Spellingboek instructiegroepen B5 & M5
Spellingboek B5 & M5
Hoe kan uw kind thuis spelling oefenen? Spelling is belangrijk. Het niet correct kunnen spellen van de alledaagse woorden in de Nederlandse taal, kan vervelende effecten hebben. Daarom besteedt Tamim in ruime mate aandacht aan spellingonderwijs. De doelstelling van het spellingshuiswerk is dat uw kind thuis nog even oefent met de spellingproblemen die op school aan de orde zijn. De activiteiten thuis kunnen gebeuren volgens de aanpak: 'lees - leg uit - schrijf - bedenk meer'. Deze aanpak is als volgt: Lees - Uw kind leest de eerste set woorden van de week. Leg uit - Uw kind schrijft het eerste woord van de week op en kleurt het spellingprobleem dat aan de orde is in dit woord. Vervolgens legt uw kind uit waarom het woord zo geschreven wordt. Schrijf - Uw kind maakt een zelfdictee. Het bedekt de woorden van de week. Ieder woord wordt vervolgens kort bekeken en meteen daarna weer afgedekt. Daarna wordt het opgeschreven. Ditzelfde gebeurt ook met de overige woorden. Afsluitend worden de opgeschreven woorden gecontroleerd.
Bedenk meer - Het is nu voor uw kind duidelijk wat het spellingprobleem is en hoe het geschreven moet worden en waarom. Nu is, tot slot, het moment aangebroken om meer woorden te bedenken die hetzelfde probleem in zich hebben en deze op te schrijven. Dit kan op een blaadje of in een schrift.
Heeft u nog vragen? Loop even binnen voor of na schooltijd en wij leggen u graag nog één en ander uit.
Inhoudsopgave Hoe kan uw kind thuis spelling oefenen? ....................................................................................................................................... 2 Inhoudsopgave ............................................................................................................................................................................... 2 Themablok 1 ................................................................................................................................................................................... 3 Themablok 2 ................................................................................................................................................................................... 4 Themablok 3 ................................................................................................................................................................................... 5 Themablok 4 ................................................................................................................................................................................... 6 Themablok 5 ................................................................................................................................................................................... 7 Themablok 6 ................................................................................................................................................................................... 8 Themablok 7 ................................................................................................................................................................................... 9 Themablok 8 ................................................................................................................................................................................. 10 Themablok 9 ................................................................................................................................................................................. 11 Themablok 10 ............................................................................................................................................................................... 12
pagina 2
versie sep 2014
Spellingboek B5 & M5
Themablok 1 klankwoorden 7
Hoor je un, ur, ul of u aan het eind van een woord? Dan schrijf je en, er, el of e
de sleutel de keuken het snoepje werken vroeger harde
weetwoorden 1
Schrijf je ei of ij? Dat kun je niet horen. Dat moet Je onthouden.
het eiland het weiland het einde het paleis de keizer de maand mei
regelwoorden 5
Wat hoor je aan het eind van de klankgroep? Hoor je daar een lange klinker? Dan schrijf je a, e, o of u. Daarna schrijf je één medeklinker.
de vo-gel de a-dem de re-gel de schu-ren ma-ger le-nen
la-ge be-ta-len de le-pel ver-ge-ten de bo-ter-ham gro-ter zu-re be-stu-ren tand-pas-ta
weetwoorden 2
Schrijf je ei of ij? Dat kun je niet horen. Dat moet je onthouden.
de lijm de pijl de vijver de dijk bij/de bij kijken
de tijd altijd zijn jas/wij zijn mijn tas/de mijn bijna bijten
regelwoorden 8
Hoor je een lange klinker aan het eind van de klankgroep? Dan schrijf je één klinker. Daarna schrijf je 1 medeklinker (bijv. muren)
de mu ren de do zen
sle-pen de re-gen de zwa-nen
Hoor je een medeklinker aan het eind van je klankgroep Dan schrijf je wat je hoort. (bijv. zol-der)
de zo-lder de fees-ten
de kas-ten de kaar-ten de paar-den
Hoor je oe, ui, eu, au/ou, ei of ij aan het eind van de klankgroep? Dan schrijf je wat je hoort bijv. rui-ken
de voe-ten rui-ken
zoe-ken krui-pen de heu-vel
pagina 3
de stoelen de honden de kruimel het koekje de wortel jonger duiken lange ander de meiden de pleister de eikel het geheim weinig eigen
versie sep 2014
Spellingboek B5 & M5
Themablok 2 regelwoorden 9
weetwoorden 3
weetwoorden 4
klankwoorden16
Hoor je aan het
de bakker
grappig
einde van de
de vlammen
hebben
klankgroep een
de stemmen
trillen
korte klinker,
de komma
stoppen
dan schrijf je
liggen
drukken
daarna twee
bukken
bibberen
dezelfde mede-
bestellen
klinkers.
de getallen
Schrijf je /ou/ of
de schouder
de kabouter
/au/?
het gebouw
de ouders
Dat kun je niet
bouwen
verkouden
horen.
koud
vasthouden
Dat moet je
goud
onthouden
onthouden!
trouwen
vouwen
Schrijf je /ou/ of
de auto
de augurk
/au/?
de klauw
rauwe
Dat kun je niet
de pauze
nauwe
horen.
augustus
benauwd
Dat moet je
lauw
snauwen
onthouden!
kauwen
klauteren
Je hoort /ng/ en
de jongen
de dingen
je schrijft /ng/.
springen
de hengel
Je hoort /ngk/ en
zingen
brengen
je schrijft /nk/.
de winkel
jonger
drinken
links
donker
denken zinken de zangeres bedanken
pagina 4
versie sep 2014
Spellingboek B5 & M5
Themablok 3 klankwoorden17
Je hoort /eew/.
de leeuw
de meeuw
Je schrijft /eeuw/
de sneeuw
schreeuwen
Je hoort /iew/.
nieuw
de eeuw
Je schrijft /ieuw/
het nieuws
de kieuwen
Je hoort /uuw/.
de duw
benieuwd
Je schrijft /uw/
schaduw
nieuwsgierig duwen zenuwachtig waarschuwen
weetwoorden 5
regelwoorden 10
Begint een
de foto
de finale
woord met een
de file
de framboos
/f/ of een /v/?
de flits
de familie
Dat moet je
de fabriek
de fontein
onthouden!
fluisteren
de fakkel
fit
het fornuis
Tweeteken-
de stoelen
snoepen
klanken zijn:
de keuken
leuker
oe/ eu/ ui/ ie/ ij/
huilen
schuine
ei/ au/ ou/.
schieten
de dieren
Hoor je /ie/ aan
de pijlen
de treinen
het eind van een
de fouten
de pauwen
klankgroep?
bedoelen
Dan schrijf je
gebruiken
soms /ie/,
verdienen
soms /i/. weetwoorden 6
regelwoorden 11
Begint een
de vader
het varken
woord met een
de veter
de vos
/f/ of een /v/?
de vogel
het veld
Dat moet je
vallen
het vest
onthouden!
varen
vers
vliegen
vuil
Wat hoor je aan
praten
de regen
het eind van de
weten
droger
klankgroep?
trappen
dure
Lange klinker,
leggen
de spullen
korte klinker of
de kelder
natter
een medeklinker
de meester
bellen de handen de woorden de kaarten
pagina 5
versie sep 2014
Spellingboek B5 & M5
Themablok 4 regelwoorden 12
Staat aan het
ge-noeg
timmeren
eind van de
be-ta-len
vliegeren
klankgroep een
de kin-de-ren
knikkeren
stomme e?
wan-de-len
stempelen
Daarna schrijf je
re-ke-nen
de eieren
geen dubbele
gis-te-ren
het spelletje
medeklinker.
het rolletje begrijpen gevaar
weetwoorden 7
regelwoorden 2
Begint een
surfen
de soldaat
woord met een
de soort
het servet
/s/ of een /z/?
het sop
de serie
Onthoud die
de sik
sappig
woorden.
super
soepel
simpel
sommige
Samenstellingen
de fietstas
de sporttas
zijn lange
de boottocht
de huiskamer
woorden. Ze zijn
de hoofdpijn
het kleurpotlood
gemaakt van
de handschoen
het vogelnest
twee (of meer)
lichtgroen
de waterstraal
andere
vuurrood
de handdoek
woorden.
de feesttent het nachtdier de postduif
weetwoorden 8
regelwoorden 13
Begint een
de zomer
het zand
woord met een
de zoon
zeker
/s/ of een /z/?
de zaag
zeer
Onthoud die
zoet
zacht
woorden.
zuur
zuinig
zout
zeuren
Maak je
de dozen
de rozen
woorden, die op
de huizen
lezen
~f en ~s
leven
grijze
eindigen langer?
schuiven
zweven
Dan schrijf je
de vissen
proeven
vaak ~ven en
straffen
lieve
~zen.
de jassen
Staat voor de /s/
de lessen
of de /f/ een
boffen
lange klinker of een tweeteken-
pagina 6
versie sep 2014
Spellingboek B5 & M5 klank? Dan wordt de /s/ een /z/ en de /f/ een/v/.
Themablok 5 Herhaling van de leerstof uit de Themablok's 1 tot en met 4.
pagina 7
versie sep 2014
Spellingboek B5 & M5
Themablok 6 Regelwoorden 1
een verkleinwoord is voor kleine dingen dan schrijf je meestal je of tje achter het woord
het huisje het treintje het stoeltje het paardje het kastje het vriendje
het doosje het woordje het kindje het voetje het feestje het raampje het boompje het zinnetje het mannetje
Regelwoorden11
bij een lange
praten
de regen
klinker aan het
weten
droger
einde van een
trappen
dure
klankgroep dan
leggen
de spullen
één letter.
de kelder
natter
bij een korte
de meester
bellen
klinker: 2 letters
de handen
bijv:
de woorden
praten
de kaarten
bijv: jassen Regelspoor 14
schrijf een
Fatima
Lisa-Marie
hoofdletter aan
Rob Jansen
David
het begin van
oom Hans
Hond Tarzan
iedere zin.
tante Wilma
Spoorlaan
schrijf ook
poes Pinkie
Nassaukade
namen met een
Rotterdam
Utrecht
hoofdletter
Noordzee Nederland Spanje
Weetspoor10a/b
hoor je op het
een liter
de titel
eind van de
een kilo
de rivier
klankgroep /ie/?
de gitaar
het idee
dan schrijf je
de piloot
prima
soms ie, soms i.
de figuur
juni
onthoud de
de minuut
juli
woorden met i.
pagina 8
versie sep 2014
Spellingboek B5 & M5
Themablok 7 Klankspoor 18
Klankspoor 19
Regelspoor 11
je hoort /ig/ of
rustig
vochtig
/ug/ aan het
grappig
tachtig
eind van een
jarig
weinig
woord.
gelukkig
toevallig
je schrijft ig.
enig
nodig
je hoort /igge/
aardige
hongerig
of /ugge/
rommelig
aan het eind.
vorige
je schrijft ige.
gezellige
je hoort /luk/
eerlijk
eindelijk
aan het eind
hartelijk
eigenlijk
van een woord
vriendelijk
duidelijk
je schrijft lijk.
hopelijk
vrolijk
je hoort /lukke/
natuurlijk
mogelijk
aan het eind.
gevaarlijke
feestelijke
je schrijft lijke.
lelijke
bijv: natuurlijk
makkelijke
bijv: vrolijke
moeilijke
- lange klinker
praten
de regen
aan het eind
weten
droger
v/d klankgroep?
trappen
dure
1 medeklinker.
leggen
de spullen
de kelder
natter
de meester
bellen
- korte klinker aan het eind v/d klankgroep?
de handen
2 medeklinkers.
de woorden
- medeklinker
de kaarten
aan het eind? schrijf zoals je het hoort. Weetwoord 11a
hoor je aan het
de cirkel
de cel
begin een s?
het circus
het cement
dan schrijf je
het cijfer
de centimeter
meestal s.
de citroen
het concert
soms schrijf je
de cent
december
een c.
het centrum
precies
onthoud de woorden
pagina 9
versie sep 2014
Spellingboek B5 & M5 met c. Weetwoord 12a
hoor je aan het
de computer
de camping
begin een k?
de camera
de caravan
dan schrijf je
de club
de clown
meestal k.
de cola
de acrobaat
soms schrijf je
de cavia
de reclame
een c.
de cactus
controleren
onthoud de woorden met c.
Themablok 8 Klankspoor 20
woorden op: - eeuwen - ieuwen - uwen let op de u! die hoor je niet maar schrijf je wel!
de leeuwen sneeuwen nieuwe de kieuwen duwen schaduwen
Regelspoor 11
- een lange klinker aan het eind van de klankgroep dan 1 medeklinker. - een korte klinker aan het eind van de klankgroep dan 2 medeklinkers. - medeklinker aan het eind van een klankgroep? schrijf wat je hoort. meervoud? - eer = eren - oor = oren - eur = euren
praten weten trappen leggen de kelder de meester
schrijf je
het eiland
Regelspoor 15
weetwoorden 1 pagina 10
de beren leren de kleuren zeuren de sporen de toren
de meeuwen de spreeuwen de eeuwen schreeuwen nieuwer vernieuwen de zenuwen de zwaluwen ruwe de regen droger dure de spullen natter bellen de handen de woorden de kaarten
de kleren de merel de wereld de oren verloren geboren de deuren speuren gebeuren de meiden versie sep 2014
Spellingboek B5 & M5
Weetwoorden 2
ei of ij? dat kun je niet horen. dat moet je onthouden. schrijf je ei of ij? dat kun je niet horen. dat moet je onthouden.
het weiland het einde het paleis de keizer maand - mei de lijm de pijl de vijver de dijk bij / de bij kijken
de pleister de eikel het geheim weinig eigen de tijd altijd zijn jas wij zijn mijn tas de mijn bijna bijten
Themablok 9 Klankspoor 21
je hoort /u/
twaalf
volgen
na de l.
de slurf
werken
maar die /u/
de schelpen
helpen
schrijf je niet.
de golven
scherper
bijv: -lf, -lg, -lk,
de bergen
de wolven
-lm, -lp, -rf, -rg,
durven
halve
-rk, -rm, -rp.
verven reserve de kalveren
Regelspoor 11
wat hoor je aan
praten
de regen
het eind van de
weten
droger
klankgroep?
trappen
dure
lange klinker,
leggen
de spullen
dan 1 klinker +
de kelder
natter
1 medeklinker.
de meester
bellen
korte klinker,
de handen
dan 1 klinker +
de woorden
2 dezelfde
de kaarten
medeklinkers. Regelspoor 16
pagina 11
eindigt een
huisdieren
de gieter
klankgroep
de vlieger
de brieven
op /ie/?
schieten
de manieren
hoor je in de
verdrietig
de rivieren
volgende
verliezen
de gebieden
klankgroep
verbieden
bevriezen
een stomme e
genieten
dan schrijf je
verdienen
bijna altijd ie
uitkiezen
versie sep 2014
Spellingboek B5 & M5
Weetwoord 5b
begint een
de foto
de finale
woord met een
de file
de framboos
f of een v?
de flits
de familie
dat kun je vaak
de fabriek
de fontein
moeilijk horen.
fluisteren
de fakkel
onthoud die
fit
het fornuis
begint een
surfen
de soldaat
woord met een
de soort
het servet
s of een z?
het sop
de serie
dat kun je vaak
de sik
sappig
moeilijk horen.
super
soepel
onthoud die
simpel
sommige
woorden. Weetwoord 7b
woorden.
Themablok 10 Herhaling van de leerstof uit de Themablok's 6 tot en met 9.
pagina 12
versie sep 2014