Spreekbeurt Dinosaurussen 17 maart 2008 - Daniël Kuckartz - Groep 6 1: Krijt-tijdperk 2: Zoogdier/Eieren
2B: Embryo
3: Landdino’s 4: Waterdino’s 5: Vliegende dino’s 6: Gewicht 7: Lengte 8: Voortbeweging 9: Beenplaten 10: Dikke schedel 11: Klauwen 12: Triceratops 13: Bek vol tanden 14: 1 HAP 15: Krantenberichten:
China - Amerika - Veiling - Oertijdmuseum.nl
Dinosauriërs Spreekbeurt 17 maart 2009, Daniël Kuckartz, groep 6 Deze versie is uitgebreider, omdat ik vanwege de tijd geen lange zinnen kon vertellen en niet alles wat ik had willen zeggen. Waarom dit onderwerp? Ik heb dit onderwerp gekozen voor mijn spreekbeurt, omdat ik er al heel veel van weet. Ik vind het heel interessant. Die dinosauriërs zijn zo bijzonder, je kunt het je bijna niet voorstellen. Ze leefden heel lang geleden, toen de mens nog lang niet bestond. En ze hebben ook heel bijzondere eigenschappen, aangepast aan de omgeving en omstandigheden. Mijn interesse begon toen ik een paar jaar geleden in Dierenpark Amersfoort was. Daar is een groot dinobos. Ik heb toen veel foto’s gemaakt. Ook een film op school was de aanleiding. Bij Ecodrome kreeg ik van oma een dinokaartenspel, waar ook een mini-encyclopedie bij zit. Daar heb ik ook veel van geleerd.
Het ontstaan De eerste dinosauriërs kwamen 230 miljoen jaar geleden, halverwege het Triastijdperk. Hoe? Dat weet niemand. Ze waren in het begin nog niet zo groot, maar later werden de planteneters steeds groter. Ze overleefden het Jura-tijdperk en het Krijt. Maar na 165 miljoen jaar kwam er, met het eind van het Krijttijdperk, ook een eind aan hun bestaan. We weten ook niet waarom ze 65 Miljoen jaar geleden zijn uitgestorven. Veel wetenschappers denken dat het door een meteorietinslag in Mexico komt. Deze brok uit de ruimte had een doorsnede van wel 9 kilometer Ze hebben uitgerekend dat dit zo’n 65 miljoen jaar geleden is gebeurd. Dat komt overeen met het uitsterven van de dinosauriërs. Ze zeggen dat het kan zijn dat er heel veel stof in de atmosfeer hing. Zo veel, dat de zon er lange tijd niet doorheen kon komen. Het werd toen heel koud. Planten gingen dood, waardoor er geen eten was. Daardoor gingen de planteneters dood en vervolgens de vleeseters. Het enige dier dat nog van de dino’s afstamt, is de blauwe vinvis. Ter vergelijking: De zon ontstond 5 miljard jaar geleden. De ‘moderne’ mens bestaat nog maar zo’n 40.000 jaar. (De Neanderthalers 100.000 jaar geleden.) Maar hoe weten we nu dat dinosauriërs hebben geleefd? Dat komt omdat er fossielen zijn gevonden. Dat zijn versteende dingen, zoals botten, uitwerpselen, voetafdrukken en eieren. Sommige liggen honderden meters onder de grond.
Dino’s komen uit een ei
Zoogdier of eieren? Was een dino een zoogdier of legde hij eieren? Eieren dus. We weten dit omdat er dus fossiele eieren zijn gevonden. Maar Dino betekent ‘verschrikkelijk’ en Saurus ‘hagedis’. Verschrikkelijk grote hagedis dus. En die leggen natuurlijk eieren. En zijn koudbloedig. Toch denken ze dat er zowel warmbloedige als koudbloedige dinosauriërs zijn geweest.
Fossiele dino-eieren (heel dikke schaal) en een kippe-ei Ook grote dinosauriërs waren pas uit het ei nog heel klein.
Eieren Ze legden eieren in nesten. Deze lagen weer groepsgewijs bij elkaar. Veel dino’s waren veel te groot om op het nest te broeden. Daarom dekten ze het af met bladeren en grond. Kleinere soorten bleven wel op het nest zitten. Eieren konden wel 25 centimeter groot worden. Daar kon wel 3 liter in! Toch waren de kleine dinootjes maar klein wanneer ze uit het ei kwamen.
Lopende en rennende dino’s (langzame en hele snelle landdino’s)
Soorten Er zijn verschillende soorten. Op dit moment zijn er zo’n 1.000 bekend. Maar sommige denken dat er wel 10x zo veel zijn. Dus maar liefst 10.000 totaal! Deze hebben niet tegelijk geleefd, maar verspreid over die 165 miljoen jaar. Hoe al die soorten heten, kun je vergeten. Drie bekende soorten zijn: Tyranosaurus Rex (T-Rex), een vleeseter; de Stegosaurus, een planteneter met beenplaten; en een Plesiosaurus, een viseter. Dinosauriërsoorten konden dus op het land leven, zwemmen in het water of vliegen in de lucht.
Zwemmende dino’s (sommige konden lopen én zwemmen)
Vliegende dino’s (groot en klein) Soms vleugels van wel 3,5 meter elk (die konden alleen zweven, niet vliegen)
Eigenschappen Gewicht De meeste mensen denken aan dinosauriërs als zijnde heel groot, maar er waren ook kleinere soorten. Pas geleden hebben ze nog de kleinst gevonden dino tot nu toe ontdekt. Deze was zo klein als een kuikentje en woog maar een paar honderd gram. Je had ze dus in alle soorten en maten. De zwaarste, de ultrasaurus, woog maar liefst 130.000 kilo. De kinderen uit mijn groep wegen gemiddeld 30 kilo. Een olifant weegt ongeveer 5.000 kilo. Dat zijn al 166 groep6-leerlingen bij elkaar. Een ultrasaurus kon dus wel zo zwaar zijn als 26 olifanten. En dat zijn weer ruim 4300 kinderen bij elkaar! In totaal 40 scholen zo groot als De Vordering! In aantal leerlingen dan... Als die beesten zo zwaar waren, ontstond er dan een aardbeving als ze liepen? Nee. Ze konden helemaal niet rennen en stampen deden ze niet, want dat kostte te veel energie. Net als bij een olifant, liepen ze poot voor poot. Pappa en mamma lagen een keer in Afrika in een tentje. Toen stond er plotseling ‘s nachts een olifant achter de tent te snuiven. Hoewel de olifant heel dichtbij was, voelden ze de grond toch helemaal niet trillen. Dat komt ook doordat ze ‘kussentjes’ onder hun poten hebben. Als je vanuit het heelal naar de aarde zou kijken, kon je de aarde dus niet heen en weer zien bewegen.
Voetstappen van een dino
Was aarde stuiterbal in de ruimte?
Lengte en Hoogte Dinosauriërs konden heel klein zijn van enkele centimeters tot wel 60 meter! Dat zijn wel 5 bussen achter elkaar. Als je van de kop tot de staart zou kunnen glijden, was dat net zo lang als een flinke glijbaan in het zwembad. De Seismosaurus was bijvoorbeeld zo’n dier. Woon je op de 5e verdieping van een flat? Dan konden bepaalde soorten gewoon bij je naar binnen kijken! Eng hè.
Dat was flink kluiven!
Voedsel Dino’s aten alles. Ieder soort had zo een eigen voorkeur. Er waren er ook die bijna alles aten. Echte vleeseters hadden altijd maar twee poten. Zij aten ook andere soorten. Dino’s met vier poten aten dus nooit vlees. Maar planteneters konden wel alleen twee poten hebben. Dan aten ze meestal ook vlees. Gras konden deze planteneters niet eten, want dat bestond toen nog niet. Net als bloemen en vruchten. Wel aten ze bladeren en takken van bomen en struiken. Zeedieren aten vis, maar er waren ook soorten die zowel op het land als in het water konden leven. Zij aten dan ook wel vis. Anderen leefden weer van insecten. Zoals de vliegende dino’s. Die insecten waren toen ook heel erg groot. Een libelle kon zo groot zijn als een zeemeeuw en een zeeschorpioen zo groot als een hond! Ook duizendpoten waren niet te versmaden. Moet er niet aan denken hoe groot die toen waren...
Jakkes, alweer varens op het menu vandaag...
Snelheid De grote dinosoorten waren niet bepaald snel. Met hun vier poten konden ze niet veel sneller dan 5 kilometer per uur lopen. Dat is zelfde loopsnelheid als de mens! Kleinere soorten waren natuurlijk sneller. Maar vleeseters, met hun twee poten, konden 50 kilometer per uur rennen! De Velociraptor kon dat. Ze sprongen als een kangaroe (galop als een paard) of renden poot voor poot (draf als een paard).
Grote dino (4 poten): 5 km per uur Kleine dino (2 poten): 50 km per uur
Slapen Grote Sauriërs sliepen staand, Als ze zouden gaan liggen, zouden ze niet meer overeind kunnen komen! Bovendien zouden ze liggend ook wel een heel makkelijke prooi zijn voor vleesetende soorten. Beenplaten De Stegosaurus had op rugzijde bijzondere, ruitvormige beenplaten die goed waren doorbloed. Deze dienden om de temperatuur te regelen van het lichaam. Zo kon het lijf zich aanpassen aan de omgevingstemperatuur. Zweten konden de dino’s namelijk niet. En vanwege de grootte, hadden ze relatief weinig oppervlak om af te koelen of juist op te warmen. Wanneer het lijf te warm was, werd de warmte afgestaan aan de lucht via de platen. Wanneer het lichaam te koud was, sloegen de platen zonnewarmte op.
Stegosaurus: Beenplaten voor temperatuurregeling lichaam
Schedels Onder andere de Pachycephelosaurus, had een hele dikke schedel. Die kon 25 centimeter dik zijn. Hij gebruikte dit om met andere soortgenoten te ‘bokken’. Net zo lang totdat eentje het opgaf. De winnaar was de sterkste en mocht zich opwerpen als leider of een vrouwtje ‘hebben’. Ook konden deze planteneters met zo’n dikke schedel vleeseters van zich afhouden. Over het algemeen hadden alle dinosauriërs kleine hersenen. Deze waren vaak maar zo groot als een walnoot. Of ze nou daarom ook echt dom waren, valt niet te zeggen. Er zijn mensen die zeggen dat ze te dom waren om te overleven, maar dat is natuurlijk niet waar.
Dikke schedel, (40x mens) weinig inhoud (grote van een walnoot)
Staartknots en holle horen Dino’s moesten zich tegen andere soorten kunnen verweren. Sommige hadden dus dikke schedels en andere scherpe stekels. Maar er waren er ook die een uitstekend bot hadden in de staart. Met zo’n dikke bowlingbal in de staart, kon je heel hard van je afslaan. Een ander soort had een soort holle horen bovenop zijn kop. Daarmee kon hij geluid maken. Heel handig om soortgenoten te waarschuwen voor als er gevaar dreigde.
Klauwen met gemene nagels (Beter uit de buurt blijven! O nee, wij bestonden nog niet...)
Klauwen De vleeseters konden gemene klauwen hebben. Daaraan zaten hele scherpe en lange nagels. Wanneer ze in kuddes jaagden, konden ze zoveel grotere dinosauriërs doden. Wanneer soorten ook planten aten, konden ze met die klauwen bladeren en takken uit bomen rukken.
Triceratops: 3 horens op kop (soms wel 1 meter lang)
Nekschild Er waren planteneters die zich op weer een andere manier hadden aangepast tegen vleeseters die hen wel lekker vonden. Om te zorgen dat ze niet het menu van de dag zouden worden, hadden ze een nekschild. Daarmee was het veel moeilijker om in de kwetsbare nek aan te vallen. Meer overlevingskans dus! De Triceratops had zo’n schild. Tri betekent ‘drie’, Cera ‘horen’ en Tops ‘kop’. Zij hadden ter verdediging dus ook nog drie horens op hun kop. De twee bovenste konden wel één meter lang worden. Als varken toen al hadden bestaan, waren ze zo aan het spit geregen!
Langnekken Sommige waren enorm lang. Dat kwam omdat ze hele lange nekken en staarten hadden. De Diplodocus had een nek van 8 meter en een staart van 27 meter. Het waterdier Elasmosaurus had een nek met wel 75 nekwervels! Ter vergelijking: langnek giraf heeft er maar 7. Overigens heeft een mens er ook zeven, maar die wervels zijn vele malen kleiner dan die van een giraffe. Bek vol tanden De meeste vleeseters hadden enorm veel en grote tanden. Een mens heeft maar 12 tanden, maar een Allosaurus had er zeker 70! Deze waren vlijmscherp en er hard. Dat was om de prooi te doden en het vlees in stukken te snijden/scheuren. De tanden van een Tyranosaurus waren zo hard en groot, dat ze zelfs door een bot heen konden bijten.
Vleeseters: Wel 70 vlijmscherpe tanden ! (mensen maar 12)
HAP! In één hap, kon een Tyranosaurus 250 kilo eten. Tien zevenjarige zusjes zijn dat in één bek!
Tyranosaurus Rex: wel 10 kleine zusjes in 1 hap! (250 kilo in bek)
NIEUWS In de afgelopen maanden hield ik het nieuws een beetje bij. Er worden namelijk nog steeds nieuwe ontdekkingen gedaan. Vooral in Zuid-Amerika worden veel fossielen gevonden. Waaronder nieuwe soorten. In China is laatst een recordvondst gedaan. Een groot en uniek veld waar 4600 fossielen liggen. Hierbij zit ook een twee meter groot schedel. In Arizona in Noord-Amerika is een ‘dansvloer’ gevonden. Er zijn fossiele pootafdrukken gevonden. Op een relatief klein oppervlak wel 1000 grote en kleine. De hele familie is aan de zwier geweest! Op 7 april 2009 a.s. is er een veiling van dinoskeletten. Ze hopen dan ook een 2 meter grote dinomoeder te verkopen met haar negen baby’s. Verwacht wordt dat ze er 150.000 tot 200.000 euro voor zullen krijgen. Helaas heb ik nog niet zoveel op mijn bankrekening staan. Maar ach, mijn slaapkamer is toch te klein...