een uitvoeringsplan gereed heeft is 23% ofwel 101 gemeenten. Daarnaast geven 207 gemeenten (47%) aan dat een uitvoeringsplan in ontwikkeling is. Op dit moment kan nog niet gezegd worden of er in 2009 250 gemeenten beschikken over een uitvoeringsplan, maar verwacht mag worden dat deze doelstelling wel gehaald gaat worden. Provincies Alle 11 geconsulteerde provincies nemen maatregelen om energie te besparen op OVL. In die zin zijn alle provincies momenteel dus aan de slag en wordt aan de doelstelling voldaan. Op dit moment hebben vier provincies een uitvoeringsplan gereed en hebben zes provincies een uitvoeringsplan in ontwikkeling. Energiebesparingsopgave koploperaanpak Op basis van de besparingsdoelstellingen die gemeenten hebben doorgegeven, lijken de doelstellingen van de koploperaanpak om in 2011 15% en in 2013 20% energie te besparen niet haalbaar. Op de lange termijn (in 2020) zou er volgens de koploperaanpak 30% energie bespaard moeten worden. Op basis van extrapolatie van de gegevens over 2009-2013 komen gemeenten tot ongeveer 18% minder energieverbruik dan in 2007. Om de energie besparingsdoelstellingen te halen, zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk. Figuur 7
Besparingsdoelstellingen gemeenten en doelstellingen koploperaanpak
35% 30% 25% 20%
doelstellingen gemeenten
15%
doelstellingen koploperaanpak
10% 5%
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
2020
2019
2018
2017
2016
2015
2014
2013
2012
2011
2010
0% 2009
4
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. - 17 -
DHV B.V.
Koploperaanpak: 90 gemeenten en 6 provincies hebben in 2009 een uitvoeringsplan Bijna een kwart van de gemeenten (23%) beschikt momenteel over een uitvoeringsplan. Dit komt overeen met 101 gemeenten. Aan deze doelstelling is dus al voldaan. Vier provincies beschikken momenteel over een uitvoeringsplan en daarnaast hebben zes provincies een uitvoeringsplan in ontwikkeling. Op dit moment wordt nog niet aan de provinciale doelstelling voldaan, maar de kans is groot dat dit nog wel voor eind 2009 gebeurt. Koploperaanpak: 270 gemeenten en 12 provincies hebben in 2010 een uitvoeringsplan Op dit moment geeft 47% van de gemeenten aan een uitvoeringsplan energiebesparing openbare verlichting in ontwikkeling te hebben. Dit komt overeen met 207. Samen met de 101 gemeenten die al een uitvoeringsplan gereed hebben, zijn dit 308 gemeenten. Het is dus mogelijk om deze doelstelling in 2010 te halen, maar dan moet er dus nog wel wat gebeuren bij 170 gemeenten. Om de doelstelling te halen zullen ruim 200 gemeenten die een uitvoeringsplan in ontwikkeling hebben, moeten worden gestimuleerd en ondersteund bij het opstellen van een uitvoeringsplan. Als de zes nu nog in ontwikkeling zijnde uitvoeringsplannen in 2010 gereed komen, hebben in 2010 in totaal tien provincies een uitvoeringsplan. Twee provincies moeten dan nog worden gestimuleerd en ondersteund bij het opstellen van een uitvoeringsplan. Koploperaanpak: 400 gemeenten en 12 provincies hebben in 2011 een uitvoeringsplan Op dit moment hebben 308 gemeenten een uitvoeringsplan gericht op het energiezuinig maken van openbare verlichting gereed of in ontwikkeling. Dat zijn er nog 92 tekort om in 2011 de doelstelling te halen. Om deze doelstelling te halen zullen er nog ongeveer 100 gemeenten moeten worden overgehaald en worden gestimuleerd om alsnog een uitvoeringsplan te maken.
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. - 18 -
DHV B.V.
5
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
De energie besparingsdoelstellingen zijn voor gemeenten niet haalbaar Op basis van de gemiddelde besparingsdoelstellingen die gemeenten hebben doorgegeven, kan worden berekend dat gemeenten de komende jaren maximaal 1,5% energie per jaar gaan besparen op OVL. Om de doelstellingen van de koploperaanpak te halen, is jaarlijks echter ruim 3% energiebesparing noodzakelijk. De prognose luidt daarom dat de energie besparingsdoelstellingen van de koploperaanpak voor gemeenten nog niet haalbaar zijn. De besparingsdoelstellingen van provincies liggen wel meer in lijn met de doelstellingen van de koploperaanpak. Er zijn zelfs provincies die fors meer willen besparen dan de doelstellingen die bij de koploperaanpak gehanteerd worden. Onvoldoende budget is de grootste belemmering voor gemeenten Voor gemeenten (54%) geldt dat onvoldoende budget de grootste belemmering vormt voor het uitvoeren van besparingsmaatregelen. Voor vier provincies vormt het ontbreken van voldoende budget ook als de grootste belemmering. Veel gemeenten (39%) geven aan dat voldoende ambtelijke capaciteit eveneens een grote belemmering is. Dit is slechts één provincie een belemmering. Opmerkelijk hierbij is dat door vrijwel alle gemeenten wordt aangegeven dat er bestuurlijk draagvlak is. Dit bestuurlijk draagvlak is kennelijk niet zo groot dat voldoende middelen en capaciteit kunnen worden vrijgemaakt om doelstellingen te halen. Om aan de GWW en Taskforce doelstellingen voor de aantallen uitvoeringsplannen te voldoen, is extra inspanning nodig Op dit moment heeft nog geen kwart van de gemeenten en ongeveer een derde van de provincies een uitvoeringsplan met daarin besparingsmaatregelen voor OVL gereed. Wel hebben 47% van de gemeenten en zes provincies een uitvoeringsplan in ontwikkeling. De overige gemeenten en provincies hebben (nog) geen plannen. Extra inspanning is noodzakelijk om gemeenten en provincies: • met een uitvoeringsplan in ontwikkeling aan te sporen deze op korte termijn gereed te maken; • zonder de intentie een uitvoeringsplan op te stellen te stimuleren om toch een uitvoeringsplan op te stellen. Zonder aanvullende inspanning is het de vraag of de doelstellingen betreffende het aantal gereed zijnde uitvoeringsplannen bij gemeenten en provincies. Het hebben van een uitvoeringsplan is niet essentieel voor het nemen van maatregelen Alle provincies en 92% van de gemeenten neemt momenteel of de komende jaren maatregelen om energie bij OVL te besparen. Daartegenover staat dat momenteel vier provincies en 23% van de gemeenten een uitvoeringsplan gereed heeft. Kennelijk is het hebben van een uitvoeringsplan niet essentieel voor het nemen van besparingsmaatregelen. Vervangen verouderde lampen en LED-projecten populairste maatregelen bij gemeenten Bij gemeenten zijn het vervangen van verouderde HPLN en TL installaties door energie-efficiënte (en dimbare) oplossingen de meest populaire maatregelen om energie te besparen. Daarnaast valt op dat het uitvoeren van LED-(proef)projecten bij gemeenten ook erg hoog scoort, vooral bij koplopers: 82% van de koplopers tegen 49% van de niet koplopers wil LED-(proef)projecten uitvoeren.
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. - 19 -
DHV B.V.
Provincies kiezen voor andere besparingsmaatregelen dan gemeenten Bij gemeenten staat de OVL grotendeels binnen de bebouwde kom en bij provincies daarbuiten. Het is daarom niet verwonderlijk dat provincies voor andere besparingsmaatregelen kiezen dan gemeenten. Provincies kiezen voor: • Voorzien van alle conventioneel geschakelde SON-lampen van elektronische en dimbare apparaten met een eenvoudig dimprofiel; • Installeren van habitat vriendelijke/mesopische verlichting binnen natuur- en buitengebieden indien openbare verlichting noodzakelijk is; • Vervangen openbare verlichting door andere initiatieven, zoals reflecterende markering. De maatregelen die provincies willen nemen, komen bij gemeenten niet in de top 5 maatregelen voor. Koplopers liggen duidelijk voor op niet koplopers Uit het onderzoek blijkt dat gemeenten die deelnemen aan de koploperaanpak duidelijk voorop lopen wat betreft energiebesparing bij OVL ten opzichte van gemeenten die niet deelnemen aan de koploperaanpak. Gemeenten die deelnemen aan de koploperaanpak: • hebben een lager potentieel energiebesparingspercentage (hebben dus al efficiëntere OVL); • hebben vaker een uitvoeringsplan gereed (50% t.o.v. 18% bij niet koplopers); • voeren meer maatregelen uit om energie te besparen; • verwachten vaker een lager energieverbruik voor de komende jaren; • ervaren minder knelpunten bij het realiseren van energiebesparing; • zijn beter op de hoogte van nieuwe initiatieven en ontwikkelingen. Programma “Energiebesparing GWW” heeft veel opgeleverd, maar er zijn nog belemmeringen Gemeenten en provincies maken goed gebruik van de ondersteuning SenterNovem en alle instrumenten die binnen het programma energiebesparing GWW zijn ontwikkeld. Vrijwel alle provincies maken gebruik van de producten en diensten van SenterNovem voor het realiseren van energiebesparing bij OVL. Het meest gebruikt worden de digitale nieuwsbrief (10 provincies) en de website (8 provincies). Ook gemeenten weten de dienstverlening van SenterNovem goed te vinden. Gemeenten hebben het meest gebruik gemaakt van het rekenmodel ‘Zicht op licht’ (61%). Daarnaast bekijkt een groot deel frequent de digitale nieuwsbrief en de website (beide 52%). Duidelijk is dat in de afgelopen jaren de bewustwording sterk is gegroeid en de meeste gemeenten en provincies aan de slag zijn gegaan. De maatregelen die worden genomen gaan echter niet ver genoeg om doelstellingen te kunnen halen. Belangrijke problemen liggen in de door veel gemeenten verwachte stijgingen van energiegebruik ten gevolge van uitbreiding van het te verlichten areaal, verhoging van de verlichtingsniveaus en de beschikbare budgetten voor investeringen. Er zullen aanvullende inspanningen, nodig zijn om de besparingsdoelstellingen te kunnen bereiken. 8,6% energiebesparing bij OVL in 2013 levert 31 kton CO2 reductie op Gemiddeld bedraagt het energieverbruik bij openbare verlichting per Nederlander in 2007 circa 40 kWh per jaar (bron: benchmark model Zicht op Licht). In heel Nederland bedraagt het energieverbruik voor openbare verlichting dus circa 662 miljoen kWh per jaar. Het totale elektriciteitsverbruik in Nederland bedroeg in 2008 circa 124 miljard kWh per jaar. Het aandeel van OVL hierin is ongeveer 0,53%. Gemiddeld wordt bij de productie van één kWh elektriciteit in Nederland 537 gram CO2 geproduceerd bij de energieopwekking (mix groene en grijze stroom). In totaal ontstaat er zo op jaarbasis 356 kton CO2 ten gevolge van openbare verlichting. Door 8,6% energie te besparen in 2013, wordt 31 kton CO2 vermeden.
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. - 20 -
DHV B.V.
Tabel 12:
Energiebesparing en CO2-reductie bij uitvoer besparingsdoelstellingen gemeenten bij OVL
Energie besparingsdoelstellingen (in %) Doelstellingen Energiebesparing Reductie CO2 gemeenten (%) (in miljoen kWh) (in kton) 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal t/m 2013
2,8% 4,9% 6,0% 7,4% 8,6%
18,5 32,4 39,7 49,0 56,7
9,9 17,4 21,3 26,3 30,6
-
196,3
105,5
Als de besparingsdoelstellingen van de gemeenten worden gerealiseerd, bedraagt de totale vermeden CO2-uitstoot tot en met 2013 106 kton.
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. - 21 -
DHV B.V.
6
COLOFON
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Bijdrage Interne controle Projectleider Projectmanager Datum Naam/Paraaf
: : : : : : : : : : :
Openbare Verlichting
SenterNovem Stand van zaken energiebesparing C6432-01.001 22 pagina's Paul Mul Renilde Spriensma Renilde spriensma Renilde Spriensma Jan Bart Jutte 20 november 2009
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting
Openbare Verlichting 20 november 2009, versie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. - 22 -
DHV B.V. Ruimte en Mobiliteit Laan 1914 nr. 35 3818 EX Amersfoort Postbus 1132 3800 BC Amersfoort T (033) 468 20 00 F (033) 468 28 01 E
[email protected] www.dhv.nl
DHV B.V.
Press "Appendix Report" button to Insert the First Appendix
SenterNovem/Stand van zaken energiebesparing
Openbare Verlichting
bijlage 0 -1-