Schiedel-BEMAL CLV-inox
1
Schiedel-BEMAL CLV-inox CLV = Combinatie Luchttoevoer en Verbrandingsgasafvoer. Het CLV-systeem in inox is een combinatie van verse luchttoevoer en verbrandingsgasafvoer in twee concentrische kanalen, waarop enkel gesloten toestellen van het type C42 of C43 mogen worden aangesloten. Via de binnenmantel worden de verbrandingsgassen afgevoerd, via de buitenmantel wordt verse verbrandingslucht rechtstreeks in de ketel gebracht. Beide kanalen monden bovendaks, in dezelfde drukzone, uit. Onderaan worden beide kanalen verbonden om eventuele drukverschillen te compenseren in de drukvereffeningszone.
Materiaal: Omwille van de duurzaamheid heeft Schiedel-Bemal gekozen voor een systeem met een bodemstuk, bekroning en gasafvoerbuis van AISI 316 L/Ti met een dikte van 0,4mm voor alle secties; en een luchttoevoerbuis van AISI 304 met een dikte van: - 0,4 mm voor de secties 14.26 t/m 24.45 - 0,5 mm voor de secties 26.48 t/m 32.59 - 0,6 mm voor de secties 33.62 t/m 39.72
Montage: De plaatsing van CLV-Inox systemen kan door Schiedel-Bemal worden uitgevoerd, na goedkeuring van het opbouwplan.
Voordelen en uitmonding: Het gebruik van wandketels van het gesloten type biedt een grotere veiligheid voor de gebruiker. Koolstofmonoxidevergiftiging is uitgesloten, omdat de ketel en het afvoerkanaal een gesloten systeem vormen t.o.v. de ruimte waarin de ketel zich bevindt. De toestellen van het type C42 en C43 nemen hun verbrandingslucht rechtstreeks buiten op, en voeren hun verbrandingsstoffen naar buiten af. Zodoende kan er geen terugstroming van de verbrandingsgassen in de woning optreden.
- tenzij anders afgesproken wordt het kanaal op de betonnen vloer geplaatst. Deze dient schoon en vlak te zijn. - vanaf het onderstuk wordt het kanaal verder opgebouwd met de juiste richting voor condensafvoer, toezichtsluik en aansluitingen. - het kanaal wordt per verdieping met een beugel bevestigd aan de vloer of wand. - alle sparingen dienen door de aannemer gemaakt te zijn bij aankomst van de montageploeg.
Op het CLV-systeem kunnen meerdere toestellen op één, of op verschillende verdiepingen worden aangesloten. Het systeem is niet afhankelijk van de natuurlijke trek van het schoorsteenkanaal, waardoor de uitmondingszones van de norm NBN B61-002 niet van toepassing zijn.
De vloersparing voor het CLV-inox kanaal dient minimum 100 mm groter te zijn dan de sectie van het kanaal.
= gasafvoer = luchtafvoer
Asverslepingen worden op CLV-kanalen NIET toegestaan. Horizontale snede door het aansluitelement.
2
Verticale snede door het aansluitelement.
Alle maten in mm
Asverslepingen:
50
50
50
Het systeem dient minimaal éénmaal per jaar te worden geïnspecteerd. In het bijzonder dient aandacht te worden besteed aan de inspectie van de opvanger voor condensatie- en regenwater en de afvoerleiding voor dit water. Via het inspectieluik kan men met behulp van een spiegel de kanalen op eventuele verstoppingen controleren.
50
Inspectie:
Schiedel-BEMAL CLV-inox CLV = Combinaison Amenée d’air et Evacuation des gaz brûlés. Le système CLV en inox combine une amenée d’air frais et une évacuation des gaz brûlés en deux conduites concentriques auxquelles seuls des appareils de type C42 ou C43 peuvent être raccordés. Le manteau intérieur sert à l’évacuation des gaz brûlés, tandis que le manteau extérieur canalise directement l’air de combustion frais dans la chaudière. Les deux conduites débouchent sur le toit, dans la même plage de pression. Dans leur partie inférieure, les deux conduites sont reliées pour compenser d’éventuels écarts de pression dans la zone de compensation de pression.
Matériel : Pour des raisons de durabilité, Schiedel-Bemal a opté pour un système avec une embase, une couronne et une conduite d’évacuation des gaz brûlés en AISI 316 L/Ti présentant une épaisseur de 0,4 mm pour toutes les sections ; et une conduite d’amenée d’air en AISI 304 présentant une épaisseur de : - 0,4 mm pour les sections de 14,26 à 24,45 inclus - 0,5 mm pour les sections de 26,48 à 32,59 inclus - 0,6 mm pour les sections de 33,62 à 39,72 inclus
Avantages et sortie : L’utilisation de chaudières murales de type étanche offre une sécurité accrue pour l’utilisateur. Les intoxications au monoxyde de carbone sont exclues étant donné que la chaudière et la conduite d’évacuation forment un système étanche par rapport à la pièce où se trouve la chaudière. Les appareils de type C42 et C43 prélèvent leur air de combustion directement à l’extérieur et évacuent les restes de combustion à l’extérieur également.
Montage : Schiedel-Bemal peut se charger de la pose de systèmes CLV-Inox, après approbation du plan de montage. - sauf disposition contraire, la conduite est placée sur le sol en béton. Il doit être propre et plat. - depuis la pièce inférieure, la conduite est complétée dans la bonne direction par l’évacuation des condensations, la trappe de visite et les raccordements. - par étage, la conduite est fixée au sol ou à la paroi à l’aide d’une bride. - tous les dégagements doivent être réalisés par l’entrepreneur à l’arrivée de l’équipe de montage.
Tout refoulement dans l’habitation des gaz de combustion est ainsi exclu. Plusieurs appareils situés à un ou plusieurs étages peuvent être raccordés au système CLV. Le système ne dépend pas du tirage naturel de la conduite de cheminée. Les zones de sortie de la norme NBN B61-002 ne sont donc pas d’application.
L’encombrement effectif du CLV-inox doit tenir compte des pièces de raccordement des chaudières. Un ajout de 50 mm sur tout le pourtour externe du conduit est nécessaire.
Le système doit être inspecté au minimum une fois par an. Une attention toute particulière doit être accordée à l’inspection du récolteur de l’eau de condensation et de pluie et à la conduite d’évacuation de cette eau. La trappe de visite permet de contrôler à l’aide d’un miroir si les conduites ne sont pas éventuellement bouchées.
50
= amenée d’air
50
50
50
Toutes les dimensions sont en mm.
Inspection :
= évacuation des gaz brûlés
Contaminations des cendres : Les contaminations des cendres ne sont PAS autorisées sur les conduites CLV.
Coupe horizontale de la pièce de raccordement.
Coupe verticale de la pièce de raccordement.
3
Schiedel-BEMAL CLV-inox Onderdelen:
Pièces :
Het Schiedel-Bemal CLV-systeem in inox bestaat uit volgende onderdelen:
Le système CLV en inox de Schiedel-Bemal se compose des pièces suivantes :
- dakelement - trekkap enkel bij uitmonding in een gestoorde zone wordt een trekkap geplaatst. - kanaalstukken standaard 955mm hoog - passtukken afmetingen variabel - kanaalstuk met vaste binnenpijp standaard 955mm hoog - aansluitstuk met vaste binnenpijp standaard 955mm hoog - bodemstuk met condensopvanger standaard 930mm hoog
- sortie de toiture - élément de tirage un élément de tirage n’est placé qu’en cas de sortie dans une zone perturbée. - conduites hauteur standard de 955 mm - pièces d’ajustage dimensions variables - conduite avec tube intérieur fixe hauteur standard de 955 mm - pièce de raccordement avec tube intérieur fixe hauteur standard de 955 mm - embase avec récolteur de l’eau de condensation hauteur standard de 930 mm
Voor een juiste plaatsing en waterdichte afwerking beschikt SchiedelBemal over:
Pour garantir une pose correcte et une finition étanche, SchiedelBemal possède :
- stormkraag - dakdoorvoerstuk voor een plat dak / schuin dak / deksteen - beugels - sokkels
- un collet de solin - une sortie de toiture pour toit plat / toit incliné / pierre de faîte - des brides - des socles
Tevens kunnen, voor de aansluiting van de ketels, verkregen worden:
De même, les éléments suivants sont disponibles pour le raccordement des chaudières :
4
- coudes de 45° Ø80 - coudes de 90° Ø80 - buses en acier inoxydable Ø80 d’une longueur de 250 mm / 500 mm / 1000 mm
De bekroning kan verkregen worden in:
La couronne existe en :
- zwart - blank - andere kleuren op aanvraag
- noir - blanc - autres couleurs sur demande
Alle maten in mm
- bochten 45° Ø80 - bochten 90° Ø80 - R.V.S. buizen Ø80 met lengte van 250mm / 500mm / 1000mm
Schiedel-BEMAL CLV-inox Afmetingen. trekkap élément de tirrage
De sectie van het systeem wordt bepaald door het aantal aangeloten ketels en hun vermogen.
dakelement élément de toiture
Dimensions.
opvulling remplissage
La section du système est déterminée par le nombre de chaudières raccordées et leurs puissances.
gesloten ketel chaudière étanche
Maatvoering CLV-systeem: gebaseerd op geoptimaliseerde diameters KIWA Dimensionnement d’un système CLV : basé sur les diamètres optimalisés KIWA
gesloten ketel chaudière étanche rookgasafvoer évacuation fumées
luchttoevoer amenée d'air
CLV TYPE 14.26 16.30 18.34 20.38 22.42 24.45 26.48 27.51 29.55
ØA 140 160 180 200 220 240 260 270 290
gesloten ketel chaudière étanche
Deze tabel is enkel van toepassing op de door Schiedel-Bemal verdeelde systemen opgebouwd zoals de QA-keuring vereist.
max. 955mm
Toutes les dimensions sont en mm.
ØB
inspectieluik trappe de visite
ØB 260 300 340 380 420 450 480 510 550
Aantal HR-gaswandtoestellen type C42 en C43 Nombre de chaudières HR du type C42 et 43 20 kW 25 kW 30 kW 35 kW 2 2 --5 3 2 -7 5 4 3 10 7 6 5 13 10 8 7 15 12 10 8 18 14 12 10 19 15 13 11 20 17 15 13
Ce tableau n’est pas seulement d’application que pour les systèmes distribués par Schiedel-Bemal, conçu selon la certification QA.
condensatieafvoer évacuation des condensations ØA
5
Schiedel-BEMAL CLV-inox
265
80
40
80
55
955
490
Het aansluitelement.
1 aansluiting 1 raccordement
Het aansluitelement is voorzien van twee aansluitmoffen van ca. 55 mm, die in de fabriek zijn aangebracht om een gasdichte aansluiting te bekomen. Tevens is het hierdoor onmogelijk om de aansluitleiding te diep in het kanaal te steken en het kanaal alzo te beschadigen. Omdat de moffen slechts 55mm lang zijn kan het aanwerken van de muursparing pas gebeuren na plaatsing van de ketel. Wil men de muur hiervoor reeds afwerken, dan kunnen verlengbuizen meegeleverd worden. Raadpleeg steeds Uw ketelleverancier betreffende de maximale horizontale aansluitlengte van Uw ketel.
2 aansluitingen 180° 2 raccordements 180°
verticale sneden door aansluitelement coupes verticales des pièces de raccordement
La pièce de raccordement. La pièce de raccordement est pourvue de deux manchons de raccordement d’environ 55 mm, posés en usine afin d’obtenir un raccord étanche au gaz. En outre, il est ainsi impossible d’enfoncer le raccord trop profondément dans la conduite et partant, d’endommager la conduite. Puisque la longueur des manchons n’est que de 55 mm, le dégagement mural ne peut être réalisé qu’après la pose de la chaudière. Si l’on souhaite réaliser la finition du mur au préalable, des tubes de rallonge peuvent être fournis. Consultez systématiquement votre fournisseur de chaudière au sujet de la longueur de raccordement horizontale maximale de votre chaudière.
Het bodemelement. Het bodemelement met een hoogte van 930mm bestaat uit 2 delen: - het eerste bevat de condensopvanger met een afvoerleiding Ø 40 mm, die enkele centimeters uit het kanaal steekt. - het tweede bevat het toezichtsluik Ø 250 mm, dat ca. 100 mm uit het kanaal steekt. De twee elementen zijn bewust gescheiden gehouden om zodoende de condensafvoer en het toezichtsluik, onafhankelijk van elkaar, iedere gewenste richting te kunnen geven.
L’embase. L’embase d’une hauteur de 930 mm se compose de deux éléments :
Ces deux éléments sont volontairement maintenus séparés afin de pouvoir orienter à volonté, indépendamment l’une de l’autre, l’évacuation de l’eau de condensation et la trappe de visite.
6
Alle maten in mm
Verticale snede door het bodemelement Coupe verticale de l’embase.
- le premier contient le récolteur de l’eau de condensation, ainsi qu’une conduite d’évacuation de Ø 40 mm, qui dépas se de quelques centimètres à peine de la conduite. - le second élément contient la trappe de visite de Ø 250 mm, qui dépasse d’environ 100 mm de la conduite.
Schiedel-BEMAL CLV-inox trekkap (eventueel)
dakelement
élément de tirrage (éventuellement)
sortie de toiture
stormkraag af te dichten met siliconen.
collet de solin à étanchéiser au silicone
P.U.R.-Schuim tussen CLV-buis en alu. plakplaat
mousse entre le conduit CLV et le manchon de guidage
Dakelement. Om een waterdichte constructie te maken wordt het kanaal tot enkele centimeters boven de dakdoorvoer geplaatst en met parkervijzen in het doorvoerstuk bevestigd. Hierna wordt de ruimte tussen de dakdoorvoer en het kanaal opgevuld met PUR-schuim. Aan het begin van de bekroning wordt een stormkraag geplaatst die waterinsijpeling voorkomt. De stormkraag wordt met siliconen afgewerkt. Afhankelijk van de uitmondingszone wordt er al dan niet een trekkrap geplaatst.
Sortie de toiture. Pour obtenir une construction étanche, la conduite est posée quelques centimètres au-dessus de la sortie de toiture et fixée dans la sortie de toiture à l’aide de vis Parker. Ensuite, l’espace entre la sortie de toiture et la conduite est comblée à l’aide de mousse PUR. Une couronne de protection est placée à la base de la couronne afin de prévenir les infiltrations d’eau. La couronne de protection est finie à l’aide de silicone. Un élément de tirage est éventuellement placé en fonction de la zone de sortie. Voor een plat dak wordt er een aluminium plakplaat geleverd die door de dakwerker waterdicht in de dakbedekking wordt ingewerkt. Pour un toit plat, un solin en aluminium est fourni. Ce dernier est incorporé de manière étanche dans le revêtement de toit par le couvreur.
dakelement
sortie de toiture
stormkraag af te dichten met siliconen.
collet de solin à étanchéiser au silicone
Toutes les dimensions sont en mm.
loodslab
plomb
dakelement
sortie de toiture
stormkraag af te dichten met siliconen.
collet de solin à étanchéiser au silicone
instortbus-RVS dekplaat stripje
manchon de guidage plaque de base
Voor een hellend dak wordt er een loodslab geleverd die door de dakwerker waterdicht wordt ingewerkt. Pour un toit en pente, un solin en plomb est fourni. Ce dernier est incorporé de manière étanche par le couvreur.
Voor een gemetste schouw met dekplaat in beton wordt een RVS instortbus geleverd. Deze heeft 4 stripjes die halverwege in de dekplaat worden ingestort door de aannemer. Pour une cheminée en maçonnerie avec plaque de base en béton, un manchon de guidage en acier inoxydable est fourni. Il est pourvu de 4 ancrages coulés par l’entrepreneur à mi-distance dans la plaque de base.
Ancrage
7
Oktober 2009 - Wij behouden ons het recht om zonder voorafgaande verwittiging deze folder te wijzigen. Wij zijn niet verantwoordelijk voor eventuele fouten en/of onvolledigheden. Octobre 2009 - Nous nous réservons le droit de modifier le présent dépliant sans préavis. Nous ne sommes pas responsables d’erreurs et/ou d’omissions éventuelles.
MARKAD
8
10/09
SCHIEDEL-BEMAL N.V./S.A. Vaartstraat 64 B-3920 Lommel - TEL : 011-60 00 60 - FAX : 011-60 00 70 -
[email protected] - www.schiedel.be
