Mijn Grote
S prookjesboek Volume 2
Uitgegeven door: Kids Marketeers www.kidsmarketeers.com ISBN 978-73011-68-7 NUR 277 1ste druk, oktober 2010 Copyright voor deze uitgave: Concept: ©2010, Kids Marketeers B.V., Amsterdam. Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten, waaronder databank, ten aanzien van deze uitgave berusten uitsluitend bij Kids Marketeers B.V.
Inhoud Bremer mer stads stadsmuzikanten sm ................... Vrouw Holle . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De Chinese nachtegaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het tinnen soldaatje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De Indische waterlelies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De gansenhoedster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De goude gans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Van de visser en zijn vrouw . . . . . . . . . . . . . . . . . Het dappere snijderje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De rode schoentjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Goudlokje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De schildpad en de haas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De kikkerkoning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Belle en het beest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De kleine zeemeermin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Duimelijntje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De bijenkoningin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aladdin en de wonderlamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . Peter en de wolf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pinocchio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4 8 12 16 20 22 26 30 34 38 42 44 46 50 54 60 66 70 76 80
V
rouw Holle
Er was eens een weduwe, zij had twee dochters. De een was mooi en ijverig, de ander lelijk en lui. Toch hield de weduwe veel meer van haar lelijke en luie dochter. Het mooie en ijverige meisje was haar stiefdochter en moest altijd heel hard werken in huis. Het arme meisje zat elke dag op straat bij de waterput. Zij moest zoveel spinnen, dat haar vingers ervan bloedden.
Op een dag hadden haar vingers zoveel gebloed, dat de spoel helemaal bloederig was. Het meisje boog zich over de putrand om de spoel te wassen. Ze stootte zich en de spoel viel naar beneden, rechtstreeks de waterput in. Het meisje wist zich geen raad en begon te huilen.
Er zat niets anders op, ze moest het haar stiefmoeder vertellen. Haar stiefmoeder werd ontzettend boos en duldde geen tegenspraak. Ze zei: “Je zorgt zelf maar dat de spoel weer uit de put komt, je hebt hem er ook in gegooid!” Er zat voor de mooie dochter niets anders op, ze moest terug naar de waterput. Ze had geen idee hoe ze de spoel terug moest krijgen. Radeloos was ze en uiteindelijk koos ze ervoor om zelf in de put te springen. Door de grote sprong, raakte het meisje bewusteloos. Toen ze uiteindelijk bijkwam, lag ze in een prachtige weide. De bloemen reikten tot de horizon en de zon scheen vrolijk. Het meisje stond op en liep de weide af. Na een tijdje kwam ze bij een oven met brood. Het brood riep: “Haal me eruit. Haal me eruit, anders verbrand ik! Ik ben allang gaar.”
Het meisje kon niet anders dan de oude vrouw geloven. Ze was zo vriendelijk! Ze draaide zich om en ging het huis binnen. Ze deed elke dag ijverig haar best. Ze poetste het huis en schudde het bed vol overgave. Het meisje had ook een goed leven bij Vrouw Holle, er werd niet tegen haar geschreeuwd en ze kreeg elke dag heerlijk te eten en te drinken.
Natuurlijk liep het meisje meteen naar de oven en haalde de plaat vol broden eruit. Daarna vervolgde ze haar weg. Het volgende dat ze tegenkwam was een appelboom. Ook de boom riep haar toe: “Schud me toch. Schud mijn appels los, ze zijn allang rijp.” Natuurlijk deed het ijverige meisje ook deze keer wat haar werd gevraagd. Ze schudde de boom tot er geen appels meer aan hingen en legde de appels op een nette stapel. Vrolijk wandelde het meisje verder. Uiteindelijk kwam ze bij een klein huisje. Een oude dame keek uit het venster. Het mooie meisje schrok van haar, zo groot waren haar tanden. Eigenlijk wilde ze doorlopen, maar de vrouw riep haar toe: “Wees niet bang lief kind, ik doe je niets. Het enige dat ik je vraag is om mijn huis schoon te houden. Het is belangrijk om mijn bed goed te schudden, zodat de veren vliegen. Dan sneeuwt het in de wereld, want ik ben Vrouw Holle!”
8
9
P
eter en de wolf
Er w was as eeens en eeen ens en jjongetje ong ngetje dat Pete Peterr heett heette. tte tt Hij woonde in een huis, dat midden op het platteland stond. In de verte kon hij de bosrand zien. Het was een heerlijke plek om te spelen. Op een vroege ochtend opende hij zijn tuinhek en liep de grote, groene wei in. Op een tak in de grote boom, zat Peters beste vriendje. Het was een klein vogeltje en hij tsjilpte: “Het is hier zo heerlijk rustig!” Dat klopte helemaal, maar deze dag niet! Vanuit de verte kwam er een dikke eend aangewaggeld. Ze was blij dat Peter het hek open had gelaten, ze had wel zin in een duik in de tuinvijver! Toen het vogeltje de eend zag, vloog ze naar beneden en ging naast haar in het gras zitten. Ze tsjilpte: “Wat ben jij nou voor vogel, dat je niet vliegt?” “Kwak!”, riep de eend. “Wat ben jij dan voor vogel dat je niet kunt zwemmen.”, en ze plonsde de vijver in. De twee bleven maar kibbelen, ze hielden niet op. De eend lag in de vijver, het vogeltje fladderde langs de waterkant. Peter speelde in de wei en ineens zag hij een kat. De kat kwam aansluipen door het gras. De kat dacht: “Als het vogeltje zo druk is met ruziemaken, dan ziet ze mij niet aan komen. Die kan ik dus makkelijk vangen en opeten!” En zachtjes sloop hij verder. Maar Peter wist wat hij van plan was en riep hard: “Kijk uit!” Het vogeltje schrok op en vloog net op tijd de boom in. De eend kwaakte brutaal naar de kat. Midden in de vijver was ze immers veilig! De kat wilde het vogeltje hebben. Hij keek omhoog in de boom en dacht: “Is het wel de moeite waard om naar boven te klimmen? Tegen de tijd dat ik boven ben, is het vogeltje vast allang weg gevlogen…”
76
De o De pa van an n Peter had alles bekeken vanuit opa het keukenraam. Hij kwam boos naar buiten omdat Peter zomaar was weg gelopen. Hij liep naar Peter toe en zei: “Je kunt niet zomaar weglopen! Wat nu als er een wolf uit het bos was gekomen?” Peter luisterde niet eens, want hij was helemaal niet bang van wolven. Die zouden hem heus niet aanvallen. Opa dacht er anders over en nam Peter weer mee naar binnen. Opa lette er goed op dat hij het tuinhek weer dicht deed.
Peter en zijn opa hadden zich nog niet omgedraaid toen er uit de bosjes een dier kwam aangeslopen. Het was een gemene, grote wolf! De kat hoorde hem en zat in een flits in de boom. De eend was zo opgewonden dat ze bleef kwaken. Daardoor kwaakte ze zichzelf uit de vijver. De wolf kwam steeds dichterbij! Wat de eend ook probeerde, ze kon niet aan hem ontsnappen. In één hap vrat hij haar op!
77
De rest van de pop was niet meer zoveel werk. Hij kreeg armen en benen, handen en voeten en leek zo op een echte jongen, dat hij een naam kreeg: Pinocchio. Pinocchio leek zo veel op een echte jongen, hij kon zelfs praten! Maar Pinocchio was geen vriendelijke pop. Hij deed gemeen tegen Geppetto en was ongehoorzaam. Lui was hij ook. Naar school gaan deed hij niet, hij hing liever de hele dag buiten rond. Er was een nadeel: elke keer dat Pinocchio jokte, groeide zijn neus een beetje.
P
inocchio
Er w was as eeens ens een en n ou oude dee h houtsnijder, outsni n jd derr Ge Gepp Geppetppee pp to was zijn naam. Hij was heel arm en had amper genoeg geld om eten te kopen. Soms gingen er dagen voorbij dat hij niets at en hoopte dat de dag snel voorbij was. Toch hield Geppetto ontzettend veel van zijn werk en op een dag kreeg hij een idee: hij zou van hout een mooie pop maken. Zelf had hij niet het goede hout en daarom ging hij naar zijn buurman Antonio. Antonio had net die dag een stuk hout bewerkt. Maar elke keer dat hij een stuk wilde schaven, begon het hout te schreeuwen dat het pijn deed. Antonio snapte er niets van, hout kon toch niet praten? Toen Geppetto hem om een stuk hout vroeg, wist hij dan ook precies welk stuk hout hij weg wilde geven!
80
Hij maakte Geppetto blij met het pratende stuk hout, maar zei er verder niets over. Voor Geppetto was het stuk hout perfect; droog hout, niet te groot en mooi van kleur. Opgetogen ging hij terug naar huis, hier zou hij een mooie pop van maken. Het huisje van Geppetto was heel klein. Hij had maar één kamer en maar een klein beetje daglicht. Hij begon meteen het stuk hout te bewerken, voordat hij niets meer zou zien. hij begon met het hoofd en de haren. Daarna hakte hij voorzichtig een neus, mond en oren. Als laatste waren de ogen aan de beurt. Geppetto schrok zich rot, het leek wel of de ogen hem aanstaarden!
Zo kon het niet langer, Geppetto moest nu twee magen vullen en Pinocchio was niet van plan om hem te helpen. Geppetto besloot dat hij dan toch echt naar school moest om een vak te leren. Van het beetje geld dat hij nog had, kocht hij kleren voor Pinocchio. Om een schoolboek te kunnen kopen, moest Geppetto zijn warme jas verkopen. Juist nu het winter werd, was dat heel lastig. Geppetto vertelde Pinocchio dat hij de volgende dag voor het eerst naar school zou gaan. Pinocchio was stiekem best opgelucht: misschien zou hij zich nu wat minder vervelen. Maar dat Geppetto zelfs zijn jas had verkocht om hem naar school te kunnen sturen, dat vond Pinocchio heel normaal. De volgende ochtend was Pinocchio keurig aangekleed en had hij zijn schoolboek bij zich. Onderweg naar school, hoorde hij ineens muziek en lachende mensen. Nieuwsgierig als hij was, ging hij kijken wat er aan de hand was. Op het dorpsplein stond een poppentheater. Alle kinderen lachten en waren blij, Pinocchio wilde de voorstelling ook graag zien. Hij dacht even aan zijn eerste schooldag, maar werd toch weer afgeleid. Hij wilde zo graag de voorstelling zien.
Maar de arme poppenjongen had helemaal geen geld en het kostte hem tien euro om naar binnen te mogen. Pinocchio had nooit vrees of schaamte gekend en vroeg de man die dicht bij hem stond: “Pardon meneer, heeft u voor mij misschien tien euro? Ik wil graag de voorstelling zien, maar ik heb geen geld.” De man keek naar de poppenjongen, die ging hij niet zomaar geld geven! Hij antwoordde: “Ik wil je best tien euro geven, maar dan moet je daar wel voor betalen. Bijvoorbeeld met dat mooie schoolboek dat je bij je hebt.” Pinocchio was zo onder de indruk van het poppentheater dat hij zonder aarzelen zijn boek verkocht. Eenmaal in het theater herkenden de poppen Pinocchio als een van hen. Ze begonnen te joelen en naar hem te roepen. De directeur van het poppentheater was niet blij, de mensen moeten vermaakt worden! Dan ziet hij Pinocchio. Hij sleurde hem mee naar achteren en zorgde dat de voorstelling gewoon door gaat. Het liefst zou hij Pinocchio gebruiken als brandhout voor zijn kookvuur. Maar als Pinocchio tegen hem begon te praten, krijgt hij al snel een beetje medelijden met de poppenjongen. Hij hoorde zijn verhaal en dat hij niet meer naar school kon omdat hij zijn schoolboek kwijt was. Ook vertelde Pinocchio dat de arme Geppetto niet eens meer een jas had om zich tegen de koude winter te beschermen. De directeur van het poppentheater stuurde Pinocchio weg en gaf hem vijf gouden munten. Pinocchio mocht nooit meer in de buurt van het poppentheater komen en moest meteen voor zijn oude vader een jas kopen. Pinocchio was een beetje bang voor de vreemde directeur en was allang blij dat hij weg kon komen. Echt dankbaar voor het geld was hij niet, al was hij er wel blij mee.
81