Samenvatting van de kenmerken van het product
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
NALOREX 50 mg, filmomhulde tabletten 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
NALOREX 50 mg, filmomhulde tabletten, bevat: 50 mg naltrexonhydrochloride Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tabletten Deelbare tablet met lichtgele kleur. De tablet kan worden verdeeld in gelijke doses. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Ondersteunende behandeling voor patiënten die een ontwenningskuur hebben gevolgd en voordien verslaafd waren aan opiaten. 4.2
Dosering en wijze van toediening
Patiënten waarvan wordt vermoed dat ze opiaten gebruiken of dat ze eraan verslaafd zijn, moeten een test met naloxonhydrochloride ondergaan of moeten zich 7-10 dagen onthouden voordat een behandeling met Nalorex wordt gestart (zie ook 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik). Voordat de behandeling met Nalorex wordt gestart, moet deze test worden bevestigd met een urineonderzoek. De behandeling moet met lage doses naltrexon worden gestart volgens het inductieschema van de behandeling. Het aanbevolen protocol voor de test met naloxon is de volgende: Intraveneuze test -
Intraveneuze injectie (i.v.) van 0,2 mg naloxonhydrochloride. Als na 30 seconden geen ongewenste reactie is opgetreden, kan een nieuwe dosis van 0,6 mg naloxonhydrochloride intraveneus worden geïnjecteerd. De patiënt moet gedurende 30 minuten in observatie worden gehouden, en er moet worden gelet op alle mogelijke ontwenningsverschijnselen.
Subcutaan onderhuidse toediening van 0,8 mg naloxon. Houd de patiënt gedurende 20 minuten onder toezicht voor tekenen en symptomen van ontwenning. Herhaling van de test Als er twijfel bestaat of de patiënt zich onthoudt van opiaten, dan moet de behandeling met Nalorex met 24 uur worden uitgesteld. De test met naloxon kan dan worden herhaald met 1,6 mg.
Pagina 1 van 9
Samenvatting van de kenmerken van het product
Dosering De aanbevolen initiële dosis naltrexonhydrochloride bedraagt 25 mg (een halve tablet Nalorex 50 mg, filmomhulde tabletten). De patiënt moet dan gedurende een uur worden gevolgd. Als geen enkel ontwenningsverschijnsel optreedt, kunnen de resterende 25 mg (de halve tablet) worden toegediend. De onderhoudsdosis naltrexonhydrochloride bedraagt 50 mg per dag, een tablet Nalorex 50 mg, filmomhulde tabletten. Het kan drie keer per week worden toegediend als dat voor een betere naleving zorgt, bijvoorbeeld 100 mg op maandag, 100 mg op woensdag en 150 mg op vrijdag. Een dosis van meer dan 150 mg op éénzelfde dag is niet aanbevolen, daar dit kan leiden tot een hogere incidentie van bijwerkingen. Er wordt een initiële periode van drie maanden aanbevolen, maar die kan worden verlegd afhankelijk van de klinische appreciatie. Pediatrische patiënten Naltrexon is niet aanbevolen voor patiënten jonger dan 18 jaar. De onschadelijkheid van Nalorex bij het kind werd niet aangetoond. Gebruik bij bejaarden De onschadelijkheid van het gebruik voor de behandeling van een verslaving aan opiaten bij bejaarden, werd niet aangetoond. 4.3
Contra-indicaties
Het gebruik van naltrexon is gecontra-indiceerd: - tijdens de eerste drie maanden van de zwangerschap. - bij patiënten die verslaafd zijn aan opiaten, aangezien acute ontwenningsverschijnselen kunnen optreden. - samen met een geneesmiddel dat opiaten bevat. - in combinatie met methadon (zie rubriek 4.5). - bij patiënten die positief hebben getest op opiaten of die niet geslaagd zijn voor de test met naloxon. - bij patiënten die overgevoelig zijn aan het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen (zie rubriek 6.1). - bij patiënten met hepatitis of met ernstige hepatocellulaire insufficiëntie. - bij patiënten met ernstig nierfalen. 4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Overeenkomstig de nationale richtlijnen dient een arts met ervaring in de behandeling van verslaafden aan opiaten de behandeling te initiëren en toezicht op de therapie te houden. Een wijziging van de leverfunctie is niet zeldzaam bij personen die verslaafd zijn aan opiaten. Abnormale leverparameters werden gemeld bij obese en bejaarde patiënten aan wie naltrexon werd toegediend in hogere doses dan de aanbevolen doses voor verslaafdheid aan opiaten (tot 300 mg/dag). De parameters van de leverfunctie moeten voor en tijdens de behandeling worden gecontroleerd. Aangezien naltrexon voornamelijk wordt gemetaboliseerd in de lever en vooral via de urine wordt afgescheiden, is voorzichtigheid geboden bij de toediening aan patiënten met lever- of nierinsufficiëntie. De parameters van de leverfunctie moeten voor en tijdens de behandeling worden gecontroleerd.
Pagina 2 van 9
Samenvatting van de kenmerken van het product Abnormale leverparameters werden gemeld bij obese en bejaarde patiënten onder naltrexon zonder voorgeschiedenis van alcohol-of drugsmisbruik. De parameters van de leverfunctie moeten voor en tijdens de behandeling worden gecontroleerd. Bij personen die verslaafd zijn aan opiaten, kan de toediening van naltrexon ernstige en langdurige ontwenningsverschijnselen veroorzaken. De tekenen en symptomen kunnen zich binnen 5 minuten ontwikkelen en tot 48 uur duren. Er moet een symptomatische behandeling worden ingesteld met eventuele toediening van opiaten. De Nalorex behandeling mag beginnen waneer het gebruik van opioïden gestopt is voor een voldoende lange periode (ongeveer 5-7 dagen voor heroïne en ten minste 10 dagen voor methadon). De patiënten moeten ervan op de hoogte worden gesteld dat pogingen om de remming te overwinnen door hoge doses van opiaten in te nemen, kunnen leiden tot een acute opiaatintoxicatie door ademhalings- en bloedsomloopstoornissen, wat levensgevaarlijk kan zijn. Als een patiënt onder naltrexon in spoedgevallen plaatselijk moet worden verdoofd, kan de benodigde hoeveelheid opiaten groter zijn dan normaal en kan de ademhalingsdepressie die hieruit voortkomt dieper en langer zijn. Bovendien kunnen effecten die niet verbonden zijn met de binding aan de receptoren optreden (bijvoorbeeld een zwelling van het oppervlak, pruritis, algemeen erytheem, diaforese, symptomen en andere via de huid en de slijmvliezen waarschijnlijk door het vrijkomen van histamine). In deze omstandigheden moet de patiënt nauwlettend in een ziekenhuismidden worden opgevolgd door speciaal opgeleid personeel. Het zelfmoordrisico is sterk verhoogd bij patiënten die verslaafd zijn aan opiaten, met of zonder begeleidende depressie. De behandeling met Nalorex vermindert dit risico niet (zie hoofdstuk 4.8: Bijwerkingen). Een test met naloxon wordt aanbevolen om het gebruik van opiaten op te sporen; de ontwenningsverschijnselen die worden veroorzaakt door naloxon zijn van kortere duur dan die veroorzaakt door naltrexon. De naloxon-challenge test wordt best niet gedaan bij patiënten met klinisch significante ontwenningsverschijnselen, noch bij patiënten die positief testten voor opiaten in de urine. De orale toediening van 25 mg (een halve tablet Nalorex) naltrexonhydrochloride kan worden gestart als deze tweede test negatief is. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, Lapp lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken. Patiënten moeten gewaarschuwd worden voor het gelijktijdig gebruik van opiaten (zoals opiaten in hoestpreparaten, opiaten voor de symptomatische behandeling van verkoudheden of opiaten in antidiarree middelen, etc.) tijdens de behandeling met Nalorex. 4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Momenteel zijn de klinische ervaring en de experimentele gegevens over het effect van naltrexon op de farmacokinetica van andere stoffen, beperkt. Gelijktijdige behandeling met naltrexon en andere geneesmiddelen moet met voorzichtigheid gebeuren en moet zorgvuldig worden gevolgd. Er werden geen studies naar de interacties uitgevoerd. In vitro studies hebben aangetoond dat noch naltrexon noch zijn belangrijkste metaboliet 6-ß-naltrexol gemetaboliseerd worden via humane CYP450 enzymes. Daarom is het onwaarschijnlijk dat de
Pagina 3 van 9
Samenvatting van de kenmerken van het product farmacokinetica van naltrexon wordt beïnvloed door cytochroom P450 enzym-remmende geneesmiddelen. Afgeraden combinaties: - opiaatderivaten (analgetica, hoeststillende middelen, substitutiebehandelingen), centrale antihypertensiva (alfa- methyldopa) - Gelijktijdige toediening van naltrexon met een geneesmiddel dat opiaten bevat moet vermeden worden. - Methadon in substitutiebehandelingen: Het risico van het optreden van ontwenningsverschijnselen bestaat. Combinaties waarmee rekening moet worden gehouden: barbituraten, benzodiazepines, anxiolytica buiten benzodiazepines (bijv. meprobamaten), hypnotica, sedatieve antidepressiva (amitriptyline, doxepine, mianserine, trimipramine), sedatieve antihistaminica H1, neuroleptica (droperidol).. Tot dusver werden geen interacties tussen cocaïne en naltrexon hydrochloride beschreven. Gegevens uit een onderzoek naar de veiligheid en verdraagbaarheid van de gelijktijdige toediening van naltrexon en acamprosaat bij aan alcohol verslaafden die geen behandeling vragen, hebben aangetoond dat de toediening van naltrexon de plasmaconcentratie van acamprosaat aanzienlijk verhoogt. Interactie met andere psychofarmacologische middelen (bijv. disulfiraam, amitryptiline, doxepine, lithium, clozapine, benzodiazepines) werden niet onderzocht. Er zijn geen gekende interacties tussen naltrexon en alcohol. Er zijn meldingen geweest van gevallen van lethargie en slaperigheid na gelijktijdige toediening van naltrexon en thioridazine. 4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap: Er zijn geen klinische gegevens over het gebruik van naltrexon hydrochloride tijdens de zwangerschap. Gegevens uit dierstudies hebben een reproductieve toxiciteit aangetoond (zie hoofdstuk 5.3). De gegevens volstaan niet om een klinische relevantie vast te stellen. Het mogelijk risico voor de mens is niet gekend. Naltrexon mag alleen aan zwangere vrouwen worden toegediend indien de voordelen volgens de mening van de betrokken arts opwegen tegen de mogelijke risico’s. Het gebruik van naltrexon bij zwangere alcoholische patiëntes die langdurige behandeling krijgen met opiaten of substitutiebehandeling met opiaten, of bij zwangere patiëntes die verslaafd zijn aan opioïden, houdt een risico in van acuut ontwenningssyndroom dat ernstige gevolgen kan hebben voor de moeder en voor de foetus (zie hoofdstuk 4.4). Toediening van naltrexon moet worden gestopt indien opiate pijnstillers worden voorgeschreven (zie hoofdstuk 4.5). Borstvoeding: Er zijn geen klinische gegevens over het gebruik van naltrexon HCl tijdens de borstvoeding. Het is niet bekend of naltrexon of 6-beta-naltrexol overgaat in de borstmelk bij de mens. Borstvoeding is niet aanbevolen tijdens de behandeling met naltrexon. Vruchtbaarheid : Er zijn geen gegevens over het gebruik van Amikacine en de vruchtbaarheid van mannen en vrouwen in de vruchtbare leeftijd. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Naltrexon kan de mentale en / of fysieke vaardigheden wijzigen die nodig zijn voor de uitvoering van potentieel gevaarlijk taken zoals autorijden of machines bedienen. Pagina 4 van 9
Samenvatting van de kenmerken van het product
4.8
Bijwerkingen
De volgende reacties werden gemeld tijdens de behandeling met naltrexon: de frequenties hieronder worden bepaald volgens onderstaande conventie: Zeer vaak (≥ 1/10); Vaak (≥ 1/100, < 1/10); Soms (≥ 1/1000, < 1/100); Zelden (≥ 1/10 000, < 1/1000), Zeer zelden (<1/10.000).. Infecties en parasitaire aandoeningen Soms: orale herpes, voetschimmel Bloed- en lymfestelselaandoeningen Soms: lymfadenopathie Zelden: idiopathische trombocytopenische purpura Voedings- en stofwisselingsstoornissen Vaak: verminderde eetlust Psychische stoornissen Zeer vaak: nervositeit, angst, slapeloosheid Vaak: geïrriteerdheid, humeurstoornissen Soms: hallucinaties, verwardheid, depressie, paranoia, desoriëntatie, nachtmerries, onophoudelijke onrust, toegenomen en afgenomen libido, abnormale dromen Zeldzaam: suïcidale ideatie, poging tot zelfdoding Zenuwstelselaandoeningen Zeer vaak: hoofdpijn, rusteloosheid Vaak: duizeligheid Soms: beven, slaperigheid, hoofdpijn Oogaandoeningen Vaak: toename van lacrimatie Soms: wazig zicht, lichtschuwheid, irritatie van het oog en traanogen, opgezwollen ogen, oogpijn, asthenopie Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen Soms: tinnitus, pijn en last aan het oor, duizeligheid Hartaandoeningen Vaak: tachycardie, hartkloppingen, gewijzigd elektrocardiogram Bloedvataandoeningen Soms: verhoging van de bloeddruk, aderontsteking, opvliegingen (flushing) Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen Vaak: pijn op de borst Soms:dyspneu, laryngofaryngeale pijn, ontsteking van de sinus, neusbloeding, hoesten, neusverstopping, verhoging van de sputum, vochtafscheiding uit de neus, niezen, stemzwakte, geeuwen Maagdarmstelselaandoeningen Zeer vaak: buikpijn en -krampen, misselijkheid en braken Vaak: diarree, constipatie Soms: aambeien, droge mond, winderigheid, zweer Lever- en galaandoeningen: Soms : hepatitis, leverfunctiestoornis, verhoogde leverenzymen, verhoogde bilirubinemie. (Tijdens de behandeling kan een verhoogde levertransaminase optreden. Na stopzetting van naltrexon daalde de transaminase in enkele weken tot de baselinewaarde.) Huid- en onderhuidaandoeningen Vaak: huiduitslag Pagina 5 van 9
Samenvatting van de kenmerken van het product
Soms: kaalheid, acne, jeuk, vette huid Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen Zeer vaak: gewricht- en spierpijn Soms: spiersamentrekking, pubalgie, pijn in de ledematen Zeer zelden: rhabdomyolyse Nier- en urinewegaandoeningen Soms: frequente urinelozing, dysurie Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen Vaak: vertraagde zaadlozing, erectiestoornissen Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Zeer vaak: asthenie Vaak: rillen, dorst, hyperactiviteit, verhoogde energie, hyperhidrose Soms: verhoogde eetlust, koorts, oedeem, koudegevoel, gewichtstoename, gewichtsverlies, pijn
opvliegingen,
vermoeidheid,
De volgende bijwerkingen met onbekende frequentie werden eveneens gemeld, na het op de markt brengen van het geneesmiddel: Psychische stoornissen
zelfmoord, verstoorde gedachten, euforische toestand
Bloedvataandoeningen
schommelende bloeddruk
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
overlijden, ontwenningssyndroom, borstpijn, malaise
Depressie, zelfmoordgedachten en zelfmoordpogingen werden gemeld bij personen onder naltrexon, onder placebo en in de controlegroepen die werden behandeld voor misbruik van narcotica. Hoewel geen oorzakelijk verband met naltrexon wordt vermoed, moet de arts zich ervan bewust zijn dat een behandeling met naltrexon het zelfmoordrisico bij deze patiënten niet vermindert (zie hoofdstuk 4.4: Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik). Bij bepaalde personen gaat het gebruik van opiaatantagonisten gepaard met een wijziging van de basisspiegel van bepaalde hormonen van de hypothalamus, hypofyse of gonade. De klinische betekenis van dergelijke wijzigingen werd nog niet volledig vastgesteld. Melding van vermoedelijke bijwerkingen Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Afdeling Vigilantie EUROSTATION II Victor Hortaplein, 40/ 40 B-1060 BRUSSEL Website: www.fagg.be e-mail:
[email protected] 4.9
Overdosering Pagina 6 van 9
Samenvatting van de kenmerken van het product
Er is een beperkte klinische ervaring met overdosering van Nalorex. Als een dergelijk geval zou optreden, zou de patiënt moeten opgevolgd worden en zou hij een symptomatische behandeling in ziekenhuismidden moeten krijgen. De massieve toediening van 800 mg naltrexon per dag gedurende 7 dagen bij vrijwilligers heeft geen ongewenste effecten veroorzaakt. 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: geneesmiddelen gebruikt bij alcoholverslaving. ATC-code: N07BB04 Naltrexon is een specifieke opiaatantagonist. Het werkt door stereospecifieke competitie bij de receptoren die zich voornamelijk in het centrale en perifere zenuwstelsel bevinden. Naltrexon bindt zich op competitieve wijze aan deze receptoren en verhindert de werking van exogene opiaten. Naltrexon heeft weinig of zelfs geen intrinsieke effecten, naast zijn opiaatinhiberende eigenschappen. 5.2
Farmacokinetische gegevens
Bij orale toediening wordt naltrexon snel en bijna volledig geabsorbeerd. Het ondergaat een effect van de eerste doorgang door de lever en de maximale plasmaconcentratie wordt na ongeveer één uur bereikt. Het heeft een groot schijnbaar distributievolume en 21% van de geabsorbeerde dosis wordt gebonden aan plasmaproteïnen. Naltrexon wordt gehydroxyleerd in de lever, voornamelijk in 6-bèta-naltrexol en in mindere mate in 2hydroxy-3-methoxy-6-bèta-naltrexol. Naltrexon en 6-bèta-naltrexol dragen beide bij tot de vastgestelde farmacologische activiteit. Naltrexon wordt voornamelijk uitgescheiden via de urine, in geconjugeerde vorm. De plasmahalfwaardetijd bedraagt ongeveer 4 uur voor naltrexon en 13 uur voor 6-bèta-naltrexol. 5.3
Gegevens uit preklinisch veiligheidsonderzoek
Bij experimenten op dieren werd pas een toxiciteit vastgesteld bij doses die hoger lagen dan de maximumdosis voor de mens. Daarom zijn de gegevens van de proeven op dieren niet indicatief voor een toxiciteitrisico bij de mens. Er werden studies van acute, subacute en chronische toxiciteit van naltrexon uitgevoerd bij knaagdieren en niet-knaagdieren. Er werd geen enkele abnormale vaststelling gedaan. Bij ratten en muizen werd de carcinogenese onderzocht. Uit de resultaten van deze studies blijkt dat naltrexon niet carcinogeen is in experimentele omstandigheden. Een extensieve studie in vitro en in vivo heeft geen significant mutageen potentieel aan het licht gebracht. Naltrexon (100 mg/kg, ongeveer 140 keer de therapeutische dosis voor de mens) heeft bij de rat een significante verhoging van pseudograviditeit veroorzaakt. Er werd ook een daling van het Pagina 7 van 9
Samenvatting van de kenmerken van het product graviditeitspercentage bij de rat vastgesteld. Het belang van deze vaststellingen voor de menselijke fertiliteit is niet bekend. Er werd een embryocide effect van naltrexon vastgesteld bij ratten en konijnen, bij doses van ongeveer 140 keer de therapeutische dosis bij de mens. Dit effect werd aangetoond bij ratten bij een dosis van 100 mg naltrexon/kg voor en tijdens de dracht, en bij konijnen behandeld met 60 mg naltrexon/kg tijdens de organogenese(zie rubriek 4.6). . 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
monohydraatlactose, microkristallijne cellulose, crospovidon, watervrij magnesiumstearaat, lichtgeel Opadry®, gezuiverd water (productieadjuvans). 6.2
colloïdaal
silicium,
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing. 6.3
Houdbaarheid
2 Jaren 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet bewaren boven 25°C. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Blisterverpakking met 28 en 49 tabletten (7 tabletten per blisterverpakking). PVC/PE/Aclar/Aluminium blisterverpakkingen of PVC/Aclar/PVC/Aluminium blisterverpakkingen. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. 7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Bristol-Myers Squibb Belgium N.V. Terhulpsesteenweg 185 B-1170 Brussel 8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE145406
Pagina 8 van 9
Samenvatting van de kenmerken van het product 9. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING a. Datum van eerste vergunning: 30/01/1998 b. Datum van hernieuwing van de vergunning: 08/07/2009 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST Datum van de laatste herziening van de SKP: 01/2014 Goedkeuringsdatum : 05/2015
Pagina 9 van 9