Sandoz
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 1 van 18 SPKN 16.06.2006
SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 mg filmomhulde tabletten Co-Quinapril Sandoz 20/12,5 mg filmomhulde tabletten Co-Quinapril Sandoz 20/25 mg filmomhulde tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 mg filmomhulde tabletten : Iedere tablet bevat 10 mg quinapril (onder de vorm van quinapril chloorhydraat) en 12,5 mg hydrochloorthiazide. Co-Quinapril Sandoz 20/12,5 mg filmomhulde tabletten : Iedere tablet bevat 20 mg quinapril (onder de vorm van quinapril chloorhydraat) en 12,5 mg hydrochloorthiazide. Co-Quinapril Sandoz 20/25 mg filmomhulde tabletten : Iedere tablet bevat 20 mg quinapril (onder de vorm van quinapril chloorhydraat) en 25 mg hydrochloorthiazide. Voor de hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tabletten Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 mg filmomhulde tabletten : Ovale, biconvexe, roze tablet met breekgleuf aan beide zijden en met aan één kant de inscriptie « I ». Grootte : 4,5 x 8,7 mm. Co-Quinapril Sandoz 20/12,5 mg filmomhulde tabletten : Ovale, biconvexe, roze tablet met breekgleuf aan beide zijden en met aan één kant de inscriptie « I ». Grootte : 5,8 x 11,3 mm. Co-Quinapril Sandoz 20/25 mg filmomhulde tabletten : Ronde, biconvexe roze tablet met een breekgleuf aan beide zijden en met aan één kant de inscriptie « I ». Diameter : 8,5 mm.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
Sandoz
4.1
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 2 van 18 SPKN 16.06.2006
Therapeutische indicaties
Behandeling van essentiële hypertensie. Deze vaste combinatie is aangewezen bij patiënten bij wie de bloeddruk niet voldoende onder controle komt met alleen quinapril. 4.2
Dosering en wijze van toediening
Vóór toediening van Co-Quinapril Sandoz is het aangewezen de afzonderlijke actieve stoffen te titreren. Indien dit klinisch aangewezen is, kan de onmiddellijke overstap van een monotherapie naar een vaste combinatie worden overwogen. Co-Quinapril Sandoz dient ‘s ochtends te worden ingenomen. Nierinsufficiëntie Bij nierpatiënten met een creatinineklaring tussen 30 en 60 ml/min, moeten de afzonderlijke doses van de actieve stoffen apart en met de grootste omzichtigheid worden getitreerd alvorens over te stappen op een vaste combinatie. De dosis van de vaste combinatie moet zo laag mogelijk worden gehouden. De vaste combinatie is niet aangewezen voor patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min), zie rubriek 4.3. Bejaarden Bij bejaarde patiënten, moeten de afzonderlijke doses van de actieve stoffen apart en met de grootste omzichtigheid worden getitreerd alvorens over te stappen op een vaste combinatie. De dosis van de vaste combinatie moet zo laag mogelijk worden gehouden. Gebruik in de pediatrie Bij kinderen en adolescenten werden de doeltreffendheid en de veiligheid van dit geneesmiddel niet geëvalueerd. Bijgevolg mag dit product niet worden voorgeschreven aan deze groep. 4.3 4.4
Contra-indicaties Overgevoeligheid voor quinapril, voor één van de vulstoffen of voor eender welke andere ACE-remmer Overgevoeligheid voor hydrochloorthiazide of voor andere sulfamide derivaten Antecedenten van angioneurotisch oedeem als gevolg van eerdere behandeling met een ACE-remmer Erfelijk of idiopatisch angioneurotisch oedeem Ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min) Ernstige leverinsufficiëntie Tweede en derde trimester van de zwangerschap (zie rubriek 5.6) Borstvoeding Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Sandoz
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 3 van 18 SPKN 16.06.2006
Quinapril Symptomatische hypotensie Symptomatische hypotensie werden zelden gezien bij patiënten met ongecompliceerde hypertensie. Bij hypertensieve patiënten onder quinapril doet hypotensie zich vermoedelijk vaker voor indien de patiënt een volumedepletie vertoont, bijvoorbeeld als gevolg van een diuretische behandeling, een zoutarm dieet, diarree of braken, of indien de patiënt een ernstige renine-afhankelijke hypertensie vertoont (zie rubrieken 4.5. en 4.8). Bij patiënten met hartfalen (al dan niet gepaard met nierinsufficiëntie), werden gevallen van symptomatische hypotensie vastgesteld. De kans hierop is groter bij patiënten met een ernstigere graad van hartinsufficiëntie hetgeen tot uiting komt door gebruik van hogere doses lisdiuretica, hyponatriëmie of een nierfunctiestoornis. Bij patiënten met een verhoogd risico op symptomatische hypotensie, dient de behandeling onder medisch toezicht te worden ingesteld en opgevolgd. Soortgelijke overwegingen gelden voor patiënten met een ischemische hartziekte of een cerebrovasculaire aandoening bij wie een excessieve bloeddrukdaling een myocardinfarct of een cerebrovasculair accident tot gevolg zou kunnen hebben. Indien hypotensie optreedt, dient men de patiënt neer te leggen en hem, indien nodig, een intraveneus infuus van fysiologisch zout te geven. Een voorbijgaande bloeddrukdaling vormt geen contra-indicatie voor de toediening van latere doses, die zonder probleem kunnen worden toegediend eens de bloeddruk gesteven is na volume-expansie. Bij een aantal patiënten met hartfalen bij wie de bloeddruk normaal of laag is, kan zich een bijkomende verlaging van de systemische arteriële druk voordoen onder quinapril. Dit is een voorziene bijwerking die doorgaans geen reden vormt om de behandeling stop te zetten. Indien de hypotensie symptomatisch wordt, dient de verlaging van de dosis of de stopzetting van de behandeling te worden overwogen. Aorta- of mitralis-klepstenose/hypertrofische cardiomyopathie Zoals ook voor andere ACE-remmers geldt, moet quinapril voorzichtig worden toegediend aan patiënten met een mitralis stenose of een obstructie ter hoogte van de uitstroom van het linkerventrikel zoals een aorta-stenose of een hypertrofische cardiomyopathie. In geval van significante hemodynamische obstructie, mag de vaste combinatie niet worden toegediend. Gewijzigde nierfunctie In geval van nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 60 ml/min), moet de oorspronkelijke dosering van quinapril worden aangepast afhankelijk van de creatinineklaring van de patiënt (zie rubriek 4.2.), en vervolgens afhankelijk van de respons van de patiënt op de behandeling. Bij deze patiënten maakt een routinecontrole van kalium en creatinine deel uit van de normale medische praktijk. Bij een aantal patiënten met bilaterale stenose van de arteriae renales of met unilaterale stenose bij één functionerende nier, behandeld met een ACE-remmer, werden verhoogd bloedureum en serumcreatinine vastgesteld, die meestal reversibel bleken na stopzetting van de behandeling. Dit probleem kan zich vooral voordien bij patiënten met nierinsufficiëntie. In geval van renovasculaire hypertensie, bestaat er een verhoogd risico op ernstige hypotensie en nierinsufficiëntie. Bij deze patiënten moet de behandeling worden ingesteld aan een lage dosis en onder strikt medisch toezicht, waarbij de dosis voorzichtig zal worden opgedreven.
Sandoz
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 4 van 18 SPKN 16.06.2006
Vermits de behandeling met diuretica hoger vermelde toestand in de hand kan werken, dienen deze diuretica te worden stopgezet en zal de nierfunctie tijdens de eerste weken behandeling met quinapril zorgvuldig worden opgevolgd. Bij sommige hypertensieve patiënten met ongekende reeds bestaande nierinsufficiëntie werden verhogingen van het bloedureum en de serumcreatinine vastgesteld. Deze stijgingen waren meestal beperkt in omvang en van voorbijgaande aard en deden zich voornamelijk voor wanneer quinapril tezelfdertijd met een diureticum werd toegediend. Het risico op deze stijgingen is groter bij patiënten met reeds bestaande nierinsufficiëntie. In dat geval kan het aangewezen zijn om de dosis van het diureticum of quinapril te verlagen of stop te zetten. Niertransplantatie Er bestaat geen enkele ervaring met de toediening van quinapril aan patiënten die recent een niertransplantatie hebben ondergaan. Bijgevolg is een behandeling met quinapril in dat geval niet aangewezen. Hemodialyse patiënten Er werden anafylactoïde reacties beschreven bij patiënten die werden gedialyseerd met « high flux-membranen » en die tegelijk met een ACE-remmer werden behandeld. Het wordt daarom aanbevolen om bij deze patiënten een ander type dialysemembraan toe te passen of een andere klasse van antihypertensiva te gebruiken Overgevoeligheid/angioneurotisch oedeem Angioneurotisch oedeem ter hoogte van het gelaat, de extremiteiten, de lippen, de tong, de glottis en/of de larynx werd in zeldzame gevallen beschreven bij patiënten die met ACEremmers, waaronder quinapril, werden behandeld. Deze symptomen kunnen op elk moment tijdens de behandeling ontstaan. In dergelijke gevallen dient de toediening van quinapril onmiddellijk te worden gestaakt en dient goed te worden gecontroleerd of de verschijnselen geheel verdwenen zijn alvorens de patiënt weer naar huis te sturen. Zelfs in die gevallen waarbij enkel de tong gezwollen is zonder dat er ademnood ontstaat, kan het noodzakelijk zijn de patiënten langdurig te observeren vermits een behandeling met een antihistaminicum en corticosteroïden onvoldoende kan zijn. In zeer zeldzame gevallen werd overlijden gerapporteerd als gevolg van angioneurotisch oedeem, meer bepaald glottis- of tongoedeem. Patiënten bij wie de tong, de glottis of de larynx betrokken zijn, lopen gevaar op obstructie van de luchtwegen, in het bijzonder patiënten met antecedenten van respiratoire chirurgie. In deze gevallen dient er snel een noodbehandeling te worden opgestart; deze kan bestaan uit de toediening van adrenaline en/of het behoud van de permeabiliteit van de ademhalingswegen. De patiënt moet onder strikt medisch toezicht blijven tot de symptomen volledig verdwenen zijn of wegblijven. Patiënten met een voorgeschiedenis van angioneurotisch oedeem dat niet het gevolg is van een behandeling met een ACE-remmer, vertonen een verhoogd risico op angioneurotisch oedeem wanneer zij een ACE-remmer krijgen (zie rubriek 4.3.). Anafylactoïde reacties tijdens LDL-aferese Het gebeurt zelden dat patiënten onder ACE-remmers tijdens een LDL-aferese met dextransulfaat levensbedreigende anafylactoïde reacties vertonen. Deze reacties kunnen
Sandoz
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 5 van 18 SPKN 16.06.2006
worden vermeden door vóór iedere aferese de behandeling met de ACE-remmer tijdelijk stop te zetten. Desensibilisatie Een aantal patiënten onder ACE-remmers vertoonde tijdens een desensibilisatiebehandeling (bijvoorbeeld tegen hymenopteragif) levensbedreigende anafylactoïde reacties. Bij deze patiënten konden deze reacties worden vermeden wanneer de ACE-remmers tijdelijk werden gestaakt ; de reacties verschenen echter opnieuw wanneer het geneesmiddel bij vergissing opnieuw werd toegediend.
Leverinsufficiëntie ACE-remmers werden in zeldzame gevallen in verband gebracht met een syndroom dat begint met cholestatische icterus en evolueert naar fulminante levernecrose en (soms) overlijden. Het mechanisme van dit syndroom werd nog niet opgehelderd. Patiënten onder ACE-remmers die icterus ontwikkelen of uitgesproken stijgingen van de leverenzymewaarden vertonen, dienen de behandeling met de ACE-remmer te staken en door een arts te worden nagekeken. Neutropenie/agranulocytose Er werden gevallen van neutropenie/agranulocytose, thrombocytopenie en anemie gesignaleerd bij patiënten onder ACE-remmers. Bij patiënten met een normale nierfunctie en zonder andere complicatiefactoren, treedt zelden neutropenie op. Neutropenie en agranulocytose zijn irreversibel na stopzetting van de ACE-remmers. Quinapril moet uiterst voorzichtig worden gebruikt bij patiënten met een aandoening van de collageenweefsels, bij patiënten behandeld met immunosuppressiva, allopurinol of procaïnamide, of bij patiënten met een combinatie van deze risicofactoren, vooral in geval van een reeds bestaande verstoorde nierfunctie. Sommige van deze patiënten ontwikkelden ernstige infecties, die in een aantal gevallen niet reageerden op een antibioticatherapie met hoge doses. Wanneer quinapril wordt gebruikt bij deze patiënten, is periodieke controle van het aantal witte bloedcellen aangewezen en dienen de patiënten verzocht te worden ieder teken van infectie te melden. Etnische verschillen Zoals ook voor andere ACE-remmers geldt, blijkt quinapril de bloeddruk bij negroïde mensen minder effectief te verlagen dan bij niet-negroïden, mogelijk vanwege een hogere prevalentie van een lage renine status bij de negroïde hypertensieve populatie. Hoest Er werden hoestaanvallen gesignaleerd tijdens het gebruik van ACE-remmers. Kenmerkend is dat de hoest niet-productief is, persisteert en na staken van de behandeling verdwijnt. Een hoest, veroorzaakt door een ACE-remmer, dient te worden beschouwd als onderdeel van de differentieeldiagnose. Heelkundige ingreep/anesthesie Bij patiënten die een ingrijpende operatie ondergaan, of die onder narcose worden gebracht met middelen die hypotensie veroorzaken, kan quinapril de vorming van angiotensine II na een compensatoire reninesecretie blokkeren. Als zich hypotensie voordoet die aan dit
Sandoz
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 6 van 18 SPKN 16.06.2006
mechanisme wordt toegeschreven, dan kan deze hypotensie door volumevergroting worden gecorrigeerd. Hyperkaliëmie Er werden stijgingen van de serumkaliumconcentraties waargenomen bij sommige patiënten behandeld met een ACE-remmer, waaronder quinapril. Tot de patiënten met een verhoogd risico op hyperkaliëmie behoren patiënten met nierinsufficiëntie of diabetes of patiënten die gelijktijdig kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen of kaliumbevattende zoutvervangers gebruiken; of patiënten die andere geneesmiddelen innemen die een stijging van de serumkaliumconcentratie (bijvoorbeeld : heparine) tot gevolg hebben. Indien gelijktijdig gebruik van eerder genoemde middelen noodzakelijk lijkt, is regelmatige opvolging van de serumkaliumconcentraties aangewezen (zie rubriek 4.5). Diabetespatiënten Bij diabetespatiënten behandeld met orale antidiabetica of met insuline, moet de glycemie streng worden opgevolgd tijdens de eerste maand behandeling met de ACE-remmer. Lithium Co-Quinapril Sandoz wordt niet aanbevolen in combinatie met lithium wegens de versterkte lithiumtoxiciteit (zie rubriek 4.5). Hydrochloorthiazide Nierinsufficiëntie Bij patiënten met een nierziekte, kunnen thiaziden azotemie veroorzaken. Er kunnen zich gecumuleerde effecten van de actieve stof ontwikkelen bij patiënten met gewijzigde nierfunctie. Indien zich een progressieve nierinsufficiëntie voordoet, gekenmerkt door een stijging van het niet eiwit gebonden stikstofgehalte, moet de therapie nauwlettend worden geëvalueerd: de onderbreking van de therapie met het diureticum moet dan worden overwogen (zie rubriek 4.3.). Leverinsufficiëntie Thiaziden moeten voorzichtig worden gebruikt bij patiënten met een gewijzigde leverfunctie of een evolutieve leveraandoening, vermits kleine wijzigingen in het vocht- of elektrolytenevenwicht levercoma kunnen veroorzaken (zie rubriek 4.3). Metabolische en endocriene effecten Een behandeling met thiaziden kan tot glucose-intolerantie leiden. Bij diabetespatiënten kunnen dosisaanpassingen van de insuline of van orale hypoglycemiërende stoffen noodzakelijk zijn. Latente diabetes kan manifest worden tijdens een behandeling met thiazide. Verhogingen van de cholesterol- en de triglyceridespiegels werden in verband gebracht met thiazidediuretica. Bij sommige patiënten behandeld met thiazide kan hyperuricemie optreden of kan zich jicht ontwikkelen.
Sandoz
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 7 van 18 SPKN 16.06.2006
Verstoord elektrolytenevenwicht Zoals het geval is voor alle patiënten behandeld met diuretica, is het aangewezen de serumelektrolyten op geschikte tijdstippen te controleren. Thiaziden (inclusief hydrochloorthiazide) kunnen leiden tot een verstoorde vloeistof- of elektrolytenbalans (hypokaliëmie, hyponatriëmie, hypochloremische alcalose). De tekenen van een verstoord vocht- of elektrolytenevenwicht zijn : droge mond, dorst, zwakte, lethargie, slaperigheid, agitatie, spierpijn of krampen, spiermoeheid, hypotensie, oligurie, tachycardie en gastro-intestinale stoornissen zoals misselijkheid en braken. Hoewel er zich hypokaliëmie kan ontwikkelen tijdens het gebruik van thiazidediuretica, kan een gelijktijdige behandeling met quinapril de door de diuretica geïnduceerde hypokaliëmie doen verminderen. Het grootste risico op hypokaliëmie wordt vastgesteld bij patiënten met levercirrose, bij patiënten met overvloedige diurese, bij patiënten met een onvoldoende orale inname van elektrolyten, en bij patiënten behandeld met corticosteroïden of met ACTH (zie rubriek 4.5) Patiënten met oedeem kunnen bij warm weer verdunningshyponatriëmie ontwikkelen. De hypochloremie is over het algemeen matig van ernst en meestal is er geen behandeling vereist. Thiaziden kunnen de calcium-excretie via de urine verminderen en veroorzaken intermitterend een lichte verhoging van het serumcalcium bij afwezigheid van bekende stoornissen in het calciummetabolisme. Duidelijke hypercalciëmie kan een aanwijzing zijn voor verborgen hyperparathyroïdisme. De toediening van de thiaziden dienen te worden gestaakt vooraleer testen naar de parathyroïdfunctie uit te voeren. Van thiaziden werd aangetoond dat ze de urinaire excretie van magnesium verhogen, hetgeen kan resulteren in hypomagnesiëmie. Anti-dopingtest Hydrochloorthiazide aanwezig in dit geneesmiddel kan een positief analyseresultaat geven in een anti-dopingtest. Andere Gevoeligheidsreacties kunnen voorkomen bij patiënten met of zonder voorgeschiedenis van allergie of bronchiaal astma. De mogelijkheid van exacerbatie of activatie van systemische lupus erythematodes is gemeld bij gebruik van thiaziden. Combinatie quinapril/hydrochloorthiazide Risico op hypokaliëmie De combinatie van een ACE-remmer en een thiazide sluit hypokaliëmie niet uit. Het kaliumgehalte moet geregeld worden gecontroleerd. Lithium Co-Quinapril Sandoz wordt niet aanbevolen in combinatie met lithium wegens de versterkte lithiumtoxiciteit (zie rubriek 4.5). 4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Sandoz
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 8 van 18 SPKN 16.06.2006
Quinapril Tetracyclines Co-Quinapril Sandoz bevat magnesium dat een chelaatcomplex vormt met tetracyclines, waardoor de absorptie vermindert. Deze combinatie moet bijgevolg worden vermeden. Kaliumsparende diuretica en kaliumsupplementen ACE-remmers zwakken het door de diuretica geïnduceerde kaliumverlies af. Kaliumsparende diuretica (bijvoorbeeld spironolacton, triamtereen of amiloride), kaliumsupplementen of kaliumbevattende zoutvervangers kunnen de serumkaliumconcentraties aanzienlijk verhogen. Als gelijktijdig gebruik is aangewezen wegens aangetoonde hypokaliëmie, moeten deze geneesmiddelen met voorzichtigheid worden gebruikt onder frequente controle van de serumkaliumconcentraties (zie rubriek 4.4). Diuretica (thiazide- of lisdiuretica) Eerdere behandeling met hoge doses diuretica kan bij instelling van de behandeling met quinapril volumedepletie en een risico op hypotensie geven (zie rubriek 4.4). Het hypotensieve effect kan worden verminderd door stopzetting van het diureticum, verhoging van het volume of zoutinname, of door behandeling met een lage dosis quinapril. Andere antihypertensiva Gelijktijdig gebruik van deze middelen kan het hypotensieve effect van quinapril verhogen. Gelijktijdig gebruik van nitroglycerine en andere nitraten of andere vaatverwijdende middelen kan de bloeddruk verder verlagen. Lithium Bij gelijktijdige toediening van lithium met ACE-remmers zijn reversibele verhogingen van het serumlithium en de lithiumtoxiciteit gemeld. Gebruik van quinapril in combinatie met lithium is dus niet aangewezen, maar als de combinatie noodzakelijk is, moet het serumlithium zorgvuldig worden gecontroleerd (zie rubriek 4.4). Tricyclische antidepressiva/antipsychotica/anesthetica/narcotica Gelijktijdig gebruik van bepaalde anesthetica, tricyclische antidepressiva en antipsychotica met ACE-remmers kan de bloeddruk verder verlagen. Er kan posturale hypotensie optreden (zie rubriek 4.4). Niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s), inclusief ≥ 3 g acetylsalicylzuur De toediening van NSAID’s kan het bloeddrukverlagend effect van de ACE-remmer verminderen. NSAID’s en ACE-remmers hebben een additieve werking op de toename van de serumkaliumconcentratie hetgeen een verminderde nierfunctie tot gevolg heeft. Meestal zijn deze effecten reversibel. Zelden treedt er acute nierfunctiestoornis op, vooral bij patiënten met een gewijzigde nierfunctie, zoals ouderen en gedehydrateerde patiënten. Sympathicomimetica
Sandoz
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 9 van 18 SPKN 16.06.2006
Sympathicomimetica kunnen het antihypertensieve effect van ACE-remmers verminderen. Antidiabetica Epidemiologisch onderzoek doet vermoeden dat gelijktijdige toediening van ACE-remmers en antidiabetische geneesmiddelen (insuline, orale hypoglykemica) het hypoglycemiërend effect kan versterken met een risico op hypoglykemie. De kans op dit fenomeen leek groter te zijn tijdens de eerste weken van gecombineerde behandeling en bij patiënten met een nierfunctiestoornis. Antacida Antacida kunnen de biodisponibiliteit van de ACE-remmers verminderen. Alcohol Alcohol versterkt het hypotensieve effect van ACE-remmers. Hydrochloorthiazide Amfotericine B (parenteraal), carbenoxolon, corticosteroïden, corticotrofine (ACTH) of stimulerende laxativa Hydrochloorthiazide kan de elektrolytendepletie versterken, vooral hypokaliëmie. Calciumzouten In geval van gelijktijdige toediening met thiazidediuretica, kan zich een verhoging van de serumcalciumspiegels voordoen als gevolg van een verminderde excretie. Digitalisglycosiden Er bestaat een verhoogd risico op toxische effecten van digitalis in combinatie met door thiaziden geïnduceerde hypokaliëmie. Cholestyramine en colestipalharsen De absorptie van hydrochloorthiazide vermindert met 85% bij gelijktijdige toediening van cholestyramine en met 43% bij gelijktijdige toediening van colestipol. De producten moeten met een interval van enkele uren worden ingenomen. Sulfonamide-derivaten dienen minstens één uur voor of vier tot zes uur na dit geneesmiddel te worden ingenomen. Non polariserende myorelaxantie (bijvoorbeeld : tubocurarinechloride) Het effect van deze stoffen kan versterken onder invloed van hydrochloorthiazide. Geneesmiddelen geassocieerd met torsades de pointes Gelet op het risico op hypokaliëmie moet er blijk worden gegeven van voorzichtigheid in geval van gelijktijdige toediening van hydrochloorthiazide en geneesmiddelen geassocieerd met torsades de pointes. Dat is bijvoorbeeld het geval met sommige antiaritmica, sommige antipsychotica en andere geneesmiddelen waarvan geweten is dat ze leiden tot torsades de pointes. Combinatie quinapril/hydrochloorthiazide
Sandoz
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 10 van 18 SPKN 16.06.2006
Lithium Gelijktijdig gebruik van thiazidediuretica kan het reeds toegenomen risico op lithiumtoxiciteit verder verhogen. Gebruik van quinapril en van hydrochloorthiazide in combinatie met lithium is dus niet aangewezen, maar als de combinatie noodzakelijk is, moet het serumlithium zorgvuldig worden gecontroleerd. Niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen In de litteratuur werd beschreven dat NSAID’s en ACE-remmers bij gelijktijdige toediening een additieve werking hebben op de toename van de serumkaliumconcentraties, terwijl de nierfunctie vermindert. In principe zijn deze effecten reversibel. Zelden treedt er acute nierinsufficiëntie op, vooral bij patiënten met een gewijzigde nierfunctie, zoals bejaarde en gedehydrateerde patiënten. De chronische toediening van NSAID’s kan het bloeddrukverlagend effect van ACE-remmers verminderen. De toediening van NSAID’s kan de diuretische, natriuretische en antihypertensieve werking van de thiazidediuretica verminderen. Trimethoprime De gelijktijdige toediening van ACE-remmers en thiaziden met trimethoprime verhoogt het risico op hyperkaliëmie. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap Quinapril mag niet worden gebruikt tijdens het eerste trimester van de zwangerschap. Bij een geplande of bevestigde zwangerschap moet zo snel mogelijk worden overgegaan op een alternatieve behandeling. Er werden geen controlestudies naar ACE-remmers verricht bij de mens, maar een beperkt aantal gevallen van blootstelling in het eerste zwangerschapstrimester hebben geen misvormingen te zien gegeven. Quinapril is gecontra-indiceerd tijdens het tweede en derde trimester van de zwangerschap. (zie rubriek 4.3). Het is bekend dat langdurige blootstelling aan ACE-remmers tijdens het tweede en derde trimester van de zwangerschap bij mensen foetotoxiciteit (verminderde nierfunctie, oligohydramnios, vertraagde ossificatie van de schedel) en neonatale toxiciteit (nierfalen, hypotensie, hyperkaliëmie) veroorzaken (zie ook rubriek 5.3). Indien er tijdens het eerste trimester van de zwangerschap blootstelling aan quinapril heeft plaatsgevonden, wordt echografische controle van de nierfunctie en de schedel aanbevolen. Pasgeboren waarvan de moeder quinapril heeft genomen, moeten van dichtbij door de arts worden gevolgd op hypotensie, oligurie en hyperkaliëmie. Quinaprilaat kan uit de neonatale circulatie worden geëlimineerd door peritoneale dialyse. Het is theoretisch mogelijk quinapril te verwijderen door wisseltransfusie. Langdurige blootstelling aan hydrochloorthiazide tijdens het derde trimester van de zwangerschap kan foetoplacentaire ischemie en groeiachterstand veroorzaken. Bovendien
Sandoz
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 11 van 18 SPKN 16.06.2006
werden zeldzame gevallen van hypoglycemie en thrombocytopenie gerapporteerd bij pasgeborenen na blootstelling rond de bevalling. Hydrochloorthiazide kan zowel het plasmavolume als het uteroplacentair bloeddebiet doen verminderen in de uterus en de placenta. Borstvoeding Zowel quinapril als hydrochloorthiazide worden in de moedermelk uitgescheiden. Het gebruik van thiaziden door moeders die borstvoeding geven, werd in verband gebracht met een afname of zelfs een onderdrukking van de melkafgifte. Overgevoeligheid voor sulfonamide-derivaten, hypokaliëmie en nucleaire icterus kunnen optreden Vanwege de mogelijkheid op ernstige bijwerkingen bij de zuigeling, moet een keuze worden gemaakt tussen het staken van de borstvoeding of van de behandeling, rekening houdend met het belang van de therapie voor de moeder. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen.
Dit geneesmiddel heeft een geringe tot matige invloed op het vermogen om voertuigen te besturen of machines te bedienen. Bij het besturen van voertuigen of bedienen van machines moet er rekening mee worden gehouden dat er soms duizeligheid of vermoeidheid kan optreden. 4.8
Bijwerkingen
De volgende bijwerkingen werden met onderstaande frequenties vastgesteld tijdens een behandeling met quinapril en andere ACE-remmers : zeer vaak (> 1/10), vaak (> 1/100, < 1/10), soms (> 1/1 000, < 1/100), zelden (> 1/10 000, < 1/1 000), zeer zelden (< 1/10 000, inclusief geïsoleerde gevallen). Quinapril Stoornissen van het bloed- en lymfestelsel : Soms : Thrombocytopenie Psychiatrische stoornissen : Vaak : Slapeloosheid, vermoeidheid, slaperigheid, depressieve stemming Soms : Slaapstoornissen, agitatie Zelden : Depressie, verwardheid Stoornissen van het zenuwstelsel : Vaak : Duizeligheid, evenwichtsstoornissen, slaperigheid Soms : Paresthesie, syncope Zelden : Neuropathie Oogstoornissen : Zelden :
Amblyopie, wazig zicht
Sandoz
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 12 van 18 SPKN 16.06.2006
Stoornissen van het oor en de gehoorzenuw : Zelden : Oorsuizing Hartstoornissen Soms : Zeer zelden :
Palpitaties, tachycardie, angina pectoris, asystolie Hartritmestoornissen
Vasculaire stoornissen : Vaak : Hypotensie Soms : Vasodilatatie Zeer zelden : Myocardinfarct of cerebrovasculair accident, mogelijk als gevolg van extreme hypotensie bij risicopatiënten, syndroom van Raynaud Respiratoire, thoracale en mediastinale stoornissen : Vaak : Hoest Zelden : Bronchospasme, exacerbatie van astma, rhinitis Gastro-intestinale stoornissen : Vaak : Misselijkheid, braken, diarree Soms : Dyspepsie, buikpijn, anorexia, monddroogte, verteringsstoornissen Zelden : Smaakstoornissen, constipatie, pancreatitis Zeer zelden : Ileus
flatulentie,
Gal- en leverstoornissen : Zelden : Gewijzigde leverfunctie Zeer zelden : Hepatitis Stoornissen van de huid en de onderhuid : Soms : Exantheem, pruritis, urticaria, exfoliatieve dermatitis, diaforese, alopecie, lichtgevoeligheid Zelden : Pemfigus, psoriasis-like exantheem Zeer zelden : Erythema multiforme, onycholyse. In geval van ernstige huidreacties, dient de behandeling onmiddellijk te worden gestaakt en moet de patiënt door een arts worden opgevolgd. Stoornissen van de skeletspieren, de beenderen en de bindweefsels : Zelden : Myalgie, artralgie, rugpijn Stoornissen van de nieren en de urinewegen : Zelden : Gewijzigde nierfunctie, hyperkaliëmie Stoornissen van het voortplantingsstelsel en de borsten : Soms : Impotentie
Sandoz
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 13 van 18 SPKN 16.06.2006
Algemene stoornissen : Vaak : Hoofdpijn, vermoeidheid, pijn in de borststreek Soms : Asthenie Zelden : Angioneurotisch oedeem (met zwelling van gelaat, lippen, tong en keelholte) De incidentie van angioneurotisch oedeem is hoger bij personen van het negroïde ras. Er werden zeldzame gevallen van agranulocytose gerapporteerd, evenals een syndroom met symptomen als koorts, serositeit, vascularitis, myalgieën, artralgieën/artritis, positieve ANAtiter, verhoogde sedimentatiesnelheid, eosinofilie en leukocytose. Er werden gevallen van gynecomastie en vascularitis gerapporteerd bij gebruik van andere ACE-remmers; het kan niet worden uitgesloten dat deze ongunstige effecten specifiek voor deze groep zijn. Biologische waarden : er werden tijdelijke stijgingen gerapporteerd van het serumcreatinine en het serumureum, in het bijzonder in geval van een gelijktijdige behandeling met diuretica. Met andere ACE-remmers werden lichte stijgingen van de hemoglobine- en de hematocrietwaarden gerapporteerd. Het kan niet worden uitgesloten dat deze ongunstige effecten specifiek voor deze groep zijn. Hydrochloorthiazide De volgende bijwerkingen werden met onderstaande frequenties vastgesteld tijdens een behandeling met hydrochloorthiazide: zeer vaak (> 1/10), vaak (> 1/100, < 1/10), soms (> 1/1 000, < 1/100), zelden (> 1/10 000, < 1/1 000), zeer zelden (< 1/10 000, inclusief geïsoleerde gevallen). Infecties en infestaties : Soms : Sialadenitis Stoornissen van het bloed- en lymfestelsel : Soms : Trombocytopenie Zelden : Leucopenie, beenmergdepressie Zeer zelden : Neutropenie/agranulocytose, aplastische anemie, hemolytische anemie. Stofwisselings- en voedingsstoornissen : Vaak : Verstoorde elektrolytenbalans (hyponatriëmie en hypokaliëmie), hyperuricemie, hyperglycemie, glycosurie, verhogingen van de cholesterol- en triglyceridespiegels. Soms : Anorexia Psychiatrische stoornissen : Soms : Slaapstoornissen, depressie Zelden : Agitatie
Sandoz
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 14 van 18 SPKN 16.06.2006
Stoornissen van het zenuwstelsel Soms : Paresthesie, gebrek aan eetlust Zelden : Gevoel van dronkenschap Oogstoornissen : Zelden :
Xanthopsie, tijdelijk wazig zicht
Stoornissen van het oor en de gehoorzenuw : Soms : Duizeligheid Hartstoornissen : Soms :
Orthostatische hypotensie, hartaritmie
Vasculaire stoornissen : Zelden : Angiitis necroticans (vasculitis, huidvasculitis) Respiratoire, thoracale en mediastinale stoornissen : Zelden : Respiratoire benauwdheid (pneumonie en longoedeem) Gastro-intestinale stoornissen : Soms : Maagirritatie, diarree, constipatie Zelden : Pancreatitis Gal- en leverstoornissen : Zelden : Icterus (intrahepatisch, cholestatische icterus) Stoornissen van de huid en de onderhuid : Zelden : Lichtgevoeligheidsreacties, rash, urticaria, anafylactische reacties, toxische epidermale necrolyse Zeer zelden : Huidreacties vergelijkbaar met die van lupus erythematosus van de huid, heropflakkering van een lupus erythematosus van de huid Stoornissen van de skeletspieren, de beenderen en de bindweefsels : Soms : Spierkrampen Stoornissen van de nieren en de urinewegen : Zelden : Interstitiële nefritis, nierinsufficiëntie Algemene stoornissen en stoornissen op de plaats van toediening : Soms : Zwakte Soms : Koorts 4.9
Overdosering
Symptomen De symptomen van overdosering zijn : toegenomen diurese, verstoorde elektrolytenbalans, ernstige hypotensie, bewustzijnsverlies (inclusief coma), convulsies, paresie, hartaritmie, bradycardie, nierinsufficiëntie.
Sandoz
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 15 van 18 SPKN 16.06.2006
Behandeling Men dient maatregelen te nemen die gericht zijn op de absorptie (bijvoorbeeld maagspoeling, toediening van adsorbantia en natriumsulfaat maximum 30 minuten na de inname), en op het versnellen van de eliminatie in geval van recente overdosering. Indien hypotensie optreedt, dient de patiënt in shockpositie te worden gelegd, moet er zout worden toegediend en moet de bloedmassa worden hersteld. Behandeling met angiotensine II dient te worden overwogen. Gevallen van bradycardie of ernstige vagale reacties moeten worden behandeld met atropine. Gebruik van een pacemaker kan worden overwogen. De vocht-, elektrolyten- en zuur/basebalans moeten permanent worden gecontroleerd. In geval van hypokaliëmie, is de toediening van kalium noodzakelijk.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische groep : ACE-remmers en diuretica, ATC Code :C09BA06 Co-Quinapril Sandoz is een vaste combinatie van quinapril, een ACE-remmer, en hydrochloorthiazide, een bloeddrukverlagend diureticum. De gelijktijdige toediening van deze stoffen verlaagt de arteriële druk in hogere mate dan een ander bestanddeel dat in monotherapie wordt toegediend. Zoals voor andere ACE-remmers geldt, kan quinapril het kaliumverlies inherent aan het gebruik van hydrochloorthiazide tegengaan. Quinapril wordt gehydrolyseerd tot de actieve metaboliet, quinaprilaat, een krachtige langdurig werkzame remmer van het angiotensine-conversie-enzym (ACE) in plasma en in de weefsels. Het angiotensine-conversie-enzym (ACE) katalyseert de conversie van concentraties angiotensine-I en angiotenisne-II, een krachtige vasoconstrictor. De inhibitie van het ACE leidt tot een verminderde concentratie van angiotensine II en tot een verlaagde aldosteronsecretie ; ook het metabolisme van bradykinine wordt vermoedelijk geïnhibeerd. In klinische studies werd vastgesteld dat quinapril neutraal is op het vlak van lipiden en geen effect heeft op het metabolisme van glucose. Quinapril vermindert de totale perifere weerstand en de weerstand van de ateria renalis. Over het algemeen zijn er geen klinisch significante wijzigingen in het renale bloeddebiet noch in de glomerulaire filtratie. Quinaprilaat induceert een vermindering van de arteriële druk in buikligging, in zittende of rechtopstaande positie. Het maximale effect wordt bereikt 2 tot 4 uur met de aanbevolen doseringen. Bij sommige patiënten treedt het maximale hypotensieve effect pas na 2 tot 4 weken behandeling op. In dierlijke modellen van hypertensie werd bij gebruik van quinapril een verminderde linker ventrikel hypertrofie vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar in verband met de morbiditeit en de mortaliteit. Hydrochloorthiazide is een thiazidediureticum en een bloeddrukverlagend middel dat de plasmarenineactiviteit verhoogt. Hydrochloorthiazide vermindert de renale absorptie van elektrolyten in de distale tubuli en verhoogt de excretie van natrium, chloride, kalium, magnesium, bicarbonaat en water. De excretie van calcium kan verminderd zijn. De gelijktijdige toediening van quinapril en hydrochloorthiazide induceert een sterker bloeddrukverlagend effect dan wanneer deze producten in monotherapie worden toegediend.
Sandoz
5.2
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 16 van 18 SPKN 16.06.2006
Farmacokinetische eigenschappen
Quinapril De biobeschikbaarheid van de actieve metaboliet quinaprilaat, vertegenwoordigt 30 tot 40% van de oraal toegediende dosis quinapril. De plasmapieken worden na ongeveer 2 uur bereikt. De absorptie van quinapril wordt niet beïnvloed door de gelijktijdige inname van voedingsstoffen; een buitensporig hoog vetgehalte van de voedingsstoffen kan de absorptie echter wel beïnvloeden. Ongeveer 97% van de actieve stof wordt gebonden aan plasmaproteïnen. Bij herhaalde toedieningen, heeft quinaprilaat een halfwaardetijd van 3 uur. De steady state wordt bereikt na 2 tot 3 dagen. Quinaprilaat wordt ongewijzigd renaal geklaard. De klaring bedraagt 220 ml/min. Bij patiënten met een nierdisfunctie is de halfwaardetijd van quinaprilaat langer en zijn de plasmaspiegels van quinaprilaat hoger. Bij patiënten met een ernstig verstoorde leverfunctie zijn de concentraties quinaprilaat lager als gevolg van de verminderde hydrolyse van quinapril. Hydrochloorthiazide De biobeschikbaarheid van hydrochloorthiazide bedraagt 60-80%. Het diuretisch effect treedt op twee uur na de toediening en bereikt een maximaal effect na ongeveer 4 uur, om vervolgens 6 tot 12 uur aan te houden. Hydrochloorthiazide wordt in ongewijzigde vorm door de nieren uitgescheiden. De gemiddelde plasmahalfwaardetijd schommelt tussen 5 en 15 uur. De halfwaardetijd van hydrochloorthiazide is langer bij patiënten met een gewijzigde nierfunctie. 5.3
Gegevens uit het preklinische veiligheidsonderzoek
Uit het preklinisch onderzoek blijkt geen specifiek risico voor mensen op basis van conventionele studies naar veiligheidsfarmacologie, herhaalde doses toxiciteit, genotoxiciteit en carcinogeen potentieel. Er werden geen studies verricht naar de genotoxiciteit of de carcinogeniciteit van de combinatie van quinapril met hydrochloorthiazide. Onderzoek naar de reproductietoxiciteit bij de rat toont aan dat quinapril en/of hydrochloorthiazide geen negatieve effecten hebben op de fertiliteit en op de voortplanting en dat deze stoffen niet teratogeen zijn. Er werd aangetoond dat de klasse van ACE-remmers foetotoxisch zijn (ze veroorzaken afwijkingen en/of sterfte van de foetus), wanneer ze worden toegediend tijdens het tweede of het derde trimester.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Kern van de tablet Magnesiumcarbonaat (zwaar) Calciummonowaterstoffosfaat, watervrij Gepregelatiniseerd zetmeel (maïs)
Sandoz
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 17 van 18 SPKN 16.06.2006
Croscarmellose natrium Magnesiumstearaat Film Hypromellose Hydroxypropylcellulose Titaandioxide (E 171) Macrogol 400 Geel ijzeroxide (E 172) Rood ijzeroxide (E 172) 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing 6.3
Houdbaarheid
2 jaar 6.4. Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaring Niet bewaren boven 30°C. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Blister (aluminium/polyamide/PVC) 10, 14, 20, 28, 30, 42, 50, 56, 98, 100 en 500 (5 x 100) tabletten. Flacon (polypropyleen) met 250 tabletten. Het is mogelijk dat niet alle verpakkingen gecommercialiseerd worden. 6.6
Instructies voor gebruik en verwerking
Geen bijzondere instructies.
7.
REGISTRATIEHOUDER
Sandoz NV Telecom Gardens Medialaan 40 B-1800 Vilvoorde België
8.
REGISTRATIENUMMER
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 mg filmomhulde tabletten: 1472 IS 217 F 3, 1472 IS 218 F 3
Sandoz
Co-Quinapril Sandoz 10/12,5 – 20/12,5 – 20/25 mg filmomhulde tabletten Blz. 18 van 18 SPKN 16.06.2006
Co-Quinapril Sandoz 20/12,5 mg filmomhulde tabletten: 1472 IS 219 F 3, 1472 IS 220 F 3 Co-Quinapril Sandoz 20/25 mg filmomhulde tabletten: 1472 IS 221 F 3, 1472 IS 222 F 3
9.
AFLEVERINGSWIJZE
Op medisch voorschrift.
10.
DATUM VAN EERSTE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
A. Datum eerste vergunning : 01.09.2006 B. Datum hernieuwing van de vergunning : XXX
11.
DATUM LAATSTE HERZIENING VAN DE TEKST
A. Datum herziening van SKP : 16.06.2006 B. Datum goedkeuring van SKP : 01.09.2006