Rekenprofiel Kwalificatiedossier Meubelmaker / (scheeps)interieurbouwer
Johan de Wittlaan 11 Postbus 394 3440 AJ Woerden T (0348) 466 440 F (0348) 466 441
[email protected] www.shm.nl
Inleiding bij het rekenprofiel van het kwalificatiedossier Meubelmaker / (scheeps)interieurbouwer In dit rekenprofiel zijn de beroepsgerichte rekenvaardigheden uitgewerkt die essentieel zijn voor de werkzaamheden van de Meubelmaker / (scheeps)interieurbouwer op niveau 2, 3 en 4. Dit rekenprofiel is een servicedocument bij het kwalificatiedossier Meubelmaker / (scheeps)interieurbouwer. Het kan gebruikt worden als ondersteuning bij het aanleren en/of beoordelen van beroepsgerichte rekenhandelingen. Gebruikmaken van een rekenprofiel is niet verplicht. Bij de beroepsgerichte rekenhandelingen staat aangegeven welke van de vier hoofdcategorieën van 1 het Referentiekader taal en rekenen van toepassing is. In deel D van het kwalificatiedossier staan de niveaus van de beroepsgerichte rekenhandelingen genoemd. Deze niveaus kunnen afwijken van de landelijk bepaalde generieke niveaus2. Voor de beroepsgerichte rekenvaardigheden van de Meubelmaker / (scheeps)interieurbouwer niveau 2 geldt: 1. Getallen 2F 2. Verhoudingen 1F 3. Meten en Meetkunde 2F 4. Verbanden 1F Voor de Allround meubelmaker / (scheeps)interieurbouwer niveau 3 geldt: 1. Getallen 2F 2. Verhoudingen 1F 3. Meten en Meetkunde 2F 4. Verbanden 2F Voor de Meewerkend leidinggevende meubelindustrie / (scheeps)interieurbouw niveau 4 geldt: 1. Getallen 3F 2. Verhoudingen 2F 3. Meten en Meetkunde 3F 4. Verbanden 3F Voor de Ondernemer meubelindustrie / (scheeps)interieurbouw niveau 4 geldt: 1. Getallen 3F 2. Verhoudingen 3F 3. Meten en Meetkunde 3F 4. Verbanden 3F 1
Meijerink, H.P., J.F. Letschert, G.C.W. Rijlaarsdam, H.H. van den Bergh & A. van Streun (2009) Referentiekader taal en rekenen. www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl Kaders & Regels Referentiekader 2 Naast beroepsgerichte rekenvaardigheden zijn er ook generieke rekeneisen geformuleerd voor mbo-deelnemers. Dit zijn de rekenvaardigheden die deelnemers moeten beheersen om in de maatschappij te kunnen functioneren en om eventueel door te kunnen stromen naar een hoger onderwijsniveau. Deze eisen zijn niet in het rekenprofiel opgenomen, maar worden beschreven in het Referentiekader taal en rekenen.
2
Voor elk niveau is een rekenprofiel opgesteld en in dit document opgenomen. In het rekenprofiel wordt telkens in de linkerkolom een overzicht gegeven van de beroepsgerichte rekenhandelingen van de Meubelmaker / (scheeps)interieurbouwer. Bijvoorbeeld: Kan instructies begrijpen en opvolgen over de locatie van een materiaal of gereedschap. In de rechterkolom staat de overeenkomende categorie en het overeenkomende niveau uit het Referentiekader taal en rekenen. Bijvoorbeeld: Meten en Meetkunde 1F. Lees voor een uitgebreide uitleg over de rekenprofielen het document Handleiding bij de rekenprofielen voor de hout- en meubelbranche (www.shm.nl/taalenrekenen).
3
Rekenprofiel Meubelmaker / (scheeps)interieurbouwer Niveau 2 Werkproces
Rekenhandeling
Categorie en niveau uit Referentiekader
Alle werkprocessen
Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende getallen
Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F Verhoudingen 1F
Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende maten en afmetingen, omtrek, oppervlakte, inhoud, vlakke en ruimtelijke figuren en veelgebruikte meetkundige begrippen Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende tijdsaanduidingen
1.1, 1.2, 1.3, 1.7, 2.1 1.1, 1.2, 1.7, 2.1 2.1 1.2 1.2, 2.1 1.2 1.2 1.3 1.3, 2.2 1.3, 2.2
1.3, 2.2
1.3
1.3
1.3, 2.2 1.4
4
Kan herkennen dat iets op schaal wordt weergegeven Neemt de werkopdracht, planningen en materiaalstaten door en interpreteert deze Neemt tekeningen door en interpreteert deze Neemt uitslagen door en interpreteert deze Berekent afmetingen, oppervlakte, omtrek en eventueel inhoud voor het opstellen van de materiaalstaat Berekent de benodigde hoeveelheden materialen voor het opstellen van de materiaalstaat Geeft de berekende aantallen en afmetingen weer in een materiaalstaat Maakt een schets Kan de materiaalstaat aflezen en hiermee de benodigde materialen en gereedschappen verzamelen Kan benodigde materialen/gereedschappen in magazijn vinden Kan door tellen, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen de aantallen benodigde materialen en gereedschappen bepalen en controleren Kan de verzamelde materialen opmeten om te controleren of de afmetingen aan de eisen van de opdracht voldoen Houdt rekening met de afmetingen en de vorm van de materialen bij het stapelen van de materialen op het (interne) transportmiddel Schat of berekent dat hij niet meer gewicht hoeft te tillen dan is toegestaan volgens de arbo of dat hij niet meer gewicht op het (interne) transportmiddel plaatst dan is toegestaan Kan instructies begrijpen en opvolgen over de locatie van een materiaal of gereedschap Kan de getallen op machineonderdelen interpreteren
Verbanden 1F Meten en Meetkunde 2F Meten en Meetkunde 2F Meten en Meetkunde 2F Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F Getallen 2F Verbanden 1F Meten en Meetkunde 2F Verbanden 1F Getallen 1F Meten en Meetkunde 1F Getallen 2F
Meten en Meetkunde 2F
Meten en Meetkunde 1F
Meten en Meetkunde 1F
Meten en Meetkunde 1F Getallen 2F
1.4
Heeft kennis van geometrie bij verspaningstechnieken en kan eenvoudige berekeningen (optellen tot en aftrekken van 90 graden) uitvoeren wat betreft hoeken (spaan-, wig- en vrijloophoek) Gebruikt meetgereedschappen (bijv. liniaal, schuifmaat en/of meetklok) om de houtbewerkingsmachines in te stellen of om de instellingen te controleren
Getallen 1F Meten en Meetkunde 2F
1.5
Stelt de parameters voor het CNC-programma vast (ten opzichte van het nulpunt)
Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F
1.6, 1.7
Controleert steekproefsgewijs de kwaliteit van het bewerkte materiaal of product (maatvoering, machineslag, hoeken) met behulp van meetgereedschappen (bijv. verstek-, schrijf-, zwaaihaak, (steek)passer, rolmaat, duimstok of schuifmaat) en doet hierbij nauwkeurige, betrouwbare metingen Schrijft indien nodig de maten nauwkeurig op het materiaal af (met behulp van bijv. verstek-, schrijf-, zwaaihaak, (steek)passer, rolmaat, duimstok of schuifmaat) Kan inschatten of zijn eigen bewerkingen volgens planning vorderen of dat er sprake is van (tijds)druk of onvoorziene situaties Beredeneert en berekent hoe zo efficiënt mogelijk uit het beschikbare hout en plaatmateriaal de benodigde materialen verkregen kunnen worden, zodat zo min mogelijk afvalhout ontstaat Kan indien nodig schatten of een opbergruimte voldoende ruimte biedt voor een op te ruimen snijgereedschap Kan inschatten of de periode tussen twee onderhoudsbeurten bijna verlopen is en schat hoe de onderhoudsbeurt in de productie in te delen is Heeft kennis van perstijden Kan de samen te stellen onderdelen in elkaar zetten en kan controleren of de montage juist is met behulp van de tekening
Meten en Meetkunde 2F
1.5
1.7
1.7
1.7
1.4, 1.8
1.9
2.3 2.3
5
Getallen 1F Meten en Meetkunde 2F
Meten en Meetkunde 2F
Meten en Meetkunde 1F Getallen 1F Meten en Meetkunde 2F
Meten en Meetkunde 1F
Meten en Meetkunde 1F
Meten en Meetkunde 1F Meten en Meetkunde 2F
Rekenprofiel Allround meubelmaker / (scheeps)interieurbouw niveau 3 Werkproces
Rekenhandeling
Categorie en niveau uit Referentiekader
Alle werkprocessen
Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende getallen
Getallen 1F Meten en Meetkunde 2F Verhoudingen 1F
Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende maten en afmetingen, omtrek, oppervlakte, inhoud, vlakke en ruimtelijke figuren en veelgebruikte meetkundige begrippen Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende tijdsaanduidingen Kan herkennen dat iets op schaal wordt weergegeven 1.1, 1.2, 1.3, 1.7, 2.1
Neemt de werkopdracht, planningen en materiaalstaten door en interpreteert deze
Verbanden 2F Meten en Meetkunde 2F
1.1, 1.2, 1.7, 2.1
Neemt tekeningen door en interpreteert deze
Meten en Meetkunde 2F
1.1, 2.1
Neemt uitslagen door en interpreteert deze
Meten en Meetkunde 2F
1.1, 2.1
Controleert de juistheid van de productiegegevens
Getallen 2F
1.1
Heeft kennis van omstel-, doorloop-en standtijd
Meten en Meetkunde 1F
1.1
Kan getallen, afmetingen, tekeningen, tabellen en diagrammen (met twee variabelen) interpreteren die voorkomen in artikelen uit vakbladen of van internet
Verbanden 2F
1.2
Berekent afmetingen, oppervlakte, omtrek en eventueel inhoud voor het opstellen van de materiaalstaat
Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F
1.2, 2.1
Berekent de benodigde hoeveelheden materialen voor het opstellen van de materiaalstaat
Getallen 2F
1.2
Geeft de berekende aantallen en afmetingen weer in een materiaalstaat
Verbanden 1F
1.2
Maakt een schets
Meten en Meetkunde 2F
1.2
Maakt uitslagen
Meten en Meetkunde 2F
1.2, 1.5, 1.6, 1.7
Stelt de parameters voor het CNC-programma vast (ten opzichte van het nulpunt) en voert ze in, of wijzigt eerder ingevoerde gegevens
Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F
1.3
Kan de materiaalstaat aflezen en hiermee de benodigde materialen en gereedschappen verzamelen
Verbanden 1F Getallen 1F
1.3
Kan benodigde materialen/gereedschappen in magazijn vinden
Meten en Meetkunde 1F
1.3, 2.2
Kan door tellen, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen de aantallen benodigde materialen en gereedschappen bepalen en controleren
Getallen 2F
1.3, 2.2
Kan de verzamelde materialen opmeten om te controleren of de afmetingen aan de eisen van de opdracht voldoen
Meten en Meetkunde 2F
6
1.3
Houdt rekening met de afmetingen en de vorm van de materialen bij het stapelen van de materialen op het (interne) transportmiddel
Meten en Meetkunde 1F
1.3
Schat of berekent dat hij niet meer gewicht hoeft te tillen dan is toegestaan volgens de arbo of dat hij niet meer gewicht op het (interne) transportmiddel plaatst dan is toegestaan
Meten en Meetkunde 1F
1.3
Kan instructies begrijpen en opvolgen over de locatie van een materiaal of gereedschap
Meten en Meetkunde 1F
1.4
Kan de getallen op machineonderdelen interpreteren
Getallen 2F
1.4, 1.6, 1.7
Heeft kennis van geometrie bij verspaningstechnieken en kan eenvoudige berekeningen (optellen tot en aftrekken van 90 graden) uitvoeren wat betreft hoeken (spaan-, wig- en vrijloophoek)
Getallen 1F Meten en Meetkunde 2F
1.4, 1.6, 1.7
Kan de diepte van de machineslag berekenen Kan de doorvoersnelheid berekenen Kan toerentallen berekenen
Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F Verbanden 2F
1.5
Gebruikt meetgereedschappen (bijv. liniaal, schuifmaat en/of meetklok) om de houtbewerkingsmachines in te stellen of om de instellingen te controleren
Getallen 1F Meten en Meetkunde 2F
1.5
Stelt de parameters voor het CNC-programma vast (ten opzichte van het nulpunt)
Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F
1.6, 1.7, 2.5, 3.4, 3.5, 4.2
Controleert steekproefsgewijs de kwaliteit van het bewerkte materiaal of product (maatvoering, machineslag, hoeken) met behulp van meetgereedschappen (bijv. verstek-, schrijf-, zwaaihaak, (steek)passer, rolmaat, duimstok of schuifmaat) en doet hierbij nauwkeurige, betrouwbare metingen
Meten en Meetkunde 2F
1.7, 3.4, 3.5
Schrijft indien nodig de maten nauwkeurig op het materiaal af (met behulp van bijv. verstek-, schrijf-, zwaaihaak, (steek)passer, rolmaat, duimstok of schuifmaat)
Meten en Meetkunde 2F
1.7
Kan inschatten of zijn eigen bewerkingen volgens planning vorderen of dat er sprake is van (tijds)druk of onvoorziene situaties
Meten en Meetkunde 1F Getallen 1F
1.7
Beredeneert en berekent hoe zo efficiënt mogelijk uit het beschikbare hout en plaatmateriaal de benodigde materialen verkregen kunnen worden, zodat zo min mogelijk afvalhout ontstaat 1.7
Meten en Meetkunde 2F
1.4, 1.8
Kan indien nodig schatten of een opbergruimte voldoende ruimte biedt voor een op te ruimen snijgereedschap
Meten en Meetkunde 1F
1.9
Kan inschatten of de periode tussen twee onderhoudsbeurten bijna verlopen is en schat hoe de onderhoudsbeurt in de productie in te delen is
Meten en Meetkunde 1F
2.1
Beredeneert en berekent hoe de productiemethode zo efficiënt mogelijk zal zijn
Meten en Meetkunde 2F
2.3
Heeft kennis van perstijden
Meten en Meetkunde 1F
7
2.3
Kan de samen te stellen onderdelen in elkaar zetten en kan controleren of de montage juist is met behulp van de tekening
Meten en Meetkunde 2F
3.4, 3.5
Kan het materiaal voor het grondhout en kan de betimmering inmeten
Meten en Meetkunde 2F
3.4, 3.5
Kan tekeningen raadplegen bij het aanbrengen van het grondhout en de betimmering
Meten en Meetkunde 2F
8
Rekenprofiel Meewerkend leidinggevende meubelindustrie / (scheeps)interieurbouw niveau 4 Werkproces
Rekenhandeling
Categorie en niveau uit Referentiekader
Alle werkprocessen
Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende getallen
Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F Verhoudingen 2F
Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende maten en afmetingen, omtrek, oppervlakte, inhoud, vlakke en ruimtelijke figuren en veelgebruikte meetkundige begrippen Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende tijdsaanduidingen Kan herkennen dat iets op schaal wordt weergegeven 1.1, 1.2, 1.3, 1.7, 2.1, 5.1 1.1, 1.2, 1.7, 2.1
Neemt de werkopdracht, planningen en materiaalstaten door en interpreteert deze Neemt tekeningen door en interpreteert deze
Verbanden 1F Meten en Meetkunde 2F Meten en Meetkunde 2F
1.1, 2.1
Neemt uitslagen door en interpreteert deze
Meten en Meetkunde 2F
1.1, 2.1 1.1 1.2
Controleert de juistheid van de productiegegevens Heeft kennis van omstel-, doorloop-en standtijd Berekent afmetingen, oppervlakte, omtrek en eventueel inhoud voor het opstellen van de materiaalstaat
1.2, 2.1
Berekent de benodigde hoeveelheden materialen voor het opstellen van de materiaalstaat Geeft de berekende aantallen en afmetingen weer in een materiaalstaat Maakt een schets Maakt uitslagen Stelt de parameters voor het CNC-programma vast (ten opzichte van het nulpunt) en voert ze in, of wijzigt eerder ingevoerde gegevens Kan de materiaalstaat aflezen en hiermee de benodigde materialen en gereedschappen verzamelen Kan benodigde materialen/gereedschappen in magazijn vinden Kan door tellen, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen de aantallen benodigde materialen en gereedschappen bepalen en controleren Kan de verzamelde materialen opmeten om te controleren of de afmetingen aan de eisen van de opdracht voldoen Houdt rekening met de afmetingen en de vorm van de materialen bij het stapelen van de materialen op het (interne) transportmiddel Schat of berekent dat hij niet meer gewicht hoeft te tillen
Getallen 2F Meten en Meetkunde 1F Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F Verbanden 2F Getallen 2F
1.2 1.2 1.2 1.2, 1.5, 1.6, 1.7
1.3, 2.2 1.3, 2.2 1.3, 2.2
1.3, 2.2
1.3, 2.2
1.3
9
Verbanden 1F Meten en Meetkunde 2F Meten en Meetkunde 2F Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F Verbanden 1F Getallen 1F Meten en Meetkunde 1F Getallen 2F
Meten en Meetkunde 2F
Meten en Meetkunde 1F
Meten en Meetkunde 1F
1.3, 2.2 1.4 1.4, 1.6, 1.7
1.4, 1.6, 1.7
1.4, 1.5, 1.6, 1.7
1.5
1.6, 1.7, 2.5, 3.4, 3.5, 4.2, 5.6
1.7, 3.4, 3.5
1.7
1.7
1.4, 1.8
1.9
2.1 2.3 2.3
10
dan is toegestaan volgens de arbo of dat hij niet meer gewicht op het (interne) transportmiddel plaatst dan is toegestaan Kan instructies begrijpen en opvolgen over de locatie van een materiaal of gereedschap Kan de getallen op machineonderdelen interpreteren Heeft kennis van geometrie bij verspaningstechnieken en kan eenvoudige berekeningen (optellen tot en aftrekken van 90 graden) uitvoeren wat betreft hoeken (spaan-, wig- en vrijloophoek) Kan de diepte van de machineslag berekenen Kan de doorvoersnelheid berekenen Kan toerentallen berekenen Gebruikt meetgereedschappen (bijv. liniaal, schuifmaat en/of meetklok) om de houtbewerkingsmachines in te stellen of om de instellingen te controleren Stelt de parameters voor het CNC-programma vast (ten opzichte van het nulpunt) Controleert steekproefsgewijs de kwaliteit van het bewerkte materiaal of product (maatvoering, machineslag, hoeken) met behulp van meetgereedschappen (bijv. verstek-, schrijf-, zwaaihaak, (steek)passer, rolmaat, duimstok of schuifmaat) en doet hierbij nauwkeurige, betrouwbare metingen Schrijft indien nodig de maten nauwkeurig op het materiaal af (met behulp van bijv. verstek-, schrijf-, zwaaihaak, (steek)passer, rolmaat, duimstok of schuifmaat) Kan inschatten of zijn eigen bewerkingen volgens planning vorderen of dat er sprake is van (tijds)druk of onvoorziene situaties Beredeneert en berekent hoe zo efficiënt mogelijk uit het beschikbare hout en plaatmateriaal de benodigde materialen verkregen kunnen worden, zodat zo min mogelijk afvalhout ontstaat Kan indien nodig schatten of een opbergruimte voldoende ruimte biedt voor een op te ruimen snijgereedschap Kan inschatten of de periode tussen twee onderhoudsbeurten bijna verlopen is en schat hoe de onderhoudsbeurt in de productie in te delen is Beredeneert en berekent hoe de productiemethode zo efficiënt mogelijk zal zijn Heeft kennis van perstijden Kan de samen te stellen onderdelen in elkaar zetten en kan controleren of de montage juist is met behulp van de tekening
Meten en Meetkunde 1F Getallen 2F Getallen 1F Meten en Meetkunde 2F
Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F Verhoudingen 2F Verbanden 2F Getallen 1F Meten en Meetkunde 2F Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F Meten en Meetkunde 2F
Meten en Meetkunde 2F
Meten en Meetkunde 1F Getallen 1F Meten en Meetkunde 2F
Meten en Meetkunde 1F
Meten en Meetkunde 1F
Meten en Meetkunde 2F Meten en Meetkunde 1F Meten en Meetkunde 2F
3.4, 3.5 3.4, 3.5 4.1, 4.5 4.1, 4.5 4.1
4.1 4.2
4.2
4.4 4.2
4.5 4.5
Kan het materiaal voor het grondhout en kan de betimmering inmeten Kan tekeningen raadplegen bij het aanbrengen van het grondhout en de betimmering Kan hoeveelheden materiaal in verband brengen met tijdseenheden Kan controleren en schatten of berekenen of het werk volgens planning vordert Berekent na oplevering van de order of er meer of minder arbeidsuren en materialen zijn gebruikt (in verband met de nacalculatie) Kan orders interpreteren Berekent hoe de werkzaamheden voor de order ingedeeld kunnen worden (indien van toepassing met behulp van planningssoftware), rekening houdend met de omstel- en bewerkingstijd en de beschikbare machines, manuren en deadlines Stelt op basis van zijn berekeningen de planning voor de order op en maakt daarbij gebruik van planningssoftware Geeft tijdens het werkoverleg informatie over de afdelingsresultaten Kan inschatten of berekenen of er een (groot) verschil is tussen de bewerkingstijden van de verschillende werknemers Telt en schat regelmatig of de voorraad voldoende is gezien het in te schatten verbruik Schat of de hoeveelheid afval en foutief geproduceerde producten niet de geraamde winstmarge aantast
4.6
Stelt een rooster op voor het (preventief) onderhoud van productiemiddelen
4.6
Leest gegevens over het binnenklimaat af van de meetapparatuur (bijv. thermometer, thermostaat) Kan informatie over het binnenklimaat opzoeken in een tabel van de arbo Administreert en archiveert projectgegevens (bijvoorbeeld ikb-lijsten, onderhoudsgegevens of gegevens voor arbo, milieu en kwaliteit) en doet dit eventueel op de computer
4.6 4.7
11
Meten en Meetkunde 2F Meten en Meetkunde 2F Getallen 3F Getallen 3F Getallen 3F
Verbanden 2F Meten en Meetkunde 3F Getallen 3F
Getallen 3F
Getallen 3F Verbanden 3F Getallen 3F Verhoudingen 2F Meten en Meetkunde 1F Getallen 3F Meten en Meetkunde 1F Getallen 3F Verhoudingen 2F Meten en Meetkunde 1F Getallen 3F Meten en Meetkunde 3F Verbanden 2F Verbanden 3F
Rekenprofiel Ondernemer meubelindustrie / (scheeps)interieurbouw niveau 4 Werkproces
Rekenhandeling
Categorie en niveau uit Referentiekader
Alle werkprocesse n
Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende getallen
Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F Verhoudingen 2F
Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende maten en afmetingen, omtrek, oppervlakte, inhoud, vlakke en ruimtelijke figuren en veelgebruikte meetkundige begrippen Kan spreken over en is bekend met de betekenis van voorkomende tijdsaanduidingen Kan herkennen dat iets op schaal wordt weergegeven 1.1, 1.2, 1.3, 1.7, 2.1, 5.1
Neemt de werkopdracht, planningen en materiaalstaten door en interpreteert deze
Verbanden 1F Meten en Meetkunde 2F
1.1, 1.2, 1.7, 2.1
Neemt tekeningen door en interpreteert deze
Meten en Meetkunde 2F
1.1, 2.1
Neemt uitslagen door en interpreteert deze
Meten en Meetkunde 2F
1.1, 2.1
Controleert de juistheid van de productiegegevens
Getallen 2F
1.1
Heeft kennis van omstel-, doorloop-en standtijd
Meten en Meetkunde 1F
1.2
Berekent afmetingen, oppervlakte, omtrek en eventueel inhoud voor het opstellen van de materiaalstaat
Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F Verbanden 2F
1.2, 2.1
Berekent de benodigde hoeveelheden materialen voor het opstellen van de materiaalstaat
Getallen 2F
1.2
Geeft de berekende aantallen en afmetingen weer in een materiaalstaat
Verbanden 1F
1.2
Maakt een schets
Meten en Meetkunde 2F
1.2
Maakt uitslagen
Meten en Meetkunde 2F
1.2, 1.5, 1.6, 1.7
Stelt de parameters voor het CNC-programma vast (ten opzichte van het nulpunt) en voert ze in, of wijzigt eerder ingevoerde gegevens
Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F
1.3
Kan de materiaalstaat aflezen en hiermee de benodigde materialen en gereedschappen verzamelen
Verbanden 1F Getallen 1F
1.3
Kan benodigde materialen/gereedschappen in magazijn vinden
Meten en Meetkunde 1F
1.3, 2.2
Kan door tellen, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen de aantallen benodigde materialen en gereedschappen bepalen en controleren
Getallen 2F
1.3, 2.2
Kan de verzamelde materialen opmeten om te controleren of de afmetingen aan de eisen van de opdracht voldoen
Meten en Meetkunde 2F
1.3
Houdt rekening met de afmetingen en de vorm van de
Meten en Meetkunde 1F
12
materialen bij het stapelen van de materialen op het (interne) transportmiddel 1.3
Schat of berekent dat hij niet meer gewicht hoeft te tillen dan is toegestaan volgens de arbo of dat hij niet meer gewicht op het (interne) transportmiddel plaatst dan is toegestaan
Meten en Meetkunde 1F
1.3
Kan instructies begrijpen en opvolgen over de locatie van een materiaal of gereedschap
Meten en Meetkunde 1F
1.4
Kan de getallen op machineonderdelen interpreteren
Getallen 2F
1.4, 1.6, 1.7
Heeft kennis van geometrie bij verspaningstechnieken en kan eenvoudige berekeningen (optellen tot en aftrekken van 90 graden) uitvoeren wat betreft hoeken (spaan-, wigen vrijloophoek)
Getallen 1F Meten en Meetkunde 2F
1.4, 1.6, 1.7
Kan de diepte van de machineslag berekenen Kan de doorvoersnelheid berekenen Kan toerentallen berekenen
Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F Verhoudingen 2F Verbanden 2F
1.5
Gebruikt meetgereedschappen (bijv. liniaal, schuifmaat en/of meetklok) om de houtbewerkingsmachines in te stellen of om de instellingen te controleren
Getallen 1F Meten en Meetkunde 2F
1.5
Stelt de parameters voor het CNC-programma vast (ten opzichte van het nulpunt)
Getallen 2F Meten en Meetkunde 2F
1.6, 1.7, 2.5, 3.4, 3.5
Controleert steekproefsgewijs de kwaliteit van het bewerkte materiaal of product (maatvoering, machineslag, hoeken) met behulp van meetgereedschappen (bijv. verstek-, schrijf-, zwaaihaak, (steek)passer, rolmaat, duimstok of schuifmaat) en doet hierbij nauwkeurige, betrouwbare metingen
Meten en Meetkunde 2F
1.7, 3.4, 3.5
Schrijft indien nodig de maten nauwkeurig op het materiaal af (met behulp van bijv. verstek-, schrijf-, zwaaihaak, (steek)passer, rolmaat, duimstok of schuifmaat)
Meten en Meetkunde 2F
1.7
Kan inschatten of zijn eigen bewerkingen volgens planning vorderen of dat er sprake is van (tijds)druk of onvoorziene situaties
Meten en Meetkunde 1F Getallen 1F
1.7
Beredeneert en berekent hoe zo efficiënt mogelijk uit het beschikbare hout en plaatmateriaal de benodigde materialen verkregen kunnen worden, zodat zo min mogelijk afvalhout ontstaat
Meten en Meetkunde 2F
1.4, 1.8
Kan indien nodig schatten of een opbergruimte voldoende ruimte biedt voor een op te ruimen snijgereedschap 1
Meten en Meetkunde 1F
1.9
Kan inschatten of de periode tussen twee onderhoudsbeurten bijna verlopen is en schat hoe de onderhoudsbeurt in de productie in te delen is
Meten en Meetkunde 1F
2.1
Beredeneert en berekent hoe de productiemethode zo efficiënt mogelijk zal zijn
Meten en Meetkunde 2F
13
2.3
Heeft kennis van perstijden
Meten en Meetkunde 1F
2.3
Kan de samen te stellen onderdelen in elkaar zetten en kan controleren of de montage juist is met behulp van de tekening
Meten en Meetkunde 2F
3.4, 3.5
Kan het materiaal voor het grondhout en kan de betimmering inmeten
Meten en Meetkunde 2F
3.4, 3.5
Kan tekeningen raadplegen bij het aanbrengen van het grondhout en de betimmering
Meten en Meetkunde 2F
5.1
Interpreteert getallen, diagrammen en tabellen in omzetgegevens van concurrenten en van de regio, informatie over bestedingsgedrag en –bedragen, informatie over economische en maatschappelijke ontwikkelingen
Getallen 3F Verbanden 3F
5.2
Bepaalt de bereikbaarheid van de mogelijke vestigingspunten en bepaalt de meest gunstige vestiging in verhouding met de bijbehorende prijzen
Meten en Meetkunde 3F Verhoudingen
5.2
Bepaalt het prijsbeleid, rekening houdend met omgevingsfactoren en beoogde winstmarges
Getallen 3F Verhoudingen 3F Verbanden 3F
5.3
Berekent de investeringskosten en -opbrengsten, rekening houdend met o.a. de aanschafprijs, de afschrijving, het moment van aanschaf, de beoogde winstmarge.
Getallen 3F Verhoudingen 3F Verbanden 3F
5.3
Berekent de kostprijs
Getallen 3F Verhoudingen 3F Verbanden 3F
5.3, 5.9
Vergelijkt meerdere offertes
Verbanden 3F
5.3
Vergelijkt de diensten en kosten van banken en hun leningen
Verbanden 3F
5.4
Kan begrotingen opstellen en berekent daarbij de directe kosten (o.a. kosten materiaalverbruik) en indirecte kosten (o.a. kosten van het gebouw en kosten elektriciteitsverbruik)
Getallen 3F Verhoudingen 3F Verbanden 3F
5.5, 5.9
Bepaalt zijn winstmarge om te kunnen onderhandelen
Verhoudingen 3F
5.8
Bepaalt de meest efficiënte routing van het productieproces, rekening houdend met doorlooptijden van de machines voor het bepalen van de benodigde tussenopslagruimte
Meten en Meetkunde 3F Verhoudingen 3F
5.8
Bepaalt hoeveel meters bedrijfsruimte productieruimte worden in verhouding tot de meters overige ruimtes, zoals kantoorruimte en kantine en opslagruimte
Verhoudingen 3F Meten en Meetkunde 3F
5.8
Bepaalt hoeveel ruimte besteed zal worden aan de vooren eindopslag in verhouding met de prijs die elke m2 kost
Getallen 3F Verhoudingen 3F Meten en Meetkunde 3F
5.9
Berekent of uitbesteden goedkoper is dan het zelf uitvoeren
Getallen 3F Verbanden 3F
14
5.11
Voert berekeningen uit voor het opstellen van de offerte (rekening houdend met o.a. “afschrijving” van machines, winstmarge, arbeidsuren en tarieven, materiaal, uitbestede deelactiviteiten en inkoop)
Getallen 3F Verhoudingen 3F Verbanden 3F
5.11
Visualiseert tekenend of schetsend zijn ontwerp voor de klant
Meten en Meetkunde 3F
5.1-5.13
Handelt kostenbewust
Getallen 3F
5.12
Stelt rekeningen op en periodiek financiële overzichten (zoals een balans, winst- en verliesrekening en jaarrekening)
Getallen 3F Verhoudingen 3F Verbanden 3F
5.12
Controleert inkoopnota’s
Getallen 3F
5.12
Kan de btw berekenen
Verhoudingen 3F
5.12
Registreert en archiveert financiële gegevens
Verbanden 3F
5.13
Controleert en bewaakt de begrotingen
Getallen 3F
5.13
Kan de financiële informatie over een bepaalde periode overzichtelijk in een diagram weergeven voor zichzelf of voor anderen
Verbanden 3F
15