S ID
S
G L O 2 O 1 0 H 2 C 1 1 20
Liduinaschool
Onderwijs voor ZML: SO - VSO Postbus 9412 4801 LK Breda
T. 076 - 560 88 50 F. 076 - 560 88 51
E.
[email protected] I. www.liduinaschoolbreda.nl
KvK nummer: 41102508 Rabobank: 1089.52.207
VOORWOORD SCHOOLGIDS 2011-2012
Geachte lezer, Voor u ligt de schoolgids 2011-2012 van de Liduinaschool voor onderwijs en zorg aan zeer moeilijk lerenden. Het betreft leerlingen die een verstandelijke beperking hebben. Ook voor leerlingen, die naast een verstandelijke een bijkomende lichamelijke beperking hebben verzorgt de school het onderwijs. Waarschijnlijk leest u deze schoolgids omdat u geïnteresseerd bent in onze school. Misschien leest u hem omdat u vragen hebt over de manier waarop wij in onze school de zaken geregeld hebben. Wij willen u met deze schoolgids, die door de wetgever verplicht is gesteld, informeren over de organisatie en afspraken rondom allerlei zaken die voor onze leerlingen belangrijk zijn. Vanaf het moment dat uw zoon of dochter bij ons aangemeld is deelt u de zorg over uw kind met ons. Daar zijn wij ons goed van bewust. Wij hebben deze gids samengesteld om u goed in te lichten over allerlei schoolzaken. Daarnaast vindt u in deze schoolgids ook de verantwoording voor de manier waarop wij dit allemaal georganiseerd hebben, om uw kind een optimaal ontwikkelingsaanbod te kunnen bieden. De schoolgids wordt digitaal aangeboden. Ouders die een gedrukt exemplaar willen ontvangen kunnen dit bij de leerkracht of de administratie kenbaar maken. Alle ouders van nieuwe leerlingen ontvangen een gedrukt exemplaar. Op de website van onze school: www.liduinaschoolbreda.nl vindt u alle informatie van de school die we graag met u willen delen. Wij nodigen u uit om een kijkje te nemen. Het algemene email-adres van onze school is:
[email protected] . De Liduinaschool is een school waarin rust, begrip, respect een veilige basis bieden voor ons handelen. Dat wil echter niet zeggen dat de school niet volop in beweging is in deze onrustige tijd. Voor het komende schooljaar verwachten wij een relatieve rust waarin we ons voorbereiden op de aangekondigde golf van bezuinigingen die beginnen in schooljaar 20122013. Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Vanaf augustus 2011 is onze school op drie locaties gesitueerd: Voor SO de locatie Rijnauwenstraat en voor VSO op de locaties Landheining en Wolvenring. Breda, juli 2011 Paul Hotterbeekx, directeur
ADRESSEN STAFKANTOOR Rijnauwenstraat 203 4834 LD Breda Tel. 076 - 5608850 Fax 076 - 5608851 Postadres: Postbus 9412 4801 LK Breda
[email protected] www.liduinaschoolbreda.nl Landheining 6 4817 DM Breda Tel. 076 - 5608850 Fax 076 - 5608852 Wolvenring 32 + 34 4817 GD Breda Tel. 076 - 5608850 Rijnauwenstraat 205 4801 LK Breda Tel. 076 - 5608850 ‘t Berkske J.F. Kellyweg 14 4851 SX Ulvenhout Tel. 076 - 5608850
1
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
2
INHOUDSOPGAVE
Lijst van gebruikte afkortingen
4
Organisatie en functionarissen
5
Visie en missie van de school
6
Toelatingsprocedure
7
Aanmelding (te ondernemen stappen)
9
Leerlingenzorg / leerlingbegeleiding
11
Inhoud van het onderwijs
12
De drie leerroutes
12
Teams Liduinaschool
17
Afdeling SO
17
Afdeling VSO
19
Schema vakgebieden SO
21
Stagebureau
21
Inhoud onderwijsprogramma VSO
22
Specifieke doelgroepen: leerlingen met een
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
stoornis binnen het autisme spectrum
23
Meervoudig gehandicapten
24
Ouders
25
Ouderbijdragen
28
Regelingen en praktische aangelegenheden
30
Vakantierooster
31
Verlofregeling
31
Financiële regeling
33
Klachtenregeling
37
Kunst op de Liduinaschool
39
3
LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN AB Ambulante Begeleiding ADHD Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder ASS Autisme Spectrum Stoornis AUTI Groepen voor leerlingen met een stoornis binnen het autistisch spectrum AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten BAO Basis Onderwijs CED Centrum Educatieve Dienstverlening CFI Centrale Financiën Instellingen CIZ Centrum Indicatie Zorg COMVOOR Communicatievoorwaarden CvB Commissie voor de Begeleiding CvI Commissie voor Indicatiestelling CWI Centrum voor Werk en Inkomen GMR Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad GGZ Geestelijke GezondheidsZorg IB Intern Begeleider IHP Individueel Handelingsplan IQ Intelligentie Quotiënt LCTI Landelijke Commissie Tijdelijke Indicatie LGF Leerling Gebonden Financiering LVPS LeerlingVolg- en PlanningsSysteem LVS LeerlingVolgSysteem LVZML Landelijke Vereniging Zeer Moeilijk Lerenden MG Meervoudig Gehandicapten MR MedezeggenschapsRaad MRT Motorische Remedial Teaching NSO NaSchoolse Opvang OBS Observatiegroepen OSG Onderwijs Service Groep PGB Persoons Gebonden Budget PvA Plan van Aanpak REC Regionaal Expertise Centrum RT Remedial Teaching SLO Stichting Leerplan Ontwikkeling SO Speciaal Onderwijs SVG SchoolVerlatersGroep TOG Tegemoetkoming Onderhoudskosten thuiswonende meervoudig en ernstig lichamelijk Gehandicapte kinderen VBKO Vereniging Bestuursorganisatie Katholiek Onderwijs VSO Voortgezet Speciaal Onderwijs UWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen WA Wettelijke Aansprakelijkheid WAJONG Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening JONGgehandicapten WEC Wet op het Expertise Centrum ZIN Zorg In Natura ZML Zeer Moeilijk Lerenden
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
4
ORGANISATIE EN FUNCTIONARISSEN Schoolbestuur INOS Stichting Katholiek Onderwijs Breda Postbus 3513 4800 DM Breda Bezoekadres: ANNAstede, Haagweg 1 4814 GA Breda Tel. 076 - 561 16 88 Fax 076 - 564 04 42 www.inos.nl Medezeggenschapsraad Anke Voulon voorzitter Winnie Goorden secretaris Oudercomité Voor de samenstelling van het Oudercomité wordt u verwezen naar de website van de school. Inspectie van het Onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl vragen over onderwijs Tel.: 0800 - 80 51 (gratis) Meldpunt vertrouwensinspecteurs Tel. 0900 - 111 31 11 REC 3 West-Brabant Rijnauwenstraat 201 4834 LD Breda Tel. 076 - 561 18 60 www.recwestbrabant.nl Commissie voor Indicatiestelling Postbus 5022 5004 KE Tilburg Tel. 013 - 539 89 40 Fax 013 - 539 88 51 www.recmiddenbrabant.nl
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
SCHOOLORGANISATIE Directie: P. Hotterbeekx algemeen directeur Vacature sectordirecteur SO K. Ilmer sectordirecteur VSO K. Braspenning adjunct-directeur CvB R. van Kaam adjunct-directeur CvB Stafmedewerkers: M. van Woerkom personeelsfunctionaris P. van den Broeck financiën / facilitair A. van Gool secretariaat A. Kuijstermans secretariaat Commissie voor de Begeleiding: K. Braspenning orthopedagoog / GZ-psycholoog SO R. van Kaam orthopedagoog VSO C. Notenboom orthopedagoog MG A. Wiegers GZ-psycholoog S. de Rooy psycholoog A. Heijkants psycholoog J. Rodermond maatschappelijk werkende M. Morssinkhof jeugdarts GGD
5
WAAR STAAT DE SCHOOL VOOR Missie van de school Wij bieden onze leerlingen een gespecialiseerde leer- en werkomgeving waardoor zij optimaal maatschappelijk kunnen participeren De Liduinaschool verzorgt een hoogwaardig aanbod van onderwijs en dienstverlening in de regio Breda aan kinderen en jongvolwassenen met een verstandelijke beperking in de leeftijd van vier tot twintig jaar. Binnen de Liduinaschool is er zorg voor specifieke doelgroepen, zoals leerlingen met een beperkt ontwikkelingsniveau en leerlingen met bijkomende gedragsstoornissen. De Liduinaschool biedt ruimte aan verschillende godsdiensten en levensbeschouwelijke opvattingen die er in onze samenleving bestaan. Zij heeft als doel de leerlingen voor te bereiden op een zo geïntegreerd en zelfstandig mogelijk bestaan op de gebieden van wonen en werken (betaalde en onbetaalde arbeid) en vrijetijdsbesteding. De Liduinaschool wil steeds beter uit gaan van en aansluiten bij de basisbehoeften van onze leerlingen en de zij wil de ouders betrekken bij de inhoud en vormgeving van onderwijs en dienstverlening. De Liduinaschool wil haar medewerkers in staat stellen om met enthousiasme en kennis een bijdrage te leveren aan het realiseren van de missie in samenwerking met leerlingen en ouders. De Liduinaschool wil in de regio een belangrijke gesprekspartner zijn voor scholen en zorgvoorzieningen.
Visie van de school Door gedifferentieerd en competentiegericht onderwijs creëren wij voor elke leerling een ontwikkelingsperspectief, waarin wij zelfstandigheid stimuleren. Hierbij werken wij proactief samen met ouders en ketenpartners. Wij hebben hart voor onze leerlingen en we zijn trots op de meerwaarde die we hen, hun ouders en het onderwijsveld bieden.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
De liduinaschool wil steeds beter uit gaan van en aansluiten bij de basisbehoeften van onze leerlingen. Behoefte aan competentie, autonomie en relatie: • Competentie ik kan het • Autonomie ik kan het zelf • Relatie ik hoor erbij De school streeft er naar om de leerlingen te begeleiden bij hun ontwikkeling van een harmonieuze persoonlijkheid, naar maximale zelfstandigheid met daarbij de erkenning van de eigenheid van een kind of jongvolwassene met een verstandelijke beperking. Bovenal zien we onze leerlingen als kinderen met mogelijkheden, met ontwikkelingskansen. De Liduinaschool werkt vanuit een pedagogisch klimaat waarin een evenwicht bestaat tussen veiligheid en uitdaging. Veiligheid door de structuur van het rooster, de overzichtelijke indeling van de lokalen, het gebruik van picto’s en het consequent omgaan met regels. De medewerkers dagen de leerlingen uit tot eigen activiteiten, tot het nemen van verantwoordelijkheid en zij betrekken de leerlingen bij wat er in de groep gebeurt. Zij bieden een “rijke” leeromgeving.
SCHOOLORGANISATIE Schoolorganisatie
Om aan deze visie vorm te geven onderschrijven wij de onderwijsdoelen zoals die staan weergegeven in ‘Onderwijsdoelen voor het onderwijs aan zeer moeilijk lerenden’, zoals deze door Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) zijn omschreven. Deze doelen zijn op te vragen bij de Stichting via adres: Postbus 2041, 7500 CA Enschede, of per e-mail
[email protected] Leerlingen komen uit de volgende gemeenten: - Alphen-Chaam - Gilze en Rijen - Baarle-Nassau - Breda - Moerdijk - Geertruidenberg - Drimmelen - Oosterhout - Etten-Leur - Zundert - Land van Heusden en Altena
6
TOELATINGSPROCEDURE Plaatsing vanuit de gemeente is afhankelijk van de afspraken binnen het Regionaal Expertise Centrum West Brabant (REC) en van de overeenstemming rond het vervoer. Onze school wil een school zijn met een veilig pedagogisch klimaat en een verfijnd pedagogischdidactisch zorgsysteem, waar leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen in een sfeer van welbevinden. Dit betekent dat in teamverband en in onderlinge samenwerking gewerkt wordt aan: • • •
De leerontwikkeling van de kinderen om het maximaal mogelijke te bereiken. De sociaal-emotionele ontwikkeling om sociaal competent gedrag en persoonlijk welbevinden te bevorderen. De werkhouding om leermotivatie, taakbeleving en taakgerichtheid te bevorderen.
De resultaten van het onderwijs worden per leerling vastgelegd in het handelingsplan, dat wordt opgesteld op basis van het LVS 2006. De school is een voorstander van het verantwoord werken in leerroutes. Het onderwijsprogramma is hierdoor aangepast aan de grote verschillen die er bestaan in niveau tussen de leerlingen. Hoewel ouders op de eerste plaats hun kind aanmelden op de Liduinaschool vanwege de beperking van hun kind, willen wij toch de visie rond de identiteit van het schoolbestuur uitdragen. INOS handelt vanuit waarden en normen, die gebaseerd zijn op christelijke principes. Deze principes zijn geborgd door de katholieke grondslag van INOS, welke signatuur is vastgelegd in de statuten. Uitgangspunt zijn de christelijke principes waarbij geanticipeerd wordt op algemeen maatschappelijke, onderwijskundige en pedagogische ontwikkelingen. De essentie van het geheel van waarden en normen is door INOS duidelijk gedefinieerd (www.inos.nl). Leerlingen en personeel respecteren en handelen naar deze waarden en normen. Daardoor kan de school in ruime mate tegemoetkomen aan vragen van alle gezindten.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
WEC Sinds 1 augustus 1998 valt de Liduinaschool onder de Wet op de Expertise Centra (WEC). In deze WEC komt onze school in het zogenaamde cluster 3 voor leerlingen met een lichamelijke beperking, verstandelijke beperking, langdurig zieken en leerlingen met epilepsie. Een belangrijk onderdeel van deze wetgeving is een ander financieringssysteem, LGF, beter bekend onder ‘De Rugzak’. Ouders kunnen daarbij gemakkelijker een keuze maken tussen het regulier (met Ambulante Begeleiding) en het speciaal onderwijs. De invoeringsdatum was 01-08-2003. REC 3 West-Brabant Regionaal werken de speciale scholen van cluster 3 samen in een Regionaal Expertisecentrum (REC). Met elkaar zorgen de speciale scholen ervoor dat de deskundigheid in hun cluster voor de hele regio beschikbaar komt en blijft. Door de samenwerking blijft het speciaal onderwijs in de toekomst bereikbaar voor alle kinderen die het nodig hebben en hun ouders. De scholen van een REC geven onderwijs aan kinderen die speciale zorg nodig hebben. Daarnaast wordt begeleiding gegeven aan reguliere scholen die een kind met een beperking hebben opgenomen. Vijf scholen in West-Brabant hebben samen het REC West-Brabant cluster 3 opgericht. Deze scholen werken in het REC West-Brabant samen in het geven van onderwijs en zorg voor leerlingen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking. Deze vijf scholen zijn: 1. Liduinaschool (ZML) Breda 2. Mytylschool De Schalm Breda 3. Openluchtschool Breda 4. De Kameleon (ZML) Roosendaal 5. Mytylschool Roosendaal Voor meer informatie verwijzen wij u door naar: www.recwestbrabant.nl
7
Beoordeling welke kinderen in aanmerking komen voor LGF
En dat geldt natuurlijk ook voor de leerlingen die in een andere setting opgevangen gaan worden.
De Commissie voor Indicatiestelling beoordeelt aan de hand van dossiergegevens en wettelijke regels of een leerling in aanmerking komt voor een indicatie, oftewel een beschikking. Vervolgens kunnen de ouders van de leerlingen kiezen voor een plaats op een school voor (Voortgezet) Speciaal Onderwijs of voor een plaats met een rugzak op een reguliere school.
De opdracht voor de Liduinaschool in de komende periode is om samen met de overige SOscholen (huidige scholen REC 3 en REC 4) onze kwaliteit overeind te houden aan de leerlingen die vanuit het samenwerkingsverband aan ons worden toevertrouwd. Daarnaast moeten wij ons in het samenwerkingsverband en via landelijke organisaties sterk blijven maken voor invulling van passend onderwijs op een manier die haalbaar en reëel is. Het zou een ramp zijn als deze wetswijziging tot gevolg heeft dat er weer veel leerlingen thuis komen te zitten omdat de zorg-/hulpvraag nergens beantwoord kan worden
Van het REC wordt verwacht dat de ouders, indien zij dat wensen, ondersteund worden bij het maken van die keuze en bij het compleet maken van het dossier voor het verkrijgen van een indicatie. Daarnaast wordt van het REC verwacht dat zij ambulante begeleiding coördineert op de reguliere scholen waar leerlingen met een rugzak zijn geplaatst. De ouders kunnen tegen het besluit in beroep gaan, indien zij het niet eens zijn met de beslissing van de CvI. Passend Onderwijs De gevolgen van de invoering van passend onderwijs zijn op dit moment moeilijk in te schatten. Het aantal leerlingen behorende tot onze doelgroep dat in het reguliere onderwijs geplaatst wordt is al jaren constant.De effecten van de wetswijziging met betrekking tot het passend onderwijs zullen hierin wellicht ingrijpende verandering brengen. Kort gezegd is het de bedoeling dat zowel de ‘bovenkant’ als de ‘onderkant’ van onze doelgroep op een andere locatie opgevangen wordt. De AWBZ-bekostiging voor onze leerlingen houdt op, dit betekent dat de leerlingen met een zeer grote zorgbehoefte (door hun zeer lage begaafdheid) meer in de dagverblijven opgevangen zullen worden. Daar tegenover staat dat een grote groep leerlingen die op onze school leerroute A bezoekt in het basisonderwijs opgevangen zal gaan worden. 10 % minder bekostiging en samenwerkingsverbandbeleid dat gebudgetteerd is zullen, naast alle dienstverlening die verdwijnt, ervoor gaan zorgen dat er in elk geval voor onze leerlingen weinig extra zorg overblijft.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
8
AANMELDING (TE ONDERNEMEN STAPPEN) Stap 1: aanmelden De ouders maken kenbaar dat zij hun kind willen aanmelden voor een plaatsing op een school van REC 3 West-Brabant of voor plaatsing binnen het reguliere onderwijs met ambulante begeleiding vanuit een school van REC 3 West-Brabant. Ouders melden hun kind aan bij de administratie van de Liduinaschool. Stap 2: telefonisch contact De school neemt daarna contact op met ouders. Tijdens dit contact: • Wordt een afspraak gemaakt voor een intake gesprek en/of oriëntatiebezoek. • Wordt gevraagd zo veel mogelijk relevante rap portage over het kind mee te nemen naar het intakegesprek. • Wordt uitleg gegeven over de verdere procedure. Stap 3: gesprek Tijdens het intake gesprek met de directie en maatschappelijk werkende komt aan de orde: • De geldende procedure. Daarbij vraagt de traject begeleider aan ouders toestemming de gegevens over hun kind naar de CvI en het LCTI te mogen zenden. • Het aanmeldingsformulier van ouders: aanvullingen en bijstellingen. • De trajectbegeleider stelt op basis hiervan het definitieve aanmeldingsformulier op. • Het toestemmingsformulier voor het opvragen en doorsturen van gegevens. • De aangeleverde/benodigde rapportage van het kind. Stap 4: gegevens verzamelen, onderzoek De trajectbegeleider verzamelt de diagnostische informatie die de CvI nodig heeft om een indicatieuitspraak te kunnen doen. Indien de informatie ontoereikend is adviseert de trajectbegeleider de ouders bij welke instantie zij deze informatie c.q. aanvullend onderzoek kunnen verkrijgen. Indien van toepassing verzoekt de trajectbegeleider één van de leden van de CvB van de Liduinaschool om onderzoek te verrichten. Stap 5: aanvraag CvI De trajectbegeleider verzendt namens de ouders de verzamelde informatie (inclusief het door de ouders ondertekende aanmeldingsformulier èn een verwijzingsbrief) naar de CvI. Stap 6: besluit CvI De CvI vormt zich een oordeel en neemt een indicatiebesluit.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Stap 7: rapportage CvI De CvI zendt haar indicatiebesluit naar de ouders. De trajectbegeleider krijgt een kopie. Stap 8: keuze ouders Ouders kiezen voor plaatsing op de speciale school van het REC of voor plaatsing op een reguliere school met extra faciliteiten en ambulante begeleiding. Als ouders voor een REC-school kiezen: Stap 9: oordeel CvB De CvB oordeelt over de plaatsbaarheid van de betrokken leerling. Daarbij betrekt zij het indicatiebesluit van de CvI. Indien de CvB anders oordeelt dan de CvI wordt dit beargumenteerd. Stap 10: advies CvB De CvB doet een voorstel over de plaatsing aan de directie. Stap 11: De directie neemt een beslissing over de toelating op basis van het voorstel van de CvB (en het oordeel van de CvI). Stap 12: De trajectbegeleider informeert de ouders over de plaatsing via de schooladministratie. Als ouders voor het regulier onderwijs kiezen: Stap 9: keuze school De trajectbegeleider ondersteunt desgewenst de ouders bij het kiezen van een reguliere school. Stap 10: aanvraag De reguliere school vraagt ambulante begeleiding aan bij de dienst Ambulante Begeleiding van REC-3 (Flexinos). Stap 11: aanmelding CFI De reguliere school meldt de leerling aan bij het CFI. Na een aantal weken ontvangt de school van het CFI een terugmeldingsformulier. De ambulante begeleider ontvangt hiervan een kopie. Stap 12: plan maken De ambulante begeleider maakt een begeleidingsplan. De reguliere school maakt een handelingsplan. Stap 13: plan ondertekenen Als ouders, school en ambulante begeleider het eens zijn over het begeleidings- en handelingsplan, start de ambulante begeleiding.
9
Indicatiecriteria voor onderwijs aan zeer moeilijk lerenden: Er is sprake van een verstandelijke beperking, als: a. De IQ-score lager is dan 55 b. Een IQ-score in de bandbreedte 55-70 i.c.m.: - Een andere vastgestelde stoornis (b.v. autisme, AD/HD e.a.) (leerlingen tot 8 jaar) of i.c.m. een stagnerende didactische ontwikkeling (leerling en vanaf 8 jaar). - Een zeer geringe sociale redzaamheid (vast gesteld middels het invullen van de SRZ bij IQ boven de 55). - Een ernstige structurele beperking in de onder wijsparticipatie. - Een ontoereikende ondersteuningsmogelijk heden vanuit regulier onderwijs. c. Er sprake is van syndroom van Down. Benodigde informatie: - In geval a: psychologisch rapport met uitslag van een capaciteitenonderzoek. - In geval b: psychologisch rapport met uitslag van een capaciteitenonderzoek, onderwijskundig rapport, uitslag van sociale redzaamheidonder zoek (SRZ, SRK of VABS). - In geval c: een medische verklaring dat syndroom Down is vastgesteld. Indicatiecriteria voor onderwijs aan meervoudig gehandicapte kinderen (kinderen uit de basale vormingsgroepen): a. Als er sprake is van een diepe stoornis in de intellectuele ontwikkeling (IQ lager dan 20) of b. Als het IQ tussen 20 en 35 is in combinatie met een beperkt gedragsrepertoire en bijkomende medische of gedragsproblematiek of c. Als een lichamelijke beperking in combinatie met het IQ lager dan 70 en een ernstige structurele beperking in de onderwijsparticipatie en ontoerei kende ondersteuningsmogelijkheden vanuit regu lier onderwijs en/of zorgsector. Benodigde informatie: psychologisch rapport met uitslag van een capaciteitenonderzoek, medisch verslag waaruit onderwijsbeperkingen blijken, uitslag van sociale redzaamheidsonderzoek. Herindicatie Bij alle leerlingen van de school moet regelmatig door de CvI bekeken worden of de plaatsing terecht is.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Dit gebeurt voor iedere leerling elke vier jaar, uitgezonderd leerlingen met het syndroom van Down. Voor deze leerlingen is de afgegeven indicatie geldig voor de gehele schoolloopbaan. Voor de herindicatie wordt een psychologisch onderzoek gedaan en aan de ouders wordt gevraagd een vragenlijst in te vullen. Deze vragenlijst wordt automatisch vanuit school toegezonden met het verzoek deze na invulling naar ons terug te sturen. De school zorgt dan voor dat alle benodigde gegevens bij de CvI komen om de herindicatie in orde te maken. Nadrukkelijk willen we de ouders erop wijzen dat het verkrijgen van een nieuwe indicatie een voorwaarde is voor het voortzetten van de plaatsing binnen het speciaal onderwijs. De Liduinaschool kan alleen leerlingen opnemen die een geldige indicatie hebben. Het is daarom belangrijk dat de formulieren die u ontvangt invult en zo spoedig mogelijk retourneert. Formeel zijn en blijven de ouders verantwoordelijk voor de aanvraag (zij ondertekenen dan ook) maar de Liduinaschool wil hen graag ondersteunen tijdens deze procedure (o.a. door het bewaken van de geldigheid van de indicatie en verzamelen van de benodigde gegevens). Natuurlijk worden de onderzoeksresultaten op verzoek met de ouders besproken. Ondergrens zorgvraag leerlingen De Liduinaschool streeft er naar de zorg voor de leerlingen op een verantwoorde wijze gestalte te geven. Er kunnen zich echter ook situaties voordoen, waarin de grenzen aan de zorg voor leerlingen worden bereikt en er sprake is van een ZML/MG-overstijgende zorgvraag, waardoor er geen kwalitatief goed onderwijs kan worden geboden. Het is voor ons niet meer mogelijk om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan de gehele groep en/of aan de betreffende leerling als er sprake is van: - een leerling die een beperking en heeft die een zodanige verzorging en/of behandeling vraagt dat daardoor zowel de zorg en de behandeling voor de desbetreffende leerling als het onderwijs aan de betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht kunnen komen.
10
- -
aan een leerling een zodanig beslag legt op de tijd en de aandacht van de leerkracht, dat daardoor de tijd en de aandacht voor de overige leerlingen in de groep onvoldoende of geheel niet kan worden geboden. een leerling die ernstige gedragsproblemen heeft, die leiden tot een ernstige verstoring van de rust en de veiligheid in de groep. Het is dan niet meer mogelijk om de veiligheid te garanderen van de leerlingen in de groep.
Wat verstaat de Liduinaschool onder leerlingen met een ZML/MG-overstijgende zorgvraag: - Leerlingen waarbij de zorgvraag op gebied van Persoonlijke Verzorging en/of Individuele Begeleiding en/of Verpleging het zorgaanbod vanuit de onderwijs indicatie (ZML en/of ZML-MG) overstijgt. In de praktijk zijn dit doorgaans 1. leerlingen met een (zeer) ernstige verstandelijke beperking in combinatie met een bijkomende problematiek op fysiek gebied (motorisch en/of medisch), of 2. leerlingen met een verstandelijke beperking in combinatie met een gedragsstoornis en/of ernstige problematiek op psychiatrisch gebied, of 3. leerlingen met een verstandelijk beperking in combinatie met ernstige sensorische problematiek (prikkelverwerkingsproblemen) Grenzen van de Liduinaschool: a. Indien de zorg vanuit de ZML/MG-indicatie met de aanvullende AWBZ- financiering ontoereikend is om de zorgbehoefte van de leerling te beantwoorden. De school is dan onvoldoende toegerust om verantwoord te handelen, aangezien de leerling alleen kan participeren binnen het onderwijsprogramma als de onderwijstijd en/ of geoormerkte zorgtijd van andere leerlingen gebruikt wordt om de benodigde zorg te realiseren. b. Indien de leerling zeer beperkte/geen ontwikkeling laat zien binnen de kern-doelen van het ZML/ MG-onderwijs gedurende een jaar, waarbij de oorzaak ligt in een cognitieve stagnatie en/of beperkte onderwijsparticipatie ten gevolge van de zorgvraag
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
c. Indien de leerling ernstige verstoring van de orde en rust op school veroorzaakt, nadat er van uit school alle beschikbare interventies zijn ingezet d. Indien de leerling (ondanks aanvullende zorg vanuit AWBZ-financiering) niet kan voldoen aan het onderwijsprogramma en niet kan participeren binnen de wettelijke schooltijden en/of niet kan participeren binnen de bij de ZMLK/MGindicatie passende groepsgrootte en individuele alternatieven aangeboden moet krijgen. Wanneer bovenstaand beleid aan de orde is zal hierover in eerste instantie een gesprek met ouders/ verzorgers plaatsvinden waarin de situatie en de verder te ondernemen stappen besproken worden. Zorg voor Jeugd Als Liduinaschool zijn wij aangesloten op het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. Zorg voor Jeugd is bedoeld om problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 – 23 jaar in een vroegtijdig stadium te signaleren en vervolgens de coördinatie van zorg te organiseren. Op deze manier moeten risico’s met kinderen en jongeren worden voorkomen en kan in het belang van de jeugdige en zijn ouders/verzorgers hulp beter op elkaar worden afgestemd. Het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd is beschikbaar gesteld door de gemeente. De gemeente heeft vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) namelijk de taak om problemen bij jeugdigen te signaleren en coördinatie van zorg te organiseren. Binnen onze organisatie kunnen alleen leden van de CVB zorgsignalen afgeven in Zorg voor Jeugd. Zo’n signaal geven zij alleen af, nadat zij de jeugdige en/of zijn ouders/verzorgers hierover hebben geïnformeerd. Bij het afgeven van een signaal wordt geen inhoudelijke informatie geregistreerd.
11
In het systeem komt alleen te staan dat er zorgen zijn over een jeugdige. Als er twee of meer signalen in het systeem staan over dezelfde jeugdige, dan wordt automatisch een ketencoördinator aangewezen. Deze ketencoördinator is een professional van een hulpverleningsorganisatie. Hij/zij inventariseert wat er aan de hand is met de jeugdige en of het nodig is om in overleg met betrokken partijen een hulpverleningsplan op te stellen. Op www. zorgvoorjeugd.nu vindt u meer informatie over Zorg voor Jeugd. Continue leerlingbegeleiding De Liduinaschool streeft naar een manier van werken en registreren waardoor zij in staat is de ontwikkeling van een leerling continu te volgen en hierdoor een gericht (vaak individueel) onderwijsprogramma aan te kunnen bieden. De Commissie voor de Begeleiding bewaakt de voortgang van de leerling en besluit over de inzet van ondersteunende begeleiding. Het begin van de continue leerlingbegeleiding wordt gevormd door de gegevens vanuit de toelating; het zogenaamde “Ontwikkelingsprofiel”. In dit document staan de relevante gegevens van een leerling, een eerste beeldvorming, het ontwikkelingsperspectief en de benodigde onderwijsondersteuning. Ook wordt in het “Ontwikkelingsprofiel” vermeld in welke leerroute de leerling, op basis van zijn mogelijkheden, geplaatst wordt. De verdere ontwikkeling van de leerling wordt gevolgd via het leerlingvolgsysteem (LVS 2006): een planmatig toetsings- en scoringssysteem om de ontwikkeling van een leerling in kaart te brengen en planning van het onderwijs te ondersteunen. Elke leerling in een groep wordt aan de hand van het leerlingvolgsysteem op niveau ingedeeld voor de verschillende vakgebieden. Voor elk vakgebied stelt de groepsleerkracht voor de groep een groepsplan op, dat dus kan bestaan uit verschillende niveaugroepen. Aan het begin van elk schooljaar worden de groepsplannen opnieuw opgesteld en middels een consultatieve groepsplanbespreking met de intern begeleider bekeken. Vanuit LVS 2006, groepsplanning en de leerlingkenmerken wordt het individueel handelingplan opgesteld. Dit document moet door ouders/voogd worden ondertekend.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
De leerkrachten volgen dagelijks de vorderingen/ veranderingen in het ontwikkelingsproces van de leerling. Twee keer per jaar worden alle gegevens in kaart gebracht en wordt de ontwikkeling van de leerling besproken. Eén keer per jaar worden bij de leerlingen met een cognitieve ontwikkelingsleeftijd groter of gelijk aan 5 jaar, voor rekenen, spelling, begrijpend lezen en technisch lezen didactische toetsen afgenomen. Hiervoor worden de CITO toetsen “Speciale Leerlingen” en de DMT en AVI toetsen gebruikt. Besprekingen Op de Liduinaschool kennen we diverse soorten besprekingen. Dit zijn in feite steeds evaluaties van de uitvoering van de groepsplannen (en eventuele individuele trajecten) en de plaatsing binnen de huidige groep. Het beleid is erop gericht dat elke leerling elk schooljaar minimaal twee keer besproken wordt. De groepsplanbespreking Deze vinden twee keer per jaar plaats en hierin worden de door de leraar opgestelde groepsplannen voor de vakgebieden besproken. In deze plannen staan de doelen waaraan in die groep wordt gewerkt, volgens welke methoden en hoe dit wordt georganiseerd. De groepsplannen worden door elke leerkracht aan het begin van het schooljaar opgesteld en in de eerste vier schoolweken besproken in een eerste consultatieve groepsplanbespreking met de IB`er. De tweede bespreking (evaluatie/bijstelling) vindt in januari plaats met de sectordirecteur. Bij de eerste consultatieve groepsplanbespreking zijn aanwezig de leerkracht en de IB`er. Bij de tweede groepsplanbespreking zijn aanwezig de leerkracht en sectordirecteur. Evaluatie handelingsplannen Deze bespreking vindt plaats met de groepsleerkracht in aanwezigheid en onder verantwoordelijkheid van de betroken psycholoog/ orthopedagoog. Indien wenselijk kan ook plaats worden ingeruimd voor betrokken vakleerkrachten of onderwijsondersteunend personeel. Er wordt van deze bespreking een verslag gemaakt. Dit verslag gaat ter informatie naar de ouders/voogd.
12
Er moet worden aangegeven of de doelstellingen bereikt zijn en of dit verlopen is zoals eerder gepland was; belemmerende en bevorderende factoren worden geformuleerd.
de periode augustus/december van het volgend schooljaar 13 jaar wordt, wordt alleen besproken na overleg tussen de leerkracht en de CvB.
Eventuele specifieke problemen kunnen ingebracht worden in de Commissie voor de Begeleiding. Het verslag evaluatie IHP vormt de basis voor het oudergesprek in juni.
Doelstelling: - Bespreken van de vorderingen van de leerling op verschillende gebieden. - Bepalen of een leerling toe is aan plaatsing binnen het VSO. - Bepalen van de te volgen VSO-leerroute. - Bespreken van aandachtspunten bij plaatsing in het VSO. - In februari/maart vindt een voorlichtingsavond plaats voor alle ouders/verzorgers van leerlingen die naar het VSO gaan.
Eindbespreking SO
Transitieplan
In de periode januari/februari vinden besprekingen plaats voor de leerlingen die het SO gaan verlaten en uitstromen naar een vorm van vervolgonderwijs. Hierbij zijn de groepsleerkracht en de gedragsdeskundige aanwezig.
In het schooljaar 2011-2012 zal voor alle leerlingen rondom hun 18e verjaardag die hiervoor in aanmerking komen een individueel transitieplan (ITP) worden opgesteld. In dit document zal worden aangegeven welke stappen er moeten worden gezet om de naderende schoolverlating zo optimaal mogelijk te laten verlopen.
Daarnaast worden er op grond van deze informatie aandachtpunten/conclusies vermeld voor het nieuwe handelingsplan en wordt aangegeven in wat voor type groep, leerroute, de leerling het volgende schooljaar geplaatst kan worden.
De leerkracht en de psycholoog/orthopedagoog maken een eindverslag SO. Hierin staat een korte beschrijving van de ontwikkeling van de leerling op de verschillende gebieden en het bereikte eindniveau. Daarnaast staat er een advies in met betrekking tot het vervolgonderwijs (meestal VSO-ZML), en eventuele gewenste onderwijsondersteuning. Dit verslag vormt de basis voor de start in het vervolgonderwijs. Toelatingsbespreking VSO In de periode december-mei vinden besprekingen plaats voor de leerlingen die in aanmerking komen voor een overstap van het SO naar het VSO in het volgend schooljaar. Dit zijn alle leerlingen die vóór 1 augustus 13 jaar zijn/worden. Een leerling die in
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Een naadloze overgang van school naar toekomstige werkplek is zeer belangrijk. In dit perspectief wordt in het ITP aangegeven naar welke perspectieven wordt toegewerkt in de richting van wonen, werken en vrijetijdsbesteding en welke begeleidingsvoorwaarden hierbij zijn. Tevens wordt vastgelegd welke concrete stappen hiertoe moeten worden gezet: invulling van stages, aanvragen van noodzakelijke indicaties en specifieke leerdoelen in het onderwijsprogramma zijn hiervan slechts voorbeelden. Waar noodzakelijk zal zorg gedragen worden voor een actueel psychologisch verslag. Het ITP wordt besproken en vastgesteld na bespreking met (indien mogelijk) leerling en ouders.
13
AB
Dit gebeurt in samenspraak met de school en ouder(s) verzorger(s). De reguliere school is eindverantwooedelijke voor de totale begeleiding van de leerling, tevens voor de inzet van extra middelen. De Liduinaschool verleent in deze situatie dus diensten die onder verantwoordelijkheid van de reguliere basisschool worden ingevuld.
Wanneer de ouders kiezen voor een reguliere school wordt de ambulante dienst Flexinos ingeschakeld. Ook werkt de school samen met het steunpunt autisme Het Driespan, Meander en REC als één \ Steunpunt Autisme West-Brabant. Deze vorm van dienstverlening biedt het desbetreffende kind, de ouders en de gekozen school de gewenste ondersteuning.
De dienst AB organiseert tevens netwerkbijeenkomsten voor de reguliere scholen waaraan AB (voor leerlingen met een CVI-indicatie) wordt gegeven. De doelstelling van deze bijeenkomsten is onder andere het uitwisselen van ervaringen en het informatie geven betreffende specifieke didactische en pedagogische ondersteuning. Aan de hand van deze netwerkbijeenkomsten wordt het blad ‘Op Maat’ uitgegeven.
Het aanbod is afhankelijk van de hulpvraag van de leerling, school en of ouder(s)/verzorger(s). De dienst AB is verantwoordelijk voor het opstellen van een begeleidingsplan. Hierin staan de begeleidingsdoelen en afspraken over de wijze waarop de AB wordt ingezet.
NIEUWE LEERLING
ZITTENDE LEERLING
SO‐VERLATER
VSO‐VERLATER
ONTWIKKELINGS PROFIEL
VOORLOPIG IHP
IHP
PLAATSINGS BESPREKING
TRANSITIE PLAN
IHP
GROEPSPLAN
VOORTGANG IHP
EINDVERSLAG SO
EVALUATIE IHP
Verslag OO
ONDERWIJS VERSLAG
CONCLUSIE CVB
Schema leerlingenzorg 6-6
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
14
INHOUD VAN HET ONDERWIJS Inleiding SCHEMA
Het ZML onderwijs is een onderwijsvorm die zich richt op een brede groep leerlingen in de leeftijd van 4 tot en met 20 jaar. De leerlingen hebben een algemene ontwikkelingsachterstand met eventueel een bijkomende problematiek zoals ASS en ADHD.
Aan de bovengrens zien we in de SO-leeftijd leerlingen die mogelijkheden hebben in het grensgebied met het Speciaal Basis Onderwijs en Praktijkonderwijs. Aan de ondergrens zien we leerlingen in het grensgebied met Orthopedagogische Dagcentra (ODC). In de VSO-leeftijd zien we leerlingen die uitstromen naar een kleinschalige en beschutte werkomgeving ,maar er zijn ook leerlingen die hun werkplek binnen het vrije bedrijf of in de sociale werkvoorziening vinden. We bieden ook onderwijs aan leerlingen die naast hun verstandelijke beperking ook bekend zijn met een motorische belemmering alsook leerlingen die door een al dan niet ernstige vorm van autisme in hun ontwikkeling belemmerd worden. Er is dus een grote diversiteit van hulpvragen die leerlingen stellen. Om op deze specifieke vragen goed antwoord te kunnen geven is bij de organisatie van de Liduinaschool uitgegaan van de verdeling van leerlingen aan de hand van de hulpvragen in drie leerroutes en het werken met overzichtelijke teams. Beide zaken zijn binnen de afdeling van het SO en het VSO duidelijk herkenbaar. Op deze manier wordt het onderwijsaanbod zoveel mogelijk afgestemd op de mogelijkheden van de leerling. De Commissie voor de Begeleiding (CvB) van onze school is verantwoordelijk voor het bepalen van het perspectief voor de leerlingen. Op grond hiervan wordt er een gewenste leerroute aangegeven en wordt er gekeken welk team de voorkeur heeft. Dit proces gebeurt jaarlijks en is in onze procedure leerlingenzorg opgenomen. Door de genoemde commissie wordt ook steeds bekeken of een leerling specifieke ondersteuning nodig heeft.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Om antwoord te kunnen geven aan specifieke hulpvragen heeft de school de beschikking over logopedie, Remedial Teaching, Sensorische Integratie ondersteuning, spelbegeleiding, fysio- en ergotherapie (adviserend naar het personeel) en Motorische Remedial Teaching. Deze ondersteuning zal, indien door de CvB geïndiceerd, steeds met een duidelijke doelstelling en voor een bepaalde periode gegeven kunnen worden. Deze ondersteuning kan binnen alle teams gegeven worden, al merken we in de praktijk dat de behoefte aan logopedische ondersteuning groter is bij de jongere leerlingen, leerlingen met ASS en binnen leerroute C. De behoefte aan remedial teaching is wat groter bij de leerlingen die de meer cognitieve processen aangeboden krijgen. Motorisch Remedial Teaching vindt vooral plaats bij leerlingen met een MG indicatie Hieronder geven we een nadere toelichting op de leerroutes en de teams.
DE DRIE LEERROUTES Leerroute C In deze leerroute zitten de leerlingen die sterk gebaat zijn bij het aanbod van de praktische schoolse vaardigheden. Hier ligt dan ook het accent op. Globaal wordt er gesproken van een laag ZML niveau. Veel leerlingen binnen deze route hebben een CvI-MG indicatie. Het onderwijs richt zich met name op de volgende domeinen: zintuiglijke ontwikkeling, motorische ontwikkeling, de communicatie, de zelfredzaamheid, de spelontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling. De individuele benadering overheerst, met bewust gehanteerde leermomenten in de groep Vaste structuur en herkenbaarheid zijn belangrijk. De concrete hier-en-nu-situaties zijn het referentiekader. Er wordt vooral gewerkt vanuit betekenisvolle activiteiten en het ervaringsleren. Deze leerlingen ontwikkelen zich vooral door het “doen” en vragen derhalve om een uitlokkende pedagogischdidactische omgeving waarbinnen ze uitgedaagd worden zich verder te ontwikkelen en het geleerde toe te passen.
15
Binnen het onderwijs is het bieden van de mogelijkheid tot herhalen eveneens een belangrijk uitgangspunt. Ook leerlingen met een zeer beperkte sociale behoefte (b.v. ASS) en/of structurele participatieproblemen ten gevolge van ernstige motorische beperkingen kunnen tot deze leerroute behoren. Het pedagogisch klimaat bij deze leerlingen kenmerkt zich juist door voorspelbaarheid, verheldering en visuele ondersteuning. Het onderwijs wordt gegeven binnen wat kleinere groepen (8 à10 leerlingen) met een leerkracht en klassenassistente. In veel groepen is er extra ondersteuning gewenst door een zorgassistente die bekostigd wordt vanuit de AWBZ-middelen die de ouders van deze leerlingen ontvangen. Veelal is deze ondersteuning voorwaardelijk om een plaatsing binnen het onderwijs optimaal te laten zijn. Het perspectief voor de meeste SO leerlingen is het VSO-ZML leerroute C en daarna een plaatsing in een beschutte woon/werkomgeving (dagactiviteitencentrum). In overleg met de ouders is eerdere uitstroom dagbesteding mogelijk, met name indien de leerling qua verstandelijke en sociaalemotionele ontwikkeling niet boven het niveau van 2½ jaar uitkomt. Leerroute B In deze leerroute zitten leerlingen die gebaat zijn bij een onderwijsaanbod op praktisch en cognitief gebied. Afhankelijk van de individuele mogelijkheden omvat het programma van deze route de leergebiedoverstijgende en de leergebiedspecifieke vakgebieden (zie schema). In het algemeen spreekt men van een gemiddeld ZML niveau. Er is dus hier een breed onderwijsaanbod waarbij de sociale ontwikkeling een belangrijk accent blijft. Het onderwijs wordt gegeven door een leerkracht, ondersteund door een klassenassistent. De groepsgrootte is ongeveer 12. Deze leerlingen vragen om een overzichtelijke omgeving waarbinnen ze voldoende uitgelokt worden (pedagogisch en didactisch). Het perspectief is veelal het ZML-onderwijs. Ook uitstroom naar BAO en praktijkonderwijs zijn echter zaken die samen met de ouders steeds moeten worden bekeken. Het eindperspectief vanuit de VSO-afdeling zal veelal zijn gelegen in een vorm van begeleid werken op basis van een CIZ-indicatie.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Ook in deze leerroute zijn leerlingen met een specifieke hulpvraag geplaatst zoals leerlingen met ASS, veelal in specifieke auti-groepen (ongeveer 10 leerlingen). Het pedagogisch klimaat van deze route is voor deze leerlingen een belangrijke voorwaarden om tot leren te komen. Leerroute A In deze leerroute zitten de leerlingen die gebaat zijn bij een onderwijs aanbod dat zich meer richt op de cognitieve ontwikkeling. Bij de jongere leerlingen in deze route is het onderwijsaanbod breed (vergelijkbaar met route B) maar bij de ouderen zien we vaak dat de praktische zaken beheerst zijn zodat er meer accent kan komen te liggen op uitbreiding van de cognitieve ontwikkeling en het toepassen van het geleerde in de praktijk (sociale redzaamheid!). Het vergroten van de zelfstandigheid en het dragen van de eigen verantwoording komen hier nadrukkelijker aan bod. In het algemeen spreken we hier van hoog-gemiddeld tot hoog ZML niveau. Het onderwijs wordt gegeven door een leerkracht, ondersteund door een klassenassistent. De groepsgrootte is ongeveer 14. Deze leerlingen vragen om een uitlokkende omgeving waarbinnen ze voldoende uitgedaagd worden (pedagogisch en didactisch) het geleerde toe te passen. Het perspectief voor de SO leerlingen is veelal het VSO-ZML onderwijs al komen bij deze route de uitstroommogelijkheden naar BAO, SBO, Praktijkonderwijs of een andere vorm van speciaal onderwijs nadrukkelijker aan bod. De leerlingen functioneren soms in het grensgebied tussen twee onderwijsvormen. In overleg met ouders kan een mogelijke uitstroom een persoonlijk doel worden van de leerling (individueel handelingsplan). Het eindperspectief vanuit de VSO-afdeling zal op het gebied van werk liggen op het verkrijgen van een vorm van loonvormende arbeid binnen het vrije bedrijf of binnen de sociale werkvoorziening
16
TEAMS LIDUINASCHOOL
In 2006 is een belangrijke stap gezet in de richting van een andere organisatorische vormgeving van de scholen vallend onder INOS. Ook de Liduinaschool valt onder dit bestuur. Bij het proces om te komen tot vernieuwing van de scholen is een belangrijk uitgangspunt geweest dat het primaire proces, het lesgeven aan leerlingen, de basis van denken dient te zijn en te blijven. Dit denken vanuit het onderwijs aan leerlingen is gestoeld op de gedachte dat de groepen de belangrijkste basis zijn. Het fundament voor goed onderwijs wordt gelegd door de positie die de teams gaan innemen. Het werk zal zoveel als mogelijk in teamverband worden georganiseerd. Deze teams van groepsleerkrachten zullen de resultaatverantwoordelijkheid dragen. De Liduinaschool heeft de afgelopen jaren gebruikt om haar organisatie af te stemmen op dit beleid. Dit is logischerwijs gekoppeld aan de veranderingen die nodig zijn na de verhuizingen in 2009 en het werken vanuit de leerroutes. Vanaf het schooljaar 2009/2010 bestaat de Liduinaschool uit twee eenheden: de afdeling SO en de afdeling VSO. Beide afdelingen zijn onderverdeeld in vier teams. Hierdoor zijn er acht teams binnen de school ontstaan. Ieder team is dus verantwoordelijk voor de uitvoering van de pedagogische en didactische opdracht. De groepsleerkracht is voor de ouders het aanspreekpunt voor hun kind. Afdeling SO Liduinaschool Team 2
Team 3
Team 4
Team 1
Inleiding: De afkorting SO staat voor Speciaal Onderwijs. Deze afdeling richt zich op leerlingen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar. De SO-afdeling bestaat in het schooljaar 2011-2012 uit vier teams (19 groepen). Buiten een verschil in leeftijd onderscheiden deze teams zich doordat ze zich richten op het geven van onderwijs denkend vanuit de drie leerroutes.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Binnen het SO is het streven de leerlingen een zo breed mogelijk aanbod te geven. Vanzelfsprekend is er steeds ruimte om op basis van didactische en/of pedagogische argumenten een leerling in een andere leerroute (en dus veelal ook onder de verantwoording van een ander team) te plaatsen. Uitgangspunt van denken dient steeds het belang van de leerling te zijn. Binnen de teams 1, 2 en 3 zijn er speciale auti-groepen herkenbaar. De Liduinaschool werkt al zeer lang met leerlingen met deze problematiek. Uit ervaring is gebleken dat leerlingen met ASS gebaat zijn bij een gestructureerd, veilig en meer kleinschalig pedagogisch klimaat. We hebben er dan ook voor gekozen deze leerlingen in specifieke groepen onderwijs te geven en niet te verspreiden over alle andere groepen. We streven ernaar in deze groepen het aantal leerlingen kleiner te maken. Dit vanwege o.a. hun individuele leerstijl en prikkelgevoeligheid. Hieronder treft u een korte karakterisering van de vier verschillende teams binnen de SO-afdeling. Team 1: Dit team richt zich op leerlingen in de leeftijd van 4 t/m ongeveer 8 jaar. Het is een onderbouwafdeling met een duidelijk observatiekarakter. De keuze van de groep waarin een leerling geplaatst wordt is afhankelijk van de combinatie van leeftijd en mogelijkheden/hulpvraag van de leerling. We streven naar zo homogeen mogelijke groepen. Hierbij kijken we o.a. naar de didactische behoefte (het onderwijsprogramma) en naar de pedagogische behoefte. Er wordt onderwijs gegeven binnen de leerroutes A, B en C. Het doel is om gedurende de periode dat de leerling onderwijs vanuit dit team ontvangt zicht te krijgen op de ontwikkelingsmogelijkheden/behoeften van de leerling. Dit wordt dan geformuleerd in het perspectief. Hierdoor kan er na afloop van de periode een gerichte verwijzing plaats vinden naar een van de leerroutes. Afhankelijk van de individuele mogelijkheden ligt de nadruk op de leervoorwaarden en het versterken van de communicatie en werkhouding (concentratie e.d.).
17
Bij de oudere leerlingen, afhankelijk van hun mogelijkheden zal ook een start van de aanvankelijke leerprocessen plaatsvinden. Tevens wordt binnen dit team nadrukkelijk gekeken of de leerling de school voor ZML kan gaan overstijgen. Dit zal bij een aantal van hen ook in het handelingsplan als perspectief geformuleerd worden. De groepsgrootte binnen dit team is ongeveer tien leerlingen. In de groepen zijn een klassenleerkracht en klassenassistent werkzaam. Dit team is gehuisvest op de locatie Rijnauwenstraat. Team 2: Dit team richt zich op leerlingen in de leeftijd van 4 t/m ongeveer 13 jaar. Er wordt onderwijs gegeven aan leerroute C. Een groot gedeelte van deze leerlingen bezoekt de school met een MG indicatie. Deze kan worden afgegeven op grond van de combinatie van een verstandelijke en lichamelijke beperking. Ook kan er sprake zijn van een ernstige verstandelijke beperking (IQ<35) veelal gecombineerd met een beperkt gedragsrepertoire en geringe zelfstandigheid. Het onderwijs richt zich met name op de vier domeinen zoals deze bij de toelichting van de leerroutes zijn omschreven.
Het onderwijs omvat een breed aanbod. De school heeft duidelijk het beleid om binnen dit aanbod, naast de sociale en redzaamheid programma onderdelen, de mogelijkheden van de meerschoolse vaardigheden zo optimaal mogelijk te benutten. We denken hierbij met name aan zaken zoals het lezen (pictolezen, technisch lezen en begrijpend lezen) en de rekenvaardigheid. Beide zaken zijn belangrijk voor het functioneren in onze samenleving. Hierbij wordt ook gekeken naar de toepassingsmogelijkheden voor de leerling. Binnen dit team worden ook leerlingen opgenomen met ASS. Deze leerlingen zitten bij elkaar in een van de drie auti-groepen van dit team. Hierdoor kunnen we op een specifieke manier met deze leerlingen werken maar het biedt ook ons ook de mogelijkheid om samen met de andere leerlingen in dit team activiteiten te ondernemen. De groepsgrootte binnen dit team is ongeveer 12 leerlingen. In de groepen zijn een klassenleerkracht en klassenassistent werkzaam. Dit team is gehuisvest op de locatie Rijnauwenstraat. Bij de groep met leerlingen met ASS is de groepsgrootte ongeveer 10 leerlingen.
Binnen dit team worden ook leerlingen opgenomen met ASS. Deze leerlingen zitten bij elkaar in een van de twee auti-groepen van dit team. Hierdoor kunnen we op een specifieke manier met deze leerlingen werken. De groepsgrootte binnen dit team is ongeveer acht leerlingen. In de groepen zijn een klassenleerkracht en klassenassistent werkzaam. Afhankelijk van de verzorgingsbehoefte kan er een zorgassistente aanwezig zijn. Zoals vermeld, wordt deze gefinancierd vanuit AWBZ-indicatie die door het CIZ is afgegeven. Dit team is gehuisvest op de locatie Rijnauwenstraat. Deze locatie heeft een aantal voorzieningen zoals verzorging- en rustruimtes, snoezelruimte, binnenzandbak en binnenspeelmogelijkheden. Van deze ruimtes maken ook de leerlingen die onderwijs krijgen vanuit team 1 gebruik. Team 3: Dit team is verantwoordelijk voor het realiseren van het onderwijs aan leerlingen van 8 t/m 12 jaar in leerroute B.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Rijnauwenstraat
Team 4: Dit team is verantwoordelijk voor het realiseren van het onderwijs aan leerlingen van 8 t/m 12 jaar in leerroute A. Hier zien we bij de leerlingen tot ongeveer 11 jaar nog een breed onderwijs aanbod maar door de, in het algemeen betere leermogelijkheden, komt er steeds meer accent te liggen op de cognitieve leerprocessen. Dit is in de praktijk ook mogelijk omdat deze leerlingen de doelstellingen op de andere ontwikkelingsgebieden al (bijna) behaald hebben.
18
AFDELING VSO LIDUINASCHOOL Het pedagogisch klimaat is hier nadrukkelijker gericht op het hebben/nemen van eigen verantwoordelijkheid en het vergroten van de zelfstandigheid. Aan de andere kant hebben deze leerlingen ook een duidelijke structuur nodig om dit eigen te maken. Het is duidelijk dat ook de pedagogische opdracht hier groot is. Tot slot is het belangrijk te vermelden dat het onderwijs binnen dit team meer groepsdoorbrekend wordt aangeboden (in niveaugroepen). De groepsgrootte binnen dit team is ongeveer 14 leerlingen. In de groepen zijn een klassenleerkracht en klassenassistent aanwezig. Dit team is gehuisvest op de locatie Rijnauwenstraat. Afdeling VSO Liduinaschool
Team 6
Team 7
Team 8 Team 5
De afkorting VSO staat voor Voortgezet Speciaal Onderwijs. De leeftijd van de leerlingen loopt uiteen van 13 tot 20 jaar. De VSO-afdeling bestaat in het schooljaar 2011-2012 uit vier teams (22 groepen). Buiten een verschil in leeftijd onderscheiden deze teams zich op cognitief/praktisch gebied. De leeftijd van de leerlingen varieert van 13 jaar in de teams 5 en 6 tot 20 jaar in de eindgroepen. De nadruk in het VSO ligt op het aanleren van vaardigheden die in relatie staan tot wonen, werken en vrijetijdsbesteding. Het ligt voor de hand dat naarmate de leerling langer in het VSO zit deze vaardigheden belangrijker worden. Daarnaast is er ruime aandacht in het programma voor de cognitieve vakken, expressie en lichamelijke opvoeding. Het onderwijsprogramma is vastgelegd in een rooster, waarin de verplichte onderdelen zitten. Het gaat dan om o.a. functioneel rekenen en Nederlandse taal. Functioneel rekenen omvat rekenen, tijdsoriëntatie, meten en wegen. Nederlandse taal omvat spelling, schrijven, taal, lezen en uitbreiding van de communicatieve vaardigheden. Naast het verplichte programma streven we er in het VSO naar om met specifieke voorkeuren van de leerling rekening te houden. Deze voorkeuren voor vakken of interesses nemen we in overleg met de betreffende leerkrachten in het rooster op.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Waarbinnen het SO aandacht is voor de zelfredzaamheid en de sociale ontwikkeling zal in het VSO meer en meer het accent komen te liggen op arbeidsoriëntatie. De arbeidsoriëntatie start voorzichtig in de teams 5 en 6 en wordt nadrukkelijker voortgezet in de teams 7 en 8. Via werkervaringsplaatsen (WEP) doen de oudere leerlingen zowel binnen als buiten de school reële werkervaring op. Hiervoor maken we gebruik van het bestaande netwerk van werkervaringsplaatsen binnen de dagbesteding centra, sociale werkplaatsen en reguliere bedrijven. Het streven is om voor alle schoolverlaters passende arbeid te realiseren. Hieronder treft u een korte karakterisering van de vier verschillende teams binnen de VSO-afdeling. Vanzelfsprekend is er steeds ruimte om op basis van didactische en pedagogische argumenten een leerling over te plaatsen naar een ander team. Daarnaast zal op de geëigende momenten ook steeds de vraag aan de orde komen in hoeverre een andere vorm van onderwijs of dagbesteding beter van toepassing is. Team 5 In dit team zitten leerlingen van 13 tot 16 jaar. Veelal zullen zij instromen vanuit de eigen SO-afdeling. Daarnaast zien we dat er ook zeer regelmatig externe aanmeldingen zijn vanuit onder andere het basisonderwijs, SO en SBO. In algemeenheid zullen de leerlingen twee á drie jaar in dit team blijven. De groepen hebben een gemiddelde grootte van 12 leerlingen. Elke groep heeft een eigen klassenleerkracht en een klassenassistente. De groepen worden samengesteld op basis van de individuele hulpvragen van de leerlingen waarbij zo veel mogelijk homogene groepen worden geformeerd. Dit team heeft een brugfunctie tussen de SO-afdeling en de meer arbeidsgerichte groepen binnen de VSOafdeling. Er wordt onderwijs gegeven binnen de leerroutes A en B. Het programma is uitdagend en innovatief waarbij de leerlingen voor het eerst kennis kunnen maken met de praktijkvakken. Daarnaast blijft er een ruime plaats ingeruimd voor meer cognitief-gerichte vakken als Nederlandse taal, rekenen en wereldoriëntatie.
19
Vanzelfsprekend is er ook plaats voor de sociaalemotionele ontwikkeling van de leerlingen en wordt er aandacht besteed aan de motorische en creatieve vakgebieden. Aan het einde van deze “brugklasperiode” zullen de leerlingen uitstromen naar team 7 of 8 gebaseerd op het toekomstige woon- en werkperspectief. Altijd blijft er de mogelijkheid dat een leerling uit de A-stroom alsnog de overstap maakt naar een andere vorm van onderwijs. Dit team is gehuisvest op de locatie Landheining.
Landheining
Team 6 In dit team zitten de leerlingen in de leeftijd van 13 tot 20 jaar die op basis van hun complexe problematiek bij elkaar zijn gebracht. Deze complexiteit kan zijn gebaseerd op de combinatie van een verstandelijke en een motorische beperking. Daarnaast is er in dit team ook plaats voor leerlingen die op basis van hun ASS-problematiek baat hebben bij een gestructureerd en meer kleinschalig pedagogisch klimaat. De leerlingen worden veelal beperkt door een gering gedragsrepertoire en een geringe zelfstandigheid. Veel leerlingen in dit team hebben een MG-status. De gemiddelde groepsgrootte is 8. Elke groep heeft een eigen klassenleerkracht en klassenassistente. In veel gevallen is er aanvullende zorgassistentie op basis van AWBZ-indicaties. Daarnaast is er sprake van een zorgstructuur waarin de aanvullende onderwijsondersteuning aanwezig is. Het onderwijs richt zich op de vier domeinen: sensomotorische ontwikkeling, de communicatie, de zelfredzaamheid en de sociaal-emotionele ontwikkeling. In toenemende mate zal er steeds een directe koppeling zijn tussen het programma en direct noodzakelijke vaardigheden en attituden betreffende het wonen, het werken en de vrijetijdsbesteding. De cognitieve vakgebieden worden veelal op een geïntegreerde wijze aangeboden. Voor de meeste leerlingen zal het eindperspectief richting wonen en werken steeds in een beschutte omgeving zijn gelegen. In deze zin is er plaats in
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
het programma voor een geleidelijke overgang van school naar werk/dagbesteding waarbij er ruimte is voor interne en externe werkervaringsplaatsen. In de laatste periode zal er een uitstroomstage plaatsvinden op de plaats waarnaar de leerling uiteindelijk in zijn naschoolse periode zijn dagbesteding zal gaan vinden. In een aantal gevallen zullen leerlingen voor hun 20e verjaardag uitstromen. Dit team is gehuisvest op de locatie Landheining. Team 7 In dit team zitten leerlingen vanaf hun 15de/16de jaar tot hun 20ste. Het onderwijs dat wordt gegeven is gebaseerd op de B-route waarbij we ervan uitgaan dat de meeste leerlingen op termijn hun toekomstige woon- en werkplek zullen vinden binnen een meer begeleide setting veelal op basis van een CIZindicatie. Dit kan variëren van een vorm van begeleid werken tot een werkplek binnen een sectorspecifiek activiteitencentrum. De eerste twee jaren hebben een arbeidsoriënterend karakter waarbij de leerlingen kennis maken met het werken binnen de praktijkvakken op een arbeidsmatig niveau. De praktijkvakken worden in een reële werkomgeving aangeboden waarin de cognitieve onderdelen een impliciete plaats hebben. Waar mogelijk is er ook de ruimte voor het opdoen van werkervaring binnen of buiten de school. De praktijkvakken worden gegeven door de vakleerkrachten en zijn voor alle leerlingen verplicht; de overige vakken worden aangeboden door de eigen klassenleerkracht en de klassenassistent. In de tweede fase wordt gewerkt naar de schoolverlating waarbij de leerling in staat wordt gesteld om een keuze te maken in de richting van de gewenste werksector. Vanuit pedagogisch perspectief is de vergroting van de zelfstandigheid een belangrijke doelstelling. Binnen de veiligheid en structuur van de afdeling wordt steeds een beroep gedaan op de zelfstandigheid van de leerling. In de laatste fase zullen de leerlingen worden geplaatst in een uitstroomgroep waarin er een directe koppeling is tussen de uitstroomstage en het programma-aanbod op school. Dit team is gehuisvest op de locatie Wolvenring.
Wolvenring
20
SCHEMA VAKGEBIEDEN AFDELING SO Leergebiedoverstijgende vakgebieden: • praktische redzaamheid • zintuiglijke en motorische ontwikkeling • sociale en emotionele ontwikkeling: zelfbeeld en sociaal gedrag • spelontwikkeling • leren leren: werkhouding en taakaanpak • omgaan met media Leergebiedspecifieke vakgebieden: • mondelinge taal • lezen • schrijven • rekenen • wereldoriëntatie: - oriëntatie op ruimte - oriëntatie op tijd - oriëntatie op natuur en techniek • kunstzinnige vorming - dramatische vorming - beeldende vorming - muziek en bewegen • bewegingsonderwijs • godsdienst/levensbeschouwing
Team 8 Ook in dit team zitten leerlingen vanaf hun 15de/16de tot hun 20ste verjaardag. Het onderwijs dat hier gegeven wordt concentreert zich op de A-route. Het perspectief is gericht op specifieke uitstroom naar loonvormende arbeid waarbij gedacht kan worden aan een werkplek binnen het vrije bedrijf of een werkplek binnen de sociale werkvoorziening. Rondom wonen geldt een toekomstperspectief waarin meer begeleiding op afstand gewenst is. Ook in dit team is er in de eerste fase een groepsgerichte arbeidsoriëntatie binnen de praktijkvakken gegeven door vakleerkrachten. In de tweede fase geldt een individueel of groepsgerichte arbeidstraining gebaseerd op de individuele mogelijkheden en behoeften van de leerling. Het pedagogisch klimaat is gericht op het ontwikkelen
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
van algemene werknemersvaardigheden en worden de leerlingen meer aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid. De meer cognitieve vakgebieden en de creatieve en sociaalvormende vakken worden aangeboden door een vaste klassenleerkracht en een eigen klassenassistente. Binnen het programma wordt, indien mogelijk, gewerkt aan het opbouwen van een portfolio waarin ook (deel)certificering binnen een van de praktijkvakken een optie is. Nadrukkelijk worden de leerlingen middels het transitiemodel bij hun eigen doelstellingen betrokken. Leerlingen kunnen op flexibele leeftijd de school gaan verlaten. In veel gevallen zullen zij in de laatste fase echter vertrekken vanuit de uitstroomgroep in deze afdeling. Dit team is gehuisvest op de locatie Wolvenring. Het stagebureau Vanaf 16 jaar bestaat er voor onze leerlingen, in het kader van hun arbeidsoriënterende en arbeidsvoorbereidende fase, de mogelijkheid om externe werkervaring op te doen. Deelname aan een externe werkervaringsplaats vindt eerst plaats op basis van duidelijke doelstellingen welke aan het eind van de afgesproken periode kunnen worden geëvalueerd. In de meeste gevallen zullen deze doelstellingen worden bepaald vanuit de handelingsplangesprekken binnen het team, met de ouders/ verzorgers en de jongere zelf! Een leerling kan pas externe werkervaring opdoen nadat het contract is opgemaakt en in drievoud is ondertekend. In dit contract worden zaken als doelstellingen, begin- en eindtijd, vervoer en begeleiding opgenomen. Het gehele proces van de externe werkervaring wordt gecoördineerd vanuit het stagebureau van de school. Vanuit dit bureau wordt de begeleiding aangestuurd. Deze begeleiding kan zowel door een praktijkbegeleider op de werkplek worden verzorgd als door een stageleerkracht op meer afstand. Als school stellen wij adviezen, initiatieven en ideeën omtrent mogelijke geschikte adressen zeer op prijs. U kunt zich hiervoor wenden tot de administratie (Tel: 076 - 5608850) of tot de klassenleerkracht van uw zoon of dochter.
21
Arbeidstraining Binnen het vakgebied industriële arbeidstraining komt het regelmatig voor dat de door onze leerlingen vervaardigde producten te koop worden aangeboden. Je kunt hierbij denken aan allerhande zaken: vogelhuisjes, vliegengordijnen en wenskaarten. Regelmatig zal u vanuit de VSO-afdeling hiervan op de hoogte worden gebracht. Hiernaast zijn wij altijd blij met suggesties, tips en ideeën over het binnenhalen van eenvoudig industrieel werk dat binnen ons arbeidslokaal tijdens de lessen aan de leerlingen kan worden aangeboden. Via de administratie (Tel: 076 - 5608850) kunt u hiervoor contact zoeken met de betreffende leerkrachten.
Op aanvraag zenden wij u met plezier een prijslijst van deze producten toe. Bij bestelling vragen wij u tijdig, minimaal één week van tevoren, contact op te nemen met mevrouw Carla Norbart (Tel: 076 5608850). Externe werkervaring Alle leerlingen die onze school bezoeken zijn collectief verzekerd via het bestuur; op grond van artikel 10 van de WEC is de leerling verzekerd voor W.A. en ongevallen. Daarnaast adviseren wij u een W.A.-verzekering voor uw zoon/dochter af te sluiten. De school draagt zorg voor adequate begeleiding en eens per halfjaar ontvangt u een rapport.
Restaurant/cateringservice Indien u wenst, kunt u producten bestellen die in onze keuken door onze leerlingen worden bereid.
INHOUD ONDERWIJSPROGRAMMA AFDELING VSO – ZML A. Algemeen vormende vakken 1. Nederlandse taal (waaronder lezen en communicatie) 2. Wereldoriëntatie 3. Functioneel rekenen 4. Persoonlijke verzorging 5. Verkeer 6. Sociale vaardigheidstraining 7. Bewegingsonderwijs 8. Engelse taal (facultatief) 9. Levensbeschouwing/godsdienst B. Arbeidsvoorbereidende vakken 1. Agrarische technieken
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
2. Algemene techniek 3. Consumptieve technieken (keuken- en restaurantactiviteiten) 4. Dienstverlening 5. Industriële arbeidstraining 6. Textiele werkvormen C. De expressievakken 1. Beeldende vorming (tekenen, creatieve handvaardigheid, schilderen) 2. Muziek 3. Dans en drama 4. Recreatieve vorming
22
SPECIFIEKE DOELGROEPEN LEERLINGEN MET EEN STOORNIS BINNEN HET AUTISTISCH SPECTRUM Inleiding
Groepsplan en handelingsplan
De Liduinaschool was al vóór de huidige RECvorming een kernschool voor leerlingen met een ASS (Autisme Spectrum Stoornis). Haar taak was onderwijs en opvoeding te verzorgen voor leerlingen met een ASS in de regio West-Brabant. Sinds de REC-vorming is deze taak in principe komen te vervallen. De school heeft haar deskundigheid op het gebied van autisme kunnen behouden en kunnen vergroten. Deze deskundigheid wordt aangewend voor alle leerlingen met een ASS binnen onze school en voor veel leerlingen met een ASS buiten de school. Ondersteuning van deze laatste groep leerlingen wordt verzorgd door het Steunpunt Autisme.
Een groepsplan en een handelingsplan worden door de groepsleerkrachten gemaakt. Met name voor de jonge leerlingen gelden dat deze veelal gebaseerd zijn op diagnostische gegevens, waaronder de PEP-test en COMVOOR. Er wordt veelvuldig teruggegrepen naar de beginselen van de educatieve aanpak van TEACCH.
Voor de leerlingen met een ASS binnen onze school geldt dat ze begeleid worden door leerkrachten die de aanvullende opleiding autisme hebben gevolgd en dat er extra begeleiding is van een logopedist, psycholoog en/of extra leerkracht autisme/remedial teacher. Per leerling wordt steeds bekeken of een auti-groep of een reguliere groep wenselijk is. De diagnose autisme wordt in principe veelal door externe instanties vastgesteld zoals GGZ of P.I. De Hondsberg. Steunpunt Autisme West-Brabant Het Steunpunt Autisme West-Brabant is een onderdeel van REC West-Brabant. De taken van het Steunpunt zijn consultatie, voorlichting, deskundigheidsbevordering en bijhouden van informatie betreffende autisme, de zogenaamde autitheek. De ondersteuning wordt geboden aan de scholen in de regio. Leerkrachten, interne begeleiders en directie kunnen contact opnemen met het Steunpunt opdat alle leerlingen met een autisme spectrumstoornis in West-Brabant beter begeleid kunnen worden in het onderwijs. Het meldpunt is te bereiken op telefoonummer. 076 5608869. Het Steunpunt (met alle boeken, artikelen, video’s en voorbeeldmateriaal) is gevestigd op de Rijnauwenstraat 203 te Breda. Mail:
[email protected]
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Pedagogisch klimaat De specifieke auti-groepen onderscheiden zich in aanpak van de reguliere groepen op grond van klasseninrichting, maar vooral op grond van het gestructureerde onderwijsaanbod met daarin voldoende verheldering. Hierbij valt te denken aan onder meer verheldering van activiteit, tijd, ruimte en werkwijze, extra aandacht voor communicatie, zelfredzaamheid en sociale vaardigheden. Dit betekent onder meer concreet dat leerlingen een individueel visueel dagschema op hun niveau hebben, dat er gebruik wordt gemaakt van visuele werkschema’s, dat de klas is ingedeeld in werkhoeken, ontspanningshoeken, knutselhoeken, etc. Indien de begeleiding van een leerling extra zorgondersteuning vraagt zal er samen met de ouder(s)/verzorger(s) nadrukkelijk gezocht worden naar mogelijkheden vanuit de AWBZ-gelden. Extra ondersteuning kan noodzakelijk zijn om de schoolplaatsing effectief te kunnen laten blijven.
23
ALGEMENE ACTIVITEITEN ROND AUTISME a. naar de ouder(s)/verzorger(s): • de contacten met ouder(s)/verzorger(s) rond PvA • huisbezoeken • informele koffieochtenden ter uitwisseling van ervaringen van ouder(s)/verzorger(s) onderling b. naar kennisverwerving: • leerkrachten bekwamen zichzelf door deelname aan cursussen, studiedagen en het participeren in werkgroepen (commissies) op school en in de regio • het verspreiden van voorlichting aan collega’s
Meervoudig gehandicapten Doelgroepomschrijving
Begeleiding
De doelgroep meervoudig gehandicapte leerlingen kan onderverdeeld worden in twee groepen:
De begeleiding van deze leerlingen wordt aangestuurd vanuit de betrokken Commissie voor de Begeleiding (SO of VSO).
• •
Leerlingen met een ernstige of diep verstandelijke beperking in combinatie met een (zeer) beperkt gedragsrepertoire en (zeer) geringe redzaamheid (IQ < 35), o.a. voortkomend uit een autisme spectrum-stoornis. Leerlingen met een verstandelijke beperking (matige/ ernstige/diep) in combinatie met een lichamelijke beperking (op motorisch, communicatief, zintuiglijk en/of medisch gebied).
Werkwijze De uitvoering van het onderwijskundig PvA ligt bij de groepsleerkracht en de klassenassistent, de logopedist en de leraar MRT, bijgestaan door de fysiotherapeut en de ergotherapeut. Het streven is erop gericht deze therapieën zoveel als mogelijk op school te doen plaatsvinden.
Toelating Op de Liduinaschool is het streven de leerlingen van de afdeling MG steeds meer een geïntegreerde plaats in de afdelingen SO en VSO te bieden met behoud van de benodigde ondersteuningsfaciliteiten.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Indien de opvang en begeleiding op school meer dan gemiddelde ondersteuning vraagt zal er samen met de ouders nadrukkelijk gekeken moeten worden naar extra zorgondersteuning op school middels AWBZ voorzieningen.
24
OUDERS Noot: Overal waar ouders staat dient eveneens verzorgers gelezen te worden.
Oudercontacten Als school hechten wij een grote waarde aan een goed contact met ouders. Wanneer ouders en school in hun aanpak en ideeën optimaal op elkaar aansluiten, zal dit de ontwikkeling van het kind ongetwijfeld ten goede komen.
•
Een goede samenwerking tussen ouders en school is niet alleen wenselijk; HET IS NOODZAKELIJK
Van u als ouders vragen wij het volgende: •
Binnen de Liduinaschool zijn er vele manieren waarop ouders worden geïnformeerd: •
•
•
•
•
•
•
•
Aan het begin van schooljaar, 6 september wordt een introductieouderavond georganiseerd. Op deze avond kunt u kennismaken met het personeel en de ouders van de klasgenoten. Tevens wordt u uitleg gegeven over het programma in dat leerjaar. In de eerste helft van het schooljaar wordt binnen de SO-afdeling met alle ouders een afspraak gemaakt voor een huisbezoek. Voor de VSO-afdeling geldt de afspraak om de twee jaar. Halverwege en aan het eind van het schooljaar (30 en 31 januari en 18 en 19 juni) wordt u uitgenodigd voor een gesprek op school over de vorderingen en het gedrag van uw kind. Regelmatig worden er algemene ouderavonden georganiseerd. Op zo’n avond komt een bepaald thema aan bod. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan thema’s als wonen, werken en vrijetijdsbesteding. Een thema kan clusterbreed, op teamniveau of voor de gehele school zijn. Voor de leerlingen die hier belang bij hebben wordt, in overleg met de groepsleerkracht, een communicatieschriftje meegegeven waarin de dagelijkse gang van zaken wordt beschreven. Vanzelfsprekend zijn de leerkrachten ook altijd telefonisch te bereiken. Wij vragen u daarbij wel zoveel als mogelijk buiten de lesuren te bellen. Er is altijd de mogelijkheid een bezoek aan de klas te brengen. Het is daarbij wel wenselijk als dit tevoren wordt afgesproken. Via de regelmatig verschijnende nieuwsbrieven wordt u op de hoogte gebracht van de laatste ontwikkelingen per team en sector.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
•
•
Zowel bij de overgang van SO- naar VSOafdeling alsook bij de vaststelling van het schoolverlaterstraject, ontvangt u een uitnodiging voor een individueel oudergesprek.
Wij stellen het zeer op prijs als u bij mogelijke opmerkingen, vragen of klachten steeds het initiatief neemt om contact met ons op te nemen. Wij vinden het niet meer dan vanzelfsprekend dat u aanwezig bent bij alle individuele oudergesprekken die rondom uw zoon of dochter worden georganiseerd. Het is erg belangrijk dat de documenten die u ter ondertekening krijgt aangeboden snel door u worden geretourneerd. Vanzelfsprekend gaan wij met u in gesprek als u, om wat voor reden dan ook, niet kan of wil ondertekenen.
Ouderparticipatie Steeds zijn veel ouders actief in de school aan het werk. Als school stellen wij deze ouderhulp zeer op prijs. De ouders van de leerlingen worden in de gelegenheid gesteld ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van de school en het onderwijs te verrichten. De ouders zijn daarbij gehouden de aanwijzingen op te volgen van de directeur en het overige onderwijzend personeel, die verantwoordelijk blijven voor de gang van zaken. Vanuit het oudercomité zijn er contactpersonen die deze ouderhulp coördineren. Gedacht hierbij moet worden aan ondersteunende activiteiten als: • Onderwijsondersteunende taken: b.v. lezen, hand enarbeid, textiele werkvormen. • Helpen met vervoer bij excursies. • assistentie bij vieringen zoals sportdagen, uit stap jes. • Hulp bij het opzetten van de schoolbibliotheek. Tijdens de jaarlijkse introductieavond wordt u hiertoe uitgenodigd door de leerkracht.
25
Het oudercomité Goede contacten tussen ouders en school zijn belangrijk voor het schoolsucces en het welbevinden van de leerlingen. In dit kader is op school een oudercomité aanwezig. Het oudercomité bestaat uit tien ouders die jaarlijks vanuit de algemene ledenvergadering worden gekozen.
De GMR bestaat evenals bij de MR uit afvaardiging van ouders en personeel van de scholen van de stichting INOS en wordt gekozen door de leden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden. Een lid van de GMR hoeft niet tegelijkertijd ook lid van de MR te zijn. De taken en bevoegdheden van de GMR zijn geregeld in het door het bestuur vastgestelde Gemeenschappelijk Medezeggenschapsreglement.
Het oudercomité komt ongeveer zes keer per jaar bijeen. Deze vergaderingen zijn openbaar. Steeds zijn bij deze vergaderingen een directielid aanwezig en de schoolmaatschappelijk werkende. Er wordt naar gestreefd dat het oudercomité een vertegenwoordiging is van de acht verschillende teams. Dit maakt het mogelijk dat elk ouderlid van het comité een brugfunctie naar andere ouders kan vervullen. Van het oudercomité krijgt u jaarlijks het verzoek om een bijdrage van Є 10,00 over te maken op girorekening 178926396. Dit geld wordt besteed aan zaken die door de overheid niet worden gefinancierd. Hierbij kan gedacht worden aan traktaties bij carnaval, Sinterklaas en Kerstviering. In alle gevallen zal de opbrengst rechtstreeks ten goede van de leerlingen komen. Het oudercomité controleert de inkomsten en uitgaven van deze vrijwillige bijdrage. De medezeggenschapsraad (MR) Aan de Liduinaschool is een MR verbonden. Ouders en personeel kunnen hierin zitting nemen voor een periode van vier jaar. Regelmatig worden hiervoor verkiezingen uitgeschreven. De taak van de MR is ervoor te zorgen, dat in de school eenieder in staat wordt gesteld zijn belangen naar voren te brengen. De MR heeft een adviserende taak naar directie/ bestuur voor specifieke beleidszaken. Daarnaast heeft de MR instemmingsrecht met betrekking tot onderwijsinhoudelijke zaken en tal van zaken van organisatorische aard. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) In het onderwijs kennen we geen ondernemingsraden, maar in de Wet Medezeggenschapsraad (WMS) geregelde inspraak van het personeel, ouders en afhankelijk van de soort onderwijs ook leerlingen.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Informatie verstrekking aan gescheiden ouders Een echtscheiding doormaken gaat vaak gepaard met een moeizame periode waarin niet altijd duidelijk ligt hoe de zaken het beste georganiseerd moeten gaan worden. Duidelijk is vaak wel dat het kind bij één van de ouders gaat wonen en dat de andere ouder een omgangsregeling heeft met het kind. We spreken dan over een verzorgende en een nietverzorgende ouder. De informatievoorziening van de school betreffende het kind geldt voor beide ouders, ook als zij niet samenwonen. Indien beide ouders na een echtscheiding met het gezag blijven belast, worden zij door de directie gelijk behandeld, dus beiden van informatie voorzien. (Onder informatie wordt hier verstaan alle verslagen en uitnodigingen aan ouders/ verzorgers van de school.). Vanuit praktische overwegingen echter zal de directie alle informatie sturen naar de verzorgende ouder. De procedure rondom gescheiden ouders valt binnen het kader van art. 1.377 van het Burgerlijk Wetboek.
26
Informatievoorziening aan de niet-verzorgende ouder Indien de verzorgende ouder zich niet houdt aan de informatieplicht, kan de directie op verzoek van de niet-verzorgende ouder de informatie ook rechtstreeks aan hem/haar sturen. Dit verzoek zal altijd worden ingewilligd. Verzet van een ouder tegen informatieverstrekking zal nooit een reden zijn tot weigeren van informatie aan de andere ouder Informatievoorziening aan de niet met het gezag belaste ouder Er kan sprake zijn van een ouder met en een ouder zonder gezag. Als de informatieverstrekking door de met het gezag belaste ouder aan de andere ouder conflicten geeft, is de directie verplicht om op verzoek informatie te verstrekken aan de niet met het gezag belaste ouder. Deze informatie hoeft niet uit eigen beweging verstrekt te worden. De niet met het gezag belaste ouder moet de leerkracht of directeur er nadrukkelijk en specifiek om vragen. Daarnaast behoeft de leerkracht de niet met het gezag belaste ouder niet méér informatie te verstrekken dan aan de andere, met het gezag belaste ouder. Ook is het zo dat de directie geen inlichtingen behoeft te verstrekken aan de niet met het gezag belaste ouder indien het belang van het kind zich daartegen verzet, dit naar oordeel van de directie. Het enkele feit dat de leerling zelf niet wil dat er informatie aan de niet met het gezag belaste ouder wordt verstrekt, of dat de andere ouder zich verzet tegen de informatieverstrekking is niet voldoende om deze informatie niet te verstrekken. Vragenlijst Eenmaal per jaar zal de directie aan niet-samenwonende ouders een vragenlijst toesturen. Het doel van de vragenlijst is om praktische informatie verkrijgen over het woonadres van de ouders, om misverstanden te voorkomen en zicht te krijgen op de mogelijke gronden om een van de ouders geen informatie te verstrekken over het kind of om ernstige complicaties (zoals bijvoorbeeld het meenemen vanuit school van het kind, tegen de gemaakte afspraken of rechterlijke uitspraken in) te voorkomen.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Ouderavonden, gesprekken over het kind In principe nodigt de directie beide met gezag belaste ouders uit voor ouderavonden of voor gesprekken over het kind (bijvoorbeeld rapportbesprekingen). Indien een van de ouders geen gezamenlijk gesprek wil, kan hij of zij om een individueel gesprek vragen. Wijziging geslachtsnaam De directie zal niet toestaan dat het kind wordt ingeschreven onder een andere naam dan de officiële. Wijzigingen in geslachtsnaam worden alleen in de inschrijvingsgegevens doorgevoerd indien dit door een rechter is bekrachtigd. Gebruik van een andere geslachtsnaam in het dagelijks verkeer is uitsluitend mogelijk indien beide ouders hierin hebben toegestemd. Onderlinge problemen tussen ouders De schoolorganisatie heeft primair het belang van het kind voor ogen en is onpartijdig ten aanzien van problematiek die met de scheiding van de ouders te maken heeft. De schoolorganisatie zal alles doen om te voorkomen dat zij in een conflict tussen ouders betrokken wordt. Bezwaar Wanneer een ouder vindt dat de directie ten onrechte bepaalde informatie weigert te verstrekken, kan deze ouder daarover praten met de directie of het bestuur van de school (INOS). Als dat niet het gewenste resultaat oplevert, kan men een klacht indienen bij de klachtencommissie van de school, de Onderwijsinspectie, de Raad voor de Kinderbescherming of het probleem aan de rechter voorleggen. Heeft u nog vragen over deze regeling dan kunt u altijd terecht bij de schooldirectie of de schoolmaatschappelijk werkende.
27
Contacten tussen thuis en school Algemeen geldt voor beide kanten: “Is er iets van welke aard dan ook: bel of schrijf even!” De klassenleraren zijn bij voorkeur onder lestijd niet bereikbaar. Maar als u een boodschap doorgeeft aan de administratie belt de betreffende leerkracht u in de pauze of na schooltijd terug. De schoolmaatschappelijk werkende is bereikbaar op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. De overige, georganiseerde, contacten bestaan uit: • Introductie-ouderavond in september. • Een huisbezoek door de leraar van uw kind, één maal in de loop van het jaar of op uw verzoek (SO afdeling). • In januari/februari zijn er 20-minutengesprekken naar aanleiding van het EHP en ook aan het einde van het schooljaar (SO + VSO). • Transitieplanbesprekingen. • Tussentijdse besprekingen. • De uitreiking van het schoolrapport bestaat in het SO uit twee keer een kinderrapport. • De nieuwsbrief die vijf keer per jaar verschijnt. • Voortgangsgesprekken rondom de stage. • Informatieavond voor nieuwe VSO-leerlingen • Informatieavond omtrent arbeidstoeleiding. • De georganiseerde avonden in samenwerking met het oudercomité. • Voor de jongere kinderen of voor leerlingen bij wie dit gewenst is: het schoolschrift. • Contact met onderwijsondersteuning op afspraak (RT, logopedisten). • Gesprekken met leerkracht en lid CvB rond wette lijk verplichte onderzoeken. • Thema-avond(en) voor de afdeling SO. • Thema-avond(en) voor de afdeling VSO. • Thema-avond(en) voor de Basale groepen. • Thema-avond(en) voor leerlingen met autisme. • E-mail contacten. De website Onze school heeft een website die te vinden is onder de naam: www.liduinaschoolbreda.nl Op deze site staat algemene informatie betreffende de school; de doelstellingen van de leerroutes worden in het kort beschreven. Ook deze schoolgids is daar te vinden. Op verzoek is een papieren versie op te vragen via de administratie. Bij het algemene gedeelte staan de verschillende locaties beschreven en via een virtuele rondleiding krijgt u een gedetailleerd beeld van iedere locatie.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Gedurende het schooljaar worden er van diverse activiteiten foto’s op de site geplaatst. Middels een wachtwoord zijn deze foto’s te bekijken. Regelmatig wordt dit wachtwoord gewijzigd. Hiervan krijgt u tijdig bericht zodat de foto’s door de ouders altijd te bekijken zijn. Door dit wachtwoord alleen aan de ouders te geven én dit regelmatig te wijzigen hopen wij de privacy te waarborgen. Ook treft u op de website formulieren die u kunt downloaden o.a. om verlof voor uw kind aan te vragen (algemeen - organisatie - verlof buiten de schoolvakantie - formulier).
OUDERBIJDRAGEN U ontvangt een nota van € 58,00 voor de ouderbijdrage te weten: drinkgeld (€ 40,00) en de vrijwillige bijdrage in de zogenaamde niet-subsidiabele kosten bedoeld voor excursies en uitstapjes, bijzondere culturele activiteiten en b.v. cadeautjes met Sinterklaas (€ 18,-). Deze kosten behoren niet tot het normale lesprogramma en worden daarom niet vanuit het Ministerie vergoed. We vertrouwen erop dat u deze bijdrage wilt betalen. Facultatieve ouderbijdragen Drinkgeld t.b.v. leerlingen De ouder(s)/verzorger(s) ontvangen bij aanvang van een nieuw schooljaar eenmalig een factuur van € 40,00 voor het drinkgeld. Voor dit bedrag ontvangt de leerling 0,2 dl (is één beker) melk, karnemelk, appelsap of één kop koffie per lunch/per dag. Thee en ranja, één beker bij de lunch, wordt gratis verstrekt. Indien een leerling meer wil drinken dan hierboven beschreven, dan dient de leerling dat zelf mee te nemen van thuis. Voor de schoolverlatersgroepen geldt dat er een uitzondering gemaakt wordt met betrekking tot drinkgeld. Voor alle ander groeperingen worden geen uitzonderingen gemaakt. Er is afgesproken dat de schoolverlaters een rekening krijgen voor een bedrag van € 20,00 voor het drinkgeld.
28
Eetgeld Leerlingen brengen in principe zelf hun eten en fruit mee naar school, de lunch wordt tussen de middag op school genuttigd. Een aantal leerlingen krijgt op grond van pedagogisch/ didactische redenen hun lunch van school. Hierover wordt apart met de ouders contact opgenomen.
Mocht de leerling later in het schooljaar pas gebruik gaan maken van deze dienst dan zal naar rato een factuur verzonden worden.
De ouder(s)/verzorger(s) ontvangen bij aanvang (september) van een nieuw schooljaar eenmalig een factuur van € 150,00 voor het eetgeld. Deze mag in maximaal drie termijnen à € 50,00 (septemberoktober-november) betaald worden.
• • • • •
Dit dienen de ouder(s)/verzorger(s) wel kenbaar te maken aan de administratie van de school. Onderaan de jaarlijkse factuur kan dit middels een strookje kenbaar gemaakt worden. Dit strookje dient ingeleverd te worden op de administratie.
Hierin worden eveneens de onderstaande periodes en bedragen gehanteerd. Geheel schooljaar € 150,00 In- / uitstroom in de periode van 1 augustus t/m 31 oktober = € 150,00 In- / uitstroom in de periode van 1 november t/m 31 januari = € 100,00 In- / uitstroom in de periode van 1 februari t/m 31 april = € 75,00 In- / uitstroom in de periode van 1 mei t/m 31 juli = € 50,-
(ongeacht de exacte schoolperiode, deze is door de zomervakantie elk jaar anders)
Restitutie van gelden is alleen mogelijk op (schriftelijk) verzoek, van de ouder(s)/ verzorger(s), mits de leerling minimaal vijf dagen aaneengesloten niet op school aanwezig is geweest i.v.m. ziekte of de leerling eerder uitstroomt.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
29
REGELINGEN EN PRAKTISCHE AANGELEGENHEDEN Schooltijden Vanaf 1 augustus 2006 is de wetgeving gewijzigd betreffende de schooltijden en het aantal uren dat leerlingen les mogen hebben. De belangrijkste wijzigingen zijn: • In acht jaar tijd (binnen de afdeling SO) moeten de leerlingen tenminste 7520 uur les krijgen • De leerlingen vanaf de leeftijd zes jaar mogen maximaal zeven extra vrije dagen hebben.
Onze school heeft ervoor gekozen om de jongste leerlingen minder uren naar school te laten komen. Dit betekent dat de kleutergroepen (vier en vijf jaar) meer vrije dagen hebben. De ouders ontvangen aan het begin van het schooljaar een rooster hiervan. Op termijn zullen de leerlingen vanaf zes jaar tot 12 jaar ook extra vrije dagen (maximaal zeven) per jaar krijgen. Om alle kinderen in hun SO periode 7520 uur les te laten krijgen is een overgangsregeling van enkele jaren nodig. De ouders van de betreffende leerlingen krijgen aan het begin van het schooljaar een overzicht van de vrije dagen van hun kind. Voor onze VSO-afdeling blijft alles hetzelfde! De volledige leerplicht duurt tot en met het schooljaar waarin de leerling zestien jaar wordt (een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli). De begin- en eindtijden zijn hetzelfde gebleven: • maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 08.45 uur tot 15.15 uur • woensdag van 08.45 uur tot 12.30 uur Alle leerlingen blijven op school over. Het eten en buiten spelen gebeurt onder toezicht. Ziektemelding/-verzuim Het is van belang dat, als kinderen moeten verzuimen, de school én het taxibedrijf tijdig op de hoogte gebracht worden van dit verzuim. U dient uw kind voor negen uur op het centrale nummer van de school (076-5608850) ziek of afwezig te melden en indien van toepassing, ook het stageadres. Het afbellen van de taxi kunt u het beste doen door de busmaatschappij te bellen. Als uw kind weer naar school kan komen, moet u dit ook zelf kenbaar maken aan de vervoerder.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Als een leerling niet afwezig gemeld is wordt diezelfde dag nog contact opgenomen met de ouder(s)/ verzorger(s) door de leerkracht. De school hanteert een ver-zuimregistratie. De klassenleerkracht is verplicht het schoolverzuim bij te houden. Bij ongeoorloofd verzuim is de school verplicht de leerplichtambtenaar in te schakelen. Wanneer uw kind op school in die mate ziek wordt dat deelname aan het onderwijsprogramma niet meer mogelijk is, zullen wij contact met u opnemen. Wij verwachten dan dat uw kind wordt opgehaald. In deze context verzoeken wij ook nadrukkelijk uw kind niet naar school te sturen indien het ziek is. Hierbij denken we aan koorts, oorontstekingen, braken e.d. De reden is de kans op besmetting van andere leerlingen en/of personeel. Bovendien heeft een zieke leerling weinig baat bij schoolbezoek en zal het herstel langer duren. Zieke leerlingen Wanneer een leerling ziek is moet dit direct bij de school gemeld worden. Indien de leerling langere tijd niet naar school kan komen, gaan we samen met de ouders/verzorgers bekijken hoe we het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we overleg hebben met een “consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen” (o.a. rond planning en uitvoering van het handelingsplan). Voor leerlingen opgenomen in een academisch ziekenhuis zijn dat de consulenten van de educatieve voorziening. Voor alle andere leerlingen betreft het de consulenten van een onderwijsbegeleidingsdienst. We zien het als onze taak om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat de leerling in deze situatie contact blijft houden met de klasgenoten en de leerkracht en assistente. De leerling moet weten en ervaren dat hij/zij ook dan meetelt en erbij hoort. Het continueren van het onderwijs, aangepast aan de problematiek, is o.a. belangrijk om leerachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en sociale contacten zo goed mogelijk in stand te houden. Voor u als ouder is de groepsleraar het eerste aanspreekpunt. Via de leraar zal de inhoud van het onderwijsaanbod in overleg met de ouders worden bepaald.
30
VAKANTIEROOSTER Start schooljaar Herfstvakantie Inos-onderwijsdag Sinterklaasdag Vrijdag voor kerstvakantie Kerstvakantie Studiedag Voorjaarsvakantie (Carnaval) Goede Vrijdag 2e Paasdag Paasvakantie Meivakantie Hemelvaart Hemelvaart 2e Pinksterdag Pinksteren Calamiteitendag Zomervakantie Studiedag
22 augustus 2011 24 oktober 2011 - 29 oktober 2011 31 oktober 2011 6 december 2011 23 december 2012 26 december 2011 - 7 januari 2012 23 januari 2012 20 februari 2012 - 25 februari 2012 6 april 2012 9 april 2012 9 april 2012 - 14 april 2012 23 april 2012 - 5 mei 2012 17 en 18 mei 2012 16, 17 en 18 mei 2012 28 mei 2012 28, 29 en 30 mei 2012 29 juni 2012 2 juli 20 12 - 11 augustus 2012 22 augustus 2012
In wit rooster voor iedereen.
In oranje afwijkend rooster voor SO-leerlingen
Verlof buiten de schoolvakanties Voor alle leerlingen geldt dat zij alleen in bijzondere gevallen extra verlof kunnen krijgen. Wanneer ouder(s)/verzorger(s) voor hun kind verlof buiten de schoolvakantie willen aanvragen, moeten zij tijdig een schriftelijk verzoek indienen bij de sector directeur van de school. Uitsluitend met dit formulier kan extra verlof aangevraagd worden. Formulieren zijn aan te vragen bij de administratie van de school of te downloaden via: www.liduinaschoolbreda.nl (algemeen - vakantie/ verlofdagen - Verlof buiten de schoolvakanties formulier). Bij de beoordeling van aanvragen voor extra verlof dient de schoolleiding zich te houden aan wettelijke richtlijnen (leerplicht en gemeente). Informatie over de richtlijnen kan bij de schoolleiding of bij de gemeente worden ingewonnen. Als ouders met hun kinderen het geboorteland van de ouders willen bezoeken is het beleid op gemeentelijk niveau bepalend voor het al dan niet verkrijgen van verlof. Het schoolvervoer Het schoolvervoer van en naar school is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de gemeente waar u woont. Klachten moet u bij uw gemeente indienen. Indien nodig kan de directie van de school bemiddelen bij conflicten. Ook voor de school is goed vervoer van belang!
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Aan de andere kant streeft de school er naar de leerlingen te leren om zelfstandig te reizen: per fiets, bus of trein en zo mogelijk te voet. Dit bevordert de zelfredzaamheid en is noodzakelijk voor die leerlingen die later in het arbeidsproces terechtkomen. Vervanging bij ziekte of afwezigheid personeel In geval van ziekte of afwezigheid van personeelsleden zullen we steeds proberen de lessen voor de betrokken leerlingen door te laten gaan. Zo veel als mogelijk wordt hierbij gestreefd naar het inzetten van invalkrachten. Ook kan het voor komen dat slechts de groepsleerkracht of de klassenassistent alleen de klas heeft. Een enkele maal zullen de leerlingen worden verdeeld over andere groepen. Slechts in zeer uitzonderlijke situaties zullen de betrokken leerlingen helaas thuis moeten blijven maar in dit laatste geval nemen we contact met u op. NSO SOVAK biedt naschoolse opvang binnen de Liduinaschool aan leerlingen uit het speciaal onderwijs met de bedoeling het gezin te ontlasten, terwijl het kind zelf een leuke vrije tijdsbesteding heeft. Zij zijn samen met leeftijdgenoten in een kindvriendelijke omgeving. De opvang wordt geboden aan de Wolvenring 34a.
31
De kinderen worden na schooltijd van 15.15 uur tot 19.00 uur opgevangen, Zij gebruiken gezamenlijk een warme maaltijd. Op woensdag is de opvang van 12.30 uur tot 17.00 uur. Twee professionele begeleiders per groep bieden gevarieerde activiteiten in een gezellige, vrije spelsituatie. Natuurlijk worden spelenderwijs ook sociale vaardigheden geoefend. Er is een SO/VSO groep en een autigroep. Op woensdag is er een groep voor kinderen tot 12 jaar (SO) en een groep voor jeugdigen vanaf 12 jaar tot 20 jaar (VSO). Daarnaast nog een aparte groep voor kinderen die een stoornis hebben in het autistisch spectrum. In vakanties en enkele algehele studiedagen bieden wij ook opvang aan. Om gebruik te kunnen maken van de naschoolse opvang dient u te beschikken over een geldige indicatie. Met behulp van zorg in natura of PGB kunt u aan deze vorm van opvang deelnemen. De kosten van het vervoer kunnen gedeclareerd worden bij SOVAK, mits u een medische vervoersindicatie heeft. Voor meer informatie kunt u terecht bij: SOVAK Afdeling communicatie en relatiebeheer Tel. 076 – 5937823 Buiten vragen omtrent de naschoolse opvang kunt u hier ook terecht voor ander zorgvragen zoals bijvoorbeeld logeeropvang, dagbesteding of thuiszorg. Bezoek tevens onze website: www.sovak.nl Verzekering Voor alle scholen (en leerlingen) binnen onze stichting is een collectieve verzekering afgesloten via het bevoegd gezag. Ook ouder(s)/verzorger(s) en vrijwilligers die in schoolverband hun medewerking aan activiteiten geven, zijn verzekerd. De polisvoorwaarden lopen via het bevoegd gezag. De verzekering heeft betrekking op lichamelijk letsel. De school als organisatie is niet aansprakelijk voor schade aan eigendommen van leerlingen, ouder(s)/verzorger(s) en medewerkers. In geval van moedwillige vernieling of opzet kan de veroorzaker aansprakelijk gesteld worden. De W.A.-verzekering van de betrokkene voorziet hierin. Onderlinge schade veroorzaakt door leerlingen is door ouder(s)/verzorger(s) onderling te regelen met betrekking tot de eigen verzekering. De school heeft hiermee geen bemoeienis; hooguit een bemiddelende rol.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
AWBZ Leerlingen die binnen het onderwijs ook een grote zorgvraag hebben komen in aanmerking voor AWBZ financiering in het onderwijs. Het gaat hierbij o.a. om zorgvragen met betrekking tot algehele verzorging (b.v. hulp bij toiletgang; hulp bij eten; hulp bij omkleden) en/of om zorgvragen rondom gedrag (b.v. continue toezicht nodig hebben; of b.v. alleen met directe aansturing en persoonlijk toezicht een leerwerkje uit kunnen voeren). De school heeft over dit onderwerp een beleid geformuleerd. Deze zorgvragen moeten de reguliere mogelijkheden binnen het ZML onderwijs overstijgen. De school maakt hiervoor een urenberekening en vraagt met u (of samen met u en MEE) hiervoor een indicatie aan bij de CIZ waarna met behulp van een ZIN of PGB financiering (de financieringsvorm is een keus van ouders) een zorgassistent aangetrokken kan worden voor uw kind in zijn groep. Binnen één groep zal het aantal geïndiceerde zorg uren gebundeld worden zodat er één zorgassistent aan deze groep toegevoegd kan worden. De Liduinaschool werkt heel nauw samen met zorgaanbieder Prisma voor het leveren van deze zorgassistenten. Prisma maakt met u als ouders een contract voor het aantal uren waarop uw kind recht heeft op ondersteuning van een zorgassistent. De school verwacht van de ouders dat zij (indien noodzakelijk) meewerken om bij het CIZ extra zorg voor binnen het onderwijs aan te vragen. Voor het bepalen van de benodigde zorg binnen het onderwijs wordt door de Liduina een zorgregistratieschema opgesteld die met de aanvraag naar het CIZ meegestuurd wordt. Om hierna de geïndiceerde tijd in te kunnen zetten in het onderwijs is het noodzakelijk dat u een kopie van de CIZ indicatie overhandigt aan school. Het aanvragen van AWBZ zorg wordt door ouders meestal gedaan in samenwerking met een zorgconsulent van MEE. Het kan echter voorkomen dat het CIZ onvoldoende zorgtijd indiceert voor het onderwijs. Dit geldt met name voor leerlingen met een MG-status . Hiertoe heeft het ministerie van onderwijs een (tijdelijke) compensatieregeling opgesteld zodat hun schoolplaatsing vooralsnog niet in het geding komt . Om hiervoor in aanmerking te komen is het wederom noodzakelijk om een kopie van uw CIZ indicatie te ontvangen.
32
De school kan hiermee een zorgvraag indienen bij het REC. De school zal deze aanvraag indienen. Van de ouders verwachten wij dat zij de school op de hoogte houden van eventuele nieuwe CIZ indicaties, omdat bij iedere nieuwe indicatie aanvraag de zorg binnen het onderwijs opnieuw benoemd moet worden. Voor nadere informatie kan er contact worden opgenomen met de school maatschappelijk werkster. Financiële regelingen Uw zoon/dochter wordt 18 jaar. Wat moet u voor die tijd doen? De kinderbijslag stopt als uw zoon/dochter 18 jaar wordt. Wij willen u graag informeren met welke financiële regelingen u dan te maken krijgt. Het gaat dan om de volgende regelingen: • WAJONG • Tegemoetkoming studiekosten • Ziektekostenverzekering • Zorgtoeslag Daarnaast zijn er nog een aantal zaken waar u aan moet denken, zoals: • Aanvragen bankrekening en identiteitsbewijs voor uw zoon/dochter • Aanvragen DigID code voor uw zoon/dochter De Liduinaschool informeert u graag over: • oriënterende stages en uitstroomstages • Wajong beschikking MEE Een zorgconsulent van MEE kan u helpen bij alle aanvraag procedures rondom financiële regelingen. Hiervoor is het wel belangrijk dat u zich al aanmeld als uw zoon/dochter 17 jaar en 5 maanden is. Dat geeft ruim de tijd om alle regelingen en voorzieningen op tijd aan te vragen. MEE West Brabant locatie Breda: 076-5223090 MEE Brabant Noord locatie Oosterhout: 0162-488008 Op het stagebureau van de Liduinaschool kunt u de actuele nieuwsbrief verkrijgen over de financiële regelingen TOG
Wilt u in aanmerking komen voor deze tegemoetkoming dan kunt u een aanvraagformulier aanvragen bij: Sociale Verzekeringsbank Roermond. Tel. 0475 - 36 80 40 Een eventuele uitkering is belastingvrij. Voor meer informatie kunt u ook de website bekijken: www.svb.nl, onderwerp TOG. Voor het verkrijgen van een TOG moet uw kind in het zijn van een CIZ indicatie voor minimaal 10 uur AWBZ zorg. Specialistische hulp door derden Externe specialistische hulp door derden onder schooltijd wordt in principe niet toegestaan, tenzij het belang van het individuele kind hier dringend om vraagt en de ouder(s)/verzorger(s) de verantwoordelijkheid op zich willen nemen. Om gegronde redenen kan de directie van de school dan, gemandateerd door het bevoegd gezag, hier toestemming voor verlenen met inachtneming van de volgende punten: • Het belang van het kind moet er dringend om vragen. • Het kan niet buiten schooltijd gerealiseerd worden. • De benodigde specifieke hulp is intern niet te regelen en/of niet aanwezig. • Er moet een verantwoorde keuze gemaakt worden met betrekking tot het tijdstip in verband met het missen van lessen. Daarnaast moet het extra aanbod aansluiten bij het individueel handelings- plan. • Initiatief gaat uit van de ouder(s)/verzorger(s) • Ouder(s)/verzorger(s) wordt gewezen op hun verantwoordelijkheid. • Externe hulp moet door gekwalificeerde/gediplo meerde personen gebeuren. • Externe hulpverlener legt verantwoording af aan de CvB via de verantwoordelijke psycholoog. • Dergelijke hulp wordt bij uitzondering toegestaan en is steeds tijdelijk van aard. Soms blijkt dat binnen de reguliere setting van de groep een leerling extra zorg en aandacht nodig heeft om de te nagestreefde doelstellingen vanuit het individuele handelingsplan te behalen. In dat geval kan worden besloten om gebruik te maken van aanvullende onderwijsondersteuning.
Wanneer u thuis een kind met een beperking verzorgt in de leeftijd van 3 tot 18 jaar kunt u misschien in aanmerking komen voor een uitkering TOG.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
33
Binnen de school beschikken we dit schooljaar over de volgende vormen van onderwijsondersteuning: - Logopedie - Remedial teaching - Motorische remedial teaching - Stagebegeleiding De verantwoordelijkheid over de inzet van onderwijsondersteuning ligt bij de Commissie voor de Begeleiding. Steeds zal de directe koppeling tussen het individuele handelingsplan van de leerlingen en de te behalen doelstellingen bij de onderwijsondersteuning centraal staan. Als een leerling in aanmerking komt voor een vorm van onderwijsondersteuning zal altijd tevoren een plan worden opgesteld waarin de doelen worden aangegeven, welke methoden worden gebruikt en voor welke periode deze inzet wordt geëffectueerd. Aan het eind van de behandelperiode zal steeds een eindevaluatie worden opgesteld. Op dat moment is dan ook de Commissie voor de Begeleiding opnieuw verantwoordelijk over stopzetting of continering van verdere onderwijsondersteunende inzet. Vanzelfsprekend wordt met u als ouder over een en ander steeds gecommuniceerd. Sponsoring De school krijgt soms te maken met bedrijven of particulieren die willen sponsoren. Ook is er soms sprake van “giften” die bedoeld zijn om onze leerlingen ten goede te komen. Deze “extraatjes” maken plezierige of praktische aanvullingen mogelijk die vanuit de reguliere middelen niet altijd mogelijk zijn. Het verkrijgen van sponsorgeld wordt in de Liduinaschool geregeld door de sponsorcommissie.
Voor bestedingen van de geïnde sponsorgelden moet altijd toestemming van de beleidscommissie van de school gevraagd worden. Vanuit deze sponsorgelden worden die zaken betaald die niet vanuit de exploitatiegelden van de school betaald kunnen worden. Hierbij kan b.v. gedacht worden aan de aanschaf van klim- en speelmaterialen of andere projecten in het belang van het onderwijs. De inkomsten en uitgaven worden geregistreerd op het administratiekantoor van de school (OSG te Breda). De schoolkampen In het schooljaar 2011-2012 zijn er geen schoolkampen. Alleen de groepen van schoolverlaters gaan op kamp, ter afsluting van hun schoolperiode. Traktaties Wanneer uw kind jarig is besteden wij daar graag aandacht aan. Óók komt het dan vaak voor dat u uw kind wil laten trakteren. Bij voorkeur géén snoep. De verjaardagen worden in principe op school gevierd (geen uitstapje). Wij wijzen u ook op de mogelijkheid een ‘feestmaal’ in ons restaurant op de Landheining te laten verzorgen. U kunt hierover, mits tijdig van tevoren, contact opnemen met mevrouw Carla Norbart (
[email protected]). Gym- en zwemkleding Voor gymnastiek is de volgende kleding gewenst: • Een t-shirt met sportbroek en stevige gymschoen en, met veters of klittenband en zonder gekleurde zolen (die veroorzaken strepen op de vloer!).
Bij sponsoring hanteren we als school de volgende principes: • Sponsoring moet verenigbaar zijn met de taken en doelstellingen van de school. • Er mag geen schade worden berokkend aan onze leerlingen. • Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen. • Sponsoring mag niet de geloofwaardigheid en be trouwbaarheid van de school in gevaar brengen. • De school mag, voor het geven van onderwijs, niet afhankelijk worden van sponsorinkomsten.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
34
Voor het zwemmen: • •
Zwempak/zwembroek en handdoek. Oranje badmuts voor leerlingen met epilepsie (deze leerlingen zijn verplicht een oranje badmuts te dragen tijdens het zwemmen).
Wilt u ervoor zorgen dat uw kind gymkleding en een handdoek mee naar school brengt. BELANGRIJK: Wilt u alle kleding en handdoeken van uw kind voorzien van een naam!!!! Algemene gedragsregels Binnen de school zijn naast deze praktische afspraken, algemene gedragsregels opgesteld. Dit zijn regels die door zowel personeel als leerlingen nagestreefd dienen te worden. De algemene gedragsregels hebben met name betrekking op de wijze waarop met elkaar omgegaan wordt op school, roken, middelen en alcoholgebruik, discriminatie e.d. Daarnaast heeft de school meer specifieke procedures en protocollen opgesteld voor het registreren en omgaan met pesten, contacten met externe instanties, gescheiden ouders (zie p.25). Medisch protocol + epilepsieprotocol toelichting Bloed overdraagbare aandoeningen Op elke school zijn er leerlingen die drager zijn van een virus die via bloed op bloed contact overdraagbaar is zoals hepatitis B. Wij weten dat er een aantal leerlingen op school is waarbij dit van toepassing is, maar van een aantal weten wij dit ook niet. Wij hopen dat ouders gevallen van besmetting meteen op school melden. Ouders zijn wettelijk niet verplicht aan school te melden dat hun kind drager is. In verband met privacy mag de school dit niet verder bekend maken. Wat kunt u wel verwachten? Natuurlijk mag u op school een goede hygiëne verwachten. Op het moment dat uw kind mogelijk toch in contact is geweest met bloed van een medeleerling waarvan wij weten dat deze drager is, nemen wij contact met u op zodat u actie kunt ondernemen (inenten). Er moet dan wel sprake zijn van besmettingsgevaar. Dit is het geval indien uw kind op dat moment zelf ook een wondje heeft en bloedt (bloed op bloed contact). Ook zullen we de ouders van de drager van het virus informeren. Nadrukkelijk wijzen we er op dat vooraf inenten te overwegen is. Voor o.a. leerlingen met syndroom van Down wordt dit vergoed.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
Voor verdere informatie kunt u het beste contact opnemen met uw huisarts of GGD (zie ook: www. hepatitis.nl). Schorsing en verwijdering van leerlingen Soms is het nodig om een leerling te schorsen voor een korte periode of zelfs tot verwijdering van een leerling over te gaan. De stichting INOS heeft hiertoe een procedure vastgesteld, waarin de “spelregels” bij zulke situaties zijn neergelegd. Deze procedure zal in voorkomende gevallen onder de aandacht van de ouder(s)/verzorger(s) worden gebracht. De ouders kunnen desgewenst deze regeling opvragen bij de administratie van de school. Roken, alcohol en middelengebruik Op alle locaties van de Liduinaschool geldt voor alle aanwezigen een rookverbod. Ook het gebruik van alcohol of drugs wordt op school niet toegestaan. Medicatie Het toedienen van medicatie kan op verzoek van ouders gedaan worden door een medewerker van de school, hiervoor dient de ouder de leerkracht of klassenassistent schriftelijk te instrueren. De school heeft documenten waarin beschreven staat hoe medicatie bewaard wordt. ( temperatuur, buiten het bereik van kinderen) Bij voorbehouden handelingen volgens de wet BIG houden we ons aan de instructies zoals die door de KNMG gegeven zijn. Personen in dienst van de school die geen medische scholing hebben worden geautoriseerd door een arts of verpleegkundige, bij voorkeur door een verpleegkundige die betrokken is bij de behandeling in de 2e lijn van de leerling (dus van het beademingscentrum of bv de diabetesverpleegkundige). De ouders dienen, in overleg met de school, het initiatief hiertoe te nemen. Als dit niet mogelijk is kan de schoolarts hierin een taak hebben. Ondertekenen rapporten ed. Als school verzorgen wij regelmatig officiële aanvragen betreffende uw kind. U kunt hier met name denken aan de herindicatie CvI-aanvraag, het Individueel handelingsplan of documenten i.v.m. verwijzing naar een andere school/stageadres.
35
Dergelijke documenten zijn in het algemeen van groot belang voor het kunnen/mogen volgen van aangepast (speciaal)onderwijs of juiste begeleiding. Ze dienen wettelijk door de ouders of degene die tekenbevoegd zijn (voogden) te worden ondertekend. De school ondersteunt de ouders hierbij door de aanvragen in te vullen. Het is dan ook belangrijk dat u de documenten na ondertekening weer snel naar school retourneert zodat problemen voorkomen worden. In dit verband wijzen wij erop dat u als ouder verantwoordelijk blijft.
Beeldmateriaal en leerlingenwerk De school kan foto’s en werk van leerlingen gebruiken ter publicatie op website, in schoolgids, schoolkrant, het weekbericht en andere door school uitgegeven materiaal. Aan derden zal dit alleen verstrekt worden met toestemming van verantwoordelijke ouder/ verzorger.
Indien u niet wilt of kunt ondertekenen zullen we natuurlijk met u in overleg gaan en kijken hoe we dit kunnen oplossen. Schoolfotograaf Eén keer per jaar komt er een schoolfotograaf die van elke leerling een foto maakt. Tevens wordt een foto gemaakt van de hele groep. De fotograaf komt altijd nog een keer terug om foto’s te maken van de kinderen die ziek waren of van wie de foto’s mislukt zijn. U kunt deze foto’s tegen een tevoren vastgestelde prijs aanschaffen.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
36
KLACHTENREGELING Op scholen werken mensen. Waar mensen werken, gaat wel eens wat mis. Dat willen we graag oplossen en we willen daarvan leren. Er zijn afspraken gemaakt over de manier waarop we op school omgaan met een klacht. Deze afspraken zijn vastgelegd in de klachtenregeling INOS die op school aanwezig is. In het kort zijn er de volgende mogelijkheden:
1. Eerst een gesprek met de betrokken leerkracht of de betrokken medewerker. Een goed gesprek kan veel problemen oplossen. Bespreek het probleem. Vertel wat u zelf hebt gedaan om het probleem op te lossen. Vertel ook wat u van de leerkracht (of medewerker) verwacht. In de meeste gevallen lukt het om er samen uit te komen. 2. De sectordirecteur van de school Als het niet lukt om een goede oplossing te vinden, kunt u praten met de sectordirecteur van de school. Hij is verantwoordelijk voor de school. De sectordirecteur kan een beslissing nemen in het conflict. Voor het SO is er een vacature en voor het VSO de heer K.Ilmer. 3. De school heeft een vertrouwenspersoon Elke school van INOS heeft een schoolvertrouwenspersoon. Als u dat wilt, kan de schoolvertrouwenspersoon meedenken in het oplossen van de klacht. Het is meestal een leerkracht die de regels goed kent. Zij kunnen u helpen in het zoeken van een manier om uw klacht te bespreken. Op deze school zijn de vertrouwenspersonen: Jelda Rodermond en Carla Norbart. 4. Het College van Bestuur Als het op school niet lukt om een goede oplossing te vinden (ook niet met de directeur), kunt u een brief sturen aan het College van Bestuur van INOS (Postbus 3513 4800 DM Breda). In de brief vertelt u wat uw klacht is en wat u al gedaan hebt om de klacht op te lossen. Het College van Bestuur kan een gesprek met u aangaan. Ook kan het College van Bestuur de interne klachtencommissie van INOS vragen een advies te geven over de klacht. Het College van Bestuur neemt een beslissing.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
5. De landelijke klachtencommissie Als het helemaal niet lukt om tot een goede oplossing te komen, kunt u een brief sturen aan de Landelijke Klachtencommissie Katholiek Onderwijs (Postbus 82324, 2508 EH Den Haag). Hoe dat moet, staat beschreven in de klachtenregeling. Het staat ook beschreven op de website van de klachtencommissie (www. geschillencies-klachtencies.nl) Er zijn een paar extra mogelijkheden om uw klacht te bespreken. De medezeggenschapsraad of oudervereniging De medezeggenschapsraad of oudervereniging bespreekt geen klachten over personen. Klachten over het beleid van de school kunnen wel worden besproken. De externe vertrouwenspersoon INOS heeft ook een vertrouwenspersoon die niet op een school werkt. Dit is de heer Toine van Dorst van de Arbo-Unie (Tel. 06-52501975). Hij heeft een beroepsgeheim. Dat is belangrijk als u met iemand in vertrouwen wilt praten over erg moeilijke persoonlijke kwesties. De inspectie van het onderwijs U kunt uw klacht ook melden bij de inspectie van het onderwijs (Postbus 7447, 4800 GK Breda. Tel. 0765244477; www.onderwijsinspectie.nl). De inspectie geeft een signaal af aan de school, maar lost de klacht niet op. Daarvoor moet u echt in gesprek gaan met de school zelf. Zijn er bijzondere afspraken bij (seksuele) intimidatie, (seksueel) misbruik en geweld? Als een klacht te maken heeft met (seksuele) intimidatie, misbruik of geweld, kunt u daarvoor de gewone klachtenprocedure doorlopen. Let erop dat alle INOS-medewerkers verplicht zijn aangifte te doen bij de politie in dit soort situaties. Als u een klacht over intimidatie, misbruik of geweld wilt bespreken, maar (nog) geen aangifte wilt doen, kunt u contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon (de heer Toine van Dorst van de Arbo-Unie Tel. 06-52501975) of de vertrouwensinspecteur van de inspectie van het onderwijs (Tel. 0900-1113111). Wel zullen deze mensen u vragen zelf aangifte te doen bij de politie.
37
Als kinderen ergens mee zitten Kinderen kunnen met vragen en problemen zitten die ze niet thuis, of met de eigen leerkracht kunnen (of willen) bespreken. In die gevallen kunnen zij terecht bij de schoolvertrouwenspersonen. (Op onze school zijn dat Jelda Rodermond en Carla Norbart) Zij wijzen eventueel de weg naar externe personen of instanties voor verdere hulp. Stagiaires De school biedt gelegenheid aan studenten om stage te lopen. Dit betreft vooral studenten vanuit de opleidingen: PABO (leraar basisonderwijs), ROC (klassenassistent(e)), Social Work (SPH) of andere opleidingen die betrekking hebben op het onderwijs aan ZML. In het overleg met de opleidingsscholen en studenten wordt steeds het belang van de privacy van onze leerlingen benadrukt. Gedragscode personeel Uitgangspunt is, dat alle werknemers die werkzaam zijn op de Liduinaschool (daarin tevens inbegrepen: invalkrachten, stagiaires en vrijwilligers) zich naar hun verantwoordelijkheid gedragen en zich richten op datgene, wat het welzijn van alle bij de school betrokkenen, met name de leerlingen, bevordert. De code past in het schoolklimaat waarin de medewerkers op een professionele manier invulling geven aan hun taken en waarbinnen collegiale en opbouwende reflectie op elkaars handelen mogelijk is. Het betekent dat collega’s elkaar kunnen aanspreken op elkaars functioneren/handelen.
Daarom heeft de school een veiligheidsbeleid ontwikkeld, om zo de veiligheid in en rond de school te kunnen waarborgen en verbeteren. De school beschikt over een aantal medewerkers die zich hebben geschoold in bedrijfshulpverlening en als zodanig zijn gecertificeerd. Door jaarlijkse vervolgcursussen blijven de kennis en vaardigheden van deze mensen up to date. De speeltoestellen buiten en de gymtoestellen binnen worden twee keer per jaar gecontroleerd door een onafhankelijk bureau. Op school is een calamiteitenplan aanwezig. In dit plan wordt duidelijk beschreven hoe er gehandeld moet worden door medewerkers van de school bij een calamiteit (bijvoorbeeld bij brand of een ernstig ongeval). Regelmatig controleren de gemeente en brandweer de voorschriften. Jaarlijks wordt het plan doorgenomen binnen de afzonderlijke afdelingen binnen de school en worden ontruimingsoefeningen gehouden. Binnen de hele school is brandblusapparatuur aanwezig, dat één keer per jaar gecontroleerd wordt. De school probeert daarnaast door goed toezicht vóór aanvang van de lessen, tijdens speeltijden, in de middagpauzes en na afloop van de schooldag, een goed en veilig speelklimaat voor de kinderen te bieden. Aankomst en vertrek van leerlingen gebeurt steeds onder toezicht van het personeel van de school.
Veiligheid en ARBO De Liduinaschool vormt als school de dagelijkse werkplek voor haar medewerkers en leerlingen. Binnen de missie en visie van de school begint de verantwoordelijkheid voor het leerproces bij de zelfverantwoordelijke teams. Het welbevinden van leerlingen is dé basis voor het leren. Een veilige leeromgeving, zowel in als rond de school is voor alle leerlingen van groot belang. De veiligheid op school gaat niet alleen om de fysieke veiligheid in een gebouw en op de werkplek, maar ook om de sociale veiligheid van volwassenen en kinderen die met elkaar tot leren willen komen. Alleen in een veilige en prettige omgeving kunnen leerlingen effectief en plezierig samenwerken.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
38
KUnst op de
Liduinaschool
KijK Ik kan
…
Op de Liduinaschool wordt aandacht besteed aan cultuur en creativiteit. Beide zijn belangrijk om van kinderen volwaardige burgers te maken. Kunst verbindt. Door kunst zien mensen elkaar. We laten ons in het cultuuronderwijs ondersteunen door Kunstbalie (voorheen het BISK). Bovendien nemen wij deel aan de cultuureducatie van de gemeente Breda “De ontdekking”. Beide organisaties integreren hun aanbod tot één programma. Zij organiseren activiteiten op het gebied van verschillende kunstdisciplines, zoals muziek, toneel, dans, film, beeldende kunst en literatuur. De bedoeling is dat alle leerlingen in hun schooltijd met iedere discipline minimaal twee keer in aanraking komen. Een ander onderdeel is creativiteit. Het is belangrijk dat leerlingen de kans krijgen om hun talenten te ontwikkelen. Voor beeldende vorming hebben zijn vakleerkrachten aangetrokken. Op het gebied van drama zijn er nauwe contacten met theater werkplaats Tiuri. De Liduinaschool heeft goede contacten met kunstatelier Artilabo en KOA. Ook circusschool Woenzini en de clinic clowns doen regelmatig projecten voor onze school.
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
39
Schoolgids Liduinaschool 2011-2012
40