Business IT & Management DMCI
Stagesyllabus 2014-2015
Studielast Datum van uitgave Cursusjaar Studierichting(en) Studiejaar
: : : : :
30 ects (20 weken) 1 september 2014 2013- 2014 Business IT & Management Hoofdfase 2
DMCI - Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige manier, zonder voorafgaande toestemming van de afdeling BIT van DMCI.
Inhoudsopgave 1
Introductie ....................................................................................................................... 2 1.1 Plaats van de stage in de opleiding ........................................................................... 2 1.2 Doel van de stage ..................................................................................................... 2 1.3 Stageperiode ............................................................................................................ 2 1.4 Voorwaarden voor deelname aan de stage ............................................................... 2 1.5 Stageduur ................................................................................................................. 2 1.6 Studiebelasting ......................................................................................................... 2 2 Stagevoorwaarden.......................................................................................................... 3 2.1 Eisen aan de stageverlenende organisatie................................................................ 3 2.2 Eisen die aan de stagewerkzaamheden en stageopdracht worden gesteld............... 3 Ad A: De werkzaamheden sluiten aan bij het opleidingsprofiel BIM .................................. 3 Ad B: De werkzaamheden en de opdracht(-en) zijn op hbo-niveau................................... 3 Ad C: Tijdens je stage voer je (minimaal) één opdracht zelfstandig uit.............................. 4 Ad D: De stagewerkzaamheden stellen je in voldoende mate in staat om je ontwikkeldoelen te verwezenlijken .................................................................................... 4 Ad E: De werkzaamheden zijn van nut voor de stageverlenende organisatie ................... 4 3 Voorbereiding ................................................................................................................. 5 3.1 Voorbereiding tijdens tweede studiejaar .................................................................... 5 3.2 De keuze van het bedrijf ........................................................................................... 5 3.3 De sollicitatie ............................................................................................................. 5 3.4 Goedkeuring stage.................................................................................................... 6 3.5 Stageafspraken en gedragscodes ............................................................................. 6 4 Begeleiding voorafgaand en tijdens je stage ............................................................... 7 4.1 Begeleiding vanuit school ......................................................................................... 7 4.2 Begeleiding vanuit de stageverlenende organisatie .................................................. 7 4.3 Het Praktijkbureau .................................................................................................... 8 5 Afronding en beoordeling van je stage ......................................................................... 9 5.1 Het schrijven van het stageverslag............................................................................ 9 5.2 De beoordeling door de bedrijfsmentor ..................................................................... 9 5.3 De beoordeling door de docent-stagebegeleider ....................................................... 9 5.4 Beoordeling van de competenties tijdens het assessment ........................................ 9 6 Planning en belangrijke data ....................................................................................... 10 6.1 Belangrijke data ...................................................................................................... 10 6.2 Producten ............................................................................................................... 10 6.2.1 Persoonlijk ontwikkelplan .................................................................................... 10 6.2.2 Het tussentijds beoordelingsformulier.................................................................. 11 6.2.3 Het eindbeoordelingsformulier en het stageverslag ............................................. 11 6.3 Evaluatie ................................................................................................................. 11 Bijlage 1 Het Persoonlijke Ontwikkelplan (POP) ................................................................ 12 Bijlage 2 Richtlijnen voor het schrijven van het stageverslag .......................................... 15 Bijlage 3 Het assessment .................................................................................................... 17
Stagesyllabus BIM 2014-2015
1
1
Introductie
1.1 Plaats van de stage in de opleiding De stage is een belangrijk praktijkcomponent van de opleiding Business IT & Management (voltijd). Het is een afzonderlijk examenonderdeel. Het stagetraject bestaat uit de stagevoorbereiding (sollicitatietraining, stagevoorlichting, oriëntatie op de arbeidsmarkt, sollicitaties), de stage zelf en de afronding (stageterugkomdag, stageverslag, bespreking en ontwikkelingsgericht assessment). 1.2 Doel van de stage Het doel van een stage is je te laten kennismaken met je toekomstige werkterrein. Je leert werken in de beroepspraktijk; Je brengt verworven kennis en vaardigheden in de praktijk, passend in het beroepsprofiel van een bedrijfskundig informaticus; Je ontwikkelt je competenties; Je scherpt je beroepsbeeld aan; Je oriënteert je op een mogelijke toekomstige werkkring. 1.3 Stageperiode Bij een regulier studieverloop worden de stagewerkzaamheden gedurende het eerste semester van het derde jaar uitgevoerd. Slechts in bijzondere gevallen kan van deze periode afgeweken worden in overleg met de studieadviseur en het Praktijkbureau. 1.4 Voorwaarden voor deelname aan de stage Minimum voorwaarden om aan je BIM-stage te kunnen beginnen: je propedeuse gehaald hebben; minimaal 2/3 van de tweedejaars studiepunten hebben behaald, oftewel 40 ECTS. 1.5 Stageduur De stage duurt 20 weken van vijf werkdagen onder aftrek van de landelijke feestdagen en de bij het stageverlenende bedrijf geldende verlofdagen. De HvA adviseert het bedrijf om de student ongeveer twee vrije dagen per maand te geven. 1.6 Studiebelasting Het complete stagetraject - dus de voorbereiding van de stage, de stage zelf, de afronding en het assessment - vertegenwoordigt 30 ECTS (assessment staat voor 5 ECTS).
Stagesyllabus BIM 2014-2015
2
2
Stagevoorwaarden
2.1 Eisen aan de stageverlenende organisatie Je loopt stage in een onderneming, een non-profit organisatie of bij de overheid. De stageverlenende organisatie voldoet aan de volgende eisen: 1. het bedrijf bestaat uit minimaal 5 personen die zich bezighouden met het primaire arbeidsproces, (bij minder dan 5 voorleggen aan de stagecommissie); 2. het bedrijf biedt de student een mentor op minimaal hbo-niveau aan voor de inhoudelijke begeleiding; 3. het bedrijf biedt de student een adequaat ingerichte werkplek met computer en internetaansluiting; 4. het bedrijf verleent de student verlof voor een stageterugkomdag en voor dagen waarop de student tentamens af moet leggen; 5. het bedrijf biedt de student een marktconforme stagevergoeding, deze is verplicht; 6. het bedrijf sluit bij voorkeur een contract met de student waarin wederzijdse rechten en plichten worden vastgesteld. Heb je een stageplek gevonden die niet aan alle eisen voldoet, maar die wel aansluit bij jouw persoonlijke leerdoelen, dan kun je speciale toestemming aanvragen bij de stagecommissie. 2.2 Eisen die aan de stagewerkzaamheden en stageopdracht worden gesteld. De stagewerkzaamheden moeten voldoen aan de volgende eisen: A. De werkzaamheden sluiten aan bij het opleidingsprofiel van Business IT & Management; B. De werkzaamheden zijn op hbo-niveau; C. Tijdens je stage voer je (minimaal) één opdracht zelfstandig uit; D. De stagewerkzaamheden stellen je in voldoende mate in staat om je ontwikkeldoelen te verwezenlijken; E. De werkzaamheden zijn van nut voor de stageverlenende organisatie. Ad A: De werkzaamheden sluiten aan bij het opleidingsprofiel BIM In het opleidingsprofiel van BIM is de beroepscontext van de BIM-er uitgewerkt in 8 beroepstaken: 1. Integrale benadering bedrijfsfuncties 2. Vormgeven aan ICT Service Management 3. Analyseren en ontwerpen van ICT oplossingen 4. Implementeren van ICT-systemen 5. Analyseren en vormgeven van Business Processen 6. Ontwerpen en inrichten van Business Intelligence toepassingen 7. Adviseren ten aanzien van ICT Governance 8. Managen van een ICT project en/of organisatie De stagewerkzaamheden moeten aansluiten bij één of meer van de beroepstaken. Binnen de beroepstaken worden diverse beroepshandelingen en beroepsproducten onderkend. Kijk voor meer informatie in het Opleidingsprofiel hbo-bachelor Business IT & Management (zie het intranet). Ad B: De werkzaamheden en de opdracht(-en) zijn op hbo-niveau Let bij het zoeken van je stage op: Een voldoende mate van complexiteit en diversiteit van werkzaamheden en opdracht; Stagesyllabus BIM 2014-2015
3
Een voldoende mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid; Een voldoende mate waarin analytisch en probleemoplossend vermogen nodig is; Een voldoende mate waarin een beroep wordt gedaan op je sociaal-communicatief handelen.
Ad C: Tijdens je stage voer je (minimaal) één opdracht zelfstandig uit Voor een BIM-er kan het meewerken in een bedrijf zeker leerzaam zijn. Denk aan het meewerken in een systeemontwikkelingsproject, bij het functioneel beheer van een applicatie of in een testtraject. Om je voldoende voor te bereiden op je afstudeeropdracht moet je echter tijdens je stage één opdracht zelfstandig uitvoeren. Deze stageopdracht moet minimaal 20% van je tijd in beslag nemen (gemiddeld één dag per week). Ad D: De stagewerkzaamheden stellen je in voldoende mate in staat om je ontwikkeldoelen te verwezenlijken Voorafgaand aan je stage stel je een Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) op, waarin je onder andere je ontwikkeldoelen voor de stageperiode beschrijft. Bij het zoeken van je stage is het belangrijk om hier rekening mee te houden: bieden de stagewerkzaamheden en de stageverlenende organisatie je voldoende gelegenheid om je ontwikkeldoelen te behalen? Zie bijlage 1 voor meer informatie over het POP. Ad E: De werkzaamheden zijn van nut voor de stageverlenende organisatie Wanneer je stageopdracht onvoldoende meerwaarde heeft voor het bedrijf, zal het lastig zijn om genoeg medewerking te verkrijgen voor interviews, begeleiding etc., zeker wanneer iedereen het druk heeft met de dagelijkse gang van zaken. Sommige bedrijven geven je de gelegenheid zelf een stageopdracht te bedenken. Zeker in dit geval is het belangrijk om erop te letten dat het bedrijf ook daadwerkelijk belang heeft bij de resultaten van je opdracht.
Stagesyllabus BIM 2014-2015
4
3
Voorbereiding
3.1 Voorbereiding tijdens tweede studiejaar Tijdens het tweede studiejaar start je met je oriëntatie op de stage. Eigen initiatief is daarbij doorslaggevend. Vanuit de Hogeschool van Amsterdam krijg je: - Stagevoorlichting; - Ondersteuning bij het vinden van een stage en het schrijven van je Persoonlijk Ontwikkelplan (POP); - Loopbaangesprek bij het Praktijkbureau op aanvraag; - Sollicitatietraining; - Toegang tot de vacaturebank voor stages en afstudeeropdrachten op intranet. 3.2 De keuze van het bedrijf Het is belangrijk om je stagebedrijf zorgvuldig uit te kiezen. Vaak gaan mensen na afloop van hun studie bij hun stagebedrijf werken. Een stage is voor een bedrijf een handige selectiemethode voor personeel: je kunt je potentiële toekomstige medewerkers leren kennen. Er zijn veel factoren die bij de keuze van een bedrijf een rol kunnen spelen, zoals: soort bedrijf (groot/klein, specialistisch/breed, etc.); aard van de activiteiten (gerelateerd aan de beroepstaken); plaats (dichtbij huis, regio Amsterdam, buitenland); mogelijkheid tot opleidingen tijdens stage. Enkele opmerkingen: In het buitenland leer je altijd meer dan om de hoek. De Hogeschool van Amsterdam stimuleert stages in het buitenland. Hierbij is altijd meer initiatief en langere voorbereiding nodig. Je kunt zelf een stagebedrijf zoeken (via vrienden/familie/Internet e.a.) of gebruik maken van de gegevens van het Praktijkbureau. Bedenk in alle gevallen dat je namens de HvA naar buiten optreedt en dat je daarom uiterst zorgvuldig en correct bent in je contacten. Als je via de HvA zoekt, kun je gebruik maken van de stageplaatsen die worden aangeboden via intranet. Hierop komen stageplaatsen van bedrijven te staan die zelf contact hebben gezocht met de HvA. Let op: deze via intranet aangeboden stages zijn nog niet formeel goedgekeurd door de stagecommissie. Je moet alsnog het formulier Praktijkstageovereenkomst inleveren. Hoe meer je hebt nagedacht over wat je in de toekomst graag wilt doen en dit ook onder woorden kunt brengen, des te gemakkelijker verloopt het vinden van een stage. Bij sommige bedrijven moet je zelf van tevoren een stage-activiteit bedenken, wil je überhaupt voor een gesprek worden uitgenodigd. Als je nog niet weet wat je wilt, kan het Praktijkbureau je op weg helpen door een loopbaangesprek. 3.3 De sollicitatie Je solliciteert naar je stage net als naar een echte baan met een sollicitatiebrief en CV. Probeer zoveel mogelijk actief contact te leggen met organisaties en opdrachtgevers. Ook als er veel vraag naar stagiairs is, zul je actief, creatief en assertief moeten zijn en vooral moeten netwerken. Vrienden, familieleden, medestudenten en ouderejaars zijn goede bronnen. Open sollicitaties, internet, LinkedIn.com, alles is mogelijk. Een telefoontje is vaak nog het meest effectief. Zoek het niet primair bij grote, bekende bedrijven, want dat doet iedereen al. Bedenk dat ook overheids- en non-profit organisaties automatiseren, zelfs of juist in crisistijd. Via Google is het redelijk eenvoudig om binnen enkele minuten waar ook ter wereld alle ICTbedrijven te vinden. Gebruik een standaard sollicitatiebrief of –mail als voorbeeld voor je eigen brief. Geef er wel een persoonlijke tint aan en stem je brief af op de vacature en de organisatie Stagesyllabus BIM 2014-2015
5
waar je solliciteert, datzelfde geldt voor je CV. Het Praktijkbureau kan je brief en/of CV nakijken. Vermeld in je brief iets over de opleiding BIM en over het feit dat je stage in het derde jaar valt. Vermeld verder wat je tot nu toe ongeveer geleerd hebt, wat je leuk vindt en waar je goed in bent. Bij een sollicitatiegesprek zijn meestal twee mensen aanwezig. Bereid je goed voor door van tevoren zo veel mogelijk informatie over het bedrijf te verzamelen, bijvoorbeeld via de website. Zorg dat je zelf ook een aantal vragen voorbereid hebt die je in dit gesprek kunt stellen. Bedenk dat het tonen van oprecht enthousiasme de beste manier is om ergens binnen te komen. 3.4 Goedkeuring stage Als je naar jouw mening een interessante stage op het oog hebt, lever dan zo snel mogelijk het compleet (digitaal) ingevulde en ondertekende formulier Praktijkstageovereenkomst in bij het Praktijkbureau. Voordat je aan je stage mag beginnen en voordat je een contract tekent, moet je stage goedgekeurd zijn door de stage- en afstudeercommissie. Het formulier Praktijkstageovereenkomst is te verkrijgen via de VLO. De goedkeuring wordt pas verkregen na toetsing van: de stageverlenende organisatie; de stagewerkzaamheden en de stageopdracht; de door de organisatie beschikbaar gestelde begeleiding. Het Praktijkbureau doet de eerste check van je goedkeuringsformulier en speelt vervolgens alle informatie door naar de stage- en afstudeercommissie van de opleiding. Je krijgt een e-mail van het Praktijkbureau als je stage is goedgekeurd. Als je stage niet wordt goedgekeurd of als er opmerkingen zijn, dan neemt het Praktijkbureau contact met je op. Na goedkeuring, krijg je – kort voordat je stage begint – een HvA-docent toegewezen als begeleider. 3.5 Stageafspraken en gedragscodes Hoewel je formeel student bent van de HvA, ben je zelf verantwoordelijk voor alles wat je met een bedrijf afspreekt. Soms legt het bedrijf je een soort standaard stagecontract voor. Aanbevolen wordt dan in een contract de volgende onderwerpen op te nemen: de stageperiode, het aantal uren per week, je werktijden, de stagevergoeding, je werkzaamheden en/of opdracht, de naam en functie van je bedrijfsmentor, vrije dagen en een eventuele opzegtermijn. Daarnaast kan er in het contract iets worden opgenomen over geheimhouding (embargo). Elk bedrijf zal op een aantal punten geheimhouding eisen: inlogcodes/passwords, etc. Je moet alle gevoelige gegevens van een bedrijf respecteren. Je moet hier meestal voor tekenen en het is geheel je eigen verantwoordelijkheid. Ga als toekomstig BIM-er geheel volgens de regels met software om. Wellicht ten overvloede, maar bedenk dat het begeleiden van stagiairs voor een bedrijf vooral een vorm van goodwill is naar de HvA en haar studenten. Gewoonlijk investeert men in een stagiair en kost hij/zij tijd en geld. Gedraag je dus als een gast, in je eigen belang, het belang van je medestudenten en van de HvA.
Stagesyllabus BIM 2014-2015
6
4
Begeleiding voorafgaand en tijdens je stage
4.1 Begeleiding vanuit school De stage wordt begeleid door een docent van de opleiding. Deze docent wordt je zo snel mogelijk na de goedkeuring toegewezen door de opleiding. De docent bezoekt je tenminste 1x op je stageadres binnen de eerste zes weken van je stage en houdt telefonisch of per e-mail contact gedurende de stageperiode. Het aantal contactmomenten hangt af van de technische zwaarte van de stageplaats, je functioneren en de behoefte van de mentor die vanuit het bedrijf voor jou verantwoordelijk is. Zodra je weet wie je zal begeleiden, neem je contact op met je begeleider om je voor te stellen en afspraken te maken. De docent-begeleider: is tijdens de stage namens de HvA aanspreekpunt voor jou en de bedrijfsmentor; is behulpzaam bij het opstellen van je (geactualiseerde)POP; bespreekt en volgt gedurende je stage de ontwikkeling van je competenties en persoonlijke ontwikkeldoelen; bezoekt je op je stageadres; controleert en beoordeelt de stageplaats op kwaliteit en niveau en stuurt indien nodig bij; brengt verslag uit aan de stagecoördinator over het verloop van de stage; adviseert bij het samenstellen van het portfolio dient het portfolio minimaal een week voor aanvang van het assessment te hebben goedgekeurd In de eerste weken van je stage is de kans op problemen verreweg het grootst; daarom krijgen alle stagebegeleidende docenten het verzoek om binnen de eerste 6 weken na het begin van een stage op bezoek te gaan. Jij moet daarom zo snel mogelijk contact met hem/haar opnemen en een afspraak plannen op een tijdstip waarop ook je bedrijfsmentor beschikbaar is. Zorg ervoor dat ook je bedrijfsmentor bij het kennismakingsgesprek kan zijn. Prettige en minder prettig lopende zaken kunnen besproken en opgelost worden. Stel deze afspraak niet uit omdat je denkt dat het wel aardig gaat: misschien is je stagebegeleider of je bedrijfsmentor het hier niet mee eens! Het is van belang dat deze personen elkaar kennen, zodat ze niet verschillende verwachtingen van jouw stage hebben en jou op andere criteria beoordelen. Verder is het vanuit de HvA van belang dat we tegenover het bedrijf ‘officieel’ onze belangstelling tonen. Wat kun je doen om dit eerste bezoek voor jou nuttig te maken? Goed van tevoren nadenken over alles wat je in de eerste weken hebt meegemaakt, gehoord en gezien. Is je werk naar wens, volgens afspraak, niet te moeilijk/gemakkelijk, valt er genoeg te leren in het kader van je POP, is de begeleiding naar wens? Zorg ervoor dat je de beroepsproducten die je tot dan toe hebt opgeleverd voor de organisatie kunt laten zien. Als er problemen zijn, dan probeer je die in eerste instantie in overleg met bedrijfsmentor en je docent-begeleider op te lossen. Eventueel is een tweede stagebezoek mogelijk bij problemen of wanneer de bedrijfsmentor dit wenst. In het uiterste geval kun je voor advies en bemiddeling contact opnemen met het Praktijkbureau. 4.2 Begeleiding vanuit de stageverlenende organisatie De stageverlenende organisatie zal een mentor benoemen die je begeleidt en onder wiens directe verantwoordelijkheid je jouw werkzaamheden verricht. De bedrijfsmentor is voor de docent-begeleider het eerste aanspreekpunt van de organisatie waar je stage loopt. In geval van bijzondere omstandigheden zal de bedrijfsmentor contact met de docent-begeleider opnemen.
Stagesyllabus BIM 2014-2015
7
In eerste instantie ben je verantwoording schuldig aan de bedrijfsmentor. De mentor dient met je te overleggen over o.a. de uitvoering en planning van de stagewerkzaamheden en de specifieke stageopdracht. Het is de bedoeling dat de bedrijfsmentor regelmatig jouw inhoudelijk en persoonlijk functioneren met je bespreekt. Bovendien zal de bedrijfsmentor tweemaal een functioneringsgesprek met je voeren en hij/zij zal daartoe (halverwege de stage) het z.g.n. ‘Tussentijdsbeoordelingsformulier’ en aan het einde van de stage het ‘Stagebeoordelingsformulier’ invullen en ondertekenen (te downloaden via intranet). Ten slotte zal de mentor je stageverslag lezen, van feedback voorzien en ‘voor gezien’ ondertekenen. 4.3
Het Praktijkbureau
Het Praktijkbureau heeft de taak om stagevoorlichting te geven en het hele proces te begeleiden tot het moment dat de student een stageplaats heeft gevonden. Dat gebeurt allereerst klassikaal en in een later stadium meestal individueel, via een loopbaangesprek op afspraak. Het Praktijkbureau stelt zoveel mogelijk bedrijfsinformatie, contacten en vacatures van bedrijven ter beschikking. Her Praktijkbureau begeleidt indien gewenst het zoek- en solliciteerproces tot het moment dat je stageplaats rond is en je een contract hebt. De werkzaamheden bestaan verder uit het uitvoeren van een eerste controle op de geschiktheid van een stageplaats. De medewerkster van het Praktijkbureau die zich over onze opleiding ontfermt is mevrouw Jeanine de Haan.
Stagesyllabus BIM 2014-2015
8
5
Afronding en beoordeling van je stage
Ter afronding van je stage schrijf je een stageverslag en stel je een portfolio samen. Je werk wordt beoordeeld door je bedrijfsmentor en de docent-stagebegeleider. De competenties zoals je deze tijdens de stage hebt ontwikkeld en ingezet, worden getoetst met behulp van een portfolio-assessment. 5.1 Het schrijven van het stageverslag Aan het einde van de stageperiode schrijf je een stageverslag waarin je het stageverlenende bedrijf, je stagewerkzaamheden en je stageopdracht beschrijft en reflecteert op je ontwikkeldoelen en op de stage als geheel. Een en ander moet gebeuren conform de richtlijnen voor het schrijven van een stageverslag, zie bijlage 2. 5.2 De beoordeling door de bedrijfsmentor Je stageverslag laat je lezen aan je bedrijfsmentor. Hij of zij dient het van feedback te voorzien en ‘voor gezien’ te tekenen. Zoals eerder gezegd voer je twee keer een functioneringsgesprek met de bedrijfsmentor, halverwege en aan het eind van de stage. De beoordelingsformulieren die hierbij moeten worden ingevuld kun je downloaden van de VLO. De feedback op je stageverslag en de beide beoordelingsformulieren dienen mede als input bij de beoordeling van je stage door je docent-stagebegeleider. 5.3 De beoordeling door de docent-stagebegeleider De docent-stagebegeleider beoordeelt de stage van de student. Het cijfer voor de stage wordt vastgesteld door de docent-stagebegeleider op basis van Het bedrijfsbezoek Stageverslag Gesprek met de bedrijfsmentor. Dit gebeurt telefonisch. Bij problematische gevallen gebeurt dit door op bezoek te gaan bij de stageplaats En afsluitend gesprek met de student. Voor de stage worden 25 ECTS toegekend 5.4 Beoordeling van de competenties tijdens het assessment De ontwikkeling van je competenties tijdens de stage wordt getoetst via een assessment. Je stelt hiervoor een portfolio samen met bewijzen van je competenties. Dit zijn je stageverslag, beroepsproducten die je tijdens je stage hebt gemaakt, maar ook beoordelingen, ontvangen feedback, beschrijvingen van z.g.n. best practices etc. Alle benodigde informatie over het samenstellen van je portfolio en het assessment vind je in bijlage 3. Het assessment heeft twee doelen: Het assessment is toetsend. Tijdens het assessment wordt op basis van vooraf vastgestelde criteria bepaald of je de bij de stage behorende studiepunten krijgt toegekend. Het assessment is ontwikkelingsgericht. Je krijgt feedback van de assessoren op je functioneren. Deze feedback kun je gebruiken om richting te geven aan je ontwikkeling: binnen de opleiding, tijdens je afstudeeropdracht en in je verdere loopbaan. Voor het assessment worden 5 ECTS toegekend.
Stagesyllabus BIM 2014-2015
9
6 6.1
Planning en belangrijke data Belangrijke data
Deadlines:
15 juni 2014 (start stage september 2014) De stagegoedkeuringsformulieren moeten ingeleverd zijn. Goedkeuren van de stage door de stagecommissie m.b.v. het formulier Praktijkstageovereenkomst. Een stage kan pas beginnen na goedkeuring. Na goedkeuring indien gewenst een stagecontract met het bedrijf afsluiten en een kopie inleveren bij het Praktijkbureau
1 September 2014/ 1 februari 2015 Start Stage Uiterlijk 26 september Definitief POP inleveren bij docent-begeleider Uiterlijk 10 oktober Bezoek door docent-begeleider 4 november Terugkomdag. Aanwezigheid verplicht. Uiterlijk 7 november Tussentijds beoordelingsformulier naar docent-begeleider mailen. Uiterlijk 16 januari
Einde stage
16 januari: 1. Een exemplaar van je eindverslag naar je bedrijfsmentor sturen. Deze tekent het ‘voor gezien’ en voorziet het verslag van feedback; 2. Eindverslag en stagebeoordelingsformulier toezenden naar de docent-stagebegeleider; 3. Evaluatie. Tussen 19 en 30 januari assessment (datum wordt nog vastgesteld). Let op! Minimaal 1 week voorafgaand aan je ingeplande assessment dient je docentbegeleider je portfolio voor akkoord te hebben getekend. Als hij/zij dit heeft gedaan dan gaat het assessment door. Anders schuift het assessment door naar een halfjaar later. 6.2 Producten Tijdens de stage moeten op vastgestelde tijdstippen producten naar de docentstagebegeleider gezonden. Alle formulieren en formats zijn te vinden op de VLO. 6.2.1 Persoonlijk ontwikkelplan Om sturing te geven aan de ontwikkeling van je competenties schrijf je een actueel persoonlijk ontwikkelplan (POP). Hierin beschrijf je de voortgang van je competentieontwikkeling en geef je met behulp van concrete ontwikkeldoelen aan waar je tijdens je stage aan wilt werken. Het persoonlijk-ontwikkelplan bevat ook een actieplan, waarin je precies aangeeft welke activiteiten je gaat ondernemen om je ontwikkeldoelen te bereiken. Bij BIM maken we gebruik van een vast format voor het POP. Dit format vind je in bijlage 1.
Stagesyllabus BIM 2014-2015
10
De voortgang van je competentieontwikkeling kun je al voor aanvang van de stage beschrijven. Ook zal je, voordat je gaat solliciteren, ontwikkeldoelen opstellen. Deze ontwikkeldoelen helpen je bij het vinden van een voor jou geschikte stage. Pas wanneer je een duidelijk beeld hebt van de stagewerkzaamheden en de stageverlenende organisatie, kun je je POP definitief maken. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je je ontwikkeldoelen moet bijstellen, omdat niet alle vooraf opgestelde doelen haalbaar zijn op je stage. Of je stagewerkzaamheden kunnen gelegenheid bieden voor competentieontwikkeling waar je vooraf niet aan had gedacht. Ook het actieplan kan je pas opstellen als je een duidelijk beeld hebt van je stagewerkzaamheden. Mail je (actuele) POP uiterlijk 4 weken na aanvang van je stage naar je docentstagebegeleider. 6.2.2 Het tussentijds beoordelingsformulier De bedrijfsmentor licht de beoordelingen en verbeterpunten in een persoonlijk gesprek toe. Het tussentijds beoordelingsformulier mailen aan je begeleider. 6.2.3 Het eindbeoordelingsformulier en het stageverslag Aan het einde van de stage geeft de bedrijfsmentor een eindbeoordeling aan de hand van het Eindbeoordelingsformulier. Het stageverslag moet gedateerd zijn en ondertekend zijn door de student en door de bedrijfsmentor. Hij/zij bepaalt immers wat `de deur uit mag'. Sommige gegevens kunnen van vertrouwelijke aard zijn. Deze documenten kun je “onder embargo” overhandigen aan je docent-stagebegeleider. Stageverslagen worden door de HvA vertrouwelijk behandeld. Van het stageverslag zend je één papieren versie samen met het eindbeoordelingsformulier, dat door je bedrijfsmentor is ingevuld en eveneens door jou mede is ondertekend, naar je docent-begeleider. De richtlijnen voor het schrijven van je stageverslag vind je in bijlage 2. 6.3 Evaluatie In het kader van het kwaliteitsbeleid van de HvA vindt rond het einde van elke stageperiode onder de stagiairs een evaluatie plaats. Doel is om aan de hand van feitelijke indrukken het hele stagetraject te verbeteren. De vragen gaan over het vinden van een geschikte stageplaats, de kwaliteit van deze stage en de kwaliteit van de geboden begeleiding. Om inzicht te verkrijgen in dit soort zaken, onderzoekt elke opleiding regelmatig de kwaliteit van de stage. In dit kader willen wij je dan ook vragen je medewerking te verlenen aan dit (digitaal uit te voeren) onderzoek. Je krijgt door het secretariaat te zijner tijd de enquête toegestuurd. De anonimiteit is bij deze afname gewaarborgd.
Stagesyllabus BIM 2014-2015
11
Bijlage 1 Het Persoonlijke Ontwikkelplan (POP) De voortgang van je competentie-ontwikkeling en je ontwikkeldoelen voor de stageperiode leg je vast in een persoonlijk ontwikkelplan (POP). Naar aanleiding van je vorderingen in de afgelopen periode en wijzigingen in je visie op je studie en de beroepspraktijk, stel je een concreet actieplan op voor het komende half jaar. De informatie voor je POP vind je door de volgende vragen te beantwoorden: 1. Wie ben ik? 2. Wat kan ik al? 3. Waar pas ik? 4. Wat wil ik worden? 5. Wat moet ik nog doen? We maken gebruik van een vast format voor het POP. Dit format bestaat uit de volgende hoofdstukken: Studievoortgang; Voortgang competentie-ontwikkeling; SWOT-analyse; Visie op studie en beroep; Ontwikkeldoelen; Actieplan. Hieronder vind je een toelichting voor ieder hoofdstuk. De vragen hierbij dienen om je een beeld te geven van de mogelijke inhoud van het hoofdstuk. Je hoeft niet alle vragen letterlijk te beantwoorden. Je POP moet voorzien zijn van een voorblad en een inhoudsopgave. Zorg dat op het voorblad in ieder geval de volgende gegevens staan: 1. naam; 2. studentnummer; 3. periode waarop het POP betrekking heeft; 4. datum waarop het POP is opgesteld. Studievoortgang In dit hoofdstuk ga je in op een specifiek onderdeel van de vraag ‘Wat kan ik al?’. Je geeft een overzicht van je studievoortgang tot nu toe. ‘Hoeveel studiepunten heb je tot nu toe gehaald per semester?’, ‘Welk studieonderdelen heb je niet gehaald?’. Geef bij studieonderdelen die je niet hebt gehaald aan wanneer en hoe je van plan bent de achterstand in te halen. Visie op studie en beroep In dit hoofdstuk geef je antwoord op de vragen ‘Waar pas ik?’ en ‘Wat wil ik worden?’ Je beschrijft hoe je aankijkt tegen de studie en de bijbehorende beroepspraktijk en hoe je jouw eigen toekomst hierin ziet. Hierbij horen vragen als: ‘Welke beroeptaken en beroepshandelingen liggen je?’, ‘Welk liggen je minder?’ ‘Wat zie je jezelf na de studie doen?’, ‘Welke functies lijken je interessant?’, ‘Wat voor soort werkzaamheden?’, ‘Bij wat voor soort organisatie?’. Geef in dit hoofdstuk ook aan in hoeverre je visie op studie en beroep gewijzigd is sinds je vorige POP. Voortgang competentie-ontwikkeling In dit hoofdstuk ga je in op de vragen ‘Wie ben ik?’ en ‘Wat kan ik al?’ In dit hoofdstuk hou je je vorderingen bij en geef je aan waarin je je nog wilt ontwikkelen. Je besteedt dus ook al aandacht aan de vraag: ‘Wat moet ik nog doen?’.
Stagesyllabus BIM 2014-2015
12
Allereerst kijk je naar de beroepstaken van je opleiding. Geef per beroepstaak de stand van zaken aan: ‘Welke ervaring heb je tot nu toe opgedaan met de beroeptaak?’, ‘Wat gaat je goed af?’, ‘Wat minder goed?’, ‘Waar zou je je verder in willen ontwikkelen?’. je ontwikkeling op het gebied van de beroepstaken samen in het onderstaande schema:
1. Integrale benadering bedrijfsfuncties 2. Vormgeven aan ICT Service Management 3. Analyseren en ontwerpen van ICT oplossingen 4 Implementeren van ICT-systemen 5 Analyseren en vormgeven van Business Processen 6 Ontwerpen en inrichten van Business Intelligence toepassingen 7 Adviseren ten aanzien van ICT Governance 8 Managen van een ICT project en/of organisatie
1 □ □ □
2 □ □ □
3 □ □ □
4 □ □ □
5 □ 1 = nog weinig ontwikkeld □ 5 = zeer ver ontwikkeld □
□ □
□ □
□ □
□ □
□ □
□
□
□
□
□
□ □
□ □
□ □
□ □
□ □
Vervolgens ga je in op de tien competenties. Beschrijf per competentie de stand van zaken: ‘Waar ben je goed in?’, ‘Wat gaat je minder goed af?’, Wat zou je in het kader van de betreffende competentie verder willen ontwikkelen?’. Maak bij dit deel van de zelfevaluatie gebruik van de uitwerking van competenties in indicatoren en gedrag zoals beschreven in het opleidingsprofiel. Vat je competentieontwikkeling samen in het onderstaande schema:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Vakkundigheid Innovatief vermogen Resultaatgerichtheid Ondernemend gedrag Besluitvaardigheid Communiceren Samenwerken Klantgerichtheid Interculturele sensitiviteit Ontwikkelingsgericht vermogen
1 □ □ □ □ □ □ □ □ □ □
2 □ □ □ □ □ □ □ □ □ □
3 □ □ □ □ □ □ □ □ □ □
4 □ □ □ □ □ □ □ □ □ □
5 □ □ □ □ □ □ □ □ □ □
1 = nog weinig ontwikkeld 5 = zeer ver ontwikkeld
SWOT-analyse Hier ga je in op je sterke punten (strengths) en zwakke punten (weaknesses). Besteed ook aandacht aan kansen (opportunities) en bedreigingen (threats) die je ziet in je omgeving m.b.t. het succesvol afronden van je studie. Ontwikkeldoelen In dit hoofdstuk ga je je ambities vertalen naar ontwikkeldoelen voor het komende half jaar. De eerste stap die je hierbij zet is bepalen welke competenties je in het komende half jaar wilt ontwikkelen. Vervolgens definieer je hierbij concrete ontwikkeldoelen. Formuleer je ontwikkeldoelen ‘SMART’.
Stagesyllabus BIM 2014-2015
13
Actieplan In je actieplan geef je precies aan welke activiteiten je gaat ondernemen om je ontwikkeldoelen te bereiken en wanneer je dit gaat doen. Ga ook in op de bewijsvoering. Hoe ga je straks aantonen dat je je doelen hebt behaald? Tijdens je stage bouw je een portfolio op. Je verzamelt de bewijsstukken (tastbare of zichtbare resultaten) die de status van jouw ontwikkeling als Bedrijfskundig Informaticus onderbouwen.
Stagesyllabus BIM 2014-2015
14
Bijlage 2 Richtlijnen voor het schrijven van het stageverslag Het is aan te raden tijdens de stage regelmatig aantekeningen te maken van de werkzaamheden die je verricht, de indrukken die je opdoet etc., zodat je daarvan gebruik kunt maken bij het schrijven van het stageverslag. De begeleidende docent zal in het eindgesprek er op toezien dat je de richtlijnen zowel qua indeling als qua inhoud hebt opgevolgd. Het cijfer dat de docent aan je stage toekent, wordt mede hierop gebaseerd. De bovenstaande onderwerpen dienen in genoemde volgorde in het verslag te worden opgenomen. Per onderdeel tref je in de paragrafen een toelichting op de eisen die eraan gesteld worden. De omvang van het stageverslag dient 20-25 bladzijden te zijn, exclusief de bijlagen. 1 Omslag/voorblad Op de omslag komt het volgende te staan: titel; (ondertitel) naam stageverlenende organisatie naam student, studentnummer groep studiejaar De informatie op de omslag moet bovenal overzichtelijk zijn weergegeven. De belangrijkste informatie is de titel met eventuele ondertitel. Deze informatie neemt de meeste ruimte in beslag en komt over het algemeen bovenaan in het midden te staan. De overige informatie plaats je rechts onderaan op de omslag. Het verslag dient verzorgd te zijn (in)gebonden. 2 Titelpagina Op de titelpagina komt in ieder geval dezelfde informatie als op de omslag te staan. Deze informatie dient aangevuld te worden. De titelpagina bevat geen citaten, geen dankwoorden en geen illustraties, maar wel: titel(s); auteursnaam, voorletter(s); studentnummer; telefoonnummer plaats en datum; naam van de onderwijsinstelling; naam van de opleiding, groep; docent-begeleider; bedrijf, afdeling, adres en telefoonnummer; bedrijfsmentor; stageperiode (semester, studiejaar). 3 Inhoudsopgave Een inhoudsopgave geeft het raamwerk van een tekst weer. De lezer (maar ook de schrijver) kan hiermee in één oogopslag de rode draad en innerlijke structuur van het verslag zien. Ook ziet men direct waar in het verslag bepaalde onderdelen te vinden zijn. Een inhoudsopgave bestaat uit: indelingscijfers: decimale nummering (geen Romeinse cijfers); volledige titels van alle hoofdstukken en paragrafen; literatuurlijst/bijlage(n); paginanummering. Stagesyllabus BIM 2014-2015
15
Door voor (sub)paragrafen in te springen kunnen de verschillende tekstniveaus zichtbaar gemaakt worden. De paginanummering komt tegen de rechterkantlijn aan te staan. 4 Samenvatting In de samenvatting geef je weer waar je je stage vervuld hebt, wat je werkzaamheden waren en je behaalde resultaten. Tevens beschrijf je hier de mate waarin je jouw ontwikkeldoelen hebt bereikt (m.a.w. wat je vooraf wilde bereiken en wat je in de loop van de tijd hebt geleerd). N.B. een samenvatting behoort kort en bondig te zijn, een halve tot een driekwart pagina. 5 Inleiding Een inleiding is een vooruitblik op de inhoud en structuur van het verslag. In de inleiding beschrijf je (in hoofdlijnen) tevens de plaats van de stage in de opleiding, de organisatie waar je op stage was, de stagewerkzaamheden en je de stageopdracht die je hebt uitgevoerd. Ook besteed je -wederom in hoofdlijnen- aandacht aan je eerdere verwachtingen m.b.t. de stage en de mate waarin en de punten waarop je je ontwikkeldoelen inmiddels bereikt hebt. 6 De sollicitatieprocedure Omschrijf hier in het kort de wijze waarop je je stageplaats hebt verworven. Verwoord in een afzonderlijke alinea ook waaraan je naar je mening moet voldoen om succesvol te kunnen solliciteren. Neem ten minste drie persoonlijke ervaringen/leerpunten voor een volgende sollicitatieprocedure. 7 Algemene beschrijving van het stageverlenende bedrijf In dit hoofdstuk beschrijf je de algemene karakteristieken van de organisatie en besteed je tenminste aandacht aan: rechtspersoon van de organisatie; de bedrijfsdoelstellingen (de missie) en de wijze waarop men de doelstellingen denkt te realiseren; de diensten/producten die de organisatie in zijn totaliteit levert (vermeld bijv. tevens de business units); organisatieopbouw (en in de bijlage het organisatieschema); de kernpunten van het personeelsbeleid van de organisatie; karakteristieken van de cultuur van de organisatie aan de hand van “een” theoretisch model; financiële kengetallen en marktaandelen. N.B. Beschrijf al de genoemde punten en beperk je tot maximaal drie bladzijden (A4), exclusief de bijlage. 8 De afdeling(en) waar je stagewerkzaamheden verricht zijn In dit hoofdstuk omschrijf je de plaats van de afdeling in de organisatie, zijn specifieke diensten/producten, zijn organisatorische opbouw en de personele opbouw in functies en aantal personen. Geef tevens aan hoe en door wie de werkzaamheden worden gepland en gecoördineerd. Je hebt de vrijheid in dit hoofdstuk de karakteristieken van de cultuur in de organisatie op te nemen, in plaats van in de paragraaf “Algemene beschrijving van de het stageverlenende bedrijf”.
Stagesyllabus BIM 2014-2015
16
9 Stagewerkzaamheden en stageopdracht In dit hoofdstuk beschrijf je de werkzaamheden die je tijdens je stage hebt verricht, inclusief je stageopdracht. Zaken die je hierbij kunt beschrijven zijn: Je taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Wat je aan beroepsproducten hebt opgeleverd Met wie je samenwerkte Hoe je de werkzaamheden hebt aangepakt Wat goed ging en wat je moeilijk vond Wat je hebt geleerd etc. 10 Reflectie In het hoofdstuk reflectie toon je aan dat je ontwikkelingsgericht bent. Je kijkt terug op je stage om te zien wat je hebt geleerd, wat goed ging, wat je een volgende keer beter zou willen doen et cetera. In je reflectie komt in ieder geval aan bod: 1) Reflectie op je ontwikkeldoelen: op welke punten heb je de ontwikkeldoelen zoals opgesteld in je POP behaald en waaraan moet/wil je in de toekomst nog verder werken? Geef hierbij zoveel mogelijk concrete voorbeelden van situaties waarbinnen je aan je ontwikkeldoelen hebt gewerkt en resultaten die je hebt bereikt. 2) Overige compentieontwikkeling: Vaak boek je tijdens je stage ook resultaten op competenties waarover je in je POP niets hebt vastgelegd. Deze vorderingen beschrijf je op dezelfde wijze als je vorderingen met betrekking tot de ontwikkeldoelen. 3) Ontwikkeldoelen voor na de stage: Je stelt jezelf nieuwe ontwikkeldoelen op basis van je reflectie en je ervaringen tijdens de stage. 11 Evaluatie In dit laatste hoofdstuk beschrijf je hoe je de stage in zijn geheel hebt ervaren. Je wordt uitgenodigd het gehele stagetraject nog eens in herinnering te brengen en je daarover uit te spreken. Hierin kunnen de volgende punten aan bod komen: de dienstverlening/voorlichting vanuit de HvA de begeleiding tijdens de stage door het bedrijf en de docent-begeleider het beroepsbeeld dat je hebt verkregen de meest interessante werkzaamheden het werken met en het bereiken van jouw persoonlijke leerdoelen etc.
Bijlage 3 Het assessment Over het assessment verschijnt een afzonderlijke handleiding; zie hiervoor het intranet.
Stagesyllabus BIM 2014-2015
17