Secretariaat: Postbus 284 1400 AG Bussum T 035 - 691 21 28 F 035 - 691 93 34 E
[email protected] I www.nvn.nl
Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
pagina 5 NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Inhoudsopgave Inleiding
1 Meest gebruikte medicatie door dialysepatiënten
7 9
1.1 Middelen ter behandeling van bloedarmoede (anemie) 10 1.2 Middelen ter regulatie van de calcium-fosfaathuishouding 14 1.3 Middelen ter behandeling van hoge bloeddruk (anti-hypertensiva) 18 1.4 Cholesterolverlagers 22 1.5 Antistolling (anticoagulantia) 24 1.6 Plastabletten (diuretica) 28 1.7 Vitamines 30 1.8 Pijnstillers 31 1.9 Hepatitis B-vaccin (ter voorkoming van leverontsteking) 32 1.10 Antibiotica 33 1.11 Laxeermiddelen (tegen verstopping) 34 1.12 Maagzuurremmers (tegen maagpijn) 36 1.13 Kaliumverlagers 38
2 De ideale bloedwaarden
40
3 Zelfmanagement
43
4 Literatuurlijst
50
pagina 7 NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Inleiding Er verandert veel in uw leven als de werking van uw nieren achteruit gaat. Dit kan veel onzekerheid met zich meebrengen en er kunnen veel vragen bij u opkomen. Op een gegeven moment kan het zelfs noodzakelijk zijn dat u moet gaan dialyseren. Nog voordat u eventueel moet gaan dialyseren, zult u merken dat u waarschijnlijk meer medicatie moet gaan gebruiken. Ook als u in de predialysefase nog helemaal geen medicatie gebruikt, zullen er waarschijnlijk meerdere medicijnen worden voorgeschreven wanneer u gaat dialyseren. In deze brochure worden de (meest gebruikte) medicijnen beschreven. Het gaat om medicijnen die gebruikt worden door patiënten in de predialysefase (de fase waarin de nierfunctie achteruit gaat, totdat dialyse noodzakelijk is) en door patiënten die al dialyseren. De medicijnen zijn onderverdeeld naar de wijze waarop ze werken (bijvoorbeeld: alle bloeddrukmedicatie bij elkaar). Bij elke categorie wordt in het kort beschreven wat de achtergrond is van het gebruik van het medicijn. Van elk medicijn wordt beschreven waarom (op basis van welke ziekteverschijnselen) het medicijn wordt voorgeschreven (indicatie). Daarnaast worden de mogelijke bijwerkingen beschreven en vermeld hoe vaak deze voorkomen.
pagina 8
pagina 9
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Uiteraard zullen niet alle medicijnen beschreven kunnen worden. Er is geprobeerd om een zo volledig mogelijk overzicht van de meest
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
1. Meest gebruikte medicatie door dialysepatiënten
gebruikte medicatie op te stellen. Meer uitgebreide informatie per medicijn kunt u vinden in de bijsluiter van het desbetreffende
1.1
medicijn. Indien u vragen hebt over een medicijn dat niet op deze lijst
1.2 Middelen ter regulatie van de calcium-fosfaathuishouding
Middelen ter behandeling van bloedarmoede (anemie) (voor stevige botten)
staat, kunt u contact opnemen met uw apotheker.
1.3 Middelen ter behandeling van hoge bloeddruk
(anti-hypertensiva)
De brochure is tot stand gekomen met medewerking van Dr. M.M. Ho-Dac, nefroloog in het Zaans Medisch Centrum.
1.4
Cholesterolverlagers
Onze hartelijk dank daarvoor.
1.5
Antistolling (anticoagulantia)
1.6
Plastabletten (diuretica)
Esther den Hartog, Zaans Medisch Centrum
1.7
Vitamines
Petra Griffioen en Anja van Heuvelen, Commissie Voorlichting
1.8
Pijnstillers
Dialyserenden, Nierpatiënten Vereniging Nederland
1.9
Hepatitis B-vaccin (ter voorkoming van leverontsteking)
1.10
Antibiotica
1.11
Laxeermiddelen (tegen verstopping)
1.12
Maagzuurremmers (tegen maagpijn)
1.13
Kaliumverlagers
pagina 10
pagina 11
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
1.1 Middelen ter behandeling van bloedarmoede (anemie)
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
De erytropoëtine wordt een- tot driemaal per week, eenmaal per 2 weken of eenmaal per maand toegediend (onder de huid of recht-
Bij het ontstaan van bloedarmoede bij patiënten met een gestoorde
streeks in de bloedbaan).
nierfunctie speelt een aantal factoren een rol:
Het doel van de behandeling met erytropoëtine
Te weinig aanmaak van erytrocyten (rode bloedcellen), omdat de
is herstel van het Hb-gehalte tot ca. 7,0 mmol/l.
•
nieren onvoldoende erytropoëtine (epo) produceren. Erytropoëtine regelt de aanmaak van rode bloedcellen in het
Meest voorgeschreven medicatie:
beenmerg. Rode bloedcellen zijn van belang bij het transport van zuurstof. Dit is de belangrijkste oorzaak van bloedarmoede. • Tekort aan noodzakelijke bouwstoffen voor de aanmaak van hemoglobine en erytrocyten (ijzer, vitaminen C, B6, B12 en folium-
Darbepoëtine (Aranesp®) Indicatie:
Bloedarmoede ten gevolge van niet goed werkende nieren.
Bijwerkingen: Hoge bloeddruk, hoofdpijn, shunttrombose
zuur).
(bij hemodialyse) en pijn op de injectieplaats.
Hemoglobine (Hb) is een ijzer-bevattende, rode kleurstof in de
Bij trombose wordt er een stolsel in het
rode bloedcellen van het bloed, die zuurstof kan binden.
bloedvat gevormd.
Bij een eiwitbeperkt dieet bevat de voeding minder ijzer. Het gebruik van fosfaatbinders en natriumbicarbonaat remt de opname van ijzer uit de voeding. • Verhoogde afbraak van erytrocyten. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Bij hemodialysepatiënten kan er bloedverlies optreden door de
•
bloedrest in het dialysesysteem.
Epoëtine-beta (NeoRecormon®) Indicatie:
Bloedarmoede ten gevolge van niet goed werkende nieren.
Bijwerkingen:
Hoge bloeddruk, hoofdpijn, shunttrombose (bij hemodialyse) en geringe pijn op de injectieplaats. Bij trombose wordt er een stolsel in het bloedvat gevormd.
Zodra het Hb-gehalte onder de 6,8-7,0 mmol/l zakt, wordt er gestart met erytropoëtine. ‘De streefwaarde voor het Hb-gehalte ligt tussen 6,8 en 7,4 mmol/l.
pagina 12
pagina 13
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Methoxypolyethyleenglycol-epoëtine beta (Mircera®)
Ferrofumaraat (Ferrofumaraat®)
Indicatie: Bloedarmoede ten gevolge van niet goed
Indicatie:
Bloedarmoede door ijzergebrek.
Bijwerkingen:
Maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, maag-
werkende nieren. Bijwerkingen: Hoge bloeddruk, hoofdpijn, shunttrombose
pijn, verstopping, zwarte ontlasting en
(bij hemodialyse) en pijn op de injectieplaats.
diarree. Deze bijwerkingen zijn dosisafhankelijk.
Bij trombose wordt er een stolsel in het
IJzeroplossingen kunnen verkleuring van de
bloedvat gevormd.
tanden geven. Toediening: De tablet bij voorkeur innemen op de lege maag
Epoëtine-alfa (Eprex®) Indicatie:
(bij optreden van maagklachten na de maaltijd).
Bloedarmoede ten gevolge van niet goed werkende nieren.
Bijwerkingen: Hoge bloeddruk, hoofdpijn, shunttrombose (bij hemodialyse) en pijn op de injectieplaats.
Ferrioxidesacharaat (Venofer®) Indicatie:
Bloedarmoede door ijzergebrek.
Bijwerkingen:
Metaalsmaak, hoofdpijn, maag-darmklachten
Bij trombose wordt er een stolsel in het
waaronder misselijkheid en braken, spierpijn,
bloedvat gevormd.
koorts, lage bloeddruk, warmtegevoel en overgevoeligheidsreacties. Aan alle personen die voor
Vaak hebben dialysepatiënten ook ijzer nodig. Soms lukt het om met
het eerst ferrioxidesacharaat (Venofer®) wordt
ijzertabletten het ijzertekort aan te vullen. Bij de hemodialysebehan-
voorgeschreven, wordt eerst een testdosis gege-
deling wordt het ijzer in de bloedbaan toegediend en wordt dan niet
ven. Indien geen allergische reacties optreden,
of nauwelijks uitgedialyseerd.
kan de rest van de dosis worden toegediend. Bij een snelle toediening in de bloedbaan kan lage bloeddruk optreden.
pagina 14
pagina 15
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
1.2 Middelen ter regulatie van de calcium-fosfaathuishouding
Sevelamer(Renagel®) Indicatie: Te hoog fosfaat bij patiënten die hemodialyse
Het calcium- en fosfaatgehalte in het bloed wordt geregeld door een aantal organen en weefsels: de darm, het bot, de bijschildklieren, de lever, de nie-
ondergaan. Bijwerkingen:
ren en de huid. Calcium (kalk) en fosfaat zorgen samen voor sterke botten. Bij daling van de nierfunctie ontstaat er een probleem met het
Maag-darmklachten zoals misselijkheid, braken, diarree, verstopping en winderigheid.
Toediening: De tabletten Renagel moeten in hun geheel en
uitplassen van fosfaat in de urine. Het fosfaatgehalte in het bloed
tijdens de maaltijd ingenomen worden.
zal stijgen en ook het PTH-gehalte (hormoon geproduceerd in de bijschildklieren) stijgt, deels door een lichte daling van het calcium en
Calciumcarbonaat (Calci-chew®)
deels door nog onbegrepen factoren. Indien deze situatie lang blijft
Indicatie:
Te hoog fosfaat.
bestaan, kunnen de botten zwak worden.
Bijwerkingen:
Maag-darmirritatie, verstopping, winderigheid en
Het fosfaatgehalte in het bloed wordt allereerst geregeld door een
oprispingen. Te hoog calciumgehalte in het bloed
beperking van fosfaat in de voeding en het gebruik van
bij langdurig gebruik van hogere doses, vooral bij
fosfaatbinders. Fosfaatbinders zijn medicijnen die het fosfaat in de voeding binden. Deze moeten
tevens gebruik van vitamine D. Toediening: Calci-chew dient een half uur voor de maaltijd
samen met (of vlak voor) de maaltijd worden
ingenomen te worden.
ingenomen. Vitamine D is een vitamine dat met de voeding wordt opgenomen en Calciumacetaat (Phos-ex®)
onder invloed van zonlicht in de huid wordt aangemaakt. Het wordt
Indicatie:
Te hoog fosfaat ten gevolge van niet goed
in de lever en de nieren omgezet in de actieve vorm, die de opname
werkende nieren.
van calcium uit de darm stimuleert. Vitamine D is nodig om samen
Maag-darmklachten zoals misselijkheid en
met calcium en fosfaat de botten sterker te maken. Als de nierfunctie
verstopping. Te hoog calciumgehalte in het bloed.
achteruit gaat, zijn de nieren niet meer in staat om vitamine D te
Bijwerkingen:
Toediening: De tabletten Phos-ex moeten in hun geheel
activeren.
en bij voorkeur tijdens de maaltijd worden
Vitamine D wordt dan ook als actief vitamine D gegeven, zodat
ingenomen. Ook verkrijgbaar als capsule.
geen omzetting in de nieren meer plaats hoeft te vinden. Door deze
pagina 16
pagina 17
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
medicijnen wordt de calciumspiegel verhoogd. Ook remmen zij de
Cinacalcet (Mimpara®)
bijschildklieren. Het gaat om de volgende medicijnen:
Indicatie:
Te hard werkende bijschildklier bij dialysepatiënten met ernstig nierfalen als onderdeel van een
Alfa-calcidol (Etalpha®)
therapeutisch behandelplan (bijvoorbeeld samen
Indicatie: Botaandoeningen die het gevolg zijn van verminderde productie van actief vitamine D in de nier, zoals een groeistoornis van het bot. Bijwerkingen: Bij verminderde nierfunctie bestaat het risico dat het calciumgehalte in het bloed te hoog wordt. Hierdoor kan jeuk en huiduitslag ontstaan. Toediening: In capsules, druppels of injectievloeistof. De injectievloeistof is bestemd voor gebruik bij hemodialysepatiënten. Paricalcitol (Zemplar®) Indicatie:
Te hard werkende bijschildklier bij dialysepatiënten.
Bijwerkingen:
Misselijkheid en braken.
Indien de behandeling met fosfaatbinders en vitamine D onvoldoende resultaat biedt, kan als aanvulling gekozen worden voor Cinacalcet (Mimpara®). Dit verlaagt de spiegels van het bijschildklierhormoon (PTH), calcium en fosfaat.
met een fosfaatbinder en vitamine D). Bijwerkingen:
Zeer vaak (bij meer dan 10 procent van de gebruikers): misselijkheid, braken. Vaak (bij 1 tot 10 procent van de gebruikers): verlies van eetlust, duizeligheid, te laag calcium.
pagina 18
pagina 19
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
1.3 Middelen ter behandeling van hoge bloeddruk (anti-hypertensiva)
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
ß-blokkers Deze verlagen de hartfrequentie en hiermee de bloeddruk. Voorbeelden zijn atenolol (Tenormin®) en metoprolol (Selokeen®).
Hoge bloeddruk is een veel voorkomend probleem bij patiënten met niet goed werkende nieren. De behandeling van hypertensie
Atenolol (Tenormin®)
is gericht op het voorkomen van herseninfarcten, –bloedingen en
Indicatie:
Hoge bloeddruk.
hartinfarcten. Er zijn verschillende groepen medicijnen om hoge
Bijwerkingen:
Langzame hartslag, lage bloeddruk en duizelig-
bloeddruk mee te behandelen. De meest gebruikte groepen zullen
heid, hartfalen en koude, blauwe handen en
hier beschreven worden.
voeten, maag-darmklachten, moeheid, impotentie (seksueel onvermogen), verminderd concentratieen reactievermogen en hoofdpijn. Stemmingsveranderingen en slaapstoornissen komen een enkele keer voor. Metoprolol (Selokeen®) Indicatie:
Hoge bloeddruk.
Bijwerkingen: Langzame hartslag, lage bloeddruk en duizeligheid, hartfalen en koude, blauwe handen en voeten, maag-darmklachten, moeheid, impotentie (seksueel onvermogen), verminderd concentratieen reactievermogen en hoofdpijn. Stemmingsveranderingen en slaapstoornissen komen een enkele keer voor.
pagina 20
pagina 21
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
ACE-remmers
Calciumantagonisten
Deze zorgen via minder samentrekking van de bloedvaten en minder
Deze medicijnen remmen de instroom van calcium in de cellen,
vasthouden van zout en water voor verlaging van de bloeddruk. Voor-
waardoor deze cellen minder actief zijn. Dit heeft tot gevolg dat de
beelden zijn captopril (Capoten®) en enalapril (Renitec®).
hartslag en soms ook de samentrekkingskracht van het hart afneemt en er verwijding van de bloedvaten optreedt. Voorbeelden zijn nifedi-
Captopril (Capoten®)
pine (Adalat®) en amlodipine (Norvasc®).
Indicatie:
Hoge bloeddruk/ Tegengaan eiwitverlies in de urine.
Bijwerkingen:
De meest voorkomende bijwerkingen zijn prik-
Nifedipine (Adalat®)
kelhoest, huiduitslag en andere aandoeningen
Indicatie:
van de huid zoals jeuk, roodheid van de huid,
Bijwerkingen: Vooral in het begin roodheid in het gezicht, warm-
Hoge bloeddruk.
blaasjes, overgevoeligheid voor zonlicht. Een en-
tesensaties, hoofdpijn. Verder: hartkloppingen,
kele keer kan er een tekort aan bepaalde bloed-
vocht in de enkels, duizeligheid, vermoeidheid en
bestanddelen optreden en kan er een verhoging
maag-darmklachten.
van het kalium in het lichaam optreden. Amlodipine (Norvasc®) Enalapril (Renitec®)
Indicatie:
Indicatie:
Bijwerkingen: Hoofdpijn, vocht in de enkels, vermoeidheid,
Hoge bloeddruk.
Bijwerkingen: Duizeligheid, hoofdpijn en prikkelhoest. Minder vaak: vermoeidheid, misselijkheid, diarree, spierkrampen en huiduitslag. Deze medicijnen kunnen (ernstige) lage bloeddruk veroorzaken na instellen van de behandeling en bij dosisverhoging, met name bij bepaalde risicogroepen (bijvoorbeeld dialysepatiënten). Vooral bij nier- en hartfalen kunnen deze medicijnen het kaliumgehalte in het bloed verhogen.
Hoge bloeddruk. slaperigheid, maagdarmklachten, roodheid in het gezicht, hartkloppingen en duizeligheid.
pagina 22
pagina 23
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
1.4
Cholesterolverlagers
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Atorvastatine (Lipitor®) Indicatie: Aanvulling op het dieet bij een te hoog choles-
Veel nierpatiënten hebben slagaderverkalking. Deze aandoening is
terol, indien dieet en andere maatregelen alléén
in principe overal aanwezig, maar vooral in de nieren, het hart, de
niet voldoende zijn ter verlaging van verhoogd to-
hersenen en de ogen. In de nieren kan hierdoor een verlies van functi-
taal cholesterol. Tevens als aanvulling op andere
onerend nierweefsel ontstaan. Veel patiënten worden daarom behandeld met cholesterolverlagende medicijnen. Deze medicijnen remmen
cholesterolverlagende behandelingen. Bijwerkingen: Vaak (bij 1 tot 10 procent van de gebruikers):
de aanmaak van cholesterol in de lever, waardoor het cholesterol in
Misselijkheid, verstopping, winderigheid, diar-
het bloed daalt met 25-45 procent. Hierbij vermindert het risico op
ree, overgevoeligheidsreacties, duizeligheid,
hart- en vaatziekten. Voorbeelden zijn simvastatine (Zocor®) en ator-
hoofdpijn. Pijn op de borst, rugpijn en vocht in de
vastatine (Lipitor®). De middelen moeten ’s avonds voor het slapen
benen. Huiduitslag. Slapeloosheid.
gaan worden ingenomen.
Soms (bij 0,1 tot 1 procent van de gebruikers): geen eetlust, braken, impotentie (seksueel
Simvastatine (Zocor®)
onvermogen), een algeheel gevoel van ziek zijn
Indicatie: Behandeling van een te hoog cholesterol
en gewichtstoename. Te hoog of een te laag
indien dieet en andere maatregelen alléén niet
glucosegehalte.
voldoende zijn. Preventie bij slagaderverkalking
Zelden (bij 0,01 tot 0,1 procent van de gebruikers):
of diabetes, met een normaal of een verhoogd
hepatitis (leverontsteking).
cholesterol, als aanvulling op andere maatregelen. Bijwerkingen: Zelden voorkomend (bij 0,01 tot 0,1 procent van de gebruikers): Maag-darmstoornissen zoals buikpijn, misselijkheid, braken, verstopping, winderigheid en diarree. Hoofdpijn en duizeligheid.
pagina 24
pagina 25
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
1.5
Antistollingsmedicijnen (anticoagulantia)
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Acetylsalicylzuur (bijv. Aspro Cardio®) Indicatie: Angina pectoris (hartkramp, met pijn in de
In het lichaam vindt continu stolling en antistolling plaats. In het
hartstreek). Behandeling na een hartinfarct, na
bloed bevinden zich factoren of stoffen die de stolling bevorderen of
een TIA (lichte beroerte) en na een herseninfarct
tegengaan.
zonder restverschijnselen. Ter voorkoming van het
Deze factoren zijn onder normale omstandigheden met elkaar in
dicht gaan zitten van een omleiding van de krans-
evenwicht. Dit evenwicht kan door verschillende oorzaken worden verstoord.
slagaders van het hart. Bijwerkingen: Maagklachten, bloedverlies in het maag-darmka-
Verder gaat het bloed stollen wanneer het bloed buiten het lichaam
naal; bij langdurig of veelvuldig gebruik kan dit
komt. Dit is het geval bij hemodialyse.
leiden tot bloedarmoede. Overgevoeligheidsverschijnselen. Verlenging bloedingstijd.
Er zijn verschillende groepen medicatie om stolling te voorkomen. Deze groepen zullen hieronder beschreven worden:
Carbasalaatcalcium (Ascal®) Indicatie: Angina pectoris (hartkramp, met pijn in de
Bloedplaatjesremmers
hartstreek). Behandeling na een hartinfarct, na
Deze remmen het samenklonteren van bloedplaatjes en zijn hiermee
een TIA (lichte beroerte) en na een herseninfarct
zwakke stollingsremmende middelen. Ze worden vooral toegepast bij
zonder restverschijnselen. Ter voorkoming van het
mensen die een hersen- of een hartinfarct hebben gehad. De belang-
dicht gaan zitten van een omleiding van de krans-
rijkste bijwerking is een verhoogd risico op maagdarmbloedingen.
slagaders van het hart.
Acetylsalicylzuur (bjiv. Aspro Cardio®)
Bijwerkingen: Maagklachten, bloedverlies in het maag-darmka-
en carbasalaatcalcium (Ascal®) zijn de
naal; bij langdurig of veelvuldig gebruik kan dit
belangrijkste voorbeelden uit deze
leiden tot bloedarmoede. Overgevoeligheidsver-
groep.
schijnselen (van lichte tot zwaardere). Verlenging bloedingstijd.
pagina 26
pagina 27
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Coumarinederivaten
Heparine
Dit zijn sterkere stollingsmiddelen. Deze medicijnen remmen de productie van
Heparine remt de stolling door een stollingsremmende stof (antithrom-
vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren in de lever. Voorbeelden hiervan zijn
bine) te activeren. Het wordt in de ader of onder de huid toegediend en
acenocoumarol (voorheen Sintrommitis) en fenprocoumon (Marcoumar®).
is na 2-3 uur uitgewerkt. De belangrijkste bijwerkingen zijn bloedingen
Elke week wordt er bloed afgenomen om te kijken of de dosering van de medi-
en het verminderen van het aantal bloedplaatjes. De heparinedosering
cijnen goed is of dat de dosering gewijzigd moet worden. Dit gebeurt middels
die een bepaalde patiënt nodig heeft, is lastig te voorspellen. Door de
de INR, de International Normalized Ratio, een maat voor de stollingstijd van
korte werkingsduur moet het, als het bij hemodialyse gebruikt wordt,
het bloed. De antistolling kan teniet worden gedaan door toediening van
continu worden toegediend. Hierdoor wordt tegenwoordig vaker andere
vitamine K. De belangrijkste bijwerking is het optreden van bloedingen.
soorten heparines tijdens dialyse toegepast.
Acenocoumarol (voorheen Sintrommitis®)
Laagmoleculaire heparines
Indicatie: Voorkomen en behandelen van aandoeningen
Het antistollend effect van een bepaalde dosis is beter voorspelbaar
waarbij stollingen op kunnen optreden. Bijwerkingen: Verhoogde kans op bloedingen. Misselijkheid,
en de werkingsduur is langer. Hierdoor kunnen deze middelen eenmalig voor dialyse worden toegediend. De belangrijkste bijwerkingen
diarree en huidontstekingen. Zelden: haaruitval,
zijn bloedingen en het verminderen van het aantal bloedplaatjes. Een
vaatontsteking en leverbeschadiging.
voorbeeld hiervan is nadroparine (Fraxiparine).
Fenprocoumon (Marcoumar®)
Nadroparine (Fraxiparine®)
Indicatie: Voorkomen en behandelen van aandoeningen
Indicatie: Diep veneuze trombose (niet oppervlakkig stol-
waarbij stollingen op kunnen treden. Bijwerkingen: Verhoogde kans op bloedingen. Misselijkheid, diarree en huidontstekingen. Zelden: haaruitval, plaatselijk afsterven van de huid. Af en toe hepati-
sel). Preventie en therapie van aandoeningen waarbij stollingen op kunnen treden. Preventie van stolling tijdens hemodialyse. Bijwerkingen: Bloedingen. Zelden: overgevoeligheidsreacties
tis (leverontsteking), al dan niet met geelzucht en
zoals rode uitslag, astma, koorts, flauw vallen en
meestal van voorbijgaande aard. Overgevoelig-
vaatkrampen. Afsterven van de huid op de injec-
heidsreacties kunnen optreden.
tieplaats, voorafgegaan door paarse vlekken.
pagina 28
pagina 29
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
1.6
Plastabletten (diuretica)
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Bumetanide (Burinex®) Indicatie: Benauwdheid en vochtophopingen ten gevolge
Als dialysepatiënten nog een beetje plassen, kan het zinvol zijn om
van hartfalen, nierfalen en schrompelen van de
de urineproductie te bevorderen met plastabletten. Hiervoor wordt
lever. Vergiftigingen waarbij extra ontwatering
alleen relatief krachtige plasmedicatie gebruikt, zoals furosemide
gewenst is. Bevordering van de urineproductie
(Lasix) en bumetanide (Burinex). Omdat deze middelen in de nier zelf
of behandeling van hoge bloeddruk bij chronisch
werken, en de nieren bij dialysepatiënten relatief ongevoelig zijn, worden ze vaak in zeer hoge doseringen voorgeschreven.
nierfalen. Bijwerkingen: Verstoring van de water- en zoutbalans, met name bij hoge dosering en zoutbeperkt dieet, kan
Furosemide (Lasix®)
snel leiden tot uitdroging en een te laag kalium,
Indicatie: Benauwdheid en vochtophopingen ten gevolge
calcium of natrium. Symptomen (zie hierboven bij
van hartfalen, nierfalen en schrompelen van de lever. Vergiftigingen waarbij extra ontwatering gewenst is. Bevordering van de urineproductie of behandeling van hoge bloeddruk bij chronisch nierfalen. Bijwerkingen: Verstoring van de water- en zoutbalans, met name bij hoge dosering en zoutbeperkt dieet, kan snel leiden tot uitdroging en een te laag kalium, calcium of natrium. Symptomen hiervan kunnen zijn: duizeligheid, lage bloeddruk, spierkrampen, zwakte, soms stoornissen in het zien en verwardheid.
Furosemide).
pagina 30
pagina 31
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
1.7
Vitamines
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
1.8
Pijnstillers
Vitamines die in water oplosbaar zijn, worden over het algemeen
Patiënten kunnen om diverse redenen pijnmedicatie gebruiken. De
uitgedialyseerd. Dit wil zeggen dat de vitamines tijdens het dialyse-
meest gebruikte pijnstiller is paracetamol (al dan niet in combinatie
ren uit het bloed verdwijnen. Hierdoor kunnen dialysepatiënten ook
met coffeïne of codeïne).
bij een gezonde voeding een tekort aan wateroplosbare vitamines
De zogenaamde NSAID’s (ontstekingsremmers) worden zo min
kunnen krijgen. Deze vitamines worden dan ook allemaal extra
mogelijk voorgeschreven bij nierpatiënten omdat deze ervoor kun-
voorgeschreven. Meestal wordt een multivitaminenpreparaat voorge-
nen zorgen dat de nierfunctie nog verder achteruit gaat. Onder deze
schreven.
groep vallen onder andere ibuprofen, diclofenac en naproxen.
Vitamine D is een vitamine dat met de
Paracetamol
voeding wordt opgenomen en onder
Indicatie:
invloed van zonlicht in de huid wordt
Bijwerkingen: Weinig (in de gebruikelijke (pijnstillende) dose-
Koorts en pijn.
aangemaakt. Meer informatie over
ring). Bij een te hoge dosis wordt het omgezet in
vitamine D vindt u op pagina 15.
een schadelijke stof. Tramadol (Tramal®) Indicatie:
Acute en chronische matige tot ernstige pijn.
Bijwerkingen: Zeer vaak (bij meer dan 10 procent van de gebruikers): misselijkheid, duizeligheid. Vaak (bij 1 tot 10 procent van de gebruikers): verstopping, braken, droge mond, zweten, verwardheid, hoofdpijn. Soms (bij 0,1 tot 1 procent van de gebruikers): kokhalzen, vermoeidheid, jeuk en huiduitslag.
pagina 32
pagina 33
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
1.9
Hepatitis B-vaccin
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
1.10
Antibiotica
Door de vergrote kans op contact met materiaal dat besmet is met
Antibiotica worden voorgeschreven om infecties te voorkomen of te
bloed en door de minder goede weerstand van hemodialysepatiën-
behandelen.
ten tegen andere ziektes, lopen dialysepatiënten een grotere kans
Bij nierpatiënten moet voor de meeste medicatie de dosis aangepast
op besmetting met hepatitis B. Om deze reden wordt elke patiënt
worden omdat de antibiotica niet meer via de nieren worden uitge-
ingeënt tegen het hepatitis B-virus.
scheiden en in het lichaam zullen opstapelen. Sommige antibiotica worden bij dialysepatiënten uitgedialyseerd,
Indicatie: Vaccinatie tegen hepatitis B-virus bij personen met verhoogde kans op deze infectie. Bijwerkingen: Meest voorkomend: pijn op de injectieplaats, eventueel met roodheid, zwelling of warmte. Deze lokale reacties worden in het algemeen goed verdragen en verdwijnen meestal binnen twee dagen na vaccinatie. Verder algemene klachten waaronder koorts, overgevoeligheidsreacties, griepachtige symptomen, algeheel gevoel van ziek zijn, vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, duizeligheid en spierpijn.
waardoor ook hier de dosis of het tijdstip van toedienen aangepast moet worden. Er zijn diverse soorten antibiotica. Specifieke informatie vindt u in de bijsluiter van uw antibioticum.
pagina 34
pagina 35
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
1.11
Laxeermiddelen
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Lactulose Indicatie:
Patiënten kunnen door verschillende redenen last hebben van ver-
Verstopping.
Bijwerkingen: Winderigheid gedurende de eerste dagen. Bij
stopping. Enkele oorzaken kunnen zijn: te weinig bewegen (invalide
hoge doseringen buikpijn en diarree. Langdurig
en bedlegerige patiënten), een onvoldoende gezonde voeding
gebruik van hoge doseringen kan leiden tot
(chronisch te weinig drinken en te weinig vezels in de voeding) en het
kaliumverlies.
ophouden van de ontlasting. In het bijzonder dient als oorzaak van obstipatie te worden genoemd het gebruik en misbruik van bepaalde geneesmiddelen zoals opiaten (pijnstillende, verdovende en kalmerende middelen), sterk werkende plastabletten en ijzerpreparaten. Bij verstopping kan gekozen worden om een laxeermiddel voor te schrijven. Enkele voorbeelden zijn Bisacodyl en Lactulose. Bisacodyl Indicatie: Kortdurend gebruik bij verstopping. Lediging van de darm voor een operatie en voor röntgenonderzoek van de buikorganen. Vergemakkelijken van de stoelgang bij aambeien. Bijwerkingen: Buikkrampen. Overgevoeligheidsreacties, irritatie bij toediening via de anus. Langdurig gebruik kan leiden tot waterige diarree met extreem verlies van water en elektrolyten (vooral kalium), spierzwakte, gewichtsverlies, nierstenen en beschadiging van de nieren.
pagina 36
pagina 37
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
1.12
Maagzuurremmers
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Pantoprazol (Pantozol®) Indicatie: Zweer in de dunne darm. Behandeling van
Door het gebruik van veel verschillende soorten medicatie, kunnen
symptomen van terugvloeiing van de inhoud
patiënten last krijgen van brandend maagzuur of van oprispingen.
van de maag en de slokdarm. Zuurgerelateerde
Om dit te voorkomen, kan gebruik gemaakt worden van maagzuurremmers. Enkele voorbeelden hiervan zijn omeprazol (Losec®) en pantoptrazol (Pantozol®).
verstoring van de spijsvertering. Bijwerkingen: Vaak (bij 1 tot 10 procent van de gebruikers): pijn in de bovenbuik, diarree, verstopping, winderigheid, hoofdpijn. Soms (bij 0,1 tot 1 procent van de
Omeprazol (Losec®)
gebruikers): misselijkheid, duizeligheid, stoornis-
Indicatie: Zweer in de dunne darm. Behandeling van
sen in het zien, overgevoeligheidsreacties zoals
symptomen van terugvloeiing van de inhoud van de maag en de slokdarm. Zuurgerelateerde verstoring van de spijsvertering. Bijwerkingen: Vaak (bij 1 tot 10 procent van de gebruikers): misselijkheid, braken, diarree, verstopping, buikpijn en winderigheid. Sufheid, slaperigheid, slaapstoornissen, duizeligheid en hoofdpijn.
jeuk en huiduitslag.
pagina 38
pagina 39
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
1.13
Kaliumverlagers
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Calciumpolystyreensulfonaat (Sorbisterit® of Zerolit®) Indicatie: Te hoog kalium, vooral bij plotseling of blijvend
Kalium komt in het lichaam voornamelijk voor in de (spier)cellen. Het speelt een belangrijke rol bij de prikkeloverdracht van de zenuwen. Omdat het kalium niet meer (of onvoldoende) door de nieren wordt
nierfalen. Bevat calcium, dat niet wordt opgenomen door het lichaam. Bijwerkingen: Geen eetlust, misselijkheid en braken. Te laag
uitgescheiden, kan het kaliumgehalte in het bloed te hoog worden
kalium en een te hoog natrium. Verstopping en
Hier kunnen hartritmestoornissen door ontstaan. Er kan dan gebruik
eventueel een darmafsluiting door samenklonte-
gemaakt worden van kaliumverlagers. Deze onttrekken in de darm
ren van het medicijn in de darm.
kalium en geven natrium of calcium terug. Voorbeelden hiervan zijn natriumpolystyreensulfonaat (Resonium®) of calciumpolystyreensulfonaat (Sorbisterit® of Zerolit®). Natriumpolystyreensulfonaat (Resonium®) Indicatie: Te hoog kaliumgehalte in het bloed bij plotseling of blijvend nierfalen. Als ondersteunende therapie bij chronische hemodialyse of peritoneale dialyse (buikdialyse). Bevat natrium, dat wordt opgenomen in het lichaam. Voor mensen met een zoutbeperking kan dit ongunstig zijn. Bijwerkingen: Geen eetlust, misselijkheid en braken. Te laag kalium en een te hoog natrium. Verstopping en eventueel een darmafsluiting door samenklonteren van de wisselaar in de darm.
pagina 40
pagina 41
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
2.
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
De ideale bloedwaarden
teveel aan natrium kan dus het risico op hart- en vaatziekten verhogen. Ook kan een teveel aan natrium leiden tot botontkalking, omdat
Minimale waarde
Maximale waarde
Hb
6,8 mmol/l
7,4 mmol/l
een teveel aan natrium de calciumstofwisseling extra belast.
Natrium
135 mmol/l
145 mmol/l
Calcium en fosfaat
Kalium
3,5 mmol/l
5,5 mmol/l
Calcium
2,10 mmol/l
2,60 mmol/l *
Het fosfaatgehalte mag in principe niet hoger zijn dan 1,5. Bij stijging
Fosfaat
0,70 mmol/l
1,80 mmol/l *
Ureum
30 mmol/l
hiervan zullen meerdere fosfaatbinders worden voorgeschreven. Een voorbeeld is het medicijn Renagel.
Ferritine
200 mcg/l
500 mcg/l
De calciumwaarde mag niet hoger zijn dan 2,54.
PTH
16 mmol/l
33 mmol/l
De combinatie van calcium en fosfaat mag samen niet hoger zijn
dan 4,4.*
Toelichting op de bloedwaarden: De PTH waarde zal regelmatig worden gecontroleerd. Het streven zal Hb
gericht zijn op een PTH van tussen de 7 en 15. Zowel een verhoogd als
Een te laag Hb wijst op bloedarmoede (Anemie).
een verlaagd PTH gehalte moet worden voorkomen, omdat er anders
Iemand met bloedarmoede heeft waarschijnlijk een tekort aan rode
een gevaar voor botziekte ontstaat.
bloedlichaampjes en daardoor last van oververmoeidheid, jeuk en energiegebrek. Vaak worden dan EPO injecties voorgeschreven. Soms
Kalium
is er ook extra ijzer nodig.
Kalium is van belang voor de waterhuishouding van het lichaam. Een
Patiënten met chronische nierinsufficiëntie moeten een hb gehalte
te hoog kaliumgehalte kan leiden tot hartritmestoornissen. Kalium zit
aanhouden van 6,8 tot 7,4.
in vrijwel alle voedingsmiddelen. Als het kaliumgehalte in het bloed te hoog is, d.w.z. boven de 5,5, zal
Natrium (zout)
de hoeveelheid in de voeding moeten worden beperkt. Dit kan door
Een teveel aan natrium wordt uitgescheiden via de urine en via
minder fruit, groenten en tomaten te eten, thee in plaats van koffie
transpiratievocht. Door een teveel aan natrium worden de nieren en
te drinken en, aardappelen regelmatig vervangen door rijst of pasta.
het hart extra belast waardoor een hoge bloeddruk kan ontstaan. Een
Het kalium kan eventueel verder verlaagd worden door medicijnen.
pagina 42
pagina 43
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Ureum Ureum wordt geproduceerd door de lever, met name bij afbraak van aminozuren. Ureumproductie wordt vergroot na een eiwitrijke maal-
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
3. Zelfmanagement: Wat kunt u zelf doen om uw kwaliteit van leven zo goed mogelijk te houden?
tijd en bij infecties, inwendige bloedingen, vergiftigingen, koorts en na weefselbeschadiging.
Neem uw voorgeschreven medicijnen
Ferritine
Mensen met nierproblemen moeten vaak medicijnen innemen en het
Geeft informatie over de ijzervoorraad in het lichaam en dient om
kan soms om veel verschillende medicijnen gaan. Houd een actuele
een teveel of tekort aan ijzer op te sporen.
lijst van uw medicijnen bij, waarop ook de dosering staat en hoe
volgens voorschrift in
vaak u ze moet innemen. Het is aan te raden al uw medicijnen mee te PTH /Vitamine D
nemen naar een doktersbezoek, zodat er geen onduidelijkheden ont-
PTH is een hormoon dat in de bijschildklier wordt geproduceerd en
staan over de in te nemen medicijnen. U kunt ook gebruik maken van
een belangrijke rol speelt bij de regeling van de calciumhuishouding.
een pillendoos die u iedere week vult met de te nemen medicijnen
Bij een te laag calcium/fosfaatgehalte of te hoge PTH waarde zal een
voor die week, om zo beter georganiseerd te zijn.
aanvullend vitamine D medicijn worden voorgeschreven. Dit medicijn
Vraag ruim op tijd een herhaalrecept aan, zodat
heet Alfacalcadol.
u nooit zonder medicijnen komt te zitten. Uw behandelteam kan u helpen om te gaan met uw nierziekte. Vertel hoe u zich voelt, welke medicijnen u neemt (via doktersrecept maar ook uit de vrije verkoop) en laat het weten als u een dieet volgt. Schrijf voor ieder bezoek vragen op die u kunt stellen aan het team. Schrijf de antwoorden op in uw aantekenboek. Vertel uw team alle veranderingen in uw symptomen. Het kan voorkomen dat u meer dan één arts hebt en uw artsen hebben niet altijd de mogelijkheid met elkaar te communiceren.
pagina 44
pagina 45
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Laat elk van hen weten wat u met de ander hebt besproken. Ervoor
mogelijk om de ziekte te vertragen door het immuunsysteem te
zorgen dat uw behandelend team geheel op de hoogte is, zorgt
onderdrukken met steroïden en/of andere medicijnen.
ervoor dat zij beter voor u kunnen zorgen en u kunnen helpen u zo
goed mogelijk te voelen.
Pas uw voeding aan
Voeding kan bijdragen tot een betere conditie. Vraag daarom bijtijds In sommige gevallen kan de nierziekte zelf behandeld worden. Bij een
advies aan een diëtist over wat voor u belangrijk is.
blokkade van de urinewegen bijvoorbeeld, kan een operatie helpen.
Voor informatie van de verschillende voedingstoffen verwijzen wij u naar
En antibiotica kunnen een infectie genezen.
het boek ‘Eten met plezier’, gratis verkrijgbaar via de diëtiste. Hierin staan tabellen met waarden van natrium, kalium en fosfaat en eiwitten.
Als de schade is ontstaan door wel of niet voorgeschreven medicij-
Maar ook veel achtergrondinformatie en recepten.
nen, kan uw arts andere medicijnen voorschrijven die minder schadelijk zijn voor uw nieren.
Ook kunt u veel informatie vinden op de website www.dieetinzicht.nl.
Wees alert op bijwerkingen van medicatie
Pas uw leefstijl aan
Als u chronische nierinsufficiëntie hebt en u krijgt antibiotica voor-
Wanneer u nierpatiënt bent wordt u gestimuleerd om met roken te
geschreven, vraag uw arts dan naar de eventuele gevolgen hiervan
stoppen.
voor uw nieren. Pijnstillers (ook die zijn voorgeschreven door een
Ook zal u worden geadviseerd uw fysieke inspanningsniveau te
arts) kunnen schadelijk zijn voor uw nieren. Neem met uw arts alle
verhogen. Denk bijvoorbeeld aan bewegingstherapie ( kijk in uw
medicijnen door die u slikt.
zorgpolis of dit wordt vergoed door uw zorgverzekeraar).
Soms worden onderzoeken met contrastkleurstof aanbevolen. Het
Veel patiënten hebben een slechte conditie en hebben daarom vaak
kan voor u nodig zijn om dit onderzoek te ondergaan, maar zoek
een verwijzing nodig voor fysiotherapie om kracht en uithoudingsver-
eerst uit of er alternatieve methoden zijn, omdat de contraststof de
mogen te verbeteren. Een inspanning van 30 minuten op bijna alle
nieren kan beschadigen.
dagen van de week verdient aanbeveling.
Bij sommige nierziekten, zoals IgA nefropathie en glomerulonefritis kunnen de nierfilters door een ontsteking beschadigen. Het is soms
pagina 46
pagina 47
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Verdere mogelijkheden om de progressie van de nierziekte te vertragen
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Informatie
Er is veel informatie te vinden over nierziekten, in boeken, tijdschrif-
Bij alle patiënten met een chronische nierziekte kunnen de volgende
ten en dvd’s. Via uw behandelteam krijgt u het Zorgboek nierfunctie-
maatregelen behulpzaam zijn om te voortgang van de nierziekte te
vervangende behandeling en het dieetboek ‘Eten met plezier’, beiden
vertragen: • Strikte controle van glucosewaarde bij diabetes
aangeboden door de Nierstichting.
Strikte controle van de bloeddruk
geloof niet alles wat u leest. Sites die betrouwbare informatie bevat-
Eiwitbeperking in het dieet
ten zijn o.a. die van de NVN (Nierpatiënten Vereniging Nederland) en
Cholesterolverlagende therapie
die van de Nierstichting.
• • •
Het internet is ook een goede plek om informatie te zoeken, maar
Gedeeltelijke correctie van anemie (bloedarmoede)
•
Zoutbeperking
•
Persoonlijk dieetvoorschrift
•
Informatieve sites zijn: • www.nierpatient.nl www.nvn.nl
•
Depressie en angst
www.nierstichting.nl
•
Als u last heeft van depressies en/of angsten is het raadzaam
•
contact te zoeken met de maatschappelijk werker of een psycholoog.
•
Uw nefroloog of dialyseverpleegkundige kan u doorverwijzen of een
•
afspraak voor u maken.
•
www.dieetinzicht.nl www.dialyse.startpagina.nl www.niernieuws.nl www.mijneigenkoers.nl www.inforenaal.nl
•
www.vmwn.nl
•
www.europdonor.nl
•
Naast zelf informatie opzoeken, kunt u uiteraard vragen stellen aan uw arts. Als er tussentijds vragen bij u opkomen, schrijf ze dan op en bespreek ze met uw arts als u voor controle komt.
pagina 48
pagina 49
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Transplantatie
NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
Weigering van behandeling
Wanneer u in aanmerking komt voor transplantatie wordt de
U hebt altijd het recht een niervervangende therapie te weigeren.
volgende procedure gevolgd:
Het behandelend team zal u dan zo goed mogelijk blijven begeleiden.
U wordt op de hoogte gesteld van de verschillende mogelijkheden
Uiteindelijk zult u dan wel aan de gevolgen van uw nierfalen overlijden.
•
(een nierdonatie van een levende of een overleden donor). De voor- en nadelen van transplantatie worden besproken.
•
Ga met uw vragen naar uw nefroloog of dialyseverpleegkundige en blijf hiermee niet rondlopen.
Het wachtlijstsysteem wordt uitgelegd.
•
Er wordt schriftelijke informatie gegeven
Er wordt gecheckt of u nog vragen hebt en of u de informatie
Uw behandelaar is de aangewezen persoon om vragen te
• •
begrepen hebt.
Meer informatie
beantwoorden en u van informatie te voorzien betreffende uw ziekte. Omdat geen twee patiënten hetzelfde zijn en aanbevelingen
De eerste dialysedag bepaalt uw positie op de wachtlijst.
per persoon kunnen verschillen, is het
Er zijn echter uitzonderingen.
belangrijk om hulp te zoeken bij iemand die uw medische situatie kent.
Donatie bij leven heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen.
Aarzel niet om te vragen. Zij zijn er
Op dit moment is meer dan 60 procent van de getransplanteerde
voor u. Niet andersom!
nieren afkomstig van partners, familieleden of goede vrienden. Als u een aanbod krijgt van een levende donor uit uw omgeving, kan dit voor dubbele gevoelens zorgen. Hierover kunt u altijd praten met een maatschappelijk werker of iemand van de Nierpatiënten Vereniging Nederland. Over het algemeen kan gesteld worden dat de kwaliteit van een nier van een levende donor in principe beter is dan een nier van een overleden persoon (postmortale donatie), maar realiseert u zich wel dat in beide gevallen er altijd iets mis kan gaan. 100 procent zekerheid kan u nooit worden geboden.
pagina 50 NVN Medicijnwijzer voor (pre)dialysepatiënten
4
Literatuurlijst
R.G.W.L. Tiggeler en C.F.H. Versluijs. Leerboek dialyseverpleegkunde; 3e druk. Maarssen, 2003. G.H. Hunink. Kwaliteit en deskundigheid in de verpleegkundige beroepsuitoefening; 1e druk. Utrecht/Zutphen, 2000. Dr. A.M. Soeterboek en drs. L.F. Stapper. Het geneesmiddel en zijn
Dit boekje is een uitgave van:
toepassing; 9e druk. Houten/Diegem, 1996.
Nierpatiënten Vereniging Nederland in samenwerking met Het Zaans Medisch Centrum en is mede tot stand gekomen
A.A.F. Jochems en F.W.M.G. Joosten. Zakwoordenboek der genees-
met bijdragen van:
kunde; 24e druk. Arnhem, 1993. Abbott bv | Amgen bv | Baxter bv | Fresenius bv | Gambro bv | Internet: www.fk.cvz.nl (farmacotherapeutisch kompas)
Genzyme Europe bv | Leo Pharma bv | Roche Nederland
De San memoboek 2007 Patiëntenversie multidisciplinaire richtlijnen pre-dialyse NVN/HMI
Colofon
Bussum, augustus 2009 Samenstelling en teksten Esther den Hartog, Zaans Medisch Centrum | Petra Griffioen, Anja van Heuvelen, Commissie Voorlichting Dialyserenden, Nierpatiënten Vereniging Nederland Met dank aan Wilma Saras, Nierpatiënten Vereniging Nederland Eindredactie Marjolein Storm Vormgeving BuroDaan grafische vormgeving, Markelo Drukwerk Manuel Graphics, Vaassen