Schoolgids 2015-2016
Karel-V-straat 45 6104 BR Koningsbosch Tel. nr. 0475-301274 E-mail:
[email protected]
BASISSCHOOL ’T KEUNINGSHÖFKE
Een woord vooraf Een school kiezen voor je kind is geen eenvoudige zaak. Je geeft een deel van de opvoeding uit handen aan mensen die je (nog) niet kent en je wilt tevens een keuze maken voor kwalitatief goed onderwijs. Door u deze schoolgids aan te bieden willen wij u helpen bij het nemen van een goede beslissing. Wij willen de school aan u voorstellen en aangeven wat wij met ons onderwijs willen bereiken. Nu is het voorstellen van een school ´op papier´ geen eenvoudige zaak: eigenlijk moet je een school ervaren. Toch willen wij u middels de informatie in deze schoolgids kennis laten maken met onze school. In deze gids leggen wij verantwoording af over onze manier van werken en over de behaalde resultaten. Tevens leggen wij uit wat u mag verwachten als uw kind een leerling van onze school wordt en informeren we u graag over hetgeen wij als school van u als ouder verwachten. Tot slot willen wij ouders en verzorgers graag van alle, relevante informatie voorzien. Deze schoolgids wordt jaarlijks (digitaal) uitgereikt aan ouders die kinderen op onze school hebben én aan ouders van mogelijk toekomstige leerlingen. In de schoolgids treft u algemene zaken aan die niet elk jaar veranderen. In de schoolkalender, die u jaarlijks ontvangt, vindt u allerlei jaarlijks wisselende informatie zoals data van activiteiten en vakanties. De verwijzingen naar de uitgebreidere informatie rondom een bepaald onderwerp kunt u lezen via de schoolwebsite, of rechtstreeks via www.innovo.nl Natuurlijk kunt u alle, in de schoolgids benoemde onderwerpen, ook rechtstreeks met school bespreken. Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN OF OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids Wij zien deze schoolgids als een document dat steeds verder geactualiseerd kan worden. Vandaar dat wij alle lezers verzoeken om eventuele opmerkingen en vragen kenbaar te maken, zodat de schoolgids een levend document blijft. Wij hopen dat u deze gids met plezier zult lezen. Indien u nog nadere toelichting wenst, nodigen wij u uit om contact met ons op te nemen. Wij leiden u graag rond door onze school. Team basisschool ‘t Keuningshöfke
Schoolgids 2015-2016
1
BASISSCHOOL ’T KEUNINGSHÖFKE
Inhoudsopgave 1.
Stichting INNOVO
4
2.
Onze school
4
3.
Het team
5
4. 4. 1 4.2
Ons onderwijs Waar werken wij aan Video-opnames
6 7 8
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.10.1 5.10.2 5.11 5.12 5.13 5.14
De organisatie van ons onderwijs Regels voor toelating Plattegrond van de school De groepsindeling De groepsbezetting 2015-2016 Vakanties en vrije dagen voor de kinderen Regeling schooltijden Lestijden Urentabel voor de vakken Bestrijden verzuim, vroegtijdig schoolverlaten en buitengewoon schoolverlof Het werken met de kinderen Het onderwijsaanbod in de kleutergroepen Het onderwijsaanbod in de groepen 3 t/m 8 Gym Huiswerk Schoolvieringen en overige activiteiten Buitenschoolse opvang (BSO)
9 9 10 10 11 11 11 12 12 12 13 13 13 19 21 21 22
6. 6.1 6.2
De resultaten van ons onderwijs Cito-resultaten Adviezen voortgezet onderwijs
23 23 24
7. 7.1 7.1.1 7.1.2 7.1.3 7.1.4 7.1.5 7.1.6 7.2 7.2.1
De zorg voor onze kinderen Interne leerlingenzorg Het werken binnen de groep middels de 1- zorgroute Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Opbrengstgericht werken Handelingsplannen Procedure OnderwijsontwikkelingsPerspectief (OPP) Doubleren / versnellen van de schoolloopbaan Externe leerlingenzorg Passend Onderwijs; Passend onderwijs en de ondersteuningsstructuur in het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 31-02 Midden-Limburg 7.2.2 Jeugdgezondheidszorg 7.2.3 VerwijsIndex, Regionale Aanpak Kindermishandeling (RAK), Centrum Jeugd en Gezin (CJG), ZorgAdviesTeam (ZAT)
25 25 25 26 31 31 31 32 32 33
8. 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6
38 38 38 39 39 39 40
Ouders / verzorgers Het belang van betrokkenheid Ouderactiviteiten Informatievoorziening over ons onderwijs en onze school Informatieplicht van school aan (gescheiden) ouders Wet bescherming persoonsgegevens Ouderraad (OR) en de vrijwillige ouderbijdrage
Schoolgids 2015-2016
34 36
2
BASISSCHOOL ’T KEUNINGSHÖFKE
8.7 Medezeggenschapsraad (MR) 8.7.1 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR)
41 42
9. 9..1 9.2 9.2.1 9.3 9.4
Veiligheid in en rondom de school Fysieke en sociale veiligheid Pesten Cyberpesten Verkeersveiligheid Schoolverzekering
42 42 43 45 45 46
10. 10.1 10.2 10.3
Overige informatie Hoofdluis Rookverbod Sponsoring
47 47 47 47
Bijlagen 1. Klachten en klachtenprocedure 2. Diverse regelingen a. Gronden voor vrijstelling van het onderwijs b. Schorsing en verwijdering 3. Namenlijst personeel
Schoolgids 2015-2016
48 49 51 51 53
3
BASISSCHOOL ’T KEUNINGSHÖFKE
1. Stichting Innovo Onze school valt onder de juridische verantwoordelijkheid van de Stichting INNOVO, een stichting voor katholiek onderwijs. In totaal zorgen ongeveer 1.200 INNOVO-medewerkers dagelijks voor onderwijs aan ongeveer 11.000 leerlingen, verdeeld over 53 scholen, waaronder 48 scholen voor basisonderwijs, twee scholen voor speciaal basisonderwijs en drie scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Het verzorgingsgebied van INNOVO strekt zich uit over Zuid- en MiddenLimburg en is verdeeld over 16 verschillende gemeenten. Het bevoegd gezag van de stichting wordt gevormd door het College van Bestuur, dhr. Bert Nelissen, voorzitter en mw. Joan van Zomeren, lid. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht, die een controlerende taak heeft ten aanzien van de vastgestelde doelen. Het College van Bestuur is gevestigd aan de Ruys de Beerenbroucklaan 29A te Heerlen. Hier is ook het stafbureau gevestigd dat ondersteuning biedt aan de scholen en het college. Op het stafbureau zijn deskundigen werkzaam in de disciplines financiën, huisvesting, ICT, administratie, personele, juridische en onderwijskundige zaken. Postadres Postbus 2602, 6401 DC Heerlen Bezoekadres Ruys de Beerenbroucklaan 29a 6417 CC Heerlen 045 5447144
@
[email protected] www.innovo.nl
2.
Onze school Basisschool "'t Keuningshöfke", Karel-V-straat 45, 6104 BR Koningsbosch. Tel. nr. 0475-301274 E-mail:
[email protected]
Basisschool ’t Keuningshöfke is een katholieke school, die een leeromgeving biedt aan kinderen met verschillende culturele, godsdienstige achtergronden en kinderen die verschillen in aanleg en mogelijkheden. Wij zijn op deze wijze een afspiegeling van onze samenleving. Wij zijn actief pluriform, doordat leerkrachten algemene informatie geven over de achtergronden en kenmerken van de verschillende overtuigingen en zorgen dat kinderen daarmee in aanraking komen. Zo willen we komen tot het respecteren van elkaar. Op ’t Keuningshöfke willen we zorgen voor een open cultuur, waarin sprake is van een hoge betrokkenheid van de ouders. Deze sluit ook aan bij onze slogan; “Samen doen!”
Schoolgids 2015-2016
4
BASISSCHOOL ’T KEUNINGSHÖFKE
De school is onderdeel van een Gemeenschap van Scholen (GVS), tezamen met basisschool de Draaiende Wieken te Posterholt. Concreet houdt dit in dat Ton Giessen directeur is op beide scholen en dat we synergievoordelen zo optimaal mogelijk benutten. ’t Keuningshöfke en de Draaiende Wieken hebben en behouden hierbij beiden hun eigen identiteit. ’t Keuningshöfke is opgericht in 1986 en ligt in het hart van Koningsbosch. Onze school heeft naast de wijkfunctie ook een regiofunctie, daar ook meerdere leerlingen van onze kinderen vanuit het Duitse grensgebied komen. Het team van ’t Keuningshöfke bestaat uit: een directeur, een adjunct-directeur / intern begeleider, 8 groepsleerkrachten, een conciërge en een administratief medewerkster. “t Keuningshöfke telt al enkele jaren ongeveer 135 leerlingen. Gedurende het schooljaar stromen er ook kinderen in. Dit zijn niet alleen 4-jarigen, maar ook kinderen die van school wisselen en dus in hogere groepen instromen. In totaal hebben we de beschikking over 6 groepslokalen (waarvan 5 in gebruik door een klas en 1 als handvaardigheidslokaal), een teamruimte (die tussentijds ingezet kan worden als groepslokaal), 2 kantoorruimtes, een speelzaal en een gemeenschapsruimte waar ook de computers staan. Voor de gymlessen van groep 3 t/m 8 maken wij gebruik van de naastgelegen gymzaal. Vanaf schooljaar 2012-2013 bieden wij een continurooster aan. Alle kinderen blijven sindsdien over op school en eten onder begeleiding van de groepsleerkracht. ’t Keuningshöfke heeft contacten met peuterspeelzalen, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs om de overgang naar de verschillende schooltypen zo makkelijk mogelijk te maken.
3. Het team De schoolleiding Het managementteam wordt gevormd door de directeur Ton Giessen en de adjunct-directeur / IB-er Karen Quaedackers. Een van beiden is normaliter op school aanwezig. Bij afwezigheid van de directie kunt u voor dringende zaken terecht bij meester Mario Martens of meester Marcèl Canisius. Er is een taakverdeling gemaakt tussen de directeur en de adjunct-directeur / IB-er. Deze taakverdeling wordt regelmatig geëvalueerd en zo nodig herzien. De directeur blijft als integraal schoolleider eindverantwoordelijk voor de algemene gang van zaken.
De leerkrachten De leerkrachten hebben een actieve rol om de doelen van de school in de praktijk te brengen. Hun belangrijkste taak is het verzorgen van goed onderwijs en het begeleiden van kinderen door het creëren van de juiste sfeer. Want alleen in een goede sfeer kunnen kinderen zich goed ontwikkelen. Dat vraagt van de leerkrachten een goede voorbereiding en een oprechte belangstelling voor het kind. Evenals goed observeren en een nauwkeurige administratie van de resultaten en het welbevinden van onze leerlingen. Als het nodig is, moet aangepaste leerstof worden aangeboden. Ouders/verzorgers worden daarover geïnformeerd. Naast het verzorgen van bovenstaande heeft een leerkracht ook groepsoverstijgende taken, zoals zitting in de medezeggenschapsraad, organiseren van activiteiten, zitting in werkgroepen die bijvoorbeeld nieuwe lesmethodes kiezen, vieringen organiseren, etc.
Onderwijsondersteunend personeel (OOP) Het onderwijsondersteunend personeel wordt gevormd door een conciërge en een administratief medewerkster. Daarnaast mogen wij gebruik maken van de inzet van enkele vrijwilligers. Zij zijn onmisbaar voor een goed lopende organisatie binnen onze school.
Schoolgids 2015-2016
5
BASISSCHOOL ’T KEUNINGSHÖFKE
4. Ons onderwijs Visie Keuningshöfke is een basisschool die aan alle leerlingen, ongeacht hun achtergrond en capaciteiten, optimaal onderwijs kan bieden, en realiseert daarbij voldoende uitdaging, kansen en veiligheid. Wij willen dat bereiken door gericht te werken aan verbetering en borging van de onderwijskwaliteit, met een team dat flexibel is, in staat is met gecombineerde groepen te werken en kan inspelen op de diversiteit binnen de bevolking van de dorpsgemeenschap Koningsbosch. Extra aandachtspunt daarbij is de rol die de school heeft als sociale participant in de dorpsgemeenschap en de manier waarop wij naar buiten communiceren over het onderwijs op Keuningshofke. Door de ligging van de school in de nabijheid van de Duitse grens willen we in ons onderwijs ook ruimte creëren voor de invulling van internationalisering.
Missie Basisschool ’t Keuningshöfke is een relatief kleine basisschool, gelegen in de hechte dorpsgemeenschap Koningsbosch. Alhoewel we een katholieke grondslag hebben, staan we ook open voor leerlingen met andere geloofsovertuigingen. Wij beschouwen het bieden van kwalitatief goed onderwijs in een veilige, warme en rijke leeromgeving als onze belangrijkste taak. Hierbij vinden wij het belangrijk om partners in de opvoeding te zijn van ouders en daarbij de samenwerking aan te gaan met diverse externe (hulpverlenende) organisaties. Daarnaast zien wij onszelf ook als sociale participant binnen de dorpsgemeenschap, waarbij we, waar mogelijk, aansluiting zoeken bij de activiteiten en festiviteiten binnen het dorp. Het team bestaat uit professionele leerkrachten die in een open sfeer, respectvol en middels heldere, tijdige communicatie met elkaar, met ouders en eventueel andere betrokkenen samenwerken. Ieder kind wordt nauwlettend gevolgd in zijn totale ontwikkeling, waarop wij door een gedifferentieerd onderwijsaanbod zo goed mogelijk proberen aan te sluiten, en gebruik makend van de leerlingenspecifieke vaardigheden. De kinderen doen hierdoor veel succeservaringen op en bouwen voldoende zelfvertrouwen op. Wij vinden respect en waardering voor de eigenheid van ieder kind van groot belang. We benadrukken dit ook in de omgang met elkaar vanuit een positieve basishouding. Wij bieden elk kind passende ondersteuning en begeleiding om zich optimaal te kunnen ontwikkelen op zowel het gebied van leerresultaten als ook in zijn persoonlijke ontwikkeling. We willen hiermee bereiken dat de kinderen al vanaf het begin goed kunnen functioneren in de maatschappij waarvan zij deel uitmaken. Het werken volgens het principe van “Rust, reinheid en regelmaat”, biedt hierbij een goede basis. De inzet van actuele lesmethodes, moderne leermiddelen en het volgen van nascholing door het gehele team, zorgt ervoor dat het onderwijs bij de tijd blijft. Middels ons gedegen en vernieuwend onderwijs willen wij ervoor zorgen dat ’t Keuningshöfke een kwalitatief goede school is, waar ouders hun kind vol vertrouwen naartoe brengen en waar de kinderen een plezierige, leerzame schooltijd ervaren.
Schoolgids 2015-2016
6
4.1 Waar werken wij aan De afgelopen jaren hebben we op ’t Keuningshöfke sterk ingezet op verbetering van kwaliteit. Ook dit schooljaar zijn wij voornemens om verschillende nieuwe zaken aan te pakken. De goede zaken die we reeds hebben kunnen realiseren willen we uiteraard behouden, maar daarnaast staan er verschillende nieuwe ontwikkelingen op ons programma. Zo worden er bijvoorbeeld diverse nieuwe methodes aangeschaft en in gebruik genomen, te weten een nieuwe muziekmethode, een nieuwe methode voor de kleuters, de nieuwste versie van Taal en Spelling in Beeld in groep 7 en 8 en tot slot de allernieuwste versie van Veilig Leren Lezen voor groep 3. Ook het Duits onderwijs krijgt een vaste plek binnen ons onderwijs. Onderliggend willen we in 2015-2016 de effectieve leertijd en de taakgerichte werksfeer nogmaals goed onder de loep nemen. De inlooptijd en het blokuur hebben hierbij o.a. onze aandacht. Onze leerlingenzorg willen we graag borgen en verder uitbouwen, waarbij we ons met name zullen richten op afstemming van het leerstofaanbod en de leertijd, om zodoende tegemoet te komen aan de individuele verschillen tussen leerlingen. Het komende schooljaar willen we de kennis uit de nascholing rondom begaafdheid in praktijk brengen, en komen tot een helder beleid en werkwijze in dezen. Het welbevinden en welzijn van onze leerlingen vinden wij van groot belang. Het opgestelde document sociale veiligheid blijft voor ons leidraad in ons handelen en denken. Het schoolklimaat, waaronder wij ook rust, reinheid en regelmaat verstaan, willen wij graag verder optimaliseren. De aanwezige kennis en vaardigheden van alle teamleden willen wij zo optimaal mogelijk benutten. Hiertoe krijgen alle specialisten een gerichte opdracht om zodoende de schoolontwikkeling een extra impuls te geven. Met het gehele team volgen we in 2015-2016 daarnaast ook nog nascholing die gericht is op (ernstige) rekenproblemen en dyscalculie. Ook het adequaat analyseren van toetsgegevens heeft dit schooljaar opnieuw onze aandacht. We streven ernaar de administratieve werkdruk drastisch te verminderen. We willen onze tijd en aandacht richten op onze primaire taak, het geven van goed onderwijs aan alle aan ons toevertrouwde leerlingen. Ieder met zijn eigen sterke en minder sterke kanten. Het goed in kaart brengen van ieders onderwijs- en ondersteuningsbehoeften, in combinatie met goede analyses van toets- en observatiegegevens, maakt het mogelijk om tegemoet te komen aan deze onderlinge verschillen. Door al deze interventies willen we laten zien dat ’t Keuningshöfke een school is waar kwalitatief goed onderwijs wordt geboden in een positief, veilig en uitdagend leerklimaat. We hopen in Schoolgids 2015-2016
7
2015-2016 opnieuw op een fijn schooljaar, waarin we er samen weer iets moois van weten te maken!
4.2 Video-opnames Binnen de ontwikkelingen van het hedendaagse onderwijs kunnen voor intern gebruik foto’s en video-opnames gemaakt worden ten behoeve van het verbeteren van de onderwijsleersituatie. Foto’s kunnen echter ook gebruikt worden voor plaatsing op de website van de school. Mocht u hier bezwaar tegen hebben, dan kunt u dit ofwel kenbaar maken bij de aanmelding van uw kind op onze school, ofwel op een later moment in de schoolloopbaan van uw kind aangeven bij de schoolleiding.
Schoolgids 2015-2016
8
5. De organisatie van ons onderwijs 5.1 Regels voor toelating De Wet primair onderwijs (Wpo) en Wet op de expertisecentra (WEC) vermelden dat de beslissing over toelating van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. In de praktijk ligt deze beslissingsbevoegdheid bij de directie van onze school. De aannamecriteria van onze school zien er als volgt uit: - alhoewel onze school een katholieke school is, worden in principe leerlingen van elke geloofsovertuiging tot onze school toegelaten, mits de katholieke grondslag van onze school gerespecteerd wordt; - onze school staat in beginsel open voor alle kinderen, ook voor kinderen met een beperking. Indien er beslist moet worden over de toelating, houden we er uiteraard rekening mee of we de juiste ondersteuning en specifieke begeleiding kunnen bieden die voor de ontwikkeling van het kind noodzakelijk is. Indien er besloten wordt tot toelating zal er op basis van een plan van aanpak, dat met de ouders is samengesteld, gehandeld worden. De evaluatie en de voortgangsprocedure worden van jaar tot jaar bekeken. Informatie over de ondersteuning die onze school kan bieden, is opgenomen in het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) dat op de website van onze school te vinden is. Voor uitgebreide informatie, incl. de wettekst (passage met betrekking tot aanmelding en toelating), verwijzen wij u naar de site van INNOVO. Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids.
Schoolgids 2015-2016
9
5.2 Plattegrond van de school
5.3 De groepsindeling Onze school telt momenteel 5 combinatieklassen, waarbij de kinderen zijn onderverdeeld in jaargroepen. Bij de indeling van de groepen worden altijd de volgende criteria gehanteerd: Een evenwichtige verdeling van (zorg)leerlingen: aantal leerlingen, een goede mix tussen leerlingen die gemakkelijk leren en leerlingen die meer moeite hebben met de lesstof. Een goede verdeling van jongens en meisjes Sociale contacten, vriendjes/vriendinnetjes Bij voorkeur geen broertjes/zusjes bij elkaar in een klas De indeling van kinderen in groepen is de verantwoordelijkheid van de directie in overleg met de leerkrachten van de betreffende groepen. Informatie over de groepsindeling wordt voor het begin van een nieuw schooljaar aan de ouders/verzorgers medegedeeld. De groepsgrootte is sterk afhankelijk van het aantal leerlingen in een bepaald leerjaar.
Schoolgids 2015-2016
10
5.4 De groepsbezetting 2015-2016 1/2
Maandag Juf Dorothé
Dinsdag Juf Dorothé
2/3
Juf Mariet
Juf Mariet
Woensdag
Donderdag Juf Dorothé
Vrijdag Juf Dorothé
Juf Marian
Juf Marian
Juf Marian
Meester Mario Juf Truike Meester Marcèl
Meester Mario Juf Truike
Meester Mario Juf Truike Meester Marcèl
Juf Mariet
4/5
Juf Daniëlle
6/7 7/8
Juf Truike Meester Marcèl
Juf Daniëlle en/of Meester Mario Juf Truike Meester Marcèl
Juf Daniëlle
5.5 Vakanties en vrije dagen voor de kinderen Studiedag 1 Herfstvakantie Studiedag 2 Kerstvakantie Carnavalsvakantie Pasen Studiedag 3 Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Studiedag 4 (na communie) Studiedag 5 Zomervakantie
21 september 2015 26 oktober t/m 30 oktober 2015 10 december 2015 21 december 2015 t/m 1 januari 2016 8 februari t/m 12 februari 2016 25 maart t/m 28 maart 29 maart 2016 25 april t/m 6 mei 2016 5 + 6 mei 2016 (in meivakantie!) 16 mei 2016 30 mei 2016 23 juni 2016 22 juli t/m 2 september 2016
5.6 Regeling schooltijden Met ingang van 1 augustus 2006 is een nieuwe regeling op het gebied van de schooltijden van kracht. Deze regeling maakt een andere verdeling van schooltijden mogelijk. Over de hele basisschoolperiode krijgen de leerlingen echter evenveel lesuren als voorheen, nl. 7520, waarvan 3520 voor de onderbouw (gr. 1-4) en 3760 voor de bovenbouw (gr.5-8). De 240 uur die overblijven, kunnen scholen verdelen over de onderbouw en bovenbouw. Er is geen maximum aantal uren onderwijs per dag. De Inspectie van het Onderwijs (Onderwijsinspectie) let er op dat scholen voldoende uren onderwijs geven. De school bepaalt hoe het lesrooster en de pauzetijden eruit zien. De pauzes moeten een onderbreking van de schooldag zijn. Ze moeten voorkomen dat leerlingen aan 1 stuk bezig zijn met leren. De basisschool moet zorgen voor een goede verdeling van de activiteiten over de dag. Schooljaar 2015-2016 Komen schooljaar worden in de onderbouw (groep 1 t/m 4) 3654 uren les gegeven. In de bovenbouw (groep 5 t/m 8) zijn dat 3966 uren. In totaal worden 7620 uren les gegeven, terwijl 7520 uren het minimum aantal lesuren is. Weken Voor de leerjaren 3 t/m 8 mogen scholen maximaal 7 keer per jaar een vierdaagse schoolweek inroosteren. Dat moet in de schoolgids vermeld worden, zodat ouders al voor de aanvang van een schooljaar hiervan op de hoogte kunnen zijn. Medezeggenschap en toezicht De oudergeleding van de MR heeft instemming bij het vaststellen of wijzigen van de schooltijden. Een wijziging kan pas plaatsvinden als de mening van alle ouders is gepeild. De onderwijsinspectie houdt toezicht op de schooltijden. Schoolgids 2015-2016
11
5.7 Lestijden Maandag Dinsdag Onderbouw: groepen 1 t/m 4 8.30-12.00 8.30-12.00 Lunchpauze Lunchpauze 12.45-14.45 12.45-14.45 Bovenbouw: groepen 5 t/m 8 8.30-12.00 8.30-12.00 Lunchpauze Lunchpauze 12.45-14.45 12.45-14.45
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
8.30-12.15 Vrij
8.30-12.00 Lunchpauze 12.45-14.45
8.30-12.00 Vrij
8.30-12.15 Vrij
8.30-12.00 Lunchpauze 12.45-14.45
8.30-12.00 Lunchpauze 12.45-14.45
5.8 Urentabel voor de vakken groep groep groep groep groep groep groep groep 1 2 3 4 5 6 7 8 Bewegingsonderwijs
5.30
5.30
1,45
1,45
1,45
1,45
1,45
1,45
Taal, incl. kringgesprek
7.30
7.30
4.00
5.00
5.30
5.30
6.00
6.00
3.00
2.00
1.15
1.15
1.00
1.00
0.45
0.45
1.30
1.30
1.00
Technisch lezen Begrijpend lezen Schrijven
0.45 0.45
2.00
1.15
1.00
0.45
0.30
0.30
Rekenen en wiskunde
5.30
5.00
5.00
5.00
5.00
5.00
5.00
0.30
0.30
5.30
Engels
0.30
Duits Wereldoriëntatie
1.15
1.15
Aardrijkskunde
0.30
1.30
1.15
1.15
Geschiedenis
0.30
1.15
1.15
1.15
0.45 0.30
1.15 0.30
1.15 0.30
1.15 0.30
1.15 0.30
1.00
0.45
1.00
0.30
0.30
1.00
0.45
0.45
0.45
1.00
1.00
Tekenen
1.00
0.45
0.45
0.45
0.45
0.45
Muziek
0.45
1.00
1.00
1.00
0.45
0.45
Natuurkunde/biologie/gezond gedrag
1
Verkeer Godsdienstige en levensbeschouwelijke vorming Beeldende vorming / Handenarbeid/ techniek
0.30 0.30 1.15 1.15
3X 3X 3X 3X 3X Blokuur Voor de urenverdeling over de leer- en vormingsgebieden hanteren wij richtlijnen. Deze normen kunnen meer of minder worden afhankelijk van de behaalde resultaten, de kenmerken van de groep en/of de leerstofkenmerken.
5.9 Bestrijden verzuim en vroegtijdig schoolverlaten Per 1 januari 2012 is een wijziging van onder meer de Leerplichtwet 1969 (Lpw) in werking getreden. Doel van de wetswijziging is de verbetering van het bestrijden van verzuim en voortijdig schoolverlaten. Het toezicht op naleving van de Leerplichtwet door scholen – een goede administratie van het verzuim – wordt belegd bij de Inspectie van het Onderwijs . Deze kan een bestuurlijke boete opleggen. Het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet door ouders en leerlingen blijft bij de gemeenten liggen. Voor gemeenten leidt de wetswijziging niet tot minder middelen in het Gemeentefonds. Schoolgids 2015-2016
12
De Inspectie van het Onderwijs hanteert een risicogericht toezichtkader. Leerplichtambtenaren kunnen signalen doorgeven aan de Inspectie. Vanuit het toezicht op ouders en leerlingen mogen zij de verzuimadministratie van scholen blijven inzien. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het brede jeugddomein en de Wet werken naar vermogen. Uitval van leerlingen zorgt voor problemen op deze terreinen. De verzuimregistratie op onze school voldoet aan de wet- en regelgeving. Uitgebreide informatie hierover treft u aan op de website van INNOVO. Hier vindt u teven informatie omtrent de richtlijnen rondom buitengewoon school verlof, de brochures Luxe Verzuim (voor scholen en ouders) van Bureau Voortijdig Schoolverlaten Parkstad Limburg. Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids.
5.10 Het werken met de kinderen 5.10.1 Het onderwijsaanbod in de kleutergroepen Kleuters blijven kleuters. Zij willen spelen en dingen ontdekken. Vanaf dit schooljaar starten we derhalve met het werken met de methode Kleuterplein in de kleutergroepen. Kleuterplein biedt veel thematische activiteiten in hoeken met wisselende materialen. Door deze rijke speel- en leeromgeving worden kleuters uitgedaagd om hun omgeving en mogelijkheden te onderzoeken. Dit leidt tot betrokkenheid en groei. Echt álles zit in Kleuterplein: taal-lezen, rekenen, sociaalemotionele ontwikkeling, wereldoriëntatie / burgerschap, bewegingsonderwijs, drama, muziek, beeldende vorming, voorbereidend schrijven en Engels. Kleuterplein bestaat uit 2 themapakketten: ‘De seizoenen’ en ‘De wereld’. Elk pakket bevat 8 uitgewerkte themakaternen (handleidingen) met beschrijvingen van alle activiteiten van het thema. De basis van elk thema is een fraai prentenboek. Vervolgens staat elk themakatern vol lessuggesties voor kringen, groepslessen, 5 minutenspelletjes en activiteiten voor hoeken en ontwikkelingsmateriaal. Net als de meeste andere methodes biedt kleuterplein alle activiteiten eenvoudig op 3 niveaus aan. Daarnaast zijn er voor school hulpmiddelen beschikbaar voor observatie, registratie, opbrengstgericht werken en ouderbetrokkenheid. We maken niet van al deze materialen gebruik. Aanvullend op de methode wordt er o.a. ook gewerkt met de methodes “Auditief, wat zeg je?,” Wereld in getallen (rekenen), Werkmappen Gecijferd bewustzijn en fonemisch bewustzijn. Ook worden er passend bij de gebruikte thema’s materialen van diverse internetsites gebruikt. De ontwikkeling van kleuters volgen we sinds 2012-2013 middels het kleutervolgsysteem Kijk! Dit is een praktisch hulpmiddel voor het observeren en registreren van de totale ontwikkeling van vier- tot zevenjarigen, bestaande uit 17 ontwikkelingslijnen. Iedere ontwikkelingslijn beschrijft de fases die een kind in zijn ontwikkeling doorloopt op een bepaald gebied. Deze wijze van observeren en registeren maakt het mogelijk om in te spelen op de onderwijsbehoeften van kinderen door de activiteiten af te stemmen op de individuele mogelijkheden.
5.10.2 Het onderwijsaanbod in de groepen 3 t/m 8 De school verstrekt de noodzakelijk geachte materialen aan de leerlingen. We verwachten van de leerlingen dat ze er op verantwoordelijke wijze mee omgaan. De leerlingen ontvangen tijdens de eerste schoolweek vanaf groep drie jaarlijks een potlood en een gum. In de tweede helft van het schooljaar krijgen de leerlingen van groep vier éénmalig een (vul)pen. De beschikbaar gestelde (vul)pen voldoet aan de gangbare eisen In groep vier ontvangen alle leerlingen jaarlijks een liniaal van school in bruikleen. Schoolgids 2015-2016
13
Vanaf groep zes is een 23-ringsband noodzakelijk; hierin worden werkbladen bewaard. De ervaring leert dat de oudere leerlingen liefst zelf een “hippe” ringband aanschaffen. Een huiswerkschrift voor taal (24 lijnen) en rekenen (langwerpige hokjes) wordt door school verstrekt. Het gebruik van viltstiften is in principe toegestaan; de leerkrachten maken hierover afspraken met de leerlingen.
Leerstofaanbod: In de groepen 3 t/m 8 werken we methodisch. Dat wil zeggen dat voor elk vakgebied een methode wordt gebruikt waarin de leerlijnen t/m groep 8 zijn vastgelegd en die voldoet aan de kerndoelen. Op ’t Keuningshöfke zijn we alert op de ontwikkeling van nieuwe onderwijskundige inzichten en methodes. Waar nodig en mogelijk worden de nieuwste methodes en materialen aangeschaft. Zo hangen er in elke groep digitale schoolborden en zijn er de afgelopen schooljaren diverse nieuwe methodes aangeschaft en geïmplementeerd.
Technisch lezen Methode: nieuwe Kim-versie van Veilig Leren Lezen (groep 3), Estafette nieuw (groep 4 t/m 8) Veilig leren lezen is al tientallen jaren de meest gebruikte én meest succesvolle taalleesmethode in groep 3. Recente wetenschappelijke inzichten en praktijkervaringen hebben geleid tot een nieuwe versie. Ook op ’t Keuningshöfke starten we in 2015-2016 met deze vernieuwde leesmethode. Bij de start in groep 3 kennen veel kinderen al behoorlijk wat letters. Voor een groot deel is dat te danken aan de kleutergroepen waarin kinderen ruimschoots kennismaken met verhalen, woorden en letters. Het ene kind pikt die kennis sneller op dan het andere. Vandaar dat er in de Veilig leren lezen kim-versie veel aandacht wordt besteed aan zowel risicolezers als vlotte lezers. De methode kent een gestructureerde opbouw van het letter- en woordaanbod, waarbij alle aandacht uitgaat naar het ontdekken en gebruiken van structuren in woorden en het verwerven van kwalitatief sterke teken-klankkoppelingen. Op systematische wijze leren kinderen sneller nieuwe woorden en zinnetjes lezen. Bovendien is er naast technisch lezen veel aandacht voor leesplezier. Op die manier leggen kinderen in groep 3 een stevig fundament voor hun taalleesontwikkeling. De online programma’s Leerkrachtassistent en Digiregie vormen het hart van de methode. In de groepen vier tot en met acht wordt dit verder ontwikkeld middels de voortgezet technisch leesmethode Estafette nieuw, welke in 2011-2012 is ingevoerd. Deze sluit naadloos aan op Veilig leren Lezen welke in groep 3 wordt gehanteerd. Bij Estafette wordt gewerkt middels het Activerende Directe Instructiemodel (ADI), waarvoor het team coaching heeft gehad. Tijdens de lessen lezen alle leerlingen op hun eigen leesniveau, De leerkracht heeft hierdoor de handen vrij om aandacht te besteden aan de zwakkere lezers. Ook het leesplezier krijgt binnen Estafette ruimschoots de aandacht, middels het persoonlijke leesdossier. De leerlingen worden minimaal 2 keer per jaar getoetst met behulp van de CITO AVI- en DMTtoetsen.
Begrijpend lezen Methode: Tussen de regels. Begrijpen van wat je leest is natuurlijk niet los te koppelen is bij het hardop lezen. Naarmate het technisch lezen steeds vlotter verloopt, komt steeds meer de nadruk te liggen op het begrijpen van de tekst. De methode “Tussen de regels” is bedoeld voor het aanleren van leesstrategieën, die de leerlingen zelfstandig kunnen toepassen. De teksten sluiten aan bij hun ontwikkelingsniveau. Gemiddeld zijn er per tekst tien vragen, die door de leerlingen relatief zelfstandig gemaakt kunnen worden. De vragen en opdrachten hebben een begeleidende functie. Per leerjaar zijn er 2 toetslessen, die qua opzet gelijk zijn aan alle andere lessen. In groep zeven maakt de Schoolgids 2015-2016
14
methode de overgang van begrijpend naar studerend lezen.
Nederlandse taal Methode: Nieuwe versie van Veilig Leren lezen, Kim-versie (groep 3) De methode Veilig Leren lezen bestaat uit 12 kernen, waarin taal, spelling, technisch en begrijpend lezen in elkaar verweven zit. Na iedere kern vindt er een tussenmeting plaats om na te gaan in hoeverre de leerlingen de aangeboden leerstof beheersen of dat er wellicht extra aandacht moet worden besteed aan enkele zaken. Veilig leren lezen begint met kern Start, daarna volgen kern 1 t/m 11 en tot slot de kern Afsluiting. kern Start Jij en ik (twee weken) kern 1 Beestenboel (twee weken) kern 2 Dag en nacht(twee weken) kern 3 Hoe voel jij je? (twee weken) kern 4 Waar woon jij? (twee weken) kern 5 Mag dat wel? (twee weken) kern 6 Verhalen in je buik (twee weken) kern 7 Spannend! (drie weken) kern 8 Wat kan jij? (drie weken) kern 9 Hoe kan dat? (drie weken) kern 10 Kijk eens om je heen (drie weken) kern 11 Wat bewaar jij? (drie weken) kern Afsluiting Een wereld vol boeken Het totale programma beslaat 34 schoolweken, exclusief kern Afsluiting. Hierdoor is er voldoende tijd om de methode volledig af te ronden, of het nu een kort of langer schooljaar betreft. Elke kern sluit af met twee facultatieve herhalings- en toetsdagen. Per week wordt er 480 minuten aan Veilig leren lezen ofwel 95 minuten per dag besteed. De tijd per dag is onderverdeeld in: Basisles 50 minuten Basiskwartier 15 minuten Integratieles 30 minuten extra stertijd 15 minuten (facultatief) Methode: Taal in Beeld (groep 4 t/m 8) De methode Taal in Beeld sluit aan op de lesmethode Veilig Leren Lezen uit groep 3. In 20152016 wordt de nieuwste versie van Taal in beeld ingevoerd in groep 7 en 8. Daarmee is de implementatie van de nieuwe taalmethode een feit. De gehele school werkt dan weer met een van de nieuwste, actuele taalmethodes. De lessen die in Taal in beeld aan bod komen zijn per jaargroep in tien thema’s uitgewerkt: 1. omgeving; 2. natuur; 3. reizen; 4. gevoel; 5. verhalen; 6. samen leven; 7. cultuur en 8. andere tijden. Deze onderwerpen komen voor alle jaargroepen op hetzelfde moment aan bod. In al deze thema’s worden telkens de volgende taaldomeinen aangeboden: spreken/luisteren, woordenschat, schrijven (stellen) en taalbeschouwing. Iedere les is opgebouwd uit 6 fasen: 'Wat ga je doen?'. Het eerste lesonderdeel legt uit wat het doel van de les is. Kinderen maken verkennende opdrachten in hun werkboek (groep 4) of schrift (groep 5 t/m 8). Ze verdiepen zich in realistische (probleem)situaties op het gebied van taal. De uitleg met een inhoudelijke instructie. Leerlingen maken verwerkende opdrachten in hun werkboek en schrift. Een evaluerende oefening waarin leerlingen terugkijken: hebben ze het lesdoel bereikt? Een extra opdracht voor snelle leerlingen. Schoolgids 2015-2016
15
Ieder thema duurt ongeveer 4 weken, waarbij de eerste 3 weken bestaan uit basislessen. In week 4 vindt er een toets plaats, waarna herhaling ofwel extra stof wordt aangeboden. Methode: Spelling in Beeld (groep 4 t/m 8) Ook deze methode sluit aan op de methode Veilig Leren Lezen uit groep 3. Ook voor wat betreft Spelling in Beeld wordt in 2015-2016 de nieuwste versie ingevoerd in groep 7 en 8. Daarmee is in de gehele school de spellingmethode vernieuwd. De leerstof in Spelling in beeld is gebaseerd op drie strategieën: 1. Klankstrategie, schrijven zoals je het woord hoort. 2. Regelstrategie, het toepassen van de spellingregels 3. Weetstrategie, het inprenten van woorden Daarnaast worden, als extra hulp, de 'Opzoekstrategie' en de 'Analogiestrategie' ingezet. Vanaf groep 6 wordt werkwoordspelling toegevoegd. Evenals bij Taal in Beeld worden er in de eerste 3 weken nieuwe (spelling)categorieën aangeleerd, waarna in week 4 een toets volgt.
Internationalisering – Duitstalig onderwijs Koningsbosch is vlak aan de Duitse grens gelegen. Veel van onze leerlingen wonen in Duitsland en het merendeel heeft er vrijwel dagelijks mee te maken in allerlei praktische situaties zoals boodschappen doen, tanken, enz. Derhalve willen we Duits als vreemde taal gaan onderwijzen op Keuningshofke. Wij willen hiermee bereiken dat de kinderen zich op een goede wijze verstaanbaar kunnen maken in de Duitse taal. Hierdoor leggen we voor onze leerlingen een goede basis om in de toekomst, zonder taalbarrière, in deze regio te kunnen werken of zelfs te studeren. De verwachting is dat veel van onze kinderen in het Voortgezet Onderwijs Duits als tweede vreemde taal kiezen. In het kader van internationalisering is er een plan uitgewerkt om te starten met Duitstalig onderwijs. Het afgelopen schooljaar hebben 2 leerkrachten een nascholing gevolgd bij de Talenacademie Nederland om voldoende kennis en vaardigheden op te doen, zowel taaltechnisch als didactisch, om in alle groepen lessen Duits te kunnen geven. Als startschot voor het aanbod Duits op ’t Keuningshöfke, hebben de groepen 7 en 8 afgelopen jaar een excursie gehad naar Keulen, samen met onze Duitse partnerschool het Ritzefeld-Gymnasium te Stolberg. In de toekomst zullen we op meerdere momenten de samenwerking zoeken met onze partnerschool. Vanaf 2015-2016 wordt er een start gemaakt met het geven van Duits in groep 8. Het materiaal dat we hiervoor willen gebruiken is deels afkomstig van de Euregioschool, waarin meerdere scholen in het grensgebied zich hebben verenigd en onderling materialen uitwisselen. Daarnaast willen we ook gebruik maken van der Sendung mit der Maus, Duitse leesboekjes en Dass Lernkoffer. Op termijn willen we ook een uitwisselingstraject met Duitse leeftijdsgenoten realiseren.
Schrijven In groep 2 wordt een begin gemaakt met het voorbereidend schrijven volgens de methode „Schrijfkriebels.” Via bewegingsoefeningen en schrijfpatronen worden de kinderen vertrouwd gemaakt met het schrijfonderwijs. Het voorbereidend schrijfonderwijs wordt vanaf groep 3 voortgezet met de methode “Schrijftaal.” In de 2e helft van groep 4 ontvangen de leerlingen een pen van school.
Rekenen en wiskunde Methode: Wereld in Getallen Ook in deze methode wordt gewerkt middels het Activerende Directe Instructiemodel (ADI). Alle lessen zijn op eenzelfde wijze opgebouwd. De les start standaard met een automatiseringsoefening, waarna bij de instructie telkens één lesdoel centraal staat. Daarna oefenen de kinderen soortgelijke sommen zelfstandig in. Hierbij wordt onderscheid gemaakt
Schoolgids 2015-2016
16
tussen de snellere leerlingen (welke nog extra uitdaging krijgen uit een pluswerkboek) en leerlingen die middels extra begeleiding van de leerkracht werken in een bijwerkboek. De methode kent daarnaast een weektaak op 3 niveaus. In deze opgaven komt alleen reeds behandelde leerstof aan bod. Zo leren de kinderen om zelf problemen op te lossen en hun werk te plannen.
Wereldoriëntatie In de groepen 1 tot en met 4 worden deze vakken onder de noemer van wereldoriëntatie als één geheel veelal in de vorm van een project aangeboden waarbij naast elementen van aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkunde ook de andere leer- en vormingsgebieden aan de orde komen. In de groepen 3 en 4 wordt hierbij gebruik gemaakt van een thematische methode. Vanaf groep vijf worden deze vakken apart gegeven aan de hand van diverse methodes.
Aardrijkskunde Methode: „Meander” Meander is uit 10 hoofdthema’s opgebouwd. In groep 3 en 4 worden de kinderen op de hoofdthema’s voorbereid. De 5 hoofdthema’s uit groep 5 worden herhaald en verdiept in groep 7. Datzelfde gebeurt met de andere 5 hoofdthema’s in groep 6 en 8. Topografie Elke 3e les in Meander is een topografieles. De topografie sluit aan op het thema. In groep 5 en 6 vormt Nederland het belangrijkste onderwerp. In groep 7 trekken ze Europa in. In groep 8 reizen ze de wereld rond.
Geschiedenis Methode „Brandaan” Brandaan is een lesmethode geschiedenis voor groep 3 t/m 8 in het basisonderwijs. Brandaan legt een duidelijk verband tussen verleden en heden, zodat geschiedenis voor kinderen betekenis krijgt. Maar Brandaan is ook bijzonder vanwege de spannende verhalen, de begrijpelijke teksten, de schitterende beeldondersteuning, het lesprogramma van maar 25 weken en de consequente stapsgewijze opbouw. Brandaan is een methode op zichzelf en is sterk verwant aan de Malmberg-methodes Naut (natuur en techniek) en Meander (aardrijkskunde). Brandaan is uit 10 hoofdthema’s opgebouwd. In groep 3 en 4 worden de kinderen op de hoofdthema’s voorbereid. De 5 hoofdthema’s uit groep 5 worden herhaald en verdiept in groep 7. Datzelfde gebeurt met de andere 5 hoofdthema’s in groep 6 en 8. Elke les heeft 4 stappen in het lesboek en 4 stappen in het werkboek. Elke stap staat steeds op 1 pagina. Dit is heel herkenbaar voor de kinderen. Elk hoofdstuk sluit af met ‘dit weet ik nu’, zodat de leerling weet of hij alles begrepen heeft.
Natuur (omvat ook biologie en bevordering van gezond gedrag) Methode: “Naut” De methode is opgebouwd uit de volgende 10 hoofdthema’s: 1. De wereld om je heen; 2. Planten en dieren; 3. Voeding en je lichaam; 4. Techniek om je heen; 5. Weer en klimaat; 6. Natuurlijke verschijnselen; 7. Materialen uit de natuur; 8. Techniek om ons heen; 9. Voortplanting; 10. Aarde in het heelal De eerste 5 hoofdthema’s komen aan bod in groep 5 en groep 7. De overige hoofdthema’s worden behandeld in groep 6 en 8.Er wordt gewerkt met een combinatie van een lesboek en een werkboek. In het lesboek wordt gebruik gemaakt van veel beeldmateriaal en spannende verhalen. De lessen zijn geschreven vanuit een vaste volgorde van beleven (context), nadenken (oriëntatie), oplossing bedenken (verwerven) en toepassen (verwerken). Elk hoofdstuk sluit af met ‘dit weet ik nu,’ zodat de leerling weet of hij alles begrepen heeft. Naast het lesboek en werkboek, wordt er ook gewerkt met bakkaarten. Deze zijn vooral bedoeld om leerlingen een onderzoekende en ondernemende houding aan te leren, om
Schoolgids 2015-2016
17
probleemoplossingsvaardigheden aan te leren en om hun eigen talenten te ontdekken en ontwikkelen. In groep 8 worden eveneens jeugd-EHBO lessen gegeven en afgerond met een diploma.
Engels Wij willen de kinderen graag in contact brengen met de Engelse taal, omdat deze in de Nederlandse samenleving een belangrijke rol speelt. We willen bereiken dat de kinderen een positieve houding ontwikkelen voor een vreemde taal, zodat ze gemotiveerd met Engels verder gaan in het voortgezet onderwijs. In groep 7 en 8 wordt gewerkt met de methode “Take it Easy”. Deze methode richt zich op het kennismaken met de Engelse taal en het leren van enkele woorden en begrippen. Er wordt ongeveer 1/2 uur Engels in de week gegeven worden. De Engelse lessen van “Take it easy” voor het basisonderwijs hebben een vaste structuur. De leerlingen maken kennis met een thema via een filmpje of lied. “Take it easy” biedt luister- en spreekopdrachten aan in de vorm van een dialoog, cartoon, spel of ‘total physical response’ activiteit.
Verkeer Methode: „Wijzer door het verkeer” In 2013-2014 is schoolbreed de nieuwste versie van “Wijzer door het verkeer” ingevoerd. In het leer- en vormingsgebied verkeer gaat het om inzicht in verkeerssituaties en het kennen en kunnen toepassen van verkeersregels en verkeersborden. De methode is niet enkel theoretisch van aard; ook de speelplaats en de schoolomgeving worden in het lesprogramma opgenomen. Het verkeersonderwijs wordt in groep 8 afgesloten met het landelijk theoretisch verkeersexamen. Daarnaast wordt deelgenomen aan het praktisch verkeersexamen dat sinds 2012-2013 door de school zelf binnen de dorpskern Koningsbosch wordt georganiseerd.
Godsdienst en geestelijke stromingen Methode: “Trefwoord” Dit is een oecumenische methode voor godsdienstige en levensbeschouwelijke vorming. De opbouw van het materiaal is gebaseerd op eigentijdse levensthema’s waarin clusters bijbelverhalen een plaats hebben. Er is ook aandacht voor andere godsdiensten. Naast de godsdienstlessen vindt in alle groepen de voorbereiding plaats op de kerkelijke feesten. De leerlingen van groep 4 worden door de godsdienstdocent en de ouders gezamenlijk op de Eerste Heilige Communie voorbereid. De voorbereiding op het Heilig Vormsel, om de twee jaar (groepen 7 en 8) wordt door de diaken verzorgd. De school speelt hierin een ondersteunende rol.
Computeronderwijs Internet op school De kinderen van onze school kunnen gebruik maken van internet. Ook kunnen de kinderen vanaf groep 5 beschikken over een eigen e-mailadres. De school maakt gebruik van een centrale contentfilter, waardoor kinderen ongeschikte websites niet kunnen benaderen. Waarom internet? Kinderen maken gebruik van internet ter verrijking van het onderwijs: om informatie te zoeken, contacten te leggen met leerlingen van andere scholen en deskundigen te kunnen raadplegen. De software die in ontwikkeling is verwijst meer en meer naar internetsites voor aanvullend, actueel of alternatief materiaal. Internetactiviteiten worden hiermee steeds meer onderdeel van methodes en leergangen. De software bij methodes kan in de toekomst door kinderen ook via internet benaderd worden.
Schoolgids 2015-2016
18
Afspraken Samen met de kinderen en de leerkrachten hebben wij een aantal afspraken gemaakt: Gedragsafspraken met de kinderen
Geef nooit persoonlijke informatie door op Internet, zoals namen, adressen en telefoonnummers, zonder toestemming van de leerkracht. Vertel het je leraar meteen als je informatie tegenkomt waardoor je je niet prettig voelt of waarvan je weet dat dat niet hoort. Houd je je aan de afspraken, dan is het niet jouw schuld dat je zulke informatie tegenkomt. Leg nooit verdere contacten met iemand zonder toestemming van je leraar. Verstuur bij e-mail berichten nooit foto’s van jezelf of van anderen zonder toestemming van je leraar. Beantwoord nooit e-mail waarbij je je niet prettig voelt of waar dingen in staan waarvan je weet dat dat niet hoort. Het is niet jouw schuld dat je zulke berichten krijgt. Verstuur ook zelf dergelijke mailtjes niet. Spreek van tevoren met je leraar af wat je op internet wilt gaan doen.
Afspraken met de leerkrachten
Internet wordt gebruikt voor opbouwende educatieve doeleinden. Sites die wij kinderen willen laten gebruiken worden eerst door de leerkracht bekeken. Er worden geen sites bekeken die niet aan onze fatsoensnormen voldoen. Er wordt aan de kinderen uitgelegd waarom zij bepaalde sites wel of niet mogen bekijken. De leerkracht draagt zorg voor een omgeving waarin kinderen open kunnen vertellen wanneer zij op een ongewenste, onbedoelde site komen. Het is meestal immers niet hun schuld. Regels en wetten met betrekking tot copyright worden in acht genomen. Informatie die terug te voeren is op leerlingen mag niet op het openbare deel van het net terechtkomen. Namen in combinatie met foto’s van kinderen worden niet op het net gepubliceerd. In voorkomende gevallen alleen met toestemming van de ouders. Ook voor het publiceren van individuele foto’s wordt eerst toestemming gevraagd.
Voor e-mail geldt ook het briefgeheim, maar op grond van hun pedagogische verantwoordelijkheid mogen de leerkrachten e-mail van leerlingen bekijken.
Sociaal-emotionele ontwikkeling In 2014-2015 is een methode t.b.v. het bevorderen van de sociaal-emotionele ontwikkeling aangeschaft, de Soemo-kaarten. In 2011-2012 zijn reeds ontwikkelingsvolgmodellen aangeschaft voor groep 1/2 (Kijk) en 3 t/m 8 (SCOL).
Actief burgerschap en sociale integratie Wat is actief burgerschap en sociale integratie? Het Ministerie OCW formuleert actief burgerschap als: de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. In de toelichting op de WPO over de verplichting voor scholen om bij te dragen aan de integratie van leerlingen in de Nederlandse samenleving, wordt onder sociale integratie verstaan: een deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. Waarom vinden we actief burgerschap en sociale integratie belangrijk? Alleen al door onze leerlingen staat de school midden in de samenleving. Deze is steeds meer gericht op individualisering. Daarmee neemt de sociale binding (ook sociale cohesie genoemd) Schoolgids 2015-2016
19
af. Plichten en rechten die horen bij burgerschap zijn hierdoor op de achtergrond geraakt. Ook zijn veel ouders en kinderen door een allochtone herkomst niet gewend aan de burgerschapstradities en –gebruiken van onze samenleving. Wij hebben de overtuiging dat meer menselijke solidariteit, goede manieren, sociale controle, kortom burgerschapsgedrag, bijdraagt aan de sociale cohesie. Op school verkeren alle kinderen in grote groepen leeftijdgenoten, die allemaal van elkaar verschillen. De kinderen leren met de verschillen om te gaan en leren tevens met anderen op basis van gelijkwaardigheid samen te werken. Op deze wijze worden ze voorbereid om in de maatschappij goed te kunnen functioneren. Leerlingen nemen zelf ook deel aan het maatschappelijk leven in uiteenlopende situaties: op straat, bij sport, in clubjes, bij familie, onder vrienden. Wij benutten die ervaringen en stimuleren kinderen in hun maatschappelijke participatie. Voor meer informatie ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids.
Expressie Handvaardigheid, tekenen en muziek Methode: “Laat maar zien” In 2013-2014 is de methode “Laat maar zien” aangeschaft t.b.v. het teken- en handvaardigheidonderwijs. In 2015-2016 zal er een nieuwe muziekmethode worden aangeschaft. Tijdens de expressielessen willen we kinderen leren hun gedachten, gevoelens, waarnemingen en ervaringen op een creatieve manier tot uitdrukking te brengen. De ontwikkeling van het beeldend kunnen werken begint al op jonge leeftijd en wij als school hebben de taak deze ontwikkeling te begeleiden en te stimuleren. We leren de kinderen tijdens deze les met verschillend materiaal en verschillende technieken bezig te zijn, waarbij we hen stimuleren op eigen wijze “verbeeldend” en “muzikaal” bezig te zijn en zó hun creativiteit te ontwikkelen. De opdrachten sluiten aan bij de belevingswereld van het kind waardoor de fantasie ruim baan krijgt.
5.11 Gym / bewegingsonderwijs Zijn er ten aanzien van de gymnastieklessen medische beperkingen, maak deze dan tijdig kenbaar aan de groepsleerkracht(en). Methode: “Basislessen”door W. van Gelder en H. Stroes, delen 1 en 2 (1997). Naast een jaarprogramma voor alle groepen, bevat deel 1 uitgewerkte basislessen voor elke leeftijdscategorie en een aantal suggestielessen. Bij de basislessen wordt gedurende een dag voor alle groepen hetzelfde materiaal gebruikt; de lessen worden steeds aangepast aan het niveau. Deel 2 bevat spel- en buitenlessen.
Gymrooster Groep 1/2 Dagelijks in de speelzaal Groep 3 t/m 8 in gymzaal Dinsdag 8.30 – 9.30u Groep 2/3 9.30 – 10.15u Groep 4/5 10.30 – 11.15u Groep 6/7 11.15 – 12.00u Groep 8
Vrijdag 10.30 – 11.15u 11.15 – 12.00u 12.45 – 13.30u 13.30 – 14.15u
Groep 2/3 Groep 4/5 Groep 8 Groep 6/7
Gymschoenen / gymkleding Het is erg praktisch als de kleuters gymschoenen hebben met b.v. elastiek of klittenband, die gemakkelijk aan te trekken zijn. Denkt U aan degelijke gymschoenen met lichtgekleurde zolen; dit is voorgeschreven in de speelzaal en de sporthal. Schoolgids 2015-2016
20
Aangezien de leerlingen van de groepen 1 en 2 dagelijks “gymmen,” blijven deze spullen op school. Wilt u ervoor zorgen dat de kleding van de naam van het kind is voorzien? De kinderen vanaf groep 3 hebben een T-shirt en een sportbroekje, dan wel een balletpakje nodig. Voor de leerlingen van de groepen 3 tot en met 8 gelden voor de gymnastieklessen in de gymnastiekzaal enkele afspraken. het dragen van "lange" oorbellen (oorringen) zijn in verband met het gevaar voor verwondingen niet toegestaan. de ouders zien erop toe, dat de leerlingen hun "gymnastiekspullen" steeds mee naar huis nemen; dit voorkomt verloren raken;
5.12 Huiswerk Vanaf groep 3 krijgen de kinderen huiswerk mee naar huis. Het gaat ons er vooral om dat kinderen gewend raken aan het maken of leren van huiswerk. De hoeveelheid en de momenten worden vastgesteld per groep. Groep 3: Een keer per kern (3-4 weken), pakketje Veilig en Vlot (technisch lezen) Groep 4: Minimaal een keer per week taal/spelling of rekenen Groep 5: Minimaal een keer per week taal/spelling of rekenen Groep 6: Minimaal een keer per week taal/spelling of rekenen Groep 7: Minimaal een keer per week taal/spelling of rekenen Groep 8: Minimaal een keer per week taal/spelling of rekenen Daarnaast krijgen de kinderen regelmatig een andere huiswerkopdracht. Dit zijn dan bijvoorbeeld een boekbespreking, nieuwskring, werkstuk, spreekbeurt en het leren van de toetsen van WO. Waar nodig kan er ook incidenteel extra oefenstof worden meegegeven aan leerlingen. Vanaf groep 5 leren de kinderen ook om te werken met een agenda. Deze wordt vanaf schooljaar 2014-2015 door school aangeschaft en aangeboden aan de leerlingen van groep 5 t/m 8. Kinderen die gewend zijn aan regelmatige huiswerkopdrachten, vinden gemakkelijker hun draai in het voortgezet onderwijs. Soms is hulp van thuis gewenst. Het is fijn als u uw kind bij het maken van het huiswerk begeleidt/ondersteunt.
5.13 Schoolvieringen en overige activiteiten Met regelmaat worden er op school vieringen en tal van activiteiten gehouden. Ouders worden bij sommige vieringen uitgenodigd. U krijgt hierover dan tijdig bericht. Het verkeersexamen. Jaarlijks wordt er een praktisch en theoretisch verkeersexamen afgenomen bij alle leerlingen uit groep 8. Het Jeugd E.H.B.O. - A examen. In groep 8 wordt jaarlijks het jeugd EHBO-examen afgelegd. Schoolverlateractiviteiten: Voor groep 7 en 8 breekt het tijdstip van afscheid nemen aan en de blik richten op de toekomst. Er zijn activiteiten gericht op oriëntatie in de maatschappij: het bezoeken van bedrijven en instellingen en projecten. Ook vindt er een schoolkamp plaats met activiteiten gericht op samenwerking en groepsbinding. Hierbij hebben we hulp van ouders (nodig). Sportdag: Jaarlijks vindt er een sportdag plaats. De essentie van dit festijn is vooral op een plezierige manier met elkaar en tegen elkaar te sporten en te spelen. Uitgangspunt van de hele dag is en blijft, dat meedoen belangrijker is dan winnen, waarbij het sociale aspect niet uit het oog wordt verloren. Deze dag wordt geheel georganiseerd door de leerlingen uit groep 7/8. Verjaardagen van kinderen: Met ingang van het schooljaar 2014-2015 hebben we het trakteren met verjaardagen, om gezondheidsredenen, afgeschaft. We vieren de verjaardag van een kind uiteraard wel!
Schoolgids 2015-2016
21
Verjaardagen van leerkrachten: Door ouders zijn de afgelopen jaren wel eens vragen gesteld over het vieren van verjaardagen door leerkrachten. Wij zitten niet lekker in ons vel, als wij op onze verjaardag worden overladen met cadeautjes. Dat is niet de bedoeling. Natuurlijk vinden wij het leuk als wij een attentie krijgen, maar houd het bescheiden. Een tekening of een zelfgemaakt cadeautje weten wij bijzonder te waarderen. Wij willen dat ook graag stimuleren. Vaak vieren leerkrachten hun verjaardag op een andere dag dan hun daadwerkelijke verjaardag, omdat dat organisatorisch beter uitkomt. Cultuur: Wij nemen jaarlijks deel aan het kunstmenu van Cultureel Samenwerkingsverband Kring Echt. Ook dit jaar zijn er voor alle groepen voorstellingen gepland van verschillende disciplines zoals muziek-dans-theater en cabaret. Kinderboekenweek: Elk jaar doen wij mee met de Kinderboekenweek. Bekroonde boeken worden aangeschaft, zodat alle kinderen hiermee in aanraking komen. In de hal is er een tentoonstelling en diverse activiteiten worden a.d.h.v. het thema georganiseerd. Er is een gezamenlijke kinderboekenweekopening en een afsluiting. Schoolreisje: Groep 1 t/m 6 gaat ieder jaar op schoolreis. De bestemming wordt bepaald door een aantal leden uit de oudervereniging en de werkgroep schoolreis vanuit het team. Ook hier rekenen we graag op uw hulp bij de begeleiding.
5.14 Buitenschoolse opvang (BSO) Buitenschoolse opvang bestaat uit voorschoolse opvang, naschoolse opvang, opvang op vrije school(mid)dagen, dan wel opvang tijdens schoolvakanties of een combinatie hiervan. Op 5 oktober 2006 is de Wet Primair Onderwijs aangepast in die zin dat alle basisscholen, dus niet alleen brede scholen, mogelijkheden tot buitenschoolse opvang moeten bieden, waardoor kinderen van half 8 ’s ochtends tot half 7 ’s avonds een zinvolle en plezierige dagbesteding hebben. Het voorzien in BSO sluit nauw aan bij de reeds door INNOVO ingezette koers van “educatief partnerschap.” Als school zijn we op zoek gegaan naar een aanbod dat past bij de wensen van kinderen, ouders, scholen en INNOVO. Dit alles binnen de financiële middelen die de overheid ter beschikking stelt. Vanwege de beperkte vraag naar opvang blijkt het voor de BSO-instelling met ingang van schooljaar 2015-2016 niet meer rendabel om de opvang op school te organiseren. Wel biedt de BSO-instelling aan om de kinderen die toch gebruik willen maken van de naschoolse opvang, op de Boemerang te Echt op te vangen. De BSO-instelling verzorgt het vervoer van Keuningshofke naar de Boemerang in Echt. Waar kunnen ouders terecht voor aanvullende informatie? De directie en/of de BSO-coördinator van de school, Ankie Loonstra (0475-488117), kan verdere informatie verstrekken. Zij kan ook de weg wijzen naar de BSO-instelling waarmee de school samenwerkt. Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids.
Schoolgids 2015-2016
22
6. De resultaten van ons onderwijs Onze school heeft de afgelopen jaren flinke stappen gezet gericht op borging en verbetering van de beoogde kwaliteit. Dit heeft geleid tot de volgende opbrengsten: o In alle groepen worden digitale schoolborden gebruikt in het onderwijsleerproces. o Een nieuwe methode geschiedenis, aardrijkskunde en natuuronderwijs is voor de groepen 5 t/m 8 geïmplementeerd. o Er is een nieuwe methode voor tekenen / handvaardigheid in gebruik genomen. o In 2014-2015 is een nieuwe methode Engels aangeschaft voor groep 7 en 8. o In 2014-2015 is een eerste start gemaakt aan het geven van Duits onderwijs in groep 7 en 8. o Vanaf 2015-2016 wordt in alle groepen gebruik gemaakt van de nieuwste versie van de taalmethode Taal in beeld en Spelling in beeld. o Er vindt een warme overdracht plaats van leerlingen die vanuit de peuterspeelzaal instromen op ’t Keuningshöfke. o Ook de leerlingen van groep 1 en 2 ontvangen twee keer per jaar een rapport. o De teamnascholing rondom begaafdheid is in 2014-2015 afgerond. o Schoolbreed is nascholing gevolgd voor de aanpak van leerlingen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) o In 2015-2016 vindt er teamnascholing rondom ernstige rekenproblemen en dyscalculie plaats. o Schoolzelfevaluatie: de groep- en trendanalyses worden twee keer per jaar gemaakt en besproken met het team. Indien nodig worden maatregelen genomen. In 2015-2016 zal hier ook een teamnascholing over plaatsvinden. o Er is in 2013-2014 een tevredenheidsonderzoek afgenomen onder leerlingen, ouders en team. Naast enkele aandachtspunten, mogen we concluderen dat men positief is over de school en de ontwikkelingen die er de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden.
6.1 Cito-resultaten Op de jaarlijks afgenomen CITO-tussentoetsen behorende bij ons leerlingvolgsysteem, wordt op het overgrote deel van de toetsen boven het landelijk gemiddelde gepresteerd. T.a.v. rekenen heeft er in 2011-2012 een nascholingstraject plaatsgevonden. Voor woordenschat heeft er in schooljaar 2011-2012 en 2012-2013 een verbetertraject plaatsgevonden. Dit werpt duidelijk zijn vruchten af. Over de afgelopen schooljaren is zichtbaar dat er op steeds minder toetsen een onvoldoende score wordt behaald. In groep 8 maken de leerlingen de bekende Cito-Eindtoets. Deze toets meet de prestaties van ieder kind in taal, rekenen/wiskunde, studievaardigheden en wereldoriëntatie. Het landelijk gemiddelde van de schoolscores ligt rond 535,3 Om te zien of onze school het goed doet vergelijken we onze Cito-scores met die van andere scholen met een soortgelijke populatie leerlingen. In 2015 werd een score van 544,1 behaald bij afname van de Eindtoets. Dit ligt ver boven het landelijk gemiddelde, net als in voorgaande schooljaren.
Schoolgids 2015-2016
23
546 544,1
544 542
541,0
540,6
Behaalde score
540 538
537,4
536 534 2012
2013
2014
2015
Jaar
Aantal lln.
Standaardscore (Behaalde score)
Land. Gemiddelde (correctie LG)
2012
17 (16 lln meegeteld) 17 (16 lln meegeteld) 17 (16 lln meegeteld) 15 (13 lln meegeteld)
Schoolgroep 537,4 Schoolgroep 541 Schoolgroep 540,6 Schoolgroep 544,1
Norm schoolgroep 536,8 Norm schoolgroep 536,6 Norm schoolgroep 536,6 Norm schoolgroep 536,8
2013 2014 2015
Sinds 2012 hanteert de onderwijsinspectie een andere beoordelingsnorm dan voorheen. Inspectie stelt namelijk dat bij een bepaald percentage gewichtleerlingen een hogere, dan wel lagere Eindtoetsscore zou moeten kunnen worden behaald. Dit leerlinggewicht is afhankelijk van de vooropleiding die ouders hebben genoten. Hoe hoger het opleidingsniveau van ouders, hoe lager het leerlingengewicht van het kind. Keuningshöfke kent een relatief laag percentage laagopgeleide ouders, waardoor er een hoger resultaat (dan landelijk gemiddeld) moet worden behaald op de Eindtoets.
6.2 Adviezen voortgezet onderwijs In het voortgezet onderwijs zijn de afgelopen jaren diverse ontwikkelingen in gang gezet. Eén daarvan betreft de samenvoeging van het lager beroepsonderwijs (lbo) en het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo) tot voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Bij een aantal leerlingen kan het advies niet beperkt worden tot één schooltype; er wordt dan een “dubbel” advies verstrekt, bijvoorbeeld vmbo/ havo of havo/ vwo. Uitgangspunt hierbij is dat de betreffende leerling zonder meer in staat wordt geacht goed te kunnen functioneren op het laagst geadviseerde niveau; een hogere vorm van onderwijs behoort wellicht tot de mogelijkheden. In de brugperiode zal hieromtrent duidelijkheid ontstaan. De meeste kinderen van ’t Keuningshöfke stromen uit naar Trevianum, dan wel Connect College Echt. Incidenteel stromen er leerlingen uit naar het voortgezet onderwijs in België. Bij het Trevianum kunnen alle kinderen terecht voor havo, atheneum en gymnasium CCE Echt is een gemeenschap van scholen voor gymnasium, atheneum, havo, VMBO (incl. LWOO). Schoolgids 2015-2016
24
Per 1-8-2015 verlieten 15 leerlingen van groep 8 onze basisschool naar… VMBO (Basis/Kader) VMBO (GL) VMBO (TL/Havo) Havo/VWO VWO Gymnasium
1 2 3 5 2 2
6,6 % 13,3 % 20 % 33,3 % 13,3 % 13,3 %
Het schooladvies is uitvoerig met de ouders en de betreffende leerlingen besproken; vervolgens zijn alle leerlingen conform advies aangemeld op een school voor voortgezet onderwijs.
7. De zorg voor onze kinderen De procedure in schema Leerkracht maakt groepsoverzichten + groepsplannen (en incidenteel handelingsplannen) volgens de 1-zorgroute (2 keer per jaar) Naar aanleiding hiervan: Groepsbespreking tussen leerkracht en IB voor alle groepen (2 keer per jaar mondeling, 2 keer schriftelijk) Zorg in de klas Evaluatie van de aangeboden zorg en evt. bijstelling van (hulp)plannen Aanmelding bij ondersteuningsteam Vervolg zorg in de klas met eventueel externe hulpverlening Evaluatie van de aangeboden zorg en evt. bijstelling van (hulp)plannen Aanmelding ondersteuningsteam voor nader onderzoek OPP en/of Aanmelding bij Bovenschools ToetsingsOrgaan (BTO)
7.1 Interne leerlingenzorg 7.1.1. Het werken binnen de groep middels de 1- zorgroute We gaan uit van de mogelijkheden van het kind (passend onderwijs). Wij stemmen af op zijn/haar kennisniveau en sociaal-emotionele ontwikkeling in een uitdagend leerklimaat waarbij de kinderen betrokken zijn, zich verantwoordelijk voelen, relaties durven aan te gaan, succeservaringen opdoen en zich gewaardeerd voelen. Dit streven wij na middels de 1zorgroute. Dit houdt in dat: 1. alle kinderen zorg nodig hebben. Leerlingen verschillen in de mate waarin en de manier waarop ze zorg nodig hebben. Ter bevordering van de sociale cohesie in de groep en om het klassenmanagement uitvoerbaar te houden worden bij de 1-zorgroute de individuele onderwijsbehoeften zoveel mogelijk geclusterd en verwerkt in een groepsaanbod. De 1zorgroute werkt zo min mogelijk vanuit individuele handelingsplannen, maar vanuit groepsplannen.
Schoolgids 2015-2016
25
2. In de tweede plaats gaat het bij de 1-zorgroute om het werken, praten en denken vanuit onderwijsbehoeften van het kind. Onderwijsbehoeften formuleer je door aan te geven wat een kind nodig heeft om de volgende stap in zijn ontwikkeling te kunnen zetten. 3. De 1-zorgroute kijkt niet alleen naar wat een kind niet kan (belemmerende factoren), maar vooral ook naar wat een kind wel kan (bevorderende factoren). De bevorderende factoren vormen het uitgangspunt van de aanpak. 4. Er wordt zoveel mogelijk tegemoet gekomen aan wat de kinderen nodig hebben om de onderwijsdoelen te bereiken. 5. Tot slot nemen ouders een belangrijke positie in binnen de 1-zorgroute. Ouders en leerkrachten hebben een gezamenlijk doel: ze willen het beste voor het kind. Ouders zijn samenwerkingspartners en worden betrokken bij de zorg rondom hun kind. Om tot een goed onderwijsaanbod te komen observeert en volgt de leerkracht de ontwikkelingen van ieder kind. Hierbij hanteren we ook vaste signaleringsmomenten m.b.v. de methodegebonden toetsen, de CITO-toetsen en tenslotte de signaleringsinstrumenten behorend bij het protocol leesproblemen en dyslexie. Deze toetsen worden door de groepsleerkrachten afgenomen en geanalyseerd. Aan de hand van deze gegevens wordt er twee keer per jaar een groepsplan geschreven voor de basisvakken taal, lezen en rekenen. Aan de hand van deze gegevens kan mogelijk ook worden besloten om over te gaan tot het werken met een handelingsplan. Signaleringsinstrumenten voor groep 1 en/of 2: CITO LOVS Rekenen voor Kleuters CITO LOVS Taal voor Kleuters Toetspakket Beginnende geletterdheid (Alleen bij leerlingen waarbij we opvallendheden waarnemen) Signaleringsinstrumenten voor groep 3 t/m 8: CITO LOVS Rekenen en Wiskunde CITO LOVS Spelling CITO LOVS DMT en AVI CITO LOVS Woordenschat CITO LOVS Begrijpend lezen CITO LOVS Studievaardigheden (groep 6 t/m 8) Eindtoets Basisonderwijs groep 8 Tijdens de ochtenduren wordt er voornamelijk gewerkt aan de basisvakken taal, lezen en rekenen. Alle leerlingen vinden voor ieder van deze vakgebieden een plek in het groepsplan. Daarnaast komen er voor bovengenoemde vakgebieden eveneens handelingsplannen voor, wanneer de resultaten hierom vragen. Hieraan wordt voornamelijk tijdens de blokuren gewerkt in de middaguren. Vier keer per jaar vindt er een groeps-, dan wel leerlingbespreking plaats tussen de groepsleerkracht en de IB-er, waarbij alle actuele ontwikkelingen van de leerlingen worden besproken. Deze bespreking vindt 2 keer per jaar mondeling en 2 keer per jaar schriftelijk plaats. De groepsplannen (en de incidenteel opgestelde handelingsplannen) vormen hier een wezenlijk onderdeel van.
7.1.2 Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Het schoolondersteuningsprofiel geeft een realistisch beeld van de ondersteuning en begeleiding die de school momenteel in het kader van Passend Onderwijs kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. Het is de bedoeling dat ondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, zonder administratieve rompslomp, op basisscholen toegankelijk moet zijn. Daarom is alle ondersteuning tot aan een verwijzing naar het speciaal (basis) onderwijs te rekenen tot basisondersteuning. De mate waarin de school momenteel die basisondersteuning op eigen kracht of met hulp van externe deskundigen kan bieden, is af te Schoolgids 2015-2016
26
lezen uit het schoolondersteuningsprofiel. Basisondersteuning omvat vier ankerpunten. De school verbindt zijn ontwikkelingslijnen aan de ankerpunten van de basisondersteuning. Niet elke lijn hoeft even strak gespannen te zijn. De trekspanning tussen beiden kan afhankelijk zijn van de windrichting (kenmerken leerlingenpopulatie), de windkracht (pedagogisch en didactisch concept), de stroomsterkte (sociaal-demografische ligging in de wijk of regio) en het getij (krimp of groei). De vier ankerpunten zijn: 1.Kwaliteitsstandaard Bij de bepaling van de kwaliteitsstandaard gebruiken we het basisarrangement en de kwalificatie op de “zorgindicatoren” van het vigerend toezichtkader van de onderwijsinspectie (2012). 2.Planmatig en handelingsgericht werken In aanvulling op de standaarden uit het vigerend toezichtkader zijn er indicatoren voor planmatig en handelingsgericht werken geformuleerd. 3.Specifieke ondersteuning De school heeft een aanbod voor preventieve en licht curatieve basisondersteuning afgestemd op leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 4.Ondersteuningsstructuur Aangegeven wordt met welke deskundigheid de school autonoom basisondersteuning kan bieden of basisondersteuning met behulp van netwerkpartners (andere basisscholen of ketenpartners) tijdig, flexibel en adequaat kan ontsluiten. De belangrijkste functie van het schoolondersteuningsprofiel is dat het inzicht verschaft in de kwaliteit van de basisondersteuning van de school op dit moment. Alle ondersteuningsprofielen samen geven het samenwerkingsverband een overzicht van de mate waarin er wordt voorzien in een dekkend aanbod. Het schoolondersteuningsprofiel is integraal onderdeel van het schoolplan. Het schoolondersteuningsprofiel is voor de school de basis voor communicatie met ouders en anderen. Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel Onderstaand treft u een samenvatting van ons SOP aan. Het volledige document is terug te vinden op onze website www.keuningshofke.nl ’t Keuningshöfke biedt een leeromgeving aan kinderen met verschillende culturele, godsdienstige achtergronden en kinderen die verschillen in aanleg en mogelijkheden. Wij bieden onze leerlingen passende ondersteuning en begeleiding om zich optimaal te kunnen ontwikkelen op zowel het gebied van leerresultaten als ook in hun persoonlijke ontwikkeling. Het aantal leerlingen op ’t Keuningshöfke heeft de afgelopen jaren gemiddeld gezien rond de 135 gelegen, ondanks de krimp in de regio. Van de leerlingen die onze school bezoeken, telt slechts een klein percentage leerlingen een leerlingengewicht. De afgelopen jaren is er op school stevig geïnvesteerd in de aanschaf en invoering van diverse nieuwe, actuele lesmethodes. De inzet van actuele lesmethodes, moderne leermiddelen en het volgen van nascholing door het gehele team, zorgt ervoor dat het onderwijs bij de tijd blijft. Op het gebied van ouderbetrokkenheid hebben we ons de afgelopen jaren sterk ontwikkeld. De naschoolse opvang werd inpandig door een externe kinderopvangorganisatie, stichting SKEM, verzorgd conform de wensen van de ouders en de eisen van de wet kinderopvang. Vanaf 2015-2016 vindt de opvang, vanwege beperkte belangstelling, plaats op locatie in Echt. De BSO-instelling verzorgt het vervoer van ‘t Keuningshofke naar de Boemerang in Echt. ’t Keuningshöfke onderhoudt contacten met peuterspeelzalen, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs om de overgang naar de verschillende schooltypen zo makkelijk mogelijk te maken. Schoolgids 2015-2016
27
De school kent in verhouding nog te veel leerlingen met een SBO-verwijzing. (0.75% per jaar t.o.v. streven van 0,5%) De school heeft daarentegen de afgelopen jaren geen enkele verwijzing naar het SO gehad. School kent geen leerlingen met een LGF-financiering. School kent een groeiend aantal leerlingen met een ontwikkelingsperspectief, waarvoor in het verleden jaarlijks meerdere handelingsplannen werden opgesteld. De betreffende leerlingen behalen niet (alle) einddoelen van de leerstof van groep 8. Door te werken met een OPP hoeven we minder leerlingen te verwijzen naar het S(B)O. In 2010-2011 is er een helder beleid geformuleerd t.a.v. de wijze waarop wordt omgegaan met leerlingen waarvan twijfel is over doorstroom of doublure in een groep. Dit beleid is opgenomen in het zorgplan van de school. Er is een concreet stappenplan opgezet hoe er, in overleg met ouders, uiteindelijk een besluit wordt genomen. De daadwerkelijke beslissing ten aanzien van doublure ligt bij de school. Het percentage zittenblijvers en kleuterverlengers zit ver beneden de door Inspectie gehanteerde norm. Zorgbeleid / Onderwijsondersteuningstructuur School heeft de wijze waarop de leerlingenondersteuning plaatsvindt uitgebreid uitgewerkt in het zorgplan, dat jaarlijks wordt geactualiseerd. De zorg wordt gerealiseerd middels planmatig handelen en binnen de 5 niveaus van zorg. Binnen de school heeft eenieder hierin zijn eigen taken en verantwoordelijkheden, welke duidelijk zijn vastgelegd en worden uitgevoerd. Analyse van behaalde resultaten en evaluatie van het onderwijsleerproces Met behulp van het CITO-LVS kan de IB-er verschuivingen en trends in de resultaten signaleren, waarna er actie ondernomen kan worden. Twee keer per jaar wordt er een rapportage gemaakt van de leeropbrengsten op basis van de resultaten op de LOVS-toetsen (in februari en juni). Naast evaluatie van de tussentijdse resultaten vindt ook ieder jaar een evaluatie van de Eindtoets plaats. Naar aanleiding hiervan kunnen (in overleg) vervolgbeslissingen worden genomen ten aanzien van de inhoud en vormgeving van het onderwijsleerproces zoals aanpassing van het lesprogramma, leerstofaanbod of andere acties in een bepaalde jaargroep ter verbetering van de leer- of werkresultaten of bij individuele leerlingen. De onderwijsinspectie is zeer te spreken over de wijze waarop dit op ’t Keuningshöfke gebeurt. Er vindt vooralsnog geen structurele, jaarlijkse evaluatie van het totale onderwijsleerproces plaats. Opbrengsten De kinderen van de groepen 1 t/m 7 maken 2 keer per jaar (januari/februari en mei/juni) toetsen uit het CITO-LOVS op het gebied van technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen en spelling. In groep 8 worden deze toetsen alleen in januari/februari afgenomen. Daarnaast wordt jaarlijks de CITO Eindtoets afgenomen in groep 8. ’t Keuningshöfke heeft de afgelopen 3 jaren telkens voldoende tot (zeer) goed gepresteerd op dit gebied. De gerichte teamnascholing (inclusief coaching) ten aanzien van het werken met het ADI-model gekoppeld aan de implementatie van nieuwe methodes op het gebied van voortgezet technisch lezen en rekenen heeft een duidelijke verbetering van de leerresultaten teweeg gebracht. Daarnaast heeft er ook teamnascholing plaatsgevonden ten aanzien van het verbeteren van ons woordenschatonderwijs en is er een methode aangeschaft op het gebied van studievaardigheden. Door deze verbeteringen binnen ons onderwijsaanbod zien we schoolbreed een duidelijk afname in het aantal Cito-toetsen waarop onvoldoende wordt gepresteerd. Ook in de behaalde Eindresultaten is in de afgelopen jaren sprake van een groei in behaalde resultaten. Op ’t Keuningshöfke is de afgelopen jaren telkens boven het landelijk gemiddelde gepresteerd. In 2012-2013 en 2014-2015 zelfs boven de bovengrens die Inspectie verwachtte bij onze leerlingenpopulatie. Streven is om jaarlijks minimaal een score te halen die past bij onze leerlingenpopulatie / schoolgroep. Waar mogelijk willen we hier echter boven presteren. Planmatig werken De afgelopen jaren is er sterk ingezet op het realiseren van het onderwijsaanbod op 3 niveaus in combinatie met het lesgeven conform het ADI-model. Hierbij zijn verschillende nieuwe methodes geïmplementeerd. Voor de basisvakken, technisch lezen, begrijpend lezen, Schoolgids 2015-2016
28
rekenen en spelling is het onderwijsaanbod uitgewerkt in groepsplannen. Deze groepsplannen worden 2 keer per jaar geëvalueerd, met daarnaast nog eens 2 tussenevaluaties. Ons inziens is de leerlingondersteuning op zorgniveau 1 en 2 helder uitgewerkt ten aanzien van de gerealiseerde leertijd. Daarnaast wordt hierdoor een goed onderwijsaanbod gerealiseerd voor kinderen met minder mogelijkheden. In 2013-2014 en 2014-2015 is ingezet op kinderen die meer- dan wel hoogbegaafd zijn. Daarnaast hebben wij onze aandacht in 2013-2014 gericht op leerlingen met een stoornis binnen het Autistisch Spectrum (ASS). Tot slot hebben we ons onderwijsaanbod verder afgestemd op het jonge kind binnen de school. Ons streven is om de komende jaren ook een beredeneerd en effectief ondersteuningsaanbod voor leerlingen met andere, specifieke onderwijsbehoeften vast te leggen. In 2015-2016 zal er een teamnascholing plaatsvinden rondom het signaleren en begeleiden van leerlingen met (ernstig) rekenproblemen en dyscalculie. School ziet nog mogelijkheden om in 2015-2016 te komen tot school- en groepsdoelen t.a.v. de CITOopbrengsten. Daarnaast willen we eind 2015-2016 ook de referentieniveaus in de groepsplannen geïntegreerd hebben. Dit alles leidt ertoe dat het formuleren van een uitstroomperspectief voor alle leerlingen uiterlijk medio groep 7 mogelijk wordt gemaakt. Op ’t Keuningshöfke is tot dusver geen apart groepsplan t.a.v. de sociaalpedagogische aanpak opgesteld en uitgevoerd. Dit is echter wel een van de eisen vanuit de ijkpunten en de Onderwijsinspectie. School ziet dit als een actiepunt voor het schooljaar 2015-2016. Preventie en lichte curatieve interventies School heeft in 2014-2015 het gehele veiligheidsbeleid en een methode t.a.v. de bevordering van de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze leerlingen aangeschaft. Dit biedt voor schooljaar 2015-2016 ook gerichte mogelijkheden om tot een functioneel en opbrengstgericht groepsplan sociaal-pedagogische aanpak te komen. Door het gehele team is in het verleden de nascholing dyslexie gevolgd. We volgen schoolbreed het protocol leesproblemen & dyslexie, voor wat betreft de vroegtijdige signalering en aanpak hiervan. Deze is verwerkt in onze zorgstructuur. Ten aanzien van dyscalculie wordt er in 2015-2016 een teambrede nascholing gevolgd. In 2016-2017 willen we een rekenspecialist aanstellen op school en komen tot een standaard binnen ons dagelijks handelen om vroegtijdig rekenproblemen te signaleren en aan te pakken. Ondersteuningsaanbod voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften In het SOP beschrijven we de wijze waarop we een beredeneerd en effectief ondersteuningsaanbod bieden voor leerlingen met bepaalde specifieke onderwijsbehoeften ten gevolge van: Sociaaleconomische en/of sociaal culturele achterstand Lagere intellectuele vermogens(IQ<90) Hoge intellectuele vermogens Gedragsstoornissen: ASS, aandachtstoornissen met of zonder hyperactiviteit, angsten stemmingsstoornissen, anti-sociaal en oppositioneel gedrag. Leerstoornissen, waaronder dyslexie en dyscalculie Fysieke beperkingen: motorisch, doven/slechthorenden, slechtzienden Ieder arrangement bestaat uit meerdere onderdelen: deskundigheid die de school zelf of binnen handbereik heeft tijd en aandacht die de school aan betreffende leerling(en) biedt specifieke materialen of voorzieningen waarover de school beschikt mogelijkheden van het schoolgebouw samenwerkingsafspraken met relevante organisaties De door het team van ’t Keuningshofke opgestelde arrangementen zijn terug te vinden in ons SOP. School is voornemens om deze ondersteuningsarrangementen verder te concretiseren en te vertalen in helder geformuleerde aanpakken / werkwijzen t.a.v. de diverse onderwijsbehoeften die leerlingen ons op bovenstaande vlakken hebben. Dit is een traject waar we meerdere jaren voor willen uittrekken. Schoolgids 2015-2016
29
Professionalisering De groepsleerkracht is ten alle tijden de eerst verantwoordelijke en het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en hun ouders. Hij volgt de ontwikkeling van ieder kind op alle leer- en ontwikkelingsgebieden, bepaalt de aard van extra zorg indien noodzakelijk en houdt de vorderingen bij in het leerlingvolgsysteem en conform de afspraken binnen de op school gehanteerde zorgstructuur. De RT wordt in principe in de klas uitgevoerd door de groepsleerkracht, eventueel m.b.v. klassenassistentes/stagiaires. Wel mag de school al verscheidene jaren gebruik maken van de diensten van een oudleerkracht welke RTwerkzaamheden uitvoert met individuele, dan wel kleine groepjes kinderen. Daarnaast hebben verschillende teamleden zich gespecialiseerd t.a.v. bepaalde leer- en ontwikkelingsgebieden. Zo kent de school: een leesspecialist (Marian Verberkt) een specialist Jonge kind (Mariet v.d. Goor) en een drietal gedragsspecialisten (Marcel Canisius, Mario Martens en Truike Boosten). Een intern begeleider, welke tevens aandachtsfunctionaris is t.a.v. signalering Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Daarnaast is zij ook aanspreekpunt m.b.t. meerbegaafdheid. De specialisten zullen waar mogelijk, vanaf 2015-2016 binnen de school het aanspreekpunt op de diverse leer- en ontwikkelingsgebieden zijn, waarbij de eindverantwoordelijkheid voor het zorgtraject altijd bij de IB-er blijft. We willen hierbij toewerken naar een “intern” zorgteam. In 2015-2016 wil de school zich verder richten op rekenen / dyscalculie. Streven is om in 2016-2017 een rekenspecialist aan te stellen op onze school, dan wel te komen tot een samenwerking met onze partner in de Gemeenschap van Scholen (GvS), de Draaiende Wieken te Posterholt, hiervoor. Grenzen aan de ondersteuningsmogelijkheden van de school. Op school staan we open voor de instroom van nieuwe leerlingen met extra zorg- en onderwijsbehoeften. Ondanks deze positieve insteek, realiseren wij ons terdege dat we niet aan de volledige diversiteit van hulpvragen en mogelijke onderwijsbehoeften tegemoet kunnen komen. We willen derhalve iedere aanmelding zorgvuldig afwegen en op basis van onderstaande richtlijnen komen tot een onderbouwd besluit waarom we een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte al dan niet kunnen plaatsen. Kern van deze afweging vormt de vraag of de combinatie van deze specifieke onderwijsbehoefte(n) en de extra ondersteuning die noodzakelijk is, past binnen de mogelijkheden van onze school. Het gaat daarbij om de balans tussen de hulpvraag van het kind, de impact hiervan op de overige leerlingen en de (on)mogelijkheden van onze school, zowel voor wat betreft deskundigheid binnen het team als ook het fysieke aspect van bijv. het schoolgebouw. Daarnaast willen we ook de mogelijkheden m.b.t. de beschikbaarheid en afstemming met externe zorg- en hulpverleningsinstanties hierin meenemen. Er kunnen zich situaties voordoen, waarin de grenzen aan de zorg voor kinderen op ’t Keuningshöfke worden bereikt: Zorgcapaciteit De school is mogelijk niet in staat een kind met een specifieke onderwijsbehoefte op te nemen vanwege de zwaarte, de vorm van zorg en het aantal zorgleerlingen dat al in een bepaalde groep voorkomt. Kennis en vaardigheden rondom de aanpak en begeleiding van specifieke onderwijsbehoeften binnen het schoolteam Kinderen die bij ons op school instromen willen wij in principe gedurende hun gehele basisschoolloopbaan gedegen onderwijs kunnen bieden. Er bestaan echter nogal wat verschillen in mogelijke onderwijsbehoeften en hulpvragen welke ons als schoolteam gesteld kunnen worden. Het is onmogelijk om aan de totale diversiteit hierin tegemoet te komen. Indien het onderwijs aan het kind met een specifieke onderwijsbehoefte een zodanig beslag Schoolgids 2015-2016
30
legt op de tijd en de aandacht van de leerkracht dat daardoor de tijd en aandacht voor de overige kinderen in de groep in het gedrang komt. Verstoring van rust en veiligheid Indien sprake is van een onderwijsbehoefte waarbij zich (ernstige) gedragsproblemen voordoen die leiden tot ernstige verstoringen van de rust en de veiligheid in de groep en school, kunnen wij hier niet aan tegemoet komen. Zindelijk We verwachten dat de kinderen die onze school bezoeken zindelijk zijn, zonder luier naar school komen en zonder hulp van anderen zelfstandig naar het toilet kunnen gaan. Verzorging/behandeling – onderwijs Indien een kind een handicap heeft, waarvoor een dusdanige verzorging / behandeling is vereist dat er medische handelingen worden verwacht van medewerkers binnen de school, dan is dit voor ons een duidelijke grens. Bepaalde fysieke beperkingen van kinderen, waarvoor wij op dit moment (nog) onvoldoende toegerust zijn voor wat betreft kennis, vaardigheden en fysieke gesteldheid en/of de schoolomgeving. Wij vinden, dat alle kinderen die wij op school welkom heten, recht hebben op goede begeleiding. Dit kunnen wij helaas voor een beperkte groep kinderen onvoldoende bieden. Wij denken hierbij op dit moment aan: Zeer zware slechtziendheid, blinde kinderen Zeer zware slechthorendheid/doofheid Rolstoelgebruikers (i.v.m. het ontbreken van een invalidentoilet) Samenvatting van conclusies en ambities, prioritering en planning. In het SOP treft u een overzicht aan van de conclusies en onze ambities aan. We hebben getracht een planning uit te werken tot 2017-2018, waarin we de brede basisondersteuning willen realiseren zoals deze is afgesproken binnen ons samenwerkingsverband. Gaandeweg de jaren zullen t.a.v. dit SOP mogelijk wijzigingen c.q. aanpassingen noodzakelijk zijn.
7.1.3 Opbrengstgericht werken Met behulp van het CITO-LVS kan de IB-er verschuivingen en trends in de leerresultaten signaleren, waarna er actie ondernomen kan worden. Twee keer per jaar wordt er een rapportage gemaakt van de leeropbrengsten op basis van de resultaten op de LOVS-toetsen en de Eindtoets. Naar aanleiding hiervan kunnen vervolgbeslissingen worden genomen ten aanzien van de inhoud en vormgeving van het onderwijsleerproces zoals aanpassing van het programma of actie in een bepaalde groep in samenspraak met de leerkracht.
7.1.4 Handelingsplannen Slechts in zeer incidentele en uitzonderlijke situaties wordt er overgegaan tot het opstellen van een handelingsplan. In eerste instantie wordt de extra zorg aan leerlingen uitgewerkt in het reguliere groepsplan. Wanneer er desondanks onvoldoende vooruitgang wordt geboekt, dan wel grote zorgen blijven m.b.t de voortgang in de ontwikkeling van individuele leerlingen, dan wordt deze leerling (met toestemming van ouders) besproken met het ondersteuningsteam vanuit het samenwerkingsverband. Hiervoor moet school eveneens formulieren invullen. Alleen wanneer het opstellen van een handelingsplan aanvullend hierop nog een toegevoegde waarde heeft, of wanneer er voor extern onderzoek (op termijn) HGA’s vereist zijn, wordt door school een HGA opgesteld. Een handelingsplan wordt altijd voorafgaand aan de extra hulp aan ouders voorgelegd ter overleg en ondertekening.
7.1.5 Procedure OntwikkelingsPerspectief (OPP) Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs ingegaan. In dat kader kan het ook zo zijn dat er leerlingen de school bezoeken welke het eindniveau van de basisschool niet gaan halen. Voor deze leerlingen wordt er, in verleg met ouders, een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld. In het OPP werkt een school uit op welke wijze er wordt gewerkt om rekening houdend met de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de betreffende leerlingen, het maximale met de individuele leerling te bereiken. In het OPP is tevens uitgewerkt naar welke Schoolgids 2015-2016
31
vervolgonderwijs de school, samen met de leerling en ouders, toewerkt. Zowel het aangepaste uitstroomniveau, alsook de tussendoelen die gehaald moeten worden om dat uitstroomniveau te realiseren zijn weergegeven. Wanneer er een OPP voor een leerling wordt / is opgesteld, is het ondersteuningsteam vanuit het samenwerkingsverband hier nagenoeg altijd bij betrokken. Aan de hand van het Ontwikkelingsperspectief kan de leerling langs eigen leerlijnen verder werken waardoor de aansluiting met het passend vervolgonderwijs verbeterd wordt. Het werken met een aangepast programma impliceert ook adaptief toetsen. E.e.a. betekent dat de betreffende leerling de reguliere screeningen volgens het toetsrooster wel volgt maar dan op het niveau waarop de leerling presteert. (bv. een leerling van groep 7 wordt voor spelling getoetst op niveau van groep 6) Afwijkingen zijn mogelijk door het kiezen van een toets die past bij zijn/haar ontwikkeling. Dit kan ook betekenen dat de leerling niet deelneemt aan collectieve toetsen als de CITO-eindtoets of ook hier een aangepaste toets wordt aangeboden. Het OPP biedt op deze wijze handvaten waarmee de leerkracht het onderwijs kan afstemmen op de onderwijsbehoeften van de leerling. Wet- en regelgeving In het kader van passend onderwijs is een aantal wijzigingen in de Wet op het primair onderwijs opgenomen die betrekking hebben op het werken met een OPP. Op basis daarvan is het opstellen van OPP verplicht voor alle leerlingen die extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband krijgen. Voor ondersteuning die binnen de basisondersteuning van de school valt, is het opstellen van een OPP niet verplicht. Ook voor leerlingen die het eindniveau van de basisschool niet zullen halen is het opstellen van een OPP niet verplicht. Aangezien we op school goed in kaart willen hebben en houden hoe de ontwikkeling van deze leerlingen verloopt, hebben we op school de keuze gemaakt om voor deze leerlingen wel een OPP op te stellen.
7.1.6 Doubleren / versnellen van de schoolloopbaan Elk schooljaar hebben we te maken met het nemen van beslissingen over het verlengen van een jaargroep of het sneller doorlopen of zelfs overslaan van een jaargroep door enkele leerlingen. Doublure / verlenging: Dit houdt in dat een leerling een jaar extra leertijd krijgt in een jaargroep, dit betreft ook de jaargroepen 1 en 2. Een verlenging houdt niet automatisch in dat de leerstof van de betreffende jaargroep in zijn geheel opnieuw wordt doorlopen door de leerling. Versnelde overgang: Het kan voorkomen dat wij tijdens de schoolloopbaan van een leerling in samenspraak met ouders en kind kiezen voor een versnelde overgang. Een leerling “slaat dan in principe een jaargroep over.” Één of meer van de volgende aspecten kunnen aanleiding zijn om een verlenging te overwegen: Leerproblemen / leerachterstand, problemen t.a.v. de cognitieve ontwikkeling. Problemen t.a.v. de sociaal-emotionele ontwikkeling. Leerstoornissen (bv dyslexie) in combinatie met andere factoren Lange afwezigheid, bv. door ziekte. Problemen in de thuissituatie. Rijping In samenspraak met de ouders, groepsleerkracht en IB-er wordt het kind in al zijn facetten besproken tijdens oudergesprekken en groeps-/leerlingenbespreking. Het totale ontwikkelingsproces van het kind is hierbij belangrijk. De ontwikkeling op sociaal emotioneel gebied. De ontwikkeling op leerstofgebied. De voorgeschiedenis van de leerling. Het te verwachten ontwikkelingsperspectief bij een evt. verlenging. Het te verwachten ontwikkelingsperspectief bij een evt. overgang. Schoolgids 2015-2016
32
Naar aanleiding van al deze gegevens, geeft school een onderbouwd advies af aan ouders t.a.v. overgang/doublure. Het advies van school is hierbij bindend. De inhoud van het adviesgesprek wordt (inclusief de onderbouwing van doublure/versnelde overgang) schriftelijk vastgelegd en opgenomen in het leerlingendossier.
7.2 Externe leerlingenzorg 7.2.1 Passend onderwijs en de ondersteuningsstructuur in het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 31-02 Midden-Limburg Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht geworden. In een nieuw gevormd Samenwerkingsverband (SWV) Passend Onderwijs Midden-Limburg hebben alle schoolbesturen de taak voor alle leerlingen die wonen binnen de regio van dit SWV een zo passend mogelijke plek in het onderwijs te bieden. Passend onderwijs is in principe bedoeld voor alle leerlingen op de basisscholen en scholen voor speciaal (basis)onderwijs, maar zoomt in op leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Belangrijkste doelstellingen van passend onderwijs zijn: - Zo passend mogelijk onderwijs aanbieden en daarbij kijken naar de onderwijsbehoeften van de leerlingen en minder naar de beperkingen. - Leraren beter toerusten: passend onderwijs en afstemmen op ondersteuningsbehoeften van een leerling in de klas staat of valt met de mogelijkheden en competenties van de leerkracht(en). - Minder bureaucratie: het complexe systeem van toekenning van extra ondersteuning verdwijnt. Geen onnodige administratieve last, geen wachtlijsten, geen lange indicatieprocedures. - Het financiële systeem dat bij de nieuwe regeling passend onderwijs hoort moet beheersbaar en transparant zijn. - Geen thuiszitters: alle kinderen verdienen een plek in het onderwijs. - Er moet afstemming zijn tussen onderwijs en jeugdhulp. Gemeenten worden verantwoordelijk voor jeugdhulp. Daarmee moet er afstemming plaatsvinden tussen het ondersteuningsplan van het SWV en het jeugdbeleid van gemeenten. Het SWV Midden-Limburg bestaat uit de schoolbesturen voor regulier en speciaal onderwijs in de gemeenten Roermond, Roerdalen, Echt-Susteren, Maasgouw en Leudal. Het bestuur van het SWV heeft een ondersteuningsplan vastgesteld. In dit plan beschrijft men het ‘wat’ en het ‘hoe’ van het SWV voor de periode 2014-2018. Dit plan is na instemming van de ondersteuningsplanraad, samengesteld uit een afvaardiging van ouders en personeel, en met instemming van de betrokken gemeenten vastgesteld. De schoolbesturen en hun scholen werken samen aan de uitvoering van dit plan. Daarin staan zij niet alleen. Ze werken daarbij samen met bovengenoemde gemeenten en met organisaties als bijv. het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), de Jeugd GezondheidsZorg (JGZ), enz. Voor alle scholen is een ambitieus niveau van de basisondersteuning vastgesteld. In hun schoolondersteuningsprofiel hebben alle scholen het niveau van de basisondersteuning op dit moment beschreven. Om het ambitieuze niveau van basisondersteuning te bereiken krijgen scholen begeleiding van ondersteuningsteams. Aan elke school of cluster van scholen is een ondersteuningsteam gekoppeld, dat de school adviseert, begeleidt en ondersteunt in het versterken van de kwaliteit van onderwijs en de leerlingondersteuning in het bijzonder. Een ondersteuningsteam bestaat tenminste uit een psycholoog of orthopedagoog, een specialist uit het speciaal (basis)onderwijs en een jeugd- en gezinswerker. Gesprekspartner vanuit de school is in elk geval de intern begeleider. Door het inzetten van ondersteuningsteams op alle scholen hopen we de vastgestelde ambities t.a.v. de kwaliteit van basisondersteuning te realiseren. Extra ondersteuning. Voor leerlingen met intensieve en/of specifieke ondersteuningsbehoeften geldt de volgende regeling. Indien de ondersteuningsvraag van een leerling de mogelijkheden van de school waar de leerling wordt aangemeld overstijgt, kan de school samen met ouders en het ondersteuningsteam een deskundigenadvies formuleren. Wanneer het deskundigenadvies een Schoolgids 2015-2016
33
aanvraag voor plaatsing in het speciaal(basis)onderwijs inhoudt, wordt dit deskundigenadvies aan een bovenschools toetsingsorgaan (BTO) aangeboden. Het BTO geeft dan een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af, op basis waarvan de leerling kan worden geplaatst in het SBO of het SO. In principe geeft het BTO altijd een tijdelijke TLV af, behalve voor die leerlingen waarvan door de complexiteit van de problematiek en intensiteit van ondersteuningsbehoeften duidelijk is dat opvang in een specialistische setting voor langere duur noodzakelijk is. Informatie. Voor verdere informatie over het ondersteuningsteam of het BTO kunt u contact opnemen met de intern begeleider van de school. Het bestuursondersteuningsplan van het schoolbestuur staat op de website www.innovo.nl Het ondersteuningsplan van het SWV Passend Onderwijs Midden-Limburg staat op de website van het SWV Midden-Limburg: www.swvpo3102ml.nl Algemene informatie over passend onderwijs kunt u vinden op de site : www.passendonderwijs.nl. Het adres van het SWV Passend Onderwijs Midden-Limburg is: SWV PO 31-02 Midden-Limburg Postbus 3043, 6093 ZG Heythuysen Tel. 0475-550449 E-mail:
[email protected]
7.2.2 Jeugdgezondheidszorg (Onderstaande tekst is in zijn geheel aangeleverd door de GGD) WEGWIJZER JEUGDGEZONDHEIDSZORG 0-18 JAAR Jeugdgezondheidszorg (JGZ) in Nederland bestaat al meer dan 100 jaar, is uniek in de wereld en biedt basiszorg aan alle kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar. Zo ook in de regio Noord- en Midden- Limburg, waar de JGZ door de GGD Limburg-Noord, als onderdeel van de Veiligheidsregio, wordt aangeboden. WAARVOOR KUNT U BIJ ONS TERECHT? In het wettelijk vastgelegd Basispakket JGZ 0-18 staat welke zorg er op welke momenten aan kinderen in Nederland moet worden geboden. De JGZ biedt deze basiszorg en richt zich op het bevorderen van een gezonde groei en ontwikkeling van kinderen vanaf de zwangerschap tot de leeftijd van 18 jaar. Naast het kind staat de opvoeder centraal en wordt rekening gehouden met de omgeving waarin het opgroeit. Extra aandacht gaat uit naar kinderen en gezinnen waar gezond en veilig opgroeien niet vanzelfsprekend is. Jeugdgezondheidszorg voor aanstaande ouders, zuigelingen en kleuters Al tijdens de zwangerschap kan de JGZ ondersteuning bieden. Tot 4 jaar bezoekt uw kind regelmatig het consultatiebureau waar de groei en ontwikkeling wordt gevolgd en waar u terecht kunt met vragen. Ook kunt u uw kind laten vaccineren tegen een aantal kinderziekten. Als vragen op het consultatiebureau onbeantwoord blijven, dan kan de verpleegkundige u ook thuis bezoeken. Jeugdgezondheidszorg voor kinderen in het reguliere en speciale basis- en voortgezet Onderwijs Om de groei en ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen, is de JGZ regelmatig op school om uw kind te onderzoeken/screenen. Daarnaast wordt uw kind in deze periode op bepaalde leeftijden gevaccineerd.
Schoolgids 2015-2016
34
HOE GAAN WE TE WERK? Contactmomenten Tijdens de wettelijke contactmomenten, volgen we samen met u het gezond en veilig opgroeien van uw kind. Spreekuren Ook buiten de contactmomenten kunnen er vragen of problemen zijn op het gebied van gezond en veilig opgroeien. Ouders of jongeren kunnen zelf een gesprek of onderzoek vragen op het spreekuur bij het team JGZ. Ook kunnen ouders van kinderen tot 4 jaar gebruik maken van het inloopspreekuur op het consultatiebureau. Logopedie Om te zorgen dat kinderen zonder spraak/taalproblemen het basisonderwijs instromen, wordt in een vroeg stadium, op het consultatiebureau logopedie ingezet. Op de basisschool wordt uw kind uitsluitend door de logopedist gezien als er (mogelijk) spraak- en/of taalproblemen zijn. MET WIE WERKEN WE SAMEN? Als uw kind of gezin met meerdere problemen kampt, zijn er doorgaans ook meerdere hulpverleners in beeld. Om kinderen beter te kunnen helpen moet er goed met elkaar worden samengewerkt. Daarom zijn er netwerken’, gericht op het uitwisselen van informatie. De JGZ maakt deel uit van die netwerken. Indien er informatie met andere hulpverleners wordt uitgewisseld gebeurt dit met toestemming van ouders. Als uit gesprekken of onderzoeken blijkt dat uw kind hulp of zorg nodig heeft, dan zoeken wij samen met u naar een oplossing. Soms kunnen wij die zorg of hulp zelf bieden, maar het kan ook zijn dat we u voor verder onderzoek, advies of hulp verwijzen naar één van onze partners op het gebied van gezond en veilig opgroeien. WAT DOEN WIJ NOG MEER? Cursussen De JGZ heeft een cursusaanbod op het gebied van gezond en veilig opgroeien. De Gezonde en Veilige School Ook achter de schermen wordt er hard gewerkt aan de gezondheid van uw kind. Door de school te stimuleren de schoolomgeving gezonder en veiliger te maken helpt de GGD mee aan een gezonder leefklimaat voor uw kind. De meeste scholen besteden al aandacht aan gezondheid, welzijn en veiligheid door lessen te geven over thema’s als gezonde voeding, maar ook door te praten over bijvoorbeeld een pestprotocol. De Gezonde en Veilige School-methodiek is dé praktische werkwijze om scholen daarbij te ondersteunen. Gezondheidsbevordering Consulenten gezondheidsbevordering bieden scholen ondersteuning bij programma’s over gezondheid. Deze ondersteuning kan onder andere bestaan uit hulp bij het maken van keuzes voor projecten, teamtrainingen of oudervoorlichtingen. Wet KinderOpvang De GGD Limburg-Noord voert inspecties uit in het kader van de WetKinderOpvang (WKO). Deze inspecties worden uitgevoerd op peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureau’s en gastouders.
Schoolgids 2015-2016
35
Uw privacy, onze zorg De GGD Limburg-Noord verwerkt persoonsgegevens om u van dienst te kunnen zijn. Hierbij wordt de Wet Bescherming Persoonsgegevens in acht genomen. Gegevens worden bewaard in het digitaal dossier JGZ en alleen gebruikt voor JGZ. De toegang tot gegevens is beveiligd en beperkt tot daartoe aangewezen medewerkers die een geheim houdingsplicht hebben. Zonder uw toestemming worden gegevens niet aan derden verstrekt. De GGD Limburg-Noord is een gemeentelijke dienst met een dagelijks bestuur dat eindverantwoordelijk is. De GGD Limburg-Noord heeft de regels vastgelegd in een Privacy Reglement dat bestuurlijk is goedgekeurd.
Digitaal dossier De GGD Limburg-Noord is wettelijk verplicht om van elk kind een digitaal dossier aan te leggen. Onze medewerkers noteren hierin belangrijke zaken over uw kind. U mag altijd vragen vertrouwelijke zaken, niet in het dossier op te nemen. Ook kunt u het dossier inzien. Gaat u verhuizen, dan stuurt de GGD LimburgNoord het dossier, met uw toestemming, door naar de JGZ-instelling van uw nieuwe woonplaats.
Signaleringssysteem De GGD Limburg-Noord, afdeling JGZ is aangesloten op het signaleringssysteem: Verwijsindex Noord- en MiddenLimburg. Een elektronisch systeem, waarin hulpverleners kunnen aangeven als zij zich zorgen maken over een kind of jongere. De verwijsindex zorgt ervoor dat de betrokken hulpverleners eerder met elkaar in contact komen om de hulp beter op elkaar af te stemmen. Het gebruik ervan gebeurt met kennisgeving aan de ouders en/of de jongere.
HOE ZIJN WIJ TE BEREIKEN? Voor uitgebreide informatie, (inhoudelijke) vragen en het maken en/of verzetten van een afspraak kunt u op verschillende manieren contact met ons opnemen. Adresgegevens, hoofdkantoor GGD Limburg-Noord, onderdeel van de Veiligheidsregio Bezoekadres: Drie Decembersingel 50 5921 AC VENLO-BLERICK Postadres: Postbus 1150 5900 BD VENLO Telefoon Voor aanstaande ouders en ouders van kinderen in de leeftijd tot 4 jaar: 088 - 61 08 861. Op maandag t/m vrijdag van 08.3017.00 uur.
Klachtenreglement De medewerkers van de GGD Limburg-Noord proberen iedereen zo goed mogelijk van dienst te zijn. Toch kan het gebeuren dat u vindt dat u niet correct bent behandeld. Neemt u dan contact op met de GGD Limburg-Noord. Wij nemen uw klacht serieus.
Voor ouders en/of kinderen/jongeren in de leeftijd van 4-18 jaar: 088 - 11 91111. Op maandag t/m donderdag van 08.30 - 17.00 uur en op vrijdag van 08.30 - 14.00 uur. Website www.ggdlimburgnoord.nl
7.2.3 VerwijsIndex, Regionale Aanpak Kindermishandeling (RAK), Centrum Jeugd en Gezin (CJG), ZorgAdviesTeam (ZAT) Verwijsindex De Verwijsindex valt binnen de Wet op de Jeugdzorg en is daarom wettelijk bepaald door de overheid. De overheid heeft deze bepaling ingesteld naar aanleiding van voorvallen met kinderen en jongeren waarbij professionals van verschillende organisaties niet van elkaar wisten dat ze in hetzelfde gezin werkzaam waren. De Verwijsindex is onderdeel van het gemeentelijk jeugdbeleid. Schoolgids 2015-2016
36
Uw kind in de Verwijsindex? De Verwijsindex is een systeem waarin leerkrachten, hulpverleners en begeleiders die met kinderen en jongeren werken, registreren wanneer zij zich zorgen maken over een kind of jongere. Hiervoor kunnen verschillende redenen zijn, er kunnen bijvoorbeeld problemen op school zijn of zorgen over de gezondheid of persoonlijke ontwikkeling van het kind. Het kan zijn dat meerdere organisaties tegelijkertijd hun hulp aanbieden. Het is belangrijk dat deze organisaties dit van elkaar weten, want dan kan de geboden hulp op elkaar afgestemd worden. Als er twee of meer registraties door verschillende organisaties zijn gemaakt over uw kind, ontstaat er een zogenaamde match. Alleen algemene gegevens, zoals het Burgerservicenummer, naam, adres en geboortedatum worden in de Verwijsindex opgenomen. De reden van registratie wordt niet vermeld. Als de school uw kind wilt registreren in de Verwijsindex wordt u vooraf geïnformeerd. Samen met u en uw kind wordt dan bekeken welke hulp en ondersteuning voor uw kind het beste is. Wat zijn uw rechten? Over de registratie in de Verwijsindex wordt u vooraf geïnformeerd. De persoonsgegevens kunnen alleen ingezien worden door de school en de betrokken hulpverleners. U kunt vragen welke persoonsgegevens zijn opgenomen en vragen om correctie van de persoonsgegevens. U kunt bezwaar aantekenen tegen opname van de persoonsgegevens van uw kind. Regionale Aanpak Kindermishandeling (RAK) Volgend uit de Wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan zijn wij wettelijk verplicht om te handelen conform de vastgelegde Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze code is te vinden op de website van het bestuur of van de school. Voor meer informatie verwijzen wij u naar: de website van het schoolbestuur en naar de website van de school. Bijbehorende documenten voor het team en voor ouders zijn: Handleiding Meldcode P.O. Meldcode P.O. Scholen vertalen bovenstaande documenten naar hun eigen situatie. Centrum Jeugd en Gezin (CJG) Opvoeden en opgroeien is niet altijd even makkelijk. Soms is informatie of ondersteuning welkom of nodig. Het vinden van die informatie of hulp is soms moeilijk. Er zijn veel organisaties voor jeugdzorg en gezondheidszorg. Om u te helpen bij het vinden van de juiste informatie of ondersteuning is er in iedere gemeente één centraal punt voor alle vragen rondom opvoeden en opgroeien opgericht: het Centrum Jeugd en Gezin. Wie kan bij ons terecht? Het Centrum Jeugd en Gezin is er voor: (aanstaande) ouders en verzorgers van kinderen, jeugd en jongeren in de leeftijd van 0 tot 23 jaar, professionals die met kinderen, jeugdigen en hun ouders werken en vrijwilligers die met kinderen/jeugdigen werken (sport en vrije tijd). Onze partners? Onder de paraplu van het Centrum Jeugd en Gezin vallen verschillende organisaties, zogenaamde ketenpartners. Samen met deze partners zorgt het Centrum Jeugd en Gezin voor de juiste informatie of hulp. Ook worden er activiteiten en cursussen georganiseerd. De partners van het Centrum Jeugd en Gezin zijn onder andere alle onderwijsstichtingen, organisaties in de jeugdgezondheidszorg, alle welzijnsorganisaties, peuterspeelzalen en kinderopvang. Meer informatie?
Schoolgids 2015-2016
37
Voor de regio Parkstad Limburg verwijzen we naar de website: www.cjgparkstadlimburg.nl. Voor de overige regio’s verwijzen wij voor verdere informatie naar de betreffende gemeente. Zorgadviesteam (ZAT) De school neemt deel in het zorgadviesteam, ook wel ZAT genoemd. Het ZAT is een team van professionals die zorgen over de ontwikkeling van een kind met elkaar bespreken met als doel de hulp en ondersteuning te bieden die nodig is. De ondersteuning wordt zo vroeg en zo snel mogelijk geboden. De hulp moet goed aansluiten bij de behoefte van de ouders en wordt afgestemd met andere hulpverleners. De deelnemers aan het ZAT helpen elkaar om te komen tot de best passende aanpak en die ook daadwerkelijk in gang te zetten. Als de school de ontwikkeling van een leerling wil bespreken in het ZAT, worden de ouders vooraf geïnformeerd en wordt met de ouders nagegaan hoe zij denken over de ontwikkeling van hun kind en welke extra ondersteuning daarbij zou kunnen helpen. De uitkomsten van de bespreking in het ZAT worden weer besproken met de ouders. Het ZAT bestaat uit een aantal vaste partners zoals de interne begeleider van de school, de jeugdarts, de jeugdgezondheidsdienst, schoolmaatschappelijk werk en Bureau Jeugdzorg. Waar nodig worden anderen zoals het peuterspeelzaalwerk, maatschappelijk werk, leerplichtambtenaar e.a. gevraagd om deel te nemen. Voor meer informatie ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids.
8. Ouders / verzorgers 8.1 Het belang van betrokkenheid Door je kind toe te vertrouwen aan een school, dus aan andere volwassenen, geef je een belangrijk deel van de opvoeding uit handen. Een goed overleg, goed contact en onderling vertrouwen is daarom heel belangrijk. Vandaar ook dat ’t Keuningshöfke hier een aparte visie op heeft ontwikkeld: “ Wij zijn een laagdrempelige school waarbij openheid en eerlijkheid de peilers zijn waarop wij functioneren, om zo een betrouwbare en veilige schoolomgeving te creëren met wederzijds respect en acceptatie. Vanuit onze wederzijds verantwoordelijkheid betekent dit, dat we actief met ouders samenwerken waarbij we tijdig, concreet en helder met elkaar communiceren.” Ouders mogen van ons als school het een en ander verwachten. Andersom verwachten wij ook het één en ander van onze ouders. Zo verwachten wij dat: ouders hun kinderen op tijd naar school brengen, ouders hun kinderen bij ziekte/afwezigheid afmelden vóór 8.30 uur (persoonlijk, telefonisch of op papier) ouders leerkrachten tijdens de lessen niet komen storen ouders naar ouderavonden komen, ouders de informatie vanuit school gegeven, nieuwsbrieven e.d. lezen, ouders aan hun kind laten blijken dat school belangrijk is, ouders aandacht besteden aan de op school gebruikte regels, de kinderen goed verzorgd naar school komen. Dit wil o.a. zeggen: • dat de kinderen goed uitgeslapen zijn, • dat de kinderen ontbijt hebben gehad, • dat de kinderen een gezonde lunch mee naar school krijgen.
8.2 Ouderactiviteiten Ouders en verzorgers kunnen op vele manieren actief zijn binnen de school. Een moderne basisschool kan niet meer zonder deze participatie en samenwerking. De medezeggenschapsraad en de oudervereniging spelen daarbij een belangrijke rol; dat kunt u verderop in dit hoofdstuk lezen. Maar ook bij andere activiteiten kunnen ouders een Schoolgids 2015-2016
38
belangrijke rol vervullen. Een paar voorbeelden: hulp bij het gebruiken van de computer Hulp in de schoolbibliotheek hulp bij de creatieve uren het begeleiden van groepjes kinderen bij een excursie hulp bij sportactiviteiten hulp bij luizencontrole hulp bij vieringen Deze hulpvraag wordt via de oudervereniging, de groepsleerkracht of via een digitale oproep aan u gedaan. Om de hulp van ouders/verzorgers in goede banen te leiden geldt de regel: ouders/ verzorgers of andere ondersteuners volgen de aanwijzingen van directeur en personeel op. Zij hebben n.l. in alle gevallen de eindverantwoordelijkheid. Kinderen van hulpouders, die (nog) niet op ’t Keuningshöfke zitten, mogen in principe niet mee als die ouder de verantwoordelijkheid heeft over een kind of een groepje kinderen.
8.3 Informatievoorziening over ons onderwijs en onze school Jaarlijks worden diverse avonden georganiseerd voor ouders/verzorgers. Het begint altijd met de informatieavond in het begin van het schooljaar voor elke groep. De leerkrachten informeren u dan over datgene wat in de loop van dat schooljaar aan bod komt in de groep van uw kind. En u ontvangt informatie en uitleg over nieuwe onderwijsontwikkelingen op school en bovenschools niveau. De school stelt het zeer op prijs als u als ouder hierbij aanwezig bent. Twee keer per jaar krijgen de ouders/verzorgers van de groepen 1 t/m 8 een uitnodiging van de groepsleerkracht om te praten over de ontwikkeling van het kind. Naast genoemde overlegmomenten vinden wij het heel belangrijk om een goed contact te hebben met de ouders/verzorgers. Bij problemen of vragen wachten wij dan ook niet tot de geplande gesprekken, maar nemen wij meteen contact op. Wij verwachten dat ouders/verzorgers dat ook doen! Het is dan wenselijk om een afspraak te maken met de leerkracht zodat deze voldoende tijd kan vrijmaken. Naast de gesprekken over het kind worden de ouders/verzorgers over de organisatie van de school geïnformeerd middels de jaarlijkse informatieavond aan het einde van het schooljaar, de schoolkalender, de regelmatig verschijnende nieuwsbrief, het ouderportaal en onze actuele website www.keuningshofke.nl
8.4 Informatieplicht van school aan (gescheiden) ouders Indien de ouders van een leerling gescheiden zijn, is het belangrijk dat er duidelijkheid is over de manier waarop de communicatie en consultatie over de vorderingen van de leerling verloopt. De school volgt hierin de wettelijke regels met betrekking tot de informatieplicht jegens gescheiden ouders. Dat betekent dat de school ervan uitgaat dat ouders die beiden het ouderlijk gezag verkregen hebben elkaar informeren met betrekking tot zaken rondom hun zoon of dochter. Beide ouders zijn dan ook gezamenlijk welkom bij de ouderavonden. In overleg kan daarvan afgeweken worden. Voor meer informatie ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids.
8.5 Wet bescherming persoonsgegevens De Wbp beschermt uw privacy. In de Wbp staat wat er allemaal wel en niet mag met uw persoonsgegevens en wat uw rechten zijn als uw gegevens gebruikt worden. Als school moeten wij voldoen aan de eisen die de Wbp stelt. Alle persoonsgegevens worden op school geregistreerd in het leerlingdossier. Hierin wordt de informatie bewaard voor de onderwijskundige en algemene begeleiding van de leerling. De gegevens van leerlingen worden voor derden ontoegankelijk bewaard. Wij voldoen ook aan de eisen van de Wbp inzake het communiceren van gegevens naar vervolgonderwijs bij de overgang van risicoleerlingen (school, zorgteam en privacy). Alle Schoolgids 2015-2016
39
scholen hebben in hun aanmeldingsformulier de clausule opgenomen waarbij ouders/verzorgers kunnen verklaren “geen bezwaar te hebben tegen het overleggen van de benodigde gegevens door de school van herkomst aan de VO-school en omgekeerd.” Binnen passend onderwijs hebben scholen zorgplicht: de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit heeft ook consequenties voor het verstrekken van persoonsgegevens van leerlingen. Als school gaan wij hier zorgvuldig mee om. Voor meer informatie ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids. 8.6 Ouderraad (OR) en de vrijwillige ouderbijdrage De ouderraad bestaat uit een groep enthousiaste ouders/verzorgers van kinderen die onze school bezoeken. Deelname aan de ouderraad geschiedt op vrijwillige basis. De ouderraad vergadert ongeveer 10x per jaar. De data zijn opgenomen in de schoolkalender. Bij deze vergaderingen is iemand van de directie aanwezig. In goede samenspraak met het team organiseert de ouderraad diverse activiteiten. Om deze activiteiten te kunnen bekostigen vraagt de school aan de ouders een vrijwillige ouderbijdrage voor extra activiteiten en andere, niet tot het onderwijs behorende zaken. Tot dusver was er in de wet bepaald dat een school die een ouderbijdrage wil vragen, daarvoor een schriftelijke overeenkomst met de ouders moet afsluiten. Inmiddels is deze wet aangepast en is deze schriftelijke overeenkomt niet langer verplicht. School blijft de schriftelijke overeenkomst in de nabije toekomst echter wel hanteren. De overeenkomst heeft de geldigheid van één jaar. Er bestaat geen verplichting tot het betalen van ouderbijdrages. Onze school heeft in de overeenkomst opgenomen: de vermelding dat het om een vrijwillige ouderbijdrage gaat; de hoogte van de ouderbijdrage varieert per groep. De contributie voor de oudervereniging bedraagt € 12,50,- aangevuld met een bijdrage voor schoolactiviteiten (waaronder ook het schoolreisje voor groep 1 t/m 6) van € 25.-, dan wel de bijdrage voor de schoolactiviteiten voor groep 7 en 8 (waaronder ook het schoolkamp) a € 70, een specificatie van de ouderbijdrage, zodat eenieder kan zien welk gedeelte van de ouderbijdrage aan welke activiteit besteed wordt; de vermelding dat na ondertekening de verplichting tot betaling bestaat; de vermelding dat er een mogelijkheid is slechts voor bepaalde voorzieningen te betalen; de vermelding dat er een reductie- en kwijtscheldingsregeling is en wat deze inhoudt. De toelating van leerlingen mag niet afhankelijk worden gesteld van het betalen van de ouderbijdrage. De bijdragen voor de voor-, tussen- en naschoolse opvang vallen niet onder ‘vrijwillige ouderbijdragen’. Ouders waarvan na herhaalde herinnering geen betaling is ontvangen, worden door school benaderd voor een gesprek hierover. Kinderen waarvoor ouders besluiten om de vrijwillige ouderbijdrage niet te betalen, kunnen worden uitgesloten van activiteiten. School probeert, in overleg met gemeente, ouders die de vrijwillige bijdrage financieel gezien niet kunnen betalen, te ondersteunen en alsnog tot een passende oplossing te komen. Uitgebreide informatie over de vrijwillige ouderbijdrage in het primair onderwijs vindt u via de website van onze school of via www.innovo.nl. Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling
schoolgids. De oudervereniging bestaat uit: Bestuur: Voorzitter:
Jacqueline v. Geffen
Secretaris:
Yvonne Fijen
Schoolgids 2015-2016
40
Penningmeester:
Liset Goldsteyn
Leden :
Daisy Vogels Manon Schroeder Elke Backus Kim Willems Daniëlle Koenen
Namens het team:
Dhr. Ton Giessen
[email protected]
8.7 Medezeggenschapsraad (MR) Medezeggenschap in het onderwijs is wettelijk geregeld in de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO). Hierin is bepaald dat elke school dient te beschikken over een medezeggenschapsraad waarin ouders en leerkrachten in gelijke aantallen vertegenwoordigd zijn. De bevoegdheden (instemmings- of adviesrecht) procedures en taken zijn vastgelegd in het medezeggenschapsreglement dat door het bestuur na overleg met de MR is vastgesteld. Elke school beschikt over een MR; deze heeft vergelijkbare rechten als de GMR maar dan enkel ten aanzien van zaken die de eigen school betreffen. Ouders en personeel kunnen via de medezeggenschapsraad (mr) invloed uitoefenen op het beleid van de school. Elke school heeft een bij wet verplichte medezeggenschapsraad. De omvang van de raad is afhankelijk van het aantal leerlingen op een school. Verkiezingen bepalen wie er mag meepraten en meebeslissen in de medezeggenschapsraad. Het bevoegd gezag stelt een medezeggenschapsreglement op. Hierin staat hoe de verkiezingen plaatsvinden. Onze medezeggenschapsraad bestaat uit gekozen vertegenwoordigers van de ouders/verzorgers en teamleden van ‘t Keuningshöfke. In totaal zijn dit momenteel 4 personen: 2 ouders/verzorgers van kinderen die op school zitten en 2 leerkrachten. Voorzitter:
mevr. Daniëlle Soons (leerkracht)
[email protected]
Secretaris:
Nader te bepalen
Leden:
Mevr. Jeanette Palant (ouder) Dhr. Bram Finken (ouder) Dhr. Mario Martens (leerkracht)
[email protected]
Adviseurs:
Dhr. T. Giessen en K. Quaedackers (directie)
Taken medezeggenschapsraad Het schoolbestuur moet ieder belangrijk besluit voorleggen aan de raad. De medezeggenschapsraad kan ook ongevraagd een standpunt kenbaar maken aan het bestuur van de school. Alle rechten van de medezeggenschapsraad staan in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS). De medezeggenschapsraad heeft zowel instemmingsrecht als adviesrecht. Instemmingsrecht onderwijs Zowel de vertegenwoordigers van de ouders als de vertegenwoordigers van het personeel hebben instemmingsrecht over zaken die voor hen van wezenlijk belang zijn. Ouders en personeel moeten bijvoorbeeld gezamenlijk instemmen met het schoolplan en de schoolgids. Ouders hebben ook instemmingsrecht over de besteding van de vrijwillige ouderbijdrage. Schoolgids 2015-2016
41
Adviesrecht onderwijs In een aantal gevallen moeten het schoolbestuur en de directie advies vragen aan de medezeggenschapsraad over hun plannen met de school. Bijvoorbeeld over fusieplannen en het aanstellingsbeleid en het ontslagbeleid van het personeel. Het schoolbestuur moet serieus reageren op ieder advies dat de medezeggenschapsraad geeft, maar hoeft de adviezen niet over te nemen.
8.7.1 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) INNOVO heeft een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Deze raad vertegenwoordigt alle scholen, maar niet via een rechtstreeks GMR-lid. In totaal heeft de GMR 12 zetels, gelijk verdeeld tussen de oudergeleding en de personeelsgeleding. Omdat de scholen niet rechtstreeks via een MR-lid vertegenwoordigd zijn, werkt de GMR met een regiostructuur en zijn er regiofunctionarissen. De medezeggenschapsorganen hebben wettelijke bevoegdheden om invloed te kunnen uitoefenen op besluiten die de directie (ook genoemd: het bevoegd gezag) van plan is te nemen. Voor de MR is dat de directeur, voor de GMR is dat de voorzitter van het College van Bestuur. De Ondernemingsraden en de medezeggenschapsraden hebben een onafhankelijke positie in de organisatie. De wettelijke bevoegdheden zijn een kader waar binnen gewerkt kan worden. Wil je als medezeggenschap daadwerkelijk “mee kunnen zeggen” is de relatie tussen “bevoegd gezag” en medezeggenschap van immens belang. Samen iets bereiken, samen staan voor de organisatie kan alleen op basis van een goede verhouding. Meer informatie? Neem dan contact op met Ton Verhiel, secretariaat. email:
[email protected] Bezoekadres Ruys de Beerenbroucklaan 29a 6417 CC, Heerlen Dinsdag 9.00u – 14.00u Voor meer informatie ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids . GMR-informatie is ook te vinden in de menubalk onder ‘medezeggenschap.
9. Veiligheid in en rondom de school Officieel begint de verantwoordelijkheid van de school voor het kind op het tijdstip dat de school opengaat en eindigt als de school dichtgaat. De school begint wanneer de kinderen naar binnen kunnen. De school gaat dicht aan het eind van de lessen of als de deuren echt worden gesloten. Als de school activiteiten organiseert die behoren bij het schoolplan, zoals voetballen, zwemmen en excursies, is de school verantwoordelijk voor het kind. Wij willen dat alle kinderen door ons onderwijs kansen krijgen en hen aansporen het beste uit zichzelf te halen. Hiervoor is een veilig schoolklimaat een noodzakelijke voorwaarde. Veiligheid heeft structureel aandacht op onze school.
9.1 Fysieke en sociale veiligheid Wij willen een sociaal veilige school zijn, waar leerlingen, personeel en ouders zich thuis voelen. Daarom willen wij geen pestgedrag, agressie, verbaal of fysiek geweld, discriminatie of seksuele intimidatie op onze school. Om een veilig klimaat te waarborgen hebben we het plan: “Sociale veiligheid” opgesteld en via team, ouderraad en medezeggenschapsraad vastgesteld. Daarnaast zijn er twee contactpersonen en is er een klachtenregeling. In het plan “Sociale veiligheid’ spreken we duidelijk onze visie uit. Wij willen in een open sfeer, respectvol en door middel van heldere en tijdige communicatie met elkaar, met ouders en eventueel met andere betrokkenen samenwerken. Wij vinden respect en Schoolgids 2015-2016
42
waardering voor elkaar en voor de eigenheid van ieder kind van groot belang. We benadrukken dit ook in de omgang met elkaar vanuit een positieve basishouding Het werken volgens het principe van “Rust, reinheid en regelmaat”, biedt een goede basis, waarbij respect hebben voor elkaar het fundament is waarop al ons handelen is gebaseerd. Rol van team, ouders en leerlingen Het welslagen van het plan voor sociale veiligheid is afhankelijk van enkele belangrijke uitgangspunten.
Voor het team geldt dat elk personeelslid strikt volgens de afspraken handelt. Dat zelfde geldt ook voor de correcte interne en externe communicatie en de verslaglegging. Alleen duidelijk en gestructureerd gedrag van het team geeft duidelijkheid en zekerheid bij leerlingen en ouders. Het team heeft de taak om de ouders van dader en slachtoffer zo snel mogelijk te informeren over elke gebeurtenis die tot een strafmaatregel heeft geleid.
Van ouders wordt eveneens verwacht dat zij achter het beleid van de school staan. Dat geldt ook in hun reactie naar hun kind. Vragen, twijfels, onduidelijkheden worden met de leerkracht besproken, zonder hun kind daarbij te betrekken. Samen bespreken leerkracht en ouders hoe de informatie met hun kind wordt gedeeld. Het is voor ouders belangrijk bij een gebeurtenis zo snel mogelijk navraag te doen bij school over de volledige toedracht. Daarbij wordt allereerst contact gezocht met de leerkracht van het kind.
De leerlingen van Keuningshöfke hebben tot taak om samen met hun leerkracht open en eerlijk te werken aan een goed klimaat. Eerlijkheid, respect en sportiviteit zijn daarbij erg belangrijk.
In het plan wordt ook beschreven hoe we omgaan met pestproblematiek. Zodra er sprake is of zelfs vermoedens zijn van pesten, worden de in het plan beschreven stappen doorlopen. De ouders hebben hierin een cruciale rol. Wanneer blijkt dat na alle inspanningen van school het pesten niet stopt dan is de laatste stap, als uiterste maatregel, dat de leerling geschorst wordt, en uiteindelijk niet meer welkom is op school. Voordat de beschreven pestaanpak echter in werking treedt, heeft de leerkracht in zijn groep al uitgebreid aandacht besteed aan pesten en samen met de kinderen toegewerkt naar een pestvrije school. Als laatste wordt in het plan beschreven hoe we omgaan met situatie waarbij de sociale veiligheid in gevaar komt. De gedragscodes van team en ouders zijn duidelijk beschreven. Het niet handelen volgens deze gedragscodes brengt de sociale veiligheid van de kinderen in gevaar en noodzaakt de directie tot ingrijpen. Dat kan variëren van een goed gesprek met heel duidelijke afspraken over acceptabel gedrag, tot het schorsen dan wel verwijderen van school van de leerling. Het plan “sociale veiligheid” is gepubliceerd op de website van de school.
9.2 Pesten Het team van ’t Keuningshöfke wil de leerlingen een veilig pedagogisch klimaat bieden, een omgeving waarin iedereen zich veilig voelt en zich op een prettige en positieve wijze kan ontwikkelen. Wij willen deze ontwikkeling bevorderen door het scheppen van een veilig klimaat in en om de school en een prettige en rustige werksfeer in de klas. Ofschoon we denken dat we veel waarborgen hebben ingebouwd om de veilige en rustige schoolomgeving te garanderen, is het niet uit te sluiten dat een kind in een enkel geval systematisch door een ander kind of een groepje kinderen wordt gepest. Pesten is een ernstig probleem dat we in elk geval zeer serieus zullen oppakken. Plagen en pesten, wat is het verschil? Pesten is opzettelijk, en steeds weer opnieuw, gedurende een langere tijd een andere leerling fysiek en/of geestelijk pijn doen. Pesten gebeurt vaak ook nog onzichtbaar voor ouders of leerkrachten. Schoolgids 2015-2016
43
Bij plagen is er sprake van gelijkwaardigheid. Plagen heeft iets grappigs. Je plaagt dan ook wel terug, en je kunt er samen om lachen. Als plagen niet meer leuk is voor iemand en toch doorgaat dan ontstaat er een ruzie. Bij een ruzie hebben allebei de kinderen over en weer een conflict met elkaar en proberen dat uit te vechten. Soms duurt een ruzie lang en is er sprake van “oude koeien”. Soms spelen de kinderen de dag erna weer als vanouds met elkaar en hebben ze de ruzie zelf opgelost. Als plagen doorgaat en zelfs overgaat in treiterijen, waar de ander zich niet tegen durft of kan verweren, dan spreken we van pesten.
Kortom: Plagen gebeurt op basis van gelijkwaardigheid en is incidenteel. Het kan een pedagogische waarde hebben. Pesten gebeurt vanuit overheersing, is systematisch en dwingt leerlingen in een bepaalde rol. Het belemmert zowel de pester als de gepeste leerling in zijn gezonde ontwikkeling. De Pestaanpak Indien er systematisch pestgedrag wordt gesignaleerd wordt onderstaande aanpak gevolgd. Om de procedure goed te volgen, worden alle gesprekken en afspraken zorgvuldig vastgelegd in het leerlingendossier. 1. Iedereen draagt de verantwoording om pestgedrag bij de verantwoordelijke groepsleerkracht van de school te melden. 2. In elke groep wordt aandacht besteed aan het omgaan met elkaar en worden de groepsregels om pesten te voorkomen samen gemaakt met de kinderen en vastgesteld. Een belangrijke afspraak is dat een medeleerling ook de verantwoordelijkheid heeft om het pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers gezamenlijk verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep. 3. Als er sprake is van incidenteel pestgedrag binnen de groep dan wordt dat met de betrokken leerlingen besproken door de groepsleerkracht. Dit gesprek staat niet op zichzelf maar dient regelmatig te worden herhaald om controle te houden over het gedrag. Van deze gesprekken worden aantekeningen gemaakt in het dossier van de leerling. 4. Indien er sprake is van herhaald pestgedrag worden de ouders van de pester samen met de pester door de groepsleerkracht op de hoogte gesteld van de ongewenste gebeurtenissen in een gesprek op school. Aan het eind van dit oudergesprek worden de afspraken met de pester uitdrukkelijk doorgesproken en vastgelegd in een verslag. 5. De directie en het team worden op de hoogte gesteld van het pestgedrag, zodat iedereen er alert op kan reageren. 6. Als het probleem zich toch blijft herhalen meldt de leerkracht dit aan de directeur van de school. De leerkracht maakt hierbij de (data van de) gebeurtenissen, de inhoud van de gevoerde gesprekken en de vastgelegde afspraken zoals die gemaakt zijn om het pesten aan te pakken, inzichtelijk. 7. De directie nodigt de ouders van de pester op school uit voor een gesprek. Ook het kind wordt in dit gesprek betrokken. De directie bespreekt in dit gesprek wat er moet gebeuren om het pestgedrag per direct te beëindigen. 8. Als het gedrag van de pester dan niet stopt en/ of de ouders van het kind werken onvoldoende mee om het probleem aan te pakken zal de directie overgaan tot bijzondere maatregelen: a. De ouders krijgen een officiële waarschuwing over het gedrag van hun kind. b. Stopt het dan nog niet dan volgt een schorsing voor één dag. Het bestuur en de inspectie worden hiervan op de hoogte gebracht. c. Als ook dat niet een einde maakt aan het pestgedrag dan volgt een langere schorsing en is er uiteindelijk geen plaats meer voor deze leerling op onze school. De school zal zich dan conform de richtlijnen van Passend Onderwijs inspannen om een andere school voor de leerling te vinden.
Schoolgids 2015-2016
44
9.2.1 Cyberpesten Cyberpesten is een onderdeel van traditioneel pesten. Vormen van cyberpesten Er zijn vele vormen van cyberpesten: anonieme berichten versturen via MSN en SMS, schelden, roddelen, bedreigen, foto’s van mobieltjes en webcam op internet plaatsen, privégegevens op een site plaatsen, wachtwoorden en credits stelen en misbruiken, haatprofielen aanmaken, virussen sturen, happy slapping, en het versturen van een e-mail bom. 20% van de leerlingen heeft te maken met cyberpesten. Effecten De effecten van cyberpesten kunnen erger zijn dan bij traditioneel pesten. Opnames die via de webcam worden gemaakt, worden vastgelegd door een ander. Deze opnames verdwijnen nooit meer. Over de hele wereld kan een foto op een site staan. Foto’s die eenmaal op internet staan zijn soms niet meer te verwijderen. Verantwoordelijkheid van de school Soms gebeurt pesten buiten de school. Toch heeft de school er veel last van. Het ruziën en pesten gaat op school door. Schoolresultaten lijden eronder. Er ontstaat een onveilig klimaat. Kinderen kunnen minder goed leren. Pesten heeft effect op het schoolklimaat. Cyberpesten is strafbaar Er zijn verschillende vormen van cyberpesten die strafbaar zijn. Leerlingen realiseren zich dat vaak niet. Evenals wanneer het slachtoffer lichamelijk letsel of materiële schade is toegebracht, kan de politie worden ingeschakeld. Aanpak
Geef steun en luister naar de leerling. Adviseer de leerling bewijslast te verzamelen / berichten te bewaren en op te slaan. Probeer de dader te achterhalen via systeembeheerder en slachtoffer. Bespreek het met de vertrouwenspersoon. Spreek de pesters aan. Voer eventueel een klassengesprek. Neem contact met de ouders op. Probeer de dader op te sporen Soms is de identiteit van de dader te achterhalen door uit te zoeken vanaf welke computer op school het bericht is verzonden. Vanzelfsprekend heb je daar wel (technische) ondersteuning van een ICTcoördinator, systeembeheerder, en/of externe beheerder voor nodig. Ga na wanneer het bericht verstuurd is en welke klas op dat moment gebruik maakte van de computers. De stijl van het bericht en eventuele taalfouten kunnen de dader verraden. De dader kan wellicht ook worden gevonden door in de klas te praten over wat er is gebeurd. Soms is het niet mogelijk een dader te achterhalen en zit er niets anders op dan het effect te minimaliseren. Dat kan het beste door het slachtoffer op het hart te drukken niet te reageren op haatmail of andere ongewenste berichten.
9.4 Verkeersveiligheid Wij vragen u de kleuters van de groepen 1 en 2 altijd onder begeleiding van een volwassene tot aan de schooldeur te brengen. Komt u uw kind afhalen, loop dan ook door tot aan het schoolplein (groepen 1 en 2); de leerkracht kan dan zien met wie het kind naar huis gaat. Om de verkeersstroom tijdens het halen en brengen in goede banen te leiden, zijn afspraken nodig. We hebben deze regels op een rijtje gezet.
Vanwege de beperkte stallingruimte op het schoolplein én de verkeersdrukte in de nabijheid van de school mogen kinderen die wonen binnen het “vierkant” Prinsenbaan – Op de Driessen – Frederikstraat – Haverterstraat – Kerkstraat uitsluitend te voet naar school komen c.q. naar school worden gebracht en gehaald.
Schoolgids 2015-2016
45
Kinderen die buiten dit gebied wonen, mogen met de fiets naar school komen. Loop met uw kinderen over de stoep; steek nooit het Koningsplein schuin over. Probeer het brengen met de auto tot een minimum te beperken. Breng de kinderen eens vaker met de fiets! Let op uw snelheid; het hele gebied in de nabijheid van de school is een 30-km zone. Onderstaand vindt u een plattegrond van de verkeerssituatie op en rondom het Koningsplein. We willen u vriendelijk vragen om de voorgestelde rijrichting te hanteren in het belang van de veiligheid van alle kinderen.
De gemeente Echt-Susteren investeert in de veiligheid rondom scholen. De school heeft een convenant met de gemeente. Een voorbeeld van activiteiten die wisselend plaatsvinden zijn: Op voeten en fietsen naar school (september); Trapvaardig; onder schooltijd « beter » leren fietsen; Eén of meer ludieke actie(s) in samenwerking met de verkeersouders en de leerlingen van groep acht om ouders te blijven attenderen op de geldende afspraken in de nabijheid van de school.
9.5 Schoolverzekering Door INNOVO zijn de volgende collectieve verzekeringen afgesloten:
Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering Ongevallenverzekering Reisverzekering Werkgeversaansprakelijkheid motorvoertuigen
Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids.
Schoolgids 2015-2016
46
10. Overige informatie 10.1 Hoofdluis. Hoofdluis vormt in veel scholen een steeds terugkerend probleem. Afgelopen jaren is door zowel ouders als leerkrachten intensief gewerkt aan het terugdringen ervan: een aantal ouders — de zogenaamde kriebelmoeders — onderzoeken na elke vakantie alle kinderen op de aanwezigheid van hoofdluis. Daarnaast maken we vanaf 2013-2014 gebruik van lockers (kluisjes) voor alle jassen en tassen. Op deze wijze hopen we ook de verspreiding van hoofdluis te voorkomen. Wij hebben afgelopen schooljaar de school grotendeels luisvrij kunnen houden dankzij de steun en hulp van eenieder.
10.2 Rookverbod Op school geldt een algemeen rookverbod, dat betekent: - dat er nergens in het schoolgebouw gerookt mag worden; - dat roken op het schoolplein, tijdens de lesuren en in het zicht van de kinderen, ook niet toegestaan is.
10.3 Sponsoring Sponsoring is in het maatschappelijk verkeer een bekend verschijnsel. Ook op onze school komt sponsoring voor. Er is uitsluitend sprake van sponsoring als de sponsor een tegenprestatie verlangt van de school, het personeel of de leerlingen waarmee de leerlingen in schoolverband worden geconfronteerd of als het bestuur, het personeel of leerlingen uit eigen beweging overgaan tot het leveren van een tegenprestatie. Schenkingen, ouderbijdragen en gelden van het ministerie en de gemeente vallen niet onder het begrip sponsoring. Voor meer informatie incl. een link naar het convenant scholen voor po en vo en sponsoring 2015-2018 ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids.
Schoolgids 2015-2016
47
Bijlagen 1. Klachtenregeling 2. Diverse regelingen A. Gronden voor vrijstelling van het onderwijs B. Pedagogische maatregel en verwijdering 3. Team ’t Keuningshöfke
Schoolgids 2015-2016
48
Bijlage 1: Klachten en klachtenprocedure Waarom een klachtenregeling? Met de Kwaliteitswet van 1 augustus 1998 is het schoolplan, de schoolgids en het klachtrecht ingevoerd. Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Door de klachtenregeling ontvangen het bestuur en de school op eenvoudige wijze signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gang van zaken op school. Met de regeling wordt een zorgvuldige behandeling van klachten beoogd, waarmee het belang van betrokkenen wordt gediend als ook het belang van de school (een veilig schoolklimaat). Een exemplaar met de volledige tekst van de klachtenregeling is via www.innovo.nl te downloaden, of op school te verkrijgen bij de directeur of de schoolcontactpersoon. Voor alle klachten? De klachtenregeling is alleen van toepassing als u met uw klacht niet ergens anders terecht kunt. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kunt u een beroep doen op deze klachtenregeling. Bij wie kan ik terecht? Om een en ander in goede banen te leiden is er een klachtenprocedure ontwikkeld. Stap 1 Zoals reeds gezegd proberen we de klacht eerst binnen de schoolorganisatie op te lossen tussen de direct betrokkenen. Stap 2 Lukt stap 1 niet, of niet naar genoegen, dan kunt u met uw klacht naar de contactpersoon binnen de school stappen. De contactpersoon is geen vertrouwenspersoon, maar een ‘wegwijzer’ in het klachtentraject. De contactpersoon zal samen met u bekijken waar u met uw klacht het beste terecht kunt. De contactpersoon is er niet om de klacht op te lossen. Stap 3 De klager kan overgaan tot actie a of actie b: a. bemiddeling tussen klager en aangeklaagde bijvoorbeeld door inschakeling van de vertrouwenspersoon; b. een officiële klacht indienen bij de klachtencommissie. Dit kan bij de klachtencommissie van het bestuur of bij de landelijke klachtencommissie. Bij optie a proberen we er samen op school uit te komen. Bij optie b wordt degene tegen wie de klacht gericht is, officieel aangeklaagd en zal de klacht worden onderzocht door ofwel de klachtencommissie van het bestuur of de landelijke klachtencommissie. Stap 4 Een onafhankelijke klachtencommissie onderzoekt de klacht en adviseert het bestuur hierover. De klachtencommissie geeft advies over: a. de (on)gegrondheid van de klacht; b. het nemen van maatregelen; c. overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten. Stap 5 Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie zal het bestuur het besluit hierop kenbaar maken aan: a. de klager; b. de aangeklaagde; c. de klachtencommissie; d. de directie van de school. Schoolgids 2015-2016
49
De contactpersoon De contactpersoon is de ‘wegwijzer’ binnen school rond het klachtentraject. De contactpersoon zal samen met u bekijken waar u uw klacht het beste kunt neerleggen. De contactpersoon is er niet om uw klacht inhoudelijk op te lossen. Op elke school binnen onze stichting zijn in principe twee contactpersonen aangesteld: een ouder en een leerkracht. En indien mogelijk een man en een vrouw. Dit betekent niet dat indien de klager een ouder is, deze naar de oudercontactpersoon moet en een leerkracht naar de leerkrachtcontactpersoon. De klager is hierin vrij. De leerkrachtcontactpersoon voor onze school is: de heer Mario Martens E-mail:
[email protected] De oudercontactpersoon voor onze school is: Mevrouw Elke Backus E-mail:
[email protected] De vertrouwenspersoon Aan INNOVO zijn twee onafhankelijke vertrouwenspersonen verbonden. De vertrouwenspersoon gaat eerst na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Mocht de vertrouwenspersoon tot de conclusie komen dat dit niet wenselijk is, dan gaat deze na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht bij de klachtencommissie. Verder begeleidt de vertrouwenspersoon de klager. De klager zelf bepaalt uiteindelijk of deze een klacht al dan niet indient bij de klachtencommissie. De vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding. Voor alle scholen van onze Stichting hebben we twee vertrouwenspersonen, die overigens niet verbonden zijn aan één van onze scholen, dit zijn: Paul Nijpels en Bert van Oosterbosch. Dhr. drs. P.M.H. Nijpels Tel. 043-4078282 / 06-46345916
[email protected]
Dhr. drs. L.J.J. van Oosterbosch Tel. 045-5312981 / 06-11927004
[email protected]
De landelijke klachtencommissie Stichting INNOVO is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie voor het katholiek onderwijs van de VKO (Vereniging Katholiek Onderwijs). Adresgegevens: Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Gebouw "Woudstede" Zwarte Woud 2 Postbus 85191 3508 AD Utrecht Telefoon: (030) 280 95 90 Fax: (030) 280 95 91 E-mail:
[email protected] Internet: www.onderwijsgeschillen.nl De vertrouwensinspecteur Bij de Inspectie van het Onderwijs werkt een klein team van vertrouwensinspecteurs. Ouders, leerlingen, leerkrachten, directies en besturen kunnen de vertrouwensinspecteur raadplegen wanneer zich in en rond de school problemen voor doen op het gebied van: Schoolgids 2015-2016
50
Seksuele intimidatie en seksueel misbruik Lichamelijk geweld Grove pesterijen Extremisme en radicalisering Ernstige klachten die vallen binnen deze categorieën kunnen voorgelegd worden aan de vertrouwensinspecteur. Deze zal luisteren, informeren en zo nodig adviseren. Zo nodig kan de vertrouwensinspecteur ook begeleiden in het traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte. De vertrouwensinspecteur is alle werkdagen tijdens kantooruren bereikbaar op 0900-1113111 (lokaal tarief). Vanuit het buitenland kunt u bellen naar +31(0)306706001.
Bijlage 2A: Gronden voor vrijstelling van het onderwijs De leerlingen van onze school nemen in principe deel aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Op verzoek van de ouders kan een leerling worden vrijgesteld van de volgende onderwijsactiviteiten: - deelname aan godsdienstlessen. Voor leerlingen die niet gelovig zijn of waarvan bij de aanmelding blijkt dat zij tot een andere geloofsrichting behoren dan de R.K. én waarvan de ouders aangeven dat zij er moeite mee hebben dat hun kind de godsdienstlessen volgt, wordt tijdens de godsdienstlessen een alternatieve lesstof aangeboden. Bij vieringen in de kerk wordt voor deze groep kinderen een passend aanbod bedacht. - deelname aan gymnastieklessen op basis van medische indicatie. In een dergelijk geval geldt eveneens dat de school in plaats van de gymnastiekles een alternatief lesprogramma aanbiedt.
Bijlage 2B: Schorsing en verwijdering Schorsing Vanaf 1 augustus 2014 is artikel 40c opgenomen in de WPO. Hierin staat beschreven dat het bevoegd gezag, ten opzichte van het verleden, bevoegd is om een leerling te schorsen. Daarbij zijn scholen verplicht om schorsingen van langer dan een dag bij de Inspectie van het Onderwijs te melden. Ook is opgenomen dat leerlingen voor ten hoogste één week geschorst kunnen worden. Schorsing melden via het Internetschooldossier (ISD) Scholen of bevoegde gezagen dienen de schorsing te melden via een formulier dat in het internet schooldossier (ISD) is opgenomen. De inspectie gaat er van uit dat een schorsing zo kort mogelijk duurt en dat scholen zich rekenschap geven van de gevolgen voor het kind. Van scholen mag verwacht worden dat zij in geval van schorsing zorgvuldig te werk gaan en vaste procedures volgen. De rechter toetst zo nodig of deze gevolgd zijn. Hierbij vermelden wij dat een schorsing een ingrijpende maatregel is en alleen in uitzonderlijke gevallen gebruikt zal worden. In artikel 40c van de WPO zijn de volgende punten opgenomen: 1. Het bevoegd gezag kan met opgave van redenen een leerling voor een periode van ten hoogste één week schorsen. 2. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bekendgemaakt. 3. Het bevoegd gezag stelt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. Ouders kunnen bij het schoolbestuur en/of bestuursrechter schriftelijk bezwaar maken tegen de schorsing. Indien het een bijzondere school betreft kunnen de ouders de stap maken naar de civiele rechter. Voor meer informatie ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids.
Schoolgids 2015-2016
51
Verwijdering Verwijdering van een leerling is een ordemaatregel die slechts in het uiterste geval en dan ook nog uiterst zorgvuldig moet worden genomen. Volgens vaste jurisprudentie kunnen voor verwijdering onder andere de volgende redenen worden aangevoerd: - voortdurend, storend, agressief gedrag van de leerling; - bedreigend of agressief gedrag van ouders/verzorgers van de leerling. Voor deze beide verwijderingsgronden moet aannemelijk zijn dat herhaling niet is uitgesloten, waardoor gegronde vrees is ontstaan voor de veiligheid van het personeel of de andere leerlingen of voor de ongestoorde voortgang van het onderwijs. De verwijdering van een leerling is in het primair onderwijs geregeld in artikel 40 van de WPO en in het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs in artikel 40 van de WEC. Voor meer informatie ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids.
Schoolgids 2015-2016
52
Team ‘t Keuningshöfke Directie: Directeur:
Dhr. Ton Giessen
[email protected] 06-41902081
woe + wisselend dagdeel per week
Adjunct-directeur Intern begeleider
Mevr. Karen Quaedackers
[email protected] 06-38283241
ma-di-do-vrijdagochtend
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
ma-di-do-vrij ma-di-woe woe-do-vrijdagochtend ma-di-woe ma-di-woe-do-vrij soms di-woe-do-vrij ma-di-do-vrij
Leerkrachten: Juf Dorothé Theunissen Juf Mariet v.d. Goor Juf Marian Verberkt Juf Daniëlle Soons Juf Truike Boosten Meester Mario Martens Meester Marcel Canisius
Onderwijs ondersteunend personeel: Conciërge
Dhr. Leon Vankan
[email protected]
donderdag
Administratief medewerkster Jolanda Peeters
[email protected]
Schoolgids 2015-2016
53