YM
serie Bedieningshandleiding
2YM15 3YM20 3YM30
Artikelnummer: 0AYMM-G00100
SCHEEPSMOTOREN
Disclaimers: Alle informatie, illustraties en specificaties in deze handleiding zijn gebaseerd op de meest recente informatie die op het moment van publicatie beschikbaar was. De illustraties in deze handleiding zijn uitsluitend bedoeld ter referentie. Omdat wij er voortdurend naar streven onze producten te verbeteren, kunnen informatie, illustraties en/of specificaties worden gewijzigd, om verbeteringen aan producten, diensten of onderhoud uiteen te zetten en/of toe te lichten. Wij behouden het recht voor te allen tijde en zonder kennisgeving wijzigingen aan zijn geregistreerde handelsmerken van Yanmar Co., te brengen. Yanmar en Ltd. in Japan, de Verenigde Staten en/of andere landen. Alle rechten voorbehouden: Geen enkel deel van deze publicatie mag worden verveelvoudigd of gebruikt in enigerlei vorm of langs enigerlei weg, grafisch, elektronisch of mechanisch, met inbegrip van fotokopiëren, opnemen, op band opslaan, of opslag in informatiesystemen, zonder de schriftelijke toestemming van Yanmar Marine International. © 2007 Yanmar Marine International 1107
ii
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
INHOUDSOPGAVE Pagina Inleiding ................................................................... 1 Vastlegging van eigendom ....................................... 2 Veiligheid .................................................................. 3 Veiligheidsmaatregelen ........................................... Algemene informatie ........................................ Voordat u begint ............................................. Tijdens gebruik en onderhoud ............................
4 4 4 4
Locatie van veiligheidsaanduidingen .......................... 8 Productoverzicht ....................................................... 9 Eigenschappen en toepassingen van de Yanmar YM ..................................................................... 9 Inlopen van een nieuwe motor ........................... 10 Aanduiding onderdeel ............................................ 11 Servicekant - 2YM15 ....................................... 11 Niet-servicekant - 2YM15 ................................. 11 Servicekant - 3YM20 ....................................... 12 Niet-servicekant - 3YM20 ................................. 12 Servicekant - 3YM30 ....................................... 13 Niet-servicekant - 3YM30 ................................. 13 Plaats van typeplaatjes .......................................... 14 Functie van de belangrijkste onderdelen .................... 15 Regelapparatuur ................................................... 16 Instrumentenpaneel (optioneel) ......................... 16 Afstandsbediening met één hendel .................... 19 Voordat u begint ....................................................... 21 Dieselbrandstof .................................................... 21 Specificaties dieselbrandstof ............................ 21 De brandstoftank vullen ................................... 24 Het brandstofsysteem ontluchten ....................... 24 Motorolie ............................................................ 26 Specificaties motorolie .................................... 26 Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
iii
INHOUDSOPGAVE Viscositeit motorolie ........................................ 27 De motorolie controleren .................................. 27 Motorolie bijvullen .......................................... 28 Olie voor de keerkoppeling of saildrive ....................... Specificaties voor keerkoppelingsolie ................. Specificaties voor saildrive-olie - SD20 ............... Keerkoppelingsolie controleren ......................... Keerkoppelingsolie toevoegen .......................... Saildrive-olie controleren en bijvullen ..................
28 28 28 29 29 29
Koelvloeistof ........................................................ 30 Specificaties koelvloeistof ................................ 30 Koelvloeistof controleren en bijvullen .................. 31 De motor aanslingeren ........................................... 33 Dagelijkse controles .............................................. 34 Visuele controles ............................................ 34 Controleer het peil van de dieselbrandstof, motorolie en koelvloeistof. ................................ 35 Olie voor de keerkoppeling controleren en bijvullen ....................................................... 35 Elektrolytpeil van de accu controleren ................. 35 V-riem controleren ......................................... 35 Hendel van de afstandsbediening controleren ...... 35 Controleren van de alarmindicaties .................... 35 Reservevoorraad brandstof, olie en koelvloeistof .................................................. 35 Motor in bedrijf ......................................................... 37 De motor starten ................................................... 39 Opnieuw starten nadat het starten is mislukt ......... 40 Starten bij lage temperaturen ............................ 40 Nadat de motor is gestart ................................. 41 Bediening met de hendel van de afstandsbediening ..... 42 Versnellen en vertragen ................................... 42 De motor schakelen ........................................ 42 De motor uitzetten ................................................. 43 Noodstop ..................................................... 44 De motor controleren na gebruik .............................. 44 Periodiek onderhoud ................................................ 45 Veiligheidsmaatregelen .......................................... 45 Voorzorgsmaatregelen ........................................... 47 Het belang van periodiek onderhoud .................. 47 Uitvoeren van periodiek onderhoud .................... 47 Het belang van dagelijkse controles ................... 47 iv
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
INHOUDSOPGAVE Houd de bedrijfsuren en de dagelijkse controles bij ............................................................... 47 Yanmar-vervangingsonderdelen ........................ 47 Vereiste gereedschappen ................................ 47 Vraag de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine om hulp ................................... 47 Aandraaien van bevestigingen .......................... 48 EPA-onderhoudsvereisten ...................................... 49 EPA-vereisten voor de VS en andere landen waarin de EPA-vereisten gelden ........................ 49 Voorwaarden om naleving van de EPAemissienormen te waarborgen .......................... 49 Inspectie en onderhoud ................................... 49 Het schema voor periodiek onderhoud ...................... 50 Inspectie en onderhoud van onderdelen die verband houden met EPA-emissies .................... 53 Periodieke onderhoudswerkzaamheden .................... 54 Na de eerste 50 bedrijfsuren ............................. 54 Na elke 50 bedrijfsuren .................................... 58 Na elke 100 bedrijfsuren .................................. 60 Na elke 150 bedrijfsuren .................................. 61 Na elke 250 bedrijfsuren .................................. 61 Na elke 1000 bedrijfsuren ................................ 65 Probleemoplossing ................................................... 67 Probleemoplossing na het starten ............................. 67 Informatie over probleemoplossingen ................. 68 Probleemoplossingsdiagram ................................... 69 Langdurige opslag .................................................... 73 De motor op langdurige opslag voorbereiden .............. 73 Het koelsysteem aftappen ...................................... 74 Specificaties ............................................................ 77 Belangrijkste specificaties van de motor ..................... Motorspecificaties voor 2YM15 ......................... Motorspecificaties voor 3YM20 ......................... Motorspecificaties voor 3YM30 ......................... Specificaties voor keerkoppeling en saildrive ........
77 77 79 81 83
Systeemschema's ..................................................... 85 Leidingschema's ................................................... 85 Bedradingsschema's ............................................. 90 Garantie op emissiesysteem ...................................... 93 Garantie op emissiesysteem voor non-road motoren .... 93 Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
v
INHOUDSOPGAVE Yanmar Co., Ltd. - Garantie op systeem voor beperkte uitstoot - Alleen voor de Verenigde Staten .......................................................... 93 Onderhoudslogboek ....................................... 96
vi
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
INLEIDING Welkom in de wereld van Yanmar Marine! Yanmar Marine levert motoren, aandrijfsystemen en accessoires voor alle soorten boten, van speedboten tot zeilboten en van motorjachten tot grote jachten. In de plezierscheepvaart is de mondiale reputatie van Yanmar Marine ongeëvenaard. Wij ontwerpen onze motoren met respect voor de natuur. Dat betekent stillere motoren met minimale trillingen, die schoner dan ooit zijn. Al onze motoren voldoen op het moment van fabricage aan de geldende voorschriften (inclusief de voorschriften voor uitstoot). Om vele jaren lang van uw Yanmar YMmotor te genieten, raden wij u aan de onderstaande aanbevelingen op te volgen:
• Lees deze bedieningshandleiding zorgvuldig door voordat u de motor in gebruik neemt, zodat u de motor veilig kunt bedienen en onderhouden. • Bewaar deze bedieningshandleiding op een gemakkelijk toegankelijke plaats. • Wanneer deze bedieningshandleiding verloren of beschadigd raakt, kunt u een nieuwe bestellen bij de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine. • Zorg dat deze handleiding wordt overgedragen aan eventuele latere eigenaren. Deze handleiding moet worden beschouwd als een permanent onderdeel, dat altijd bij de motor blijft. • Yanmar is constant bezig om de kwaliteit en prestaties van de Yanmar-producten te verbeteren. Hierdoor kunnen bepaalde gegevens in deze bedieningshandleiding enigszins afwijken van die van uw motor. Indien u vragen hebt over deze verschillen, kunt u contact opnemen met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine. • De in deze handleiding beschreven specificaties en onderdelen (instrumentenpaneel, brandstoftank enz.) kunnen afwijken van de uitvoering van uw vaartuig. Zie hiervoor de door de fabrikant van deze onderdelen verstrekte handleiding. • Raadpleeg het Yanmar-handboek over beperkte garantie voor een volledige garantiebeschrijving.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
1
INLEIDING
VASTLEGGING VAN EIGENDOM Neem even de tijd om de informatie op te schrijven die u nodig hebt wanneer u contact opneemt met Yanmar voor onderhoud, onderdelen of documentatie. Model motor: Serienummer motor: Datum aanschaf: Dealer: Telefoon dealer:
2
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
VEILIGHEID Yanmar hecht grote waarde aan veiligheid en beveelt aan dat alle personen die in direct contact komen met de producten, zoals degenen die Yanmar-producten installeren, bedienen of onderhouden, zorgvuldig en verstandig te werk gaan en zich houden aan de veiligheidsinformatie in deze handleiding en aan de veiligheidsaanduidingen op de motor. Voorkom dat deze aanduidingen vuil worden of afscheuren en vervang deze bij verlies of beschadiging. Als u een onderdeel vervangt waarop een aanduiding is aangebracht, let er dan op dat u gelijktijdig met het nieuwe onderdeel ook een nieuwe aanduiding bestelt.
!
Dit veiligheidssymbool staat bij de meeste veiligheidsvoorschriften. Het betekent: let op, wees aandachtig, het gaat om uw veiligheid! Lees a.u.b. het voorschrift bij het veiligheidssymbool en houd u eraan.
! GEVAAR Hiermee wordt een gevaarlijke situatie aangeduid die, indien niet voorkomen, zal leiden tot de dood of ernstig letsel.
! WAARSCHUWING Hiermee wordt een gevaarlijke situatie aangeduid die, indien niet voorkomen, kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
! VOORZICHTIG Hiermee wordt een gevaarlijke situatie aangeduid die, indien niet voorkomen, kan leiden tot licht of matig letsel.
OPMERKING Hiermee wordt een situatie aangeduid die kan leiden tot schade aan de motor, persoonlijke bezittingen en/of het milieu, of een situatie die kan leiden tot onjuiste werking van de motor.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
3
VEILIGHEID
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Tijdens gebruik en onderhoud
Algemene informatie
Onderstaande veiligheidsinformatie is van het niveau GEVAAR.
! GEVAAR
Gebruik uw gezond verstand en wees voorzichtig. Onjuist handelen of onvoorzichtigheid kan leiden tot brandwonden, snijwonden, verminking, verstikking of ander letsel of zelfs tot de dood. Deze informatie bevat algemene veiligheidsmaatregelen en -richtlijnen die u moet opvolgen om het risico op lichamelijk letsel te voorkomen. Specifieke veiligheidsmaatregelen staan in specifieke procedures. Lees alle veiligheidsmaatregelen en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de motor bedient of hieraan reparaties of onderhoud uitvoert.
Voordat u begint
Pletgevaar Ga NOOIT onder een opgetakelde motor staan. Als het takelmechanisme kapotgaat, valt de motor bovenop u. Brandgevaar Controleer of de juiste branddetectie- en blusapparatuur zijn geïnstalleerd en of deze regelmatig op een correcte werking zijn getest.
! GEVAAR Onderstaande veiligheidsinformatie is van het niveau WAARSCHUWING. Laat NOOIT iemand zonder de vereiste training de motor installeren of bedienen. • Lees deze bedieningshandleiding eerst zorgvuldig door en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de motor bedient of hieraan reparaties of onderhoud uitvoert zodat uw veiligheid niet in gevaar komt. • De veiligheidsinstructies en -aanduidingen zijn ook herinneringen voor het veilig bedienen en onderhouden. • Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar-scheepsmotoren voor aanvullende training.
4
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
VEILIGHEID ! WAARSCHUWING Onderstaande veiligheidsinformatie is van het niveau WAARSCHUWING. Ontploffingsgevaar Terwijl de motor draait of de accu oplaadt, wordt er waterstofgas gevormd, dat gemakkelijk ontbrandt. Houd de omgeving rondom de accu goed geventileerd en houd vonken, open vuur en ander vormen van ontsteking uit de buurt.
Breukgevaar Draag NOOIT sieraden, losse manchetten, stropdassen of loszittende kleding en draag lang haar ALTIJD in een staart bij het werken in de buurt van bewegende/draaiende onderdelen zoals het vliegwiel of de aandrijfas. Houd handen, voeten en gereedschap uit de buurt van alle bewegende onderdelen. Gevaar door alcohol en drugs Bedien de motor NOOIT terwijl u onder invloed bent van alcohol of drugs, of als u zich ziek voelt.
Brand- en ontploffingsgevaar Dieselbrandstof is onder bepaalde omstandigheden uiterst ontvlambaar en explosief. Gebruik NOOIT een lap om de brandstof op te vangen. Veeg alle gemorste brandstof onmiddellijk op. Vul NOOIT brandstof bij met draaiende motor. Sla containers met brandstof altijd op in een goed geventileerde ruimte en uit de buurt van brandbare stoffen en ontstekingsbronnen. Brandgevaar Te dunne bedrading kan doorbranden en brand veroorzaken.
Blootstellingsgevaar Draag om letsel te voorkomen ALTIJD beschermende uitrusting, waaronder de juiste kleding, handschoenen, werkschoenen en oog- en gehoorbescherming die nodig zijn voor de taak die u uitvoert. Gevaar bij plotselinge bewegingen Stop de motor ALTIJD voordat u begint met het uitvoeren van reparaties of onderhoud. Laat NOOIT de sleutel in het contactslot zitten wanneer u onderhoud verricht aan de motor. Iemand zou per ongeluk de motor kunnen starten zonder zich te realiseren dat u eraan werkt. Bedien de motor NOOIT terwijl u via een hoofdtelefoon naar muziek luistert. Door muziek zijn waarschuwingssignalen moeilijk hoorbaar. Stop de motor voordat u met het onderhoud aanvangt.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
5
VEILIGHEID ! WAARSCHUWING
! VOORZICHTIG
Doorboringsgevaar Vermijd huidcontact met onder hoge druk wegspuitende diesel door een lekkage in het brandstofsysteem zoals een defecte brandstofinjectieslang. Brandstof onder hoge druk kan de huid binnendringen en ernstig letsel veroorzaken. Indien u wordt blootgesteld aan spuitende brandstof onder hoge druk, laat u dan zo snel mogelijk door een arts behandelen. Controleer NOOIT op brandstoflekkage met uw handen. Maak ALTIJD gebruik van een stuk hout of karton. Laat een erkende dealer of distributeur voor Yanmar-scheepsmotoren de schade repareren. Verbrandingsgevaar Sommige oppervlakken van de motor worden erg heet tijdens het gebruik en vlak na het uitschakelen van de motor. Houd handen en andere lichaamsdelen uit de buurt van hete motoroppervlakken. Gevaar door uitlaatgassen Blokkeer NOOIT de vensters, luchtgaten of andere ventilatiemiddelen wanneer de motor in een afgesloten ruimte draait. Tijdens gebruik produceren alle interne verbrandingsmotoren koolmonoxidegas en zijn er speciale voorzorgsmaatregelen nodig om koolmonoxidevergiftiging te voorkomen.
6
Onderstaande veiligheidsinformatie is van het niveau VOORZICHTIG. Gevaar door onvoldoende verlichting Zorg ervoor dat het werkgebied goed verlicht is. Plaats ALTIJD draadkooien op draagbare veiligheidslampen. Gevaar door gereedschap Gebruik ALTIJD gereedschap dat geschikt is voor de taak en de juiste maat heeft voor het los- en vastdraaien van motoronderdelen. Gevaar van vliegende voorwerpen Draag ALTIJD oogbescherming bij het uitvoeren van onderhoud en reparaties aan de motor en bij het gebruik van perslucht of water onder hoge druk. Stof, rondvliegend gruis, perslucht, water onder druk of stoom kan uw ogen verwonden. Gevaar door koelvloeistof Draag een veiligheidsbril en rubberen handschoenen bij het werken met LLC-koelvloeistof (LLC = long life coolant). In geval van contact met de ogen of de huid moet u onmiddellijk spoelen met schoon water.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
VEILIGHEID OPMERKING Onderstaande veiligheidsinformatie is van het niveau MEDEDELING. Het is belangrijk de dagelijkse controles uit te voeren die staan vermeld in de bedieningshandleiding. Periodiek onderhoud voorkomt onverwachte stilstand, vermindert het aantal ongevallen door slechte motorprestaties en helpt de levensduur van de motor te verlengen. Neem contact op met een erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine als u de motor op grote hoogte gaat gebruiken. Op grote hoogte verliest de motor vermogen, draait deze onregelmatig en produceert meer uitlaatgassen dan in de ontwerpspecificaties vermeld staat. Wees ALTIJD milieubewust.
Volg de richtlijnen van EPA (Amerikaanse instantie voor milieubescherming) of andere overheidsinstellingen voor het correct weggooien van gevaarlijke stoffen zoals motorolie, diesel en koelvloeistof. Raadpleeg de plaatselijke autoriteiten of het recyclingbedrijf. Verwijder gevaarlijke stoffen NOOIT door deze in een riool, op de grond, in het grondwater of in waterwegen te storten. Als een Yanmar Marine-motor wordt geplaatst onder een grotere hoek dan volgens de specificaties voor de Yanmar Marine-scheepsmotor in de bedieningshandleidingen, kan er motorolie in de verbrandingskamer komen, wat leidt tot overmatige toerentallen, witte rook uit de uitlaat en ernstige motorschade. Dit geldt
zowel voor motoren die ononderbroken draaien als voor motoren die telkens korte tijd draaien. Als u een installatie met twee of drie motoren hebt en er wordt slechts één motor gebruikt, dient de zeewaterkraan van de niet-draaiende motor(en) gesloten te zijn. Dit voorkomt dat water langs de zeewaterpomp wordt geperst en de motor binnendringt. Het binnendringen van water in de motor kan leiden tot vastlopen of andere ernstige problemen. Als u een installatie met twee of drie motoren hebt en er wordt slechts één motor gebruikt, moet in het geval dat de rompdoorlaat voor de propeller wordt gesmeerd via motorwaterdruk en de motoren onderling verbonden zijn, gezorgd worden dat er geen water uit de draaiende motor in de uitlaat van de nietdraaiende motor(en) kan komen. Dit water kan ertoe leiden dat niet-draaiende motoren vastlopen. Neem contact op met een erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine voor een volledige uiteenzetting omtrent deze situatie. Als u een installatie met twee of drie motoren hebt en slechts één motor gebruikt, is het belangrijk dat u de gastoevoer naar de draaiende motor niet te ver openzet. Als u zwarte rook ziet, of als bewegen van de gashendel niet leidt tot een hoger toerental, dan bent u de draaiende motor aan het overbelasten. Verminder onmiddellijk vaart naar een gasklepopening van circa 2/3 of tot een instelling waarbij de motor normaal presteert. Indien u hier niet op let, kan de draaiende motor oververhit raken of kan zich overtollige koolstof gaan verzamelen, wat de levensduur van de motor kan verkorten.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
7
VEILIGHEID
LOCATIE VAN VEILIGHEIDSAANDUIDINGEN Figuur 1 geeft de plaats aan van veiligheidsaanduidingen op de motoren uit de Yanmar YMserie. YM-motoren (1)
(2)
DANGER
WARNING
(3)
196630-12980
0004780
Figuur 1 1 – Artikelnummer: 128377–07260 2 – Artikelnummer: 128377–07350 3 – Artikelnummer: 196630–12980
8
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PRODUCTOVERZICHT EIGENSCHAPPEN EN TOEPASSINGEN VAN DE YANMAR YM De motoren uit de YM-serie zijn viertaktdieselmotoren met directe inspuiting die zijn voorzien van koelvloeistofsystemen. De 2YM15-motor heeft 2 cilinders en natuurlijke aanzuiging. De 3YM20-motor heeft 3 cilinders en natuurlijke aanzuiging. De 3YM30-motor heeft 3 cilinders en natuurlijke aanzuiging. Deze motoren zijn uitgerust met een keerkoppeling of een saildrive. Deze motoren zijn ontwikkeld voor de pleziervaart. Het wordt aanbevolen om een nieuw vaartuig te stutten, zodat de motor 100-200 toeren boven het uitgangstoerental (3700 3800) van het maximale nominale vermogen kan draaien zodat extra gewicht en rompweerstand mogelijk zijn. De motor moet te allen tijde in staat zijn om bij volle belasting het toerental (3600) van het maximale nominale vermogen te bereiken.
De motor moet correct worden gemonteerd, compleet met alle koelwater- en uitlaatgasleidingen en elektrische bedrading. Eventueel op de motor aangesloten extra apparatuur moet gemakkelijk in het gebruik en voor onderhoud toegankelijk zijn. Volg bij het omgaan met de aandrijving, de voortstuwingssystemen (waaronder de schroef) en andere boordapparatuur altijd de aanwijzingen en waarschuwingen in de bedieningshandleidingen van de scheepswerf en de fabrikant van de apparatuur. De motoren uit de YM-serie zijn ontworpen voor gebruik bij volgas (3600 tpm) gedurende minder dan 5% van de totale gebruikstijd (30 minuten van elke 10 uur) en op kruissnelheid (2800 tpm of minder) gedurende minder dan 90% van de totale gebruikstijd (9 uur van elke 10 uur). In bepaalde landen kunnen inspecties van romp en motor krachtens de wetgeving vereist zijn, afhankelijk van gebruik, grootte en vaarbereik van de boot. Voor de installatie, montage en inspectie van deze motor zijn specialistische technische kennis en vaardigheden vereist. Neem contact op met de plaatselijke vestiging van Yanmar in uw regio of met een erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
Indien hieraan niet wordt voldaan, kunnen de prestaties van het vaartuig lager zijn, kan er meer rookvorming optreden en kan uw motor blijvend beschadigd raken. Dit wordt niet gedekt door de garantie.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
9
PRODUCTOVERZICHT Inlopen van een nieuwe motor Zoals geldt voor alle zuigermotoren, is de manier waarop de motor tijdens de eerste 50 bedrijfsuren wordt gebruikt in sterke mate bepalend voor de levensduur en de prestaties van de motor. Een nieuwe Yanmar-dieselmotor moet tijdens de inloopperiode met aangepaste snelheid en vermogen worden gebruikt, om de bewegende onderdelen (zoals zuigerveren) goed te laten inlopen en de verbranding te stabiliseren. Tijdens de inloopperiode moet u de meter voor de koelvloeistoftemperatuur in de gaten houden. De temperatuur moet tussen 71˚ en 87˚C (160˚ en 190˚F) liggen. Tijdens de eerste 10 bedrijfsuren moet de motor gedurende het grootste deel van de gebruikstijd draaien op het maximale toerental min 400 - 500 toeren (ongeveer 60 - 70% van de belasting). Zo worden de bewegende delen correct ingelopen. OPMERKING: Gebruik de motor tijdens deze periode niet op maximale snelheid en belasting, om beschadiging of inkerven van bewegende delen te voorkomen. OPMERKING: Gebruik de motor tijdens de eerste 10 bedrijfsuren NOOIT langer dan één minuut met het gas volledig open. Laat de motor niet langer dan 30 minuten achter elkaar stationair of langzaam en met een lichte belasting draaien. Omdat onverbrande brandstof en motorolie aan de zuigerveren blijft kleven wanneer u de motor langdurig langzaam laat draaien, wordt de juiste verplaatsing van de zuigerveren verstoord en wordt er mogelijk meer dieselbrandstof verbruikt. Bij langzaam stationair draaien worden niet alle bewegende delen ingelopen.
10
Als u de motor langzaam en met lichte belasting laat draaien, moet u de motor opjagen om de koolstof uit de cilinders en van de brandstofklep te verwijderen. Voer deze procedure uit in open water: • Versnel met de koppeling op NEUTRAAL kort van de lagesnelheidsstand naar de hogesnelheidsstand. • Herhaal dit proces 5 maal. Tussen de eerste 10 en 50 bedrijfsuren moet de motor over het volledige bereik worden gebruikt, met speciale nadruk op draaien met een relatief hoog vermogen. Dit is nog niet het moment om langdurige tochten te maken met een stationair of langzaam draaiende motor. De boot moet het grootste gedeelte van de tijd (met een belasting van circa 70%) op de maximumsnelheid min 400 toeren draaien, met om de 30 minuten een periode van 10 minuten op de maximumsnelheid min 200 toeren (met een belasting van circa 80%) en eenmaal per 30 minuten een periode van 4 - 5 minuten met het gas volledig geopend. Zorg ervoor dat u tijdens deze periode de motor niet langer dan 30 minuten langzaam en met een lichte belasting laat draaien. Als het nodig is om de motor langzaam en met een lichte belasting te laten draaien, moet u na het langzaam stationair draaien de motor opjagen. Als het inlopen van de motor is voltooid, moet u de volgende onderhoudsprocedures uitvoeren Onderhoud na de eerste 50 bedrijfsuren. Zie Na de eerste 50 bedrijfsuren - 54.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PRODUCTOVERZICHT
AANDUIDING ONDERDEEL
Niet-servicekant - 2YM15 (3)
Servicekant - 2YM15
(2)
(4)
Figuur 1 en Figuur 2 tonen een standaarduitvoering van een 2YM15-motor. Uw motor kan zijn uitgerust met andere apparatuur dan in de illustratie wordt getoond. (1)
(2)
(5)
(3) (7)
(4) (5) (1) (8)
(6)
(7) (8)
(9)
0004781
Figuur 1 1– 2– 3– 4– 5– 6– 7– 8– 9–
Inlaatdemper (luchtfilterelement) Inlaatspruitstuk Brandstoffilter Brandstofinjectiepomp Oliepeilstok Vuldop oliereservoir Brandstofpomp Oliefilter Keerkoppeling
(6)
0004782
Figuur 2 1 – Zeewaterpomp 2 – Vuldop koelvloeistof 3 – Motortypeplaatje (op het kleppendeksel) 4 – Koelvloeistofreservoir/warmtewisselaar 5 – Uitlaatspruitstuk 6 – Startmotor 7 – Schakelhefboom 8 – Dynamo
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
11
PRODUCTOVERZICHT Servicekant - 3YM20
Niet-servicekant - 3YM20
Figuur 3 en Figuur 4 tonen een standaarduitvoering van een 3YM20-motor. Uw motor kan zijn uitgerust met andere apparatuur dan in de illustratie wordt getoond. (1)
(2)
(3) (4)
(2)
(5)
(3)
(6)
(4) (5) (6) (7)
(8)
(1)
(7) 0004784
Figuur 4 (8) (9)
0004783
Figuur 3 1– 2– 3– 4– 5– 6– 7– 8– 9–
12
Inlaatdemper (luchtfilterelement) Inlaatspruitstuk Brandstoffilter Brandstofinjectiepomp Oliepeilstok Vuldop oliereservoir Brandstofpomp Oliefilter Keerkoppeling
1 – Zeewaterpomp 2 – Vuldop koelvloeistof 3 – Motortypeplaatje (op het kleppendeksel) 4 – Koelvloeistofreservoir/warmtewisselaar 5 – Uitlaatspruitstuk 6 – Startmotor 7 – Schakelhefboom 8 – Dynamo
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PRODUCTOVERZICHT Servicekant - 3YM30
Niet-servicekant - 3YM30
Figuur 5 en Figuur 6 tonen een standaarduitvoering van een 3YM30-motor. Uw motor kan zijn uitgerust met andere apparatuur dan in de illustratie wordt getoond. (1)
(2)
(3) (4) (5) (6)
(2) (3) (4) (5) (6) (7)
(1)
(8)
(7) 0004786
Figuur 6 (8) (9)
0004785
Figuur 5 1– 2– 3– 4– 5– 6– 7– 8– 9–
Inlaatdemper (luchtfilterelement) Inlaatspruitstuk Brandstoffilter Brandstofinjectiepomp Oliepeilstok Vuldop oliereservoir Brandstofpomp Oliefilter Keerkoppeling
1 – Zeewaterpomp 2 – Vuldop koelvloeistof 3 – Motortypeplaatje (op het kleppendeksel) 4 – Koelvloeistofreservoir/warmtewisselaar 5 – Uitlaatspruitstuk 6 – Startmotor 7 – Schakelhefboom 8 – Dynamo
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
13
PRODUCTOVERZICHT
PLAATS VAN TYPEPLAATJES Het typeplaatje van de motor uit de Yanmar YM-serie wordt weergegeven in Figuur 7. Controleer model, vermogen, toerental en serienummer van de motor op het typeplaatje. Vervang het als het beschadigd is of ontbreekt. Het typeplaatje van de motor is aangebracht op het kleppendeksel van de motor.
Het typeplaatje van de keerkoppeling (Figuur 8) is aangebracht op de keerkoppeling. Controleer het model, de overbrengingsverhouding, de gebruikte olie, de oliehoeveelheid en het serienummer van de keerkoppeling. MODE L GEAR R ATIO OIL OIL QT Y. NO.
KM SAE
20 / 30 HD
LTR.
0004529
Figuur 8
Figuur 7
14
0005472
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PRODUCTOVERZICHT
FUNCTIE VAN DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN Naam van het onderdeel
Functie
Brandstoffilter
Verwijdert vuil en water uit de brandstof. Tap het filter regelmatig af. Het filterelement moet periodiek worden vervangen. De waterafscheider (indien aanwezig) moet periodiek worden afgetapt. Zie Brandstoffilter/waterafscheider aftappen 58.
Brandstofpomp
Pompt brandstof van de tank naar het brandstofinjectiesysteem. Als de hendel opzij aan de brandstofpomp wordt bediend, stroomt er brandstof naar de motor wanneer dit handmatig moet gebeuren.
Brandstoftoevoerhendel
Als de brandstoftoevoerhendel omhoog en omlaag wordt bewogen, wordt er brandstof rondgepompt. De hendel wordt gebruikt om het brandstofsysteem te ontluchten wanneer de brandstof was opgeraakt.
Vulopening motorolie
Vulopening voor motorolie.
Oliefilter
Filtert fijne metaaldeeltjes en koolstof uit de motorolie. De gefilterde motorolie wordt gedistribueerd naar de bewegende delen van de motor. Het element van het opschroefbare filter moet periodiek worden vervangen. Zie Het oliefilterelement vervangen - 55.
Vulopening van de keerkoppeling
Vulopening voor keerkoppelingsolie; bevindt zich boven op het keerkoppelingshuis.
Koelsysteem
Er zijn twee koelsystemen: een gesloten koelsysteem met koelvloeistof (zoet water) en een koelsysteem met zeewater. De motor wordt gekoeld met het gesloten koelcircuit. Het gesloten circuit wordt gekoeld door zeewater met behulp van een warmtewisselaar. Het zeewater koelt ook de olie van de motor/keerkoppeling.
Circulatiepomp voor gesloten koelsysteem
De centrifugale waterpomp circuleert koelvloeistof binnen de motor. De circulatiepomp wordt aangedreven met een V-riem.
Zeewaterpomp
Pompt zeewater van buiten het vaartuig naar de motor. De zeewaterpomp is voorzien van een vervangbare rubberen rotor.
Vuldop koelvloeistof
De vuldop op de warmtewisselaar/het koelvloeistofreservoir sluit de watervulopening af. De dop is voorzien van een drukregelklep. Wanneer de temperatuur van het koelwater stijgt, neemt ook de druk in het koelvloeistofsysteem toe.
Expansievat
De drukklep in de vuldop laat damp ontsnappen en heet water stroomt over naar het koelvloeistofexpansievat. Wanneer de motor stopt en de koelvloeistof afkoelt, neemt de druk in de koelvloeistoftank af. Vervolgens gaat de vacuümklep in de vuldop open, zodat de koelvloeistof vanuit het expansievat terugvloeit. Hierdoor wordt het verbruik van koelvloeistof zo veel mogelijk beperkt. Het peil van de koelvloeistof in het gesloten koelsysteem kan eenvoudig worden gecontroleerd en in deze tank worden bijgevuld.
Oliekoeler
Een warmtewisselaar die hete motorolie koelt met koelvloeistof.
Inlaatdemper (luchtfilterelement)
Met de inlaatdemper wordt de luchtinlaat beschermd tegen vuildeeltjes in de lucht en wordt de inlaat stiller gemaakt.
Typeplaatjes
Op de motor en de keerkoppeling bevinden zich typeplaatjes met hierop het model, serienummer en andere gegevens. Zie Plaats van typeplaatjes - 14.
Startmotor
Startmotor voor de motor; aangedreven door de accu.
Dynamo
Aangedreven door een riem; wekt elektriciteit op en laadt de accu.
Oliepeilstok
Peilstok om het motorolieniveau te controleren.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
15
PRODUCTOVERZICHT
REGELAPPARATUUR Met de regelapparatuur bij het roer is bediening op afstand mogelijk. De apparatuur bestaat uit een instrumentenpaneel dat met een kabelboom op de motor is aangesloten en een afstandsbedieningshendel die met besturingskabels op de bedieningshefboom van de motor en de keerkoppeling is aangesloten.
Instrumentenpaneel (optioneel) Apparatuur en functies
Het instrumentenpaneel bevindt zich bij het roer. Met de volgende instrumenten kunt u de motor starten en stoppen, en de werking ervan bewaken. Een standaardinstrumentenpaneel wordt weergegeven in Figuur 9. B-type (9) (8) (7) (6) (1)
(5)
(2) (4)
(3)
Figuur 9 1 – Toerenteller 2 – Urenteller 3 – Vochtdop voor contactslot 4 – Contactslot 5 – Stopknop
0004486
6 – Waarschuwingslampje te lage accuspanning 7 – Indicatielamp voor water in de afdichting van de saildrive 8 – Indicatielamp voor te lage motoroliedruk 9 – Indicatielamp voor te hoge koelvloeistoftemperatuur
Meters Op B-type-instrumentenpanelen worden analoge elektrische meters met naalden gebruikt. Instrument
Functie
Toerenteller
Hiermee wordt het motortoerental aangegeven.
Urenteller
Geeft het aantal bedrijfsuren aan; kan als richtlijn dienen voor periodieke onderhoudsbeurten. De urenteller bevindt zich aan de onderkant van de toerenteller.
Lampjes instrumentenpaneel
Wanneer de contactsleutel op AAN staat, lichten de meters op zodat u deze makkelijker kunt aflezen.
16
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PRODUCTOVERZICHT Contactslot
(1)
Indicatielampen en alarmen (optioneel) Wanneer een sensor bij draaiende motor een probleem detecteert, gaat het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel branden en klinkt er een alarmtoon. De waarschuwingslampjes bevinden zich op het instrumentenpaneel. Het alarm bevindt zich aan de achterkant van het paneel. Onder normale gebruiksomstandigheden zijn de waarschuwingslampjes uit.
(2) (3) (4)
0003622
Figuur 11
Figuur 10 1– 2– 3– 4–
VOORGLOEIEN UIT AAN START
De stand VOORGLOEIEN (Figuur 10, (1)) is de hulpstand voor het starten. De stroom naar de gloeibougie wordt ingeschakeld. Wanneer de sleutel wordt losgelaten, wordt de schakelaar automatisch in de stand AAN gezet. In de stand START (Figuur 10, (4)) wordt de startmotor van stroom voorzien. Wanneer u de motor wilt starten, draait u de sleutel naar de stand START en laat u deze vervolgens los. De sleutel gaat dan automatisch naar de stand AAN. Wanneer de sleutel in de stand UIT staat (Figuur 10, (2)) is de stroomtoevoer uitgeschakeld. In deze stand kunt u de sleutel in het slot steken of uitnemen.
Waarschuwingslampje te lage accuspanning (Figuur 11) - Wanneer de uitgangsspanning van de dynamo te laag is, gaat de indicatielamp branden. Het lampje gaat uit zodra het opladen begint. Als de accuspanning te laag is, weerklinkt geen alarmtoon.
Figuur 12 Indicatielamp en alarm voor te hoge koelvloeistoftemperatuur (Figuur 12) Wanneer de koelvloeistof de maximaal toelaatbare temperatuur bereikt (95°C of meer), gaat de indicatielamp branden en gaat het alarm af. Als u de motor blijft gebruiken bij een temperatuur die de maximumwaarde overschrijdt, raakt de motor beschadigd en kan deze vastlopen. Controleer de belasting en los eventuele problemen met het koelsysteem op.
In de stand AAN (Figuur 10, (3)) worden de bedieningselementen en apparatuur van stroom voorzien en blijft de motor draaien. Als u de motor wilt stoppen, laat u de contactsleutel op AAN staan en drukt u op de stopknop. Wanneer de motor is gestopt, draait u de sleutel naar UIT.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
17
PRODUCTOVERZICHT Stopknop Figuur 13 Indicatielamp en alarm voor te lage motoroliedruk (Figuur 13) - Wanneer de oliedruk lager dan normaal is, stuurt de oliedruksensor een signaal naar de indicatielamp waardoor deze gaat branden en het alarm afgaat. Stop de motor onmiddellijk om beschadiging te voorkomen. Controleer het oliepeil en verhelp eventuele storingen in het smeersysteem.
Figuur 14 Indicatielamp en alarm voor water in de afdichting van de saildrive (Figuur 14) - Wanneer er zeewater tussen de afdichtingen van de saildrive wordt gedetecteerd, gaat de indicatielamp branden en gaat het alarm af.
18
0005439
Figuur 15 Druk op de STOP-knop om de motor uit te schakelen. De contactsleutel moet in de stand AAN staan, omdat anders de stopknop niet werkt. Wanneer de motor volledig stilstaat, kunt u de contactsleutel in de stand UIT zetten.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PRODUCTOVERZICHT Alarmsignalen Controleer of de waarschuwingslampjes en akoestische alarmsignalen normaal werken wanneer u de sleutel in de stand AAN zet. Contactslot
UIT ⇒ AAN
START ⇒ AAN
Motor
Voor het starten
Motor draait
Alarm
Geluid
Geen geluid
Waarschuwingslampje te lage accuspanning
AAN
UIT
Indicatielamp voor te hoge koelvloeistoftemperatuur
UIT
UIT
Indicatielamp voor te lage motoroliedruk
AAN
UIT
Indicatielamp voor water in de afdichting van de saildrive
UIT
UIT
Waarschuwingslampjes
Afstandsbediening met één hendel (3)
(2) (5)
(1) (4)
0004504
Figuur 16
De hendel regelt de richting van de boot (vooruit of achteruit) en de snelheid ervan door het motortoerental te vergroten wanneer de hendel in de richting VOORUIT of ACHTERUIT wordt geduwd. Wanneer de hendel is uitgetrokken, (Figuur 17, (1)) kan de motorsnelheid worden geregeld zonder de koppeling te activeren. De koppeling blijft in de positie NEUTRAAL (geen belasting) staan. Draai de knop (Figuur 17, (2)) linksom om de hendel te bewegen of draai de knop rechtsom om de hendel te vergrendelen.
1 – Langzaam - vooruit of achteruit 2 – Langzaam - vooruit of achteruit 3 – NEUTRAAL - Aandrijving van propelleras wordt onderbroken en de motor draait stationair. 4 – Maximaal motortoerental - vooruit of achteruit 5 – Maximaal motortoerental - vooruit of achteruit Een type met één hendel (Figuur 16) moet worden gebruikt om de keerkoppeling te bedienen (NEUTRAAL, VOORUIT en ACHTERUIT) en het motortoerental te regelen.
(2)
(1)
0004511
Figuur 17 Opmerking: Yanmar raadt aan om voor de afstandsbediening een type met één hendel te gebruiken. Als u alleen een type met twee hendels kunt vinden, moet u het motortoerental tot 1000 toeren of minder terugbrengen voordat u met de keerkoppeling schakelt.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
19
PRODUCTOVERZICHT
Blanco pagina
20
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
VOORDAT U BEGINT In dit deel van de bedieningshandleiding worden de specificaties beschreven van de dieselbrandstof, motorolie en koelvloeistof en hoe u deze bijvult. Tevens wordt hier de dagelijkse inspectie van de motor beschreven. Raadpleeg voordat u handelingen uit dit gedeelte gaat uitvoeren Veiligheid op pagina 3.
DIESELBRANDSTOF Specificaties dieselbrandstof OPMERKING: Gebruik voor de beste motorprestaties, om motorschade te voorkomen en te voldoen aan de EPAgarantievereisten, uitsluitend dieselbrandstoffen die door Yanmar worden aanbevolen. Gebruik uitsluitend schone dieselbrandstof. De gebruikte dieselbrandstof moet voldoen aan de onderstaande specificaties. De tabel vermeldt diverse wereldwijd geldende specificaties voor dieselbrandstoffen. SPECIFICATIE VAN DIESELBRANDSTOF
GEBIED
ASTM D975 nr. 2-D, Nr. 1D,
Ver. Staten
EN590:96
Europese Unie
ISO 8217 DMX
Internationaal
BS 2869-A1 of A2
Verenigd Koninkrijk
JIS K2204 Grade Nr. 2
Japan
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
21
VOORDAT U BEGINT Aanvullende technische brandstofvereisten • Het cetaangetal van de brandstof moet ten minste 45 zijn. • Het zwavelgehalte mag niet hoger zijn dan 0,5% per volume. Minder dan 0,05% verdient de voorkeur. • Meng NOOIT kerosine, gebruikte motorolie of overgebleven brandstoffen met de diesel. • Het gehalte aan water en sediment in de brandstof mag niet meer bedragen dan 0,05% per volume. • Zorg er te allen tijde voor dat de brandstoftank en de brandstofverwerkende apparatuur schoon zijn. • Het asgehalte mag niet meer bedragen dan 0,01% per volume. • Het gehalte aan koolstofresidu mag niet meer bedragen dan 0,35% per volume. Minder dan 0,1% verdient de voorkeur. • Het totaal gehalte aan aromatische stoffen mag niet meer bedragen dan 35% per volume. Minder dan 30% verdient de voorkeur. • Het gehalte aan PAH's (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) moet minder zijn dan 10% per volume. • Gebruik NOOIT biocide. • Gebruik NOOIT kerosine of overgebleven brandstoffen.
22
Omgaan met dieselbrandstof
! GEVAAR Vul de brandstoftank uitsluitend met diesel. Het vullen van de brandstoftank met benzine kan brand veroorzaken en leidt tot beschadiging van de motor. Vul NOOIT brandstof bij met draaiende motor. Veeg alle gemorste brandstof onmiddellijk op. Houd tijdens het tanken vonken, open vuur en iedere andere ontstekingsbron (lucifer, sigaret, statische elektriciteitsbron) uit de buurt. Sla reservoirs met brandstof ALTIJD op in een goed geventileerde ruimte en uit de buurt van brandbare stoffen en ontstekingsbronnen. Plaats het dieselvat ALTIJD op de grond bij het overbrengen van diesel van de pomp naar het vat. Houd tijdens het vullen het mondstuk van de brandstofslang stevig tegen het vat aan. Dit voorkomt de opbouw van statische elektriciteit, wat vonken zou kunnen veroorzaken en de brandstofdampen kan ontsteken.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
VOORDAT U BEGINT Brandstoftank (optioneel)
Brandstofsysteem
OPMERKING: Water en/of stof in de brandstof kunnen motorstoringen veroorzaken. Wanneer u brandstof opslaat, moet u ervoor zorgen dat de binnenkant van de opslagcontainer schoon en droog is en dat de brandstof uit de buurt van vuil en regen wordt bewaard.
(1)
(8) (2)
(9)
(3) (10)
(5) (7)
(4) (6) 0004788
Figuur 2 (3)
(1)
(2) 0004542
Figuur 1 1 – Bezinkingskom 2 – Aftapkraan 3 – Brandstofleiding naar motor Installeer een aftapkraan (Figuur 1, (2)) onder in de brandstoftank om water en vuil uit de bezinkingskom te verwijderen (Figuur 1, (1)). De brandstofuitlaat moet zich 20 - 30 mm (0,75 - 1,125 inch) boven de onderkant van de tank bevinden (Figuur 2, (4)) , zodat er alleen schone brandstof naar de motor wordt gevoerd.
1 – Brandstoffilter 2 – Brandstofpomp (pomphendel) 3 – Brandstof-/waterafscheider (optioneel) 4 – ongeveer 20 - 30 mm (0,75 - 1,125 inch) 5 – binnen 500 mm (20 inch) 6 – Aftapkraan 7 – Brandstofkraan 8 – Brandstofretourleiding 9 – Naar injectiepomp 10 – Brandstoftank Installeer de brandstofleiding van de brandstoftank op de brandstofinjectiepomp zoals afgebeeld in Figuur 2. De aanbevolen brandstof-/waterafscheider (Figuur 2, (3)) (optioneel) wordt in het midden van die leiding aangebracht.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
23
VOORDAT U BEGINT De brandstoftank vullen
Voordat u de brandstoftank voor het eerst vult: Spoel de brandstoftank door met kerosine of dieselbrandstof. Verwijder afval volgens voorschrift.
De brandstoftank vullen: OPMERKING: Laat de ruimventilatie (ventilatoren) minimaal 5 minuten werken om na het bijtanken alle dampen uit het motorcompartiment te verwijderen. Schakel de ruimventilatie tijdens het bijtanken altijd uit. Als u dat niet doet, kunnen explosieve dampen naar het motorcompartiment worden gepompt. Dit kan een ontploffing veroorzaken. 1. 2. 3.
4.
5.
24
Reinig het gebied rond de tankdop. Verwijder de tankdop van de brandstoftank. Vul de tank met schone brandstof, zonder olie en vuil. WAARSCHUWING! Houd tijdens het vullen het mondstuk van de brandstofslang stevig tegen de vulopening. Dit voorkomt de opbouw van statische elektriciteit, wat vonken zou kunnen veroorzaken en de brandstofdampen kan ontsteken. Stop met tanken wanneer de meter aangeeft dat de brandstoftank vol is. VOORZICHTIG! Doe de brandstoftank NOOIT te vol. Plaats de tankdop terug en draai deze met de hand dicht. Draai de tankdop niet te vast om beschadiging te voorkomen.
0004512
Figuur 3 Als de tank uit een opslagcontainer wordt gevuld (Figuur 3), laat de brandstofcontainer dan enkele uren stilstaan, zodat alle vuil en water naar de bodem van de container kan zinken. Gebruik een pomp om de heldere, gefilterde vloeistof uit de bovenkant van de container te halen.
Het brandstofsysteem ontluchten Het brandstofsysteem is voorzien van een apparaat om automatisch lucht uit het brandstofsysteem te verwijderen. Bij normaal gebruik is het niet nodig lucht handmatig te verwijderen. Na onderhoud aan het brandstofsysteem (vervanging van brandstoffilter, enz.) of als de motor na verschillende pogingen niet start, moet het systeem handmatig worden ontlucht.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
VOORDAT U BEGINT Het brandstofsysteem ontluchten (1)
1. 2.
(2)
3. (3)
4.
(4)
5.
Controleer het brandstofpeil in de brandstoftank. Vul de tank zo nodig bij. Open de brandstofkraan van de brandstoftank. WAARSCHUWING! Draag altijd een veiligheidsbril bij het ontluchten van het brandstofsysteem. Draai de ontluchtingsschroef (Figuur 4, (1)) 2 - 3 slagen los. Druk de pomphendel opzij aan de brandstofpomp omhoog en omlaag om lucht uit de ontluchtingsschroef te pompen. Gebruik altijd een goedgekeurde container om de dieselbrandstof op te vangen. Blijf pompen tot u een ononderbroken stroom brandstof zonder luchtbellen ziet. Draai de ontluchtingsschroef dicht.
(5)
6.
(6)
Opmerking: Nadat de motor is opgestart, start ook het automatische ontluchtingsapparaat met het verwijderen van lucht uit het brandstofsysteem.
0004801
Figuur 4 1– 2– 3– 4– 5– 6–
Ontluchtingsschroef Beugel O-ring Brandstoffilterelement Brandstoffilterhuis Borgring
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
25
VOORDAT U BEGINT
MOTOROLIE
Gebruik een motorolie die (ruimschoots) voldoet aan de onderstaande richtlijnen en classificaties:
OPMERKING: 1. Zorg ervoor dat de motorolie, de opslagvaten en de vulapparatuur vrij zijn van bezinksel en water. 2. Vervang de motorolie na de eerste 50 bedrijfsuren en vervolgens telkens na 150 uur. Zie De motorolie vervangen - 55. 3. Kies de viscositeit van de olie afhankelijk van de omgevingstemperatuur waarin de motor wordt gebruikt. Zie het SAE Service Grade-viscositeitsdiagram (Figuur 5). 4. Yanmar raadt het gebruik van "additieven" in de motorolie niet aan.
• API-servicecategorieën: CD of hoger TBN-waarde: 9 of hoger
Omgaan met motorolie
Specificaties motorolie OPMERKING: Gebruik uitsluitend de aangewezen motorolie. Het gebruik van andere motoroliën kan de garantie beïnvloeden, zorgen dat interne motoronderdelen vastlopen en/of de levensduur van de motor verkorten. Meng NOOIT verschillende soorten motorolie. Dit kan de smeereigenschappen van de motorolie negatief beïnvloeden.
De motorolie moet worden vervangen wanneer het Total Base Number (TBN) is teruggelopen tot 2,0. TBN (mgKOH/g) testmethode: JIS K-2501-5.2-2(HCI), ASTM D4739(HCI) • Aanbevolen SAE-viscositeit: 10W30, 15W40. U kunt het hele jaar door motorolie met een viscositeit van 10W30 en 15W40 gebruiken. • Gebruik NOOIT olie met een API-servicecategorie van CG-4 of CH-4.
26
1.
2.
3.
Wanneer u omgaat met motorolie of motorolie opslaat, moet u erop letten dat de olie niet vervuild raakt met stof en water. Reinig het gebied rond de vulopening voordat u olie bijvult. Meng geen smeerolie van verschillende soorten of merken. Als u dit toch doet, kunnen de chemische eigenschappen van de olie veranderen en kan de smeercapaciteit afnemen, waardoor de levensduur van de motor korter wordt. Motorolie moet met bepaalde tussenpozen worden vervangen, ongeacht of de motor regelmatig is gebruikt. Zie Het schema voor periodiek onderhoud 50.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
VOORDAT U BEGINT Viscositeit motorolie
De motorolie controleren (2) (1)
SAE 10W-30 SAE 15W-40
(3) (4) (5) 0004789
-4°F 14°F 32°F 50°F 68°F 86°F 104°F (-20°C) (-10°C) (0°C) (10°C) (20°C) (30°C) (40°C) 0000005
Figuur 5 Kies de geschikte viscositeit voor de motorolie, afhankelijk van de omgevingstemperatuur die staat vermeld in het SAE Service Grade-viscositeitsdiagram in Figuur 5. OPMERKING: Als u de motor buiten de vermelde temperatuurgrenzen gaat gebruiken, moet u een erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine raadplegen voor speciale smeermiddelen of starthulpmiddelen.
Figuur 6 1– 2– 3– 4– 5–
Vulopening Kleppendeksel Peilstok Bovengrens Ondergrens
Opmerking: 3YM30 afgebeeld. Overige modellen zijn vergelijkbaar. 1.
2.
3. 4.
5. 6.
Zorg ervoor dat de motor is uitgeschakeld. Het wordt aanbevolen dat de motor zoveel mogelijk waterpas staat als u de olie controleert. OPMERKING: Voorkom dat vuil en gruis de motorolie verontreinigen. Reinig de peilstok, de vuldop en het oppervlak eromheen zorgvuldig voordat u de dop verwijdert. Verwijder de peilstok (Figuur 6, (3)) en veeg deze af met een schone doek. Plaats de peilstok geheel terug. Verwijder de peilstok. Het oliepeil moet liggen tussen de bovenste (Figuur 6, (4)) en onderste (Figuur 6, (5)) streep op de peilstok. Vul de olie zo nodig bij. Zie Motorolie bijvullen - 28. Plaats de peilstok geheel terug.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
27
VOORDAT U BEGINT Motorolie bijvullen 1.
2.
3.
4.
1
28
OPMERKING: Voorkom dat vuil en gruis de motorolie verontreinigen. Reinig de peilstok, de vuldop en het oppervlak eromheen zorgvuldig voordat u de dop verwijdert. Verwijder de gele dop van de olievulopening (Figuur 6, (1)) op het kleppendeksel (Figuur 6, (2)) en vul motorolie bij. Vul met motorolie tot de bovengrens (Figuur 6, (4)) op de peilstok (Figuur 6, (3)). OPMERKING: Vul NOOIT olie bij boven het maximaal toelaatbare motoroliepeil. Plaats de peilstok volledig terug, zodat u het peil kunt controleren. OPMERKING: Houd het oliepeil ALTIJD tussen de bovenste en onderste lijn op de oliedop/peilstok. Draai de vuldop stevig met de hand vast.
OLIE VOOR DE KEERKOPPELING OF SAILDRIVE Specificaties voor keerkoppelingsolie Gebruik keerkoppelingsolie die (ruimschoots) voldoet aan de onderstaande richtlijnen en classificaties: KM2P-1 (S), (G) of (GG): • API-servicecategorieën: CD of hoger • SAE-viscositeit nr. 20 of 30
Specificaties voor saildrive-olie SD20 Zie de bedieningshandleiding van de saildrive voor instructies voor het bijvullen of vervangen van de saildrive-olie. SD20: • API-servicecategorie: GL4.5 • SAE-viscositeit: 90 of 80W90 • QuickSilver® 1 High Performance Gear Lube (hoogwaardige tandwielolie).
QuickSilver is een gedeponeerd handelsmerk van Brunswick Corporation. Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
VOORDAT U BEGINT Keerkoppelingsolie controleren
Keerkoppelingsolie toevoegen 1.
(1) (3)
2. 3.
(4)
4. 5. (2) 0004790
Figuur 7 1– 2– 3– 4–
Peilstok Vulopening van de keerkoppeling Bovengrens Ondergrens
1.
Zorg ervoor dat de motor is uitgeschakeld. Zorg ervoor dat de motor zoveel mogelijk waterpas staat en veeg het gebied schoon rondom de vulopening van de keerkoppeling (Figuur 7, (2)). Verwijder de vuldop op de bovenkant van de behuizing. Verwijder de peilstok (Figuur 7, (1)) en veeg deze af met een schone doek. Plaats de peilstok geheel terug. Verwijder de peilstok. Het oliepeil moet liggen tussen de bovenste (Figuur 7, (3)) en onderste (Figuur 7, (4)) streep op de peilstok. Plaats de peilstok geheel terug.
2. 3. 4. 5.
6.
Zorg ervoor dat de motor zoveel mogelijk waterpas staat. Verwijder de vuldop op de bovenkant van de behuizing. Vul olie bij tot aan de bovenste markering op de peilstok (Figuur 7, (3)). Zie Specificaties voor keerkoppelingsolie 28. OPMERKING: Vul de keerkoppeling NOOIT met te veel olie. Plaats de peilstok geheel terug. Draai de vuldop met de hand vast.
Saildrive-olie controleren en bijvullen Zie de bedieningshandleiding van de saildrive voor instructies voor het controleren en bijvullen van de saildrive-olie.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
29
VOORDAT U BEGINT
KOELVLOEISTOF Specificaties koelvloeistof • Texaco Long Life Coolant (LLC), zowel standaard als vooraf gemengd, productcode 7997 en 7998. • Havoline Extended Life antivries/koelvloeistof, productcode 7994. Opmerking: In de VS moet u LLC gebruiken omdat anders de garantie niet geldig is. OPMERKING: Volg de aanbevelingen van de fabrikant en gebruik een schone LLC die geen schadelijk effect heeft op de materialen (gietijzer, aluminium, koper, enz.) waaruit het koelsysteem van de motor bestaat. Zie de motorkoelvloeistofspecificaties op pagina 33. Respecteer ALTIJD de mengverhouding die de fabrikant van het antivriesmiddel voor het temperatuurbereik opgeeft.
OPMERKING: Voeg LLC ALTIJD toe aan zacht water, vooral wanneer u de motor onder koude weersomstandigheden gebruikt. Gebruik NOOIT hard water. Water moet schoon en vrij van deeltjes zijn. Zonder LLC nemen de koelprestaties af door de vorming van kalk en roest in het koelvloeistofsysteem. Water alleen kan bevriezen en ijs vormen. Het volume neemt dan met ongeveer 9% toe. Gebruik de juiste hoeveelheid koelvloeistofconcentraat voor de omgevingstemperatuur, zoals gespecificeerd door de LLC-fabrikant. De LLC-concentratie moet minimaal 30% en maximaal 60% zijn. Als u teveel LLC gebruikt, neemt de koelefficiëntie ook af. De koelefficiëntie van de motor neemt ook af als u teveel antivries gebruikt. Meng NOOIT verschillende soorten of merken LLC, omdat er anders een schadelijke drab kan ontstaan. Het mengen van verschillende merken antivries kan een chemische reactie veroorzaken en de antivrieswerking opheffen of tot motorproblemen leiden. Vervang de motorkoelvloeistof periodiek volgens het onderhoudsgedeelte in deze bedieningshandleiding. Verwijder kalkaanslag periodiek uit het koelsysteem door het systeem te spoelen.
30
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
VOORDAT U BEGINT Koelvloeistof controleren en bijvullen Aanduiding onderdeel
(1)
(1)
(4) (3) (5)
0004793
Figuur 10
(2)
(3)
(2)
0004791
Figuur 8 1 – Koelvloeistofreservoir/warmtewisselaar 2 – Aftapplug koelvloeistof 3 – Aftapplug zeewater 4 – Koelvloeistofpomp 5 – Zeewaterpomp
1 – Stopsolenoïde 2 – Aftapplug zeewater 3 – Vliegwielhuis
(1)
(2) (3)
Figuur 9
0005576
1 – Koelvloeistofreservoir/warmtewisselaar 2 – Aftapplug koelvloeistof 3 – Zeewateraftapkraan
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
31
VOORDAT U BEGINT Opmerking: De aftapkranen worden geopend voordat de motor vanaf de fabriek wordt verzonden. Sluit alle aftapkranen voordat het systeem met koelvloeistof wordt gevuld. 1. 2. 3.
5.
Laat de motor afkoelen. Zorg dat alle aftapkranen gesloten zijn. Draai de vuldop van het koelvloeistofreservoir los om de druk weg te nemen. Verwijder vervolgens de vuldop. WAARSCHUWING! Verwijder NOOIT de vuldop van het koelvloeistofsysteem wanneer de motor heet is. Stoom en hete koelvloeistof zullen met kracht vrijkomen, waardoor u ernstige brandwonden kunt oplopen. Laat de motor afkoelen voordat u probeert de dop te verwijderen.
(3)
(2) FULL
(3) LOW
0004493
Figuur 12 1 – Rubberen slang naar koelvloeistofreservoir 2 – Markering FULL 3 – Markering LOW 4 – Dop koelvloeistofexpansievat 6.
(4)
0004492
Figuur 11 1– 2– 3– 4– 4.
32
Uitsteeksels op vuldop Vuldop koelvloeistof Inkepingen in vulopening Koelvloeistofreservoir/warmtewisselaar
OPMERKING: Giet NOOIT koude koelvloeistof in een hete motor. Giet de koelvloeistof langzaam in het koelvloeistofreservoir/de warmtewisselaar (Figuur 11, (4)) om luchtbellen te voorkomen. Blijf gieten tot de koelvloeistof over de vulopening stroomt.
(4)
(1)
(1) (2)
Plaats de uitsteeksels op de vuldop (Figuur 11, (1)) op één lijn met de inkepingen in de vulopening (Figuur 11, (3)) en draai de vuldop dicht (Figuur 11, (2)).
7.
Controleer het peil van de koelvloeistof in het expansievat. Het peil moet zich altijd bij de markering FULL bevinden (Figuur 12, (2)). Vul zo nodig koelvloeistof bij. Opmerking: Het niveau van de koelvloeistof in de expansietank stijgt tijdens het gebruik. Wanneer u de motor stopt, koelt de koelvloeistof af en vloeit de extra koelvloeistof terug naar het koelvloeistofreservoir. OPMERKING: Giet NOOIT koude koelvloeistof in een hete motor. Verwijder de dop van het expansievat van de koelvloeistof (Figuur 12, (4)) om zo nodig koelvloeistof bij te vullen. Vul NOOIT met water bij.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
VOORDAT U BEGINT 8.
Plaats de vuldop terug en draai deze stevig dicht. Als u dit niet doet, zal er koelvloeistof weglekken. WAARSCHUWING! Draai de dop van het expansievat ALTIJD stevig dicht nadat u het koelvloeistofreservoir hebt gecontroleerd. Als de dop loszit terwijl de motor draait, kan er stoom ontsnappen. Inhoud koelvloeistofexpansievat 0,8 l (0,95 qt)
9.
Controleer de rubberen slang (Figuur 12, (1)) van het expansievat naar het koelvloeistofreservoir/de warmtewisselaar. Vervang deze bij beschadiging.
OPMERKING: Als de koelvloeistof vaak laag staat of als alleen het peil van de koelvloeistof in het reservoir/de warmtewisselaar daalt zonder dat het niveau in het expansievat toeneemt, is er mogelijk sprake van koelvloeistof- of luchtlekkage in het koelsysteem. Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
DE MOTOR AANSLINGEREN OPMERKING: Wanneer u de motor laat inlopen of als de motor langdurig niet is gebruikt, wordt de motorolie niet naar alle bewegende delen gevoerd. De motor zal bij gebruik onder deze omstandigheden vastlopen. Als de motor langdurig niet gebruikt is, moet u de olie naar alle onderdelen voeren door de motor aan te slingeren. Voer de volgende procedure uit voordat u de motor start: 1. 2. 3. 4.
Open de zeewaterkraan. Open de brandstofkraan. Zet de schakelhendel van de afstandsbediening op NEUTRAAL. Zet de accuschakelaar op AAN (indien aanwezig).
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
33
VOORDAT U BEGINT
DAGELIJKSE CONTROLES (1)
(2) (3) (4)
0003622
Figuur 13 1– 2– 3– 4–
5. 6.
7.
Controleer voordat u aan uw vaartocht begint of de motor in goede staat is. VOORZICHTIG! Het is belangrijk de dagelijkse controles uit te voeren die staan vermeld in deze bedieningshandleiding. Periodiek onderhoud voorkomt onverwachte stilstand, vermindert het aantal ongevallen door slechte motorprestaties en helpt de levensduur van de motor te verlengen. Controleer de volgende punten:
VOORGLOEIEN UIT AAN START
Visuele controles 1. 2.
Opmerking: Als de motor langdurig buiten gebruik is geweest, moet u controleren of u de contactsleutel soepel van START naar AAN kunt draaien. Draai de contactsleutel naar AAN. (Figuur 13, (3)). Druk op de knop STOP op het bedieningspaneel terwijl u de sleutel in de stand START draait (Figuur 13, (4)). OPMERKING: Houd de sleutel NOOIT langer dan 15 seconden in de stand START om te voorkomen dat de startmotor oververhit raakt. Wanneer u de sleutel in de stand START houdt, begint de motor aan te slingeren. Blijf circa 5 seconden aanslingeren en controleer tijdens die periode op abnormale geluiden.
OPMERKING: Als u de knop STOP tijdens het aanslingeren loslaat, wordt de motor gestart. Start de motor NOOIT in deze modus.
3. 4. 5. 6. 7.
34
Controleer op olielekkage. Controleer op brandstoflekkage. WAARSCHUWING! Vermijd huidcontact met onder hoge druk wegspuitende diesel door een lekkage in het brandstofsysteem zoals een defecte brandstofinjectieslang. Brandstof onder hoge druk kan de huid binnendringen en ernstig letsel veroorzaken. Indien u wordt blootgesteld aan spuitende brandstof onder hoge druk, laat u dan zo snel mogelijk door een arts behandelen. Controleer NOOIT op brandstoflekkage met uw handen. Maak ALTIJD gebruik van een stuk hout of karton. Laat een erkende dealer of distributeur voor Yanmarscheepsmotoren de schade repareren. Controleer op lekkende motorolie. Controleer op beschadigde of ontbrekende onderdelen. Controleer op losse, ontbrekende of beschadigde bevestigingen. Controleer de kabelbomen op barsten, afgeschaafde plekken en beschadigde of verroeste connectoren. Controleer de slangen op barsten, afgeschaafde plekken en beschadigde, losse of verroeste klemmen.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
VOORDAT U BEGINT 8.
Controleer het brandstoffilter/de waterafscheider op de aanwezigheid van water en vuil. Als u water of vuil aantreft, tap dan het brandstoffilter of de waterafscheider af. Zie Brandstoffilter/waterafscheider aftappen - 58. Als u vaak het brandstoffilter of de waterafscheider moet legen, tap dan de brandstoftank af en controleer of er zich water in de brandstofleiding bevindt. Zie De brandstoftank aftappen - 54.
VOORZICHTIG! Indien u bij de visuele controle problemen opmerkt, dienen deze te worden verholpen voordat u de motor gebruikt.
Controleer het peil van de dieselbrandstof, motorolie en koelvloeistof. Volg de procedures die zijn beschreven in De brandstoftank vullen - 24, De motorolie controleren - 27 en Koelvloeistof controleren en bijvullen - 31 om deze controles uit te voeren.
Olie voor de keerkoppeling controleren en bijvullen
Hendel van de afstandsbediening controleren Controleer of de hendel van de afstandsbediening goed werkt en soepel beweegt. Als de hendel moeilijk te bedienen is, moet u de verbindingen van de afstandsbedieningskabel en de lagers van de hendel invetten. Als de hendel te los zit, moet u de kabel van de afstandsbediening afstellen. Zie De afstandsbedieningskabels controleren en afstellen - 56.
Controleren van de alarmindicaties Controleer regelmatig de instrumenten en alarmindicaties.
Reservevoorraad brandstof, olie en koelvloeistof Houd altijd voldoende dieselbrandstof beschikbaar voor de activiteiten van die dag. Houd altijd een reservevoorraad motorolie en koelvloeistof (voor tenminste eenmaal bijvullen) aan boord voor eventuele noodgevallen.
Zie Keerkoppelingsolie controleren - 29.
Elektrolytpeil van de accu controleren Controleer het elektrolytpeil voordat u de motor gebruikt. Zie Het elektrolytniveau van de accu controleren (alleen niet-onderhoudsvrije accu's) - 59.
V-riem controleren Controleer de riem voordat u de motor gebruikt. Zie De spanning van de V-riem controleren en afstellen - 56 .
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
35
VOORDAT U BEGINT
Blanco pagina
36
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
MOTOR IN BEDRIJF In dit deel van de bedieningshandleiding worden de procedures beschreven om de motor te starten, om de motorprestaties tijdens het gebruik te controleren en om de motor uit te schakelen. Lees voordat u handelingen uit dit gedeelte gaat uitvoeren de volgende veiligheidsinformatie en raadpleeg Veiligheid op pagina 3.
! WAARSCHUWING Brand- en ontploffingsgevaar Start de motor NOOIT met startkabels. De vonken die veroorzaakt worden door het aansluiten van de accu op de startmotor kunnen brand of een explosie veroorzaken. Gebruik ALLEEN het contactslot om de motor te starten. Gevaar bij plotselinge bewegingen Zorg ervoor dat de boot zich in open water bevindt, uit de buurt van andere boten, steigers en andere obstakels, voordat u het toerental verhoogt. Voorkom onverwachte bewegingen van de apparatuur. Schakel de keerkoppeling in de stand NEUTRAAL wanneer de motor stationair draait. Om onbedoelde beweging van apparatuur te voorkomen, start u de motor NOOIT terwijl deze in de versnelling staat. Breukgevaar Houd kinderen en huisdieren uit de buurt terwijl de motor draait.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
37
MOTOR IN BEDRIJF OPMERKING
! WAARSCHUWING Gevaar door uitlaatgassen Blokkeer NOOIT de vensters, luchtgaten of andere ventilatiemiddelen wanneer de motor in een afgesloten ruimte draait. Tijdens gebruik produceren alle interne verbrandingsmotoren koolmonoxidegas en zijn er speciale voorzorgsmaatregelen nodig om koolmonoxidevergiftiging te voorkomen.
Als tijdens motorbedrijf een waarschuwingslampje gaat branden, stop de motor dan onmiddellijk. Stel vast wat de oorzaak is en verhelp het probleem voordat u de motor verder gebruikt. Als het alarmvenster met alarmsignaal niet correct wordt weergegeven en na 3 seconden uitgaat wanneer de tuimelschakelaar in de stand AAN wordt gezet, moet u contact opnemen met een erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine, zodat het noodzakelijke onderhoud kan worden verricht voordat u de motor opnieuw gebruikt. Let op de onderstaande omgevingsvoorwaarden om de motorprestaties te behouden en voortijdige slijtage van de motor te voorkomen: • Voorkom dat de motor onder zeer stoffige omstandigheden moet draaien. • Laat de motor niet draaien in de buurt van chemische gassen of dampen. • Laat de motor NOOIT draaien bij een omgevingstemperatuur die hoger is dan +40˚C (+04˚F) of lager dan -16˚C (+5˚F). • Als de omgevingstemperatuur hoger is dan +40˚C (+104˚F) kan de motor oververhit raken en de motorolie gaan schiften. • Als de omgevingstemperatuur lager is dan -16˚C (+5˚F), zullen rubberen onderdelen zoals pakkingen en afdichtingen hard worden, waardoor de motor voortijdig slijt en beschadigd raakt. • Neem contact op met een erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine als de motor buiten de genoemde temperatuurgrenzen wordt gebruikt. Schakel NOOIT de startmotor in terwijl de motor draait. Hierdoor kan het rondsel en/of de krans van de startmotor beschadigd raken.
38
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
MOTOR IN BEDRIJF
DE MOTOR STARTEN
5.
OPMERKING: Indien het vaartuig is voorzien van een waterliftdemper (waterslot), kan overmatig aanslingeren tot gevolg hebben dat zeewater de cilinders binnendringt, wat schadelijk is voor de motor. Als de motor na 10 seconden aanslingeren niet start, sluit dan de zeewaterkraan om te voorkomen dat de demper zich met water vult. Start gedurende 10 seconden of totdat de motor aanslaat. Als de motor niet aanslaat, stop dan onmiddellijk de motor en zet de schakelaar in de stand UIT. 1. 2. 3.
Open de zeewaterkraan (indien aanwezig). Open de brandstofkraan. Zet de bedieningshendel van de afstandsbediening op NEUTRAAL. Opmerking: De beveiliging maakt het onmogelijk om de motor te starten in een andere stand dan NEUTRAAL.
(1)
6.
7.
Draai de sleutel in de stand AAN (Figuur 1, (3)). Controleer of de waarschuwingslampjes op het instrumentenpaneel branden en het alarm weerklinkt. U weet dan dat de waarschuwingslampjes en het alarm correct werken. Opmerking: Het alarmlampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur en de indicatielamp voor water in de afdichting van de saildrive gaan tijdens het opstarten niet branden. Draai de contactsleutel naar START (Figuur 1, (4)). Laat de contactsleutel los wanneer de motor is gestart. OPMERKING: Houd de sleutel NOOIT langer dan 15 seconden in de stand START om te voorkomen dat de startmotor oververhit raakt. Het alarmsignaal moet stoppen en de waarschuwingslampjes moeten doven. OPMERKING: Indien een van de waarschuwingslampjes niet oplicht als de contactsleutel in de stand AAN staat, neem dan contact op met een erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine, zodat het noodzakelijke onderhoud kan worden uitgevoerd voordat u de motor gebruikt.
Opmerking: Als de motor langdurig buiten gebruik is geweest, moet u controleren of u de contactsleutel soepel van START naar AAN kunt draaien.
(2) (3) (4)
0003622
Figuur 1 1– 2– 3– 4– 4.
VOORGLOEIEN UIT AAN START
Zet de hoofdschakelaar van de accu (indien aanwezig) op AAN. Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
39
MOTOR IN BEDRIJF Opnieuw starten nadat het starten is mislukt
Starten met luchtverwarming (indien aanwezig)
Controleer of de motor volledig is gestopt, voordat u opnieuw aan de contactsleutel draait. Probeer de motor NOOIT opnieuw te starten als deze nog draait. Het rondsel op de startmotor raakt dan beschadigd. OPMERKING: Houd de sleutel NOOIT langer dan 15 seconden in de stand START om te voorkomen dat de startmotor oververhit raakt.
1.
OPMERKING: Probeer de motor NOOIT opnieuw te starten als deze niet volledig is gestopt. Rondsel en startmotor raken anders beschadigd.
6.
2. 3. 4. 5.
Lucht uit het brandstofsysteem verwijderen nadat het starten is mislukt Als de motor na enkele pogingen niet start, is er mogelijk lucht in het brandstofsysteem aanwezig. Als er lucht in het brandstofsysteem aanwezig is, kan de brandstof de injectiepomp niet bereiken. Ontlucht het systeem. Zie Het brandstofsysteem ontluchten - 24.
Starten bij lage temperaturen Leef de plaatselijke milieuvoorschriften na. Gebruik motorverwarmers om startproblemen en witte rook te voorkomen. OPMERKING: Gebruik NOOIT een starthulp zoals ether. Dit veroorzaakt motorschade. Door het gebruik van een starthulp kan de garantie vervallen.
7.
Open de zeewaterkraan (indien aanwezig). Open de brandstofkraan. Zet de bedieningshendel van de afstandsbediening op NEUTRAAL. Zet de hoofdschakelaar van de accu (indien aanwezig) op AAN. Zet de contactsleutel 15 seconden op GLOEIEN. Draai de contactsleutel naar AAN. Controleer of de waarschuwingslampjes op het instrumentenpaneel branden en het alarm weerklinkt. U weet dan dat de waarschuwingslampjes en het alarm correct werken. Opmerking: Het alarmlampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur en de indicatielamp voor water in de afdichting van de saildrive gaan tijdens het opstarten niet branden. Draai de contactsleutel naar START. Laat de contactsleutel los wanneer de motor is gestart. Het alarmsignaal moet stoppen en de waarschuwingslampjes moeten doven. OPMERKING: Houd de sleutel NOOIT langer dan 15 seconden in de stand START om te voorkomen dat de startmotor oververhit raakt.
Om witte rook te beperken, moet u de motor langzaam en matig belast laten draaien totdat de motor de normale bedrijfstemperatuur bereikt. Een licht belaste koude motor zorgt voor betere verbranding en sneller opwarmen dan een onbelaste koude motor. Laat de motor niet langer dan nodig stationair draaien.
40
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
MOTOR IN BEDRIJF Nadat de motor is gestart Wanneer de motor eenmaal draait, dient u de volgende punten bij een laag toerental te controleren: 1. 2.
3. 4.
Controleer of de meters, waarschuwingslampjes en het alarm normaal werken. Controleer op lekkage van water, brandstof, motorkoelvloeistof of motorolie. Als er een lek wordt aangetroffen, schakel dan de motor uit en voer de benodigde reparatie uit. WAARSCHUWING! Controleer NOOIT op brandstoflekkage met uw handen. Maak ALTIJD gebruik van een stuk hout of karton. Laat een erkende dealer of distributeur voor Yanmar-scheepsmotoren de schade repareren. Vermijd huidcontact met onder hoge druk wegspuitende diesel door een lekkage in het brandstofsysteem zoals een defecte brandstofinjectieslang. Brandstof onder hoge druk kan de huid binnendringen en ernstig letsel veroorzaken. Indien u wordt blootgesteld aan spuitende brandstof onder hoge druk, laat u dan zo snel mogelijk door een arts behandelen. Controleer of de kleur van het uitlaatgas en trillingen en geluid van de motor normaal zijn. Als er geen problemen zijn, houd dan de motor op een laag toerental terwijl de boot nog blijft stilliggen. Zo kan de motorolie alle motoronderdelen bereiken.
Controleer of er water uit de zeewateruitlaat stroomt. Gebruik van de motor met onvoldoende uitstroom van zeewater leidt tot beschadiging van de rotor van de zeewaterpomp. Als de uitstroom van zeewater te gering is, stop de motor dan onmiddellijk. Stel de oorzaak vast en verhelp deze. OPMERKING: De motor zal vastlopen als u deze gebruikt terwijl er onvoldoende uitstroom van koelend zeewater is of als de motor wordt belast terwijl deze nog niet is opgewarmd. Als u de motor lang achtereen met lage toerentallen laat draaien, dient u de motor om de 2 uur even op te jagen. Opjagen van de motor: zet de versnelling in NEUTRAAL en versnel van de lagesnelheidsstand naar de hogesnelheidsstand; herhaal dit ongeveer vijfmaal. Hierdoor wordt koolstof uit de cilinders en de brandstofinjectiekleppen verwijderd. OPMERKING: Als u de motor niet af en toe opjaagt, krijgt het uitlaatgas een slechte kleur en nemen de motorprestaties af. Laat de motor van tijd tot tijd op bijna het maximale toerental draaien als u onderweg bent. Hierdoor zal de uitlaatgastemperatuur stijgen, wat bijdraagt tot het reinigen van harde koolstofafzettingen, behoud van de motorprestaties en een langere levensduur van de motor. Raadpleeg voor hulp bij probleemoplossing Probleemoplossing na het starten - 67 of Probleemoplossingsdiagram - 69. Neem zo nodig contact op met een erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
41
MOTOR IN BEDRIJF
BEDIENING MET DE HENDEL VAN DE AFSTANDSBEDIENING
De motor schakelen OPMERKING: Het gebruik van de keerkoppeling op hoge snelheden of zonder de hendel volledig op zijn plaats te drukken (gedeeltelijke koppeling), leidt tot beschadiging van onderdelen van de keerkoppeling en abnormale slijtage.
Versnellen en vertragen (2)
(3)
1.
(1) (4)
2. 0004513
Figuur 2 1– 2– 3– 4–
Vooruit of achteruit Neutraal Achteruit of vooruit Gashendel/koppelingshendel
Opmerking: De draairichting hangt af van de plaats van installatie. Gebruik de gashendel (Figuur 2, (4)) om de versnelling en vertraging te regelen. Verplaats de hendel langzaam.
42
Voordat u de keerkoppeling gebruikt, moet u de gashendel in de stand langzaam stationair (minder dan 1000 toeren) zetten. Beweeg de gashendel langzaam naar een hogere snelheidsstand nadat u de koppeling volledig heeft laten opkomen. OPMERKING: Schakel de keerkoppeling NOOIT bij een hoog motortoerental. Bij normale bediening mag de keerkoppeling alleen worden geschakeld wanneer de motor stationair draait. Wanneer u de hendel tussen VOORUIT (Figuur 2, (1)) en ACHTERUIT (Figuur 2, (3)) schakelt, zet u de koppeling in NEUTRAAL (Figuur 2, (2)) en pauzeert u voordat u langzaam naar de gewenste stand schakelt. Schakel niet abrupt van VOORUIT naar ACHTERUIT of omgekeerd.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
MOTOR IN BEDRIJF
DE MOTOR UITZETTEN
(1)
OPMERKING: Zet de motor NOOIT abrupt uit tijdens het gebruik. Yanmar raadt aan om de motor, voor u deze uitzet, vijf minuten lang zonder belasting in de vrijloop te laten draaien. Hierdoor zullen bepaalde motoronderdelen die bij hoge temperaturen werken, zoals het uitlaatsysteem, enigszins afkoelen voordat de motor geheel wordt uitgezet. 1. 2.
3. 4.
Verlaag het toerental tot langzaam stationair en zet de hendel van de afstandsbediening op NEUTRAAL. Versnel van langzaam naar snel en herhaal dit vijfmaal. Dit dient om de koolstof uit de cilinders en de brandstofverstuivers te verwijderen. Laat de motor gedurende 5 minuten op lage snelheid (ongeveer 1000 tpm) en zonder belasting draaien. Laat de sleutel in de stand AAN staan en houd de stopknop ingedrukt (Figuur 3, (1)). Nadat de motor is gestopt, zet u de contactsleutel op UIT. Opmerking: Houd de stopknop ingedrukt totdat de motor volledig is gestopt. Als u de knop loslaat voordat de motor volledig is gestopt, kan de motor opnieuw starten. Als de motor niet volledig stopt, raadpleegt u Noodstop 44.
0004487
Figuur 3 1 – STOP-knop 5. 6. 7. 8.
Verwijder de sleutel en dek het contactslot af met de vochtdop. Zet de hoofdschakelaar van de accu (indien aanwezig) op UIT. Sluit de brandstofkraan. Sluit de zeewaterkraan (indien aanwezig). OPMERKING: Sluit ALTIJD de zeewaterkraan. Als u de zeewaterkraan vergeet te sluiten, kan er water in de boot lekken, waardoor deze kan zinken.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
43
MOTOR IN BEDRIJF Noodstop OPMERKING: Gebruik in normale situaties NOOIT de noodstopschakelaar om de motor te stoppen. Gebruik deze schakelaar uitsluitend in noodsituaties om de motor onmiddellijk te stoppen. Als de motor niet met de STOP-knop op het bedieningspaneel kan worden uitgeschakeld, schakelt u de motor uit door te drukken op de knop (Figuur 4, (1)) op de achterkant van de stopsolenoïde (Figuur 4, (2)).
DE MOTOR CONTROLEREN NA GEBRUIK • Controleer of het contactslot op UIT staat en de hoofdschakelaar van de accu (indien aanwezig) op UIT is gezet. • Vul de brandstoftank. Zie De brandstoftank vullen - 24. • Sluit de zeewaterkra(a)n(en). • Als er kans op vorst bestaat, moet u controleren of het koelsysteem voldoende koelvloeistof bevat. Zie Specificaties koelvloeistof - 30. • Als er kans op vorst bestaat (temperaturen onder 0˚C [32˚F]), moet u het zeewatersysteem aftappen Zie Het koelsysteem aftappen - 74 en de motorverwarming (indien aanwezig) aansluiten.
(1) (2)
0004787
Figuur 4 1 – STOP-knop 2 – Stopsolenoïde
44
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PERIODIEK ONDERHOUD In dit deel van de bedieningshandleiding worden de procedures beschreven voor de juiste verzorging en het onderhoud van de motor. Lees voordat u onderhoudsprocedures uit dit gedeelte gaat uitvoeren de volgende veiligheidsinformatie en raadpleeg Veiligheid op pagina 3.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ! WAARSCHUWING Pletgevaar Als u de motor voor reparatie moet vervoeren, laat u dan door iemand helpen de motor aan een takel te bevestigen en op een vrachtwagen te laden. Alleen de motorhijsogen zijn er op berekend om het gewicht van de scheepsmotor te dragen. Gebruik ALTIJD de hijsogen van de motor om de scheepsmotor op te hijsen. U hebt extra apparatuur nodig om de scheepsmotor en keerkoppeling samen op te hijsen. Hijs de scheepsmotor ALLEEN op met hijsapparatuur van voldoende vermogen.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
45
PERIODIEK ONDERHOUD OPMERKING
! WAARSCHUWING Gevaar bij lassen • Schakel de accuschakelaar (indien aanwezig) ALTIJD uit of ontkoppel de minkabel van de accu en de kabels naar de dynamo voordat u aan de apparatuur gaat lassen. • Sluit de lasklem zo dicht mogelijk bij het laspunt aan op het te lassen onderdeel. • Sluit de lasklem NOOIT aan op de motor of op zodanige manier dat een bevestigingsbeugel onder stroom kan komen staan. • Wanneer het lassen voltooid is en voordat de accu opnieuw wordt aangesloten, sluit u de kabels weer op de dynamo aan.
Elk onderdeel dat bij inspectie als defect wordt beschouwd, en elk onderdeel waarvan de gemeten waarde niet voldoet aan de standaard of limiet, moet worden vervangen. Aanpassingen kunnen leiden tot verminderde veiligheid en prestaties en een kortere levensduur van de motor. Door aanpassingen aan de motor kan de garantie vervallen. Gebruik alleen originele Yanmarvervangingsonderdelen.
Gevaar door uitlaatgassen Controleer na reparaties aan het uitlaatsysteem ALTIJD of alle aansluitingen volgens de specificaties zijn aangehaald. Tijdens gebruik produceren alle interne verbrandingsmotoren koolmonoxidegas en zijn er speciale voorzorgsmaatregelen nodig om koolmonoxidevergiftiging te voorkomen. Schokgevaar Zet de accuschakelaar (indien aanwezig) ALTIJD uit of ontkoppel de minkabel van de accu voordat u onderhoud verricht aan de apparatuur. Houd elektrische connectoren en aansluitpunten ALTIJD schoon. Controleer de kabelbomen op barsten, afgeschaafde plekken en beschadigde of verroeste connectoren.
46
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PERIODIEK ONDERHOUD
VOORZORGSMAATREGELEN
Houd de bedrijfsuren en de dagelijkse controles bij
Het belang van periodiek onderhoud De prestaties van de motor en de slijtage houden rechtstreeks verband met de gebruiksduur van de motor en met de omstandigheden waaronder de motor is gebruikt. Periodiek onderhoud voorkomt onverwachte stilstand, vermindert het aantal ongevallen door slechte motorprestaties en helpt de levensduur van de motor te verlengen.
Uitvoeren van periodiek onderhoud WAARSCHUWING! Blokkeer NOOIT de vensters, luchtgaten of andere ventilatiemiddelen wanneer de motor in een afgesloten ruimte draait. Tijdens het bedrijf van interne-verbrandingsmotoren wordt altijd koolmonoxide gevormd. Een ophoping van dit gas in een afgesloten ruimte kan ziekte of zelfs de dood veroorzaken. Zorg dat alle aansluitingen na reparaties aan het uitlaatsysteem volgens de specificaties worden vastgemaakt. Als u dit veiligheidsvoorschrift niet in acht neemt, kan dat leiden tot de dood of tot ernstig letsel.
Het belang van dagelijkse controles
Houd het aantal uren bij dat de motor per dag wordt gebruikt en noteer de uitgevoerde dagelijkse controles. Houd ook de datum, het type reparatie (bijv. dynamo vervangen) en de gebruikte onderdelen bij voor onderhoud dat nodig is tussen de periodieke onderhoudsbeurten in. De periodieke onderhoudsbeurten zijn elke 50, 100, 150, 250 en 1000 bedrijfsuren. OPMERKING: Het nalaten van de periodieke onderhoudsbeurten zal de levensduur van de motor verkorten en kan de garantie doen vervallen.
Yanmar-vervangingsonderdelen Yanmar beveelt aan gebruik te maken van originele Yanmar-onderdelen wanneer er onderdelen moeten worden vervangen. Originele reserveonderdelen helpen de levensduur van de motor te verlengen.
Vereiste gereedschappen Zorg voordat u met het periodieke onderhoud begint dat u beschikt over de juiste gereedschappen om alle benodigde werkzaamheden te verrichten.
Vraag de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine om hulp Onze professionele onderhoudsmonteurs bezitten de deskundigheid en de vaardigheden om u te helpen met al het onderhoud.
In de periodieke onderhoudsschema's wordt verondersteld dat de dagelijkse controles regelmatig worden uitgevoerd. Maak er een gewoonte van dat u de dagelijkse controles uitvoert voordat u met het werk van de dag begint. Zie Dagelijkse controles - 34.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
47
PERIODIEK ONDERHOUD Aandraaien van bevestigingen Gebruik het juiste aanhaalmoment bij het aandraaien van bevestigingen op de motor. Het gebruik van een te groot aanhaalmoment kan de bevestiging of het onderdeel beschadigen en een te klein aanhaalmoment kan leiden tot lekkage of een slecht werkend onderdeel. OPMERKING: Het aanhaalmoment vermeld in het Overzicht van standaardmomenten mag alleen worden toegepast op bouten met een “7”-kop (JISsterkteclassificatie: 7T). Pas 60% van het moment toe op niet genoemde bouten. Pas 80% van het moment toe bij het aandraaien in aluminiumlegering.
Overzicht van standaard momenten Boutdiameter x spoed (mm) Aanhaalmoment
48
M6 x 1,0
M8 x 1,25
M10 x 1,5
M12 x 1,75
M14 x 1,5
M16 x 1,5
N·m
11,0 ± 1,0
26,0 ± 3,0
50,0 ± 5,0
90,0 ± 10,0
140,0 ± 10,0
230,0 ± 10,0
kgf-m
1,1 ± 0,1
2,7 ± 0,3
5,1 ± 0,5
9,2 ± 1,0
14,3 ± 1,0
23,5 ± 1,0
lb-ft
8,0 ± 0,7
19,0 ± 2,1
37 ± 3,6
66,0 ± 7,2
103 ± 7,2
170 ± 7,2
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PERIODIEK ONDERHOUD
EPA-ONDERHOUDSVEREISTEN Om de optimale prestaties van de motor te behouden en te voldoen aan de motorvoorschriften van de EPA (Environmental Protection Agency, Amerikaanse instantie voor milieubescherming), is het belangrijk dat u voldoet aan de Het schema voor periodiek onderhoud - 50 en de Periodieke onderhoudswerkzaamheden - 54.
EPA-vereisten voor de VS en andere landen waarin de EPAvereisten gelden Onderstaand volgen de vereisten voor de EPA. Wanneer niet wordt voldaan aan deze vereisten, zal de uitstoot van uitlaatgassen niet binnen de door de EPA gestelde grenzen liggen. De EPA-emissievoorschriften zijn alleen van toepassing in de VS en andere landen die de EPA-voorschriften geheel of gedeeltelijk hebben overgenomen. Lees en respecteer de emissievoorschriften van het land waar u de motor gebruikt om te weten waaraan u zich moet houden.
Voorwaarden om naleving van de EPA-emissienormen te waarborgen De motoren 2YM15, 3YM20 en 3YM30 zijn door EPA gecertificeerd. Hierna volgen de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om te waarborgen dat de emissies tijdens het gebruik aan de EPAnormen voldoen: • Omgevingstemperatuur: -20 tot +40°C (-4 tot +104°F) • Relatieve vochtigheid: 80% of minder
Eisen aan dieselbrandstof: • ASTM D975 nr. 1-D of nr. 2-D, of gelijkwaardig (minimaal cetaangetal 45) Eisen aan smeerolie: • Type API, klasse CD of hoger Voer de inspecties uit, zoals deze zijn uiteengezet in Periodieke onderhoudswerkzaamheden - 54 en bewaar schriftelijke aantekeningen van de resultaten. Let in het bijzonder op de volgende belangrijke punten: • • • •
De motorolie vervangen Het oliefilter vervangen Het brandstoffilter vervangen De inlaatdemper reinigen (luchtfilterelement)
Opmerking: Inspecties worden in twee soorten onderverdeeld op grond van de persoon die voor de inspectie verantwoordelijk is: de gebruiker of de fabrikant.
Inspectie en onderhoud Zie Inspectie en onderhoud van onderdelen die verband houden met EPA-emissies 53 van de onderdelen die voor EPA-emissies van belang zijn. De inspectie- en onderhoudsprocedures die niet in het gedeelte Inspectie en onderhoud van onderdelen die verband houden met EPAemissies worden weergegeven, worden behandeld in het gedeelte Het schema voor periodiek onderhoud - 50. Dit onderhoud moet worden uitgevoerd om de emissiewaarden van de motor tijdens de garantieperiode binnen de standaardwaarden te houden. De garantieperiode wordt bepaald op grond van de ouderdom van de motor en het aantal bedrijfsuren.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
49
PERIODIEK ONDERHOUD
HET SCHEMA VOOR PERIODIEK ONDERHOUD Dagelijks en periodiek onderhoud is belangrijk om de motor in goed werkende staat te houden. Het onderstaande is een kort overzicht van de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden met de geadviseerde tussenpozen. De juiste onderhoudstussenpozen variëren afhankelijk van de motortoepassing, de belasting en de gebruikte diesel en motorolie en kunnen vooraf niet exact worden vastgesteld. Daarom moet het onderstaande uitsluitend als algemene richtlijn worden beschouwd. VOORZICHTIG! Stel een schema voor periodiek onderhoud vast, afhankelijk van de toepassing van de motor en zorg ervoor dat u het vereiste periodieke onderhoud met de vastgestelde tussenpozen uitvoert. Het niet opvolgen van deze richtlijnen zal afbreuk doen aan de veiligheid en prestaties van de motor, de levensduur van de motor verkorten en kan gevolgen hebben voor de garantie op uw motor. Neem contact op met een erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine voor hulp bij het controleren van punten die aangeduid zijn met een ●.
50
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PERIODIEK ONDERHOUD ◯: Controleren of reinigen ◊: Vervangen ●: Contact opnemen met een erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine Periodiek onderhoudsinterval Na elke Na elke Na elke Na elke Voor het Na elke 100 uur 150 uur 250 uur starten 50 uur of of na 6 of na of na 1000 uur Systeem Item Zie Dage- Eerste maande- maanden één jaar één jaar of na 4 50 uur lijks (wat lijkse (wat het (wat het (wat het jaar controles het eerst (wat het eerst eerst eerst eerst 34 komt) komt) komt) komt) komt) Visuele inspectie ◯ Geheel buitenzijde motor Brandstofpeil controleren en ◯ eventueel brandstof bijvullen Water en bezinksel ◯ ◯ uit de brandstoftank verwijderen Brandstoffilter/ ◯ waterafscheider Brandstofaftappen systeem Brandstoffilterelement ◊ vervangen Brandstofinjectieti● ming controleren Controleer het verstuivingspa●* troon van de * brandstofinjector ◯ Motor Oliepeil Keercontro◯ koppeleren ling Motor ◊ ◊ Vervang KeerSmeerde ◊ ◊ systeem motor- koppeling olie Saildrive ◊ Vervang het ◊ ◊ oliefilter- Motor element ◯ Tijdens Zeewateruitlaat het gebruik Koelvloeistofpeil ◯ controleren Rotor zeewaterpomp controleren ◯ ◊ Koelsysteem en eventueel vervangen Koelvloeistof Elk jaar. Als LLC-koelvloeistof wordt gebruikt, vervang deze dan elke twee jaar. vervangen Zie Specificaties koelvloeistof - 30. De waterdoorlaten reinigen en contro● leren
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
51
PERIODIEK ONDERHOUD ◯: Controleren of reinigen ◊: Vervangen ●: Contact opnemen met een erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine Periodiek onderhoudsinterval Na elke Na elke Na elke Na elke Voor het Na elke 100 uur 150 uur 250 uur starten 50 uur of of na 6 of na of na 1000 uur Systeem Item Zie Dage- Eerste maande- maanden één jaar één jaar of na 4 50 uur lijks (wat lijkse (wat het (wat het (wat het jaar controles het eerst (wat het eerst eerst eerst eerst 34 komt) komt) komt) komt) komt) De inlaatdemper ◯ (luchtfilterelement) reinigen De uitlaat/het watermengstuk ◯ reinigen of Luchtinlaat vervangen en uitlaatDe ontluchtingslei◯ systeem ding reinigen Conditie van de ◯ Tijdens uitlaatgassen het gebruik controleren Het membraan ● controleren Alarm en waar◯ schuwingslampjes controleren Elektrolytpeil in de ◯ accu controleren Elektrisch Spanning van de systeem V-riem van de ◯ ◯ dynamo afstellen ◊ of de V-riem vervangen De kabelconnec◯ toren controleren Controleer op ◯ Na lekkage van brandstof, motorolie en starten koelvloeistof CilinderAlle belangrijke deksel en moeren en bouten ● motorblok vastdraaien Speling van inlaat-/ ◯ uitlaatkleppen ● afstellen De afstandsbedie◯ ◯ ningskabels ● Diverse controleren items Lijn de propelleras ◯ ● uit *
Raadpleeg voor de EPA-vereisten Inspectie en onderhoud van onderdelen die verband houden met EPAemissies - 53.
Opmerking: Deze handelingen vallen onder het normale onderhoud en worden voor rekening van de eigenaar uitgevoerd.
52
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PERIODIEK ONDERHOUD Inspectie en onderhoud van onderdelen die verband houden met EPAemissies • Scheepsdieselmotoren met minder dan 37 kW (50 hp) worden door de EPA gecertificeerd als non-road motoren • Scheepsdieselmotoren met meer dan 37 kW (50 hp) worden door de EPA gecertificeerd als CI-scheepsmotoren
Inspectie en onderhoud van onderdelen die verband houden met EPA-emissies voor non-road motoren en CI-scheepsmotoren Onderdelen
Interval
De brandstofverstuiver reinigen
1500 uur
Verstuiverdruk en verstuivingspatroon van brandstofinjectie controleren
3000 uur
Afstelling van de injectiepomp controleren Afstelling van turbo controleren (indien aanwezig) De elektronische motorregeleenheid en de bijbehorende sensors en actuators (indien aanwezig) controleren
Opmerking: Bovenstaande inspectie- en onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door de dealer of distributeur van Yanmar Marine.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
53
PERIODIEK ONDERHOUD
PERIODIEKE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN Na de eerste 50 bedrijfsuren Voer de onderstaande onderhoudswerkzaamheden uit na de eerste 50 bedrijfsuren. • • • • • • • • •
De brandstoftank aftappen De motorolie vervangen Het oliefilterelement vervangen De keerkoppelingsolie vervangen De spanning van de V-riem controleren en afstellen De speling van de inlaat-/uitlaatklep controleren en afstellen De afstandsbedieningskabel controleren en afstellen De afstandsbedieningskabels afstellen De uitlijning van de propelleras afstellen
De brandstoftank aftappen WAARSCHUWING! Wanneer u de brandstoftank aftapt om onderhoud te verrichten, plaats dan een goedgekeurde opvangcontainer onder de opening om de brandstof op te vangen. Gebruik NOOIT een lap om de brandstof op te vangen. De dampen die uit de lap vrijkomen zijn ontvlambaar en kunnen exploderen. Veeg alle gemorste brandstof onmiddellijk op. Draag oogbescherming. Het brandstofsysteem staat onder druk en er kan brandstof uitspuiten wanneer u een onderdeel van het brandstofsysteem verwijdert.
54
(3)
(1)
(2) 0004542
Figuur 1 1 – Bezinkingskom 2 – Aftapkraan 3 – Brandstofleiding naar motor Opmerking: Optionele brandstoftank wordt weergegeven. De feitelijke uitrusting kan er anders uitzien. 1. 2.
Plaats een bak onder de aftapkraan (Figuur 1, (2)) om de brandstof op te vangen. Open de aftapkraan en tap het water en bezinksel af. Sluit de aftapkraan wanneer de brandstof schoon is en er geen luchtbellen meer te zien zijn.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PERIODIEK ONDERHOUD De motorolie vervangen
Het oliefilterelement vervangen
In een nieuwe motor raakt de motorolie vervuild door het inlopen van de onderdelen. Het is van groot belang dat de eerste olieverversing volgens het schema plaatsvindt.
1. 2. 3.
Schakel de motor UIT. Draai het oliefilter (Figuur 2) met een sleutel linksom. Verwijder het oliefilter.
Het is het eenvoudigst en meest effectief om de motorolie af te tappen na gebruik, terwijl de motor nog warm is. WAARSCHUWING! Aangezien de motorolie moet worden afgetapt als deze warm is, dient u contact met de hete motorolie te vermijden om te voorkomen dat u zich brandt. Draag ALTIJD oogbescherming. 1. 2.
3.
4. 5.
Schakel de motor UIT. OPMERKING: Voorkom dat vuil en gruis de motorolie verontreinigen. Reinig de peilstok en het oppervlak eromheen zorgvuldig voordat u de peilstok verwijdert. Verwijder het oliepeilstok. Sluit de olieafvoerpomp (indien aanwezig) aan en pomp de olie weg. Het aftappen gaat gemakkelijker als u eerst de oliedop verwijdert. Vul het reservoir met schone motorolie. Zie Motorolie bijvullen - 28. OPMERKING: Meng NOOIT verschillende soorten motorolie. Dit kan de smeereigenschappen van de motorolie negatief beïnvloeden. Vul NOOIT teveel bij. Teveel olie kan leiden tot witte rook uit de uitlaat, overbelasting van de motor of inwendige schade. Laat de motor proefdraaien en controleer op olielekkage. Neem ca. 10 minuten na het stoppen van de motor de oliepeilstok eruit en controleer het oliepeil. Vul olie bij wanneer het peil te laag is.
0004797
Figuur 2 4. 5. 6.
Opmerking: 3YM20 afgebeeld. Installeer een nieuw filterelement en draai dit met de hand vast tot de pakking de behuizing raakt. Draai het filter met een sleutel 3/4 slag verder. Aanhalen tot 20 - 24 N·m (177 - 212 lb-inch). Laat de motor proefdraaien en controleer op olielekkage.
De keerkoppelingsolie vervangen Opmerking: Zie de bedieningshandleiding van de keerkoppeling voor de procedure. Tijdens het eerste bedrijf raakt de motorolie snel vervuild door het inlopen van de inwendige onderdelen. De keerkoppelingsolie moet daarom vroegtijdig worden vervangen. 1. 2. 3. 4.
Verwijder de dop van de vulopening en breng een olieafvoerpomp aan. Tap de olie van de keerkoppeling af. Vul de keerkoppeling met schone olie voor keerkoppelingen. Zie Specificaties voor keerkoppelingsolie - 28. Laat de motor proefdraaien en controleer op olielekkage. Neem ca. 10 minuten na het stoppen van de motor de oliepeilstok eruit en controleer het oliepeil. Vul olie bij wanneer het peil te laag is.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
55
PERIODIEK ONDERHOUD De spanning van de V-riem controleren en afstellen OPMERKING: Zorg ervoor dat er NOOIT olie op de riem(en) komt. Olie op de riem veroorzaakt slippen en uitrekken. Vervang de riem wanneer deze beschadigd is. WAARSCHUWING! Voer deze controle uit bij uitgeschakelde motor en verwijderde contactsleutel om contact met bewegende onderdelen te voorkomen. (3)
(1)
3.
4.
Draai de bout van de dynamo los (Figuur 3, (2)) en verplaats de dynamo om de spanning van de V-riem af te stellen. Installeer het deksel van de ventilatorriem.
Opmerking: Als de V-riem wordt vervangen, draai dan de V-poelie (Figuur 3, (3)) van de koelvloeistofpomp los om de V-riem te verwijderen.
De speling van de inlaat-/uitlaatklep controleren en afstellen Een correcte afstelling is vereist om de juiste tijdstippen voor het openen en sluiten van de kleppen te waarborgen. Bij een onjuiste afstelling zal de motor luidruchtig draaien, met slechte motorprestaties en motorschade als gevolg. Neem contact op met een erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine om de speling van de inlaat-/ uitlaatkleppen te laten afstellen.
(2)
De afstandsbedieningskabels controleren en afstellen OPMERKING: Stel nooit de stopbout voor hoge snelheid (Figuur 4, (4)) op de regulator af. Hierdoor vervalt de motorgarantie. De diverse regelhendels aan de motorzijde zijn met afstandsbedieningskabels verbonden met de afstandsbedieningshendel. Na vele bedrijfsuren worden de kabels uitgerekt en raakt het hulpstuk los. Het is gevaarlijk om onder deze omstandigheden te werken en de afstandsbedieningskabels dienen gecontroleerd en regelmatig afgesteld te worden.
0004800
Figuur 3 1 – Midden van V-riem 2 – Dynamobout 3 – V-poelie (koelvloeistofpomp) Opmerking: 3YM20 afgebeeld. 1. 2.
56
Verwijder het deksel van de ventilatorriem. Controleer de riem door met uw vinger op het midden (Figuur 3, (1)) te drukken. Bij een juiste spanning moet de riem 8 - 10 mm (circa 3/8 inch) doorbuigen.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PERIODIEK ONDERHOUD De afstandsbedieningskabel van de gasklep afstellen (4)
De afstandsbedieningskabel van de koppeling afstellen
(2)
(4)
(1)
(2) (5)
(6) (1)
(3) 0004798
Figuur 4 1– 2– 3– 4– 5– 6–
Kabel Brandstofinjectiepomp Afstellen Stopbout voor hoge snelheid Stopbout voor lage snelheid Bedieningshendel
1.
Controleer of de bedieningshendel aan de motorzijde zich naar de stopstand voor hoge snelheid en naar de stopstand voor lage snelheid verplaatst wanneer u de afstandsbedieningshendel respectievelijk in H (hoge snelheid) en in L (lage snelheid) zet. Draai bij een afwijking de beugel voor de afstandsbedieningskabel aan de motorzijde los en stel deze af. Stel eerst de stopstand voor hoge snelheid af en stel dan het langzaam stationair draaien af met de stelbout op de afstandsbedieningshendel.
2. 3.
(3)
0004799
Figuur 5 1– 2– 3– 4–
Keerkoppeling Bedieningskabel Bedieningshendel Beugel (kabel)
1.
Controleer of de bedieningshendel naar de juiste stand wordt verplaatst wanneer de hendel van de afstandsbediening in de standen NEUTRAAL, VOORUIT en ACHTERUIT wordt gezet. Gebruik de stand NEUTRAAL als uitgangspunt voor het afstellen. Draai bij een afwijking de beugel (Figuur 5, (4)) voor de afstandsbedieningskabel aan de koppelingszijde los en voer de afstelling uit.
2.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
57
PERIODIEK ONDERHOUD De uitlijning van de propelleras afstellen
Na elke 50 bedrijfsuren
Bij het eerste gebruik van de motor worden de flexibele motorbevestigingen enigszins ingedrukt. Dit kan leiden tot een onjuiste uitlijning van de motor en de propelleras.
Nadat u de onderhoudsprocedures voor de eerste 50 uur hebt voltooid, voert u de volgende procedures daarna om de 50 uur uit, of eenmaal per maand als dit eerder is.
Na de eerste 50 bedrijfsuren moet de uitlijning worden gecontroleerd en zo nodig afgesteld. Dit wordt beschouwd als normaal onderhoud en voor het afstellen zijn specifieke kennis en technieken nodig. Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
• Brandstoffilter/waterafscheider aftappen • Elektrolytpeil in de accu controleren
58
Brandstoffilter/waterafscheider aftappen WAARSCHUWING! Wanneer u een onderdeel van het brandstofsysteem verwijdert om onderhoud te verrichten (zoals het vervangen van het brandstoffilter), plaats dan een goedgekeurde opvangcontainer onder de opening om de brandstof op te vangen. Gebruik NOOIT een lap om de brandstof op te vangen. De dampen die uit de lap vrijkomen zijn ontvlambaar en kunnen exploderen. Veeg alle gemorste brandstof onmiddellijk op. Draag oogbescherming. Het brandstofsysteem staat onder druk en er kan brandstof uitspuiten wanneer u een onderdeel van het brandstofsysteem verwijdert.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PERIODIEK ONDERHOUD Het elektrolytniveau van de accu controleren (alleen niet-onderhoudsvrije accu's)
(1)
Schakel de motor NOOIT in wanneer de accu onvoldoende elektrolyt bevat. Gebruik bij onvoldoende elektrolyt zal de accu onherstelbaar beschadigen.
(2)
WAARSCHUWING! Accu's bevatten zwavelzuur. Laat NOOIT accuvloeistof in contact komen met kleding, huid of ogen. Dit kan ernstige verbrandingen veroorzaken. Draag ALTIJD een veiligheidsbril en beschermende kleding bij het onderhoud aan de accu. Als accuvloeistof in aanraking met de huid en/of ogen komt, moet u het betreffende gebied onmiddellijk uitspoelen met veel schoon water en zo snel mogelijk een arts raadplegen.
(3)
(4)
(5)
(6) 0004801
Figuur 6 1– 2– 3– 4– 5– 6–
Ontluchtingsschroef Beugel O-ring Brandstoffilterelement Brandstoffilterhuis Borgring
1.
Sluit de brandstofkraan van de brandstoftank. Plaats een bak onder de brandstof/ waterafscheider. Draai de borgring los (Figuur 6, (6)), verwijder het filterhuis (Figuur 6, (5)) en tap alle water of bezinksel af dat hierin is opgevangen. Na het aftappen draait u de ontluchtingsschroef vast (Figuur 6, (1)). Verwijder de lucht uit het brandstofsysteem. Zie Het brandstofsysteem ontluchten - 24.
2. 3.
4. 5.
OPMERKING: Schakel NOOIT de accuschakelaar (indien aanwezig) uit als de motor is ingeschakeld en let op dat u de accukabels NOOIT kortsluit. Dit zal tot schade aan het elektrische systeem leiden. OPMERKING: Accuvloeistof verdampt snel bij hoge temperaturen, vooral in de zomer. In die situaties moet de accu eerder worden gecontroleerd dan aangegeven. 1. 2. 3.
Zorg ervoor dat de motor is uitgeschakeld en de contactsleutel is verwijderd. Zet de hoofdschakelaar van de accu op UIT (indien aanwezig) of koppel de negatieve (-) accukabel los. Verwijder de pluggen en controleer het elektrolytniveau in alle cellen. OPMERKING: Probeer NOOIT het deksel van een onderhoudsvrije accu te verwijderen of een dergelijke accu bij te vullen.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
59
PERIODIEK ONDERHOUD 4.
Als het elektrolytpeil lager is dan het minimum (Figuur 7, (1)) moet u gedestilleerd water bijvullen (Figuur 7, (2)) (plaatselijk verkrijgbaar) tot het maximaal toelaatbare peil (Figuur 7, (3)) van de accu. (2)
Na elke 100 bedrijfsuren Voer de onderstaande onderhoudswerkzaamheden uit na elke 100 bedrijfsuren of na 4 jaar als dat eerder is. • De saildrive-tandwielolie vervangen
De saildrive-tandwielolie vervangen Zie de bedieningshandleiding van de saildrive voor de procedure voor het vervangen van tandwielolie.
UPPER LEVEL LOWER LEVEL
(3) (1)
0004566
Figuur 7 1 – Ondergrens 2 – Gedestilleerd water 3 – Bovengrens Opmerking: Het maximale peil bevindt zich ongeveer 10 - 15 mm boven de platen.
60
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PERIODIEK ONDERHOUD Na elke 150 bedrijfsuren
Na elke 250 bedrijfsuren
Voer de onderstaande onderhoudswerkzaamheden om de 150 bedrijfsuren uit, of eenmaal per jaar als dit eerder is.
Voer de onderstaande onderhoudswerkzaamheden om de 250 bedrijfsuren uit, of eenmaal per jaar als dit eerder is.
• De motorolie vervangen
• • • • •
De motorolie vervangen Zie De motorolie vervangen - 55.
• • • • • •
De brandstoftank aftappen Het brandstoffilterelement vervangen Het oliefilterelement vervangen De keerkoppelingsolie vervangen De rotor van de zeewaterpomp controleren of vervangen De koelvloeistof vervangen Het inlaatdemperelement (luchtfilter) reinigen De uitlaat/het watermengstuk reinigen of vervangen De spanning van de V-riem van de dynamo afstellen De ontluchtingsleiding reinigen De kabelconnectoren controleren
De brandstoftank aftappen Zie De brandstoftank aftappen - 54.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
61
PERIODIEK ONDERHOUD Het brandstoffilterelement vervangen
3.
WAARSCHUWING! Wanneer u een onderdeel van het brandstofsysteem verwijdert om onderhoud te verrichten (zoals het vervangen van het brandstoffilter), plaats dan een goedgekeurde opvangcontainer onder de opening om de brandstof op te vangen. Gebruik NOOIT een lap om de brandstof op te vangen. De dampen die uit de lap vrijkomen zijn ontvlambaar en kunnen exploderen. Veeg alle gemorste brandstof onmiddellijk op. Draag oogbescherming. Het brandstofsysteem staat onder druk en er kan brandstof uitspuiten wanneer u een onderdeel van het brandstofsysteem verwijdert.
4. 5. 6.
7.
(2)
8. (1) 0004804
Als er vuil in de brandstof aanwezig is, raakt het filter verstopt en kan de brandstof niet gemakkelijk stromen. Controleer het element en vervang dit zo nodig.
62
Zie Het oliefilterelement vervangen - 55. Zie De keerkoppelingsolie vervangen - 55.
1 – Filterhuis 2 – Borgring
2.
Het oliefilterelement vervangen De keerkoppelingsolie vervangen
Figuur 8
1.
Verwijder het filterhuis door de borgring los te draaien (Figuur 8, (2)). Draai de ring linksom met een filtersleutel. Opmerking: Wanneer u het brandstoffilter vervangt, houdt u de onderzijde van het brandstoffilter vast met een doek om te voorkomen dat er brandstof wordt gemorst. Veeg eventueel gemorste brandstof onmiddellijk af. Verwijder het huis (Figuur 8, (1)) en verwijder het element. Vervang het element door een nieuw. Breng een dun laagje schone dieselbrandstof aan op het afdichtvlak van de nieuwe filterpakking. Reinig de binnenzijde van het huis grondig, breng de O-ring aan en draai de borgring met de hand vast. Gebruik een filtersleutel en draai het filter vast tot 12 Nm (106 inch-lb). Tijdens de demontage van het filter dringt er lucht het brandstofsysteem binnen. Om de lucht uit het brandstofsysteem te verwijderen, moet het systeem worden ontlucht. Zie Het brandstofsysteem ontluchten - 24. Verwijder afval volgens voorschrift.
De rotor van de zeewaterpomp controleren of vervangen 1.
Maak de bouten van het zijdeksel los en verwijder het zijdeksel.
Sluit de brandstofkraan van de brandstoftank. Plaats een goedgekeurde opvangbak onder het brandstoffilter.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PERIODIEK ONDERHOUD 2.
3.
4.
Inspecteer de binnenzijde van de zeewaterpomp met een zaklamp. Als u een van onderstaande problemen aantreft, is onderhoud aan de zeewaterpomp vereist: • Rotorbladen gebarsten of gedeukt. Randen of oppervlakken van de bladen beschadigd of gekrast. • Slijtplaat beschadigd. Als bij de inspectie van de binnenzijde van de pomp geen beschadigingen te vinden zijn, breng u de O-ring en het zijdeksel aan. Als bij een werkende pomp voortdurend veel water uit de uitstroompijp aan de onderzijde van de zeewaterpomp lekt, moet de mechanische afdichting worden vervangen. Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
Neem contact op met de dealer of distributeur van Yanmar Marine wanneer demontage en onderhoud aan de zeewaterpomp noodzakelijk is. De zeewaterpomp draait in de richting zoals aangegeven in Figuur 9. Houd bij het aanbrengen van de rotor rekening met de draairichting van de rotor. OPMERKING: Als de rotor om welke reden dan ook verwijderd is geweest en moet worden teruggeplaatst, dient u er goed op te letten dat deze niet in de verkeerde draairichting wordt gemonteerd. Als de rotor in de verkeerde of tegengestelde richting draait, raakt de rotor beschadigd.
(3)
(4)
(2)
(1)
0004806
Figuur 9 1– 2– 3– 4–
Richting rotorbladen Draairichting rotor Rotor Zeewaterpomp
De koelvloeistof vervangen VOORZICHTIG! Draag een veiligheidsbril en rubberen handschoenen bij het omgaan met koelvloeistof. In geval van contact met de ogen of de huid moet u onmiddellijk spoelen met schoon water. Vervang de koelvloeistof elk jaar. Opmerking: Als LLC-koelvloeistof wordt gebruikt, vervang deze dan elke twee jaar. Opmerking: De aftapkranen worden geopend voordat de motor vanaf de fabriek wordt verzonden. Sluit alle aftapkranen voordat het systeem met koelvloeistof wordt gevuld. 1. 2. 3. 4.
Plaats een bak onder de aftapkranen voor koelvloeistof. Open alle aftapkranen voor koelvloeistof. Tap de vloeistof volledig af. Verwijder afval volgens voorschrift. Sluit alle aftapkranen.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
63
PERIODIEK ONDERHOUD 5.
Vul het koelvloeistofreservoir en de expansietank met de juiste koelvloeistof. Zie Specificaties koelvloeistof 30 en Zie Koelvloeistof controleren en bijvullen - 31.
Het inlaatdemperelement (luchtfilter) reinigen 1. 2.
3.
Demonteer de inlaatdemper (het luchtfilterelement). Verwijder het element (Figuur 10, (1)). Reinig het element en het huis met een neutraal reinigingsmiddel. Laat het element en het huis drogen en monteer deze opnieuw. (1)
Vervang het mengstuk na elke 500 uur of twee jaar (wat het eerst komt) door een nieuw mengstuk, ook als er geen beschadiging wordt gevonden. Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
De spanning van de V-riem van de dynamo afstellen Zie De spanning van de V-riem controleren en afstellen - 56.
De ontluchtingsleiding reinigen Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
De kabelconnectoren controleren Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
0004805
Figuur 10
De uitlaat/het watermengstuk reinigen of vervangen Er zijn twee soorten mengstukken, het Ltype en het U-type. Het mengstuk is bevestigd aan het uitlaatspruitstuk. In het mengstuk wordt het uitlaatgas vermengd met zeewater. 1. 2. 3.
4.
64
Verwijder het mengstuk. Verwijder vuil en kalkaanslag uit de uitlaat en de zeewaterdoorlaten. Als het mengstuk is beschadigd, moet dit worden gerepareerd of vervangen. Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine. Controleer de pakking en vervang deze indien noodzakelijk. Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PERIODIEK ONDERHOUD Na elke 1000 bedrijfsuren Voer de onderstaande onderhoudswerkzaamheden uit na elke 1000 bedrijfsuren, of na 4 jaar als dat eerder is. • De brandstofinjectietiming controleren • Het verstuivingspatroon van de brandstofinjector controleren • De rotor van de zeewaterpomp vervangen • De zeewaterdoorlaten reinigen en controleren • Het membraan controleren • De V-riem van de dynamo vervangen • Speling van inlaat-/uitlaatkleppen afstellen • De afstandsbedieningskabels controleren en afstellen • De uitlijning van de propelleras afstellen • Alle belangrijke moeren en bouten vastdraaien
De brandstofinjectietiming controleren Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
Het verstuivingspatroon van de brandstofinjector controleren Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
De rotor van de zeewaterpomp vervangen
De zeewaterdoorlaten reinigen en controleren Na langdurig gebruik moet u de zeewaterdoorlaten reinigen om vuil, kalkaanslag, roest en andere verontreinigingen te verwijderen uit de koelwaterdoorlaten. Anders kan de koelcapaciteit afnemen. Controleer de volgende items: • Warmtewisselaar • Drukdop Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
Het membraan controleren OPMERKING: Als het membraan is beschadigd, is de regeling van de carterdruk aangetast. Een te grote carterdruk veroorzaakt lekken bij afdichtingen en bij oppervlakken van aangrenzende onderdelen. OPMERKING: Bij het vervangen of bijvullen van motorolie NOOIT boven de normale grens vullen. Als de hoeveelheid motorolie de bovengrens overschrijdt, neemt de hoeveelheid carterolienevel toe waardoor er olieslag kan optreden. Controleer het membraan op het kleppendeksel. 1. 2.
De rotor moet na elke 1000 uur of na elke 4 jaar worden vervangen, zelfs als deze niet beschadigd is. Zie De rotor van de zeewaterpomp controleren of vervangen - 62.
3.
Draai de schroeven los en verwijder het membraan. Controleer of er zich olie en verontreinigingen tussen het membraan en het deksel bevinden. OPMERKING: Als er olie en verontreinigingen in het membraan komen, werkt het membraan niet goed meer. Controleer het rubber en de veer van het membraan op beschadiging. Vervang zo nodig door nieuwe onderdelen.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
65
PERIODIEK ONDERHOUD Onderdelen ontluchtingssysteem
De V-riem van de dynamo vervangen Vervang de V-riem van de dynamo.
(1) (2) (3) (4)
(5)
1. 2. 3. 4.
(6)
5. (7) (8)
0004807
6.
Figuur 11 1– 2– 3– 4– 5– 6– 7– 8–
Membraandeksel Veer Middenplaat Membraan Kleppendeksel Ontluchtingsschot Schotplaat Inlaatdemper (luchtfilterelement)
Verwijder het deksel van de V-riem. Draai de stelbout voor de spanning van de V-riem van de dynamo los. Verwijder de V-riem van de dynamo. Breng een nieuwe V-riem voor de dynamo aan. Stel de spanning van de V-riem van de dynamo af. Zie De spanning van de Vriem controleren en afstellen - 56. Plaats het deksel van de V-riem terug.
Speling van inlaat-/uitlaatkleppen afstellen Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
De afstandsbedieningskabels controleren en afstellen Zie De afstandsbedieningskabels controleren en afstellen - 56.
De uitlijning van de propelleras afstellen Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
Alle belangrijke moeren en bouten vastdraaien Zie Aandraaien van bevestigingen - 48 of neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
66
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PROBLEEMOPLOSSING Raadpleeg voordat u procedures met probleemoplossingen uit dit gedeelte gaat uitvoeren Veiligheid op pagina 3.
PROBLEEMOPLOSSING NA HET STARTEN
Als er zich een probleem voordoet, stop dan onmiddellijk de motor. Raadpleeg de kolom SYMPTOOM in het probleemoplossingsdiagram om de oorzaak van het probleem vast te stellen.
Meteen nadat de motor is gestart, controleert u de volgende punten bij een laag toerental: Stroomt er voldoende water uit de zeewateruitlaat? • Als de uitstroom gering is, stop de motor dan onmiddellijk. Stel de oorzaak vast en verhelp deze. Is de kleur van het uitlaatgas normaal? • Een permanente uitstoot van zwarte rook uit de uitlaat wijst op overbelasting van de motor. Dit verkort de levensduur van de motor en moet worden vermeden. Als u de motor lang achtereen met lage toerentallen laat draaien, dient u de motor om de 2 uur even op te jagen. Opjagen van de motor: zet de versnelling in NEUTRAAL en versnel van de lagesnelheidsstand naar de hogesnelheidsstand; herhaal dit ongeveer vijfmaal. Hierdoor wordt koolstof uit de cilinders en de brandstofinjectiekleppen verwijderd. OPMERKING: Als u de motor niet af en toe opjaagt, krijgt het uitlaatgas een slechte kleur en nemen de motorprestaties af.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
67
PROBLEEMOPLOSSING Laat de motor van tijd tot tijd op bijna het maximale toerental draaien als u onderweg bent. Hierdoor zal de uitlaatgastemperatuur stijgen, wat bijdraagt tot het reinigen van harde koolstofafzettingen, behoud van de motorprestaties en een langere levensduur van de motor. Is er sprake van abnormale trillingen of lawaai? • Afhankelijk van de structuur van de romp kan de resonantie van motor en romp plotseling toenemen bij bepaalde toerentalbereiken, wat tot heftige trillingen leidt. Vermijd het gebruik van de motor bij deze toerentallen. Als u abnormale geluiden hoort, stop de motor dan en zoek de oorzaak. Alarm weerklinkt tijdens gebruik van de motor. • Indien het alarm weerklinkt als de motor draait, verlaag dan onmiddellijk het toerental, controleer de waarschuwingslampjes en zet de motor af voor reparatie. Is er water-, olie- of brandstoflekkage? Zitten bouten of aansluitingen los? • Controleer de motorruimte dagelijks op lekkages en losse verbindingen. Is er voldoende brandstof in de brandstoftank? • Vul van tevoren brandstof bij om te voorkomen dat de brandstof opraakt. Als de brandstof in de tank is opgeraakt, ontlucht dan het brandstofsysteem. Zie Het brandstofsysteem ontluchten - 24.
68
Informatie over probleemoplossingen Als de motor niet correct werkt, raadpleeg dan de Probleemoplossingsdiagram - 69 of neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine. Verstrek de volgende informatie aan de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine: • Model en serienummer van uw motor • Model van de boot, materiaal van de romp, grootte (in ton) • Gebruik, type bootgebruik, aantal gebruiksuren • Totaal aantal bedrijfsuren (zie urenteller) en ouderdom van de boot • De bedrijfscondities waaronder het probleem zich voordoet: • Motortoerental • Kleur van de uitlaatrook • Type dieselbrandstof • Type motorolie • Eventuele abnormale geluiden of trillingen • De gebruiksomgeving, zoals gebruik op grote hoogte of bij extreme omgevingstemperaturen enz. • Onderhoudshistorie van de motor en eerdere problemen • Andere factoren die aan het probleem bijdragen
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
PROBLEEMOPLOSSING
PROBLEEMOPLOSSINGSDIAGRAM Symptoom
Vermoedelijke oorzaak
Maatregel
Referentie
De waarschuwingslampjes op het instrumentenpaneel branden en het alarm gaat af terwijl de motor draait.
Schakel onmiddellijk over op lage snelheid en kijk welk waarschuwingslampje is gaan branden. Stop de motor en controleer. Als u niets ongebruikelijks ziet en er geen problemen zijn met de werking, keer dan met de laagst mogelijke snelheid terug naar de haven en neem contact op met een erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
• Waarschuwingslampje te lage motoroliedruk brandt
Oliepeil te laag.
Controleer het oliepeil. Vul bij of vervang zo nodig.
Zie De motorolie controleren - 27
Oliefilter is verstopt.
Vervang het oliefilter. Vervang de motorolie.
Zie De motorolie vervangen - 55
• Indicatielamp voor water in de afdichting van de saildrive brandt
De rubberen afdichting van de saildrive is stuk.
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
-
• Alarmlampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur brandt
Koelvloeistof in koelvloeistofreservoir/warmtewisselaar is laag.
Controleer het koelvloeistofpeil en vul bij.
Zie Koelvloeistof controleren en bijvullen - 31
Zeewaterniveau te laag met temperatuurstijging als gevolg.
Controleer zeewatersysteem.
-
Verontreiniging in koelsysteem.
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
-
Defecte waarschuwingsinstrumenten
Gebruik de motor pas weer indien de alarminstrumenten zijn gerepareerd. Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine. Als door defecte waarschuwingslampjes of alarmsystemen problemen niet worden opgemerkt, kunnen ernstige ongevallen het gevolg zijn.
Indicatielampjes gaan NIET branden: • Wanneer sleutel op AAN staat • Wanneer een probleem optreedt (lage oliedruk, enz.)
Geen elektriciteit beschikbaar. Onderbreking in circuit of lampje doorgebrand.
• Een van de waarschuwingslampjes dooft niet
De sensorschakelaar is defect.
• Als de motor draait, gaat het waarschuwingslampje voor te lage accuspanning niet uit.
V-riem zit te los of is gebroken.
Vervang de V-riem of stel de riemspanning af.
Zie De spanning van de V-riem controleren en afstellen - 56
Accu is defect.
Controleer peil en dichtheid van de accuvloeistof of vervang de accu.
Zie Het elektrolytniveau van de accu controleren (alleen nietonderhoudsvrije accu's) - 59
Dynamostoring.
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
-
-
-
69
PROBLEEMOPLOSSING Symptoom Startproblemen:
Vermoedelijke oorzaak
• De startmotor draait, maar de motor start niet
Geen brandstof.
Vul brandstof bij. Ontlucht het brandstofsysteem.
Zie De brandstoftank vullen - 24 en Zie Het brandstofsysteem ontluchten - 24
Brandstoffilter is verstopt.
Vervang het filterelement.
Zie Het brandstoffilterelement vervangen - 62
Onjuiste brandstof.
Vervang de brandstof door de aanbevolen brandstof.
Zie Specificaties dieselbrandstof 21
Probleem met de brandstofinjectie.
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
-
Compressielek in inlaat-/uitlaatklep.
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
-
Onjuiste stand van de koppeling.
Schakel naar NEUTRAAL en start.
Zie Opnieuw starten nadat het starten is mislukt - 40
Onvoldoende accuspanning.
Controleer het vloeistofpeil Laad de accu op of vervang deze.
Zie Het elektrolytniveau van de accu controleren (alleen nietonderhoudsvrije accu's) - 59
Probleem met kabelcontact.
Verwijder alle corrosie van de contactpunten. Zet de accukabels goed vast.
-
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
-
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
-
Geen stroom omdat de hulpaandrijving wordt geactiveerd.
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
-
Inwendige onderdelen vastgelopen.
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
-
• Startmotor draait niet of langzaam (de motor kan met de hand worden gedraaid)
Defecte veiligheidsschakelaar.
Defecte starterschakelaar.
• De motor kan niet met de hand worden gedraaid
70
Maatregel
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
Referentie
PROBLEEMOPLOSSING Symptoom Vermoedelijke oorzaak Abnormale kleur van het uitlaatgas: • Zwarte rook
Belasting toegenomen.
Onjuist afgestelde schroef.
• Witte rook
Maatregel
Referentie
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
-
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
-
Vuile inlaatdemper (luchtfilterelement).
Reinig het element.
Zie Het inlaatdemperelement (luchtfilter) reinigen - 64
Onjuiste brandstof.
Vervang de brandstof door de aanbevolen brandstof.
Zie Specificaties dieselbrandstof 21
Onjuist vernevelen van de brandstofinjector.
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
-
Onjuiste speling inlaat-/uitlaatkleppen.
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
-
Onjuiste brandstof.
Vervang de brandstof door de aanbevolen brandstof.
Onjuist vernevelen van de brandstofinjector.
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
-
Brandstofinjectietiming verkeerd.
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
-
Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
-
Dieselbrandstofverbruik te hoog.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
Zie Specificaties dieselbrandstof 21
71
PROBLEEMOPLOSSING
Blanco pagina
72
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
LANGDURIGE OPSLAG Raadpleeg voordat u procedures voor opslag uit dit gedeelte gaat uitvoeren Veiligheid op pagina 3. Als de motor langdurig niet wordt gebruikt, moeten speciale maatregelen worden getroffen om het koelsysteem, het brandstofsysteem en de verbrandingskamer te beschermen tegen corrosie en de buitenkant te beschermen tegen roest. De motor kan normaal gesproken zes maanden ongebruikt blijven. Als deze langer ongebruikt blijft, neemt u contact op met een erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine.
DE MOTOR OP LANGDURIGE OPSLAG VOORBEREIDEN OPMERKING: Het gesloten koelsysteem mag voor langdurige opslag NOOIT worden afgetapt. Gebruik antivriesmiddel om bevriezen en beschadiging van onderdelen te voorkomen. Met antivriesmiddel voorkomt u roestvorming tijdens langdurige opslag. Opmerking: Als er bijna periodiek onderhoud aan de motor moet worden uitgevoerd, voert u het onderhoud uit voordat u de motor langdurig opslaat. 1. 2. 3. 4. 5.
6. 7. 8.
Verwijder eventueel aanwezig stof of vet van de buitenkant van de motor. Tap het water uit de brandstoffilters af. Tap de brandstoftank volledig af of vul de tank volledig om condensvorming te voorkomen. Tap het koelsysteem af (zie Het koelsysteem aftappen - 74). Smeer de open gedeelten en de verbindingen van de afstandsbedieningskabels en de lagers van de afstandsbedieningshendel. Sluit de inlaatdemper, de uitlaatpijp, enz. af om te voorkomen dat er vocht of vuil in de motor komt. Pomp het ruim in de bodem van de romp volledig leeg. Maak de motorruimte waterdicht, zodat er geen regen of zeewater kan binnendringen.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
73
LANGDURIGE OPSLAG 9.
Laad de accu tijdens de langdurige opslag een keer per maand op om zelfontlading te compenseren. 10. Verwijder de sleutel uit het contactslot en dek het contactslot af met de vochtdop.
HET KOELSYSTEEM AFTAPPEN (2) (1)
(3)
(4) 0004794
Figuur 1 1 – Dynamo 2 – Koelvloeistofreservoir/warmtewisselaar 3 – Aftapkraan voor koelvloeistof 4 – Zeewateraftapkraan
74
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
LANGDURIGE OPSLAG (4)
Opmerking: De aftapkranen worden geopend voordat de motor vanaf de fabriek wordt verzonden. Sluit alle aftapkranen voordat het systeem met koelvloeistof wordt gevuld.
(1)
OPMERKING: Als er zeewater in het systeem achterblijft, kan het bevriezen en kunnen delen van het koelsysteem beschadigd raken (warmtewisselaar, zeewaterpomp, enz.) wanneer de omgevingstemperatuur onder de 0°C (32°F) komt.
(5)
(3)
(2)
0004795
Figuur 2 1 – Koelvloeistofreservoir/warmtewisselaar 2 – Zeewateraftapkraan 3 – Aftapkraan voor koelvloeistof 4 – Koelvloeistofpomp 5 – Zeewaterpomp
1. 2.
3.
4. 5. (1)
(3)
(2)
0004793
Figuur 3 1 – Stopsolenoïde 2 – Aftapkraan voor koelvloeistof 3 – Vliegwielhuis
Plaats een bak onder de aftapkranen voor zeewater. Open de aftapkranen voor zeewater aan de leiding en aan de warmtewisselaar. Laat alle zeewater volledig weglopen. Verwijder de vier bouten waarmee het zijdeksel van de zeewaterpomp is bevestigd. Verwijder het deksel en laat het zeewater weglopen. Plaats het deksel terug en haal de bouten aan. Sluit alle aftapkranen.
OPMERKING: De motorkoelvloeistof mag in het koude seizoen of vóór langdurige opslag NOOIT worden afgetapt. Als er geen LLC-koelvloeistof (Long Life Coolant) aan het koelsysteem is toegevoegd, vul dan LLC bij of tap na gebruik de koelvloeistof uit het koelvloeistofsysteem af. Als de koelvloeistof zonder LLC niet wordt verwijderd, kan deze bevriezen en delen van het koelsysteem of de motor beschadigen wanneer de omgevingstemperatuur onder de 0°C (32°F) komt.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
75
LANGDURIGE OPSLAG
Blanco pagina
76
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
SPECIFICATIES BELANGRIJKSTE SPECIFICATIES VAN DE MOTOR Motorspecificaties voor 2YM15 Specificatie Model keerkoppeling
2YM15 KM2P-1
Gebruik
SD-20
Recreatief gebruik
Type
Verticale watergekoelde viertaktdieselmotor
Verbrandingssysteem
Voorverbrandingswervelkamer
Inlaatluchtcompressie
Natuurlijke aanzuiging
Aantal cilinders
2
Boring x slag
70 mm x 74 mm (2,76 inch x 2,92 inch)
Inhoud
0,570 l (35,0 cu inch)
Nominaal continuvermogen
Vermogen bij krukas/motortoerental
9,4 kW (12,8 pk)/3489 tpm*
Maximale nominale vermogen
Vermogen bij krukas/motortoerental
10,3 kW (14,0 pk)/3600 tpm* 10,0 kW (13,6 pk)/3600 tpm**
Vermogen bij schroef/motortoerental
10,0 kW (13,6 pk)/3600 tpm* 9,7 kW (13,2 pk)/ 3600 tpm**
Installatie
Flexibele bevestiging
Brandstofinjectietiming
FID 21 ± 1˚ vóór BDP
Openingsdruk van brandstofinjectie
12,3 - 13,28 MPa (125 - 135 kgf/cm2)
Startpunt van hoofdvermogen
Bij uiteinde van vliegwiel
Draairichting
Krukas Propelleras (vooruit)
Koelsysteem
-
Linksom, gezien vanaf de achtersteven Linksom, gezien vanaf de achtersteven
-
Gesloten koelvloeistofsysteem met warmtewisselaar
Smeersysteem
Volledig afgesloten druksmering
Inhoud koelvloeistofsysteem
Motor 3,0 l (3,17 qt), Expansietank: 0,8 l (0,95 qt)
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
77
SPECIFICATIES Specificatie Model keerkoppeling Inhoud smee- Spaanhoek roliesysteem (motor) Totaal*** Effectief**** Startsysteem Type startmotor Wisselstroomdynamo Afmetingen motor
Totale lengte
** *** ****
KM2P-1
SD-20
bij spaanhoek 8˚
bij spaanhoek 0˚
2,0 l (2,1 qt)
1,8 l (1,9 qt)
0,95 l (1,0 qt)
0,9 l (0,95 qt)
Elektrische Gelijkstroom 12 V -1,4 kW 12 V - 60 A (12 V - 80 A optioneel) 613 mm (24,1 inch)
Totale breedte
463 mm (18,2 inch)
Totale hoogte
528 mm (20,8 inch)
Droge massa van motor (inclusief keerkoppeling) *
2YM15
115 kg (253 lb)
-
134 kg (295 lb)
IJkomstandigheden: brandstoftemperatuur; 25°C bij brandstofpompinlaat; ISO 3046-1 IJkomstandigheden: brandstoftemperatuur; 40°C bij brandstofpompinlaat; ISO 8665 De “totale” smeerolie-inhoud omvat de olie in het carter, de leidingen, de koelers en het filter. De effectieve oliehoeveelheid geeft het verschil aan tussen het hoogste en laagste niveau op de peilstok.
Opmerking: Brandstofdichtheid: 0,842 g/cm3 bij 15˚C. Brandstoftemperatuur bij de inlaat van de injectiepomp. 1 pk = 0,7355 kW
78
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
SPECIFICATIES Motorspecificaties voor 3YM20 Specificatie Model keerkoppeling
3YM20 KM2P-1
Gebruik
SD-20
Recreatief gebruik
Type
Verticale watergekoelde viertaktdieselmotor
Verbrandingssysteem
Voorverbrandingswervelkamer
Inlaatluchtcompressie
Natuurlijke aanzuiging
Aantal cilinders
3
Boring x slag
70 mm x 74 mm (2,76 inch x 2,92 inch)
Inhoud
0,854 l (52,0 cu inch)
Nominaal continuvermogen
Vermogen bij krukas/motortoerental
14,7 kW (20,0 pk)/3489 tpm*
Maximale nominale vermogen
Vermogen bij krukas/motortoerental
16,2 kW (22,0 pk)/3600 tpm* 15,3 kW (20,8 pk)/3600 tpm**
Vermogen bij schroef/motortoerental
15,7 kW (21,3 pk)/3600 tpm* 14,9 kW (20,2 pk)/ 3600 tpm**
Installatie
-
Flexibele bevestiging
Brandstofinjectietiming
FID 22 ± 1˚ vóór BDP
Openingsdruk van brandstofinjectie
12,3 - 13,28 MPa (125 - 135 kgf/cm2)
Startpunt van hoofdvermogen
Bij uiteinde van vliegwiel
Draairichting
Krukas Propelleras (vooruit)
Koelsysteem
Linksom, gezien vanaf de achtersteven Linksom, gezien vanaf de achtersteven
-
Gesloten koelvloeistofsysteem met warmtewisselaar
Smeersysteem
Volledig afgesloten druksmering
Inhoud koelvloeistofsysteem Inhoud smee- Spaanhoek roliesysteem (motor) Totaal*** Effectief****
Motor 4,1 l (4,3 qt), Expansietank: 0,8 l (0,85 qt) bij spaanhoek 8˚ 2,7 l (2,85 qt)
2,4 l (2,54 qt)
1,4 l (1,48 qt)
1,5 l (1,59 qt)
Startsysteem Type startmotor Wisselstroomdynamo
bij spaanhoek 0˚
Elektrische Gelijkstroom 12 V -1,4 kW 12 V - 60 A (12 V - 80 A optioneel)
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
79
SPECIFICATIES Specificatie Model keerkoppeling Afmetingen motor
Totale lengte Totale breedte Totale hoogte
Droge massa van motor (inclusief keerkoppeling)
3YM20 KM2P-1
SD-20
693 mm (27,3 inch)
-
463 mm (18,2 inch) 528 mm (20,8 inch) 130 kg (287 lb)
151 kg (333 lb)
*
IJkomstandigheden: brandstoftemperatuur; 25°C bij brandstofpompinlaat; ISO 3046-1
**
IJkomstandigheden: brandstoftemperatuur; 40°C bij brandstofpompinlaat; ISO 8665 De “totale” smeerolie-inhoud omvat de olie in het carter, de leidingen, de koelers en het filter. De effectieve oliehoeveelheid geeft het verschil aan tussen het hoogste en laagste niveau op de peilstok.
*** ****
Opmerking: Brandstofdichtheid: 0,842 g/cm3 bij 15˚C. Brandstoftemperatuur bij de inlaat van de injectiepomp. 1 pk = 0,7355 kW
80
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
SPECIFICATIES Motorspecificaties voor 3YM30 Specificatie Model keerkoppeling
3YM30 KM2P-1
Gebruik
SD-20
Recreatief gebruik
Type
Verticale watergekoelde viertaktdieselmotor
Verbrandingssysteem
Voorverbrandingswervelkamer
Inlaatluchtcompressie
Natuurlijke aanzuiging
Aantal cilinders
3
Boring x slag
76 mm x 82 mm (2,99 inch x 3,23 inch)
Inhoud
1,115 l (68,04 cu inch)
Nominaal continuvermogen
Vermogen bij krukas/motortoerental
20,1 kW (27,3 pk)/3489 tpm*
Maximale nominale vermogen
Vermogen bij krukas/motortoerental
22,1 kW (30,0 pk)/3600 tpm* 21,3 kW (29,0 pk)/3600 tpm**
Vermogen bij schroef/motortoerental
21,4 kW (29,1 pk)/3600 tpm* 20,7 kW (28,1 pk)/ 3600 tpm**
Installatie
-
Flexibele bevestiging
Brandstofinjectietiming
FID 16 ± 1˚ vóór BDP
Openingsdruk van brandstofinjectie
12,3 - 13,28 MPa (125 - 135 kgf/cm2)
Startpunt van hoofdvermogen
Bij uiteinde van vliegwiel
Draairichting
Krukas Propelleras (vooruit)
Koelsysteem
Linksom, gezien vanaf de achtersteven Linksom, gezien vanaf de achtersteven
-
Gesloten koelvloeistofsysteem met warmtewisselaar
Smeersysteem
Volledig afgesloten druksmering
Inhoud koelvloeistofsysteem Inhoud smee- Spaanhoek roliesysteem (motor) Totaal*** Effectief****
Motor 4,9 l (5,2 qt), Expansietank: 0,8 l (0,85 qt) bij spaanhoek 8˚ 2,8 l (2,96 qt)
2,5 l (2,64 qt)
1,4 l (1,48 qt)
1,5 l (1,59 qt)
Startsysteem Type startmotor Wisselstroomdynamo
bij spaanhoek 0˚
Elektrische Gelijkstroom 12 V -1,4 kW 12 V - 60 A (12 V - 80 A optioneel)
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
81
SPECIFICATIES Specificatie Model keerkoppeling Afmetingen motor
Totale lengte Totale breedte Totale hoogte
Droge massa van motor (inclusief keerkoppeling)
3YM30 KM2P-1
SD-20
715 mm (28,1 inch)
-
463 mm (18,2 inch) 545 mm (21,5 inch) 133 kg (293 lb)
154 kg (339 lb)
*
IJkomstandigheden: brandstoftemperatuur; 25°C bij brandstofpompinlaat; ISO 3046-1
**
IJkomstandigheden: brandstoftemperatuur; 40°C bij brandstofpompinlaat; ISO 8665 De “totale” smeerolie-inhoud omvat de olie in het carter, de leidingen, de koelers en het filter. De effectieve oliehoeveelheid geeft het verschil aan tussen het hoogste en laagste niveau op de peilstok.
*** ****
Opmerking: Brandstofdichtheid: 0,842 g/cm3 bij 15˚C. Brandstoftemperatuur bij de inlaat van de injectiepomp. 1 pk = 0,7355 kW
82
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
SPECIFICATIES Specificaties voor keerkoppeling en saildrive Model Type
KM2P-1(S)
KM2P-1(G)
KM2P-1 (GG)
Mechanische kegelkoppeling
SD20 (gekoppeld bij bootfabrikant) Klauwkoppeling
Overbrengingsverhouding (vooruit/achteruit)
2,21 / 3,06
2,62 / 3,06
3,22 / 3,06
2,64 / 2,64
Propellertoerental (vooruit/ achteruit) *
1580 / 1140 tpm
1332 / 1140 tpm
1083 / 1140 tpm
1322 tpm
Smeersysteem
Spatsmering
Oliebad
Inhoud smeeroliesysteem (totaal)
0,3 l (0,32 qt)
2,2 l (2,3 qt) Standaard 2,5 l (2,6 qt) Groot bereik
Inhoud smeeroliesysteem (effec- 0,05 l (0,05 qt) tief) Koelsysteem
0,15 l (0,16 qt)
-
Luchtkoeling met ventilator op vliegwiel
-
10,3 kg (27,7 lb)
30 kg (66,1 lb)
Gewicht *
-
Bij motortoerental op continuvermogen 2907 tpm
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
83
SPECIFICATIES
Blanco pagina
84
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
SYSTEEMSCHEMA'S LEIDINGSCHEMA'S Leidingschema's en bedradingsschema's dienen uitsluitend ter referentie. Neem contact op met de erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine voor de meest recente schema's.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
85
SYSTEEMSCHEMA'S 2YM15 met KM2P-1-keerkoppeling (7)
( ) (3) 4 (1)
(8) (5) (6)
(2)
(9)
C
(10) (11) (12)
(35)
(13)
D (34)
(14) (15)
P
(16)
(33) (A1)
(32)
(17)
(31)
P
(30) P
T
(29) (28) (27) (26)
A
B (18)
P
(25) (24)
(A3) (A2)
(22) (21) (20)
(19)
(23) 0004810
Figuur 1
86
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
SYSTEEMSCHEMA'S Detail van deel A
Detail van deel B
Sleut el
Stalen leiding 4,76 x t0,7
13
Motoroliefilter (patroontype)
14
Stalen leiding 4,76 x t0,7
15
Hogedrukbrandstofleiding
16
Brandstofverstuiver
17
Oliedrukschakelaar
18
Mengstuk
19
Rubberen slang 17 x 14
20
Warmtewisselaar
21
Inlaatfilter motorolie
22
Hoofdlager
23
Zeewaterinlaat
24
Rubberen slang 17 x t4
25
Zeewaterpomp
26
Rubberen slang 28 x t4
Flenskoppeling
27
Rubberen slang 28 x t4
Oogverbinding
28
Uitlaat van verbinding voor heet water (R3/8)
29
Thermostaat
30
Koelvloeistofpomp
31
Inlaat van verbinding voor heet water (R3/8)
Motorolieleiding
32
Koelvloeistoftemperatuurschakelaar
Dieselbrandstofleiding
33
Motoroliepomp
34
Drukregelklep
35
Dieselbrandstof
18
50
12
0006404
17
0006403
Detail van deel C
Detail van deel D 8.5
9
8
17
16.5
8
0006405
0006406
Markeringen van leidingwerk Schroefverbinding (koppelstuk)
Insteekverbinding Boorgat Koelvloeistofleiding Zeewaterleiding
Sleut el
Beschrijving
Beschrijving
1
Rubberen slang 7,8 x t4,5
A1
Naar oliecarter
2
Terugslagklep
A2
Naar nokkenas
3
Rubberen slang 7,8 x t4,5
A3
Van cilinderkop
4
Rubberen slang 7,8 x t4,5
5
Overloop
6
Inlaat dieselbrandstof
7
Rubberen slang 7,8 x t4,5
8
Rubberen slang 5 x t4,5
9
Rubberen slang 7,8 x t4,5
10
Brandstofpomp
11
Brandstofinjectiepomp
Opmerkingen: 1. 2. 3.
Stalen leiding geeft buitendiameter x wanddikte aan, rubberen slang geeft binnendiameter x wanddikte aan. Rubberen brandstofleidingen voldoen aan EN/ISO7840. Eenheid mm
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
87
SYSTEEMSCHEMA'S 3YM20 en 3YM30 met KM2P-1-keerkoppeling (1)
(2) (3)
C
(4)
(23)
(5)
(6)
D (22)
(7) (8)
P
(21) (A1) (20)
(9)
(19)
P
(18) P
T
(17)
(A3)
(A2)
(16)
B (10)
P
(15) (13) (12) (11)
A
(14) 0002760A
Figuur 2
88
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
SYSTEEMSCHEMA'S Detail van deel B
18
50
Detail van deel A
0006404
17
0006403
Detail van deel C
Detail van deel D 8.5
9
8
17
16.5
8
0006405
0006406
Markeringen van leidingwerk
Sleut el
Beschrijving
1
PCV
2
Overloop
3
Dieselbrandstof
4
Brandstofpomp
5
Brandstofinjectiepomp
6
Motoroliefilter (patroontype)
7
Hogedrukbrandstofleiding
8
Brandstofverstuiver
9
Oliedrukschakelaar
10
Mengstuk
11
Warmtewisselaar
12
Inlaatfilter motorolie
13
Hoofdlager
14
Zeewaterinlaat
15
Zeewaterpomp
16
Uitlaat van verbinding voor heet water
Rechts
Rubberen slang
SGP STS
Stalen leiding
C1201T
Koperen leiding
17
Thermostaat
Schroefverbinding (koppelstuk)
18
Koelvloeistofpomp
19
Inlaat van verbinding voor heet water
20
Koelvloeistoftemperatuurschakelaar
21
Motoroliepomp
22
Drukregelklep
23
Dieselbrandstoffilter
A1
Naar oliecarter
A2
Naar nokkenas
A3
Van cilinderkop
Flenskoppeling Oogverbinding Insteekverbinding Boorgat Koelvloeistofleiding Zeewaterleiding Motorolieleiding Dieselbrandstofleiding
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
89
© 2007 Yanmar Marine International
(20)
YW WL
(18)
YG LB
(23) (21)(22)(24)(25)(26)
Figuur 3
Bedieningshandleiding voor de YM-serie B
L
R
O -P
(19)
(17)
+
L
G2 G1
30
17 AC
R W
WBr
(27)
(16)
(15)
2L
5R
2B
A
A
0.85WBr
+
-
(14)
B L YG RB
(28)
3BR
2B
WBr
2R
(11)
(30)
(12)
3L
3R 3W
(10)
0.85YW
119717 -77800
(13)
2B
0.85WL
2B
(29)
+ -
0.85B
12V
(9)
RB LB O YG
YW WL WG B
2W
-
3
+
(2) 1 2
90 GLOW OFF ON START
(8)
(5)
(7)
0.85B
0003810
30 AC G1 G2 17
0.85YG
(6)
(4)
2W S B
E 10R B L R Y
0.85 O
3R
10B
2R 5R
(3)
W/Y
B
2B
0.85LB 0.85RB
(1)
SYSTEEMSCHEMA'S
BEDRADINGSSCHEMA'S 2YM15, 3YM20, 3YM30 - instrumentenpaneel (B-type)
SYSTEEMSCHEMA'S Toelaatbare lengte volgens dwarsdoorsnede-oppervlakte van accukabel Kabelsectie (mm2)
Toelaatbare lengte L=1+2+3(m)
15 (mm2)
1
Aangeschaft door klant
2
Accu
3
Starterrelais
<0,86 (m)
4
Startmotor
(mm2)
<1,3 (m)
5
Massabout
30 (mm2)
20
<2,3 (m)
6
Dynamo
(mm2)
<2,8 (m)
7
Sensor (alleen voor saildrive)
50 (mm2)
<3,5 (m)
8
Contactslot
(mm2)
<4,1 (m)
40 60
Kleurcodering
9
Koppelstuk (aanzicht vanaf A-A)
10
Motor- oliedrukschakelaar
11
Koelvloeistoftemperatuurschakelaar
R
Rood
12
Stoprelais
B
Zwart
13
Gloeibougie
W
Wit
14
Versterker (alleen voor saildrive)
L
Blauw
15
Kabelboomoptie (L=6M)
RB
Rood / Zwart
16
Kabelboomoptie (L=3M)
LB
Blauw / Zwart
17
Toerenteller urenteller
YW
Geel / Wit
18
Instrumentenpaneel
YG
Geel / Groen
19
Contactslot
WL
Wit / Blauw
20
Diodes
WG
Wit / Groen
21
Zoemer oliedruk
GR
Groen / Rood
22
Koelvloeistoftemperatuur
O
Oranje
23
Alarmlampjes
WBr
Wit / Bruin
24
Saildrive-afdichting
25
Laadstroom
26
Zekering (3 A)
27
Stopschakelaar
28
Relais
29
Stopsolenoïde van motor
30
Accuschakelaar
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
91
SYSTEEMSCHEMA'S
Blanco pagina
92
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
GARANTIE OP EMISSIESYSTEEM GARANTIE OP EMISSIESYSTEEM VOOR NON-ROAD MOTOREN Yanmar Co., Ltd. - Garantie op systeem voor beperkte uitstoot Alleen voor de Verenigde Staten Uw rechten en plichten onder deze garantie:
Opmerking: Raadpleeg het Yanmar-handboek over beperkte garantie voor een beschrijving van de normale (non-EPA) garantie.
Californië De California Air Resources Board (CARB), de Environmental Protection Agency (EPA) en Yanmar Co., Ltd., hierna aangeduid als Yanmar, geven u graag uitleg over de garantie op het emissieregelsysteem van uw dieselmotor. In Californië moeten offroad dieselmotoren vanaf modeljaar 2000 ontworpen, gebouwd en uitgerust zijn om te voldoen aan de strenge regelgeving van de staat volgens de normen betreffende smogvorming. In alle staten moeten non-road dieselmotoren vanaf 1998 ontworpen, gebouwd en uitgerust zijn om te voldoen aan de emissiestandaarden van de EPA voor de Verenigde Staten. Yanmar garandeert het emissieregelsysteem op uw motor gedurende de hieronder vermelde perioden op voorwaarde dat er geen sprake is geweest van misbruik, verwaarlozing of onjuist onderhoud van de motor.
Het emissieregelsysteem kan met onderdelen zijn uitgerust zoals het brandstofinjectiesysteem en het luchtinlaatsysteem. Wanneer er sprake is van een probleem dat onder garantie valt, zal Yanmar uw non-road dieselmotor gratis repareren (inclusief diagnose, onderdelen en arbeid).
Garantieperiode van de fabrikant: Op gecertificeerde en met een label gemerkte non-road dieselmotoren vanaf modeljaar 1998 wordt garantie verstrekt gedurende de hieronder vermelde perioden. Indien een onderdeel van uw motor dat verband houdt met de uitstoot defect raakt tijdens de van toepassing zijnde garantieperiode, wordt het onderdeel door Yanmar vervangen.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
93
GARANTIE OP EMISSIESYSTEEM Motoren met een minimaal vermogen van 19 kW ≤ maar minder dan < 37 kW (25,5 hp ≤ maar minder dan < 49,6 hp) Motoren met een vermogen kleiner dan 19 kW > (25,5 hp >)
Elk vervangingsonderdeel dat in alle opzichten functioneel identiek is aan het originele fabrieksonderdeel kan voor het onderhoud of de reparatie van uw motor worden gebruikt en zal geen afbreuk doen aan de garantieverplichtingen van Yanmar. Extra of gemodificeerde onderdelen die niet zijn vrijgesteld, mogen niet worden gebruikt. Het gebruik van een niet-vrijgesteld extra of gemodificeerd onderdeel is een reden voor het ongeldig verklaren van de garantie.
De garantieperiode is vijf (5) jaar of 3.000 bedrijfsuren, wat het eerst wordt bereikt. Als er geen urenteller is aangebracht, geldt voor de motor een garantieperiode van vijf (5) jaar. De garantieperiode is twee (2) jaar of 1.500 bedrijfsuren, wat het eerst wordt bereikt. Als er geen urenteller is aangebracht, geldt voor de motor een garantieperiode van twee (2) jaar.
Onderdelen onder garantie:
Garantiedekking: Deze garantie is tijdens de duur van de garantieperiode overdraagbaar aan elke volgende koper. Reparatie of vervanging van onderdelen onder garantie moet bij een erkende dealer of distributeur van Yanmar Marine worden uitgevoerd. Onderdelen onder garantie die niet voor vervanging gepland staan volgens de onderhoudsvereisten in de bedieningshandleiding vallen onder de garantie gedurende de garantieperiode. Onderdelen onder garantie die al voor vervanging gepland staan volgens de onderhoudsvereisten in de bedieningshandleiding vallen onder de garantie gedurende de periode voorafgaand aan de eerstvolgende geplande vervanging. Elk onderdeel dat onder garantie is gerepareerd of vervangen, blijft onder de garantie vallen gedurende de resterende garantieperiode. Tijdens de garantieperiode is Yanmar aansprakelijk voor schade aan andere motoronderdelen indien die is veroorzaakt door het defect van een willekeurig onderdeel onder garantie gedurende de garantieperiode.
94
Deze garantie betreft motoronderdelen die deel uitmaken van het emissieregelsysteem van de motor zoals dat door Yanmar bij de oorspronkelijke koper is afgeleverd. Onder dergelijke onderdelen vallen mogelijk de volgende onderdelen: • Brandstofinjectiesysteem • Verrijkingssysteem voor koude start • Carterventilatiesysteem Aangezien onderdelen die verband houden met de uitstoot per model enigszins kunnen afwijken, zijn bepaalde modellen wellicht niet met al deze onderdelen uitgerust en kunnen andere modellen met functioneel gelijkwaardige onderdelen zijn uitgerust.
Uitsluitingen: Storingen die niet voortvloeien uit materiaalen/of fabricagefouten worden niet door deze garantie gedekt. Deze garantie geeft geen dekking voor het volgende: defecten veroorzaakt door misbruik, onjuist gebruik, onjuiste afstellingen, aanpassingen, wijzigingen, knoeien, loskoppelen, ongepast of onjuist onderhoud of gebruik van nietaanbevolen brandstof en smeerolie, schade veroorzaakt door ongevallen, en vervanging van verbruiksartikelen die tijdens regulier onderhoud zijn aangebracht. Yanmar aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor bijkomende schade of gevolgschade, zoals tijdverlies, ongemakken, uitrusting niet kunnen gebruiken of commercieel verlies.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
GARANTIE OP EMISSIESYSTEEM Verantwoordelijkheid van de eigenaar: Als eigenaar van de motor bent u ervoor verantwoordelijk dat het vereiste onderhoud wordt uitgevoerd zoals omschreven in de gebruikershandleiding. Yanmar raadt u aan alle documentatie, inclusief betalingsbewijzen betreffende het onderhoud van uw non-road dieselmotor te bewaren, maar Yanmar kan garanties niet weigeren alleen omdat de betalingsbewijzen ontbreken of omdat niet al het geplande onderhoud is uitgevoerd.
Klantenondersteuning Als u vragen hebt over uw garantierechten en -verantwoordelijkheden of informatie wilt hebben over de dichtstbijzijnde erkende dealer of distributeur van Yanmar, neem dan contact op met Yanmar Marine USA Corporation. Yanmar Marine USA Corporation 101 International Parkway Adairsville, GA 30103 Verenigde Staten Telefoon: 770-877-9894 Fax: 770-877-7567
Yanmar kan de garantiedekking van uw non-road dieselmotor weigeren als een onderdeel defect is geraakt vanwege misbruik, verwaarlozing, onjuist onderhoud of niet-goedgekeurde aanpassingen. De motor is uitsluitend voor gebruik met dieselbrandstof ontworpen. Het gebruik van andere brandstof kan ertoe leiden dat de motor niet langer functioneert volgens de geldende uitstooteisen. U bent ervoor verantwoordelijk aanspraak te maken op het garantieproces. Zodra een probleem ontstaat, moet u uw motor bij een dealer van Yanmar laten nakijken. De garantiereparaties moeten door de dealer zo snel mogelijk worden voltooid.
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
95
Onderhoudslogboek Datum
96
Bedrijfsuren
Uitgevoerd onderhoud
Naam dealer
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
Stempel of handtekening
Datum
Bedrijfsuren
Uitgevoerd onderhoud
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International
Naam dealer
Stempel of handtekening
97
Verklari ng van overeenstemming voor aandri jfmo tor voor recreatieve doeleinden met de vereisten van ric htli jn 94/25/EG met betrekk ing tot uitlaatemissie zoals gewij zigd door 2003/44/EG (In te vull en door fabrikant van buitenboord- of binnenboordmotoren met geïntegreerde uitlaat) Naam van de motor fabr ikant: YanmarCo.,Ltd. Str aat:
Plaats:
1-32
Postcode:
Chayamachi,Kitaku, Osaka-city Japan
Land:
530-8311
Naam van gevolmachtigde vertegenwoor diger (indien van toepassing): YanmarMarineInternationalB.V.
Str aat:
Brugplein11
Postcode:
1332BS
Plaats:
Almere-deVaart
Land:
TheNetherlands
Naam van aangemelde instantie voor beoordeli ng van uitlaatgasemissie: SociétéNationaledeCertificationet d'Homologation Str aat: Postcode:
Plaats:
11, routedeLuxembourg L-5230
L and:
M odule gebr uikt voor beoor deli ng uitlaatgasemissie: Of motor typegoedgekeur d volgens:
Sandweiler
Luxembourg
B+C
Id entificatienummer : B+D
faseII van ric htli jn 97/68/EG
B+E
B+F
G
0499
H
Richtli j n 88/77/EG
Overige communautair e ric htli jn en van toepassing: 89/336/EEC BESCHRI JVIN G VAN MOTO R(EN) EN ESSENTI ËL E VEREISTEN M ot or t ype:
Br andst of t ype: V er br andi ngscycl us:
Buitenboord z of binnenboord met geïntegreerde uitlaat
Essentiële vereisten
Gebruikte standaarden
Diesel Benzine
2 slagen 4 slagen
Overige gebruikte normatieve documenten
Zie technische fiche
Annex I .B – Uitlaatgasemissie motoridentif icatie(I.B.I.) vereisten uitlaatgasemissie
EN ISO 8178-1:1996
duurzaamheid gebruikershandleiding Annex I .C – Geluidsemissie
seecraft manufacturer'sDeclarationof Conformity
VERKLARING VAN TOEPASSSINGOP M OTOR(EN) EC-type M otor model(len) of certificaatnummer kl asse(n)van (uitlaatgassen) motoren: Engine family name Model name RCD-1GM10X1 RCD-2YM15X1 RCD-3YM30X1 RCD-4JH4X1 RCD-4JH3TX1 RCD-4LHAX1 RCD-6LPADX1 RCD-6LPASX1 RCD-6CXMX1 RCD-6LY2X1 RCD-6LY3X1 RCD-4JH3TX2 RCD-4JH4TX3
SNCH*94/25*2003/44* 0009*00 0004*00 0005*00 0014*00 0011*00 0015*00 0012*00 0007*00 0006*00 0008*00 0010*00 0016*00 0017*00
Ik verklaar in naam van de fabrikant van de motor dat de bovenvermelde motor(en) voldoet/voldoen aanall e toepasseli jke essentiële vereisten op de opgegeven manier en dat deze overeenstemt/overeenstemmen met het type waarvoor het/de bovenvermelde verklaring(en) van EG-typeonderzoek werd(en) uitgegeven. Handtekening en titel: Naam: G. J. Mantel President,YanmarMarineInternationalB.V. (of een gelijkwaardige aanduiding) (identificatie van de persoon gemachtigd om in naam van de motorfabrikant of zijn gevolmachtigde vertegenwoordiger te tekenen
Datum (jaar/maand/dag) 2005/1 0/ 21
98
Bedieningshandleiding voor de YM-serie © 2007 Yanmar Marine International